Als je elke werkdag 42,2 kilometer met de fiets aflegt, word je al eens voor gek verklaard. Terecht. Ik fiets dus elke dag een marathon voor mijn woon-werkverkeer. Soms werkt een toevallig getal de symboliek makkelijk in de hand. Ik schreef al meermaals over mijn band met mijn zowel geliefde als vervloekte Tiensesteenweg, een grauwe gevaarlijke strook asfalt die mijn woning in Tienen verbindt met mijn werkplek in Leuven. Het afgelopen schooljaar scheidden onze wegen echter halverwege en deed een nieuw personage zijn intrede: de F24 is de fietssnelweg die is aangelegd tussen Boutersem en Leuven. Langs het spoor, groen, glooiend en lekker bollend. De kilometer extra die ik per rit fiets, betaalt zichzelf terug in veiligheid en comfort. Waar ik aanvankelijk wat weerstand voelde – ik zou écht géén kiloméééters extra gaan maken en mijn steenweggetje aan de kant schuiven – groeide er inmiddels een innige band met mijn F24. Tijd dus om eens stil te staan bij de kleine gelukjes die daar zoal mijn pad kruisen.
- fietsen is en blijft voor mij de ideale manier om van werk- naar thuismodus te schakelen, een groene omgeving is dan eens zo dankbaar
- over een fietssnelweg fiets je vooral sneller omdat je niet moet wachten aan de lichten, wachttijd op de steenweg staat gelijk aan een kilometer extra fietstijd op de snelweg
- die rit dat fietsen als vanzelf lijkt te gaan, zelfs in die mate dat je denkt dat er een motor op je fiets geïnstalleerd werd
- die rit dat fietsen als een tijdrit aanvoelt, vastberaden om dat ene doel te halen – Tony Martin indachtig
- die rit dat je met een goed beladen trekkingfiets toch onder het uur kan duiken en een sub1 op de tabellen rijdt
- die rit dat ik samen fiets met Hans, met de zon in de rug als het kan, door wind en regen als het moet, spraak- dan wel zwijgzaam, maar nooit een gebrek aan sfeer en gezelligheid
- binnen gluren bij Murrie die langs de fietssnelweg woont, bij deze kan ik haar ook verzekeren dat het echt wel meevalt met de inkijk, ik zie hooguit de contouren van iemand die in de keuken staat
- binnen gluren bij Rudi Vranckx, althans, voor ons verhaal is het de woning van de journalist, al bewijzen de feiten het tegendeel
- de statige tweelingvilla’s waar het, ondanks hun ligging naast het kerkhof, een heerlijkheid moet zijn om er koffie te drinken op het slaapkamerterras
- het spookhuis dat opvalt door potdicht te zijn, met de rolluiken strak naar beneden, wat me zowel beangstigt als fascineert
- de villa met de dromerige tuin en een eindeloze houtvoorraad, een woning die veel huiselijkheid uitstraalt, maar waarbij ik het onbegrijpelijk vind dat er standaard een droogrek in de leefruimte staat
- de Sint-Ermelindiskapel die tot de verbeelding sprak, tot Hans eens een ommetje maakte om de kapel te bezichtigen en hij concludeerde dat vooral de naam charmant is
- de treinen die voorbij rijden, waarbij ik dan toch altijd blij ben dat ik er niet op zit, lang leve de autonomie van de fietser die los van uurregelingen het heft in eigen handen neemt
- het privé-bos, waarbij ik me afvraag wiens eigendom het is en wie dus de gelukzak is die houten bordjes met “privé-bos” de grond in kon slaan
- de picknickbanken die vooral dienst doen als rook- of gsm-stop, ook wie met een speed pedelec rijdt, blijkt al eens behoefte te hebben aan een rustmoment
- de paardenduo’s op de wei, zij aan zij tevreden grazend, bedekt met deken en vliegenmasker als het warm is, met de benen in de modder als het nat is
- de bende wit-zwarte koeien op de glooiende wei die een prachtig zicht hebben op de zonsopgang, een idylle die hen ook niet onberoerd laat
- de 8 bruine stieren die wij de boys noemen, een weitje testosteron waar het er doorgaans vredig aan toe gaat met hooguit een speelse krachtmeting



Mooi om bij stil te staan en dan verder te fietsen. Zo’n zelfde route zorgt ook voor een goede overgang van de ene naar de andere activiteit/rust vv
LikeGeliked door 1 persoon