Loperspraat – Jonge gazellen Hermelijn en Elisabeth

Als leerkracht moet je je vak doodgraag zien, de materie tot in de puntjes beheersen en enthousiast worden van elk semi onbenullig detail. Langs de andere kant moet je dat ook allemaal kunnen relativeren. De tijd dat onderwijs gelijk stond aan kennisoverdracht ligt ver achter ons. Leraren zijn niet alleen vakidioten, maar ook opvoeders geworden. Dat is zonder enige twijfel een verrijking van het beroep. De impact die je kan hebben op een leerling kan zoveel verder reiken dan grammaticaregels of leesvaardigheid omdat je deel uitmaakt uit van de ontwikkeling van jongeren. Leraren zijn coaches en gidsen die niet alles weten, maar jongeren wel zoveel mogelijk proberen bij te brengen. Als het even kan ook inspireren, al zal dat niet bij elke leerling lukken. Het mooie van mijn beroep is dat dit geen eenrichtingsverkeer is. Ik leer dagelijks van mijn leerlingen. Ik mag dan wel dubbel zo oud zijn: zij inspireren mij net zo goed. Dit is het verhaal van twee lopende leerlingen die mij al veel hebben bijgebracht.

Hermelijn Engelen en Elisabeth van Nes zijn 15 jaar en zitten in het 4e jaar humane wetenschappen. Hermelijn (links op de foto) komt uit een voetballende familie. Ze begon zo’n twee jaar geleden met lopen toen haar vader van de kinesitherapeut moest gaan lopen. De enkele minuten lopen die afgewisseld moesten worden met stappen, gingen haar wat te traag en zo bouwde ze op van 1 kilometer lopen tot maar liefst 16 (!) aan een stuk. Ze had de smaak met andere woorden goed te pakken. Elisabeth loopt ook sinds twee jaar op regelmatige basis. Een paar keer per week trekt ze er op uit voor een rondje van zo’n 8 à 9 kilometer. Waar ze het over eens zijn, is dat vertrekken om te gaan lopen soms een opgave is, maar dat het uiteindelijk altijd goed voelt. Anderen zien lopen geeft ook zin om te lopen.

Elisabeth vertelt dat ze het belangrijk vindt om sportief en gezond te zijn. Ze voelt zich dan beter in haar vel. In stresserende periodes helpt lopen om rust in haar hoofd te krijgen. Vaak vertrekt ze dan heel snel, maar ervaart ze na verloop van tijd hoe de rust door haar lichaam trekt. Ze vergelijkt dit met een bol wol met knopen die ze geleidelijk aan kan ontwarren. Het liefst loopt ze in het bos, waar ze de route makkelijk kan aanpassen. Ze vindt het handig om te zien hoe ver en snel ze loopt, maar dat is geen doel op zich. Ook voor Hermelijn is gezondheid belangrijk en helpt lopen om onder andere de drukke examenperiode door te komen. Ze voelt zich blijer als ze na een examen gaat lopen en kan dan met een schone lei aan het volgende vak beginnen. Hermelijn loopt trouwens altijd rondjes op dezelfde Finse piste. Ze wil in haar hoofd namelijk niet bezig zijn met welke route ze moet volgen. Het repetitieve en routineuze van die rondjes werkt rustgevend. Ze ging één keer rond de vijvers in het Provinciaal Domein lopen, maar dat werkte niet voor haar.

Hermelijn loopt altijd zonder muziek omdat ze de natuur wil kunnen horen. De stilte helpt om weg te kunnen zinken in haar gedachten. Soms vergezelt haar zus of een vriendin haar. Elisabeth bevestigt dat lopen zonder muziek als een bevrijding kan aanvoelen, maar ze loopt ook graag met muziek. Dat heeft wellicht te maken met haar andere passie: dansen op folkmuziek. Enkele keren per jaar neemt ze deel aan folkbals, waar er met een grote groep gedanst wordt op rustige of opzwepende folkmuziek. Net zoals op die bals voelt ze tijdens het lopen hoe de muziek haar bewegingen leidt. Alsof iets in haar het overneemt en ze één wordt met de muziek. Haar ogen blinken als ze hierover vertelt. Dansen is voor haar dan ook nog net iets belangrijker dan lopen.

Wedstrijden lopen hoeft voor Elisabeth niet. Al probeert Hermelijn (die in december de Corrida liep in Leuven) haar wel te overtuigen. Zij stond aanvankelijk ook niet te springen om in de massa te lopen. Nu waardeert ze dat juist omdat iedereen letterlijk, maar ook figuurlijk dezelfde weg aflegt. Elke loper heeft hetzelfde doel en dat werkt verbindend. Vaak volgt ze iemand die hetzelfde tempo loopt (ze is zo beleefd om dat vooraf te melden aan de loper in kwestie). Snelheid houdt haar wel bezig, maar primeert niet. Elisabeth gaat soms lopen met haar vader (ze vindt hem wel een beetje traag) en ze overtuigde haar zus om te beginnen lopen. Hermelijn kampt helaas al enkele maanden met een hardnekkige scheenbeenvliesontsteking. Dat betekent dat ze de langere afstanden die ze gewend is te lopen momenteel links moet laten liggen. Met pijn in het hart uiteraard. Dat blijkt uit de verontwaardigende toon waarmee ze spreekt over het onrecht dat haar wordt aangedaan. 5 kilometer gaan lopen voelt voor haar niet als lopen en het lijkt zinloos om daar de loopschoenen voor aan te trekken. Ze gaat nu ook zwemmen en probeert dagelijks een work-out te doen.

Als ik met Hermelijn en Elisabeth over lopen praat, dan herken ik daar veel van mezelf in: de ongedwongenheid die lopen betekent en het louterende effect bijvoorbeeld. Elke loper heeft zijn eigen gewoontes en voorkeuren, maar op onversneden loopplezier staat geen leeftijd. Zeg nu nog eens dat jongeren niet graag bewegen. Ik wil Hermelijn en Elisabeth nog eens bedanken voor het leuke gesprek tijdens de middagpauze en ik wens hen nog heel veel loopgeluk toe!

2 gedachten over “Loperspraat – Jonge gazellen Hermelijn en Elisabeth”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: