De muziek – Tribute to Tina

Anna Mae Bullock is niet meer, de powervrouw die sinds de jaren 60 door het leven ging als Tina Turner. Grote mensen vragen om grote woorden. De wereld verliest een icoon: Tina Turner was om veel redenen een rolmodel. Ze laat een schatkist aan klassiekers na. Ik mag nu dan wel naar What’s Love Got to Do with It luisteren, je gaat me niet horen beweren dat ik een kenner ben van de Queen of Rock ’n Roll. De afgelopen dagen luisterde ik ter compensatie urenlang naar de muziek die ze ons schonk. Wat een stem! Tina had geen man nodig om muzikaal of ander succes te boeken. Toch hadden heel wat mannen het geluk om eens met haar achter de microfoon te mogen staan.

Mijn geboortejaar 1985 was een grand cru jaar voor La Turner. Ze bracht het album Private Dancer uit, haar debuut en doorbraak als solo artiest. Er volgde een wereldtournee met optredens in België en Nederland. De song Private Dancer is trouwens geschreven door Mark Knopfler, frontman van Dire Straits met wiens muziek ik wat vertrouwder ben. In 1985 acteerde Tina aan de zijde van Mel Gibson. We Don’t Need Another Hero werd de titelsong van die film. Eveneens in 1985 volgde een duet met Bryan Adams, It’s Only Love (and that’s all). Bryan Adams, mijn jeugdidool! Een paar jaar later mocht ook David Bowie zich toevoegen aan het rijtje gelukzakken. Het prachtige Tonight was het resultaat van die samenwerking.

Aan het begin van de jaren 90 deed Tina het aanvankelijk wat rustiger aan. Er verscheen een verzamelalbum en een film over haar levenswandel. In 1995 zong ze zich weer helemaal op de kaart met Goldeneye, de titelsong van de gelijknamige James Bond film. Je hoeft geen grote Bond-fan te zijn (zoals ik wel ben) om te kunnen genieten van de grandeur van filmmuziek. You’ll never know how it feels to be the one who’s left behind. Later volgde een duet dat eveneens tot de verbeelding spreekt. Eros Ramazotti (de man die ons het betoverende Gente Di Mare schonk) bracht met Tina Cose Della Vita uit. Te vertalen als “dingen des levens”, of hoe Italiaans en Engels harmonisch kunnen blenden.

Tina staat sowieso op de soundtrack van mijn leven. Er zijn verhalen die alleen maar epischer worden, zo ook de eerste keer dat Roos en ik in het Jubelpark aan de start stonden van de 20 kilometer van Brussel. We schrijven het jaar 2014, een warme dag ergens eind mei. Zo fier als een gieter staan we daar te blinken in onze fonkelnieuwe loopkleding. Simply The Best van Tina schalt door de boxen als openingslied van ons startvak, een moment dat ons voor altijd zal bijblijven. Wisten wij veel dat ze muziek draaien bij de start van een loopwedstrijd! Als ik Simply The Best hoor, voel ik altijd weer de euforie na die eerste 20 kilometer. Dankzij Tina kreeg dat gevoel tekst en muziek.

Morgen sta ik voor de 8e keer aan de start van de 20 kilometer van Brussel. De vlag hangt uit, de zon zal schijnen. Thank you so much, Tina.

Tegenwind, wegenwerken en een streepje muziek

Maart 2023 was niet mijn maand. Er was de belofte van het sportieve voorjaar en een zonnige lente. Plannen om naar toe te leven. Genoeg klein geluk om mijn hartje aan op te halen, om eens goed mee te lachen ook. Ik besef dat ik ergens onderweg de licht- en luchtigheid ben verloren. Misschien viel die geruisloos uit mijn broekzak tijdens een looptraining. Mogelijk waaide ze met een ruk weg als een pet waarbij de wind onder de klep schiet. Donkere wolken pakken zich samen boven mijn gemoed. Ik bevind me al langer in turbulente tijden. In het najaar was er geen ontkennen meer aan en zette ik stapjes terug. De voet moest van het gaspedaal. Weg met de vermijding, ik leerde hulp te aanvaarden. Mijn houvast was de doldwaze sportieve flow waar ik me in bevond. De ene na de andere unieke ervaring diende zich aan. Mits wat moeite leek het onmogelijke mogelijk. Ik trek gelukkig nog steeds met plezier mijn loopschoenen aan. Lopen is nog steeds wat mij blijer en frisser maakt, zoveel meer dan een uitlaatklep. Het vraagt echter steeds meer om mezelf staande te houden. Op 16 dagen voor de Rotterdam Marathon had ik dat liever anders gezien, al besef ik ook dat het nu eenmaal niet anders is.

Hét nieuws van de maand was dat onze Frank Deboosere met pensioen ging. De eeuwig optimistische weerman die er een halszaak van maakte om zich nooit, maar dan ook echt nooit, negatief uit te laten over het weer. De natuur kon immers regen gebruiken, jeej! De windmolens zijn toch zo blij met die wind, joepie! Ik liet mezelf wel eens een oogrol ontvallen als Frank weer overdreven enthousiast een barslecht weerbericht de wereld in stuurde. Nochtans zou ik mezelf ook omschrijven als een meteorologisch positivist. Als grote fan van de Vier Seizoenen (en dan vooral Vivaldi’s Summer in G Minor) ben ik ervan overtuigd dat elk seizoen z’n voordeel heeft. De maat is echter vol: ik ben helemaal klaar met de grilligheid van maart. Sinds mijn CPC-strijd is met name de wind mij een doorn in het oog. Kan het nu alsjeblieft eindelijk eens stoppen met waaien?! Zowel tijdens mijn looptrainingen als mijn dagelijkse steenwegritten op de fiets word ik geteisterd door wind. Of het nu strakke winden, dan wel rukwinden of windstoten zijn: ik ondervind daar last van. Zo ook afgelopen zondag tijdens de halve marathon in Gent waar ik samen met Roos en Sam aan de start stond. Het was een regenachtige dag en als het regent, lieve mensen, dan waait het doorgaans ook. Neem daarbij een parcours met behoorlijk wat draaien en keren, lastige steentjes incluis, een Gent dat grijs afstak tegen de koninklijke allures van Den Haag en je begrijpt dat ik er niet de halve marathon van m’n leven liep. Dankzij de lead-out van Sam kon ik nog afklokken op een 1:25, maar een echt goed gevoel hield ik er niet aan over. Roos daarentegen, die ging weer als een speer. Ze verbeterde haar amper 2 weken oude PR van de CPC met weer een minuutje. She’s on a roll! Volgend jaar gaat ze Karel Sabbe achteraan in de Barkley Marathon, let op mijn woorden.

