Het boek – 9 waanzinnige vrouwen

Het is vandaag Internationale Vrouwendag en – ik zeg het elk jaar – zo’n dag is nodig. Omdat er nog steeds door ons allemaal een strijd geleverd moet worden voor een gelijkwaardige behandeling van vrouwen. En natuurlijk ook omdat er gelukkig zoveel inspirerende fascinerende vrouwen zijn. Het is echt leuk om een vrouw te zijn hoor! Al zijn er heel veel plekken op de wereld waar ik liever geen vrouw ben. Je moet ook geen doorwinterd tijdreiziger zijn om te beseffen dat vrouwen er vroeger doorgaans bekaaid van af kwamen. De mythe van het zwakke geslacht zit diep in onze geschiedenis geworteld. Het kan geen toeval zijn dat ik de laatste tijd veel boeken las over vrouwen die tegen de stroom en tijd in op eigen benen proberen te staan. Veelal was dat wankel, met meer vallen dan opstaan. Meestal liepen zulke pogingen niet goed af. Je moest wel gek zijn om als vrouw je eigen koers te durven varen. Bam! Daar kreeg je je stempel! Vandaag kunnen we die waanzinnig dappere vrouwen alleen maar dankbaar zijn voor de stenen die ze hebben gelegd.

In 1900 schreef Frederik van Eeden Van de koele meren des Doods. De titel verwijst naar de naargeestige gedachten van hoofdpersonage Hetty. Als kind wordt ze getekend door de dood van haar moeder, waardoor ze steeds meer “verdonkert”. Sterven intrigeert en fascineert haar meer dan leven. Van Eeden was psychiater en in zijn voorwoord benadrukt hij dat hij geen wetenschappelijke studie wilde schrijven over een pathologisch geval, zoals hij Hetty zelf noemt, maar wel “een kunstwerk over een zielsgebeurtenis” (enter het moraliserende vingertje). Hetty’s leven is een lijdensweg, één en al kommer en kwel, afzien in het kwadraat. Ze belandt uiteindelijk in een obscure kliniek in Parijs waar ze troost vindt in het geloof. Dat is uiteindelijk ook de boodschap die Van Eeden tracht mee te geven: het enige heil dat mentaal lijden kan verzachten is religie. De onderliggende gedachte is dat een vrouw zwakker van natuur is. Pijnlijk.

Heel wat genuanceerder is Wat stilte wil (2022), de jongste roman van Arthur Japin. Hij vertelt het gefictionaliseerde verhaal van Anna Witsen, een jonge vrouw die aan het begin van de 20e eeuw een zangcarrière ambieert, maar heel wat tegenkanting ervaart. In de eerste plaats van haar vader. Anna worstelt bovendien stevig met de maatschappelijke verwachtingen. Gestaag worden haar dromen de grond ingeboord. Haar broer Willem daarentegen kan zich wel volop ontwikkelen. Hij is lid van de Tachtigers, een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse literatuur, waar ook de reeds vernoemde Frederik van Eeden deel van uitmaakt. Als vooraanstaand psychiater reist hij naar Parijs om er hypnoseshows bij te wonen van dokter Charcot in het Hôpital de la Salpêtrière. Arthur Japin slaagt erin om van de historische figuur Anna Witsen een gelaagd personage te maken. Haar levensloop toont aan dat als vrouwen 125 jaar geleden durfden te kiezen voor een ander dan het gebaande pad ze van een héél kale reis terugkwamen.

Victoria Mas kiest in Het bal der gekken (2019) resoluut voor een positieve benadering van vrouwelijke waanzin. Haar roman speelt zich af in het eerder genoemde La Salpêtrière in Parijs, een ziekenhuis dat onderdak bood aan zogenaamd hysterische vrouwen. Onder hen zowel slachtoffers van verkrachting, als sekswerkers, als dementerenden of vrouwen die op de één of andere manier als “anders” werden bestempeld. Veelal gedumpt door hun familie werden ze er geïsoleerd van de samenleving zonder enig vooruitzicht op herintegratie. Daarbovenop waren ze overgeleverd aan de therapeutische sessies van dokter Charcot. Hij behandelde hysterie onder andere door zijn patiënten op te voeren in openbare hypnoseshows. Een akelig stukje geschiedenis kortom, maar toch slaagt Victoria Mas erin om met haar 19-jarige hoofdpersonage Eugénie het verzet te laten zegevieren. Ze stelt “gek zijn” in vraag en breekt daardoor een lans voor female empowerment.

IMG_0898b

Deprimerender van aard is dan weer Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling dat zich omstreeks dezelfde periode afspeelt in het verstikkende Vlaanderen. In 2021 verscheen dankzij Annelies Verbeke een nieuwe versie van deze vergeten Vlaamse klassieker. Ze voorzag de roman van een voorwoord en friste de taal op met respect voor Lovelings stijl. Haar ingrediënten voor een gevaarlijke (lees: dodelijke) cocktail zijn: twee zussen, één man, één revolver en enkele sterfgevallen. Centraal staat het gevoelsleven van Marie Santander die door een samenloop van omstandigheden beetje bij beetje afglijdt richting de waanzin. Of is het de eenzaamheid? Maries verhaal zet de kwetsbare positie van vrouwen die alleen (over)leven in de verf. Als vrouw zonder man, maar ook als slachtoffer zonder aangepaste zorg, stapelen de desillusies zich op en was je een dikke eeuw geleden een vogel voor de kat.

Een Marie die er wel in slaagt om zich als buitenbeentje te manifesteren is het hoofdpersonage in Matrix (2021) van Lauren Groff. Deze dappere 17-jarige heldin wordt in de 12e eeuw verbannen van het hof van Queen Eleanor naar een verlaten abdij zonder enig toekomstperspectief. Marie is letterlijk en figuurlijk te groot voor het hoofse wereldje. Ze lijkt aanvankelijk dan ook een slachtoffer te zijn van haar eigenzinnigheid. Omringd door een bont allegaartje vrouwen (nonnen van diverse pluimage) slaagt Marie er echter in om een imperium in middeleeuwse stijl op te bouwen. Een plek waar vrouwen geen mannen nodig hebben om hun boontjes te doppen, waar de liefde voor God hand in hand kan gaan met de liefde voor vrouwen. Het alom bejubelde Matrix is een roman met sprookjesachtige allures én uitsluitend vrouwelijke personages. Smullen maar!

In het wondermooie The Easter Parade (1976) bewijst Richard Yates dat het leven als vrijgevochten vrouw ook niet zo gek lang geleden geen lachertje was. De eerste zin is meteen een stevige waarschuwing aan het adres van de gevoelige lezertjes: Neither of the Grimes sisters would have a happy life. Zussen Sarah en Emily zoeken vanuit een gebroken gezin elk hun eigen weg. Sarah kiest voor het klassieke gezinsleven: het ogenschijnlijk perfecte plaatje. Schijn bedriegt uiteraard, daar komt ook Emily achter die er een hobbelig liefdesparcours op na houdt, inclusief gefnuikte carrièremogelijkheden. De zusjes Grimes rijden zich keer op keer vast in hun verlangens. Werkelijk elke droom wordt vakkundig aan diggelen geslagen, of ze nu het rechte pad, dan wel de weg van de weerstand kiezen. Toch weet Yates tussen al de miserie door sprankeltjes hoop te laten schitteren. Je kan niet anders dan diep bewondering hebben voor alle Emily’s.

Few men since Flaubert have offered such sympathy to women whose lives are hell – Kurt Vonnegut over het werk van Richard Yates

Nightbitch (2021) van Rachel Yoder is ongetwijfeld het meest excentrieke boek in dit lijstje met het meest waanzinnige hoofdpersonage. Ook opgeleide vrouwen met een waaier aan kansen in onze tijd kunnen immers verzanden, spartelen en wegzakken. “The mother” is een naamloze verteller met kind “the boy” en een man die uitblinkt in afwezigheid. Een moeder die haar kind oprecht graag ziet, maar toch een torenhoge tol betaalt om te voldoen aan de maatschappelijke verwachtingen die bij het moederschap (niet ouderschap) horen. Waar ze zich aanvankelijk nog probeert te verzetten tegen de beperkende rol die haar wordt opgedrongen, beseft ze al vrij snel dat dit zinloos is. I am now a person I never imagined I would be (…) I would like to be content, but instead I am stuck inside a prison of my own creation. Het gevolg is dat deze moeder ervan overtuigd geraakt dat ze ’s nachts in een hond verandert. Jawel. Nightbitch is zowel teder als hilarisch. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, het verhaal gaat juist over de allesverpletterende liefde van een moeder voor haar kind. “The mother” dwaalt net zoveel als een hondsdolle jachthond op de dool.

