De muziek – Lalala met de Lage Landenlijst

In het prille begin van deze blog had ik het al eens over mijn liefde voor Ramses Shaffy en Spinvis, op hun manier eigentijdse helden die me nog steeds raken en vermaken. De Lage Landenlijst van Radio 1 is dan ook telkens weer een muzikaal feest. Ik presenteer graag enkele Nederlandstalige nummers die wat mij betreft een plaats verdienen in de top 100 van de Lage Landen, in compleet willekeurige volgorde en om even willekeurige redenen. Mijn favoriet uit de top 10 van vorig jaar is trouwens Avond van Boudewijn de Groot. Uren langzaam wakker worden, zwevend door de tijd, maar wel op tijd de radio aanzetten: morgen vanaf 9 uur!

  • Rob de Nijs eren doe ik met Het werd zomer, een lied dat iedereen kent door de pioew pioew pioew, maar dat altijd tot nadenken stemt, stof voor een goed gesprek oplevert (ik was 16, jij was 28) en een heerlijk zomers gevoel oproept.
  • Rozane van Wim De Craene is de topper van het klassieke kleinkunstgenre. Altijd weer voel ik de pijn die liefde heet en de rauwe emoties die bij afscheid nemen horen. Ik word er altijd een beetje triest van en dat is helemaal niet erg.
  • Morgen vieren wij feest en dat doen we zeker ook met Wespen op de appeltaart van Spinvis, een mooi voorbeeld van hoe de gekke kronkels van Eric de Jong iets heel vervelends en in wezen ongezellig (wespen!) kunnen verheffen naar een vrolijk lied over een geslaagd zomers feest.
  • Stop met wenen van Kaat Van Stralen is simpelweg geniaal: in een muzikale tirade rekent ze af met een ex die haar emoties geen plaats kon geven, een opgestoken middelvinger én krachtig pleidooi in één powersong.
  • Als het allemaal wat complex en zwaar op de hand dreigt te worden, dan hebben we Froukje nodig. Haar Heb ik dat gezegd gaat eveneens over durven zeggen hoe het echt met je gaat, ook als dat niet goed is. Het gaat slecht!
  • Het cabaretduo Yentl en De Boer brengt shows die zowel hilarisch als ontroerend zijn. Hun Ik heb een man gekend is daar een prachtig voorbeeld van. Ze steken subtiel de draak met de eigenaardige kantjes van mannen, maar wel mét een romantische draai.
  • Annabel van Hans De Booij is zo’n lied dat iedereen kent en waarbij iedereen ook een verhaal ziet gebeuren, vraag maar eens na. Tijdloos zou ik zeggen. Leuk weetje: het nummer werd geschreven door Boudewijn de Groot die het zelf dus niet gebruikte.
  • Een lied over mijn lievelingskleur verdiende hier al eerder een plaats. Zeker nadat Hans er mij nadien fijntjes op wees en er iets heel moois over schreef: Blauw van The Scene dus. Thé Lau gaf de Nederrock een gezicht en iedereen kan keihard meezingen!
  • Lucky Manuelo in de versie van Joke Emmers dan wel Eva van der Gucht komt uit de Vlaamse film Iedereen beroemd (2000), goed voor een Oscar-nominatie. 3x top: de film, de cast én de song. Een gezonde portie drama en theatraliteit waar ik erg van hou.

Welke Nederlandstalige muziek mag er volgens jullie zeker niet ontbreken in de lijst?

De muziek – 10x waarom ik zo van Eurosong hou

Good evening, Europe!!! Vanavond is het de finale van het Eurovision Songcontest – Eurosong voor de vrienden. Na twee halve finales in gaststad Bazel is het tijd om de microfoon-trofee uit te reiken. Over wat die winnaar precies in huis moet hebben, daar verschillen de meningen over. Wie kritisch is voor Eurosong en het allemaal één grote poppenkast vindt, kan simpelweg beter niet kijken. Ik heb mijn liefde voor Eurosong nooit onder stoelen of banken gestoken. Na een ongeziene topeditie in 2021 treed ik dan ook actief naar buiten als liefhebber van dit spektakelstuk. Eurosong dat is namelijk het festival van de outcasts. De show van de buitenbeentjes waarbij anders zijn voor heel even de norm is, waar positiviteit en verbondenheid één week de wereld kunnen redden. Zware boodschappen en diepgravende thema’s kunnen er met met heel veel toeters en bellen verpakt worden. Ik geef jullie 13 redenen waarom ik vanavond zeker kijk.

  • een Eurosong is een genre op zich: kunnen zingen is wel degelijk een must, zoveel mogelijk elementen in amper 3 minuten muziek proppen in een song die blijft hangen is eveneens een kunst, al toont het prachtige Volevo essere un duro van de Italiaan Lucio Corsi dat ook eenvoud in de smaak kan vallen.
  • Tutta l’Italia ook als je niet voor Italië zingt! San Marino en Estland brengen topentertainment dat drijft op de Italiaanse golven – espresso macchiato por favore – niet alleen op het EK marathon bleek dat alles wat de Italianen aanraken in goud verandert.
  • Hoe geweldig is het om al die verschillende talen te absorberen? Ik waag me graag aan fonetische versies van talen die ik niet beheers om toch iet of wat te kunnen meezingen. Zo vind ik het bijzonder jammer dat ik geen IJslands kan als ik twee hyperkinetische matrozen in zilverpapier de roeisport hoor bezingen.
  • Nationaliteit en culturele identiteit zijn fluïde begrippen in Eurosong-land. Zweden doet het met drie Finnen in een dialect van het Fins-Zweeds. Finland komt in het Duits. Nederland zingt (deels) in het Frans.
  • Show en drama verkopen is één ding, het Eurosongpodium staat echter ook garant voor spectaculaire acts. Denk indrukwekkende visuele effecten, vuurwerk en liftconstructies. De meest adembenemende performance met een vleugje poëzie staat op naam van JJ, de contratenor uit Oostenrijk. Vuurtorengewijs steekt hij er ook vocaal met kop en schouders bovenuit.
  • Op vestimentair vlak laat ik me graag inspireren door Eurovision. Zo was ik helemaal mee met de revival van het kant vorig jaar (met dank aan de Kroatische Baby Lasagna). Je kan er van op aan dat iets wat lang en bedekt is bij het begin van een nummer meestal snel kort en weinig verhullend wordt. Het zal jouw ontwerp maar zijn dat live on stage voor een outfit change moet zorgen.
  • Start voting now! ik roep het maar wat graag mee, maar ik bracht nog nooit mijn stem uit voor een land. Als kind vond ik het wel een mooie gedachte dat mijn Tante Hilde, die in Nederland woont, altijd 3x belde om een stem uit te brengen voor België.
  • Eurosong kijken is een familietraditie. Als kind was het één van de weinig opportune gelegenheden waarbij we chips mochten eten. Zowel mijn vader als moeder hadden een ongezouten mening. Seppe en ik vonden België altijd het beste. Inmiddels is de traditie om samen met Roos en Sien te kijken. Altijd een topavond!
  • Hoe harder de organisatie probeert om de puntenverdeling te objectiveren en de wedstrijd apolitiek te maken, hoe moeilijker dat wordt. Zelfs in het neutrale Zwitserland blijkt de spreidstand tussen de politieke realiteit en het louter entertainende karakter quasi onmogelijk te worden. Dus ja, Israël doet mee en daar mogen we best verontwaardigd over zijn.
  • Hoedje af voor Peter Van de Veire die tv-kijkend Vlaanderen doorheen de urenlange uitzending loodst. Hij behandelt Eurosong (terecht) als een zaak van van staatsbelang, maar ook als een humoristische show waarbij een mening hebben essentieel is. Ik loop doorgaans sneller een marathon dan dat de EBC een winnaar kiest, zonder onze Peter zou dat aanvoelen als een heel lange zit.

