Er zijn heus dagen dat ik niet lees en – gelukkig – heb ik dan niet meteen het gevoel dat ik niet geleefd heb. Om een leven als actieve lezer te leiden probeer ik een evenwicht te vinden tussen lezen als activiteit inplannen en mijn boekkeuze af te stemmen op de mentale ruimte die op dat moment beschikbaar is. Ik zet liefst mijn tanden in een dik boek als ik weet dat ik tijd heb om te lezen. Als ik in een dipje zit, laat ik een inspannende leeservaring liever links liggen. Het mooie is dat als je quasi dagelijks leest je je door een nieuwe boekkeuze altijd laat leiden door het voorgaande dat je las. Juist door iets heel anders te willen of net meer van hetzelfde. Aangezien wij twee lezers onder één dak zijn, zijn we zowel elkaars literair klankbord als eerstelijns leesadvies. De afgelopen tijd las ik behoorlijk wat boeken die net dat tikkeltje anders zijn (toeval bestaat natuurlijk niet). Verhalen die in hun aanpak of concept een andere richting kiezen dan een klassieke roman en daarbovenop ook een aparte titel hebben. Jullie krijgen van mij 5 boekentips: stuk voor stuk leesbaar, niet te dik en een keertje anders dan anders.
Nadat ik in het najaar helemaal ondersteboven was van De walvissen van Glasgow kon ik niet wachten om een tweede boek van Rune Christiansen te lezen: De eenzaamheid in het leven van Lydia Erneman. Christiansen is een Noor en die weten wel raad met de grote thema’s des levens, net zoals met alles wat donker en duister is. Laat dit boek nu net bijzonder hoopvol en licht zijn. Lydia Erneman haalt voldoening uit haar werk als dierenarts, haar leven is geen opeenstapeling van pech en rampspoed. De eenzaamheid die zij ervaart is er één van de subtiele soort die niet per se een obstakel vormt om gelukkig te kunnen zijn. Christiansens stijl is sober, maar rijk. Hij zou geen echte Noor zijn, mocht er niet ook een rol voor de natuur weggelegd zijn.

Ik ga naar de schapen van Marieke De Maré (eentje van Club 85!) vind je vaker terug als boekentip in allerhande lijstjes. Het was Hans die zei dat ik dit moest lezen. Terecht. Ik ga naar de schapen blinkt uit in eenvoud. Zowel in de opzet als de taal vind je letterlijk en figuurlijk veel witregels. Elk woord is raak. Ongekreukt geluk. Het verhaal van Andrej, Rocco, Tove en Simone laat zich moeilijk samenvatten omdat het balanceert op de grens tussen zwijgen en spreken. Naar de schapen gaan, naar hen kijken en met hen praten biedt vaak soelaas. Een stukje troost in de schapenstal. En ja hoor, dit boek gaat wel degelijk ergens over. Bovendien is het ook nog eens heel grappig.
Zwijgen in de schapenstal is iets anders dan zwijgen op eender welke andere plek. Daar zijn ze allen op een uiteenlopend moment in het leven achter gekomen. – Marieke De Maré
Begin maart publiceerde De Standaard een overzicht van De 50 beste Nederlandstalige boeken van de 21e eeuw. Ik ga heel goed op dit soort lijstjes. Gewoon heerlijk ouderwets boeken quoteren en rangschikken. Het resultaat is een gezonde mix van voornamelijk fictie met non-fictie die met vlag en wimpel slaagt voor de diversiteitstest. Wat ik nog niet las, wil ik graag dit jaar gelezen hebben. Daarom kocht ik de nummer 41: Het tegenovergestelde van een mens van Lieke Marsman. Een boek waar het woord ideeënroman voor bedacht is. Een echt, maar wel fictief verhaal dat zoveel mooie en waardevolle inzichten bevat over de uitdagingen die de hedendaagse tijd typeren. Een mens die op zoek is naar zichzelf met de klimaatverandering op de achtergrond.
Iedereen loopt maar weg met de zee tegenwoordig. Nou, als ze hem maar niet naar de bergen brengen. Hier in de bergen kunnen wij zo’n zee helemaal niet gebruiken. – Lieke Marsman

Een goede boekenwinkel brengt je bij de boeken die je écht goed vindt en waarvan je niet wist dat ze bestonden. Zo stuitte ik bij Paard van Troje in Gent op De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf van de Nederlandse Maria Kager. Een debuutroman zo waar, die vorig jaar De Bronzen Uil in ontvangst mocht nemen. Prijswinnaars zijn niet altijd even leesbaar, deze topper is dat wel. Fris en speels zijn adjectieven die vaak terugkeren in de lovende recensies. Volledig terecht. Tragikomisch zeker ook. Het is een boek waar je hardop mee kan lachen. Frida Wolf groeit op naast de gevangenis als dochter van de gevangenisdirecteur. Mij heb je dan meteen mee. Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?
Een beetje Bart Moeyaert was ons eerste gevoel bij Wachtruimte in de Atlantische Oceaan van Mona Høvring. Dit boek is een prachtig voorbeeld van het verhalend vermogen dat dichters kunnen hebben. Hoofdpersonage Olivia is eigenzinnig en introvert. Ze is een vrouw die op zoek is naar nabijheid zonder zichzelf te verliezen in de ander. Als ze Bé ontmoet verandert er heel veel. Er zijn wel wat parallellen tussen Mona Høvring en Rune Christiansen: het zijn generatiegenoten en Noren. Waar ze allebei meesterlijk in slagen is om het complexe en gelaagde op een eenvoudige manier weer te geven. Precies dat waar ook poëzie om draait. En een beetje Bart Moeyaert, dat kan de wereld redden zoals we allemaal weten.

Dat ziet er behoorlijk wat mooi leesvoer uit. Groetjes Jef & Loes
LikeLike