Afsluiten doen we hoopvol én in stijl met Elizabeth Finch (2022) van Julian Barnes. We bevinden ons in een klassieke setting à la Barnes: Elizabeth Finch doceert namelijk Culture and Civilisation. Na haar dood gaat één van haar voormalige studenten graven in haar archieven. Hij doorspit stapels essays en notities in de hoop een saillant persoonlijk verhaal op te duikelen, maar het ene na het andere beschouwende stuk over de Europese kunst en cultuur belandt in zijn handen. Leeswaarschuwing: het verhaal gaat hier wel wat de elitaire toer op. Met name het middenstuk is een beschouwing over Julianus de Afvallige, een Romeinse keizer in de 4e eeuw. Barnes kwam er wat mij betreft mee weg omdat hij zo fantastisch mooi kan schrijven. Zijn Elizabeth Finch is net zo raadselachtig als dat ze intrigerend is. Een vrouw die leeft bij gratie van de kunst en cultuur en daar volstrekt gelukkig mee is. Of hoe gelukkig niet alle vrouwen die voor zichzelf en hun carrière kiezen grandioos ten onder moeten gaan.

IMG_0903b

Het boek – De lezer en de 13 vragen

Dagdagelijkse gewoontes van mensen vind ik mateloos fascinerend. Hoe verloopt je ochtendroutine bijvoorbeeld? Wat doe je het liefst op zondag? Waar en met welke frequentie doe je boodschappen? Ook over hoe het lezend en lopend leven plaatsvinden dan wel georganiseerd zijn, daar stel ik maar wat graag heel veel vragen over die ik ook met evenveel plezier beantwoord. Voor deze 13 vragen aan mezelf als lezer liet ik me inspireren door de vragen aan auteurs in de boekenbijlage van De Morgen.

Wat was het beste boek dat je las in 2022? Erfgoed van Miguel Bonnefoy, toevallig ook het allerlaatste boek dat ik vorig jaar las. De auteur is een Parijzenaar met Chileense en Venezolaanse ouders. Erfgoed gaat ook over hoe die verschillende culturen met elkaar verweven zijn. Aan mijn goede vriendin en collega Murielle (die ook nog eens Frans én Spaans spreekt) beschreef ik Erfgoed als een kruisbestuiving tussen Honderd jaar eenzaamheid van Gabriel García Márquez en Het achtste leven van Nino Haratischwili: een magisch familie-epos dat van mij veel langer had mogen duren.

Welke klassieker die je onlangs las, zou je aanraden? If Beale Street Could Talk (1974) van James Baldwin: het liefdesverhaal van Tish en Fonny, twee jonge zwarte mensen die opgroeien in het New Yorkse Harlem. Als Fonny in de gevangenis belandt omdat hij valselijk beschuldigd wordt van verkrachting zet Tish samen met haar familie alles op alles om hem vrij te krijgen. Een ontroerend liefdesverhaal dat voor de BLM-beweging bestond nog steeds brandend actueel is.

Welk boek had je zelf willen schrijven? Ik heb nooit de ambitie gehad om een roman te schrijven. Door mijn blog ben ik wel gaan beseffen dat ik graag schrijf over wat ik tegenkom in het leven. Om die reden had ik Waarover ik praat als ik over hardlopen praat van marathonloper en topauteur Haruki Murakami wel willen schrijven. Volgens mij is dat het mooiste boek over hoe het leven en lopen met elkaar verbonden zijn. Omdat ik ook graag de verhalen van anderen opschrijf, had ik met plezier de eindredactie van heel wat boeken over atleten voor mijn rekening genomen. Ik vind die boeken vaak te mager geschreven, bol van de clichés, soms zelfs tenenkrommend slecht.

Welk boek vertelt iets over jou? Alle boeken die ik lees doen dat op de één of andere manier. Hier vertelde ik daar al meer over.

Heb je een voorkeur voor boeken die eerder emotioneel of eerder intellectueel raken? Ik vind het juist heel belangrijk dat de balans niet overhelt naar het ene of het andere. Een boek is een kunstwerk dat moet raken omdat het zo knap gemaakt is. Als een auteur enkel inzet op het sentiment of op de stijl, dan voel ik het meestal niet. En met intellectueel raken bedoel ik zeker niet dat het altijd complex of overdreven literair moet zijn, ook daar heb ik een hekel aan.

Hoe beslis je welk boek je gaat lezen? Uit het ene boek volgt altijd een beetje het andere, als in: er is vaak ergens een link tussen wat ik net gelezen heb en wat daarop volgt. Dat kan iets thematisch zijn, maar net zo goed dat het allebei boeken zijn die gaan over de maatschappij van nu. Soms is er ook een duidelijk verband met wat er speelt in mijn eigen leven. Lezen is dan troost en herkenning. Ik lees nooit twee boeken van dezelfde auteur na elkaar. Net zoals ik het zal vermijden om twee boeken die qua stijl erg gelijkend zijn vlak na elkaar te lezen.

Hoe is je boekenkast georganiseerd? Zeker niet volgens kleur en al helemaal niet alfabetisch. Mijn boeken zijn geografisch geordend en daarbinnen streef ik naar chronologie. Bij de Italianen loopt het dus van Italo Calvino via Giorgio Bassani naar Elsa Morante en Elena Ferrante. Mijn bibliotheek in de woonkamer bevat alleen de boeken die ik al gelezen heb én ook goed vond. Al die boeken zijn dus mijn darlings. Er is niet echt samenhang in hoe de streken onderling samenhangen. Wel is het zo dat hoe centraler iets in de kast staat, hoe geliefder het is.

IMG_0855b

Wat voor soort lezer was je als kind? Een gulzige lezer, zoals ik nog steeds ben. Ook echt een lezertje dat in een boek kon wegkruipen en heel erg onder de indruk kon zijn van personages en verhalen. Ik verdiepte me als kind ook al in schrijvers in hun oeuvres, niet eenvoudig in internetloze tijden. Ik liet me graag verrassen, maar greep ook graag terug naar thema’s die ik goed vond.

Hoe is je leesstijl in de loop der jaren veranderd? Vroeger las ik alles wat los en vast zat. Nu vind ik het gemakkelijker om bepaalde genres en auteurs links te laten liggen. Dat moet ook wel, want als ambitieuze lezer besef je hoeveel er te lezen valt. Ik heb wel altijd mijn eigen leeskoers durven varen, waarbij ik wel gevoelig ben voor aanraders van vrienden.

Ben je vaker in de boekenwinkel of in de bibliotheek te vinden? In de boekenwinkel, ook al zijn boeken erg duur. Niks zo heerlijk als tussen de boeken grasduinen en wat high worden van de geur van vers papier. In de kringwinkel doe ik dat trouwens ook vaak en graag. Tegenwoordig voer ik wel een strenger beleid omtrent de aankoop van nieuwe boeken. Er waren jaren dat ik echt veel meer kocht dan las, met een rijkelijk gevulde ongelezen-kast tot gevolg. In de bibliotheek haal ik wel eens non-fictie boeken of dichtbundels.

Voor en met welke drie auteurs zou je een etentje willen organiseren? Miguel Bonnefoy, Lydia Sandgren en Olivia Wenzel. Een Fransman, een Zweedse en Duitse die allemaal ongeveer even oud als ik zijn en elk een topwerk afleverden in een heel eigen(tijdse) stijl: Erfgoed, Verzamelde werken en 1000 kronkelwegen angst. Dat kan niet anders dan een topavond worden! Ik hoop dan wel dat het Engels van Miguel wat op niveau is. En dat mijn kookkunsten niet teleurstellen.

Wie mag je levensverhaal schrijven? Mijn familieleden omdat hun taal gevoelsmatig het dichtst bij die van mij ligt.

Welke boeken liggen op je snel-te-lezen-stapel? Nino Haratischwili’s nieuwe klepper Het schaarse licht. Ik denk dat ik daaraan begin in de paasvakantie. Verder ben ik erg benieuwd naar Het lot van Atalanta van filosofe en marathonloper Hanna Vandenbussche: eentje voor de taperperiode van de marathon. Tot slot wil ik me ook snel wagen aan De diepst verborgen herinnering van de mens van Mohamed Mbougar Sarr, volgens De Morgen het beste boek van 2022 en bovendien winnaar van de prestigieuze Prix Goncourt 2021.

Het boek – Lezersverhalen en zomerse leestips #4

De zomervakantie van 2022 telt z’n laatste uren, al heeft die losgeslagen zomer van 2022 nog lang geen zin om z’n biezen te pakken. Het ziet ernaar uit dat september ons nog een prachtige indian summer zal brengen. Gedaan met de verzengende hitte: laat de zon maar schijnen, als het alsjeblieft ook eens goed gaat regenen. Kansen genoeg om in een goed boek weg te duiken dus. Voor het laatste luik van de zomerreeks over boekenverhalen laat ik mijn schoonzus Valerie en haar twee kinderen Laurien en Vik aan het woord.

Valerie, 34 jaar – geriatrisch verpleegkundige

Ik ben vooral een lente- en zomerlezer. In de wintermaanden kijk ik meer tv. Liefst van al lees ik buiten op een terras en op vakantie. Ik lees ook voor het slapengaan in bed of zelfs langs de kant van de weg tijdens wedstrijden van Seppe. Ik ben dan ook overgeschakeld op een e-reader, die is compact en kan je overal mee naartoe nemen. Zo heb ik ook nooit boeken te kort op vakantie, kan ik in bed lezen zonder te veel licht als Seppe al slaapt en zelfs buiten als het wat donkerder is. Het ideale boek is voor mij vlot leesbaar, heeft niet te veel personages en geen open einde. Ik lees graag waargebeurde verhalen, maar ook allerhande romans, oorlogsverhalen of boeken rond dementie en palliatieve zorg waar ik iets aan heb voor mijn job als verpleegkundige op geriatrie.

IKVF4952

Laurien (6 jaar) heeft altijd veel interesse gehad in boeken. Haar eerste boekje was er eentje in zwart-wit omdat baby’s eerst contrasten kunnen zien. Als peuter had ze heel graag boekjes met drukknoppen en en dierengeluiden. Laurien heeft een heel scherp geheugen voor details in afbeeldingen of gebeurtenissen in een verhaal. Ze kan boeken heel goed herkennen en haar eigen keuzes maken als er een boek voor school gezocht moet worden. In de bibliotheek kijkt ze altijd bij het thema gevoelens of sprookjes. Ze is een fan van de 14 muisjes reeks van Kazuo Iwamura, in Japan blijkbaar een echte klassieker. Ook de zeemzoete Tiny boeken kan ze wel smaken.

Vik (3 jaar) heeft graag zoekboeken en boeken over voertuigen zoals Het grootste en leukste beeldwoordenboek van Tom Schamp. Elke avond voor hij gaat slapen lezen we samen met Vik een boek. Dat moment mag zeker niet overgeslagen worden. Bij mijn ouders hebben Laurien en Vik een boekenschuif en is Vake voorlezer van dienst. Er staat dan geen limiet op de voorleesduur. Vik vindt het heel belangrijk om dan op de schoot te zitten. Ze lezen ook heel graag met Bomma en Leah. Vooral de grappige verhaaltjes zijn een succes. Zowel Laurien als Vik vinden de Bas & Klara boeken van Thaïs Vanderheyden heel leuk. Die bestaan uit foto’s van geknutselde mannetjes. Ze bevatten veel details en zoektochten. Er worden ook heel wat actuele thema’s in behandeld.

LPZP4773

In het oorlogsthema kan ik Post voor Mevrouw Bromley van Stefan Brijs van harte aanbevelen, net zoals Boetekleed van Ian McEwan. Wie graag een boeiende roman leest over dementie kan terecht bij Hersenschimmen van J. Bernlef (een Nederlandstalige klassieker), De grens van Riikka Pulkkinen (Finse relaties komen onder druk te staan) of De laatkomer van Dimitri Verhulst (voor wie het liever tragikomisch heeft).

Het boek – Lezersverhalen en zomerse leestips #3

Moeten er nog boekentips zijn? Jazeker! Mijn Tante Hilde behoeft hier inmiddels weinig introductie meer. Ik kan me nog heel levendig herinneren hoe ze vroeger met mama boekervaringen uitwisselde. De superlatieven schoten dan te kort als er weer een spannende pageturner was die hen beide had opgeslokt. Net als mijn mama’s boekensmaak gaat ook die van Tante Hilde inmiddels heel wat kanten op: van fictie over non-fictie, van de Lage Landen naar de wereldliteratuur en van de lichtere tot de stevigere leesarbeid. Hier volgt haar boeiende lezersverhaal.

Lezen als rode draad in je leven

Ik lees al mijn hele leven. Als kind hield ik van de typische meisjesboeken, liefst een serie rond één meisje met vriendinnen. Mijn moeder kon me echt gelukkig maken als ik een boek mocht gaan kopen bij de enige kranten- en boekenhandel van ons dorp vlakbij het station. Dan was ik weer vertrokken voor een dag of langer lezen. Ik was van de wereld. Vanaf een jaar of 13 kwam de bibliotheek in beeld. Iedere zaterdag ging ik naar de bibliotheek. Als de bibliothecaris, Jaak Foucqaert, aanwezig was, zakte de moed al in mijn schoenen. Hij wou me per se boeken aanprijzen waar ik echt niets aan vond. Ik wilde naar het schap van de boeken van 15-18 jarigen, daar waren de liefdesromannetjes die ik wilde lezen.

Ik ontdekte rond mijn 15e de romannetjes van Courths-Mahler, die ons ma las en die ze op de zolder bewaarde. Als we hele middagen moesten studeren in de examentijd, sloop ik naar de zolder, haalde er een paar en las ze. Ze had er minstens 100. Het waren ouderwetse liefdesverhalen met veel smachten en trachten. Hedwig Courths-Mahler is een Duitse schrijfster, geboren in 1867. Ik heb het opgezocht, er zijn 167 van haar boeken in het Nederlands uitgegeven. Als ik de titels lees, herinner ik me nog: Nooit geef ik je op en De blonde vrouw. Ongeveer in dezelfde tijd werd ik zware fan van Agatha Christie. Ik verzamelde alle boeken, net als mijn schoonbroer Jan, en las ze allemaal. De moord op Roger Ackroyd, Moord op de Nijl en Moord in de Oriënt Express zijn mijn toppers. Hercule Poirot is mijn favoriet, boven Miss Marple.

De rode draad in mijn manier van lezen is de onvoorwaardelijke trouw aan een schrijver, zodra het eerste boek een treffer is. Dat was zo met de meisjesboeken, met Agatha Christie en later zijn dat er nog velen geworden.

IMG_8989b

Vermeldenswaard in het genre spannend en psychologische thriller is Elizabeth George. Haar boek Waar rook is vond ik werkelijk fantastisch. Ik weet zeker dat ik dat besproken heb met mijn zus Alma, tijdens onze lange wandeltochten. Daarna heb ik al haar boeken gelezen, hoewel ze niet allemaal het gewenste niveau hadden. Ook nu nog hou ik bij of er een boek van haar verschijnt en lees ik het. Haar hoofdfiguren, inspecteur Thomas Linley en brigadier Barbara Havers vind ik geweldig. Ik wil weten hoe het met hen verder gaat. Wat ik ook bij haar waardeer, is dat ze dikke boeken schrijft. Daar hou ik echt van. In hetzelfde genre heb ik nog volgende schrijvers waar ik alles van heb gelezen, en die ik als vakantieliteratuur van harte kan aanbevelen: Het ijshuis en Het heksenmasker van Minette Walters, de Wallander-reeks van Henning Mankell, Jo Nesbø met zijn trieste politieman Harry Hole en de reeks met Frieda Klein van Nicci French.

