De race – De Hel van Kasterlee december 2022

Oops, I dit it again! finishen in de Hel van Kasterlee.
Zondag 18 december 2022 slaagde Seppe erin zijn 10e overwinning binnen te halen van wat de zwaarste winterduatlon ter wereld wordt genoemd. Een feestdis van 15 kilometer lopen, 125 kilometer mountainbiken met als dessert nog een run van 30 kilometer. Vergeet de zogenaamde voetbalgoden, Seppe is de onbetwiste held van dit epos. Mijn broer kan niet genoeg lauwerkransen om zijn nek krijgen. Elk verhaal heeft ook sympathieke side stories nodig, een rol die ik graag voor mijn rekening neem. Ik liep en fietste namelijk naar mijn vierde finish in een ijzig Kasterlee dat voor de gelegenheid was omgetoverd in Tomorrowland-sferen. Denk: een lasershow met duivel, een imposante/kitscherige hellepoort, een feeëriek landschap, een lekkere beat, stimulerende middelen in gelvorm en vooral ook heel veel ambiance. 9 uur en 14 minuten had ik uiteindelijk nodig om mijn winters sprookje te schrijven. Geen boze stiefmoeder, wel beren op de weg en een happy ending.

Wat voorafging
Ik ben een persoon van uitersten, maar 2022 zal voor mij de annalen in gaan als een jaar van extremen. Mentaal is het een jaar van worstelen, van angst, spanning en stress, van gitzwarte periodes waardoor ik zelfs een tijdje niet kon gaan werken. Zo op als ik me mentaal soms kan voelen, zo lijkt het fysiek soms helemaal niet “op” te kunnen. Ik rijfde de ene na de andere overwinning binnen, verzamelde een kast vol PR’s en tal van prachtige ereplaatsen. Stuk voor stuk herinneringen om te koesteren. Het sportieve geluk dat zegeviert is deels mijn houvast. Mijn jaar staat of valt kortom niet met een goede prestatie in de Hel. Anderzijds wil ik er wel vollen bak voor gaan. Ik heb niet al die uren getraind om op m’n dooie gemak wat rondjes te rijden (daar is overigens niks mis mee). Ik wil alles kunnen geven, mijn pechverhaal van vorig jaar volledig kunnen doorspoelen. Er is kortom een grote drang om het goed te willen doen. Of toch op z’n minst beter dan mijn vorige drie deelnames.

Vlak voor de start
Dagen in de Hel beginnen om 4u15. Zoals de traditie het wil zijn Roos en ik bij Marike blijven logeren, kwestie van al te kunnen acclimatiseren in de Kempenlucht en te wennen aan de lokale tongval. Na een kort nachtje staan we monter op. Klaar om onze buiken te vullen voor wat een lange en vooral ook ijskoude dag zal worden. We doen een beetje lacherig over die temperatuur. Hahaha, het wordt -8 bij de start. Wat een grap! Rond de middag krijgen we een hele graad! Hahaha, wat is het toch plezierig om naar de Hel te gaan! Om 5 uur gaan we over tot de orde van de dag: drinkbussen vullen (die zullen later nog een rol spelen in dit verhaal), spullen verzamelen, alles nog eens controleren (en nog eens) en dan de auto inladen.

Als we rond 6u30 in Kasterlee aankomen lopen we daar meteen onze ouders tegen het lijf. Ook zij zijn er helemaal klaar voor. Het is trouwens heel koud, zei ik dat al? Papa doet nog een laatste check-up van mijn fiets en bevestigt de 504, mijn lucky number van de dag. Voor de trouwe lezers: mijn mountainbike dat is nog steeds Juan. Huh, rijdt ze nu nog steeds met die oude fiets met kleine wielen? Euh ja, het is crisis voor iedereen, dus een nieuwe mountainbike zat er voor mij echt niet in dit jaar. Juan mag dan wel klein(er) geschapen zijn, hij heeft verdorie ervaring! Juan gaat naar de wisselzone, ik naar de kleedkamer waar de sfeer weer erg gemoedelijk is. Iedereen zit toch wat met kledingissues. Wat doe je aan bij de start? Wat ga je wisselen? Hoe wapen je je in duivelsnaam tegen de vrieskou? Ik blijf bij mijn plan om helemaal niks te wisselen en de hele dag in hetzelfde kloffie te slijten. Terwijl Seppe de pers te woord staat, ga ik met Roos richting startvak. Ik ben bang. Ik sta er weer voor. Mijn zin voor avontuur is ver te zoeken.

OKVA2092
De duivel daagt uit met vuur en laserstralen

De race
Om 8 uur weerklinkt een schot et c’est parti. 15 kilometer lopen, dat moet wel lukken. Mijn voeten voelen vreemd aan. Gevoelloos zeg maar. Het is koud, zei ik dat al? Die ijskoude lucht doet ook iets met mijn lichaam: meer dan ooit moet ik op mijn ademhaling letten. Ik wil gemiddeld rond de 4’20” per kilometer lopen zodat ik na een dik uur terug aan de sporthal ben. De eerste kilometertijden zijn geruststellend. Ik kan concluderen dat m’n beentjes er alvast zin in hebben. Als de zon opkomt, zie ik hoe prachtig de omgeving is. De bomen zijn bedekt onder een laagje rijm. Ik zag Kasterlee nooit eerder zo ronduit sprookjesachtig. In mijn hoofd begint meteen Walking in a Winter Wonderland af te spelen. Heerlijk! Al is het in mijn geval dan running aan een stevig tempo. Na een kilometer of 7 haak ik aan bij een gezellig peloton. Ik geniet nog wat van het landschap en de gezelligheid tot ik mijn weg alleen verderzet. Mijn kilometertijden blijven netjes rond de vooropgestelde tijd hangen en in de laatste kilometers word ik al wat nerveus voor de wissel.

cf43bf4c-6162-4c98-8109-613a6d060dcc
Picture perfect dit weertje!

Na 1 uur en 3 minuten duik ik als derde vrouw de kleedkamer in. Daar tref ik Karen Steurs (vorig jaar de winnares) aan. Lotte De Vet is als eerste op de fiets gesprongen. Mountainbike boots aan, helm op en gaan met die banaan! In de sporthal krijg ik een aanmoediging van Pieter, mijn buddy uit Houffalize die naar Kasterlee is afgezakt om samen met zijn vader de waanzin van de Hel te aanschouwen. Zoals steeds ben ik in de wisselzone lichtjes gedesoriënteerd. Overal zie ik fietsen, hekken, lopende én fietsende mannen. Gelukkig herken ik meteen mijn dappere Juan (bedenkt onder een subtiel laagje rijm), met hem aan de hand wisselen we nog snel de drinkbussen, want die zijn natuurlijk keihard bevroren. Over die drinkbussen: Roos en ik beschikken echt over een gemiddeld IQ. We weten dus dat water, en bij uitbreiding ook sportdrank, bevriest bij temperaturen onder het vriespunt. We zijn op alle vormen van materiaalpech voorbereid, maar hier hebben we simpelweg niet aan gedacht. Later zou ik van Seppe horen dat hij twee weken lang samen met zijn vrouw Valerie bezig is geweest om na te denken over die bevroren drinkbussen en hoe dat te vermijden. Ach ja, ik kan er nog steeds om lachen.

Tijdens de eerste kilometers op de fiets word ik altijd terug gekatapulteerd naar vorige edities. Ik fietste inmiddels toch al een kilometer of 350 in en rond Kasterlee. Al 15 keer reed ik dezelfde ronde, met hier en daar wat wijzigingen zoals ook dit jaar. Ik zie flitsen van pure horror in de modder. Van een bocht nemen en wegglijden. Van willen trappen, maar niet vooruit gaan. Eén ding is zeker: vandaag zal ik kunnen doorfietsen. De eerste helling lag er zelfs vorig jaar niet zo goed berijdbaar bij. Ook de eerste afdaling waar ik al meermaals op goed geluk naar beneden glibberde behoeft nu weinig stuurvaardigheid. Ik fiets dus. Ik mountainbike, al is de grond steenhard en zijn er weinig noemenswaardige mountains te bespeuren. Meteen springt ook weer dat prachtige landschap in het oog. Het is nu van je Biking in a Winter Wonderland.

Zoals dat gaat met echte sprookjes is het niet één en al zoetigheid. Integendeel, sprookjes hebben vaak een ondertoon van dreiging, ze zijn geschreven vanuit een waarschuwende kracht met om die reden vaak een dosis gruwel. De dreigende wolk is om te beginnen de kou. Ik fietste nooit eerder in koude van deze orde en dat voel ik aan mijn lijf. Er wordt aan mijn benen getrokken en dwars door mijn handschoenen gestoken. De kou ontneemt me soms echt de adem. Bovendien word ik toch ook weer wat gepakt door de wedstrijd waar ik me in bevind. Bij vorige edities primeerden vrijwel meteen de loodzware omstandigheden of materiaalpech waardoor ik, gedreven door ellende, in survivalmodus kon gaan. Nu nestelen negatieve gedachten van een heel andere aard zich in mijn hoofd. Ik denk elke minuut dat ik lek sta. Ik vind van mezelf dat ik niet goed genoeg kan fietsen om dit uren aan een stuk vol te houden. Goe bezig! roept iedereen mij toe en hoewel het object gezien best lekker bolt, is dat naar mijn gevoel totaal niet het geval.

Ik kom er dus niet meteen in. Je mag dat raar vinden. Zei ik op voorhand niet dat ik met een goed gevoel wilde rondrijden? Mijn eigen ding doen? Dankbaar zijn en genieten van het moment? Jazeker, alleen komt dat gevoel bij mij niet op bestelling. Ik ben te veel onder de indruk van de omstandigheden en de lange rit die ik voor de boeg heb. Er is ook wat stress voor het nieuwigheidje op het parcours: een passage over het cyclocrossparcours in Lichtaart. Ik ging dat in november al eens voorzichtig verkennen met Roos en was toen behoorlijk gerustgesteld. Ook Seppe had op voorhand gezegd dat ik me daar niet al te veel zorgen over moest maken. Eerst zien en dan geloven. De zanderige ondergrond ligt er inderdaad razendsnel bij. Er doemt zowaar iets van een berg op waar je in twee etappes over moet. En dan nog eentje die iets technischer is. Zonder al te veel gedoe lukt dat. Oké, dit is doenbaar.

JIKH2983
Team Odeyn!

Na een kilometer of 16 passeer ik voor het eerst achterin het bosje van de sporthal, waar ik mijn supporters zal zien. Normaal heb ik dan veel te zeggen, nu komt er eigenlijk helemaal niks. Het gaat goed ja, maar toch ook niet echt. Ik kan hier wel iets vertellen over één boom in dat bosje die een vermelding verdient. Je maakt daar wat bochtjes, niet heel lastig of moeilijk, maar er is dus een boom waar ik elk jaar (maar dus écht él-lek jaar) bijna tegenaan knal omdat hij voor mij 3 centimeter te veel naar rechts is gepositioneerd. Don’t blame the tree. Het ligt wellicht aan mij. Na 25 kilometer in 1 uur en 6 minuten zit mijn eerste ronde erop. Ik zwaai met een groen lachje naar mijn supporters. Op naar ronde 2.