SQQH0117

Ik word ook geplaagd door wegenwerken. Op mijn fietsroute naar school liggen drie stukken weg open. De situatie: mobiele lichten die altijd op rood staan, autobestuurders die zich ergeren, wachten, nog wat wachten en dan over een geïmproviseerd fietspad voorbij de werf. Het wegdek wordt weer wat opgelapt, fundamenteel wordt de mobiliteit op de steenweg er zelden beter van. Lastig, maar niks waar ik van wakker lig. De echte terreur zijn de wegenwerken die in mijn hoofd plaatsvinden. Sinds een paar maanden volg ik een intensief therapeutisch traject om de PTSS aan te pakken waar ik al veel te lang mee leef. Enerzijds is er de opluchting dat ik mijn verregaande angst en stress gerelateerde klachten bij de wortels aanpak, anderzijds betekent dat ook teruggaan naar de oorzaak ervan. Dat maakt heel veel los. Er worden diepe kraters in het wegdek geslagen. De imposante brokstukken liggen ernaast en ik vraag me af hoe dat ooit weer zal passen. Wat bloot komt te liggen is onontgonnen terrein. Pure chaos. Uitzichtloos, moeilijk voor te stellen dat daar ooit weer een strakke asfaltstrook zal liggen met slechts enkele subtiele breuklijnen die verwijzen naar de bouwval die ooit was. Mijn werk is zowel een afleiding als een vlucht. Sporten is dat ook. Er is op dit moment geen gulden middenweg. Het is wachten bij die wegenwerken (soms geduldig, soms met een vloek), wetende dat ze op een dag minder hinderlijk zullen zijn en ook erop durven vertrouwen dat ze op een andere dag tot de verleden tijd zullen behoren.

Ik heb heel veel lieve mensen om me heen die me met zorg omringen, maar ook in de muziek vind ik troost en afleiding. Mijn Spotify playlists werden weer wat uitgebreid met respectievelijk De Janklijst, De Troostlijst en De Vechtlijst. Bovendien maakte ik ook een 90’s Throwback lijst die mij helemaal terug katapulteert naar mijn jeugdjaren. De tijd dat ik keihard Self Esteem van The Offspring meebrulde (I’m just a sucker with no self esteem), wij met z’n allen Britney Spears en Christina Aguilera leerde kennen, Aqua muzikaal hoge toppen scheerde met Barbie Girl, maar Seppe en ik ook fan waren van Krezip, Nirvana, The Radios en Eminem. Kortom een gezellig bont allegaartje.

Begin februari gingen Roos en ik naar het concert van First Aid Kit in de AB. Johanna en Klara Söderberg zijn Zweedse zussen met een gitaar die fantastisch zingen, een folkduo wordt dat blijkbaar genoemd. We waren het erover eens dat ik eerder Klara was en Roos Johanna (we zagen het al helemaal voor ons hoe wij samen een band zouden vormen). Je zou hun songs wat melancholisch en triestig kunnen noemen. Toch behoren ze wat mij betreft absoluut tot de troostende hoopgevende categorie. Hun recentste album Palomino bevat alleen maar pareltjes, vooral het meeslepende Out of My Head luisterde ik al honderden keren. Dezelfde vibe vind ik ook bij een heel wat ouder album: Temple Of Low Men van Crowded House. Niet toevallig de plaat van Four Seasons in One Day, wat ik vorig jaar bombardeerde tot voorjaars-janklied. Voor de French touch heb ik dan weer Zaz, wiens stem nooit verveelt, of ze nu over Parijs of over de liefde zingt. Tot slot kleurt ook I Don’t Live Here Anymore van The War On Drugs mijn voorjaar. Wat een topplaat! Als het echt tijd is voor wat licht- en luchtigheid in het leven, dan is er gelukkig nog The Masked Singer. Dankzij Minotaurus ben ik weer helemaal verslingerd aan Queen en dan vooral The Show Must Go On. Drama doet het altijd goed, ongeacht de tijd of het moment.

Ziezo, het is paasvakantie. Tijd om rust te nemen. Ik ga de verbinding en vriendschap opzoeken. Koffie drinken, lezen en lopen. Wat creatieve projecten hervatten. Wind mee of tegen, de kriebel om helemaal naar die Rotterdam Marathon toe te leven komt eraan. On a river, I’m floating down the stream and back again om het met de zusjes Söderberg te zeggen. Zussen hebben eigenlijk altijd gelijk.

