Maart 2023 was niet mijn maand. Er was de belofte van het sportieve voorjaar en een zonnige lente. Plannen om naar toe te leven. Genoeg klein geluk om mijn hartje aan op te halen, om eens goed mee te lachen ook. Ik besef dat ik ergens onderweg de licht- en luchtigheid ben verloren. Misschien viel die geruisloos uit mijn broekzak tijdens een looptraining. Mogelijk waaide ze met een ruk weg als een pet waarbij de wind onder de klep schiet. Donkere wolken pakken zich samen boven mijn gemoed. Ik bevind me al langer in turbulente tijden. In het najaar was er geen ontkennen meer aan en zette ik stapjes terug. De voet moest van het gaspedaal. Weg met de vermijding, ik leerde hulp te aanvaarden. Mijn houvast was de doldwaze sportieve flow waar ik me in bevond. De ene na de andere unieke ervaring diende zich aan. Mits wat moeite leek het onmogelijke mogelijk. Ik trek gelukkig nog steeds met plezier mijn loopschoenen aan. Lopen is nog steeds wat mij blijer en frisser maakt, zoveel meer dan een uitlaatklep. Het vraagt echter steeds meer om mezelf staande te houden. Op 16 dagen voor de Rotterdam Marathon had ik dat liever anders gezien, al besef ik ook dat het nu eenmaal niet anders is.
Hét nieuws van de maand was dat onze Frank Deboosere met pensioen ging. De eeuwig optimistische weerman die er een halszaak van maakte om zich nooit, maar dan ook echt nooit, negatief uit te laten over het weer. De natuur kon immers regen gebruiken, jeej! De windmolens zijn toch zo blij met die wind, joepie! Ik liet mezelf wel eens een oogrol ontvallen als Frank weer overdreven enthousiast een barslecht weerbericht de wereld in stuurde. Nochtans zou ik mezelf ook omschrijven als een meteorologisch positivist. Als grote fan van de Vier Seizoenen (en dan vooral Vivaldi’s Summer in G Minor) ben ik ervan overtuigd dat elk seizoen z’n voordeel heeft. De maat is echter vol: ik ben helemaal klaar met de grilligheid van maart. Sinds mijn CPC-strijd is met name de wind mij een doorn in het oog. Kan het nu alsjeblieft eindelijk eens stoppen met waaien?! Zowel tijdens mijn looptrainingen als mijn dagelijkse steenwegritten op de fiets word ik geteisterd door wind. Of het nu strakke winden, dan wel rukwinden of windstoten zijn: ik ondervind daar last van. Zo ook afgelopen zondag tijdens de halve marathon in Gent waar ik samen met Roos en Sam aan de start stond. Het was een regenachtige dag en als het regent, lieve mensen, dan waait het doorgaans ook. Neem daarbij een parcours met behoorlijk wat draaien en keren, lastige steentjes incluis, een Gent dat grijs afstak tegen de koninklijke allures van Den Haag en je begrijpt dat ik er niet de halve marathon van m’n leven liep. Dankzij de lead-out van Sam kon ik nog afklokken op een 1:25, maar een echt goed gevoel hield ik er niet aan over. Roos daarentegen, die ging weer als een speer. Ze verbeterde haar amper 2 weken oude PR van de CPC met weer een minuutje. She’s on a roll! Volgend jaar gaat ze Karel Sabbe achteraan in de Barkley Marathon, let op mijn woorden.

Ik word ook geplaagd door wegenwerken. Op mijn fietsroute naar school liggen drie stukken weg open. De situatie: mobiele lichten die altijd op rood staan, autobestuurders die zich ergeren, wachten, nog wat wachten en dan over een geïmproviseerd fietspad voorbij de werf. Het wegdek wordt weer wat opgelapt, fundamenteel wordt de mobiliteit op de steenweg er zelden beter van. Lastig, maar niks waar ik van wakker lig. De echte terreur zijn de wegenwerken die in mijn hoofd plaatsvinden. Sinds een paar maanden volg ik een intensief therapeutisch traject om de PTSS aan te pakken waar ik al veel te lang mee leef. Enerzijds is er de opluchting dat ik mijn verregaande angst en stress gerelateerde klachten bij de wortels aanpak, anderzijds betekent dat ook teruggaan naar de oorzaak ervan. Dat maakt heel veel los. Er worden diepe kraters in het wegdek geslagen. De imposante brokstukken liggen ernaast en ik vraag me af hoe dat ooit weer zal passen. Wat bloot komt te liggen is onontgonnen terrein. Pure chaos. Uitzichtloos, moeilijk voor te stellen dat daar ooit weer een strakke asfaltstrook zal liggen met slechts enkele subtiele breuklijnen die verwijzen naar de bouwval die ooit was. Mijn werk is zowel een afleiding als een vlucht. Sporten is dat ook. Er is op dit moment geen gulden middenweg. Het is wachten bij die wegenwerken (soms geduldig, soms met een vloek), wetende dat ze op een dag minder hinderlijk zullen zijn en ook erop durven vertrouwen dat ze op een andere dag tot de verleden tijd zullen behoren.
Ik heb heel veel lieve mensen om me heen die me met zorg omringen, maar ook in de muziek vind ik troost en afleiding. Mijn Spotify playlists werden weer wat uitgebreid met respectievelijk De Janklijst, De Troostlijst en De Vechtlijst. Bovendien maakte ik ook een 90’s Throwback lijst die mij helemaal terug katapulteert naar mijn jeugdjaren. De tijd dat ik keihard Self Esteem van The Offspring meebrulde (I’m just a sucker with no self esteem), wij met z’n allen Britney Spears en Christina Aguilera leerde kennen, Aqua muzikaal hoge toppen scheerde met Barbie Girl, maar Seppe en ik ook fan waren van Krezip, Nirvana, The Radios en Eminem. Kortom een gezellig bont allegaartje.
Begin februari gingen Roos en ik naar het concert van First Aid Kit in de AB. Johanna en Klara Söderberg zijn Zweedse zussen met een gitaar die fantastisch zingen, een folkduo wordt dat blijkbaar genoemd. We waren het erover eens dat ik eerder Klara was en Roos Johanna (we zagen het al helemaal voor ons hoe wij samen een band zouden vormen). Je zou hun songs wat melancholisch en triestig kunnen noemen. Toch behoren ze wat mij betreft absoluut tot de troostende hoopgevende categorie. Hun recentste album Palomino bevat alleen maar pareltjes, vooral het meeslepende Out of My Head luisterde ik al honderden keren. Dezelfde vibe vind ik ook bij een heel wat ouder album: Temple Of Low Men van Crowded House. Niet toevallig de plaat van Four Seasons in One Day, wat ik vorig jaar bombardeerde tot voorjaars-janklied. Voor de French touch heb ik dan weer Zaz, wiens stem nooit verveelt, of ze nu over Parijs of over de liefde zingt. Tot slot kleurt ook I Don’t Live Here Anymore van The War On Drugs mijn voorjaar. Wat een topplaat! Als het echt tijd is voor wat licht- en luchtigheid in het leven, dan is er gelukkig nog The Masked Singer. Dankzij Minotaurus ben ik weer helemaal verslingerd aan Queen en dan vooral The Show Must Go On. Drama doet het altijd goed, ongeacht de tijd of het moment.
Ziezo, het is paasvakantie. Tijd om rust te nemen. Ik ga de verbinding en vriendschap opzoeken. Koffie drinken, lezen en lopen. Wat creatieve projecten hervatten. Wind mee of tegen, de kriebel om helemaal naar die Rotterdam Marathon toe te leven komt eraan. On a river, I’m floating down the stream and back again om het met de zusjes Söderberg te zeggen. Zussen hebben eigenlijk altijd gelijk.