Nog eens over die drinkbussen: na een dik half uur voel ik al dat mijn sportdrank en water aan het verijzen zijn. Na een uur zijn ze omgevormd tot ijsklompen. Veel tijd om te drinken heb ik dus niet. Bij een temperatuur van -6 voel ik ook niet bepaald de aandrang om iets ijskouds naar binnen te slokken. Ook al weet ik koolhydraten nodig heb als brandstof voor de inspanning en om de thermostaat van mijn lijf op peil te houden. Het koudegevoel op zich valt nog wel mee. Mijn voeten zijn verloren. Totaal gevoelloos. Bij mijn handen komt en gaat de kou. Soms heb ik een wat onbehaaglijk gevoel, maar echt koukleumen doe ik gelukkig niet. Tijdens mijn tweede ronde is er opvallend veel passage langs mij. Ik speel wat haasje over met Floor Martens, een ploeggenote van Bram waar ik in 2018 mijn laatste kilometers op de fiets mee afhaspelde. Bram zwom in de zomer het kanaal over. Hoe zot is dat? Ik word ook voorbij gefietst door Debbie Sanders (zij gaat hard!) en Julie Verlinden (zij gaat eveneens hard!). Mijn tweede ronde is de snelste en stilaan begint er ook wat vertrouwen te komen.

De sfeer in Kasterlee en omgeving is top! Op heel wat plekken langs het parcours verzamelen zich vriendengroepen (denk ik toch) met een vuurtje, drank en heel veel gejoel. Al dat fijnstof zal de luchtkwaliteit in de ruime omgeving rond Kastel niet ten goede komen, maar de aanmoedigingen zijn hartverwarmend. Stilaan begint het besef door te dringen dat ik er toch weer mee bezig ben om die Hel te doorstaan. Wat eveneens hoopgevend is: ik ben nog niet voorbij gevlamd door mijn broer. Doorgaans zie ik hem aan het begin van mijn tweede ronde. Ik denk vaak hoe hij zijn race beleeft. Ik ben een pak eenzamer, maar dat heeft als voordeel dat ik alleen met mezelf rekening moet houden. Hij fietst op het scherpst van de snee in het gezelschap van een groepje mannen die er allen op gebrand zijn om de duivel van zijn troon te stoten. In afwachting van Seppe probeer ik toch maar te genieten van dat winterlandschap. Ik kijk ook naar de namen op de ruggen die mij passeren. Kris rijdt mij voorbij. Raf. Wim. Filip. En ja, mannen, ik ben echt de zus van!

Na 50 kilometer en een korte stop bij mijn team vervolg ik mijn weg weer. Mijn derde ronde is qua gevoel de beste en de leukste. In mijn hoofd maak ik de switch. Fietsen zonder modder is zoveel gemakkelijker. Aangenamer ook. Eigenlijk vlot deze onderneming toch veel beter dan gedacht. En dan is het zo ver: ik hoor wat gemotoriseerd gebrom. Niet van mijn broer, wel van de motorrijder die de koplopers van de race aankondigt. Ik werp snel een blik achter mij en zie een bende snelheidsduivels. Zo goed als het kan maak ik de weg vrij. De eerste fiets die mij passeert is een Orbea, maar de man die erop zit ziet er niet uit als Seppe. Met doorslaande stem moedig ik Seppe aan die mij in tweede positie voorbij rijdt. Hij is goed bezig, zoveel is duidelijk! En ik eigenlijk ook, want ik word nu pas gedubbeld.

9b13d2ee-dde1-4a6d-82aa-df3776d6da1d

Tijdens de vierde ronde staat Marike met haar gezin op post om te supporteren. Ook Sam is onderweg om mij te vergezellen tijdens het afsluitende loopnummer. Heel wat om naar uit te kijken dus. Al eisen de uren op de fiets wel hun tol. Ten eerste wordt mijn rug steeds stijver en pijnlijker. Ten tweede doet ook mijn buik heel raar. Ik voel protest van maag en darmen. Ik voel een enorme weerzin tegen de zoete sportdrank en gels die ik nodig heb om het brandstofniveau op peil te houden. Zo goed als het kan probeer ik die ongemakken te negeren. Ik kies ervoor om (al dan niet tijdelijk) niks meer te eten en drinken omdat ik a) echt geen zin heb om in de kant te staan kotsen of b) met de billen bloot in de bosjes te gaan. Het gaat in tegen elk advies, maar uit ervaring weet ik dat ik lang kan blijven doorgaan met niets of weinig in het lijf.

Ik word nog voorbijgereden door Simon Van Roy, Sikke himself, die mij enthousiast vooruit schreeuwt. Als de vierde ronde erop zit, heb ik 100 kilometer gefietst. Het laatste loopnummer lonkt en ook al voelt het lijf de inspanningen, het voelt bevrijdend dat ik nu alles voor het laatst moet doen. Bovendien stel ik vast dat ik het fietsnummer vlotjes onder de 6 uur zal kunnen afwerken. De laatste ronde is de meest eenzame. De toeschouwers zijn weg of hebben meer aandacht voor het eigen vuurfeestje. Ik kan het hen niet kwalijk nemen. Na 5 uur en 39 minuten kan ik dan uiteindelijk van de fiets. Ik bevind me in zesde positie en heb een minuut of 25 moeten toegeven op de snelste vrouwen. Ik kan daar echt mee leven. Met Coach Roos in m’n zog loop ik naar de kleedkamer. Daar probeert zij de ijsklompen die mijn voeten zijn te voorzien van loopschoenen. Ik heb zoals steeds zin in dit laatste loopnummer. Dit jaar is de begeleiding ook eens zo schoon. Niemand minder dan Sam (The Real Sam) is van de partij om me 30 kilometer lang lopend te vergezellen, samen met Roos en papa op de fiets.

Daar vertrekt het olijke kwartet. De eerste loopkilometers is het altijd weer wennen om een ritme te vinden, om weer voeling te krijgen met mijn lichaam dat van fiets- naar loopmodus moet schakelen. Gelukkig voelt lopen een pak vertrouwder. Ik vertrek hard op de tonen van Highway to Hell. Met een eerste kilometer aan 4’20” lijkt het alsof mijn lichaam de draad van die ochtend weer wil oppikken. Ik zeg tegen Sam dat er dus geen plan is, dat ik gewoon ga blijven lopen en dat we dan wel zien. En ook dat het verval onvermijdelijk is. De eerste kilometers kan ik nog vlotjes lopers inhalen. Zo ook Stijn Van Roy – De Witte – die aan zijn slotronde bezig is (straffe kerels die gebroeders Van Roy). Door mijn buikperikelen voel ik meteen dat het vat behoorlijk leeg is. Ik durf echter te vertrouwen op mijn benenwagen die al woelige watertjes doorzwommen heeft. Bovendien is het eens zo aangenaam dat het nog licht is en dat mijn entourage op die manier ook de kans krijgt om te genieten van het Kastels Winter Wonderland.

a1f474da-67cf-4ff4-935a-b17a150f8443

AOVU8372

Genieten is best relatief. Ik voel aan alles dat ik niet de onoverwinnelijke Joke van vorig jaar ben die met het mes tussen de tanden loopt. Vrij snel begin ik te denken in termen van aftellen, nog zoveel kilometer en dan nog eens zoveel. Ik schreeuw nog wel met Bebe Rexha mee that I’m feeling good en hoppa ook van je Toujours invaincu! En zoals Crowded House het wil zeg ik zelfs nog lachend Don’t dream it’s over, want nadien zal je juist over dit moment dromen. Na 10 kilometer heb ik heel wat minder noten op mijn zang. Aan afleiding nochtans geen gebrek. Eerst is daar het heuglijke nieuws dat de 10e van Seppe binnen is. De peptalk, anekdotes en complimenten van Sam zijn goud waard. Net zoals de flauwe grapjes van papa en de nooit-aflatende steun van Coach Roos. Ik slaag er nog in om Ellen Swaenen voorbij te lopen, de nummer 3 van vorig jaar, nu eveneens bezig aan een sterke race. Dan is het uitkijken naar de passage aan de sporthal. Mijn (2e) 15 kilometer loop ik nog aan een meer dan behoorlijke 1 uur en 7 minuten, net zoals vorig jaar.

NIMB3014
Voor een laatste keer loop ik door de poorten van de hel

Als we dan weer afdraaien voor de laatste 15k moet ik me focussen op het tikken van mijn benen over de weg. Dit is echt bikkelen. Het onpasselijke gevoel in mijn buik neemt toe. Ik word licht in mijn hoofd, alsof de lichten stelselmatig gedimd worden en het een opgave is om mijn hoofd te dragen. Ook mama heeft inmiddels ons pelotonnetje vervoegd. Ze vertelt over de mooie finish van Seppe. We hebben weinig zicht op wat er zich voor ons afspeelt bij de vrouwen, maar ik weet dat het podium niet voor dit jaar zal zijn. Ik probeer me wel echt bewust te zijn van het moment, dat mijn nummer 4 weldra een feit zal zijn. Alleen voelt alles, maar dan ook echt alles, zo oncomfortabel aan. Mijn kilometertijden worden steeds wat trager. Dit is afzien, dit is de hel. Als we voorbij kilometer 20 zijn is het einde echt nabij. Letterlijk en figuurlijk. De laatste zandstrook naar de sporthal lijkt een duinenklim in de Ardennen te zijn. Ik hoor de vertrouwde stem van Hans. Met harken en krabben nader ik de sporthal. Na 9 uur en 14 minuten sta ik op de rode loper waar ik als 140e deelnemer over de finish pikkel. Ik ben vijfde vrouw op 22 minuten van winnares Julie Verlinden. Lotte De Vet en Debbie Sanders vervolledigen het podium.

Ik bevind me echter niet meteen in de zevende sporthemel. Integendeel, ik sta wankel op m’n benen. Marike staat me aan de finishzone op te wachten en het lukt me amper om te lachen. Ik voel me zo ellendig. Helemaal leeg. Opgebrand. De koude die ik de hele dag heb kunnen weren overmant me in alle hevigheid. Met een fris colaatje to the rescue kikker ik weer een klein beetje op. Ik heb suiker nodig. Voedsel liefst ook. Een echt warme douche zit er helaas niet in. Als ik klappertandend onder het lauwe water sta, vraag ik me af of ik me ooit weer normaal zal voelen (enig gevoel voor dramatiek is mij niet vreemd). En kijk, met droge en warme kleren, een boterham en een pijnstiller voel ik me weer semi-herboren. Ook dit venijnige staartje van de Hel heb ik doorstaan.

De conclusie
Van 2018 tot 2022 werden de weersomstandigheden bij elke editie van de Hel wat gunstiger en het parcours ook sneller. Bij mijn eerste deelnames was ik een uur of 11 in de weer. Ruim 2 uur meer dan wat ik dit jaar nodig had. Je zou dan kunnen denken dat een Hel zonder een spat modder minder hels is. Of dat ik inmiddels wel weet hoe dat voelt en gaat tijdens zo’n extreme inspanning. Niet echt dus. Dit jaar kostte mij ongetwijfeld de kleinste hoeveelheid bloed, zweet en tranen, maar de Hel is altijd weer op een andere manier strijden en afzien. Je weet nooit wat je op je bord zal krijgen: wat er zal meevallen, wat er zal tegenzitten en hoe de balans dan uiteindelijk overhelt. Mijn vijfde plek is niet mijn beste resultaat ooit, maar toch kan ik niet anders dan tevreden terugblikken. Er was eenvoudigweg een handvol vrouwen sneller en sterker. Ik ben nooit in de running geweest voor het podium en dat is ook helemaal niet erg. Dat ik voor de vierde keer kon starten én finishen had ik in 2014, aan het prille begin van mijn sportcarrière, pure science-fiction gevonden. Wat volgend jaar ook moge brengen, Kasterlee zal altijd een bijzondere plek in mijn hart hebben. Omdat ik er altijd weer iets van mezelf tegenkom en op die manier ook altijd weer gesterkt word in het feit dat ik in staat ben om zowel fysiek als mentaal door te zetten.

NBPW6457
Iedereen wilde met Seppe op de foto, wij natuurlijk ook!