Het moment – Over het bijzondere jaar 1985

Ik werd 37 jaar geleden geboren in Leuven op een vrijdagavond de 13e van het jaar 1985. Een verjaardag die ik deel met Roald Dahl (vandaar mijn boekenliefde), Stella McCartney (vandaar mijn gevoel voor mode) en Michael Johnson (vandaar mijn snelle benen). Een geboortejaar is eigenlijk iets geks: het is Jouw Jaar, maar je hebt er helemaal geen herinneringen aan. Toch ben ik er inmiddels van overtuigd dat 1985 een bijzonder jaar was. Er waren sportieve successen voor Bernard Hinault die zijn vijfde Tour de France won en Joop Zoetemelk die zich tot wereldkampioen wielrennen mocht kronen. Het was ook één van die jaren waarin het mysterieuze aids-virus slachtoffers maakte en in stilzwijgen werd gehuld. Een tragisch jaar ook omwille van de 39 slachtoffers die vielen bij het Heizeldrama en de bende van Nijvel die in diverse supermarkten, niet zo gek ver van mijn geboorteplek, terreur zaaide. Een persoonlijk drama maakte ik mee tijdens mijn eerste Kerstmis toen ik als 3 maanden oude baby nietsvermoedend naar de kerstlichtjes zat te turen tot ik de kerstboom over mij heen kreeg.

Terwijl Madonna Material Girl door de boxen liet schallen en mijn pappie wild ging op Don’t You (Forget About Me) van Simple Minds, lanceerde tennismerk Reebok hun allereerste lifestyle sneaker, die inmiddels bekend staat als de Club C 85 (met de C van Champion). Dat inspireerde mij enige tijd geleden om mijn eigen Club 85 op te richten. Uit te spreken als Eighty-Five, want jawel, mijn club is internationaal. Ik deel mijn geboortejaar namelijk met tal van inspirerende mensen, elk getooid volgens hun eigen verenkleed. In mijn club ligt de artistieke leiding volledig in handen van Stromae of Paul Van Haver die op 12 maart in Etterbeek geboren werd. Hij kan rekenen op de melancholische steun van Lana Del Rey, wat Cockney-English van Lily Allen, de Belgische touch van Lara Chedraoui en de popvibes van Bruno Mars. Topactrice Léa Seydoux is dan weer de leading lady van het acteerveld. Zij wordt geruggesteund door Keira Knightley en Carey Mulligan om elke levensrol te kunnen coveren.

De sportploeg van Club 85 is in de ervaren handen van Greg Van Avermaet. Topsporters van 1985, ik ga er niet over liegen, die bevinden zich nu in de herfst van hun sportieve carrière. Al hebben ze het strijdtoneel nog niet verlaten. Niemand minder dan viervoudig Tourwinnaar Chris Froome liet zich ook deze zomer nog opmerken in zijn Ronde, net zoals vorig jaar Mark Cavendish dat deed. Mijn veldrij-idool Lars Boom is inmiddels ploegleider, maar Michel Butter die loopt nog steeds marathons op hoog niveau. De mannen kunnen trouwens ook rekenen op Lewis Hamilton (hij eet vegan), Michael Phelps (hij verlaat het huis niet zonder één van z’n 28 Olympische medailles) en Cristiano Ronaldo (hij voetbalt graag). Al zijn die drie met hun sterrenstatus niet zo geliefd in de club en komen ze alleen als er financieel gewin valt te halen. Ach ja, zo gaat het in de beste clubs.

De culturele boorlingen van 1985 stelden ook niet teleur. Voor de filmindustrie bleek het geen memorabel jaar te zijn, op Out of Africa na met topvrouw Meryl Streep. Het boekenjaar mocht er zeker wel wezen met de Nederlandse vertaling van Dance on My Grave van Aidan Chambers, één van de mooiste boeken die ik als tiener las. Het was het jaar van de oerklassieker Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez (toen al Nobelprijswinnaar). Margaret Atwood ontregelde de maatschappij dan weer met haar fenomenale The Handmaid’s Tale. Inmiddels bekend van de (eindeloze) serie, maar lees dus vooral het boek. Het was ook het jaar van Patrick Suskinds Het parfum, een klassieker met een wat apartere status én lievelingsboek van twee van mijn collega’s Nederlands. Als het over ontregelen gaat, dan ben je ook altijd aan het juiste adres bij Haruki Murakami die in 1985 Hard-boiled wonderland en het einde van de wereld publiceerde: een knotsgekke speurtocht van een wetenschapper die, zonder het te beseffen, een hersenspoeling ondergaat. Tot slot liet John Irving ons in The Cider House Rules kennismaken met de bijzondere levenswandel van Homer Wells. Ik zou de literatuur van 1985 zeer kort door de bocht willen samenvatten als onconventioneel, met zin voor dramatiek én een hoek af. Just the way I like it. Daar toosten we op, een santé volgens Stromae!

IMG_9472b

Loperspraat – Voorbeschouwing op de La Chouffe trail met Roos

Het is juli, het is zomer en voor sommigen vakantie. Dat betekent dat er eens zwaar gelopen kan worden in de Ardennen. Jawel, hoog tijd dus voor de La Chouffe trail in Houffalize (Houffa voor de vrienden). Ondertussen een min of meer vaste waarde op de loopkalender van de Odeynen. Net zoals in 2019 staan er maar liefst drie stuks aan de start van de 68 kilometer. Multisporter en all-round talent Seppe; marathonloper en ondergetekende Joke; en Roos, het jonkie die met haar 29 jaar op geen enkel vlak moet onderdoen voor haar broer en zus. Ik stelde haar wat vragen – ook inmiddels bijna traditiegetrouw – om alvast vooruit te blikken op het Ardens avontuur.

Roos, 68 kilometer lopen, waar haal je in godsnaam dat idee vandaan?
Ons idee (van Joke en mij) is eigenlijk om ooit eens meer dan 100 kilometer te lopen. 68 kilometer is dan misschien een logische tussenstap. Ik wil dit gewoon eens gedaan hebben. Om te weten of ik het kan, hoe het mij bevalt en hoe het voelt om zo lang te lopen. Ik hoop dan ook dat ik binnen de tijdslimiet van 11 uur kan finishen. Ik beschouw deze trail dus niet als een wedstrijd, maar als een lange looptocht waarin ik wil blijven doorgaan. Ik kan eigenlijk echt niet goed bergop lopen.

