Ik ben verliefd op een looprondje. Al weken zit het in mijn hoofd. Ik was niet op slag verliefd, ik gaf me niet meteen gewonnen, maar nu is er geen houden meer aan en zou ik het liefst van al dagelijks lopen. 14 kilometer om heel hard van te houden. 14 kilometer waar mijn hart sneller van gaat slaan, letterlijk en figuurlijk. Mijn perfecte 14 kilometer ontstond als route eerder bij toeval. Ik wilde op een zonnige zondag eigenlijk langer gaan lopen, maar helaas, ik zat krap in de tijd en moest dus noodgedwongen improviseren. Een schot in de roos, zo bleek. Een looptoer waarbij elk nadeel eigenlijk een voordeel blijkt te zijn. Bij deze dus 14x waarom ik hotel de botel ben op mijn 14k.
- Ik heb het nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik juist de saaiheid en eentonigheid van lopen heel erg waardeer. Van de eerste kilometers wordt de asfaltliefhebber in mij dan ook erg blij. De ideale aanloop om er meteen goed in te zitten.
- Mijn lievelingsrondje blinkt echter uit in variatie: het grijze kleurt snel groen, ik loop door holle wegen, langs kleine paadjes, over brede wandelpaden, over en langs het water.
- Ook de hoogteverschillen bieden variatie en zijn ideaal gepositioneerd. Na 6,5 en 9,5 kilometer volgt een pittig oplopend stuk, gevolgd door een afdaling waar ik mijn benen soms niet lijk te kunnen bijhouden.
- Na de tweede beklimming volgt een uitzichtpunt waar je een prachtig zicht hebt op de skyline van Tienen (ja echt), als je rond je as draait, zie je maar liefst zes kerktorens en een kapel. I love kerktorens!
- Het voelt efficiënt om halverwege ook echt het verst van huis te zijn. Je wil niet het gevoel hebben dat je dichtbij huis aan het rondcirkelen bent. In se is lopen natuurlijk altijd omweg maken.
- De tweede helft van mijn 14k was ook de laatste 7 kilometer van de suikermarathon die ik liep in oktober. Ik herbeleef dus altijd opnieuw herinneringen aan die unieke marathon.
- 14 km is lang genoeg om boven het uur te lopen en het gevoel van duur te ervaren, kort genoeg om het altijd aan te kunnen en er tijd voor te hebben.
- Ik kan dit rondje altijd verrassend snel lopen terwijl ik vertrek met het idee om het rustig aan te gaan doen. Hoewel snelheid geen doel is, boost het wel mijn zelfvertrouwen.
- De lus die ik loop neemt grillige vormen aan, waardoor de wind ook altijd draait en je dus nooit kilometers aan één stuk tegenwind hebt.
- Ik heb looprondes waar ik echt geen mens tegenkom. Soms voelt dat zo eenzaam aan dat me zelfs op klaarlichte dag een akelig gevoel kan bekruipen. Bij mijn lievelingsrondje passeer ik altijd wel een wandelaar, een fietser en zelfs een loper, zonder dat het druk wordt.
- Het is een toer die in zijn eenvoud een mooi staaltje natuur toont. Ook de dieren zijn goed vertegenwoordigd. Paarden en eenden bijvoorbeeld. De eervolle vermelding gaat toch naar een woelmuis die een roofvogel aftroefde.
- Ik loop slechts een meter of 10 dubbel, ik kom dus langs een andere straat terug dan dat ik vertrokken ben.
- De laatste kilometer brengt me door een lange straat terug richting dorpskern. Ideaal om uit te lopen en omdat het ook lichtjes oploopt, is dat eens zo gemakkelijk.
- Ik loop ook altijd 14 kilometer, eerder 14,1. Ik ben geen loper die nog een paar keer op en af de voordeur loopt om een rond getal aan te tikken, maar ik vind het wel mooi als je 14 ook echt een 14 is.
P.S. Ik maakte de foto’s terwijl ik mijn ronde liep in de eerste echte warmte van het jaar. Ik was weer maar eens vergeten hoe die telkens als een mokerslag binnenkomt. Een goede gelegenheid om veel foto’s te maken en dus op adem te komen.