Woorden van dank
Om af te sluiten haal ik mijn loftrompetje weer eens boven.
Een heel grote dankjewel aan:
– mijn oudertjes, broer, zussen en hun aanhang om altijd aan mijn zijde te staan, me aan te vuren als het kan en te temperen als het moet
– Katja, voor de fantastische kilometers die we samen liepen en die me steeds met zoveel plezier vervulden
– Sam, voor heel veel en in het bijzonder natuurlijk het ondergaan van deze helletocht
– Debbie Gabriëls, Natalie Franken en Debbie Sanders voor de aanmoedigingen en inspirerende verhalen.
– mijn kinesist Kathelijn, wereldtop in haar vak, voor de gouden woorden en handen
– Martin en de mannen van Bike Sportive, om mijn stalen Juan in topvorm te brengen en houden
– Pat van en met De Haventrappers om op post te staan in Lichtaart
– al mijn trouwe lezertjes, volgers, sympathisanten en leden van de framily, jullie steun blijft een baken van licht voor mij!

Nog enkele weetjes:

  • Nadat de auto weer was volgeladen restte mij nog een laatste etappe: terug naar huis rijden met Roos als co-piloot. Op enkele spekgladde wegen in Kasterlee had ik meer stuurmanskunsten nodig dan eerder die dag op de fiets.
  • Ook daags na de Hel volgde een strijd. Om 7 uur ’s ochtends zat ik terug op de fiets (niet Juan) op weg naar school om daar een examen af te nemen. Na een nacht van amper 4,5 uur was dat één langgerekt gevecht met de vermoeidheid.
  • Om hier correcte informatie te verschaffen, zocht ik op wat het verschil is tussen sneeuw, ijzel en rijm.
  • Mijn voorkeur gaat uit naar een droge Hel in de vrieskou in plaats van een warme Hel in de regen. Bovendien zorgt een Hel zonder modder ook voor beduidend minder gedoe bij de opruim van het gerief thuis en heb ik geen kosten door schade aan de fiets.
  • Ik zei het al vaker, maar hoe absurd veel spullen heb je nodig als duatleet? Roos en ik waren er erg trots op dat we niks kwijtspeelden en slechts één paar spullen per vergissing bij elkaar achterlieten.
  • Ik fietste mijn 125 kilometer aan een gemiddelde van 22,1 km/u. Slechts eenmaal moest ik een voetje aan de grond zetten. Ik kwam ook geen enkele keer ten val. Stuk voor stuk primeurs in mijn Hel-carrière.
  • Wat at en dronk ik nu uiteindelijk tijdens de wedstrijd? Bijzonder weinig dus: 1 banaan, 6 sneetjes peperkoek, 1 gelletje, 2 liter sportdrank en 1 liter water. Tja.
  • Ik zag een overdosis plassende mannen. Pieter heeft echt gelijk: mannen kunnen blijkbaar altijd plassen (ongeacht de temperatuur). Zelf moest ik geen enkele sanitaire stop maken.
  • Mijn fietsvest werd meermaals bestempeld als “opvallend geruit”. Kenners herkenden natuurlijk meteen het klassieke pied-de-poule patroon. Zeg geen ruitjes tegen pied-de-poule!
  • Ik liep mijn laatste 30 kilometer uiteindelijk in 2 uur en 23 minuten, 2 minuutjes trager dan vorig jaar, maar wel wederom goed voor de snelste tijd bij de vrouwen.
  • Nog meer cijfers: mijn tweede wisseltijd bleef beperkt tot 2 minuten en 58 seconden, goed voor een plek in de top-50, met dank aan de doortastendheid van Coach Roos.
  • Net zoals vorig jaar werd ook nu ABBA’s The Winner Takes It All gespeeld tijdens de podiumceremonie. Beste dj, dat lied gaat niet over winnen in de sport, maar over een pijnlijke break-up (zogenaamd fictief, aldus ABBA).
  • Les lacs du Connemara kon natuurlijk niet ontbreken in onze Hell Yeah playlist en het was weer een sfeermakertje!
  • The Devil Wears Hoka and Drives an Orbea. Ook zilveren Geert Lauryssen en bronzen Simon Stevens rijden met een Orbea.
  • Met dank aan Roos Odeyn die als manusje-van-alles ook nog eens voor fotografisch bewijs van deze onvergetelijk dag zorgde.

Het moment – Ik ben een zus van

Ja, ik ben een zus van Seppe Odeyn, de man die op 18 december 2022 voor de 10e keer de Hel van Kasterlee won. Een groots sportman die altijd nederig en oprecht blijft. Een broer met antwoorden en twee luisterende oren. Een bijzonder inspirerende mens om in je omgeving te hebben. Iemand die heel veel durft. Soms ook een beetje provoceert. Misschien daarom ook wel de rol van het kleine, doch schattige duiveltje op mijn schouder aanneemt.

Ik draag de titel Zus Van met trots, al moet ik er bijzonder weinig voor doen. Ik ben anderhalf jaar ouder waardoor ik me in de positie bevind om (al dan niet gênante) kinderverhalen over Seppe op te dissen. Om hier een volledig fictief verhaal uit mijn mouw te schudden over hoe de 15-jarige Seppe hoorde over de Hel van Kasterlee en uitriep: die wedstrijd wil ik ooit winnen, liefst zelfs 10x! De waarheid is wel dat Seppe en ik 20 jaar geleden al eens samen gingen mountainbiken. Ik overdrijf ook echt niet als ik zeg dat Seppe toen al groots durfde te dromen, dat hij een enorme sympathie had voor underdogs in de sportwereld (op Lance Armstrong na dan). Samen konden wij helemaal in de ban zijn van sportieve verhalen. Zoals het echte nineties-kinderen betaamt, maakten wij met de cassetterecorder onze eigen sportprogramma’s. Het was absoluut een voorrecht om met Seppe Odeyn aan mijn zijde te mogen opgroeien.

Maar. Ik ben ook een zus van Marike en Roos Odeyn. Samen worden we al eens de Zusjes Odeyn genoemd. Een soort heilige drievuldigheid die de boel net zo goed in vuur en vlam kan zetten. Mijn zusjes zijn er altijd. Voor mij, voor Seppe en onze ouders. Voor iedereen die hen nodig heeft. Ze presteren net zo goed op het allerhoogste niveau. Als zuszijn een vak was, dan zouden zij als experts overal ter wereld gevraagd worden om op congressen te spreken over wat zuszijn behelst. Dat het zowel in de kleine als in de grote gebaren zit. Een fingerspitzengefühl dat verder dan hun vingers reikt. Ik voel me net zo geprivilegieerd om Zus Van die twee te mogen zijn.

Ik was zondag voor de vierde keer finisher in de Hel van Kasterlee. Wat was het weer een spektakel! Voor nu is mijn verhaal van de Hel er één in de marge van die grootse prestatie van Seppe. Maar wees gerust: ik heb natuurlijk weer belachelijk veel meegemaakt in die 9 uur en 14 minuten dat mijn Hel duurde. Ik heb daar zo mogelijk nog belachelijk veel meer over te vertellen. Bijvoorbeeld dat mijn snelste Hel toch weer hels was op een heel andere manier. Dat een vijfde plek dan wel mijn minste resultaat is, maar toch mijn beste prestatie. En weten jullie eigenlijk wel dat 125 kilometer mountainbiken echt heel lang is? Ah ja, en ook nog dat ik buiten mijn familie zo ontzettend veel mensen dankbaar ben die een bijdrage hebben geleverd aan dit crazy avontuur? Ik ga dus een vierde raceverslag over de Hel schrijven. Dat op zich vind ik al behoorlijk onwezenlijk. Wordt vervolgd dus.

Het moment – Een blik op de Hel

December is een maand van tradities. De kerstboom staat. The Pogues zingen over hun sprookje in New York. Mijn leerlingen maken examens waar ik dan weer met een flitsende pen over ga. Ik sorteer mijn handschoenen. Ik trotseer de kou. Ik tel reserve binnenbanden (volstaat drie?). Ik denk na over Clif bloks en vervallen sportgels. Over bandendruk zelfs (het moet niet gekker worden). Ik bedenk elk uur een ander hels scenario. Catastrofaler dan ooit: een gebroken fietskader, ijs, sneeuwstorm. Ik bevind me kortom in de laatste rechte lijn naar de Hel, een weg die geplaveid is met goede voorbereidingen. Alleen laat een wedstrijd van 170 kilometer zich ook in de voorbereiding verduiveld lastig temmen.

Ik werd geboren op een vrijdag de 13e, eigenlijk ben ik dus niet zo van het bijgeloof. Toch betrapte ik mezelf er deze week op dat ik in alles een voorteken wilde zien. Dinsdag knalde ik eerst mijn Hel-beker van 2018 tegen de grond tijdens een iets te brute stofzuigbeurt (gelukkig zonder schade). Vervolgens scheurde ik tijdens het lopen letterlijk mijn broek aan een gft-bak. ’s Avonds sneed ik in mijn vinger. Om de dag in schoonheid af te sluiten bezeerde ik mijn voet toen ik tegen een stapel slecht gepositioneerde mappen aan botste. Telkens dacht ik: yes, dit is al een portie pech waar ik zondag gespaard van zal blijven. De meest plausibele en meer down to earth verklaring is dat ik moe ben. Ik heb veel aan mijn hoofd. Zoveel dat ik soms echt geen blijf weet met de stress die door mijn lijf raast. Naast de angst voor materiaalpech is er ook de vrees dat het misschien de wedstrijd te veel is dit jaar. Dat ik mijn sportieve geluk van 2022 al heb opgesoupeerd. Dat de tank misschien leger is dan gehoopt. Kortom, dat mijn vierde Hel-deelname een Processie van Echternach wordt.

De 20e Hel van Kasterlee belooft hoe dan ook een bijzondere editie te worden. Seppe staat voor de 11e keer aan de start en gaat voluit voor zijn 10e overwinning. De rest van de familie staat weer op post voor een dag supporteren voor gevorderden: uren koukleumen terwijl ze hun stembanden kapot schreeuwen, intens meeleven én paraat staan voor eender welke calamiteit. In mijn nerveuze lijf brandt er gelukkig ook een groot vuur dat uitkijkt naar het ongetwijfeld waanzinnige avontuur dat de Hel altijd is. Een sprankelende vonk die ervan uit durft gaan dat the girl on fire nog niet is uitgelopen. De vlam nog niet geblust. Bij een marathon kan ik inmiddels behoorlijk inschatten wat ik waard ben. Bij de Hel vind ik het veel lastiger om te vertrouwen op mijn goede voorbereiding. De race duurt makkelijk een uur of 9 à 10. Hard labeur dus met een behoorlijke marge van onvoorspelbaarheid. Mijn vorige drie deelnames waren elk op hun manier een uitdaging van jewelste. De enige zekerheid is dat ik mezelf een paar keer zal tegenkomen.

Wat ik al op zak heb, is een artikel in de krant samen met mijn broer. Het is dat ik geen bucket list heb, anders kon ik dit afvinken. Waarom wilde ik eigenlijk zo graag eens deelnemen aan de Hel? De eerste keer dat ik voor Seppe ging supporteren was in 2014: het jaar dat ik een loper werd en plots ook meer belangstelling kreeg voor de sportieve exploten van mijn broer. Wat een magische ervaring! Ik werd overdonderd door wat ik zag, ook door de te harde beats van DJ Infinity in de sporthal die daags nadien nog door mijn lichaam gonsden. Toen mijn leven in 2015 een andere wending nam, werd ook de kriebel om in Kasterlee ooit eens zelf in “het bosje” rond te rijden alleen maar groter. Al helemaal toen mijn pappie op 56-jarige leeftijd zijn Hel-debuut met glans doorstond. Uiteindelijk stond ik in 2018 voor het eerst zelf aan de start. Ik was helemaal doordrongen van het feit dat ik iets aan het doen was waar ik al lang van droomde (nee, ik heb dus echt geen bucket list). Dankzij Seppe is de Hel van Kasterlee een memorabel evenement in onze familie, iets dat tot de verbeelding blijft spreken.

