Het gerief – In de ban van de ruit

Mijn papa is veel, maar een fashionisto is hij nooit geweest. Ik had het dan ook nooit voor mogelijk gehouden dat uitgerekend hij zich als trendsetter zou ontpoppen. Het zit namelijk zo: al zo lang ik me kan herinneren draagt hij in de winter een geruite flanellen vest als jas. Hij had een rood-zwarte en een groen-zwarte versie met groot ruitpatroon. Merkloos uiteraard. Papa was daardoor erg herkenbaar. Lang voor de wereld er klaar voor was droeg Jan Odeyn met andere woorden een shacket. Helemaal hip en trendy dezer tijd. Een wat? Een shacket is een samentrekking van shirt en jacket: een wat oversized blouse, vaak geruit, die je als jas draagt. Een houthakkershemd wordt dat ook wel eens genoemd. Tegenwoordig zie je ze overal opduiken in alle kleuren, vormen en geheel uniseks. In december kon ik Sam overtuigen van de veelzijdigheid van het shacket en toen ik zag hoe hij in korte tijd helemaal verknocht raakte aan zijn vintage versie kon ik echt niet achterblijven.

IMG_0727b

Dankzij een prachtige rood-roze mantelstof mét ruit die ik bij LanaLotta zag, kreeg mijn shacket-droom uiteindelijk vaste vorm. Het was liefde op het eerste gezicht met die stof. Gek eigenlijk, aangezien ik rood en roze niet meteen als mijn lievelingskleuren zou bestempelen en ik er lang van overtuigd was dat de tijd van de felle kleuren voor mij passé was. Smaak en stijl veranderen. Vroeger kon ik ook niet begrijpen wat mensen zagen in de kleur bordeaux, terwijl burgundy nu een kleur is waar ik steevast voor zwicht. Net zoals lila en pasteltinten trouwens. De cyclamen in mijn tuin tonen aan dat je dit alles ook perfect kan combineren. Om die reden rolde er ook nog een sportieve sweater vanonder mijn naaimachine: een restprojectje van mijn (en Roos’) geliefde Invaincu-sweater. Ik moest creatief omspringen met de patroondelen en zo verdween het laatste stukje bordeaux in een mouw net zoals een stukje van de leopardstof. Als symmetrie geen optie is, dan kies ik resoluut voor de chaos. Colourblocking heet dat in modetermen.

IMG_0761b

Een shacket naaien vraagt net wat meer tijd dan een sweater, zeker als je met mantelstof werkt. Juist daarom was het een heel fijn project om mee bezig te zijn. Het eindresultaat overtrof mijn verwachtingen. De pasvorm is perfect (het ene oversized is het andere niet), de grote kraag is zowel stoer als elegant, net zoals de ronde vorm van de panden. Ook nu vormden de resten ruitstof een nieuw project. Naast jassen en sweaters ben ik namelijk ook een grote liefhebber van tassen. Ik zei het al vaker: er is een tas voor elke gelegenheid (én een jas én een sweater). Ik maakte al een tas die perfect in mijn fietstas past, zowel qua vorm als kleur. Een eenvoudige tote bag met grote hengsels om over de schouder te dragen. Mijn ultieme tip: een verstevigde bodem van stylevil zorgt ervoor dat je tas staat als een huis. De zoete, doch stoere ruit combineerde ik met vaste waarden van het Flat White huis: denim, een washed canvas in marineblauw, streepjes en een toets van zebra. Streepjes zijn echt altijd goed. De benjamin van de mini-collectie en familie Ruit is een fanniepack. Klein, maar verdorie arbeidsintensief, zoals ik hier al uitlegde.

IMG_0740b

Mijn pappie draagt een heuptasje enkel functioneel op de fiets. Ik besef nu dat hij profetische gaven had om modetrends te voorspellen. Zo droeg hij al een joggingbroek lang voor de grote modehuizen het hadden over sweatpants of athleisure wear om fashion statements te maken. Papa’s vaste tenue als molenaar en modelbouwpiloot was bovendien een overall, waar het nu al jumpsuit is wat de klok slaat. Zijn geliefde kabas is dan weer helemaal volgens de regels van utility wear of cargo style, dat kan ook. Het enige item uit zijn collectie dat nooit echt is doorgebroken moet zijn caban zijn, oftewel een regenponcho in legergroen voor op de fiets. Ik zeg: daddies and shackets for the win!