Hoe heb je je voorbereid op dit crazy avontuur?
Amper. Na de marathon in april hebben Niko en ik nieuwe ramen gezet in ons huis en ben ik het goede loopritme kwijtgespeeld. In de maanden april en mei liep ik wel wat wedstrijden, waar ik telkens te snel wilde gaan. Ik ben dan wat geblesseerd geraakt aan mijn knie. Mijn kine bevestigde dat ik niks kapot maakte door te lopen, maar ik liep gewoon echt niet vlot. In het voorjaar liep ik sneller en soepeler, gewoon met meer energie. Het is voor het eerst dat ik een lopersdip heb gehad. Er deed altijd wel iets pijn als ik liep. Het voelde nooit echt comfortabel. Om de trail tot een goed eind te brengen zal ik dus heel veel mentale kracht nodig hebben. Ik wil het van in het begin rustig aan doen, mijn tijd ervoor nemen, niet blijven beuken. Ik hoop dat mijn benen op de één of andere manier zullen blijven draaien. De spirit hoog houden, dat zal het belangrijkste zijn voor mij. Als ik het zwaar heb, kan ik bijvoorbeeld eens met Marike bellen om wat peptalk te krijgen.

Wat neem je onderweg mee om je te wapenen?
Ik denk eraan om een tweede GPS-horloge mee te nemen, want ik denk dat de batterij van mijn horloge niet zo lang kan meegaan. Om goed te kunnen indelen, is het wel echt belangrijk dat ik de vooruitgang kan zien, dat ik weet hoeveel kilometers ik nog te gaan heb. Ik ga ook een half uurtje oppeppende muziek luisteren van Dropkick Murphys en The Dead South, niet met oortjes, want ik wil gefocust blijven op het parcours. Qua voeding heb ik Clif bloks gekocht en neem ik ook wat gels mee. Mama en papa kunnen me onderweg hopelijk ergens nog een flesje met koolhydratendrank aangeven. In mijn trailrugzak zit een waterzak met 1,5 liter die ik dus zal moeten bijvullen bij de bevoorrading. Ik zou ook nog graag wat glutenvrij brood (red. Roos krijgt een allergische reactie als ze gluten eet tijdens of vlak voor een inspanning) hebben zodat ik niet alleen sportvoeding moet wegwerken. 

Waar kijk je vooral naar uit?
De trailsfeer natuurlijk! Ik vind een trail lopen echt leuk: op pad en onderweg zijn. Niet dat ik heel de tijd aan het genieten ben, maar ik vind het wel heel spectaculair om te zien waar je dan loopt. Er zijn echt nog delen van het parcours waar we nu ook weer gaan lopen die ik me herinner van de vorige keer. Na de brouwerij van Achouffe heb je bijvoorbeeld een heel lang stuk dat je langs de Ourthe loopt over een weggetje. Er is ook ergens een superzware klim met een mooi zicht. Ik moet het parcours trouwens nog eens goed bestuderen, want parcourskennis helpt mij altijd omdat ik dan scenario’s kan bedenken om me voor te bereiden. Ik bekijk het als 3x 20 kilometer lopen. De joekels wandel ik wel op, ik vind het echt niet erg om te moeten stappen. 

Wat vrees je het meeste?
Dat ik het niet haal of dat ik van in het begin tegen de tijdslimiet aan schurk en dat ik dus niet mijn eigen tempo kan aanvoelen, maar moet doorduwen. Ik heb gewoon al lang niet echt goed gelopen, waardoor ik heel hard twijfel aan mijn loperskwaliteiten. Ik ben wel helemaal niet zo zenuwachtig. Voor de marathon van Parijs stond ik twee weken ervoor al stijf van de stress. Je bent dan heel erg gebrand op een bepaald doel. Nu is het gewoon wat het is en zal ik wel zien wat het wordt.

Tot slot, de vraag die op ieders lippen brandt: hoe was Rock Werchter?
Geweldig! Studio Brussel had de slogan Party like it’s 2020, 2021 & 2022 en zo was het ook echt. Ik was vergeten hoe leuk ik het vond: de muziek (harde gitaren!), het live-gegeven, het samenzijn met de vriendengroep. Voor Niko was het de eerste Werchter en die is ook helemaal verkocht. Als voorbereiding op de trail heb ik natuurlijk wel net te veel bier en frieten weggewerkt, maar ik heb vakantie en kon deze week dus rustig aan doen: goed slapen en mentale rust vinden. Dat is heel belangrijk.

Liefste sis, er is echt geen enkele reden om te twijfelen aan jouw loperscapaciteiten. Je hebt een solide basis, bent een ervaren afstandsloper en jij kan heel veel aan. You rock, girl!

Waarom ik ook vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik noemde het Eurosongfestival vorig jaar nog een ongegeneerd plezier en daar blijf ik bij. Hier volgt dus weer een onverbloemd pleidooi om vanavond af te stemmen op Turijn, waar het Eursongcircus dit jaar is neergestreken dankzij de rockers van Måneskin. Door de tegenkantingen en soms zelfs venijnige opmerkingen die ik her der opving voel ik me eens zo zeer gesterkt in mijn liefde voor Eurovision. Eerlijk gezegd begrijp ik het zogenaamde probleem niet echt. Alsof de doorsnee muzikale keuze van de Vlaming volgens mij getuigt van goede smaak. Alsof dat erg is. Ik geef mij dus maar wat graag over aan het extravagante gebeuren dat het Songfestival is. Een dikke vette “ja”aan de dramatiek en nog volmondiger “ja” aan het positivisme! Na de topeditie van vorig jaar hield ik mijn hart wel een beetje vast voor een mogelijke deceptie dit jaar. En, eerlijk is eerlijk, ik was na de eerste halve finale dinsdag niet meteen laaiend enthousiast. Daar kwam tijdens de tweede halve finale verandering in. Ik geef jullie nog eens vijf goede redenen om je vanavond ook helemaal in de Eurosongwereld onder te dompelen.

  • Omdat op het Songfestival uitersten naadloos in elkaar vloeien. Probeer maar eens een song te schrijven die heel Europa (Australië hoort daar ook bij) kan behagen én je culturele eigenheid in de verf zet. Breng een straffe zangprestatie mét toeters en bellen. Vertel een persoonlijk verhaal dat relevant is voor iedereen (de break up song blijft gigantisch populair). Zing in je eigen taal én in het Engels. Eurosong is een en-en verhaal van show met stijl. Of meerdere muzikale stijlen, dat kan natuurlijk ook, waarbij je helemaal zelf beslist wat stijlvol is. Heerlijk!
  • Omdat op het Songfestival diversiteit, solidariteit en gelijkwaardigheid de norm blijven. Politieke statements zijn niet toegelaten, maar toch is de actualiteit nooit ver weg. Ook in de Eurosong-bubbel voel je in alles de steun voor Oekraïne. De leden van de band Kalush Orchestra zijn nauw betrokken bij de oorlog en ze brengen met het veelzijdige Stefania een ode aan alle moeders. Daarnaast blijft hoop de boventoon voeren. De hoop op een betere toekomst voor alle buitenbeentjes, voor iedereen die op de één of andere manier anders is. Ook als witte cisgender vrouw vind ik dat een heel belangrijke strijd die nog steeds gevoerd wordt. En als Stefan van Estland zingt dat er Hope is dan durf ik dat ook te geloven.
  • Omdat het Songfestival vocaal en muzikaal voor ieder wat wils biedt. Aangezien een lied niet langer dan 3 minuten mag duren, is het zaak van meteen te beklijven. Dat kan met een warme stem zoals die van de Zwitserse Marius Bear en zijn Boys Do Cry. Je kan ook inzetten op een meeslepende singer-song-vibe zoals Snap van de Armeense Rosa Linn. Of er is de werkelijk fenomenale Cornelia Jakobs van Eurosong-grootheid Zweden. Met Hold Me Closer brengt zij een ongeziene ballad met ballen.
  • Omdat het Songfestival een ode is aan alles met een hoek af (en laat ik daar nu toevallig heel erg van houden). Noem het edgy of bold: op het Songfestival wordt out of the box denken naar een hoger niveau getild. Zo ben ik fan van de Noren die met Subwoolfer een aanstekelijke act brengen inclusief cartoonesk wolvenmasker. Give That Wolf A Banana is dan ook een oorwurm van jewelste zonder onderliggende boodschap. Gefascineerd en geïntrigeerd ben ik dan weer door de Servische Konstrakta die In corpore sano zingt terwijl ze aan een waskom zit. Ze doet dat omdat ze bekommerd is om het Servische zorgsysteem en onrealistische schoonheidsidealen. Point taken.
  • Omdat het songfestival ook een feestje van België en Nederland is. Onze Jérémie Makiese is een topgast die met Miss You een knaller van een performance neerzet. Onze noorderburen verdienen alleen al een prijs omdat ze met S10 voor het eerst sinds 12 jaar weer in het Nederlands zingen. S10 bewijst dat de Nederlandstalige zangeressen het helemaal voor het zeggen hebben. De diepte is dan ook een schot in de roos. Net zoals de outfit van de jonge zangeres (die wat dat betreft toch een streepje voor heeft op Jérémie). Laten we elkaar gewoon die twelve points geven, want ook dat is Eurosong: België en Nederland die met elkaar verbroederen.

Mijn douze points voor sfeer en gezelligheid schenk ik nu al aan Roos en Niko, want wij kijken vanavond samen!

Het moment – Klein geluk #4

Ik hou verrassend veel van maandagen*. Doorgaans zijn het productieve dagen waarop ik me weer fris en fruitig voel om een nieuwe week aan te vatten. Vandaag kregen wij zowaar een dagje vrij. Reden te meer om er helemaal voor te gaan. De zon had duidelijk iets goed te maken na een stormachtige zondag. Ik zat op de fiets, liep een rondje en besefte dat het begin van 2022 er echt mocht zijn. Vooralsnog geen grootste gebeurtenissen, maar heel wat kleine geluksmomenten lagen zomaar voor het rapen. De zaadjes zijn geplant, benieuwd wat er binnenkort geoogst kan worden.