Als vrouw van het gevoel wil ik zoveel mogelijk mijn eigen ding doen, me niet laten opjagen door de omstandigheden (al is dat onvermijdelijk) en vooral op zoek gaan naar dat goede gevoel. Een mix van de Joke van 2018 die als een blij ei rondfietste omdat ze meedeed aan de Hel en de strijdende mountainbiker die ik vorig jaar in mezelf ontdekte. Om af te sluiten haal ik mijn dankbaarheidsplaat maar weer eens boven (die kan je nooit grijs genoeg draaien). Hoe kan het anders dan dat Invaincu van Stromae volgens Spotify mijn topnummer van 2022 was?! Team Invaincu bestaat voor deze uitdaging uit een ijzersterke equipe: ouwe getrouwen en ook nieuwe gezichten. Een team dat met momenten net zoveel stress ervaart, dat ook net zo uitgelaten is en mij doet stuiteren van geluk. Samen sterk en onoverwinnelijk. Dwars door de Hel en als het moet nog eens terug. Kasterlee, here we come!

IMG_0200b

De race – De Hel van Kasterlee december 2021

19 december 2021 – wat een dag!
Ik deed het weer, finishen in de Hel van Kasterlee. Seppe slaagde daarin voor de tiende keer en haalde zijn negende overwinning binnen. Wat een broer! Mijn derde editie wil ik onthouden als de meest strijdlustige, ook de meest emotioneel overdonderende. Deelnemen of betrokken zijn bij de Hel van Kasterlee voelt alsof je voor één dag een magische plek betreedt waar je losgekoppeld wordt van het leven van alledag. Voor één dag mag ik een rolletje spelen in een indrukwekkend schouwspel met mijn broer in de hoofdrol. De Hel dat is elk jaar weer een spektakelstuk met vuurwerk (letterlijk en figuurlijk), met een rijk gevuld palet aan emoties. Contentement, ongeloof, frustratie, dankbaarheid, onoverwinnelijkheid, familiale gezelligheid, onversneden euforie, teleurstelling en loopgeluk: het passeerde bij mij allemaal de revue. Na een strijd van 9 uur en 53 minuten liep ik uiteindelijk naar een vierde plek, die voelde zowel aan als een overwinning als een nederlaag. Moest mijn dag in deze bijzondere editie van de Hel een roman zijn, dan was het een thriller.

Wat voorafging
Het najaar van 2021 noemde ik al eerder mijn sportieve renaissance. Nadat de crisis alle sportevenementen van de agenda schrapte en ik mezelf wist te vermaken met allerhande sportieve doelen, was daar toch een heel grote zucht van opluchting toen Roos en ik er weer samen op uit konden trekken om te gaan lopen. De 20 km van Brussel was het bewijs dat we allebei in topvorm verkeerden. En dat was nog maar het begin van de loopvreugde! In september en oktober liep ik al mijn looprecords van de tabellen met de marathon in Rotterdam als een absoluut hoogtepunt. En plots was het dus november, was het grijs en nat, was er weer volop corona-ellende en denderde ik af op mijn volgende doel: de Hel van Kasterlee. Onder het juk van heel veel schoolwerk en veranderende maatregelen kreeg ik er een halftijdse job bij (want dat is een voorbereiding op de Hel). In december zag ik het een paar keer somber in, die Hel zou ons ook dit jaar weer door de neus worden geboord. Toen dat uiteindelijk niet zo bleek te zijn, was daar ook het besef dat ik dit jaar – meer dan ooit – blij moest zijn om fit aan de start te staan.

SZVS2856
Klop, klop. De duivel geeft nog geen gehoor.

Vlak voor de start
Een dag in de Hel begint ’s nachts. Traditiegetrouw boekte ik een zusterlijk logement in de Kempen bij Marike en werd ik om 4u15 gewekt uit een vreemde droom om een andere droom te gaan waarmaken. Samen met Roos, mijn officiële coach, werkte ik nog een koolhydraatrijk ontbijtje binnen. We vulden nog wat drinkbussen, showden onze outfits en laadden nog wat bakken in de auto (spullen, spullen, al die spullen!). Via de meest desolate weg ooit (als er een hel bestaat, dan ziet de weg ernaartoe er zo uit) kwamen we iets na zessen aan in een relatief rustig Kasterlee. De poort naar de Hel was nog gesloten. Ik installeerde m’n spullen in de kleedkamer, ging een keer of vijf naar de wc, bracht m’n fiets naar de wisselzone en wachtte af tot het eindelijk zou beginnen. In vergelijking met de voorbije jaren was ik iets minder nerveus en gestresseerd. Zou dat echt door de ervaring komen? Na een laatste peptalk van Roos en papa was het dan tijd om naar het startvak te gaan.

helseppe

De race
Er staan uiteindelijk zo’n 350 atleten aan de start die om 8u stipt weg knallen. Het eerste loopnummer is een rondje van 15 kilometer. Lang genoeg om in een goed tempo te vallen, kort genoeg om er meteen al de pees op te leggen. Onderweg hoorde ik meermaals dat ik als vierde vrouw liep. Voor mij was het allemaal prima. Ik zou me niet laten opjagen door de wedstrijd. Deze Joke had ervaring en wist dat de dag nog heel lang zou zijn. Na 1 uur en 4 minuten kwam ik al bij de sporthal en sprintte ik met extra gezwinde pas naar de kleedkamer om mij te transformeren tot mountainbiker. Juan stond me breed glimlachend op te wachten in de wisselzone: voor hem was het al de zesde Hel van Kasterlee en – flash forward – hij zou meer dan ooit een rol van betekenis spelen. Daar ging ik dan, voor een eerste mountainbikeronde van 23 kilometer. Een opvallend droge ronde in vergelijking met de voorbije jaren. Ik zou echter rustig blijven, niet te hard van stapel lopen, zeker geen onnodige risico’s nemen om me in de competitiestrijd te mengen. Ik zou mijn eigen ding doen. Het parcours lag er zo goed bij dat ik het op sommige plaatsen amper herkende: ik reed heuveltjes op alsof het niks was, er waren geen “mottige” afdalingen. Kortom, dit zou best nog ‘ns leuk kunnen worden.

FDPT8367
Bevoorrading van de supporters (eigen catering uiteraard) met in het midden de voetpomp die een belangrijke rol zou gaan vervullen.

Na welgeteld 11 kilometer was het gedaan met het fietsplezier. Ik voelde plots geen demping meer onder m’n zitvlak, mijn achterband stond volledig plat. Materiaalpech dat is één van mijn grootste nachtmerries. Het is één van die factoren die je niet in de hand hebt en – eerlijk is eerlijk –  er schuilt geen groots technicus in mij. Nu was deze Joke voor een keer best goed voorbereid op fietspech. Zoals altijd reed ik tubeless (yeah), maar had ik ook een fietspompje bij, een reserve binnenband én een set bandenlichters. Jawadde. Een eerste poging om lucht in die band te krijgen en de magie van tubeless te aanschouwen, leverde een teleurstelling op: er gebeurde just niks. Tot daar drie redders in nood passeerden, vriendelijke mannen op de fiets die vaststelden dat een nieuwe binnenband noodzakelijk was. Dat werd voor mij gefikst en na een uitgebreide bedankingsrede kon ik mijn fietsronde verder zetten. Ik voelde me zowel opgelucht als opgejaagd. Ja, ik fietste weer, maar hoe was het in godsnaam mogelijk om na een half uur op de fiets lek te rijden? 2 kilometer verder passeerde ik een eerste keer bij mijn supporters en met een lichte ondertoon van frustratie riep ik dat ik al was platgereden en of ze de voetpomp uit de auto konden gaan halen zodat ik bij mijn volgende passage desgewenst nog wat meer druk op de band kon zetten. Mijn binnenband hield het echter niet zo lang vol. Nog 2 kilometer verder reed ik langs de kleine Nete (ik zou ook pas later horen dat “het water” daar zo heet) en stond mijn achterband weer volledig plat. Dit kon toch echt niet waar zijn?

Een koppel wandelaars snelde me meteen te hulp. Mijn band werd nog maar eens opgepompt, wederom zonder succes. De vrouw ging hulp vragen bij een coach aan de overkant terwijl ik met hun gsm Coach Roos kon bellen. Samen met papa zou zij zich naar de plek des onheils begeven mét onze grote pomp en hopelijk een heel arsenaal aan technisch gerief. Seppe zei me nadien als ge met tubeless helemaal plat rijdt dan is het echt dikke miserie. En Seppe heeft meestal gelijk. Ook Coach Stijn Van Roy (broer van Simon) ondernam nog een poging om wat druk in mijn band te krijgen, maar concludeerde vrij snel dat ook mijn binnenband lek moest zijn. En ja, daar stond ik dan: 15 kilometer gefietst, nog geen spat modder op mezelf of mijn mountainbike, slechts lichtjes bezweet van het lopen en het besef dat het hier aan de houten brug zou kunnen eindigen. De tijd bleef doortikken, Roos kwam aan, leefde intens mee en belde nog een paar keer nerveus naar papa. Zou mijn race er hier en nu echt opzitten?

CFUC2985
Foto van de dag, foto van het jaar, foto voor de eeuwigheid
AMRQ0075
Vijf helden met nen 28

Mijn blik met reddende engelen bleek echter nog niet leeg te zijn… als de nood het hoogst is, dan zijn Pat en de Haventrappers nabij! Vijf mannen in blauwe tenue op de mountainbike: hadden zij misschien nog een reserveband bij? Ja natuurlijk! Alleen, ik reed met “ne 26” (nie-mand rijdt daar nog mee!), zij hadden allemaal “nen 28”. Op de fiets does size matter. Juans buitenband werd aan een grondige inspectie onderworpen. De oorzaak van de lekke binnenband kwam aan het licht: er zat een klein pinnetje muurvast in de buitenband. Gelukkig waren de Haventrappers op alles voorzien, met aangepast gereedschap slaagden ze erin om het pinnetje uit de band te duwen. Al was er dus nog steeds dat verschil in bandgrootte. Ze konden wel proberen om een te grote band in mijn wiel te proppen, maar dat gaven ze weinig kans op slagen. Ziedaar het mirakel: met z’n tweeën lukten het om de binnenband onder stevige druk op z’n plaats te krijgen. 45 minuten had ik stilgestaan met bandenpech, als bij wonder kon ik mijn race verderzetten.

