Hip hoi, het is vandaag Dag van de Leerondersteuner, mijn eerste als nieuwtje in het vak. Ongeveer een half schooljaar maakte ik geen deel meer uit van Het Onderwijs. Dat deed deugd. Als het in het nieuws over onderwijs ging, moest ik me niet aangesproken voelen. Het lerarentekort was plots niet mijn probleem meer. Ik moest ook niet meteen een mening hebben over Zuhal Demir, de nieuwe minister van Onderwijs. Ik moest me niet meer verantwoorden over de vakanties die ik had. Naast de praktische kant van de winkel die niet in mijn leven leek te passen, besefte ik ook dat mijn onderwijshart stilletjes bleef kloppen. Ik was misschien wel helemaal klaar met leerkracht zijn, ik kon niet plots geen betrokken partij meer zijn. Ik miste engagement in mijn werk. Bovendien kwam ik uitgerekend in de winkel heel wat oud-leerlingen tegen. Het gevoel om ooit deel te hebben uitgemaakt van hun groeipad deed iets met me.
Terug het veld in dus, omdat ik besefte dat ik wél een mening had over onderwijs en opvoeding. Willen of niet, dat engagement zit ergens diep in mezelf verankerd. De job van leerondersteuner is trouwens – meer nog dan de job van leerkracht – een vrouwelijke functie. Je moet echt met een vergrootglas op zoek gaan naar mannen. Het zorggerichte karakter van de functie zit daar wellicht voor iets tussen. Jammer eigenlijk. Wat ook opvalt, zowel collega’s als leerkrachten vragen mij in elk kennismakend gesprekje hoeveel kinderen ik heb dan wel hoe oud ze zijn. Dat ik er geen heb, komt als een verrassend antwoord. Ook zonder eigen kinderen heb ik wel degelijk iets te vinden over opvoeding. Een kerntaak van ouders, maar bij uitbreiding ook van de schoolomgeving en de brede maatschappij.
Zuhal Demirs bezoek aan enkele “klassiek strenge” scholen in Engeland maakte wel wat los. Juist kinderen uit kansarme gezinnen bleken grote leersprongen te maken in een schoolsysteem dat gebaseerd is op discipline en tucht. We moeten de lat voor iedereen zo hoog mogelijk leggen en zo vroeg mogelijk beginnen met kennisoverdracht. Het lijkt me alleen maar goed dat onze minister eens bij de (verdere) buren gaat kijken. Ik ga ervan uit dat ze niet meteen de intentie heeft om alles zomaar klakkeloos over te nemen. Het debat over opvoeding en dan meer bepaald het “straffen versus belonen” zwengelde aan. Wat mij betreft is dat naast de kwestie. Opvoeding valt niet te herleiden tot de ene of de andere aanpak.
De meest gestelde vraag aan mij als leerkracht was of ik streng was. Ja natuurlijk! was daarop steevast mijn antwoord. Ik voegde er dan aan toe dat ik naast streng ook vriendelijk en behulpzaam was. Streng zijn betekent voor mij dat je een veilige omgeving creëert waarin grenzen worden bewaakt, als leerkracht (of betrokken volwassene) probeer je erop toe te zien dat in die omgeving elk kind een plaatsje krijgt en gehoord wordt. Dat is namelijk de essentie: door met zorg een rijke leeromgeving aan te bieden, krijgen kinderen (klein en groot) de ruimte om zich te ontwikkelen. Niet elk leertraject is meteen succesvol als de beloningsstickers in het rond vliegen, noch als je berispt wordt voor elke veeg op je blad. Het is geen verhaal van straffen versus belonen, maar een proces van vallen en opstaan. Als leerkracht of ondersteuner is het je taak om leerkansen te bieden en écht te geloven in kinderen zonder ze te betuttelen. Om kennis en vaardigheden aan te leren, moet je kinderen serieus nemen.
Ik heb al veel mooie aspecten ontdekt aan mijn werk als leerondersteuner. Ik ervaar het belang van verbinding om iets teweeg te kunnen brengen, zowel bij de kinderen die ik begeleid als in hun omgeving. Ik geloof eens zo hard in inclusief onderwijs, ook al is het gemakkelijker om sceptisch te zijn: niet iedereen heeft en krijgt dezelfde kansen. Toch blijf ik ervan overtuigd dat iedereen wint in een omgeving waarin iedereen telt. Net daar komen talenten maximaal tot ontplooiing. Makkelijk is het in geen geval. De kunst is om jezelf misbaar te willen maken. Loslaten is ook opvoeden. Laten groeien en bloeien. Erop vertrouwen dat het goed komt zonder jou bij de hand. En als het niet lukt, dan moet er altijd weer iemand zijn die je de hand reikt. Omdat we allemaal ook een beetje het kind blijven dat in ons schuilt.
Als mama van 2 kinderen die allebei een ‘bijzonder’ traject hebben doorlopen, kan ik alleen maar blij zijn dat er mensen zoals jij de weg naar het onderwijs (terug) gevonden hebben. Want dankzij dergelijke leerkrachten en -ondersteuners zijn allebei mijn kinderen goed (én inclusief in de ‘gewone’ werkwereld) terechtgekomen. Ik ben vooral heel erg blij met het zelfvertrouwen dat ze allebei gekregen hebben, zelfvertrouwen in eigen kunnen, zelfvertrouwen ook in zichzelf als persoon. En daarom, chapeau en dikke merci voor wat jullie samen allemaal doen!
LikeLike
Wat mooi om te horen, Sandra! Inclusief onderwijs is helaas nog steeds allesbehalve een evidentie. Er wordt hard aan de weg getimmerd om elk kind de kans te geven zich maximaal te ontplooien. Het vraagt wat tijd en ook een mentaliteitswijziging, maar gelukkig zijn er dus ook die mooie succesverhalen die bevestigen dat het loont om altijd te geloven in ieders kunnen! Bedankt voor je fijne reactie!
LikeLike