Zou het Eurosongcircus volgend jaar in Oostenrijk neerstrijken?

De muziek – Tribute to Tina

Anna Mae Bullock is niet meer, de powervrouw die sinds de jaren 60 door het leven ging als Tina Turner. Grote mensen vragen om grote woorden. De wereld verliest een icoon: Tina Turner was om veel redenen een rolmodel. Ze laat een schatkist aan klassiekers na. Ik mag nu dan wel naar What’s Love Got to Do with It luisteren, je gaat me niet horen beweren dat ik een kenner ben van de Queen of Rock ’n Roll. De afgelopen dagen luisterde ik ter compensatie urenlang naar de muziek die ze ons schonk. Wat een stem! Tina had geen man nodig om muzikaal of ander succes te boeken. Toch hadden heel wat mannen het geluk om eens met haar achter de microfoon te mogen staan.

Mijn geboortejaar 1985 was een grand cru jaar voor La Turner. Ze bracht het album Private Dancer uit, haar debuut en doorbraak als solo artiest. Er volgde een wereldtournee met optredens in België en Nederland. De song Private Dancer is trouwens geschreven door Mark Knopfler, frontman van Dire Straits met wiens muziek ik wat vertrouwder ben. In 1985 acteerde Tina aan de zijde van Mel Gibson. We Don’t Need Another Hero werd de titelsong van die film. Eveneens in 1985 volgde een duet met Bryan Adams, It’s Only Love (and that’s all). Bryan Adams, mijn jeugdidool! Een paar jaar later mocht ook David Bowie zich toevoegen aan het rijtje gelukzakken. Het prachtige Tonight was het resultaat van die samenwerking.

Aan het begin van de jaren 90 deed Tina het aanvankelijk wat rustiger aan. Er verscheen een verzamelalbum en een film over haar levenswandel. In 1995 zong ze zich weer helemaal op de kaart met Goldeneye, de titelsong van de gelijknamige James Bond film. Je hoeft geen grote Bond-fan te zijn (zoals ik wel ben) om te kunnen genieten van de grandeur van filmmuziek. You’ll never know how it feels to be the one who’s left behind. Later volgde een duet dat eveneens tot de verbeelding spreekt. Eros Ramazotti (de man die ons het betoverende Gente Di Mare schonk) bracht met Tina Cose Della Vita uit. Te vertalen als “dingen des levens”, of hoe Italiaans en Engels harmonisch kunnen blenden.

Tina staat sowieso op de soundtrack van mijn leven. Er zijn verhalen die alleen maar epischer worden, zo ook de eerste keer dat Roos en ik in het Jubelpark aan de start stonden van de 20 kilometer van Brussel. We schrijven het jaar 2014, een warme dag ergens eind mei. Zo fier als een gieter staan we daar te blinken in onze fonkelnieuwe loopkleding. Simply The Best van Tina schalt door de boxen als openingslied van ons startvak, een moment dat ons voor altijd zal bijblijven. Wisten wij veel dat ze muziek draaien bij de start van een loopwedstrijd! Als ik Simply The Best hoor, voel ik altijd weer de euforie na die eerste 20 kilometer. Dankzij Tina kreeg dat gevoel tekst en muziek.

Morgen sta ik voor de 8e keer aan de start van de 20 kilometer van Brussel. De vlag hangt uit, de zon zal schijnen. Thank you so much, Tina.

Waarom ik ook vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik noemde het Eurosongfestival vorig jaar nog een ongegeneerd plezier en daar blijf ik bij. Hier volgt dus weer een onverbloemd pleidooi om vanavond af te stemmen op Turijn, waar het Eursongcircus dit jaar is neergestreken dankzij de rockers van Måneskin. Door de tegenkantingen en soms zelfs venijnige opmerkingen die ik her der opving voel ik me eens zo zeer gesterkt in mijn liefde voor Eurovision. Eerlijk gezegd begrijp ik het zogenaamde probleem niet echt. Alsof de doorsnee muzikale keuze van de Vlaming volgens mij getuigt van goede smaak. Alsof dat erg is. Ik geef mij dus maar wat graag over aan het extravagante gebeuren dat het Songfestival is. Een dikke vette “ja”aan de dramatiek en nog volmondiger “ja” aan het positivisme! Na de topeditie van vorig jaar hield ik mijn hart wel een beetje vast voor een mogelijke deceptie dit jaar. En, eerlijk is eerlijk, ik was na de eerste halve finale dinsdag niet meteen laaiend enthousiast. Daar kwam tijdens de tweede halve finale verandering in. Ik geef jullie nog eens vijf goede redenen om je vanavond ook helemaal in de Eurosongwereld onder te dompelen.