Soms moet je eerst in een nachtmerrie te belanden om te beseffen wat je dromen waard zijn. Na mijn onverwachte doorstart overviel mij een gelukzalig gevoel van dankbaarheid! Al die mensen die het mogelijk hadden gemaakt dat ik weer aan het fietsen was, die intens hadden meegeleefd en me dit gunden! Een snelle rekensom leerde mij dat het, ondanks mijn lange pitstop, nog steeds mogelijk was om de tijdslimiet van het fietsgedeelte te halen. De competitie kon me gestolen worden. Vandaag zou met opgeheven hoofd de eindmeet halen mijn missie worden. Hier had ik voor getraind. Ik zou de longen uit mijn lijf mountainbiken om ook deze Hel tot een goed einde te brengen. Met 1 uur en 45 minuten zou mijn eerste fietsronde voor één keer de traagste zijn. Het kon alleen maar beter gaan. Fingers crossed dat mijn banden het zouden houden. Met het mes tussen de tanden fietste ik mij een weg door de Kastelse bossen.

hel_DSC08341

Wie mij in het echt kent, weet dat ik doorgaans een rustige vrouw ben (zij het met een enthousiaste kant onder de juiste omstandigheden). Ik hou de teugels graag strak in handen, ik ben doordacht en ingetogen. Heel soms komt er ook iets in mij naar boven dat ik moeilijk onder woorden kan brengen. Noem het een beest, noem het mijn duivels die ik ontbind. Noem het koppigheid of karakter. Waar ik de eerste 15 kilometer met een ei in mijn broek had rondgereden (zo voorzichtig en behoedzaam), zo mountainbikete ik nu alsof mijn leven ervan afhing. Ik voelde dat mijn training had geloond, dat ik dus echt wel met vaart en lef een bocht of afdaling kan pakken, dat ik tegen 30 km/u door een bos kan vlammen met een te grote binnenband. Als er een prijs voor de strijdlust zou zijn, dan zou ik die vandaag binnenhalen. Niet door op z’n Thomas De Gendts kilometers lang in de aanval te rijden, wel door als een malle mina aan een inhaalrace te beginnen. Ik reed namelijk in quasi laatste positie. Zelfs als die binnen- of buitenband het niet zou houden, dan zou ik al strijdend uit de race stappen.

hel_DSC08191
Je zou het niet zeggen, maar wij zijn dus echt familie.

De aanmoedigingen van mijn supporters gaven me nog meer vleugels. Ik kreeg een krop in de keel toen mijn bestie An met haar gezin bij wijze van verrassing langs het parcours stond. Jeetje, nog mensen die het zo goed met mij voor hadden. Na een snelle tweede fietsronde maakte ik een heel korte stop bij Coach Roos die me nog wat sportvoeding in de mond duwde en aanmoedigingen om het hoofd smeet. Het was 12u, ik had nog ruim 3 uur om 2 fietsrondes af te leggen. Tijd zat! om het met de gevleugelde woorden van mijn peter Mark te zeggen. Ook mijn derde fietsronde vloog voorbij. Mijn banden leken het te houden, al voelde ik vooral op het asfalt wel wat extra bounce onder m’n derrière door het bobbeleffect van die te grote band. In ronde 4 besefte ik dat ik niet over bovennatuurlijke krachten beschikte. Ik maakte hier en daar eens een foutje, moest al eens een voet zetten, vloekte toch wat meer op de modder. Mijn rug begon pijnlijker aan te voelen, ook mijn nek liet zich af en toe eens opmerken. Het einde was in zicht: de volgende ronde zou ik dit allemaal voor het laatst doen.

269601739_10228706175909369_1509382516802563259_n
Seppe begint aan zijn eerste loopronde als ik nog een ronde op de fiets voor de boeg heb. Niks nieuws onder de zon eigenlijk.

Mijn laatste ronde op de fiets legde ik niet alleen af, maar in het gezelschap van Kristof, een grote fan van Seppe (wie niet?), die ervan droomde om voor de eerste keer te finishen in de Hel (wat hem uiteindelijk ook is gelukt). Wat afleiding in de vorm van een babbeltje was meer dan welkom na 90 kilometer op de fiets. Ik popelde van ongeduld om te kunnen lopen. Wellicht ben ik de enige die reikhalzend uitkijkt naar een slotrun van 30 kilometer. Op 300 meter van de wisselzone bleek er echter nog een restje pech voor mij in het vat te zijn. Ik schakelde wat bruusk (dat gebeurt wel vaker) waarop mijn ketting volledig blokkeerde. Daar stond ik dus weer te voet. Mijn ketting leek in een knoop te liggen die ik niet kon loskrijgen. Er zat dus niks anders op dan met de fiets aan de hand richting de wissel te lopen. Ach ja, dit kon er nog wel bij na 115 kilometer mountainbike-vertier.

IWDL8767
Papa en ik. Ook een foto voor de eeuwigheid.

Na een snelle wissel in de kleedkamer gaf Coach Roos me de zoveelste peptalk: focus op je eigen tempo, er is echt nog wel wat mogelijk in de competitie. Daar gingen we dan, ik liep, Roos zat op de fiets, zoals dat wel vaker gebeurde dit jaar. Ook papa vervoegde ons snel. Ik kreeg nog een aanmoediging van Natalie Franken (de winnares van 2019) en weg waren wij. Mijn benen voelde veelbelovend aan: soepel, krachtig en ook het hoofd zat goed. Ik citeer Roos: we gaan hier vooruit aan een rotvaart! Ook hier had ik voor getraind, dit was wat ik écht kon. Het gaf me nog meer zelfvertrouwen dat ik veel lopers kon inhalen. Dat bedoel ik zeker niet oneerbiedig, want de meesten liepen al hun tweede ronde. Na 1 uur en 7 minuten had ik mijn tweede 15 kilometer er al op zitten. Ik probeerde te genieten van de aanmoedigingen langs de sporthal en bereidde me mentaal voor op de echte finale. Een laatste sportieve exploot, nog eens 15 kilometer lopen dus terwijl het donker begon te worden. Uiteraard begon de adrenaline bij mij ook stilaan uit te werken. Gelukkig waren mijn hartslag en tempo nog steeds heel acceptabel. Ik moest niet te veel meer nadenken. Soms is het kinderlijk eenvoudig en moet je gewoon blijven lopen met het besef dat dit eindig is en dat het een moment is waar je nog vaak op zal terugblikken. Tijdens mijn laatste loopronde haalde ik uiteindelijk nog drie vrouwen in. Na 2 uur en 21 minuten liep ik over de rode loper de lege sporthal in waar ik warm werd onthaald door speaker Hans en organisator Ben. Ik strandde op een luttele 5 minuten van het podium. Al kan ik beter zeggen dat ik me naar een vierde plaats knokte. Het zat erop. Het was mooi geweest.

DHAJ6548
Het optimisme en enthousiasme van Roos zijn onuitputtelijk.

De conclusie
Hans noemde mij de pechvogel van de dag. Enerzijds kan ik niet anders dan hem volmondig gelijk geven. Anderzijds ben ik net zo goed een grote geluksvogel. Hoe zuur zou het geweest zijn om na 15 kilometer op de fiets de race te moeten staken? Ongeluk gaat vaak gepaard met veel geluk: dat de juiste mensen op de juiste plaats staan, dat je materiaal uiteindelijk toch meewerkt en het uithoudt. Vlak na de finish primeerde dat gevoel van trots. Ondanks de omstandigheden had dit marathonlopertje het toch weer geflikt, finishen in de zwaarste winterduatlon ter wereld. In 2014 was ik voor het eerst toeschouwer in de Hel. Had je mij toen gezegd dat ik drie keer zou deelnemen én de eindmeet halen, ik had eens hartelijk gelachen. En nu denk ik dat de kans reëel is dat er toch nog een vierde deelname komt, dat de trilogie een sequel krijgt. Omdat ik ook heel veel plezier uit de race heb gehaald. Omdat ik de Haventrappers niet wil missen langs de kleine Nete. Ik ben nog niet klaar om de Hel los te laten.

Ook op basis van de cijfers kan ik niet anders dan concluderen dat ik mijn beste Hel ooit aflegde. Juist omdat ik helemaal niks te verliezen had, reed ik de mountainbikerace van mijn leven. Voor de derde keer op rij liep ik de snelste 30 km van de vrouwen. In de eindrangschikking liet ik nog een man of 90 achter mij. Een podiumplaats zou een officiële bekroning geweest zijn voor mijn remonte. Uiteraard hebben de drie vrouwen die voor mij zijn geëindigd net zo goed gevochten voor hun plekje. Ook zij verdienen het meer dan ooit om daar staan. Niemand heeft mij bestolen. Tot twee dagen na mijn finish zat ik (boven mijn stapel te verbeteren examens) best hard te balen en te janken om alles wat er gebeurd is die dag. Ik was emotioneel ontwricht. Ik had tijd nodig om alle indrukken te verwerken. Er vloeiden heel wat tranen van ellende en ontlading. Ook tranen van geluk en ontroering, om het prachtige verhaal van de Haventrappers dat ik voor eeuwig zal koesteren en al die toevallige passanten die een hoofdrol speelden in het verhaal van mijn Hel. Sport is emotie, ik zeg het zelf maar al te vaak en ik heb het nog maar eens aan den lijve mogen ondervinden. En net dat maakt het zo mooi.

Enkele weetjes

  • Ik tankte mij een hele dag bij op vervallen sportvoeding. De oorzaak: anderhalf jaar zonder sportcompetitie en ik die het zonde vind om iets weg te gooien.
  • Tijdens de depannage van mijn bandenellende vielen meermaals de magische woorden “bommeke” en “compresseur”. Nu ben ik dus heel benieuwd geworden hoe zo’n bommeke in actie eruit ziet. Het moet iets heel speciaals zijn.
  • Er stonden 10 vrouwen aan de start van deze Hel en voor het eerst haalden die ook allemaal de finish. Een applaus voor Karen, Lotte, Ellen, Sofie, Debby, Marlies, Elly, Joke (niet ik) en Véronique. Voor sfeer en gezelligheid in de kleedkamer geef ik een 10/10.
  • Wordt het trouwens niet eens tijd dat het prijzengeld bij de vrouwen gelijk staat aan dat van de mannen?
  • Ik blijf me verbazen over de veelheid aan spullen die je nodig hebt als duatleet. De gedachte dat je er dan ook nog een derde sport, met spullen, bij zou nemen, vind ik hallucinant. Lang leve het minimalisme van de loper!
  • Papa fietste uiteindelijk ruim 60 kilometer: 30 kilometer heel snel met Seppe, 30 kilometer behoorlijk snel met mij. Top-vadertje!
  • Mama moest het spektakelstuk van thuis uit volgen. Er was gelukkig een livestream, maar die liet het al eens afweten. Zware tijden voor een moederhart. Needless to say dat we haar hebben gemist!
  • Ik krijg al eens complimenten voor mijn stijlvolle wieleroutfits (waarvoor dank). Wie ook graag fashionable op de fiets zit, kan ik het Italiaanse merk 8848 Altitude aanbevelen en het Oostenrijkse Löffler. Niet gesponsord (helaas).
  • Wie dan weer vond dat mijn haar zo goed gestyled vanonder mijn helm of pet uit piekte: ik ging daags voordien naar de kapper. Een beetje raar, maar het kwam nu eenmaal zo uit.
  • Ik ben heel blij dat mijn hypothese klopte dat er altijd wel een behulpzame medemens langs de kant zou staan om mij te helpen met fietspech. Sterker nog: ik had twee handen nodig om ze te tellen.
  • Onze playlist voor het laatste loopnummer had de titel Hell Yeah. En of het een succes was! Eén van de hoogtepunten vond ik Les lacs du Connemara met papa die zijn smoezelige zakdoek bovenhaalde. Everywhere van Fleetwood Mac was dan weer het emo-momentje met Roos.
  • Een grote dankjewel aan Bert Aerts, Willy Boeykens, Wim Goossens en Roos Odeyn voor het fotografisch bewijs van mijn helletocht!
  • De volgende editie van de Hel wordt sowieso een bijzondere: het is de 20e Hel ooit en Seppe kan zijn 10e overwinning pakken.
267999588_10228706177709414_3544898089572927645_n
Drie Odeynen op een rij!

