De Heilige Graal der marathonlopers is niet de Power- of Ironman, maar de World Marathon Majors of Big Six Marathons. Dit zijn de zes meest prestigieuze marathons ter wereld waar de toppers strijden om een goedgevulde prijzenpot en een recordtijd. Het Majors voorjaar wordt op gang geschoten in Tokyo en verdergezet in Boston en Londen. In het najaar staan Berlijn en Chicago op het programma. De New York City marathon sluit het seizoen af in november: meteen ook dé klepper onder de Majors met ruim 50.000 deelnemers. Elke zichzelf respecterende marathonloper lijkt te willen deelnemen aan minstens één van de Grote Zes. Ik vertelde vorige week over mijn sportieve dromen, maar over de Majors repte ik met geen woord. Waarom toch?
Deelnemen aan één van de Majors is geen kwestie van een formuliertje invullen. Alleen echt snelle lopers kunnen zich met een toptijd van een startplaats verzekeren. Voor de overige startnummers wordt geloot. De marathon in Berlijn geeft je als gewone sterveling nog een reële startkans en het inschrijvingsgeld valt met 125 euro nog in de categorie aanvaardbaar. Een startbewijs (dus zonder verplaatsing en verblijf) voor de New York City marathon kost ruim 500 dollar. Er zijn legio alternatieven als geld geen issue is. Reisbureaus organiseren all-in marathonreizen die je een startplaats garanderen. Ook verschillende goede doelen krijgen een aantal startnummers toegewezen die worden overgenomen door wie bereid is een aanzienlijk sponsorbedrag bij elkaar te krijgen. Voor de Boston marathon moet elke deelnemer zich kwalificeren. Voor vrouwen in mijn leeftijdscategorie betekent dat onder de 3u35 duiken, liefst sub 3u30 om zeker te zijn. Ik liep dat al 5x en had dus al 5x de kans om in Boston van start te gaan, maar ik heb het nooit overwogen.
Ik kan heel wat praktische redenen opnoemen waarom de Boston of Chicago marathon niet op mijn wishlist staan. Als leerkracht ben ik aan schoolvakanties gebonden. De Londen marathon valt in de paasvakantie, bij de overige Majors zou ik dus een paar uur na de race op het vliegtuig moeten stappen om daags nadien voor de klas te kunnen staan. Daar zijn ongetwijfeld oplossingen voor te bedenken, maar ik zou dat voor mezelf niet kunnen verantwoorden. Je gaat ook niet voor een weekendje naar Tokyo of New York. Als ik een aardig bedrag betaald heb voor die reis, zou ik ook wel wat meer willen meepikken van de stad dan de Marathon Expo en mijn hotelkamer. Een intensieve city trip valt doorgaans niet te rijmen met het lopen van een marathon.
Vorig jaar liep ik de marathon van Parijs: geen Major, maar wel de tweede grootste marathon ter wereld met ruim 40.000 deelnemers*. Een massa-evenement op die schaal kent in tijden van terreurdreiging veel veiligheidsprocedures. Dat betekent veel wachten en aanschuiven bij de onnoemelijk lange start- en finishzone. Je moet dus heel vroeg aan de start zijn om je bagage in te leveren en tijdig in het startvak te geraken. Dat bezorgde mij stress. Veel stress. Het was zonder meer een onvergetelijke ervaring, maar de hele onderneming maakte wel dat het genieten op een tweede plan terecht kwam. Voor een marathon buiten Europa zou ook het financiële plaatje mij stresspieken bezorgen. Toen ik mij in het voorjaar blesseerde vier weken voor ik de Rotterdam marathon zou lopen, was dat een domper van jewelste, maar geen financiële aderlating. Ik zou namelijk bij vrienden overnachten en ik kon nog geld recupereren van het startnummer dat ik kocht voor 65 euro. Een marathon is niet zomaar een sportwedstrijd en de kans bestaat altijd dat je niet van start kan gaan. New York of niet.
Dat ik volgend jaar wel weer voor de marathon van Parijs ga, komt omdat ik graag in die stad ben. Het is dan eens zo speciaal om daar over de straten te kunnen lopen. Daarom loop ik dit najaar ook mijn derde marathon van Brussel. Ik zou bij wijze van spreken nu op mijn fiets kunnen springen om het parcours te gaan verkennen. Een groots avontuur, dicht bij huis is eens zo praktisch. Ik was nog nooit in de VS of Azië. De New York City marathon lopen is ongetwijfeld een unieke ervaring, maar het is niet mijn ultieme droom. Een marathon is immers overal even lang. Met je entourage naar de andere kant van de wereld vliegen om er 42,195 kilometer te gaan lopen, klinkt in mijn oren dan ook een beetje als water naar de zee dragen. Er worden prachtige marathons georganiseerd in eigen land en bij onze dichte en wat verdere buren. In Nederland kunnen ze ook overdreven hard roepen en enthousiast zijn. Beter een goede buur, dan een verre vriend.
Ook de protserige zesdelige medaille die elke loper krijgt die de Grote Zes op zijn palmares kan toevoegen, zal mij niet kunnen overtuigen. Voor mij toont dit alleen maar aan dat er toch een elitair geurtje hangt aan die Majors. De laatste jaren wordt een marathon lopen steeds meer als statussymbool gezien. Marathonsnobisme noem ik dat. Het legertje BV’s dat kan pochen met hun weg naar de New York City marathon lijkt elk jaar toe te nemen. Nogmaals: elke marathon is even lang. De mythische afstand overwinnen is sowieso een heroïsche prestatie, ongeacht de tijd, ongeacht de plaats. Of je nu manager, BV, leerkracht of buschauffeur bent. Ik sluit niet uit dat ik ooit aan een Major deelneem. Als die mogelijkheid zich zou aanbieden welteverstaan, niet als een ultiem streven. Berlijn zou dan mijn favoriet zijn. Omdat ik Berlijn een geweldige stad vind en het ook nog eens het snelste marathonparcours is.
Ik hou van de magie van de marathon: de individuele strijd die iedere loper voor zich voert. Je bent de held in je eigen verhaal. Samen met je supporters. Ik herinner me nog goed hoe ik twee jaar geleden tijdens de marathon van Brussel door Ter Kamerenbos liep rond 10 uur. De opkomende zon scheen op het gras vol dauw en het enige wat ik hoorde was een ritmisch geroffel van loopschoenen. Er was geen publiek, er werd niets gezegd. Dat moment zal ik nooit vergeten. Ik ben me ervan bewust dat het Ter Kamerenbos Central Park niet is. Om de schoonheid van de marathon te ervaren, moet je niet per se naar de andere kant van de wereld vliegen. Je kan bij wijze van spreken de deur uitstappen en op eigen houtje een marathon lopen. Stoef er vooral op los en bestook iedereen met je marathonverhaal, hier of ver weg. Uitpakken kan net zo goed in onze eigen contreien. Vergeet niet dat Brussel de hoofdstad van Europa is. Geen stress: inschrijven kan nog op de dag van de marathon zelf. Wat een gemak!
*Ik schreef mij een jaar op voorhand in voor de marathon van Parijs en betaalde 89 euro voor mijn startbewijs. Bijkomend voordeel is dat de hotelprijzen niet duurder zijn in het marathonweekend.
3 gedachten over “Marathonpraat – Waarom ik niet per se de World Marathon Majors wil lopen”