IMG_0730b

Patroondetails: Indy shacket van Bel Etoile, Didi sweater uit Fibre Mood 17, Faye fanniepack van WISJ Design. Patronen, stoffen en fournituren voornamelijk van LanaLotta in Leuven.

Loperspraat – Een nieuw vriendje aan de pols

Op 28 juli nam ik afscheid van een trouwe vriend, mijn Garmin Forerunner 230 waar ik vier jaar lang sportief lief en leed mee deelde. Aan onze intense samenwerking kwam behoorlijk abrupt een einde. De “wijzerplaat” kwam los en dus was het laatste rondje samen er één met een stuk plakband. Al waren er ook andere tekenen van aftakeling: het bandje stond op barsten en – veel erger – de batterijduur had het steeds lastiger met de duursporter die ik ben. Een waardige opvolger vond ik in de Garmin vívoactive 4. En zo kwam het dus dat er een nu een smartwatch aan mijn pols prijkt.

Ik ben aan mijn derde sporthorloge toe, zoals ik de Vivoactive 4 (ik doe ook niet aan dat gekke accent) nog steeds noem. Een smartwatch kopen stond nochtans niet op mijn wensenlijstje. Ik zag online een aanbieding voor de Forerunner 45. Lekker klassiek en basic, echt iets voor mij, dacht ik. Tot ik hem in het echt zag. Zo hard niet mijn ding: ik stoorde me aan de groene cijfers van de klok (serieus: groen?!) en verder deed het design me denken aan de Casio-horloges die ooit hip waren in de jaren 90. De Forerunner ging dus retour. De Garmin-goden waren me echter gunstig of ongunstig gezind (het is maar hoe je het bekijkt), want amper een dag later zat ik dus met een kapot afdekplaatje. Een nieuwe Garmin werd plots een zaak van staatsbelang. Ik deed wat onderzoek en haastte me naar een echte winkel. Daar werd me meteen duidelijk dat het Forerunner-era op z’n eind loopt. Weldra volgt een oerknal van smartwatches.

Ik ben al gewend aan het feit dat ik altijd achter ben met trends en evoluties. Mijn apparaten gebruik ik lang, heel lang, omdat ik er zo aan gewend ben. De laptop die ik vorig jaar – met pijn in het hart – verving had een minuut of 10 nodig om op te starten en daar zag ik eigenlijk echt geen graten in, want hij typte zo fijn. Bovendien sta ik nogal kritisch tegenover het nut van allerlei snufjes. Ik heb bijvoorbeeld echt niet de behoefte om via een app mijn vaatwasser te bedienen, laat staan om gebeld te worden via een horloge of er WhatsApp-conversaties te kunnen lezen. Mijn sportieve leven en bij uitbreiding mijn hele leven is daar gewoon niet spannend genoeg voor. Ik voel me bijna schuldig tegenover mijn Vivoactive dat ik nooit op een golfbaan te vinden ben, dat ik niet peddelsurf of aan yoga doe. En toch werd ik dus meteen helemaal verliefd op de knappe jongen rond mijn pols. Goh, wat werkt dat gemakkelijk zo’n touchscreen! Hoe leuk is het om je muziek in huis te kunnen bedienen via je pols! Geweldig zeg die auto-pause functie als je loopt of fietst! En ja, hartslagmeting aan de pols is toch ook wel een heel groot voordeel.

In de Garmin Connect app wordt mijn dag nu herleid tot een opsomming van kleurrijke cijfers en grafieken. Mijn stressniveau en body battery worden nauwgezet opgevolgd (zo voelt het toch). Hoewel ik aanvankelijk echt niet van plan was om met een horloge te slapen, vond ik juist mijn slaapgrafieken best interessant: mijn hartslag daalt dan soms tot 39 slagen per minuut. Mijn Garmin vriendje rapporteert niet alleen maar, hij stelt ook doelen op. Ik moet dagelijks voldoende hoogtemeters maken en stappen zetten. Ik mag niet te lang stilzitten of ik krijg een bewegingsmelding aangesmeerd, zelfs als je een paar uur hebt gesport. Hij is streng, maar rechtvaardig, want als je een doel haalt word je beloond met een flitsende animatie. Het zegt veel over hoe we met beweging omgaan: een natuurlijke actieve levensstijl is allesbehalve een evidentie geworden. Getallen zijn de Heilige Graal. Zelfs met al mijn relativeringsvermogen ben ook ik niet immuun voor de voldoening van het groene vinkje.

Laat het duidelijk zijn dat ik superblij ben met mijn aankoop. Mijn sportieve leven maakte een doorstart, al is dat niet alleen de verdienste van de Vivoactive. Toen ik vorige week (samen met Roos, hoe kan het ook anders?) deelnam aan een stratenloop voelde ik een stukje van mezelf weer wakker worden. Ik waan me plots een andere sporter. Ik ben weer een vrouw met een missie, een loper met een doel. Geen 10.000 stappen per dag of 150 minuten intensieve training per week, maar toeleven naar sportieve puntjes in de agenda, iets ondernemen en erop uit trekken. Het afgelopen anderhalf jaar zocht ik sportieve prikkels door op eigen initiatief een marathon en twee keer 50 kilometer te lopen. Toch leek ik in de wachtkamer te zitten. Ik wist niet dat ik de deining op het water zo gemist had.

Het gerief – Twee tassen vol zussenliefde

De afkoelingsweek van het secundair onderwijs deed zijn naam alle eer aan. Dag en nacht vroor het de stenen uit de grond. Ik ging dagelijks – zorgvuldig ingepakt – lopen om van de sneeuw en de zon te genieten. Zaterdag zette ik mijn eerste vakantiedag in met een namiddag in mijn atelier, ofte 24 karaats kwali-tijd. Voor elk van mijn zussen zou ik een gepersonaliseerde tas maken. Een tas naaien voor iemand is namelijk een daad van onversneden liefde. Vergelijk het met koken voor iemand die je graag hebt: dan snij je een wortel ook tederder in stukjes. Als ik dus een tas voor mijn zussen maak, dan vloek ik nooit. Elk steekje zit extra stevig vast dankzij de zussenliefde. Je mag dat gerust klef noemen. De creatijd werd een contemplatief moment omdat mijn zussen in gedachten intensief bij het maakproces betrokken waren. Ik besefte weer hoe hard ik ze mis nu onze momenten samen schaarser dan ooit zijn. Zondag legde ik de laatste hand aan de tassen en trok ik naar de Kempen voor een verlaat verjaardagsfeestje van Marike. Twee uur lang op veilige afstand van het vuur en vooral elkaar zitten om nadien stinkend van de rook en met koude voeten weer in de auto te stappen. Ook dat is liefde. Ook dat is samenzijn anno 2021.

IMG_4234b
A sewing room with a view

IMG_4285b

Ik vroeg vooraf aan Roos of ik Marike blij zou maken met een grotere handtas dan wel met een klein heuptasje. Marike is met alles blij en dat is echt zo, maar een grote tas zou ze wellicht vaker gebruiken, antwoordde Roos. Ik koos daarom tweemaal voor het beproefde recept van de Trixie trail tas: een onontbeerlijke handtas in elke garderobe. Zelfs vandaag gaat een mens immers nog de deur uit. Twee keer dus een identiek patroon met een verschillende uitvoering. Ik maakte inmiddels al behoorlijk wat tassen van diverse afmetingen (waarvan drie Trixies). Mijn nieuwe devies luidt dan ook dat een tas maar zo goed is als z’n binnenkant. Een huis mag nog zo mooi zijn langs de buitenkant, je voelt je er pas echt in thuis als je er je spullen ook fatsoenlijk kwijt kan. Een tas maken begint voor mij daarom met het personaliseren en praktisch aankleden van de voering. De echte luxe is voorbehouden voor het interieur.

