Loperspraat – Op pad met Team Trail in La Roche

De geesten in en rond La-Roche-en-Ardenne, het is eens iets anders dan die vrolijke kabouter uit Houffalize. Na een geslaagde editie met Ome Joni vorig jaar is de Trail des Fantômes geen volledig nieuwtje in onze agenda. In juni liepen Hans en ik 100 km en drie weken later nog eens 81 in gezelschap van Sam. We besloten eens goed door te pakken en zouden ook de 73 km van de Fantômes voor onze rekening nemen. Een mooi en vooral uitdagend drieluik in de Ardennen, waarbij het venijn hem absoluut in de staart zat. De Trail des Fantômes telt in verhouding namelijk de meeste hoogtemeters en begeeft zich ook over grilliger terrein. De 100 in juni was bovendien een piekmoment, zo eentje waar je specifiek naar toe traint en werkt. Voor alles wat daarna kwam, moesten we het doen op een combinatie van rust en loopjes om in beweging te blijven. Een memorabel weekend was het zeker. Vooral omdat we als familie met een ijzersterke equipe vertegenwoordigd waren op diverse afstanden. Dit is de gebalde samenvatting van twee avontuurlijke dagen in La Roche.

De verwachte winnaar
In Berlijn stonden Seppe en ik nog samen aan de start, al is dat relatief bij een evenement op mega schaal. In de trailwereld moeten we terug naar de Chouffe editie van 2022. Dat Seppe de afgelopen maanden steeds vaker met trailstokken op pad trekt, is geen toeval. Hij is een man met een duidelijk doel. Over een week staat hij namelijk aan de start van de iconische UTMB. Dé Ultra Trail Mont Blanc van 174 kilometer met 9900 hoogtemeters in het hooggebergte. De Fantômes was voor Seppe dan ook een training die hij in een uur of 7 wilde afwerken. Hij won met overschot. Daags nadien liep hij in Herent ook nog eens 30 km “op het gemak”. Het zijn heel straffe toeren van een man die onvermoeibaar lijkt te zijn.

De relatieve tegenvaller
Zaterdag 9 augustus bleek onze dag niet te zijn. Een fikse verkoudheid hield Hans en mij al een paar dagen in de greep. Met een neus vol snot, een zwaar hoofd en wat minder energie in de tank: het is niet de vorm waarmee je aan de start van een ultra wil staan. Maar goed, we zouden er het beste van maken. We waren voorbereid op een werk van lange adem. De eerste 20 km overheerste de frustratie. 500 lopers (die van de 73 en de 55 km) werden vrijwel meteen over een smal pad langs de Ourthe gestuurd. Er werd continu opdringerig in mijn nek gehijgd, er werd luid gepraat, te veel geblazen en zelfs wat seksistische praat verkocht. Koning Roekeloos was baas: nooit eerder zagen we zoveel lopers (spectaculair) vallen. De eerste bevoorrading was een ramp door de drukte. Ik werd nadien ook gestoken door een hoornaar. Het was pas op weg naar Maboge, na een km of 35 dat ik ergens heel ver wat moed voelde opborrelen. Na een blije ontmoeting met onze supporters op kilometer 40 en de afsplitsing met de andere lopers keerde de rust weer. Vanaf nu was het Hans en ik onder een loden zon. Op 55 km bereikten we de voorlaatste bevoorrading. Ergens voelde ik die finish naderen. Tot ik rond km 58 een heel vreemd gevoel in mijn hoofd kreeg, alsof mijn hoofd en lichaam van elkaar gescheiden werden en mijn waarneming veranderde. De plausibele verklaring zou later zijn dat ik koorts had.

We bereikten de bevoorrading op kilometer 63 en ik probeerde daar met de moed der wanhoop om mezelf terug te vinden. Ik zat er door, het was op, maar ik kon dat nog niet onder ogen zien. We vertrokken dus weer tot het bij mij ten volle doordrong dat het onverantwoord was om in deze staat nog 2 uur voort te gaan. We belden de familie en keerden terug naar het voetbalterrein van Bérismenil waar we opgehaald zouden worden. Hans voelde zich nog goed, maar voelde er niet veel voor om op z’n uppie door te gaan. In de schaduw zaten we tegen een boom tegen elkaar aangeleund. Ik besefte toen: zo gaat het soms of je dat nu leuk vindt of niet. Je wil gewoon die eindmeet halen, al is het totaal leeg en met uren arbeid achter de rug. Een DNF is balen, zelfs als je weet dat het de juiste beslissing was om te luisteren naar je lichaam en niet je gezondheid als inzet te gebruiken om koste wat kost te willen finishen. Al zou het ook van weinig realiteitszin getuigen om de prestatie van een trail van 64 km niet naar waarde te schatten.