Enige jaren geleden ontdekte ik het boek De waarheid over de zaak Harry Quebert van de Zwitserse schrijver Joël Dicker, op vakantie gelezen en dat was het perfecte vakantieboek. En onlangs las ik van dezelfde schrijver: Het mysterie van kamer 622, in één adem uitgelezen. Ik koop ieder jaar de VN-detective & thrillergids van Vrij Nederland. Zij geven, naast een korte inhoud van alle boeken in het laatste jaar verschenen, een sterrenkwalificatie. De hoogste notering is 5 sterren. Daaruit kiezen ze de VN-thriller/detective van het jaar. Dit jaar is dat: Harlem Shuffle van Colson Whitehead. Ik moet deze nog lezen. Zo leerde ik enige jaren geleden ook de schrijver Robert Harris kennen met zijn boek De officier. Robert Harris schrijft boeken over historische gebeurtenissen, maar dan vanuit een standpunt van een nabije betrokkene, in een mooie verhaalvorm. De officier gaat over de Dreyfus-affaire in Frankrijk. Hoewel je weet hoe het afloopt, want je kent het verhaal, is het spannend te lezen.

Met Elizabeth (vriendin van Joke) deel ik de liefde voor het boek De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafon. Dat boek, en de overige delen uit de serie Het Kerkhof der Vergeten Boeken, had ook mij helemaal in de ban.

Ik ben dus een fan van het spannende genre: whodunit, psychologische thriller etc. Pas later in mijn leven ben ik toch ook aan een ander genre begonnen waarbij vooral de boeken van Griet Op de Beeck mij dierbaar zijn. Vele hemels boven de zevende en Het beste wat we hebben, raakten me stevig. Ook Elena Ferrantes reeks van De geniale vriendin was fijn om te lezen, met de Italiaanse geschiedenis van na de Tweede Wereldoorlog op de achtergrond. De boeken zijn beter dan de serie die ervan gemaakt is. Wat ik wel een fantastische film vond, en waarvan het boek me tegenviel was The English Patient van Michael Ondaatje. Ik ging het boek lezen nadat ik de film had gezien en het lukte met niet om er in te komen. De filmbeelden waren te beklijvend.

IMG_8795b

Tussendoor lees ik graag non-fictie. Ik heb volgende zware aanbevelingen:

  • Wilde Zwanen van Jung Chan, waarin de Chinese geschiedenis aan de hand van 3 generaties vrouwen wordt verteld. Dit boek staat in mijn top 3 van alle boeken die ik las, fictie en non-fictie.
  • Het boek van Geert Mak De eeuw van mijn vader doet hetzelfde aan de hand van het leven van zijn vader, maar dan voor de Nederlandse geschiedenis. Toen ik dat boek las, begreep ik Nederland en haar historie beter: hun koloniale tijd, de afscheiding in kerken en geloven binnen het protestantisme. Trouwens, Geert Mak is een fantastische schrijver en ook van hem heb ik alle boeken gelezen. Ik beveel al zijn boeken aan en noem volgende minder bekende: Hoe God verdween in Jorwerd en De levens van Jan Six.
  • Het zijn net mensen van Joris Luyendijk, een antropoloog van origine, die met deze kijk naar mensen en de maatschappij kijkt. Dit is het eerste boek dat ik van deze schrijver las. Daarna las ik alles van zijn hand. Ik ga nu starten met De zeven vinkjes, waarover al heel veel te doen was in Nederland.
  • De meeste mensen deugen van Rutger Bregman is ook een aanrader.
  • Alle (auto)biografieën, met die van Michelle en Barack Obama als laatste gelezen en zeer de moeite waard.
  • Van mijn twee zonen moet ik nog De Bourgondiërs van Bart van Loo lezen.

Van Humo en van de winkel Sissy Boy kreeg ik bij het begin van de zomer 8 boeken cadeau voor de e-reader. Ik ben begonnen met een boek van Isabel Allende, Violetta. In de selectie zit ook een 5-sterrenboek van de VN-thriller, De Repair Club van Charles den Tex.

Hilde blog 2

Lezen is voor mij op zijn best als ik mij volledig overgeef/onderdompel in een verhaal. Ik kan het boek dan niet goed wegleggen, ben er nog mee bezig als ik niet lees. Het boek moet dan uit, maar als het uit is, loop ik wat verweesd en sikkeneurig rond. Ik kan niet zomaar beginnen aan een nieuw boek. Niets te lezen hebben, is ook een ramp. Dat gebeurde mij eens op vakantie. Ik had maar twee leesboeken bij en we waren in Frankrijk. Sindsdien was de laatste vraag van mijn man voor vertrek of ik wel genoeg boeken mee had. Het moesten er minstens 10 zijn als we 14 dagen op vakantie gingen. Hij was opgelucht vanaf het moment dat ik een e-reader had. Ik heb net een vervanger voor mijn (20 jaar oude) eerste gekocht: eentje met een lampje om ook ’s nachts als ik niet kan slapen, te lezen.

Ik wens iedereen veel leesgenot toe in de komende zomer! En dank aan Joke dat ze me zo aan het denken heeft gezet over hoe lees ik, wat lees ik en wat lezen betekent.

In de stijl van Tante Hilde kan ik nog aanraden 1793 van Niklas Natt och Dag (donkere historische thriller), Vaderland van Fernando Aramburu (familiedrama in Spaans Baskenland ten tijde van de ETA) en Het glazen huis van Leonora Christina Skov (alternatieve whodunit).

Het boek – Lezersverhalen en zomerse leestips #2

De memorabele Tour de France 2022 mag dan zijn ontknoping naderen, de zomer is nog lang niet voorbij. Tijd om weer een portie leestips en inspirerende lezersverhalen op jullie los te laten. Om te beginnen de boekentips van mijn broer Seppe, met wie ik als kind leeswedstrijden hield door om het snelst een boek uit te lezen. Momenteel richt hij zich voornamelijk op de non-fictie met – het zal niet verbazen – een voorkeur voor het betere sportverhaal*. Mijn schoonbroer Peter leest dan weer graag praktische non-fictie boeken. Tot slot krijgt ook Roos het woord. Haar leesstijl waait een beetje alle kanten op.

Seppe, 35 jaar – sportman 

Ik zou mezelf omschrijven als een ex-lezer omdat ik een slechte lezer ben. Momenteel lees ik vooral sportgerelateerde boeken. Een goed boek heeft voor mij liefst prentjes, is niet te dik en bij voorkeur niet vertaald. Mijn lievelingsboek als kind voldoet aan die criteria: Monkie van Dieter Schubert, een verhaal over een jongetje dat zijn apenknuffel verliest en die ook weer terugvindt. Ik lees heel graag op het vliegtuig. Dankzij de goede soundtrack vond ik de film Into the Wild een pak beter dan het boek van Jon Krakauer. Omgekeerd vond ik Dan Browns The Da Vinci Code pakken beter dan de film. De beste boekentip die ik zelf ooit kreeg is De renner van Tim Krabbé, dat me werd aangeraden door Mia, mijn leerkracht Nederlands. Als kind kwam de beste boekentip van ons ma die mij De rode zwaan van Sjoerd Kuyper aanraadde.

Een boek dat ik niet snel zal vergeten is It’s Not About the Bike van Lance Armstrong. Het is heel inspirerend om te lezen hoe Lance van jonge wielergod naar kankerpatiënt gaat, bijna sterft en vervolgens 7x de Tour wint. Ondanks het dopinggebruik blijft dat verhaal overeind. Ook Robert Enke: een al te kort leven van Ronald Reng is me altijd bijgebleven. Het gaat over topkeeper Robert Enke die bij Barcelona speelde, maar kampte met zware depressies en uiteindelijk uit het leven stapt. Heel aangrijpend om te lezen hoe een topsporter het gevecht met zijn depressies verliest. Ik hoop deze zomer Het lot van Atalanta van Hanna Vandenbussche te kunnen lezen. Zij was al te gast in onze podcast van De Jogclub. Ik heb zelf al met plezier de Bahamontes Tour de France editie gelezen.

BHHF8270

Peter, 35 jaar – vertegenwoordiger

Ik ben een functionele lezer omdat de meeste boeken die ik lees aansluiten bij mijn werk. Zakelijke onderwerpen dus, maar ook zelfontwikkeling en menselijk handelen. Een goed boek moet voor mij dan ook begrijpelijk en te implementeren zijn in wat ik doe. Als kind las ik met plezier Daantje de wereldkampioen van Roald Dahl, de film vond ik helaas heel wat minder. De animatiefilm van de GVR kon mij dan weer meer bekoren dan het boek. Een boek dat ik niet snel zal vergeten is The Miracle Morning van Hal Elrod: het las heel vlot en bevatte veel eyeopeners. Wat me vooral is bijgebleven is dat je veel meer controle over je leven hebt dan wat je op het eerste gevoel kan inschatten. Dit boek heeft me ook geholpen om mezelf en mijn levenspad beter te begrijpen.

Ik lees het liefst van al in mijn leeszetel in mijn thuiskantoor, weg van alle hectische kinderdrama’s 🙂 De beste boekentip die ik zelf ooit kreeg is Feitenkennis van Hans Rosling, wat gaat over het menselijk denken. Het boek illustreert dat het beter gaat met de wereld dan we denken. Ik hoop deze zomer Surrounded by Idiots van Thomas Erikson te kunnen lezen. Mijn ultieme tip is Fish! van Stephen C. Lundin. Ik merk dat mensen vaak klagen over hun werk, dit boek kan hen misschien helpen om hun professionele leven nieuw leven in te blazen omdat het gaat over hoe je je job plezierig kan maken.

Roos, 29 jaar – ergotherapeut

Ik ben een erg beperkte lezer, zowel qua hoeveelheid als complexiteit. Ik kan niet goed om met veel lyrische beschrijvingen en/of complexe zinsconstructies. Ik lees het liefst boeken waarvan het verhaal me aanspreekt, ik ben dan ook een waargebeurd-verhaal-lezer. Al mag het niet té dramatisch zijn, maar zoek ik vooral een sterk verhaal. Het besef van een moeder van Sue Klebold en Turbulentie van Anette Herfkens vond ik twee fantastische voorbeelden hiervan. Drie jaar geleden las ik De verwarde cavia van Paulien Cornelisse, een boek dat me nog steeds is bijgebleven. Ik heb het aan veel vriendinnen aangeraden en we maken nog geregeld mopjes die verwijzen naar het boek. In de zomer probeer ik toch altijd minstens één boek te lezen. Voor nu is dat Tim, de biografie van Avicii geschreven door Måns Mosesson. Ik zou graag meer lezer willen zijn, meer die gewoonte te hebben om een boek te lezen. Ik neem het me elk jaar voor, maar het is me nog niet gelukt.

IZSN4703

In de stijl van deze drie lezertjes kan ik ook het volgende van harte aanbevelen: De meeste mensen deugen van Rutger Bregman (relevante non-fictie over menselijk gedrag), Atomic Habits van James Clear (inspirerende en praktische non-fictie) en Kruimeldief van Hind Eljadid (waargebeurd geïllustreerd verhaal over twee zussen).

*Ik vertelde hier al eens over hoe Seppe als tiener heel creatief omsprong met boeken lezen voor school. Of beter gezegd: om ze zo min mogelijk te lezen.

Het boek – Lezersverhalen en zomerse leestips #1

Wat is er beter dan een boek lezen? Nadenken over wat je nog kan lezen en lezen over lezers en hun verhalen. Goede boekentips zijn namelijk van onmetelijk belang. Om jullie heel diverse zomertips te kunnen voorschotelen ging ik te rade bij mijn framily. Mijn jeugdvriendin Elizabeth mag de spits afbijten van deze zomerreeks. Als er iets is dat wij van jongs af aan delen dan is het wel de liefde voor boeken en dieren. De term boekenmeisje schiet tekort voor de hoeveelheid boeken die wij als kind verorberden. We begonnen allebei in de Agatha Christie boeken toen we een jaar of 11 waren. Ook mijn vader las heel wat Agatha Christies. Ik koester nog steeds de retro-pockets die ik van hem kreeg. Momenteel zoekt hij het als lezer in de non-fictie en dan vooral alles wat te maken heeft met vliegtuigen en hun geschiedenis. Mijn zus Marike is ongetwijfeld de meest plichtsbewuste lezer van ons allemaal. Haar kinderen Leah en Emil zijn evenwel geboren boeken-lovers.

Elizabeth, 36 jaar – architect

Als kind verslond ik boeken bij de vleet: vijf boeken per week was een normaal gemiddelde. Na een tijdje kende ik alle boeken van de plaatselijke bibliotheek (en dan vooral die waar paarden in voorkwamen) en was het wachten op nieuwe aanwinsten. Mijn lievelingsboek was De Gebroeders Leeuwenhart van Astrid Lindgren: dat boek vond ik zó mooi. Als kind piekerde ik veel over de dood, over mijn ouders later te moeten afgeven. Dat boek gaf zo’n mooi beeld van dat doodgaan dat het mijn gedachten erover draaglijker maakte. Ik heb nu nog het gevoel dat als ik ooit van nabij met de dood word geconfronteerd, ik het boek zal oppakken en terug lezen.

Vanaf mijn hogere studies werden de leesboeken eerder ingeruild voor architectuurboeken, waar ik ondertussen een grote collectie van heb. Dat zijn eigenlijk de voornaamste boeken die ik de afgelopen 15 jaar kocht. Momenteel kom ik bitter weinig aan lezen toe, maar als ik eenmaal vertrokken ben met een goed boek, dan kan ik me er wel nog steeds in verliezen zoals vroeger. Alleen gebeurt dat “vertrokken zijn” niet zo vaak. Het ideale boek heeft voor mij sfeer, mysterie en een climax.

UNKO8207

Een boek dat ik niet snel zal vergeten is De schaduw van de wind van Carlos Ruiz Zafón. Ik las het in 2008 toen ik na mijn studies een half jaar rondtrok in Australië. Ergens in het hoge tropische noorden van Australië kwam ik een vrouw tegen op een camping. Na een avondje babbelen aan het kampvuur gaf ze me het boek. Ze had het zelf net uit gelezen en gaf het met veel plezier door aan mij. Het was een dikke kloefer, meer dan 500 pagina’s, vuil en met verkreukte pagina’s. Maar toen ik erin begon heeft het boek me volledig opgeslokt. Op 4 dagen tijd was het uit. Op elke tussenstop waar ik de mogelijkheid had om erin te lezen, haalde ik het terug boven… zo spannend was het verhaal. Ik zie nog de plaatsen voor mij waar ik erin las. Dus dat boek brengt ook een hoop nostalgische herinneringen terug aan mooie plaatsen in Australië.

Het liefst van al lees ik in een comfortabele ligstoel, ergens in de tuin onder een parasol. In de praktijk vaak in bed, waardoor ik na 10 pagina’s in slaap val. Ik waag deze zomer een tweede poging bij De acht bergen van Paolo Cognetti. Ik ben erin begonnen op een moment dat ik niet genoeg tijd en rust had om erin door te lezen, waardoor ik ben blijven steken ergens rond pagina 30. Op hoop van zegen neem ik het dit jaar weer mee op vakantie.

Marike, 32 jaar – kinesitherapeut

Ik lees weinig en ook traag, alleen op vakantie kan het soms snel vooruit gaan. Ik lees altijd boeken omdat ze me door iemand aangeboden of aangeraden zijn. Op school las ik altijd braafjes de boeken die we moesten lezen. Als kind was mijn lievelingsboek Ronja de roversdochter van Astrid Lindgren. Dat las ik toen we op vakantie in Engeland waren. Het gaat over een stoer meisje dat heel goed in bomen kan klimmen. Ik weet nog dat ik het echt jammer vond dat het boek uit was. Ik was als kind ook helemaal gek van de film Babe (ik kan nog steeds delen meezeggen), maar het boek Een buitengewone big heb ik zelfs niet uitgelezen. Een goed boek is voor mij makkelijk, waargebeurd en dramatisch. Zo las ik eens een boek over een moeder wiens zoon betrokken was bij een schietpartij op een school in Amerika. Ik moet er soms nog aan denken, maar ik ben de titel vergeten (red. Het besef van een moeder van Sue Klebold).

Mijn dochter Leah (bijna 3 jaar) houdt heel erg van boeken (dat kan niet anders met zo een Metie natuurlijk). Ze is helemaal in haar nopjes in de bibliotheek. Ik moet haar boekenkeuze wel wat bijsturen, want ze kiest vaak boeken die ze al kent. Haar lievelingsboek is Non pas dodo! van Stephanie Blake dat mama kocht in Parijs. Het gaat over een konijntje dat zijn doek (dodo) in zijn kamp vergeet en dus niet kan slapen. Zijn grote broer besluit zijn cape aan te doen en de doek te gaan halen. Leah speelt dat verhaaltje ook na door een cape aan te doen en haar doeken te zoeken. Mijn zoon Emil (6 maanden) moet van zijn tantes in de Little Feminists boeken lezen. Hij neemt dat heel ernstig en heeft een boon voor Amelia Earhart (daar zal ook zijn bompa blij mee zijn). Emil eet zijn boeken ook graag op. Gelukkig zijn de feministen van dik karton.

Deze zomer wil ik verder lezen in Mijn verhaal van Michelle Obama. Het is mijn zomertip en ook de beste tip die ik zelf kreeg. Ik ben er al even in bezig, maar ik ben juist blij dat het even duurt, want zo kan ik er langer van genieten.

bf3ee102-4d1d-4d0a-a25a-3f5ca30b4b39

67ab9899-ffec-4fb1-abb6-c10d44b8c5bf

Jan, 62 jaar – vader, bompa en hobbypiloot

Ik val niet echt onder de noemer “ lezer” en toch is er een tijd geweest dat ik om de 2 dagen een boek las. Het was meer consumeren vanuit een gewoonte. Uiteindelijk heb ik toch ingezien dat het net zoals tv kijken was en dat soort lezen is dan stil gevallen. Door mijn interesse voor vliegtuigen heb ik altijd veel over piloten, vliegtuigmodellen en strategieën gelezen. Vooral over de Tweede Wereldoorlog en dan vooral De slag om Engeland. De film The Battle of England zag ik toen ik 12 was. Inmiddels kan ik dus naar de film kijken en allerlei dingen vertellen over wat er te zien is. Inderdaad: lezen is weten. Mijn lievelingsboek dat ik helemaal kapot las in wachtkamers en op vakanties is The Great Air Races van Don Vorderman. Het gaat over de dolle jaren van de luchtraces tussen de wereldoorlogen.

In mijn jeugd ben ik onder lichte druk van mijn vader de In de ban van de ring trilogie van J.R.R. Tolkien beginnen lezen. Het was meer doorworstelen. Ik ben ooit verdwaald in de bladzijdenlange omschrijving van een bos. Soms was er twijfel of ik toch niet in een ander bos was terecht gekomen. Niet dus. De Lord of the Ring films waren een opluchting. Eindelijk wat tempo of lag het aan mijn lezen? De beelden van de film kwamen overeen met de beelden in mijn hoofd. Achteraf heb ik ook gelezen dat Tolkien uit liefde voor taal en oude verhalen letterlijk een nieuwe wereld schiep inclusief bewoners en talen, gedichten en liedjes.

Ook Umberto Eco sprak zijn vakgebied aan in De naam van de roos, een detectiveverhaal in de middeleeuwen. Hij ontwerpt in het verhaal ook de ideale bibliotheek met voldoende verluchting, daar vind je dus gekende maar verdwenen boeken. Je voelt zo de liefde voor boeken. Het boek geeft een vollediger beeld dan de film. In het boek staan veel voetnoten. Achteraf las ik dat Umberto Eco zijn boeken niet te gemakkelijk wilde maken. Hij zei dat hij schreef voor een elitair publiek, voor mij een afknapper.

Mijn boek- en filmtopper is Das Boot van Lothar-Gunther Buchheim. De auteur overleefde zelf zijn dienst bij de U-boten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal speelt zich af binnen de kleine wereld van een duikboot zonder heldendom. Heel realistisch en claustrofobisch allemaal in zowel film en boek. Veel films ontstaan in de wortels van een boek: A Clockwork Orange, The English Patient en Jojo Rabbit bijvoorbeeld, maar het is altijd het verhaal achter het boek dat de film blijft bepalen.

IMG_0136b

In de stijl van deze drie lezertjes (sfeer, spanning, toegankelijk en historische context) kan ik ook het volgende van harte aanbevelen: Een schitterend gebrek van Arthur Japin, De geniale vriendin van Elena Ferrante, Het jaar dat Shizo Kanakuri verdween van Franco Faggiani, Wij zijn met vijf van Mathias Faldbakken en De moord op Roger Ackroyd van Agatha Christie.

Het boek – Als ik groot ben word ik Michelle Obama

Het is vandaag Internationale Vrouwendag. Mocht u daaraan twijfelen: ja, het is nog nodig dat vrouwen wereldwijd hun solidariteit tonen. Er is al duchtig aan de weg getimmerd, maar we zijn er nog niet. Vorige week las ik Becoming (2018) van Michelle Obama, geboren als Michelle LaVaughn Robinson en voormalig First Lady van de VS. In haar memoires vertelt ze over haar jeugd in Chicago en het warme gezin waarin ze opgroeide, waarom ze rechten ging studeren en uiteindelijk advocaat werd en hoe ze op die manier haar man ontmoette wiens gedrevenheid ook haar aanstak om zich te engageren. De Obama’s krijgen twee dochters en resideren 8 jaar in het Witte Huis. Michelle Obama is op alle vlakken een rolmodel, niet zo zeer omdat de sympathieke girl next door het tot presidentsvrouw en mode-icoon schopte, wel omdat ze het aandurft om ten allen tijde zichzelf te blijven in een wereld waarin zij als zwarte vrouw al te vaak niet blijkt te conformeren aan de geldende norm. Laat me daarom heel duidelijk zijn: iedereen zou Becoming moeten lezen omdat het een pleidooi is om te geloven in onze eigen stem en ons eigen verhaal, hoe naïef dat soms ook mag klinken.

Uit het voorwoord blijkt meteen hoe authentiek Michelles vertelstem is. Als kind wilde ze dokter worden, wat altijd enthousiast onthaald werd door volwassenen. Nu beseft ze dat het zinloos is om aan een kind te vragen wat het later wil worden omdat de vraag impliceert dat een volwassen leven vrijwel meteen een eindstadium kent. Alsof je één welbepaalde rol kan en moet opnemen in je leven en dat was het dan. Het is maart 2017 als Michelle in haar keuken staat en beseft hoe bijzonder het is dat ze weer helemaal zelf een boterham kan smeren om die vervolgens zonder entourage op te eten. En ze heeft dus heel wat te vertellen over de verschillende rollen die ze in haar leven tot dusver kon vervullen.

Michelle Obama houdt zich ver weg van de glamour van het leven dat ze zowel als advocaat als First Lady kon leiden. Ze schetst een intiem portret van Barack en hoe ze elkaar leerden kennen (kan geen rom-com tegen op). Zo schreef hij liever brieven dan dat hij belde en wilde hij eigenlijk niet trouwen. Ze vertelt over de problemen die ze ervoeren om zwanger te worden en hoe pijnlijk dat proces was. Wat steeds terugkeert is de lastige spagaat waar ze zich als vrouw dagelijks in bevindt: enerzijds is er de ambitieuze geëngageerde vrouw die niet louter dossiers wil behandelen, maar haar idealen wil nastreven, anderzijds is er de moeder die een warm nest wil creëren voor haar gezin. Hoe trots ze ook is op de verwezenlijkingen van haar man, ze vindt het oneerlijk dat hij er vijf jobs op kan nahouden zonder te moeten inboeten in zijn vaderrol. Aanvankelijk loopt ze dan ook niet warm voor de politieke loopbaan waar hij in rolt. Na lang wikken en wegen stemt ze toe omdat ze beseft dat anderen hem ook nodig hebben voor hun strijd. Bovendien gaat ze ervan uit dat hij nooit verkozen zal worden: hij is te zwart voor sommigen en te wit voor anderen. Wanneer ze zelf een actieve rol opneemt in zijn presidentscampagne krijgt ze heel wat bagger over zich heen, een black woman die niet op haar mondje is gevallen wordt heel snel als angry black woman gepercipieerd.

In Becoming slaagt Michelle Obama erin om haar wereldberoemde man in een bijrolletje te duwen. Ze toont wat het betekent om zwart te zijn, vrouw en moeder, wereldburger én Amerikaan, om als mens je eigen pad te blijven bewandelen in een wereld die oprechtheid soms genadeloos hard afstraft. Het is een boek dat heel wat gevoeligheden aan de oppervlakte brengt, maar tegelijkertijd ook hoopvol durft te zijn. Simpelweg omdat we allemaal kunnen blijven schrijven aan ons eigen verhaal.

Het boek – Over de pijn die liefde heet

13 februari is Valentijnsdag voor de minnaars: de dag van de verboden liefde. Vandaag dus geen stroperige romantiek van dertien in een dozijn, maar een ode aan de stiekeme liefde. Een onderwerp dat vrijdag in de klas aan bod kwam toen we het hadden over middeleeuwse lyriek (liederen met een hoog drama-gehalte zeg maar). De onbereikbare of onmogelijke liefde zette de sluizen open voor een gesprek over liefde op het eerste gezicht (het bestaat zeker aldus mijn leerlingen) en het belang van aantrekkingskracht (je moet elkaar diep in de ogen durven kijken). Ook in boeken vind ik niks zo interessant als liefde in de meest pure vorm met de scherpe randjes die daarbij horen. Het is geen toeval dat ik Lolita zo’n geweldig boek vind. Vandaag dus geen kleffe I Love You beertjes, maar een selectie boeken over de liefde in al z’n complexiteit.

Iemand graag zien kan om diverse redenen ingewikkeld zijn, verboden zelfs of ongewenst. Je kan zulke ongezonde relaties verwerpelijk vinden, maar de realiteit is vaak gelaagder dan dat omdat ze op de één of andere manier wel een voedingsbodem vindt in liefde. Zo brengt Kate Elizabeth Russell met My Dark Vanessa een hedendaags Lolita-verhaal over een 15-jarig meisje dat een relatie begint met haar leerkracht Engels. Fout om heel veel redenen, net daarom voor beide partijen ook heel verleidelijk. Een spannend boek dat erin slaagt om die verschillende laagjes te ontrafelen. Net zo pijnlijk gevoelig is In the Dream House van Carmen Maria Machado dat de toxische relatie tussen twee vrouwen beschrijft. Het verhaal is opgebouwd uit korte hoofdstukken die elk vanuit een andere invalshoek het idee van het zogenaamde droomhuis (eerder een nachtmerriehuis) belichten. Of hoe een relatie compleet kan ontsporen in een ziek machtsspel. De omstreden klassieker Bear (1976) was het afgelopen jaar niet uit de bestsellerlijstjes weg te krijgen. Marian Engel beschrijft daarin hoe een eenzame vrouw zichzelf helemaal verliest in een affaire (ook fysiek) met een bruine beer. Met momenten bevreemdend en ongemakkelijk om te lezen, maar je kan niet ontkennen dat er ook een authentiek gevoel van liefde in vervat zit.

Ik legde hier al eens uit hoe zwaar ik onder de indruk was van Anna Enquists De thuiskomst dat het gefictionaliseerde verhaal vertelt van Elizabeth Cooke, vrouw van ontdekkingsreiziger James Cooke. Een gelijkaardig boek schreef Arhur Japin met Mrs. Degas over een verloren liefde van de schilder Edgar Degas. Alleen al de Parijse setting en de beschrijving van de schilderijen maken dit een heel sfeervol boek. Ook Connie Palmen verdient haar plaats in dit rijtje historische liefdes (met een fatale afloop, dat is geen spoiler) met het alom bekende en bejubelde I.M. Palmen verloor haar grote liefde Ischa Meijer uitgerekend op Valentijnsdag, eveneens zijn 52e verjaardag. In I.M. heeft ze het over hun relatie, haar rouwproces, het schrijverschap en het nut van fictie. Ik gebruik mijn leven niet voor de literatuur. Het werkt andersom. De literatuur bestaat uit levens als het mijne en ik zie welke fictie doorwerkt in mijn leven omdat ik die erin kan en wil zien. 

IMG_7414b

Dat de liefde als een verwoestende kracht kan toeslaan bewijst Hokwerda’s kind van Oek de Jong. Ergens in een warme zomer las ik dat boek op een bank in het park van Tervuren. Ongetwijfeld met een frons en een pijnlijke grimas op mijn gezicht. Hokwerda’s kind kwam namelijk aan als een mokerslag. Zo wondermooi en tegelijkertijd zo bikkelhard. Dat geldt ook voor The Only Story van meesterschrijver Julian Barnes. Een roman waarin werkelijk alles van de liefde samenkomt: de wollige romantiek, het geluk dat de liefde kan zijn zelfs als die onconventioneel is, maar ook een heel donkere keerzijde van de medaille. Je denkt aanvankelijk wel te weten waar het verhaal van de 19-jarige Paul naartoe gaat als die een relatie begint met een oudere vrouw. Wat je eerst leest is echter the only story, het enige verhaal dus dat er eigenlijk toe doet, het verhaal over de liefde tussen twee mensen zoals Paul wil dat die herinnerd wordt. Er volgt echter nog een verhaal. Barnes schrijft zo adembenemend mooi dat je werkelijk elke zin zou willen inlijsten omdat die zo raak is. The Only Story is, hoe hartverscheurend ook, mijn ultieme boek over de liefde.

So now he better understood how couples clung to their own story – each, often, to a separate part of it – long after it had gone cold on them, even to the point where they were not sure they could bear one another. Bad love still contained the remnant, the memory, of good love – somewhere, deep down, where neither of them any longer wanted to dig.

Ik denk dat de overgrote meerderheid van de boeken op de één of andere manier over liefde gaat omdat het een onderwerp is dat inherent verbonden is met het leven. Ik denk ook dat we uit een boek halen wat voor ons op dat moment relevant is. Dat kan iets zijn waar je nog nooit mee te maken had of iets dat al langere tijd aan het broeien is in je hoofd. Ik las soms boeken over de liefde die een pijnlijk feest van herkenbaarheid waren, zonder dat de beschreven situatie de mijne was. Destijds heb ik dat bijvoorbeeld heel sterk ervaren bij Over de liefde van Doeschka Meijsing. Ook bij Kom hier dat ik u kus van Griet Op de Beeck overkwam mij dat. Er was één zin, helemaal op het einde van het boek, die bij mij heel hard binnenkwam. Ik had beslist, ooit, dat gij mijn boei waart, als ik die losliet, dan zou ik verzuipen. Nu denk ik dat ik liefde wil.

De eerste werktitel van deze tekst was De mooiste boeken over de liefde. Ik stelde dat bij naar De vele gezichten van de liefde, maar uiteindelijk koos ik toch om de pijn in de schijnwerpers te zetten. Ik wil daarmee helemaal geen schaduw werpen over de liefde. Integendeel, ik geloof heel hard in de romantiek van de liefde, maar het is zoals bij de marathon: het is juist zo mooi als je beseft dat het niet vanzelfsprekend is. Daarom wil ik wel graag eindigen met een positieve noot. Lees Het geluk van de wolf van Paolo Cognetti, je weet wel: die schrijver die zo mooi over de natuur en de bergen kan schrijven. Zijn nieuwste roman werd maar lauwtjes onthaald in de pers omdat het verhaal onsamenhangend en plotloos zou zijn. Wel, voor mij schuilt de kracht van een goed verhaal soms net in de eenvoud en zelfs voorspelbaarheid ervan: dat twee mensen in de bergen op elkaar verliefd worden. En het leven in de bergen, dat kan héél romantisch zijn.

IMG_7389b

Het boek – Door dik en dun

Zou je liever alleen maar dikke of dunne boeken lezen? Als fan van het Dikke Boek kan ik dat dilemma makkelijk beantwoorden. Al geldt voor lezen, net zoals voor lopen, dat variatie het codewoord is. In dikte of lengte, in type, soort, afkomst, leeftijd of wat je verder nog kan bedenken. Er zijn periodes, zomervakanties bijvoorbeeld, waarin ik wat thematischer (of geografischer) lees, maar doorgaans zoek ik juist de afwisseling op omdat een boek dan meer op zichzelf kan staan. Volgens mijn leerlingen is trouwens elk boek van +150 pagina’s een Mount Everest van 8848 meter hoogte die beklommen moet worden. Ooit zei een leerling me bloedserieus: Mevrouw, ik vind Bart Moeyaert echt een goede schrijver… twee seconden was ik helemaal in de wolken met de uitspraak van die jongen (die absoluut geen lezer was) tot de ontnuchtering volgde … omdat hij alleen maar dunne boeken schrijft. Zelf noem ik een boek dun als het (ruim) onder de 200 pagina’s blijft en dik als het vlotjes boven de 400 gaat. Daartussenin bevindt zich de gulden middenmoot.

Er zijn heel wat dunne boeken waar ik helemaal weg van ben. In eigen land zette Dimitri Verhulst al heel wat pareltjes van de dunnere soort op de wereld. Als geen ander begrijpt hij de kunst om een lezer vanaf de eerste zin in een verhaal mee te sleuren en met een beperkt aantal woorden bij z’n nekvel te grijpen. Recent bekroop mij dat gevoel ook bij het wondermooie (en flinterdunne) De gelukzalige jaren van tucht van de Zwitserse Fleur Jaeggy: de paradoxale titel is al een verhaal op zich. Ook het wat toegankelijkere Een heel leven van Robert Seethaler slaagt erin om een heel leven te vertellen met een minimum aan papier. In dit rijtje mag de klassieker Of Mice and Men van Nobelprijswinnaar John Steinbeck niet ontbreken, net zoals Een doodgewoon leven van de Tsjechische auteur Karel Čapek die in elk van zijn boeken niet veel woorden nodig heeft om een personage neer te zetten. Tot slot is ook het alom bejubelde Gloed van Sándor Márai een aanrader als je op zoek bent naar een kort boek dat blijft nazinderen.

Wat sommigen een voordeel van dunne boeken vinden, is voor mij eerder een nadeel: de leestijd is zo beperkt dat ik mijn best moet doen om er niet door te vliegen. Ik probeer mijn leestempo dan bewust naar beneden te halen zodat het verhaal tijd krijgt om zich te wortelen in mijn hoofd. Ik moet me meer focussen om elk woord te laten doorsijpelen. Zowel ik als dat dunne boek moeten harder hun best doen om te blijven hangen. Een dik boek daarentegen dat neemt vanzelf de tijd. Denk aan het clichébeeld van lezen als een vorm van escapisme. Het kloeke boek verandert in een andere wereld waarin je even kan verdwijnen. Terwijl hun levens zich voor je neus ontplooien worden personages echte mensen waar je een band mee opbouwt. Je gaat van ze houden. Of juist niet. Een dik boek stevent zelden rechtstreeks op z’n plotdoel af, maar kabbelt er meanderend naartoe. Het zijn de zijweggetjes die de toon zetten. Je trappelt al eens ter plaatse of staat zelfs helemaal stil. Net zoals in het echte leven verlies je al eens de weg en moet je noodgedwongen een omleiding volgen (al dan niet bewegwijzerd).

Wie liever een spannend en lichtjes absurd uit de kluiten gewassen boek leest die is bij grootmeester Haruki Murakami aan het juiste adres. Lees bijvoorbeeld Kafka op het strand, je zal het je niet beklagen. Ik haalde mijn loftrompet hier al boven voor Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer en Het achtste leven (voor Brilka) van Nino Haratischwili. Verre van originele boekentips, maar wat zou ik graag in de schoenen staan van iemand die ze nog niet las. Door gewoon de titels op te schrijven word ik terug gekatapulteerd naar het moment dat ik in hun universum ondergedompeld werd. In november overkwam mij hetzelfde met het magnum opus van Johan Harstad: Max, Mischa & het Tet-offensief, met 1200 pagina’s aan de haak eveneens een klepper van formaat te noemen (die wonderwel goed in de hand ligt). Voor deze drie mastodonten geldt dat ze allesomvattend zijn: het zijn in de eerste plaats boeiende menselijke verhalen, maar ook tijdsdocumenten en lessen (cultuur)geschiedenis.

Uit mijn liefde voor dikke boeken (en Marcel Proust) vloeit logischerwijze voort dat ik ook helemaal kan opgaan in romancycli. Ik heb met andere woorden een zwak voor schrijvers die niet toekomen met één dik boek om hun verhaal te vertellen, die de langdradigheid omarmen en van het principe zijn: waarom kort als het ook lang kan? Ik zit nu halverwege de zesdelige Mijn strijd-reeks van Karl Ove Knausgård. Slechts twee jaar had hij nodig om zijn autobiografische reeks van 3678 pagina’s op papier te zetten. Een verjaardagsfeestje van een paar uur beschrijft hij in een pagina of 80 (dat gaf ik eens als voorbeeld aan Roos om uit te leggen hoe hij zijn tijd neemt om iets te vertellen). Wat mij betreft hadden het net zo goed 180 pagina’s mogen zijn. Bij deze tip hoort een leeswaarschuwing. Het klopt namelijk als een bus wat ze zeggen over Knausgård: er gaat een verslavende werking uit van zijn introspectieve romans. Bezint dus eer ge begint. Voor je het weet zit je in gedachten vast op een verjaardagsfeestje.

Het boek – Patti has the power!

Patti Smith in trefwoorden: Amerikaanse – veelzijdig artiest – Robert Mapplethorpe – People Have The Power – Chelsea Hotel. Toen ik haar boek Just Kids las, stelde ik me de vraag hoe het in godsnaam mogelijk was dat ik Patti Smith nu pas ontdekt heb. Ik had nochtans kunnen weten dat ze mij zou bekoren omdat Florence & The Machine, één van mijn muzikale heldinnen, een nummer schreef over Patricia, aka Patti. Uiteindelijk was het een fragment in Alleen Elvis blijft bestaan (gekozen door Marieke Lucas Rijneveld) dat me er vrijwel meteen toe aanzette om Just Kids uit de ongelezen boekenkast te nemen. In het fragment is te zien hoe een timide en zichtbaar ontroerde Patti Smith enthousiast wordt onthaald door een koor om samen People Have The Power te zingen. Ik was meteen verkocht.

Ik verwachtte van Just Kids in de eerste plaats dat het een autobiografisch boek zou zijn over het lastige groeiproces dat inherent verbonden lijkt te zijn met het artiestenleven, over Patti die zich een weg baant door het turbulente Amerika van de jaren 60 en 70, hoe ze na een armoedige periode uiteindelijk succesvol wordt en dan beseft dat niets zo relatief is. En ja, ook wel een boek over de Amerikaanse fotograaf Robert Mapplethorpe, want die staat op de cover en de twee hadden een innige band. Just Kids is echter zoveel meer dan interessante non-fictie. Wanneer Robert Mapplethorpe in 1989 sterft aan de gevolgen van aids belooft Patti Smith om hun verhaal te vertellen. Just Kids dus, over hoe ze elkaar toevallig leren kennen als twintigers, over hoe hun levens vanaf dan onvermijdelijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, over hoe ze elkaars artistieke loopbanen beïnvloeden en hoe hun vriendschappelijke liefdesrelatie of liefdevolle vriendschap als een rode draad alles aan elkaar rijgt. He was the artist of my life. Our work was our children.

De afgelopen weken had ik helaas weinig tijd om te lezen. Ik werk hard, ik sport veel. Ik tel af naar een laatste sportieve exploot van dit jaar en, ik geef het niet graag toe, naar de kerstvakantie. Ik snak naar rust terwijl die vervloekte crisis alles blijft overschaduwen en overspoelen. Gelukkig was Patti er. ’s Avonds nam ze mij bij de hand en mocht ik door haar ogen naar het leven kijken. Ze toonde me de rijke geschiedenis van Hotel Chelsea (wat ik dan weer kende van Leonard Cohen). Ze vertelde over het ontstaan van haar androgyne looks. Hoe je in de artistieke wereld net zo goed een evenwicht moet vinden tussen erbij horen zonder je eigenheid te verliezen. Ik zag hoe de dood van Jimi Hendrix en Andy Warhol haar aangrepen. We waren zelfs samen in Parijs om het graf van Jim Morrison te bezoeken op Père Lachaise.

We needed time to figure out what all of this meant, how we were going to come to terms and redefine what our love was called. I learned from him that often contradiction is the clearest way to truth. Ik vond heel veel schoonheid en berusting bij Patti Smith: precies wat ik nodig had. Als dat niet volstond was er de muziek van de Godmother of Punk die zowel ongetemd, explosief als poëtisch is: ook precies wat ik nodig had. Niet alles moet in hokjes passen en het is helemaal oké om je gevoel te volgen. Thank you, Patti.