  • Omdat op het Songfestival uitersten naadloos in elkaar vloeien. Probeer maar eens een song te schrijven die heel Europa (Australië hoort daar ook bij) kan behagen én je culturele eigenheid in de verf zet. Breng een straffe zangprestatie mét toeters en bellen. Vertel een persoonlijk verhaal dat relevant is voor iedereen (de break up song blijft gigantisch populair). Zing in je eigen taal én in het Engels. Eurosong is een en-en verhaal van show met stijl. Of meerdere muzikale stijlen, dat kan natuurlijk ook, waarbij je helemaal zelf beslist wat stijlvol is. Heerlijk!
  • Omdat op het Songfestival diversiteit, solidariteit en gelijkwaardigheid de norm blijven. Politieke statements zijn niet toegelaten, maar toch is de actualiteit nooit ver weg. Ook in de Eurosong-bubbel voel je in alles de steun voor Oekraïne. De leden van de band Kalush Orchestra zijn nauw betrokken bij de oorlog en ze brengen met het veelzijdige Stefania een ode aan alle moeders. Daarnaast blijft hoop de boventoon voeren. De hoop op een betere toekomst voor alle buitenbeentjes, voor iedereen die op de één of andere manier anders is. Ook als witte cisgender vrouw vind ik dat een heel belangrijke strijd die nog steeds gevoerd wordt. En als Stefan van Estland zingt dat er Hope is dan durf ik dat ook te geloven.
  • Omdat het Songfestival vocaal en muzikaal voor ieder wat wils biedt. Aangezien een lied niet langer dan 3 minuten mag duren, is het zaak van meteen te beklijven. Dat kan met een warme stem zoals die van de Zwitserse Marius Bear en zijn Boys Do Cry. Je kan ook inzetten op een meeslepende singer-song-vibe zoals Snap van de Armeense Rosa Linn. Of er is de werkelijk fenomenale Cornelia Jakobs van Eurosong-grootheid Zweden. Met Hold Me Closer brengt zij een ongeziene ballad met ballen.
  • Omdat het Songfestival een ode is aan alles met een hoek af (en laat ik daar nu toevallig heel erg van houden). Noem het edgy of bold: op het Songfestival wordt out of the box denken naar een hoger niveau getild. Zo ben ik fan van de Noren die met Subwoolfer een aanstekelijke act brengen inclusief cartoonesk wolvenmasker. Give That Wolf A Banana is dan ook een oorwurm van jewelste zonder onderliggende boodschap. Gefascineerd en geïntrigeerd ben ik dan weer door de Servische Konstrakta die In corpore sano zingt terwijl ze aan een waskom zit. Ze doet dat omdat ze bekommerd is om het Servische zorgsysteem en onrealistische schoonheidsidealen. Point taken.
  • Omdat het songfestival ook een feestje van België en Nederland is. Onze Jérémie Makiese is een topgast die met Miss You een knaller van een performance neerzet. Onze noorderburen verdienen alleen al een prijs omdat ze met S10 voor het eerst sinds 12 jaar weer in het Nederlands zingen. S10 bewijst dat de Nederlandstalige zangeressen het helemaal voor het zeggen hebben. De diepte is dan ook een schot in de roos. Net zoals de outfit van de jonge zangeres (die wat dat betreft toch een streepje voor heeft op Jérémie). Laten we elkaar gewoon die twelve points geven, want ook dat is Eurosong: België en Nederland die met elkaar verbroederen.

Mijn douze points voor sfeer en gezelligheid schenk ik nu al aan Roos en Niko, want wij kijken vanavond samen!

De muziek – De 5 van 2021

Ik ging eigenlijk vertellen waarom ik al anderhalf jaar zo graag zonder muziek loop. Tot ik besefte dat ik alleen maar kan zeggen dat ik meer tot rust kom als ik muziekloos loop, juist omdat ik zo verknocht ben aan muziek op alle andere momenten van mijn dag. Voilà, bij deze is dat gezegd. December, dat is lijstjestijd en laat deze madame nu echt een grote fan zijn van een spectrum aan lijstjes. Ik keek dus reikhalzend uit naar mijn Spotify wrapped, waar niet geheel verrassend ook mijn brother met zijn podcast een plaats in heeft, hoe dan ook een uitgelezen lijst om de winter mee af te trappen.

Mijn muzikale aura is rustig en melancholisch. Met 6414 luisterminuten was Spinvis mijn favoriete artiest, gevolgd door Mumford & Sons (leesmuziek), Ramses Shaffy (kook- en werkmuziek), Johnny Cash (werkmuziek) en Damien Rice (kom-tot-rustmuziek). Uitmuntend gezelschap, alleen jammer dat het zo mannelijk is. Mijn 5 topnummers van 2021 zijn eveneens een weerspiegeling van de uiteenlopende genres die ik beluister.

  1. Voilà van Barbara Pravi 
    162 keer luisterde ik naar de nummer 2 van het Songfestival. Oui oui oui et je ne regrette rien! Een stralende nummer 1 omdat het een chanson is dat mij meteen raakte en een kippenvelmoment bezorgde toen ik Barbara Pravi’s performance zag. Eurosong, dat is kleur en hoop, nog steeds in deze bange en bizarre tijden. Neem daarbij de allesomvattendheid die verscholen zitten achter een voilà (dit is wie ik ben en dat is goed zo) en je begrijpt waarom het zo goed bij mij past.
  2. Madame van Claude Barzotti
    Mijn kansen om in de tuin te luieren, lezen en zonnen waren beperkt in juli. Als ze er waren, dan was er deze klassieker van een Belg met Italiaanse roots die blijkbaar vooral in Canada naam en faam verwierf. Ook tijdens mijn wandelingen was Claude graag van de partij. Madame is, net als ik, een product van de eighties. Ik ben er nog altijd niet uit of ik het nu gewoon klef, dan wel hopeloos wanhopig of toch eerder zeemzoet romantisch vind. Hoe dan ook helemaal iets voor mijn melancholische aura.
  3. Spectrum (Say My Name) van Florence + The Machine en Calvin Harris
    Yes, Florence staat in mijn top 5! Al is het dan met een samenwerking met een Schotse DJ. Ik luisterde vooral naar deze song op de fiets. Omdat de explosieve cocktail van positiviteit en oerkracht zo aanstekelijk werkt. 3 minuten en 35 seconden voel ik mij dan onoverwinnelijk. Florence heeft Calvin daar trouwens niet per se voor nodig: ook het originele nummer is een toppertje!
  4. Hey Brother van Avicii
    Ach ja, wat kan ik nog meer vertellen over mijn liefde voor Avicii? Dat die onverwoestbaar is dus. En dat Hey Brother, ook zonder echt diepgaande lyrics, voor mij een symbolisch lied blijft over de broeder- en zusterliefde. Meer hoeft dat niet te zijn.
  5. Winter Winds van Mumford & Sons
    Ik ben blij dat ook iets van mijn leesmuziek het tot in de top 5 heeft geschopt. Straf eigenlijk, want Mumford & Sons luister ik enkel in het najaar (net als Leonard Cohen). Leesmuziek dat is trouwens geen minderwaardig label. Leesmuziek is de ultieme sfeermuziek die mij in staat stelt me onder te dompelen in een andere wereld (en op sommige dagen moet een mens daar wel moeite voor doen).

Tot slot, nog eervolle vermeldingen voor de nummers die ik de afgelopen maanden vaak op repeat zette: Rise van Lost Frequencies, Het grote geheel van Bart Peeters, Pepas van Farruko, Because the Night van Patti Smith, Don’t Cry For Me Argentina van Julie Covington en Snowman van Sia.

Waarom ik vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik werd deze week vaak wat meewarig aangekeken als ik me enthousiast uitliet over het Songfestival. Vooral omdat ik oprecht enthousiast was en zonder enige schroom vertelde dat ik genoten had van de halve finales en de bijhorende Spotify-lijst. Het Songfestival is voor mij geen guilty pleasure (één van die woorden waar ik een hekel aan heb), maar een ongegeneerd pleziertje. Ik geef jullie graag vijf goede redenen om vanavond af te stemmen op Eurovision en enkele uren voor de tv te hangen.

  • Omdat het Songfestival bij onze immer enthousiaste noorderburen doorgaat. Dat hebben ze te danken aan de verdiende winnaar van 2019: Duncan Laurence. Rotterdam is bovendien één van mijn favoriete Nederlandse steden waar ik heel mooie (loop)herinneringen aan heb. Op deze blog kon ik meegenieten hoe Eurovision de Rotterdamse buurten vorm en kleur gaf.
  • Omdat het Songfestival het feest van de diversiteit is. Europa is er gekleurd, genderfluïde en meertalig. Alles kan, alles moet zelfs. Ook binnen de drie minuten dat een euro-song duurt, voert diversiteit vaak de boventoon. Go_A brengt met een unieke zangtechniek (die klinkt als een schreeuw) Oekraïense folklore in een elektronisch jasje als ode aan de natuur. De Italiaanse rockband (met Deense naam) Måneskin won de Eurostory Best Lyrics Award en toont daarmee aan dat je ook stilistisch verfijnd kan roepen.
  • Omdat het Songfestival naast een visueel spektakel zeker ook een podium is voor uitstekende zangers. De Franse (met Servische roots) Barbara Pravi raakt mij keer op keer met haar klassieke chanson Voilà (dat simpelweg gaat over zijn wie je bent in het leven). De Zwitserse inzending Gjon’s Tears brengt een ballade mét dancemoves waarbij je je afvraagt hoe hoog een mens kan zingen. Adembenemend hoog, zo blijkt!
  • Omdat het Songfestival nu meer dan ooit symbool staat voor hoop. De hoop op een gelijkwaardige behandeling voor elke burger, de hoop op een betere wereld, eentje waar we weer bijeen mogen komen om naar een feestje te gaan. Natuurlijk staat zo’n festival bol van de clichés en schuilt er onder de kilo’s glitter een commercieel verpakte boodschap. We zijn allemaal voor de underdog, janken een potje over de liefde, houden een vurig pleidooi voor een duurzamere wereld en we breken een lans voor female empowerment. Hell no, I am not your honey: zoals de Maltese Destiny het met opzwepende Charleston-vibes weet te brengen. Hoe kan je daar iets op tegen hebben?
  • Omdat het Songfestival het ideale familieprogramma op zaterdagavond is. Mijn eerste levendige Songfestival-herinnering gaat terug naar het jaar 1996 toen Lisa del Bo ons land vertegenwoordigde met Liefde is een kaartspel, een liedje dat Seppe en ik stiekem heel goed vonden. We mochten chips eten voor de tv en lang opblijven. Ik zorgde voor de puntenlijsten. Vooral papa had een ongezouten mening over elke act. Voor hem mocht het niet te traag en kwelerig zijn. We maakten kennis met vriendjespolitiek en we vonden het heel onrechtvaardig dat Malta wél in het Engels mocht zingen. Vanavond kijk ik, net zoals twee jaar geleden, samen met Roos en Sien. Douze points voor sfeer en gezelligheid!

De muziek – Wat ik zoal beluisterde in 2020

Ik vertelde al behoorlijk wat over 2020. Zoals dat ik het afgelopen jaar een dubbele verhouding kreeg met muziek door de aanwezigheid van Spotify in mijn leven. Enerzijds kon ik er intens in opgaan, anderzijds was het soms te veel en beluister ik dus helemaal geen muziek meer als ik ga lopen om beter te kunnen horen wat er in mijn hoofd omgaat. De omstandigheden van dit bijzondere jaar hadden ook een invloed op wat er zoal door de box schalde. Ik zat vaker thuis, dus was het des te belangrijker dat de sfeer goed zat. Hier volgen mijn ultieme luistermomenten van 2020.