  • Aftellen naar de geboorte van babybroer die zich voorlopig nog veilig verstopt in de buik van Marike. Roos en ik organiseerden een naaiweekend in mijn atelier waarbij we alle creatieve registers opentrokken om de nieuwkomer in onze familie van het nodige gerief te voorzien. Zussentijd van de hoogste kwaliteit!
  • Bezoek krijgen van Leah en Marike. Met mijn huisdieren kan ik natuurlijk dik scoren bij een 2,5-jarige. Een keer of 20 was het van Ada aaien (en die liet dat gedwee gebeuren). Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, sopte die kleine Lee vervolgens haar speculaas in de chocomelk.
  • Mijn jeugdvriendin Elizabeth die voor de tweede keer mama werd. Julian kreeg een zusje met de prachtige naam Sienna. Zelden zag ik zo’n mooie baby. In de zomer zijn Eli en ik van plan om samen mountainbiketochtjes te maken.
  • Niets dan lovende woorden van de pers over de nieuwe theatervoorstelling van mijn meter die Simone de Beauvoir vertolkt. Ga dat zien!
  • Dromen van Parijs en nog beter, de marathon in Parijs met Roos. Plannen maken, een hotel boeken en de Thalys reserveren… dit lijkt wel 2019. Mensen toch, wat hou ik van de marathon en alles wat die teweeg brengt.
  • Fietsen en lopen met de zon op mijn snoet. Soms ook met wind, daar moeten we eerlijk in zijn, of met regen. En waarom niet 20 kilometer gaan lopen als het weer ronduit stormachtig te noemen is? Wel, om uiteindelijk verzopen, maar toch vooral heel voldaan thuis te komen. Zondag niet gaan lopen dat behoort niet tot de mogelijkheden.
  • Lek rijden langs de Grote Gete en binnen no time weer een redder in nood die mij verder helpt met een te grote binnenband. Held van dienst was de 73-jarige Felix. En ja, ik weet het, zou ik in 2022 niet op alles voorbereid zijn? Nu heb ik mijn lesje écht geleerd. Ik kocht een voorraadje binnenbanden (maatje 27,5) en was best trots toen ik er ook in slaagde om mijn achterband helemaal zelf te vervangen.
  • Een werkdag beginnen met een fietstocht van 20 kilometer, een looprondje van 6 kilometer en dan met lichte spanning, maar wel overdreven energiek in de klas staan. ’s Ochtends sporten dat voelt als voorsprong nemen.
  • Vier keer per week met frisse tegenzin, maar wel heel gedisciplineerd mijn oefeningen van de kinesitherapeut afwerken. De muziek bij uitstek om dat op te doen is die van Queen.
  • De comeback van de debardeur: ik ben fan. Het leek wel elke dag Dikketruiendag met dank aan de ventilatie in de klas en de hallucinante energieprijzen (ook dat nog). De verwarming thuis staat natuurlijk aan, maar toch liever een warmere trui dan een graadje hoger.
  • Stromae die muziekgeschiedenis schrijft door zijn aangrijpende L’enfer live in het journaal van TF1 te brengen. Geef die man alsjeblieft een standbeeld!
  • Ook de revival van de vrouwelijke Nederlandse muziek stemt me hoopvol en goedgezind. Hartjes voor Froukje, Meau en Merol.
  • Een literaire klassieker klein krijgen: op 1 januari begon ik met elke dag voor het slapengaan een paar pagina’s te lezen in het onleesbare (en daardoor ook slaapverwekkende) Ulysses. Bleek het vorige week toch niet toevallig 100 jaar geleden te zijn dat James Joyce zijn modernistische klassieker schreef! Maak je geen illusies: het is wel degelijk onleesbaar, maar ik zit toch maar mooi op pagina 230 en blijf volharden.
  • Gedichtendag op school: wat een plezier! En ook een gesprek in de klas over het gebruik en het nut van een nachtkastje, een meubelstuk dat duidelijk nog niet aan populariteit moet inboeten.
  • De bloei en groei in mijn tuin. Ik vraag me nu af of de natuur overdreven optimistisch is en een inschattingsfoutje heeft gemaakt dan wel een feilloos gevoel voor timing heeft.
  • Ik denk deze dagen veel aan Oma, want die zei altijd dat je het lengen van de dagen begint te voelen met Lichtmis. En natuurlijk heeft ze gelijk.

IMG_7349b

IMG_7340b

IMG_7309b

*Dinsdagen daarentegen, dat vind ik vaak zware dobbers om te verteren.

De muziek – De 5 van 2021

Ik ging eigenlijk vertellen waarom ik al anderhalf jaar zo graag zonder muziek loop. Tot ik besefte dat ik alleen maar kan zeggen dat ik meer tot rust kom als ik muziekloos loop, juist omdat ik zo verknocht ben aan muziek op alle andere momenten van mijn dag. Voilà, bij deze is dat gezegd. December, dat is lijstjestijd en laat deze madame nu echt een grote fan zijn van een spectrum aan lijstjes. Ik keek dus reikhalzend uit naar mijn Spotify wrapped, waar niet geheel verrassend ook mijn brother met zijn podcast een plaats in heeft, hoe dan ook een uitgelezen lijst om de winter mee af te trappen.

Mijn muzikale aura is rustig en melancholisch. Met 6414 luisterminuten was Spinvis mijn favoriete artiest, gevolgd door Mumford & Sons (leesmuziek), Ramses Shaffy (kook- en werkmuziek), Johnny Cash (werkmuziek) en Damien Rice (kom-tot-rustmuziek). Uitmuntend gezelschap, alleen jammer dat het zo mannelijk is. Mijn 5 topnummers van 2021 zijn eveneens een weerspiegeling van de uiteenlopende genres die ik beluister.

  1. Voilà van Barbara Pravi 
    162 keer luisterde ik naar de nummer 2 van het Songfestival. Oui oui oui et je ne regrette rien! Een stralende nummer 1 omdat het een chanson is dat mij meteen raakte en een kippenvelmoment bezorgde toen ik Barbara Pravi’s performance zag. Eurosong, dat is kleur en hoop, nog steeds in deze bange en bizarre tijden. Neem daarbij de allesomvattendheid die verscholen zitten achter een voilà (dit is wie ik ben en dat is goed zo) en je begrijpt waarom het zo goed bij mij past.
  2. Madame van Claude Barzotti
    Mijn kansen om in de tuin te luieren, lezen en zonnen waren beperkt in juli. Als ze er waren, dan was er deze klassieker van een Belg met Italiaanse roots die blijkbaar vooral in Canada naam en faam verwierf. Ook tijdens mijn wandelingen was Claude graag van de partij. Madame is, net als ik, een product van de eighties. Ik ben er nog altijd niet uit of ik het nu gewoon klef, dan wel hopeloos wanhopig of toch eerder zeemzoet romantisch vind. Hoe dan ook helemaal iets voor mijn melancholische aura.
  3. Spectrum (Say My Name) van Florence + The Machine en Calvin Harris
    Yes, Florence staat in mijn top 5! Al is het dan met een samenwerking met een Schotse DJ. Ik luisterde vooral naar deze song op de fiets. Omdat de explosieve cocktail van positiviteit en oerkracht zo aanstekelijk werkt. 3 minuten en 35 seconden voel ik mij dan onoverwinnelijk. Florence heeft Calvin daar trouwens niet per se voor nodig: ook het originele nummer is een toppertje!
  4. Hey Brother van Avicii
    Ach ja, wat kan ik nog meer vertellen over mijn liefde voor Avicii? Dat die onverwoestbaar is dus. En dat Hey Brother, ook zonder echt diepgaande lyrics, voor mij een symbolisch lied blijft over de broeder- en zusterliefde. Meer hoeft dat niet te zijn.
  5. Winter Winds van Mumford & Sons
    Ik ben blij dat ook iets van mijn leesmuziek het tot in de top 5 heeft geschopt. Straf eigenlijk, want Mumford & Sons luister ik enkel in het najaar (net als Leonard Cohen). Leesmuziek dat is trouwens geen minderwaardig label. Leesmuziek is de ultieme sfeermuziek die mij in staat stelt me onder te dompelen in een andere wereld (en op sommige dagen moet een mens daar wel moeite voor doen).