De lopende voetballer
Niko, de voetballer die lopen naar eigen zeggen haat, maar er verdorie veel talent voor heeft, ging van start op de 10 km wedstrijd. Dat had een reden: die inschrijving op de kortste afstand was een back-up-plan voor Roos. Mocht zij niet voldoende in vorm zijn, zou ze die voor haar rekening nemen en zou Niko samen met Marike de 25 km lopen. Niko had geluk: Roos was in vorm en om 10 km te lopen trekt hij zijn voetbalshort graag aan. Een uur voor de wedstrijd genoot hij van een heerlijke Chouffe (don’t try this at home) om dan gezapig in het pak te vertrekken voor een uurtje trailplezier op wegschoenen. Na de eerste tussentijd viel het de zussen plots op dat Niko per ongeluk ingeschreven was als vrouw en dat hij bezig was aan een indrukwekkende remonte. Er was nog net genoeg tijd om van de geslachtsverandering een administratieve formaliteit te maken. Niko kwam uiteindelijk als 15e over de finish en behaalde een mooie 7e plaats op basis van zijn nettotijd.

De dubbele comeback
Op zondag stonden Marike en Roos aan de finish voor hun 25 km. Voor Marilou het eerste loopevenement waarbij ze haar mama in actie zou zien. De zusjes hadden er zin in! Marike liep in april natuurlijk nog de halve marathon op het EK in Leuven. Roos kon na haar bevalling pas in juli weer rustig aan beginnen lopen. Laten we het erop houden dat ze een vrouw is met een sterk lijf dat wel één en ander gewoon is. Bij de eerste doortocht zat de sfeer er duidelijk goed in. Het parcours was heel mooi, maar de warmte ook erg aanwezig. Van het grote deelnemersveld hadden de zussen gelukkig geen last. Zij aan zij zetten ze hun tocht verder. En na een uur of 4 konden ze samen met hun kroost over de finishlijn lopen. Een kiekje voor de boeken!

De volhardende doorzetter
Papa begint doorgaans pas echt te trainen voor een wedstrijd als hij is ingeschreven en hij laat zich doorgaans heel laat inschrijven. Het is dus op karakter en ervaring dat hij de honneurs waarneemt als kwieke 60plusser. Ook hij stond aan de start van de 25 km, toch een ander paar mouwen dan de vlakke halve marathon die hij in april afwerkte. Rustig aan, niks overhaasten en genoeg drinken: Bompa genoot met volle teugen. Bij een flinke tuimelpartij op het einde was het naar eigen zeggen zijn trailrugzak die voor een zachte ruglanding zorgde. Ik denk eerder dat het zijn taaie heldengestel is dat de sleutel tot dit succes was. Zonder meer een tour de force!

De trouwe crewleden
Peter was getooid met harnas en al omdat hij een indeukingsfractuur overhield aan een aanrijding op de fiets. Zelfs in minder mobiele doen, nam hij de belangrijke taak op zich om het base camp te bewaken en ook wel de algemene orde. Leah (6) en Emil (3) zijn niet bepaald aan hun supportersproefstuk toe. Geef ze een stroom water om in te spelen en op tijd en stond een sandwich met choco en je hebt echt geen kind aan ze. Hans en ik werden zondag, in afwachting van de doortocht van de zusjes, bovendien uitgedaagd om loopwedstrijdjes te lopen. Bij Emil ontbreekt het nooit aan energie en inzet, maar zijn oriëntatiegevoel staat nog niet op punt. Leah die weet telkens het onderste uit de kan te halen. Als ze denkt dat je haar laat winnen, dan zegt ze gewoon dat je nu op je hardst moet lopen. Gek genoeg doe je dat dan ook op je stijve pikkels de dag nadat je 64 km bij elkaar gelopen hebt. En Marilou? Die onderging het allemaal alsof ze voelde dat dit niet de laatste keer zou zijn dat ze in een buggy langs een loopparcours zou staan. Jong geleerd is zeker in onze familie oud gedaan.

7 gedachten over “Loperspraat – Op pad met Team Trail in La Roche”

Plaats een reactie