Duatlonspecial – Met zicht op de Hel

Over welgeteld 24 uur begin ik nu te lopen. In het donker, met een vrouw of 10 en een man of 400 rond mij. En dan begint het toch echt: de Hel van Kasterlee – editie 2021. Mijn derde, Seppes tiende. Nochtans zag het er een paar keer naar uit dat er ook dit jaar geen Hel zou zijn. Een streep door de rekening voor wat een sportieve hoogdag is in onze familie. Meer dan ooit is het dit jaar dus een prestatie om aan de start te staan, liefst van al voorbereid en fit. Meer dan ooit zal het ook een corona-editie zijn. Zonder toeschouwers in de sporthal, zonder catering, met gemondmaskerde supporters en deels ook atleten. Zonder mama voor ons, want die zit in quarantaine. Onze luidste en vurigste supporter zal het dus via de livestream thuis moeten beleven. Vreemd, raar, anders dan anders. Zoals wel vaker het afgelopen anderhalf jaar, wennen doet dat niet.

Door die bijzondere omstandigheden en de onzekere aanloop ernaartoe weet ik niet zo goed wat ik ervan mag verwachten. In mijn voorbereidingen heb ik eigenlijk alles kunnen doen zoals ik het wilde. Ik reed heel veel fietskilometers bij elkaar, ik ging ook vaak echt lang fietsen, ik trotseerde veel wind, modder en regen. Ik deed vertrouwen op met Frans Claes. Vijf weken geleden werd ik nog derde op de halve marathon in Kasterlee, al ging dat iets minder gezwind dan hoe ik in september en oktober door Brussel, Antwerpen en Rotterdam daverde. Enfin, ik moet niet flauw doen: ik ben nog steeds in goede vorm, niet meer de uitgeruste topvorm van vlak na de zomer, maar dat is ook onmogelijk omdat ik na mijn marathon geen rust nam.

Waar ik er bij mijn marathon-voorbeschouwing prat op ging om mijn ambitie uit te spreken, ben ik voor de Hel een pak voorzichtiger. De race is zo lang en onvoorspelbaar. Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee moet houden of die je simpelweg kunnen overkomen. Mijn doel blijft daarom om te kunnen finishen met een positief gevoel. In 2018 maakte ik onverwacht een droomdebuut in de Hel door meteen als derde te eindigen. Dat kwam niet zozeer door mijn fietscapaciteiten, als wel door de positieve ingesteldheid waarmee ik toen in de wedstrijd zat. Meedoen aan de Hel voelde als een groot cadeau dat ik stukje bij beetje mocht uitpakken. Ik besefte dat ik iets aan het doen was waar ik al lang van droomde, iets wat mij ook wel leek te liggen. In 2019 was ik zowel in de aanloop naar de Hel als tijdens de wedstrijd te hard en veeleisend voor mezelf. Ik vloekte en zuchtte, het cadeau was een vergiftigd geschenk geworden. Ik heb tijd nodig gehad om te beseffen dat de finish bereiken toen net zo goed een tour de force was.

IMG_6995b

De afgelopen weken deed ik, zoals dat hoort, beduidend minder kilometers en liet ik de mountainbike, Juan voor de vrienden, wat vaker in de veranda staan. De liefde tussen ons is niet over, noch bekoeld, maar – eerlijk is eerlijk – fietsen in een grijs november met de akelige schaduw van de crisis boven het hoofd maakte dat de voorbereidingen er eens zo hard in hakten. De weg naar de hel mag dan geplaveid zijn met goede bedoelingen, de omstandigheden maakten het soms verdomd lastig om van dat proces te genieten. Gelukkig was het niet al kommer en kwel de afgelopen trainingsweken. Er waren genoeg momenten dat ik de vonken en sprankels van 2018 in alle hevigheid voelde rondspringen in mijn buik, gewoon omdat ik blij was dat ik een mountainbike had om mee rond te crossen (en verloren te rijden).

Wat ik leerde van mijn straffe loopprestaties de afgelopen maanden is dat ik een bepaalde mate van onbezonnenheid nodig heb om mij volledig te kunnen overgeven aan het avontuur. Ik moet de strijd aangaan met een opgeheven, fris en vrolijk hoofd, wat niet betekent dat je mij ruim 160 kilometer lang zal zien glimlachen. Als dat gevoel primeert en ik na een uur of 11 die rode loper betreed, dan kan ik niet anders dan een tevreden vrouw zijn. Een paar uur na mijn marathon in Rotterdam zei ik dat mijn sportieve jaar niet meer kapot kon door de sportieve hoogtepunten die ik al mocht beleven. Ik zei toen letterlijk, zelfs als die Hel lelijk tegenvalt dan kan ik niet anders dan tevreden terugblikken op wat is geweest. Maar zoals dat gaat met doelen en ambitieuze recreanten of hobbyisten die ze najagen: je vergeet al snel om content te zijn met wat je al hebt mogen meemaken. Wel, ik ga nu echt proberen om me daar niet door te laten vangen.

Maar toch, duimen jullie mee dat 505 een geluksnummer wordt?

Duatlonspecial – Mijn trainingsprincipes voor de Hel

Vlak na mijn avontuur in Rotterdam zei ik meermaals dat de wereld niet stopt met draaien omdat ik een snelle marathon gelopen heb. Al helemaal mijn professionele leven als leerkracht niet, want maandag stond ik gewoon op post in de klas. Vreemd genoeg voelde ik me niet moe. Tot ik het laatste restje adrenaline, waar ik al een volle week op leefde, had opgebruikt. In Rotterdam had ik de vrouw met de hamer ternauwernood kunnen ontwijken, op woensdag deelde ze me alsnog een venijnige tik uit. Loslopen resulteerde in een herbeleving van mijn pijnlijke laatste marathonkilometers. Mijn woonwerk-verkeer op de fiets kroop slakgewijs vooruit. In de klas moest ik hard mijn best doen om uit de laatste vaatjes energie te tappen. Kortom: ik was op. Zaterdag begon ik de herfstvakantie bivakkerend in de zetel met een boek. Zondag was ik herboren en zat ik blij als een kind op de mountainbike.

Het volgende sportieve avontuur dient zich namelijk aan. Jawel… ik doe ook dit jaar weer mee aan de Hel van Kasterlee. Op 19 december zal ik daar voor de derde keer aan de start staan om er belachelijk veel kilometers te lopen (15), fietsen (115) en nog eens lopen (30). Na mijn deelname in 2019 heb ik nochtans heel goed nagedacht of ik me er nog wel aan zou wagen. Ik heb twee keer kunnen finishen en haalde bij mijn debuut zelfs het podium, dat is zonder meer mooi. Twee jaar geleden wogen de voorbereidingen zwaar op mij. Ik zat niet goed in m’n vel, modderde op alle vlakken maar wat aan en dat voelde ik toen ik mijn lichaam in december door de Hel joeg. Net daarom ga ik nu de uitdaging nog eens aan. Ik wil me nog eens goed (beter) voorbereiden en ook meer plezier beleven aan de race dan de lijdensweg van 2019. Een trilogie in de Hel: daar teken ik voor.

IMG_6766b

Het lastigste onderdeel is voor mij het fietsgedeelte. 115 kilometer mountainbiken in barre omstandigheden: ik ben heus niet de enige die dat een intimiderend gegeven vindt. Bovendien ben ik een loper en ligt mountainbiken in wedstrijdverband, omgeven en gedomineerd door mannen, ver buiten mijn comfortzone. Bij wijze van grondige voorbereiding was het dus hoog tijd om de confrontatie met de modder aan te gaan. De herfstvakantie bombardeerde ik prompt tot mountainbike-stage, niet in het zonnige Spanje, wel in het grijze Hageland. Op 6 dagen tijd fietste ik 374 kilometers bij elkaar, verspreid over diverse mountainbikeroutes in de omgeving. De eerste dag was behoorlijk confronterend: ik sukkelde en sakkerde, vloekte binnens- en buitensmonds, ploeterde en ploegde, ging onderuit en dan weer verder. Gaandeweg vond ik echter mijn ritme en zo fietste ik elke dag met wat meer vertrouwen rond. Een goede mountainbiker zal ik nooit zijn, een efficiënte plantrekker wel. Omdat mijn ervaringen met de Hel hier de laatste tijd opvallend vaak worden aangeklikt en omdat ik mede-hellegangers niet kan verblijden met keiharde trainingsschema’s, wil ik wel vertellen hoe ik zo gericht mogelijk probeer te trainen in functie van mijn doelen en agenda. Bij deze dus mijn vijf trainingsprincipes voor de Hel met één heel grote disclaimer: ik doe ook maar wat. Hier gaan we.

Train zoveel mogelijk in plaats van zo lang mogelijk, stort je dus niet alleen op lange trainingen in het weekend, maar probeer loop- en fietskilometers te spreiden over de week. Op die manier krijg je automatisch variatie in je trainingsmomenten waardoor je niet alleen traint als de zon schijnt en je uitgeslapen/goedgemutst bent. Juist met een drukke agenda is het de kunst om je tijd zo optimaal mogelijk te benutten. Ik kan bijvoorbeeld op school tijdens een springuur van 50 minuten een loopoutfit aantrekken, 6 kilometer lopen én douchen. Ochtend- en avondtrainingen zijn dan weer zinvol omdat je je lichaam een trainingsprikkel geeft met weinig in de tank, vermoeide benen en/of een gebrek aan goesting. Net die ervaring heb je nodig om mentaal weerbaar te zijn in de Hel.

IMG_6756b

Duatlon = lopen+fietsen en fietsen+lopen, die combinatie kan je dus best ook oefenen. Ik ga zelf heel vaak lopen nadat ik een paar uur heb gefietst. Dat is dan thuiskomen, fiets wegzetten, helm af, petje op, schoenen wisselen en lopen maar. Ik moest in het begin heel erg wennen aan de overschakeling van fietsen naar lopen, maar al snel bleek ik veel rendement te halen uit die korte, intensieve trainingsloopjes. Het is de ideale manier om het pittige einde van een duurloop te simuleren zonder dat je lichaam de impact van loopkilometers moet verteren. Eerst lopen en dan fietsen doe ik soms ook, maar dat is minder uitdagend.

Zoek zowel de eenzaamheid als het gezelschap op, of je nu alleen traint of in gezelschap: het is allebei goed en het is allebei nodig. In de Hel moet je het merendeel van de wedstrijd in je eentje afhaspelen. Met momenten is dat oersaai. Trainen in gezelschap biedt de nodige afleiding en vooral ook gezelligheid. Marike en Leah vergezelden mij vorige week op de fiets tijdens een looprondje (in de regen, die zusterliefde is echt onuitputtelijk). Vandaag ga ik fietsen met Roos, mijn persoonlijke coach in de Hel (ik deed haar een officieel aanzoek en ze was zo gek om weer ja te zeggen). Wij cultiveren die coach-atleet band ook, waardoor ik me nog meer geruggensteund voel door mijn zusjes.

Maak van de modder je vriend, hoop niet op goed weer tijdens de Hel. Bid niet tot de weergoden, ze zullen niet luisteren. Ga er voor het gemak van uit dat het slecht weer zal zijn. Punt. Je zal vaak genoeg hebben getraind als het weer zich niet van z’n fraaiste kant toonde. Vertrouw erop dat je dat aankan. Bij mijn eerste deelname in 2018 was het parcours afgetopt met een laagje sneeuw, in 2019 regende het de hele dag. Vooral aan het begin van het fietsgedeelte stoorde ik me daaraan, nadien – als je gewoon blij bent dat je nog vooruit gaat in die ellendige modderpoel – was de nattigheid het minste van mijn zorgen.

Zoek voeling met de Kastelse grond, door deel te nemen aan een groepstraining of er op eigen initiatief in de bossen te gaan crossen, dat kan al fietsend of lopend. Het gaf mij vertrouwen om daar eens op mijn mountainbike te rijden, zelfs met de wetenschap dat het parcours er enkele weken voor de Hel nog heel berijdbaar bij ligt. Om de benen eens goed los te gooien tekenen wij in familieverband ook traditiegetrouw present voor de halve marathon van Kasterlee die aanstaande zondag doorgaat. Seppe, Roos en ik zullen er aan de start staan. Ik ben alvast heel benieuwd wat mijn benen te zeggen hebben drie weken na de marathon. Hopelijk zit er weer wat vuur in! Geen zin om een halve (of hele) marathon te lopen? Kom dan gewoon supporteren en laat je onderdompelen in de Kastelse gezelligheid. Allen daarheen!

IMG_6751b

Duatlonspecial – Seppe de wereldkampioen

Hij deed het weer. Seppe werd wereldkampioen duatlon op de lange afstand. In 6 uur en 6 minuten liep hij 10 kilometer, fietste hij er 150 om dan nog eens 30 kilometer te lopen. Het Zwitserse Zofingen stond traditiegetrouw garant voor een pittig parcours, berg op en af dus en dat allemaal tegen een donkere lucht, in de regen en de kou. Echt takkeweer! Niet dat hij die zware omstandigheden nodig had om de wedstrijd te domineren. He looks so powerful! He completely destroyed this course! om het met de woorden van de commentator te zeggen. En ook he’s such a nice guy, misschien wel het belangrijkste.

Ik ben altijd trots op mijn broer, altijd fier om zus van te zijn, maar deze week loop ik er triomfantelijk bij. Omdat ik besef wat het vergt om wereldkampioen te worden. Tonnen toewijding, trainingsarbeid en focus. Elke dag weer. Jaar in jaar uit. Onze brobro is wereldkampioen. Dat is toch niet normaal?!

BUIO8312b
Roos en mama, de vrolijke wandelaars, gooien daags voor de wedstrijd de benen los in de Zwitserse bergen.

 

RWRB9379b
Vik Odeyn was vooral onder de indruk van de cheerleaders. Zij vielen ook als een blok voor hem.

 

NGOQ3201
Het Herentse ontvangstcomité

Oh nee, geen Hel van Kasterlee 2020!

Dat de Hel van Kasterlee vandaag niet doorgaat, is erg begrijpelijk: het is 10 graden en droog, mogelijk zelfs zonnig. In de Hel regent het of sneeuwt het, is het grijs en grauw, krijgen de begrippen “modder” en “koude” een tweede en derde dimensie. De Hel is afzien en genieten. Vandaag geen sporthal, geen Ben en Hans, geen strijd en glorie. Vandaag bloedt het sporthart van Team Odeyn en aanverwanten. Dit jaar dus geen uitgebreid verslag over helse ervaringen in Kasterlee. Ik denk dat ik zelfs de modder, de nattigheid en mijn open geschuurd zitvlak zal missen. Naar aanleiding van deze bijzondere dag vuurde ik enkele vragen af op mijn familieleden (inmiddels zijn ze dat gewend). Meermaals kreeg ik te horen: je kan de Hel niet beschrijven, je kan niet uitleggen wat het is als je er nooit bent geweest. Maar kijk, in tijden van crisis doen we toch een poging.

Ik geef eerst het woord aan Valerie, mijn schoonzus, mama van Laurien (4) en Vik (1) en zoveel meer dan de vrouw van Seppe. De week voor de Hel is het voor ons gezin minder druk dan de weken ervoor omdat Seppe dan juist minder traint. Wij zijn dan vooral met het weer bezig en alle mogelijke denkpistes die daarbij horen. Ik ben in die week ook altijd jarig. Afhankelijk van hoe dicht mijn verjaardag bij de Hel valt, is de feestmaaltijd eerder vettig of mager. De dag van de Hel zelf wordt met de jaren juist spannender. Ik geloof altijd in Seppe, aan hem twijfel ik nooit, maar ieder jaar opnieuw moet alles ook meezitten en mag je geen materiaalpech hebben. Het geluk moet altijd aan je zijde staan. Aan elke Hel-editie heb ik een speciale herinnering: ik heb twee keer zwanger langs het parcours gestaan, er was de eerste keer met Laurien en de eerste keer met Vik erbij. Dat maakt het extra bijzonder. Sinds vorig jaar leeft Laurien ook heel hard mee met haar papa. Tijdens de wedstrijd is ze dan wat opgejaagd en vraagt ze altijd: gaat papa winnen? Ze is heel blij als ze mee op het podium mag. 

hel

Ik was er ook bij in 2011 toen Seppe voor het eerst deelnam en meteen derde werd. Die afstanden leken mij toen immens. Ik was toen echt ongerust of dat het wel zou goedkomen. De dag zelf vind ik nu heel tof, die dag gaat ook heel snel voorbij. Er zijn veel mensen die ik één keer per jaar zie en spreek op dezelfde plaats. We worden ook altijd heel vriendelijk ontvangen door Ben en Hans. Ik krijg daardoor altijd het gevoel dat wij mee een deel zijn van Kasterlee. De gezelligheid die de sport daar uitstraalt kan je ook moeilijk uitleggen aan iemand die het nog nooit heeft meegemaakt. Echt uniek. Sinds we kinderen hebben, gaan Seppe en ik niet meer samen naar huis, maar we bespreken onze dag nadien wel heel uitgebreid na. Vanaf de zijlijn kan ik niet inschatten hoe het voor hem geweest is. Seppe vertelt dan hoe hij alles beleefd heeft, want er is veel meer gebeurd dan wat ik gezien heb. Ik vertel dan wie ik gesproken heb en waar de gesprekken over gingen. Hoe vaak Seppe nog zal deelnemen aan de Hel? Geen idee! Zo lang hij er zin in heeft, maar ik denk dat die zin niet snel over zal zijn. Na 10 overwinningen zijn er nog veel ronde getallen te behalen. 

hel4
Seppe aan de start in 2019

Seppe Odeyn  – broer (9 deelnames, 8 zeges)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. winter – modder – feest
2. Wat zal je het meest missen? de hele voorbereiding die afgesloten wordt in de sporthal
3. Wat zal je het minst missen? de stress die eraan voorafgaat
4. Hel-weetjes? in eerste instantie wilden ze de Hel nog extremer maken, de mama van Rob Woestenborghs won één van de eerste edities, de officiële aankomst ligt net buiten de sporthal: als het dus ooit aankomt op een sprint ligt daar de meet
5. Wat ga je vandaag doen? ik ga om 8 uur het startschot geven voor zij die de Hel op eigen houtje doen, ik ga de fietsronde eens lopen om te kijken hoe de Hel geweest zou zijn

DSC03201
Papa in actie in 2018

Jan Odeyn – papa (5 deelnames, 4 x supporter)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. trainen – doen – ondergaan
2. Wat zal je het meest missen? de start en aankomst, de laatste weken als je minder moet trainen en Alma elk weertype positief vertaalt in een voordeel, dat het goed gaat met Seppe en Joke tijdens de wedstrijd, het hoogtepunt als Seppe mij inhaalt en iets zegt, de overdreven positieve aanmoedigingen van Marike bij het laatste lopen en Alma die dan niets zegt omdat het nog lang gaat duren, de pintjes na de aankomst
3. Wat zal je het minst missen? het trainen en ongerust zijn over ziek worden of een blessure krijgen
4. Hel-weetje? i
n de douche herkennen ze me als de pa van Seppe
5. Wat ga je vandaag doen? me bezighouden met mijn modelbouwvliegtuigen

IMG_0603
Seppes overwinning in 2014 toen ik voor het eerst supporter was

Alma Artoos – mama (ontelbare keren supporter)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. familiedag – spannend – kou
2. Wat zal je het meest missen? Het gevoel dat één dag aanvoelt als één lang uur zonder eet- of hongergevoel (of misschien is die dag tijdloos), maar ook omroeper Hans. Het besef dat al die deelnemers helden zijn en daar een heel jaar voor trainden, de eerbied voor elke atleet. Ik vind het totaalpakket van de Hel perfect.
3. Wat zal je het minst missen? de spannende periode ervoor of misschien ook niet
4. Hel-weetje? (noot van de redacteur: mama had zoveel weetjes dat ik een selectie heb gemaakt) Jan en ik hadden op voorhand veel gesprekken over het weer, ik werd echt een meester-voorspeller om hem gerust te stellen: wind droogde de grond uit, regen was ook goed, want het zand kwam vaster te liggen, vriesweer was ideaal, want het zand lag nog vaster, dooi was dan weer goed om de ondergrond terug zachter te maken. Mijn voorspellingen werden alsmaar beter naarmate dat de Hel dichterbij kwam. Ik vertrok van het bestaande weerbericht en zette dat dan om in een gunstige voorspelling.

5. Wat ga je vandaag doen? het wordt een gewone zondag, denk ik. Misschien fietsen naar de Kempen?

FVAS2774

Mark Artoos – onze nonkel, mijn peter (4 deelnames, 1x supporter)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. afzien – genieten – nagenieten
2. Wat zal je het meest missen? vooral de sfeer ter plekke zowel voor, tijdens als na de wedstrijd, maar misschien nog leuker is de roze wolk de week erna en de vele verhalen van andere deelnemers en supporters: daar kan je nog lang van nagenieten
3. Wat zal je het minst missen? de trainingen van de maand november, die zijn lastig omdat je al zolang bezig bent en omdat het ook de zwaarste zijn, het weer is dan niet zo aangenaam meer en dan ben ik het trainen echt beu!
4. Hel-weetje? bij darmproblemen en een gebrek aan wc-papier kan een geschreven kerstlijstje van Marike ook een oplossing zijn
5. Wat ga je vandaag doen? sporten, want de training voor de Hel 2021 begint!

YGBX6086
Die zusjes van mij, zelfs goedlachs in regenponcho

Roos Odeyn – zus (8x supporter, waarvan 2x als mijn coach)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. familie – emotie – sport
2. Wat zal je het meest missen? De hel is een bijzondere dag. De fierheid op je familie. De pracht en kracht van een sport die je een hele dag kan aanschouwen, want het zijn zotten! Dat iedereen die over de rode loper naar binnen loopt een held is.
3. Wat zal je het minst missen? de eigen organisatie van kledij, voeding, drank, fietsen, lichten en voldoende batterijcapaciteit, het lege gevoel de dag erna: doodmoe en nog vol emoties 
4. Hel-weetjes? wij hebben altijd een fietstas vol zelfgemaakte wafels van Marike bij en als je heeeeeel vroeg komt, kan je gewoon aan de sporthal parkeren

5. Wat ga je vandaag doen? Herinneringen ophalen, beetje treuren. Blij zijn dat ik niet zo vroeg op moet staan.

DSC03200
Ikzelf in actie (lachend?!) in 2018

Marike Odeyn – zus (7x supporter, waarvan 5x als coach van papa)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. kou – familie – spanning
2. Wat zal je het meest missen? picknick maken, vroeg vertrekken en dan mama zoeken om een eerste update te krijgen over het wedstrijdverloop, het moment dat de familieleden gefinisht zijn, ze tevreden zijn over hun prestatie en het gevoel dat het dus ook een goed kerstfeest zal zijn
3. Wat zal je het minst missen? kou, modder, het gevoel dat je iets heel belangrijk aan het vergeten bent
4. Hel-weetje? Als ik mama bel om haar te vragen waar ze is, dan ziet ze mij meestal staan, maar ik haar niet, dus dan roept ze door de telefoon. Ik ben hier! Nee! Nee, hier! Je bent niets met die aanwijzingen door de telefoon.  

5. Wat ga je vandaag doen? bakken of in de tuin werken

hel6
Seppe op het podium in 2018, wat zullen we ook de Sikke (toen de nummer 3) missen!