Tot slot, nog eervolle vermeldingen voor de nummers die ik de afgelopen maanden vaak op repeat zette: Rise van Lost Frequencies, Het grote geheel van Bart Peeters, Pepas van Farruko, Because the Night van Patti Smith, Don’t Cry For Me Argentina van Julie Covington en Snowman van Sia.

Het boek – Patti has the power!

Patti Smith in trefwoorden: Amerikaanse – veelzijdig artiest – Robert Mapplethorpe – People Have The Power – Chelsea Hotel. Toen ik haar boek Just Kids las, stelde ik me de vraag hoe het in godsnaam mogelijk was dat ik Patti Smith nu pas ontdekt heb. Ik had nochtans kunnen weten dat ze mij zou bekoren omdat Florence & The Machine, één van mijn muzikale heldinnen, een nummer schreef over Patricia, aka Patti. Uiteindelijk was het een fragment in Alleen Elvis blijft bestaan (gekozen door Marieke Lucas Rijneveld) dat me er vrijwel meteen toe aanzette om Just Kids uit de ongelezen boekenkast te nemen. In het fragment is te zien hoe een timide en zichtbaar ontroerde Patti Smith enthousiast wordt onthaald door een koor om samen People Have The Power te zingen. Ik was meteen verkocht.

Ik verwachtte van Just Kids in de eerste plaats dat het een autobiografisch boek zou zijn over het lastige groeiproces dat inherent verbonden lijkt te zijn met het artiestenleven, over Patti die zich een weg baant door het turbulente Amerika van de jaren 60 en 70, hoe ze na een armoedige periode uiteindelijk succesvol wordt en dan beseft dat niets zo relatief is. En ja, ook wel een boek over de Amerikaanse fotograaf Robert Mapplethorpe, want die staat op de cover en de twee hadden een innige band. Just Kids is echter zoveel meer dan interessante non-fictie. Wanneer Robert Mapplethorpe in 1989 sterft aan de gevolgen van aids belooft Patti Smith om hun verhaal te vertellen. Just Kids dus, over hoe ze elkaar toevallig leren kennen als twintigers, over hoe hun levens vanaf dan onvermijdelijk en onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, over hoe ze elkaars artistieke loopbanen beïnvloeden en hoe hun vriendschappelijke liefdesrelatie of liefdevolle vriendschap als een rode draad alles aan elkaar rijgt. He was the artist of my life. Our work was our children.

De afgelopen weken had ik helaas weinig tijd om te lezen. Ik werk hard, ik sport veel. Ik tel af naar een laatste sportieve exploot van dit jaar en, ik geef het niet graag toe, naar de kerstvakantie. Ik snak naar rust terwijl die vervloekte crisis alles blijft overschaduwen en overspoelen. Gelukkig was Patti er. ’s Avonds nam ze mij bij de hand en mocht ik door haar ogen naar het leven kijken. Ze toonde me de rijke geschiedenis van Hotel Chelsea (wat ik dan weer kende van Leonard Cohen). Ze vertelde over het ontstaan van haar androgyne looks. Hoe je in de artistieke wereld net zo goed een evenwicht moet vinden tussen erbij horen zonder je eigenheid te verliezen. Ik zag hoe de dood van Jimi Hendrix en Andy Warhol haar aangrepen. We waren zelfs samen in Parijs om het graf van Jim Morrison te bezoeken op Père Lachaise.

We needed time to figure out what all of this meant, how we were going to come to terms and redefine what our love was called. I learned from him that often contradiction is the clearest way to truth. Ik vond heel veel schoonheid en berusting bij Patti Smith: precies wat ik nodig had. Als dat niet volstond was er de muziek van de Godmother of Punk die zowel ongetemd, explosief als poëtisch is: ook precies wat ik nodig had. Niet alles moet in hokjes passen en het is helemaal oké om je gevoel te volgen. Thank you, Patti. 

Waarom ik vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik werd deze week vaak wat meewarig aangekeken als ik me enthousiast uitliet over het Songfestival. Vooral omdat ik oprecht enthousiast was en zonder enige schroom vertelde dat ik genoten had van de halve finales en de bijhorende Spotify-lijst. Het Songfestival is voor mij geen guilty pleasure (één van die woorden waar ik een hekel aan heb), maar een ongegeneerd pleziertje. Ik geef jullie graag vijf goede redenen om vanavond af te stemmen op Eurovision en enkele uren voor de tv te hangen.

