Ik heb altijd al de onweerstaanbare drang gehad om alles een naam te geven. Voor een huisdier vind ik dat niet meer dan logisch, maar ook een auto of fiets ontkomt niet aan mijn namenmanie. Ik laat me daarbij graag inspireren door de interesses van het moment. Zo noemde ik mijn eerste hamster Tony Van Gullik, naar de klusjesman die al eens op mijn kot langskwam. Mijn katten Ada en Teresa zijn dan weer genoemd naar literaire personages. Jullie kennen inmiddels ook mijn fietsen Juan en Tony, maar in mijn garage herberg ik ook nog Tina en Ludo. Mijn auto heet trouwens Berry (de Citroën Berlingo).
Ook mijn creatieve projecten bundel ik onder een naam: Flat White. Een naam die staat als een (mode)huis – al zeg ik het zelf – en die verwijst naar één van mijn favoriete koffies. Flat White combineert de klassieke Italiaanse cappuccino met een extra shot durf. Een edgy kantje dat net wat meer pit geeft. De kracht van een naam is dat een concept of bedrijf tot leven komt. Je koopt ook een stukje identiteit en beleving. Boekenwinkels beheersen het metier van de naamgeving tot in de puntjes. Boekarest, Barboek, Buchbar, Plato of Paard van Troje zijn namen die niet alleen goed klinken, maar zowel speels als ernstig zijn.
Afgelopen zomer zag ik in Den Haag een camionette van stukadoorsbedrijf De Smeerbeer (voor al uw stuc- en sauswerk). Ik moet nog steeds lachen om die naam. Enerzijds: origineel en grappig, anderzijds: ook heel bevreemdend. Ik vraag me dan of die naam ontstaan is na een brainstormsessie van een paar uur dan wel door de ingeving van het moment. Over stukadoors (of plakkers zoals wij in Vlaanderen zeggen) gesproken: de herkomst van het Nederlandse Goldband verdient hier ook een vermelding. De bandleden zijn stukadoors die dagelijks werkten met pleister van het merk Goldband. In het algemeen kom ik vaak goede namen tegen van dienstverlenende bedrijven: Patje Repair, ’t Dakdekkertje, Wifiman en The Kotfather bijvoorbeeld. Namen met een knipoog die een duidelijke link hebben met het beroep in kwestie.
Tijdens mijn dagelijkse fietstochten over de steenweg heb ik veel tijd om me te verwonderen over de namen die mijn oog passeren. Vooral kapperszaken en frituren beslaan een enorme waaier aan naamtypes. Ik heb een grote liefde voor de gewone naam. Kapsalon Vera of Betty, dat is gewoon goed. Net zoals frituur Peggy of Sigrid. Ook broodjeszaak De pitstop bij Erika en Ivan blijf ik een topper in deze categorie vinden. Minder geslaagd vind ik Geert Roekeloos die onder z’n eigen naam elektriciteitswerken uitvoert.
Je maakt mij ook altijd blij met een goede woordspeling. Kapsalon De Hoofdzaak, dat is toch echt geniaal? Sizoo vraagt net iets meer denkwerk (het Franse des ciseaux), maar vind ik een leuke vondst. Ook Frituur Boem patat is er boenk op. Het wordt natuurlijk helemaal tof als je je eigen naam kan verwerken in je bedrijfsnaam. Broodmieke wordt uitgebaat door Mieke, ook Tinne van TarTinne was voorbestemd om een bakkerij te beginnen en Boomwerken Bosmans mag eveneens niet in dit rijtje ontbreken. Bij een woordspeling kan je er ook over gaan. Frituur Het volle ventje vind ik op het randje van te vergezocht. Vol-au-vent en een frituur: er is een bruggetje, maar het is wankel. Ook frituur De Vuntzak (gelegen aan de Vunt), slaat de bal wat mij betreft mis. Een associatie met vunzig wil je liever niet (zou ik toch denken).
Het loopt ook al eens fout als je met een naam te veel wilt. Dat gevoel heb ik bijvoorbeeld bij kapsalon Trendy Look. Het voelt oubollig aan, op een geforceerde manier hip willen zijn. Zijn er mensen die hun kapsel omschrijven als trendy? Bij kapsalon Metamorfose heb ik hetzelfde gevoel. Ik wil juist géén metamorfose als ik naar de kapper ga. Ik wil een snit die bij mij past, geen gedaanteverwisseling à la Kafka. Ook de naam van winkelketen Veritas blijf ik apart vinden. De geschiedenis van het bedrijf gaat terug tot 1892 toen Jean-Baptiste Leestmans in Antwerpen een handel in brei- en naaigaren opzette onder de naam In den Jood. Net zo goed apart, al begrijp ik dat J-B met zijn eigen naam niet veel kon aanvangen. Sinds 1922 heet de keten Veritas, naar het Latijnse “waarheid”. De ontstaansgeschiedenis vertelt verder helaas niet waarom de keuze viel op deze naam. Ook bij frituren Peach Pit en Tropicana zie ik het verband niet tussen het product en de naam. De imaginaire combinatie tussen friet en perzik prikkelt allesbehalve mijn smaakpapillen.
Less is vaak more. De apotheek die Den Apotheker heet bijvoorbeeld. Sommige namen zijn echter zo minimalistisch dat less soms ook echt less is. Een naam voelt dan armoedig en inspiratieloos aan. Jeugdhuis De Jeugd bijvoorbeeld. Tja, dat is toch een gemiste kans, net zoals fruit- en groentezaak Het Natuurtje of Het Nootje waar ze – je raadt het nooit- noten verkopen. Bij de naam van mijn school, De Ring (3x raden waar je ons kan vinden) denk ik ook: mag het ietsje meer zijn? Met de naam van mijn blog ben ik nog steeds tevreden: een naam en een actie, een onderwerp en een pv, het gaat hier over mijn leven en wat ik graag doe. Helder. Ik schudde die naam 5 jaar geleden uit mijn mouw en in die tijd is er nooit een moment geweest dat ik een beter alternatief kon bedenken. Suggesties zijn altijd welkom!