Een jaarlijks terugkerende traditie is een blogpost naar aanleiding van een trail waarin ik uitleg waarom ik nooit een echte trailloper zal zijn. De steeds terugkerende conclusie is dan dat ik traillopen heb leren omarmen. Vorig jaar had ik tijdens de 69 kilometer lange La Chouffe trail voor het eerst het gevoel dat ik het eigenlijk best goed verdroeg: hoogte overwinnen, het ellenlange karakter en het gevarieerde parcours. Ik omschrijf mezelf echter nog steeds als een wannabe trailloper. Hans daarentegen, die stel ik altijd vol trots voor als een échte trailloper (en daar is helemaal niks van gelogen). 10 jaar geleden koos hij resoluut voor het trailrunning-pad. Hij is er bovendien ook heel goed in (daar is net zo goed niks van gelogen). Jullie voelen het al: dit is de jaarlijkse bijdrage waarin ik mijn loftrompetje bovenhaal voor de trail, maar tegelijkertijd zal toegeven dat er nog steeds voornamelijk marathonbloed door mijn lijf stroomt.
Begin juli staat de La Chouffe trail weer met stip genoteerd. Voor de derde keer zal ik in Houffalize present tekenen voor de langste afstand. Een gebrek aan familieleden aan de start en langs de zijlijn wordt gecompenseerd door de deelnames van Hans, Sam en Pieter. Trailen in juli dat betekent dat ik na de voorjaarsmarathon weer een hoop kilometers bij elkaar hoop te lopen ter voorbereiding van het echte werk in de Ardennen. De afgelopen maanden werd ik geplaagd door rug- en hamstringpijn. Mijn lichaam protesteerde als ik bergop liep over een onverhard en geaccidenteerd parcours, maar het weerhield me er niet van om met Hans in het weekend ergens op een groene plek te gaan lopen. Als je als wannabe met nen echte op pad bent, hang je wel al eens aan de rekker als het terrein lastiger wordt en de hellingsgraad toeneemt. Ondanks het aanharken, kan ik er echt van genieten om samen op pad te zijn. En waar Hans mijn liefde voor de trail aanwakkert, heb ik hem die voor Tervuren bijgebracht.

Een primeur in mijn trailvoorbereiding is dat ik al een training in de Ardennen afwerkte. Voor een wannabe kan dat tellen. Hans koos voor de zwarte ExtraTrail route die vertrekt aan de abdij in Stavelot en goed is voor 40 km trailplezier met 1360 hoogtemeters, een toer die hij 2x eerder liep. Rond 10 uur gaven we onszelf het startschot in Stavelot, een plek die ik zeker pittoresk zou durven noemen. Meteen was het ook pittig. Met mijn tong ergens tegen de grond hobbelde ik over kasseien en dan meteen hoppa! de hoogte in. Een kilometer of 2 stevig omhoog. Meteen stappen dus en meteen de confrontatie dat bergop lopen of stappen niet mijn ding is. Mijn trail-mindset was ver zoek. We hadden dik 18 minuten nodig om 2 kilometer af te leggen. Ik kon niet anders dan denken hoe lang we nog onderweg zouden zijn.
Na 14 kilometer leek het allemaal net ietsje vlotter te gaan. Ik zag voor het eerst in mijn leven de watervallen van Coo. Indrukwekkend! Eens zo imposant was echter de beruchte vertical track die we daar op moesten. Een naam die niets aan de verbeelding overlaat. Telkens als ik dacht dat het einde in zicht was, bleek er nog een weggetje omhoog te zijn. En nog één. Naar adem happend besefte ik nog maar eens dat dit echt mijn ding niet was. Ondertussen ging Hans met strakke pas en stokken gezwind omhoog. Ruim 35 minuten had ik nodig om de klim te overwinnen. Ik zag gelukkig nog net geen sterretjes toen we het dak bereikten en nam de beloning in dank aan: een prachtig uitzicht.

Halverwege de route bleken we 2,5 uur gelopen te hebben. Mijn vermelding van de tijd verraadt dat ik nog niet in the zone was. Je moet het concept van tijd loslaten als je aan het trailen bent. Ik denk altijd dat tijd en afstand mij houvast geven, maar niks is zo relatief in de Ardennen. Na die duivelse verticale klim en een overdosis modder won de trailloper in mij het van de asfaltlover. Ik gaf me over aan de trail. Hoe lang en hoe ver deden niet meer ter zake. De ene idyllische brug na de andere volgde. Ik genoot van de gevarieerde paden langs het water, terwijl het ene na het andere verzicht zich opdrong. Ik nam al eens een fotootje en kroop over een omgevallen boom met een lijf dat toch steeds wat strammer ging aanvoelen. De zon liet zich af en toe voorzichtig zien en wij waren samen op pad.
Na 4 uur en 57 minuten en 41 kilometer op de teller bereikten we onze imaginaire finish. Ondanks de moeizame start kan ik niet anders dan Hans gelijk geven: ik liep dan wel 2 uur langer dan de marathon, toch voelde de inspanning lichter aan dan het constante gas geven op asfalt. We aten een pistoletje vanuit de kofferbak, bevrijdden onze voeten, fristen ons wat op en deden nog een terrasje aan de abdij. Waar 5 uur lopen aan het begin eindeloos lang leek te zijn, was daar nu niks meer van te voelen. Kortom, deze wannabe heeft weer een trailervaring in de rugzak op weg naar Houffalize. En komende zondag scheur ik weer lekker vlot over het asfalt in Brussel.

Veel plezier met de 20K morgen!
LikeLike
Dank je wel, Sandra!
LikeLike