  • Omdat het Songfestival bij onze immer enthousiaste noorderburen doorgaat. Dat hebben ze te danken aan de verdiende winnaar van 2019: Duncan Laurence. Rotterdam is bovendien één van mijn favoriete Nederlandse steden waar ik heel mooie (loop)herinneringen aan heb. Op deze blog kon ik meegenieten hoe Eurovision de Rotterdamse buurten vorm en kleur gaf.
  • Omdat het Songfestival het feest van de diversiteit is. Europa is er gekleurd, genderfluïde en meertalig. Alles kan, alles moet zelfs. Ook binnen de drie minuten dat een euro-song duurt, voert diversiteit vaak de boventoon. Go_A brengt met een unieke zangtechniek (die klinkt als een schreeuw) Oekraïense folklore in een elektronisch jasje als ode aan de natuur. De Italiaanse rockband (met Deense naam) Måneskin won de Eurostory Best Lyrics Award en toont daarmee aan dat je ook stilistisch verfijnd kan roepen.
  • Omdat het Songfestival naast een visueel spektakel zeker ook een podium is voor uitstekende zangers. De Franse (met Servische roots) Barbara Pravi raakt mij keer op keer met haar klassieke chanson Voilà (dat simpelweg gaat over zijn wie je bent in het leven). De Zwitserse inzending Gjon’s Tears brengt een ballade mét dancemoves waarbij je je afvraagt hoe hoog een mens kan zingen. Adembenemend hoog, zo blijkt!
  • Omdat het Songfestival nu meer dan ooit symbool staat voor hoop. De hoop op een gelijkwaardige behandeling voor elke burger, de hoop op een betere wereld, eentje waar we weer bijeen mogen komen om naar een feestje te gaan. Natuurlijk staat zo’n festival bol van de clichés en schuilt er onder de kilo’s glitter een commercieel verpakte boodschap. We zijn allemaal voor de underdog, janken een potje over de liefde, houden een vurig pleidooi voor een duurzamere wereld en we breken een lans voor female empowerment. Hell no, I am not your honey: zoals de Maltese Destiny het met opzwepende Charleston-vibes weet te brengen. Hoe kan je daar iets op tegen hebben?
  • Omdat het Songfestival het ideale familieprogramma op zaterdagavond is. Mijn eerste levendige Songfestival-herinnering gaat terug naar het jaar 1996 toen Lisa del Bo ons land vertegenwoordigde met Liefde is een kaartspel, een liedje dat Seppe en ik stiekem heel goed vonden. We mochten chips eten voor de tv en lang opblijven. Ik zorgde voor de puntenlijsten. Vooral papa had een ongezouten mening over elke act. Voor hem mocht het niet te traag en kwelerig zijn. We maakten kennis met vriendjespolitiek en we vonden het heel onrechtvaardig dat Malta wél in het Engels mocht zingen. Vanavond kijk ik, net zoals twee jaar geleden, samen met Roos en Sien. Douze points voor sfeer en gezelligheid!

Het portret – 42 topvrouwen

Ik word omringd door sterke vrouwen. Mijn mama, zussen en metekind krijgen niet toevallig een prominente rol in mijn verhalen. Ik heb echter ook bijzonder leuke tantes en een meter die niet alleen een bekende kop heeft, maar vooral een bijzonder groot hart. Ik denk nog vaak aan mijn Oma, die er niet meer is, maar steeds aanweziger lijkt te zijn. Ik heb hartsvriendinnen die ik gewoon vriendjes noem. Ik heb collega’s waar ik niet alleen goed mee kan samenwerken, maar vooral goed mee kan praten. Elke man wordt geboren uit een vrouw. Dat zegt eigenlijk genoeg.

Dank je wel Agatha Christie voor je boeken die ik verslond
Dank je wel An Lemmens voor je dierenliefde
Dank je wel Angèle voor je opgestoken middenvinger
Dank je wel Carson McCullers voor je boek over eenzaamheid
Dank je wel Catherine Van Eylen voor je eigenzinnige kledingkeuze
Dank je wel Celia Groothedde voor je mening over feminisme
Dank je wel Chloé van Koffie Onan voor je liefde voor het vak
Dank je wel Cindy de postbode voor alle pakjes die je brengt
Dank je wel Coco Chanel voor je vernieuwende blik op mode
Dank je wel Connie Palmen voor je ontroerende woorden
Dank je wel Edith Piaf voor het spijt dat je nooit had
Dank je wel Elizabeth Batts voor de kracht die je bezat
Dank je wel Ellen Deckwitz voor je welbespraaktheid
Dank je wel Florence Welch voor je soundtrack van mijn leven
Dank je wel Frida Kahlo voor je kleurrijke persoonlijkheid
Dank je wel Hilde Van Mieghem voor de strijd die je voert
Dank je wel Hind Eljadid voor de moed die je hebt
Dank je wel Joke Van Leeuwen voor de wereld die je creëert
Dank je wel Julie Cafmeyer voor je column over grote liefdes
Dank je wel Kate Winslet voor de vrouwen die je een stem gaf
Dank je wel Kathelijn, mijn kinesist, voor je heilzame handen
Dank je wel Kathrine Switzer voor je daad van verzet
Dank je wel Leen Demaré voor je persoonlijke verhaal
Dank je wel Lies van de hulpgevangenis voor je engagement
Dank je wel Maaike Cafmeyer voor je speech recht uit het hart
Dank je wel Margaret Atwood voor het donkere beeld dat je zag
Dank je wel Maud Vanhauwaert voor de dichter die je ons geeft
Dank je wel Maureen van contact tracing voor je begrip
Dank je wel Maya, mijn kapper, voor je oprechte interesse
Dank je wel Michelle Obama voor de hoop die je geeft
Dank je wel Mieke, van op de markt, voor het brood dat je bakt
Dank je wel Naomi Sluijs voor de stoffencollectie die je ontwerpt
Dank je wel Nino Haratischwili voor je onvergetelijke epos
Dank je wel Ottessa Moshfegh voor je verfrissende literatuur
Dank je wel Paulien Cornelisse voor je grappen over taal en mos
Dank je wel Pink voor de rock star die je bent
Dank je wel Simone de Beauvoir voor je blik op vrouw-zijn
Dank je wel Sofie Lemaire voor je innemende persoonlijkheid
Dank je wel Sophie Calle voor je fijnbesnaarde kunstboek
Dank je wel Virginia Woolf voor je onvergetelijke personages
Dank je wel Yentl en de Boer voor je liedjes over mannen
Dank je wel Zaz voor hoe je zingt over Parijs