De gedachte – Over passie

2021 wordt het jaar waarin het woord hobby definitief passé is. Hobby’s behoren tot een lang vervlogen tijdperk. De jaren 90 bijvoorbeeld, toen je nog ongegeneerd blij kon worden van postzegels verzamelen. Vandaag de dag is het al passie wat de klok slaat. Zeg dus niet: ik luister graag naar muziek, maar: muziek is mijn passie. Nu hou ik helemaal niet van het woord passie. Net zoals ik een hekel heb aan het woord vrijgezel, maar dat is weer een ander verhaal. Passie wordt veel te vaak en gemakkelijk gebruikt gewoon om aan te geven dat je iets graag doet. Bovendien associeer ik passie met jezelf ergens in verliezen, geen grip meer hebben op wat is en je roekeloos ergens instorten. Prachtig, maar ook behoorlijk beangstigend. Als passie betekent enthousiasme en vurigheid, dan ben ik mee. Als passie gaat over een niet te stuiten verlangen, een drift of oerkracht dan voel ik me er veel te nuchter voor.

Ik denk dat mijn aversie voor het woord passie te wijten is aan de alomtegenwoordigheid ervan. Het is zoals met uitroeptekens: als je hele tekst er vol van staat, hoort niemand je nog roepen. Daarenboven wordt passie ook  gratuit gebruikt, als een versterking om aan te tonen dat je het echt meent. Een hobby is slechts bezigheid, passie definieert je en geeft je identiteit vorm. Achter passie gaat urgentie schuil. Je moet het doen of je verloochent jezelf. Bij mij werkt het omgekeerd: ik ben juist trouw aan mezelf als ik ergens bewust voor kies. Ik word niet overspoeld door een drang om te lezen, ik kies er heel bewust voor omdat ik weet hoeveel vreugde het mij brengt. Ik sterf gelukkig niet als ik een paar dagen niet gelezen heb. Als ik lees zit ik – naar ik vrees – met een vreemde frons tussen mijn ogen naar een boek te turen, volledig toegewijd en ingetogen enthousiast. 

Wat ik eveneens problematisch vind aan het woord passie is dat het torenhoge verwachtingen creëert. Als iets je passie is, dan moet het altijd ronduit fantastisch en overdonderend zijn. Voor mij is lopen een wezenlijk deel van wie ik ben. Ik beschouw het als een noodzakelijke activiteit om mijn lijf en geest gezond te houden, om ideeën te krijgen en mijn omgeving te ervaren. Lopen is voor mij kortom iets wat me helpt te aarden met het leven en mezelf terwijl ik niks meer doe dan mijn ene voet voor de andere te zetten. De eenvoud van die handeling maakt het zo bijzonder deugddoend. Hetzelfde geldt voor mijn werk als leerkracht, waar ik ook een stuk van mezelf in leg. Wederom is het juist het gewone en alledaagse van mijn werk, namelijk omgaan met jongeren, wat ik er zo aan waardeer. Ik sta (bijna) altijd vol enthousiasme voor de klas, maar ik ben niet elke lesuur de grote bezieler en inspirator.

Ben ik dan echt geen passioneel mens? Natuurlijk wel! Achter die nuchtere façade zit een grote gevoelsmens. Ik doe niets liever dan mezelf in gedachten verliezen in mijn eigen gevoelswereld. In het echt heb ik de touwtjes graag strak in handen om bewuste keuzes te kunnen maken. Ik doe de dingen met overtuiging en toewijding. Ik heb graag gedreven mensen om me heen. Ik omarm het gevoel in al z’n onmogelijkheid. En ik blijf dus gewoon fan van het woord hobby en de bescheidenheid die het uitstraalt. Passie heb ik niet nodig in mijn vocabulaire.

Noot: dat passie ook bij jongeren leeft, hoorde ik maandag in de klas. De context: een gesprek over een auto van 80.000 euro. De leerling: zou u zo’n auto kopen, mevrouw? Ik: nee, ik heb niks met auto’s en als ik al zoveel geld zou hebben, zou ik het er niet aan uitgeven. De leerling: ja, maar mevrouw: als auto’s nu echt uw passie waren???

2 gedachten over “De gedachte – Over passie”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: