Marathonpraat – Op een sukkeldrafje naar Berlijn

Ik liep nooit eerder een marathon in september. Jammer, want september is een mooie maand die zich uitstekend leent om marathons te lopen. Altijd maar dat eindeloze wachten tot oktober! Samen met de laatste zomerzon voelde ik mijn goede vorm verdwijnen – dacht ik toch. Er ging geen uur voorbij zonder dat ik aftelde naar die ene dag in oktober dat het weer zou gaan gebeuren. Dit jaar loop ik wel een marathon in september: dé Berlin Marathon! Jawel! De jubileumeditie van die ene iconische wedstrijd met het allersnelste parcours en de allerbeste toppers aan de start. De marathon waarvoor je best een qualifying time kan lopen om zeker te zijn van een startbewijs. Een marathon waar je niet omheen kan, maar op dit moment naar mijn gevoel vooral een marathon die veel te vroeg komt. Een beetje ongelegen zelfs. Het hele pijnpunt van mijn sportieve jaar 2024 is dat het voor geen meter bolt. Hoe hard ik ook mijn best doe om daar verandering in te brengen, ik lijk steeds weer op dezelfde muren te botsen.

Flashback naar september 2021. De covid-houdgreep wordt steeds minder nijpend. Ik verbaas mezelf met een PR op de 20 km van Brussel die doorgaat in september en hetzelfde gebeurt op de uitgestelde editie van de 10 Miles in Antwerpen. Het staat in de sterren geschreven dat ik mijn PR op de marathon naar de maan zal lopen. En dat gebeurt ook. De marathon van Rotterdam is de plaats van afspraak. Ik vertrek boven mijn stand, bekoop dat met een zeer pijnlijke rondje Kralingse Plas, maar ik finish wel in een hallucinante 3:07. Ik kan nog sneller, weet ik vlak na de finish. Uit het niets lijk ik een heel grote stap voorwaarts te hebben gezet. In het voorjaar van april 2022 leer ik Sam kennen op weg naar Parijs. Met veel moeite schud ik daar een 3:06 uit de benen. Hoe vlot het op fysiek vlak gaat, zo moeizaam gaat het in mijn hoofd. In het najaar van 2022 ben ik een paar weken thuis: op en overspoeld, ik moet op krachten komen. Het weerhoudt me er niet van om in Amsterdam een meesterwerkje bij elkaar te lopen en 3:01 te laten optekenen. Sub3 lopen is nooit mijn ambitie geweest, maar nu kan ik er niet meer om heen: die sub3 wordt een doel in 2023.

Mentaal ben ik nog steeds een wrak, maar in april 2023 sta ik wel op de afspraak in Rotterdam. De sub3 is een feit met een verbazingwekkend vlotte 2:58. Ik spartel verder in het donkere gat waarin ik me bevind. Ik blijf ook hard trainen. De zomer is het moment van de grote ommekeer. Ik loop begin juli een sterke Chouffe trail in tropische temperaturen, maar – eigenlijk veel belangrijker – ik leer Hans kennen. Mijn leven staat totaal op z’n kop. Ik ben verliefd en zonder dat ik het echt besef loop ik op training met een ongezien gemak. Alles lijkt vanzelf te gaan. Wat ik van de marathon in Antwerpen dat najaar mag verwachten, weet ik niet. Mijn sub3 heb ik al op zak. Ik weet dat ik er nog wel wat tijd van kan af pitsen, al is dat geen must. Ik leef geheel ontspannen toe naar die dag en beleef daar een droom die ik nooit bij elkaar had kunnen fantaseren: ik win de marathon van Antwerpen in 2:54. Op die marathonwolken drijf ik nog wat verder in het najaar. Ik win de halve marathon van Kasterlee en ook op de Eindejaarscorrida in Leuven zet ik een mooie tijd neer.

Hans en ik maken samen heel wat loopplannen, waaronder de marathon van Milaan in het voorjaar. Samen naar Italië voor een marathon: hoe geweldig is dat! Het is moeilijk om in die marathonvoorbereiding een punt aan te wijzen waarop het minder begint te gaan. Beetje bij beetje krijg ik steeds meer last van de hamstringblessure die al jaren sluimerend aanwezig is. Hoe semi-moeiteloos ik de afgelopen jaren leek te lopen, er was wel één en ander gaande, daar heb ik het ook over in bijna elk raceverslag uit die periode: een stijve hamstrings maakt altijd deel uit van het feest. Ook in Antwerpen was die van de partij. In 2024 lijkt het alsof de peesaanhechting van mijn hamstrings beslist heeft om een prominentere rol te spelen. Het kost me meer moeite om mijn tempo’s te halen, ik herstel steeds wat minder goed. Dit gaat wel weer voorbij, hou ik mezelf voor.

Ik word nog steeds begeleid door mijn wonderkine Kathelijn en er lijkt niet meteen reden tot ongerustheid. Tot ook mijn rug steeds vaker stijf en heel pijnlijk is. De marathon van Milaan wordt er eentje van afzien en veel gas terugnemen, een worsteling zoals ik die al lang niet meer heb meegemaakt op mijn geliefde afstand. Maar ach, het was een geweldige ervaring en je kan niet altijd top zijn. Met mijn rug en hamstrings gaat het inmiddels steeds meer bergaf. Ook in mijn dagelijks leven ervaar ik behoorlijk wat pijn. Tijd om actie te ondernemen. Er volgt een consult bij de sportarts en een MR-scan van de rug, later ook het bovenbeen. Daaruit blijkt dat ik niets onder de leden heb wat mij ervan weerhoudt om kilometers te maken. Het mindere nieuws is dat er wel degelijk wat schort aan mijn peesaanhechting en de nabijgelegen zone, een blessure die niet eenduidig te behandelen is en zich ook niet laat labelen.

Ik richt mijn pijlen op de Chouffe trail die ik begin juli samen met Hans en Sam zal lopen. Twee mannen in topvorm en dat zal ik geweten hebben. Op een vlak stuk asfalt heb ik het minste last van mijn pijntjes, alles wat off-road is en hoogte heeft, kost moeite. Ik zie dus serieus af in en rond Houffalize. Maar, er is nog steeds een medisch plan van aanpak: na de trail volgt een echogeleide infiltratie om mijn pees tot rust te brengen. De harde randjes van mijn pijn trekken wat weg, het hardnekkige is er eventjes af. We trekken 2 weken naar Den Haag om vakantie te nemen. Rust, zeelucht en het goede leven samen zullen me ongetwijfeld goed doen. In goed gezelschap hobbel ik af en toe eens over een duinpad of over het strand. Ik heb nog steeds pijn, maar probeer het even te laten voor wat het is. Na de vakantie vlieg ik er weer in en dan zet ik alles op alles om optimaal voorbereid aan de start te staan in Berlijn.

Het is helaas niet vanzelfsprekend om te trainen. Ik werk 4 dagen per week bij Vedette Sport in Lier. Dat betekent vroeg opstaan om de verplaatsing met de auto te maken. Op werkdagen kan ik alleen gaan lopen om 5 uur ’s ochtends. Echt geen lachertje. Ik ben niet vooruit te branden. Mijn hele lijf is stijf. Met de beste wil van de wereld kan ik dit geen training noemen. Ik hou wel vol. Ik moet en zal kilometers maken. Het zit soms ook serieus tegen. Op 1 augustus ga ik keihard onderuit op een onverwacht modderstuk en knal ik met de achterkant van mijn hoofd op het asfalt. Een doktersbezoek en 8 hechtingen in mijn hoofd later weiger ik nog steeds om dit als een slecht voorteken te beschouwen. Ik mag lopen met mijn wonde, maar dat geeft wel een vervelend trekkerig gevoel aan mijn hoofd. Het is niet bepaald bevorderlijk voor het loopplezier.

Terwijl ik naarstig op zoek ben naar iets van snelheid in mijn benen, blijft het schipperen tussen wat praktisch en lichamelijk haalbaar is op training. Ik kan niet ongestoord kilometers vreten. Het is zaak om nu zo efficiënt mogelijk te trainen. Ik kom tot het besluit dat ik het mezelf in mijn trainingen niet onnodig lastig moet maken. Dat doe ik door 1) zo min mogelijk hoogtemeters te maken 2) een makkelijke ondergrond te kiezen 3) in te zetten op snelheid, meer dan op lange duurtrainingen 4) de moed erin te blijven houden. Niet gaan lopen of niet kunnen lopen is nog altijd veel erger, dan niet vlot kunnen lopen. Ik trek ook vaker naar de piste, want als het gaat over een goedbollende ondergrond dan ben je op de prachtige atletiekpiste van Tienen aan het juiste adres.

Er zijn in augustus zeker goede loopmomenten. Ik voel soms dat mijn motor als vanouds kan aanslaan, dat mijn benen mooie tempo’s kunnen lopen en dat alles wat ik heb opgebouwd de afgelopen jaren niet volledig is weggeveegd. Het zit nog in mij, het komt er nu alleen moeizaam en wat sporadischer uit. Er zijn ook genoeg mindere momenten. Trainingen dat ik geen deuk in een pak boter loop, dat ik veel pijn heb en nadien ook moet bekomen. Op die momenten zie ik het allemaal niet meer zitten en weet ik niet hoe ik in godsnaam de afstand van 42,2 kilometer kan uitlopen. De pijnlijke conclusie is dat dit niet de marathonvoorbereiding op Berlijn was waar ik op gehoopt had.

Elke medaille heeft twee zijdes, ook in dit verhaal. Ik weet dat het niet meer dan normaal is dat de positieve flow die ik de afgelopen jaren beleefde nu is weggeëbd. Ik wil heel dankbaar zijn voor alles wat ik tot nu toe al heb mogen meemaken in mijn sport. Ik besef ten volle dat ik nog steeds een behoorlijk stuk kan lopen, dat ik überhaupt nog kan lopen. Er is geen reden tot paniek. De rebelse pees die mij nu in een sukkelstraatje duwt, zal op een dag weer een toontje lager gaan zingen, aldus de kine die nog steeds wonderwerk verricht. Mijn broer beleefde vorig jaar een sportief baaljaar met blessureleed en kon zich ook niet voorstellen dat hij een jaar later vice-wereldkampioen duatlon zou worden. Er is voldoende hoop, geen reden om te zitten kniezen in een hoekje.

En toch is dat wat ik doe. Balen, sakkeren en diep zuchten. Omdat lopen beladen is geworden. Ik word zowel tijdens mijn trainingen als in het dagelijks leven geplaagd door die zeurende pijn in mijn hamstrings. Net nu lopen ook mijn werk is, voel ik me slechts een schim van de loper die ik was. Er is een onevenwicht tussen de in- en output. Lopen geeft mijn hoofd wat rust, maar vult het ook weer met onzekerheden. Een klassiek verhaaltje over een vicieuze cirkel die zich moeilijk laat doorbreken.

It will be a great day and your training will be worth it schreef de organisatie in het bericht met mijn startnummer 26238. De marathonmodus in mijn hoofd is ontregeld. Ik durf niet meer te vertrouwen op mijn lichaam. Ik weet wel dat als dat startschot klinkt, ik ervoor zal gaan. Net zoals ik het maximale uit mijn trainingen heb proberen te persen – gezien de omstandigheden – wil ik nu kijken wat erin zit – gezien die vervloekte omstandigheden. Niet door per se met het mes tussen de tanden te willen lopen, wel door het moment te pakken. Bovendien kijk ik heel erg uit naar de trip. Samen met Hans naar Berlijn. Samen ook met Seppe en Roos die de marathon op zaterdag zullen skeeleren. En natuurlijk met Sam die (net zoals Seppe trouwens) zondag ook aan de start zal staan om van die 50e Berlin Marathon een feest te maken. Ik ben nog steeds een enorme gelukzak. Een marathon in september dus, het is eens iets anders, zo blijkt wel.

8 gedachten over “Marathonpraat – Op een sukkeldrafje naar Berlijn”

  1. Hey Joke, het komt wel goed! Ik ben al een jaar op de sukkel met een schaambeenblessure na het WK in Zofingen. Duatlon & triatlon staat al sindsdien ‘on hold’, ik focus op het fietsen en bergwandelen. Maar hoop doet leven. Ik heb intussen aanvaard dat het misschien nog een jaar of langer zal duren voor ik terug een triatlon zal kunnen doen. Lopen heb ik om die reden nu volledig gestaakt. Ik vind dat je ondanks al je mentale strubbelingen wel nog heel wat uit je benen schudt. 😉 Geniet er vooral van! Je hebt nog heel veel jaren voor je!

    Like

  2. Luisteren naar je lichaam, is de wijze raad die ik mijn hele leven van mijn dokter kreeg… Ook al is het niet leuk als je lichaam ‘stop even’ roept.
    Als je er goed naar luistert, kan je er over enige tijd wel weer op vertrouwen.

    Like

Geef een reactie op loesenjefcamperavonturen Reactie annuleren