Renaissance van Franse muziek
Ik heb altijd iets gehad met Franse muziek. Jacques Brel kende ik als kind al dankzij mama, Brel-fan van het eerste uur. In 1997 slaagde de band Manau erin om een Franse hit te scoren bij de jeugd. La tribu de Dana was dan ook de single die ik cadeau kreeg bij mijn eerste cd-speler. Toen ik studeerde was ik helemaal in de ban van het chanson. Charles Aznavour, Edith Piaf, Georges Brassens, Charles Trenet… Uren en uren aan een stuk luisterde ik verzamelcd’s. In 2020 draaide mijn playlist “Frans” op Spotify eveneens overuren. Bij gebrek aan een trip naar Parijs, dan maar de muziek. Het album Paris (2014) van Zaz vind ik bijvoorbeeld een schot in de roos. Ook haar nummer Eblouie par la nuit is een voltreffer. In de zomer ontdekte ik Les yeux revolvers van Marc Lavoine, dat uit het gezegende jaar 1985 komt. Met Kerstmis gingen Roos en ik uit ons dak op Les lacs du Connemara gedurende de volle 6 minuten (inclusief het elektronische riedeltje op het einde). Ideaal om de kerstdis te verteren.

Filmmuziek in alle soorten en maten
Door de lockdown in het voorjaar keek ik behoorlijk wat films. Nog steeds niet absurd veel, maar toch meer dan gewoonlijk. Ik zag Joaquin Phoenix schitteren in Joker en in Her: twee films met een aantrekkelijke soundtrack. De film die in 2020 de diepste indruk naliet was Portrait de la jeune fille en feu. De eindscène (waarin niets spectaculairs gebeurt) keek ik een keer of 10 na elkaar. Als ik nu Summer in G Minor van Antonio Vivaldi  luister, voel ik nog steeds zowel ingehouden als uitbarstende opgekropte emoties. Er zit waarheid in de uitspraak dat de beste liefdesfilms queer zijn. Daarom ontbreekt in mijn afspeellijst “Film” ook A Love That Will Never Grow Old van Emmylou Harris niet uit de soundtrack van Brokeback Mountain, waar ik destijds twee weken vanonder de voet was. Call Me By Your Name (zag ik in 2018) had een soortgelijk effect, mede dankzij Sufjan Stevens en het lichtjes kleffe Lady, Lady van Giorgio Moroder.

De enige echte zomerhit
Het zal haar jeugdigheid zijn die Roos een neus voor hits geeft. In volle lockdown introduceerde zij dé zomerhit van 2020: Kings and Queens van Ava Max, dat (bij gebrek aan een songfestival) de Eurosong-vibe perfect weet te vatten: een begrijpbare opbeurende tekst, stevige beat en oorwurm van jewelste. Catchy heet zoiets. Kings and Queens mocht dus ook niet ontbreken toen we in september letterlijk de champagne ontkurkten om te toosten op onze verjaardagen. Aan alle koninginnen zonder koning: we popped champaign and raised a toast! 

Leesmuziek in bed
Het afgelopen jaar ontdekte ik het plezier van lezen in bed, ’s ochtends welteverstaan, als ik niet naar school moet. Ook hier zat de voorjaarslockdown voor iets tussen. In de herfstvakantie trok ik me nog meer terug in mijn eigen universum en begon ik de dag steevast met koffie in bed, gevolgd door een paar leesuren. De gelukzaligheid overvalt me weer als ik aan die momenten terugdenk: hoe de wereld lijkt te bestaan uit mijn slaapkamer met mijn bed als epicentrum. Tijdens die leesuren luisterde ik ook muziek. Liefst iets waar melancholie in doorklinkt. Leonard Cohen bijvoorbeeld omdat die gewoon altijd goed is. Ook de jonge Ier Dermot Kennedy vervult die rol met verve. In de kerstvakantie (her)ontdekte ik ook Mumford & Sons en dan vooral hun eerste album Sigh No More waarop Winter Winds de sfeermaker van dienst is. Als het over melancholie gaat, dan mag ook onze Belgische trots Tamino niet ontbreken. Als zijn Sun May Shine door de kamer dwarrelde en er dan heel voorzichtig een zon door bomen spiekte, viel alles op z’n plaats.

De doorbraak van de podcast
Ik ben een podcastluisteraar geworden door De Jogclub, de sportieve podcast van mijn broer en Robrecht Paesen. Sinds ik dagelijks behoorlijk lange fietstochten maak naar mijn werk kreeg ik er heel wat podcastluistertijd bij. Ook als ik aan de slag ben in mijn atelier beluister ik een podcast. Inmiddels zijn dat vooral boekenpodcasts. Mijn collega Murielle stak ik al aan met het verslavende Drie boeken, waarin Wim Oosterlinck aan een bekende mens vraagt welke drie boeken we volgens haar of hem moeten gelezen hebben. Daar kwam ook nog de Bende van het boek bij met Sarah en Trees die telkens één of meerdere boeken bespreken onder het genot van taart en thee. Tot slot luister ik ook naar Boeken FM, de literaire podcast van uitgeverij Das Mag en De Groene Amsterdammer, al was het omdat Nederlanders die op hoog en kritisch niveau spreken over boeken me onherroepelijk terugvoeren naar mijn opleiding als literatuurwetenschapper in Leiden. Luisteren hoe anderen over boeken praten, doet lezen: geloof me maar.

De muziek – Over een jaar op Spotify

Ik zeg wel eens dat ik in de digitale prehistorie leef aangezien ik er een stormachtige haat-liefde verhouding met mijn laptop, tv en smartphone op na hou. De tijd die ik achter schermen doorbreng, is best vermakelijk en informatief, maar het zijn mijn boeken die me diep weten te raken. Ook mijn iPhone is een geweldig tof speeltje dat ik tegelijkertijd wel eens uit het raam zou willen keilen omdat het constant een overdaad aan prikkels op me afstuurt. Zo kan ik gerust een keer of 50 per dag het weerbericht checken. Totaal overbodig. Ik heb bovendien een hekel aan apps en het feit dat ik er te pas en te onpas eentje moet installeren. De digitale wereld is voor mij zowel een bron van kennis en vertier als van onrust.