Peter Dries – Kempenaar en partner van Marike (6x supporter)
1. Beschrijf de Hel in drie woorden. familiefeest – tijdschema’s – motivatiecoaches
2. Wat zal je het meest missen? de emotionele ontlading en de tranen van ontroering als ik mijn schoonbroer over de meet zie komen als winnaar, trots en opgelucht dat na weken meeleven je eindelijk weet: hij doet het, hij doet het!
3. Wat zal je het minst missen? het vroege opstaan, mijn wagen die stonk naar zure melk nadat Marike vergat om het dopje goed op de melkfles te draaien
4. Hel-weetje? ik moest eens naar Heist-op-den-Berg rijden toen Marike haar handtas op de veloroute had laten staan, uitslapen was geen optie 

5. Wat ga je vandaag doen? het stalen ros van stal en mountainbiken!

hel2

Wat ik vandaag zelf ga doen? Ik ga het gemis proberen weg te lopen, door nog eens een echt lange looptocht te ondernemen. Ik denk aan mama’s wijze woorden: die Hel mogen ze ons echt geen twee keer afpakken! Amen.

Duatlonspecial – Over een winter zonder Hel

Aanvankelijk zou ik hier beschrijven hoe oktober als een sneltrein aan mij voorbij raasde, ware het niet dat Steven Van Gucht die metafoor gisteren gebruikte om de opmars van het corona-virus in België te visualiseren. Ik dacht ook aan storm. Omdat er steeds meer wind opsteekt die op de fiets altijd tegenwind lijkt te zijn. Omdat we ons op alle vlakken in het oog van een storm bevinden die nog niet meteen zal gaan liggen. Ik zou ook nog iets vertellen over een turbulente (wind!) week op school. Hoe de media tegenstrijdig berichtten over voltijds dan wel deeltijds onderwijs op school. Hoe dat een impact had op mijn gemoed en hoe we er toch weer allemaal het beste van probeerden te maken. De laatste dagen voor de herfstvakantie stond ik soms met een krop in de keel voor de klas omdat ik een déjà-vu had naar het voorjaar, toen ik ook dacht dat we eventjes met vakantie gingen en elkaar snel zouden terugzien. Dat draaide toch eventjes heel anders uit. Er maalde kortom zoveel in mijn hoofd dat ik geen tijd had om stil te staan bij het feit dat de Hel van Kasterlee ook van de agenda werd geschrapt.

Een sportwedstrijd die wordt afgelast: echt verrassend nieuws is het dezer dagen niet. Slechts een kanttekening in de marge als je ziet wat er allemaal op ons afkomt. Ik was vooral opgelucht dat de organisatie de knoop begin oktober durfde door te hakken en daarmee klaarheid schepte. Bovendien liep ik op 11 oktober een marathon waar ik écht oprecht deugd van had. Ik besefte nog maar eens dat ik geen competitie nodig heb om sportief bezig te blijven. Lopen, dat doe ik voor mezelf. Om mijn hoofd en benen te luchten. Een jaar zonder Hel van Kasterlee dat betekende meer tijd voor mezelf en andere bezigheden. Ik zou dit jaar ook niet op de Boekenbeurs in Antwerpen werken (ah nee, die gaat ook niet door) en ik zou dus gewoonweg tijd hebben om te lezen en een tas te maken, om maar iets te noemen. Tijd, mensen, tijd! Wat kan ik me nog meer wensen?

IMG_3712b
Hemels en hels: het kan verduiveld dicht bij elkaar liggen.

Toen ik in 2018 en 2019 deelnam aan de Hel trainde ik in oktober en november rond de 18 uur per week, meestal in barre omstandigheden. In alle vroegte en donkerte gaan lopen, als je pech hebt in de regen. In het weekend urenlang op de fiets zitten, meestal met regen en wind. Mijn voorbereiding op de Hel was niet minder dan een halftijdse job die ik naast de drukte van mijn betaalde fulltime job uitoefende. Mijn leven leek die maanden on hold te staan. Wat doorweegt zijn niet zozeer de trainingsuren zelf. Eens je op die fiets zit met muziek in de oren of eens dat je aan het lopen bent, dan is dat zoals altijd best fijn. Zelfs als het regent. Wat het hels maakt, zijn de momenten dat je verkleumd en doorweekt thuiskomt in een kil huis. Dat je zelfs na een warme douche niet lijkt op te warmen. Dat je op automatische piloot nog een maaltijd klaarmaakt en je je hoofd pijnigt over welk schoolwerk toch wel nú moet gebeuren. Elke minuut van de dag moet je nuttig besteden: dat is wat doorweegt en wat ik dit jaar dus zeker niet zou missen. Daarmee was de kous af, dacht ik. 

Deelnemen aan de Hel is dus zwaar omwille van de grote opofferingen die je moet maken in een voorbereiding die eindeloos lijkt te duren. De dag zelf was ik telkens tussen de 11 en 12 uur bezig. Dat is hard labeur en zwaar afzien, maar al bij al vliegt die dag voorbij. Ik weet nog dondersgoed hoe ik me gevoeld heb tijdens die strijd. Ik weet ook nog heel goed hoe ik over de rode loper liep en onder luid applaus en gejoel kon finishen. Wat uiteindelijk echt blijft hangen, zijn de kleine momenten die als het ware achter de schermen plaatsvinden. Niet de opzichtige glorie van de prestatie, maar het menselijke aspect dat erachter schuilgaat. Hoe ik met Roos in de auto zat, voor en na de wedstrijd. Wat er gezegd werd (en wat juist niet) tijdens het afsluitende loopnummer in een aardedonker niemandsland met mijn familieleden op de fiets. De lieve reacties die ik nadien uit verwachte en onverwachte hoek kreeg. Het nakaarten in familiale kring tijdens de kerstdagen. Hoe eenzaam een dag in de Hel ook kan zijn, zelden voelde ik me meer gesteund. De Hel van Kasterlee is om die reden een dag die nog heel lang nazindert, waardoor je ook weer vergeet welke opofferingen je hebt gemaakt. Ik zal het om die reden dus wel missen. Heel hard zelfs. Omdat het weer een mooi familiemoment is dat ons door de neus wordt geboord. 

Of ik volgend jaar opnieuw deelneem aan de Hel van Kasterlee? Dat weet ik echt niet. Drie keer deelnemen leek me wel mooi, maar ik wil in alle eerlijkheid de afweging maken of die zware voorbereiding het me waard is. Deelnemen aan de Hel is geen must. Marathons lopen daarentegen: dat wil ik zo lang mogelijk blijven doen. Ik denk dat het dringend tijd wordt dat ik van de herfstbladeren en mijn nieuwe loopschoenen ga genieten. En van Juan, die dit jaar van een gigantische modderbad wordt gespaard. In 2020 is alles anders, maar daarom niet per se slechter. Let’s make it a November to remember!

IMG_3699b

Duatlonspecial – Mijn voorbeschouwing op de Hel

Gisterenochtend was ik veel te vroeg klaarwakker van de adrenaline. Die is niet meer gaan liggen. Vlak voor mijn ontbijt merkte ik ook een knoop in mijn maag op. Wees gerust, ik kan eten, maar ik moet me telkens ergens overheen zetten. Bovendien leid ik ook aan de meest uiteenlopende (hoogstwaarschijnlijk) imaginaire pijntjes. Het ene moment denk ik dat mijn knie naar de vaantjes is, het andere moment dat mijn longen het gaan begeven. Al die symptomen wijzen in dezelfde richting: ik leid aan PHS, het pre-hel-syndroom. Morgen moet ik er echt aan geloven.

De afgelopen week was behoorlijk gevuld met werk, wat ontspanning en slechts een minimale dosis sport. Maandagavond deed ik in de motregen nog een laatste generale repetitie met Roos: ik liep, zij fietste. Het was donker en we zochten bewust de paden op met een hoog Kasterlee-gehalte: asfalt, weinig bebouwing, eentonig en quasi onverlicht. De dag nadien bevestigde kinesitherapeut Kathelijn dat mijn lichaam helemaal klaar is voor een Hel(se) ervaring. Verder ging ik nog eens fietsen en lopen. Mijn benen voelden niet anders dan anders aan. Tussen het laatste schoolwerk door probeerde ik al wat kerstcadeaus te maken of toch de creatieve mise-en-place in orde te brengen. Mijn opperste moment van ontspanning beleefde ik toen ik sinds heel lange tijd nog eens een bad nam.

In mijn hoofd passeerden al honderden scenario’s de revue voor mijn tweede Hel van Kasterlee. Vooral doemscenario’s doen het goed. In vergelijking met vorig jaar ben ik veel onrustiger. Enerzijds omdat ik toen beter getraind leek. Anderzijds omdat ik me geen volwaardig duatleet voel. Ik kan me nu al perfect voor de geest halen hoe ik me vorig jaar vlak voor de start voelde: geïntimideerd tot en met. Beschaamd dat ik aan de start stond. Klaar om terug in de auto te stappen en thuis een boek te gaan lezen. Gelukkig deed ik dat niet, want ik werd onverwacht derde. Natuurlijk voel ik daardoor wat meer druk. Als zus van de zevenvoudig winnaar verschijn ik ook niet helemaal in cognito aan de start. Ik wil me echter niet bezighouden met mijn plaats in de ranking. De Hel van Kasterlee is een knoert van een wedstrijd, de weg naar de Hel is lang, fit aan de start geraken is al een prestatie, finishen in de Hel is dat nog meer. Mijn ambitie is dus om, liefst met een goed gevoel, de eindmeet te halen. Bij een wedstrijd van dit kaliber vallen de maskers sowieso af. Ik kan eindigen in de top 3, maar net zo goed in de top 12 (het aantal vrouwen dat aan de start staat).

Het regenachtige weer dat voorspeld wordt, baart me niet heel veel zorgen omdat ik een editie overleefde met sneeuwval die zowel koud, modderig als nat was. Ik heb me in de eerste plaats voorgenomen om ten alle tijden de kalmte te bewaren. Mijn papa doet helaas niet mee, dus ik zal zelf het hoofd koel moeten houden. Vorig jaar duurde het even voordat ik het juiste ritme vond op de fiets en kreeg ik pas wat vertrouwen toen ik me in familiaal gezelschap bevond. Ik kijk het meest op tegen de eenzaamheid tijdens het fietsen. Gezelschap of niet, ik zat vorig jaar 6 uur en 57 minuten op mijn mountainbike en al die tijd wordt de grootste strijd in je hoofd gevoerd. Een strijd met de eindeloosheid en de eentonigheid. Er was zelfs een moment dat ik tegen mijn fiets begon te praten. Waar ik het meest naar uitkijk, dat is het afsluitende loopnummer. Ik herinner me nog hoe groot de ontlading was toen ik eindelijk van de fiets kon. Tegen alle verwachtingen in bleek ik zelfs nog over een cartouche energie te beschikken die me heel goed van pas kwam bij de laatste loopkilometers. En er was natuurlijk de steun van mijn familie en van Roos in het bijzonder. Waardoor zelfs die laatste 30 kilometers voorbij waren voor ik het goed en wel besefte en ik een rode-loper-moment beleefde om u tegen te zeggen.

Ondanks de stress en zenuwen die door mijn lijf gieren, probeer ik toch ook uit te kijken naar de unieke beleving. De Hel staat namelijk voor ambiance, familiaal samenzijn en sportplezier. Ik prijs me gelukkig met de schare supporters die live of vanop afstand met mij zullen meeleven en -voelen. Mentaal moet ik de strijd dus aankunnen en dat is heel veel waard: met benen die op zijn kan je nog heel wat, met een hoofd dat op is, ben je ten dode opgeschreven. Morgen weten we of mijn broer zijn achtste zege mag vieren, of mijn peter Mark voor de derde keer zal finishen en of 503 mijn nieuwe geluksgetal wordt.