Tot een jaar geleden was ik op muzikaal vlak uitgerust met een uit de kluiten gewassen (lelijke) retro cd-speler mét cassettedeck. Een klep openen en een cd’tje opleggen: ik zag eerlijk gezegd het verschil niet met al die hipsters die zweren blij hun platenspeler. De tand des tijds kreeg echter steeds meer vat op mijn cd-speler. Hij kon steeds minder cd’s lezen en afspelen. Ik zat kortom met een bakbeest van een toestel in huis waar ik slechts een heel beperkte selectie muziek mee kon afspelen. Ik besefte dat de tijden waren veranderd. Daarom kocht ik een hoogwaardige Ultimate Ears BOOM 2 box en maakte ik in een wip en een zucht een Spotify-account aan. Zowel de kwaliteit als de kwantiteit van mijn muziekbeleving steeg exponentieel. Spotify leek de hemel op aarde voor mijn brede muzikale smaak. Ik was verkocht.

Ik ben nog steeds verkocht, laat daar geen twijfel over bestaan. Ik zou echt niet meer zonder Spotify kunnen. Voor 120 euro per jaar heb je met een premium account toegang tot een onuitputtelijke bron van muziek: oldies, popmuziek, klassiek, opera, podcasts en het zwaardere werk… je vindt het er echt allemaal. Ik beleefde één van mijn eerste vreugdemomentjes toen ik het album Famous Blue Raincoat van Jennifer Warnes opdiepte dat op cd uitkwam in 1988 en inmiddels dus totaal onvindbaar is in schijfvorm. Hetzelfde geldt voor het album Vandaag uit 2004 waarin wijlen Yasmine met verve liedjes van grootmeester Leonard in het Nederlands brengt. Gewaagd, maar geslaagd! Om maar te zeggen: je vindt écht alles op Spotify. Al snel vulde ik de schappen van mijn digitale bibliotheek met mijn muzikale helden: Florence, Hozier, Spinvis en Leonard om er maar enkele te noemen. Ook begon ik afspeellijsten samen te stellen met de veelzeggende titels oldies, Frans, hits en film. Recent maakte ik voor en met Roos de afspeellijst Lastig gesprek aan met welklinkende nummers als Great War, We Drink Your Blood en Stand Up and Fight. Zei ik al dat Spotify echt een schatkamer aan muziek is?

Gaandeweg begon ik mijn cd’s wel een beetje te missen. Cd-rekken vind ik doorgaans afgrijselijk in een interieur, maar dat neemt niet weg dat ik lades vol heb met schijfjes waar ik nooit afscheid van zal kunnen nemen. Het album So Far, So Good van Bryan Adams bijvoorbeeld, dat ik kreeg toen ik een jaar of 15 was. Mocht je er nog aan twijfelen: Bryan Adams is nog altijd top. Hij katapulteert me recht naar mijn tienerjaren toen een cd nog een waardevol object was waar je makkelijk 800 Belgische franken voor kon neertellen, een slordige 20 euro. Ik denk nostalgisch terug aan hoe ik ging rondneuzen in cd-winkels om te kijken voor welk plaatje ik kon gaan sparen. Ik herinner me ook nog bijzonder goed hoe ik me 2 jaar geleden naar de cd-winkel haastte toen de nieuwe van Florence was uitgekomen. Ik mis kortom het tastbare aspect van een cd. Dat je echt iets in handen hebt, een folie die je moet losprutsen, een boekje met lyrics en artistieke foto’s en het gezoem van de speler vlak voor het eerste nummer weerklinkt. Spotify maakt alles zo gemakkelijk voor mij dat ik het muziekwereldje ook minder moet volgen. Met een simpele druk op het scherm kan ik namelijk een nieuwe plaat van een favoriete artiest meteen beluisteren. Muziek is zo vanzelfsprekend en toegankelijk geworden dat er ook een stukje magie verdwenen is. Dat vind ik best jammer.

Dit jaar schreef ik hier opvallend minder over muziek. Deels valt dat te verklaren door de uitzonderlijke status die dit jaar met zich meedraagt: er zijn nu eenmaal minder bijzondere momenten, want alles kabbelt een beetje verder. Geen loopevenementen en uitjes met de familie die voorzien worden van een unieke soundtrack. Er is dus minder muziek verankerd in mijn geheugen. Bovendien zorgt ook de overdaad van Spotify er voor dat ik uren per dag naar een mix van muziek kan luisteren. Ik ben niet meer gebonden aan één album in één volgorde, maar aan een collectie die geshuffled wordt. Individuele nummers krijgen daardoor minder kans om eruit te springen. Alles wat ik luister is zogenaamd een favoriet. Het overzicht dat Spotify me recent bezorgde (2020 wrapped) met mijn meest beluisterde nummers van het afgelopen jaar bevestigt dat: het is een mix van alle nummers uit de lijsten (en albums) die ik vaak heb geluisterd. Toen ik in mei verhuisde ging ik plots zonder muziek lopen. Aanvankelijk was dat puur om praktische redenen, inmiddels heb ik echt geen behoefte meer aan muziek tijdens het lopen. Simpelweg omdat ik al vaak genoeg muziek luister, thuis of op de fiets. Ironisch genoeg leerde ik dus door Spotify dat het soms ook heel fijn kan zijn om helemaal geen muziek te beluisteren. Omdat ik dan beter kan horen wat er in mijn hoofd omgaat. Lang leve de muziek! Lang leve de stilte!

De muziek – Mijn awards van 2019

De Oscar-uitreiking heeft ook dit jaar geen presentator. Jammer, ik had die taak graag op mij genomen. Blijkbaar zijn mijn gegevens niet tot in Amerika geraakt of dachten ze dat mijn kandidatuur een grap was. Gelukkig kan ik hier op eigen houtje prijzen uitreiken aan de muziek die voor mij bepalend was in 2019. Ik vertel het meest over mijn sportieve belevenissen, maar deel soms ook iets over creatieve projecten, wat ik zoal meemaak als leerkracht en welke boeken het lezen meer dan waard zijn. Ik verbaas me er soms zelf over hoe al die bezigheden naadloos in elkaar op gaan. Al lopend kan ik plots een heel goed idee krijgen voor op school, waar ik dan weer geïnspireerd word om een bepaald boek te lezen of een geniale DIY-sweater-ingeving krijg. Die wisselwerking vind ik ook terug bij de muziek die ik beluister. Op het einde van 2019 ontdekte deze digitale fossiel de wondere wereld van Spotify. Nog meer redenen om de vetste hits af te wisselen met diepgravende muziek en opera, waar ik me sinds kort in verdiep. In mijn hoofd vormen al die genres een boeiende melange. Ik zei het al vaker: er is muziek voor elk moment. Dit was mijn soundtrack van 2019.

Categorie: ingetogen met een donker randje
Winnaar: Leonard Cohen en het volledige album Thanks for the Dance
In januari regeerden grijze wolken over mijn gedachten. Op de tonen van Tamino’s Sun May Shine verlangde ik naar zonnigere tijden en lichtheid. Tijdens mijn duurlopen werd ik telkens weer geraakt door Gale Song van The Lumineers. Onder de tropische juli-zon zocht ik vaak mijn toevlucht in het bos. Het romantische My Wild Sweet Love van de Zweedse zussen van First Aid Kit paste perfect in dat decor. Al zonnebadend ging ik ook helemaal op in Famous Blue Raincoat, gezongen door Jennifer Warnes die erin slaagt om dit lied meer dimensie te geven dan Grootmeester Cohen zelf. Uiteindelijk gaat hij wel met de prijs lopen. Het album Thanks for the Dance werd zorgvuldig samengesteld door zoon Adam met een verbluffend resultaat tot gevolg. Elke noot is juist, elke noot komt binnen.

Categorie: Nederlandstalig en als het kan ook absurd
Winnaar: Spinvis
Het universum van Spinvis blijft mij intrigeren, thuis of op de fiets, in de gietende regen of onder een stralende zon: het is altijd raak. In februari ging ik naar de theatershow In werkelijkheid met de ondertitel Spinvis Solo. Dat klopte niet helemaal, want Erik de Jong werd bijgestaan door Saartje Van Camp die al jarenlang meedraait in het Spinvis-circus. Beide spelen ze veel verschillende en ook de meest bizarre muziekinstrumenten (een zaag om er maar eentje te noemen). Het optreden was een wonderlijke ervaring waar populaire deuntjes, poëzie en heel wat hoeken af elkaar ontmoetten. Helemaal mijn ding dus. Daarom kan ik ook de bijzondere wereld die het cabaretduo Yentl en de Boer creëert heel erg waarderen. Hun bekendste nummer Ik heb een man gekend is zowel gevat, grappig als ontroerend.

Categorie: oldie van het jaar
Winnaar: I’m Still Standing van Elton John
Dankzij de zogeheten papa-muziek zijn wij goed thuis in New wave en bij uitbreiding alle muziek van de eighties. Camouflage van Stan Ridgway blijft mijn persoonlijke favoriet. Ik beluister dat vaak als ik ’s ochtends naar school fiets (vraag me niet waarom). De schoonheid van On Top of the World van Carpenters viel mij plots op toen ik het op een donkere decemberavond op de radio hoorde. Omdat het ook ’s ochtends op de radio speelde toen Roos en ik op weg waren naar Kasterlee (naar een plek die ze daar De Hel noemen) kreeg het nog meer betekenis. Het ultieme kerstlied is wat mij betreft Happy New Year van ABBA dat in 1980 the end of a decade aankondigde. De oldie die mij het afgelopen jaar de grootste energieboost bezorgde is I’m Still Standing van Elton John. Samen met Roos ontdekte ik dit lied dankzij de film Sing. Inmiddels doopten we het om tot “het lied van de marathon van Parijs”. Dat was in april mijn tiende marathon, waar ik toch vooral aan mezelf toonde dat ik er nog sta.

Categorie: muzikale ontdekking
Winnaar: The Cat Empire
Ik hoorde Brighter Than Gold in juli op de radio (de zoveelste ontdekking dankzij dit medium) en beluisterde het heel vaak toen ik in Parijs de hittegolf trotseerde met Tante Sien. The Cat Empire is een Australische band met Felix Riebl als leadzanger. Inmiddels draaide ik zowel hun album Steal The Light als Stolen Diamonds grijs. De zin Close your eyes and run uit de song Kila heb ik heel vaak luidkeels uitgeroepen (alvorens me ervan te vergewissen dat niemand me kon zien). The Cat Empire is instrumentaal boeiend door de blazers en drumpartijen, een tikje zwoel en opzwepend, heel herkenbaar, maar ook heel eigenzinnig. Tijdens de laatste kilometers van mijn helletocht weerklonk Still Young uit de box die Roos om haar nek droeg: het moment waarop ik tot in mijn kleinste teen opluchting, euforie en dankbaarheid om dit unieke familiemoment voelde. Eentje om nog heel lang te koesteren.

Categorie: hit van het jaar
Winnaar: Dancemonkey van Tones & I
In mei bracht ik met een longembolie een nacht door op de spoedafdeling. Ik hield me sterk en zei mezelf steeds weer dat er geen enkele indicatie was dat ik dood zou gaan. Toen ik daar achter mijn gordijntje mezelf nog maar eens probeerde te overtuigen dat er echt niets erg aan de hand was, overviel mij een intens gevoel van eenzaamheid. Met mijn hoofdtelefoon beluisterde ik het huilerige Someone You Loved van Lewis Capaldi, waarop mijn traankanalen eens goed werden doorgespoeld. Ik noem dat nu nog steeds mijn ziekenhuislied. Tijdens mijn lange fietstrainingen in november luisterde ik in het weekend heel vaak naar de radio. Ik kende de hitlijsten op een bepaald moment zo goed dat ik zelfs de nieuwste single van Céline Dion kon meezingen, die hier absoluut geen vermelding verdient. Ik begaf me kortom op glad ijs. Zowel Memories van Maroon 5, de nieuwe (en zo mogelijk nog kleffere) van Lewis Capaldi Before You Go en Outnumbered van de Ier Dermot Kennedy ben ik nog lang niet beu gehoord. Dancemonkey is mijn onbetwiste nummer 1 omdat zelfs een die-hard niet-danser als ik er steeds weer zin van kreeg om te dansen.

Bijzondere vermeldingen
Zowel het nieuwe album van Hozier met een glansrol voor Nina Cried Power en dat van Avicii stelden niet teleur. Andere vaste waarde Florence en haar machine was ook in 2019 heel vaak van de partij. Ik ontdekte onze Belgische trots Angèle en haar vrouwen-powerlied Balance ton quoi. Counting Stars van OneRepublic maakt nog steeds deel uit van mijn duurlooplijst, want everything that kills me makes me feel alive. Ik hoop me in 2020 eens zo onoverwinnelijk te voelen als SIA beschrijft in Unstoppable.

img_1860b.jpg

De muziek – Waarom TIM een kostbaar geschenk is

If there were no paintings in the world,
Mine would be very important.
Same with my songs.
[…]
I call my work
Acceptable Decorations

Leonard Cohen nam tot twee maal toe in stijl afscheid van zijn publiek. Zijn album met de veelzeggende titel You Want It Darker verscheen enkele dagen voor hij stierf in november 2016. In het najaar van 2018 bracht Adam Cohen The Flame uit: de dichtbundel waaraan zijn vader tot aan zijn dood had gewerkt. Adam vertelt in zijn voorwoord dat schrijven de enige troost en reden tot leven was voor zijn vader. De vol gekribbelde notitieboekjes die hij op de vreemdste plaatsen bij hem terugvond, vormden hiervan het levende bewijs. Volgens Adam is het geen toeval dat de woorden fire, flame en candle veelvuldig aanwezig zijn in Cohens oeuvre omdat vuur zowel creatie als vernietiging symboliseert: de brandende vlam die de ketel aan de gang houdt, maar ook alles verwoestend kan toeslaan.

Vorige maand verscheen TIM, het afscheidsalbum van Tim Bergling die wereldwijd bekendheid verwierf als Avicii en op 20 april 2018 uit het leven stapte. De 12 nummers op dit album waren grotendeels afgewerkt toen Tim op die bewuste dag in april besloot dat het genoeg was. Zijn team moest geen notitieboekjes verzamelen en ontcijferen, maar kon Berglings work in progress digitaal terugvinden en veiligstellen. Drie producers waar hij nauw mee had samengewerkt, legden de laatste hand aan de nummers. De familie Bergling gaf zijn zegen. Ouders die hun 28-jarige zoon verliezen blijven ongetwijfeld achter met een overweldigend wrang gevoel van machteloosheid. Adam Cohen had er vrede mee dat de kaars van zijn 82-jarige vader uitdoofde en omschrijft diens leven als rich and complicated. Elk leven is onaf op een bepaalde manier. Je hoeft bovendien geen artiest te zijn om een ingewikkeld bestaan te leiden. De vraag is wanneer je een leven rijk kan noemen. Voor zowel Leonard Cohen als Tim Bergling was muziek maken een absolute noodzaak. Ook zonder publiek en verkoopcijfers zou hun hart blijven branden voor de muziek. Waar Leonard Cohen genoot van zijn publieke optredens, ging Tim Bergling juist daar aan ten onder. Het merk Avicii deed de persoon Tim onherroepelijk de das om.

IMG_0325b

Ik schreef in mijn ode aan Avicii al dat muziek een mens op verschillende niveaus kan raken: van uitbundig schreeuwen tot een ingetogen emotionele catharsis. Zogenaamd zware muziek kan je ook waarderen om de eenvoud van de melodie, een licht nummer kan een heel gevoelige snaar raken. De reikwijdte van muziek strekt zicht kortom uit van acceptable decorations (bescheidenheid siert de artiest) tot de kracht om herinneringen in leven te houden. Dat TIM aan het begin van de zomer verscheen, zal geen toeval zijn. Avicii’s derde album is zon en vrolijkheid. Onder meer Coldplay en Imagine Dragons leverden hun bijdrage. Mijn favoriete nummers zijn Tough Love (met dank aan de opzwepende riedel die ontstaan is uit Indiase invloeden) en het tropische Bad Reputation. Zowel al fietsend als lopend liet ik me meermaals en luidkeels I got a bad reputation ontglippen. Aanvankelijk had ik daar een dubbel gevoel bij: TIM is een album dat postuum verscheen. Het voelde tegenstrijdig om ongegeneerd blij te worden van die muziek. Bovendien kan je moeilijk ontkennen dat onder andere de lyrics van SOS te interpreteren zijn als een noodkreet. Spread positivity through my music: het was de uitdrukkelijke wens van Tim himself. Ook zijn familie wil met zijn muziek de herinnering aan Tim levend te houden.

Wie niet te overtuigen valt van het muzikale geschenk dat TIM is, kan om een heel andere reden overwegen om het album aan te schaffen. De opbrengst ervan gaat namelijk integraal naar de Tim Bergling Foundation, de stichting die recent door de Berglings werd opgericht om steun te bieden aan jongeren met mentale problemen en suïcidale gedachten. Op die manier hopen ze zelfdodingstragedies te voorkomen. Cijfers tonen aan dat zulke initiatieven broodnodig zijn. De zelfdodingscijfers liggen in Zweden een pak hoger dan het EU-gemiddelde. België doet het nog slechter en heeft het hoogste zelfdodingscijfer van West-Europa. In ons land ondernemen dagelijks 28 personen een poging tot zelfdoding. Naast die wrede cijfers kan ik te veel pijnlijke voorbeelden uit mijn leven oprakelen van hoe ik te maken kreeg met de keuze van sommigen om uit het leven te stappen. Afgelopen schooljaar werd ik als leerkracht tot twee keer toe van heel dichtbij geconfronteerd met de verwoestende impact van zelfdoding op de directe en indirecte omgeving. Wat overblijft zijn onbeantwoorde vragen en verdriet. Ontzettend veel verdriet.

Soms is het leven een feest, eentje waar iedereen met iedereen danst en niemand aan morgen denkt. Het leven is echter vaak worstelen, wroeten en ploegen. Leven is ook overleven. We moeten daar realistisch in zijn. Everyone would choose the alternative to this: dat is hoe journaliste Katie Bain treffend verwoordt dat we het zo graag anders zouden willen: een wereld waarin Tim Bergling een ander leven had kunnen leiden, het leven dat hij wilde. Die keuze hebben we helaas niet. Uit een lerarenbrochure over zelfdoding leerde ik dat mensen met zelfdodingsgedachten niet zo zeer dood willen zijn, maar niet meer op die manier verder willen leven. En nog belangrijker: zelfdoding kan voorkomen worden. Daar kunnen we allemaal aan bijdragen.

If There Were No Paintings – The Flame, Leonard Cohen