IMG_4244b

IMG_4243b

Voor Marike vertrok ik vanuit het allerlaatste restje kurk dat ze anderhalf jaar geleden zelf uitkoos voor de eerste Trixie die ik voor haar maakte. Ik vulde aan met een dry oilskin van Merchant & Mills in de kleur kaki. Al zou ik eerder zeggen munt ontmoet olijf. Oilskin, mensen, is dé jassen- en tassenstof bij uitstek: waterafstotend met een robuuste, doch elegante uitstraling. Ik voel bij die stof een Scandinavische vibe, denk: organisch kleurgebruik in stijlvol minimalisme. Of zoiets. De grijze voering in linnenlook met glitter sluit perfect aan bij het geheel. Het kleine giraffenritstasje garandeert orde in de grote tas. Die stof is dan weer een knipoog naar het geheime Leah-project van alweer anderhalf jaar geleden. Langs de buitenkant zijn de grillige gouden lijnen van de kurk de blikvanger. Om mijn marketingcampagne te besluiten, zou ik deze tas een classy allrounder noemen.

IMG_4254b

Roos gaf me zelf een stuk bronzen namaakleer dat ik als basis kon gebruiken. Ik vulde wederom aan met dry oilskin, deze keer in de kleur olijf, al zou ik eerder zeggen cognac en laat die kleur nu net Roos’ kleurenpalet domineren. De binnenkant werd gevoerd met een wondermooie luxe katoen van Fragile die zijn geheimen onthult achter een gouden rits. Langs de buitenkant stelen de franjes de show. Boho chic of het Wilde Westen: het is maar wat je er in wil zien. Zelf kies ik voor stijlvolle glamour met een edgy touch. Ook Roos kreeg er natuurlijk een twinning tasje bij: nog maar eens een Maurice. Och, wat hou ik van die man!

IMG_4276b

Het belangrijkste DIY-advies voor wie zelf een tas wil maken, is om er je tijd voor te nemen en jawel: om het geheel met liefde en geduld te assembleren. De moeilijkheid zit hem namelijk in de verschillende lagen én materialen die je moet doorstikken om de tas stevigheid te geven. Tot slot ga ik ook helemaal los in de details, want the devil is in the details. Daarom liet ik mijn naaimachine ritslabels “schrijven” met het toepasselijke SIS. Sis of sisje, dat is hoe wij – klef als we kunnen zijn – elkaar noemen. Wie zich het mocht afvragen: onze broer noem ik redelijk consequent Bro. Ik voel hier terstond een idee voor een men bag ontstaan.

IMG_4296b

Weet je wat helemaal zo mooi is aan mijn zussen? Ik wist wel dat ze blij zouden zijn met hun tas, maar ze slagen er dan toch in om die blijdschap te overtreffen en zo overdreven dankbaar te zijn dat je je bijna gaat schamen dat je zelf zoveel plezier hebt gehad tijdens het maakproces.

IMG_4278b
Uiteindelijk is het natuurlijk Leah die de show steelt. Jong geleerd is oud gedaan.

Loperspraat – Het geluk van nieuwe schoenen

Kleine gelukjes, ze zijn er gelukkig nog in overvloed. De ene dag moet je er al wat gerichter naar op zoek dan de andere, maar geloof me: het leven is echt niet helemaal om zeep nu we weer in een soortement lockdown zitten. Zo word ik niet alleen verblijd door de herfstzon, hard poezengespin en een volle boekenkast, ook nieuwe loopschoenen maken mij heel erg happy. Alles begint met de online zoektocht naar geschikte schoenen: research doen, wachten op een goed koopje en dan toeslaan. Het moment dat je die doos dan in handen hebt en het deksel voorzichtig openklapt, is alsof je een schatkist opent. Voorzichtig, doch ongeduldig, geritsel van papier, de schoen voor een eerste keer voelen, aandachtig en zorgvuldig bestuderen om er tot slot heel behoedzaam mijn voet voor een eerste keer in te schuiven en te denken: dit is het helemaal.

IMG_3772b

De eerste schoen die recent mijn collectie kwam vervoegen is de Nike Pegasus Trail 2. Vorig jaar bracht Nike namelijk de eerste trail-versie uit van hun alom bekende Pegasus. Ik was meteen fan en liep er – zonder enige andere test – meteen de La Chouffe trail op en recenter nog mijn Suikermarathon. Voor mij, als niet gespecialiseerde trailloper, zijn dit de ideale off-road najaarsschoenen. Ze bieden mij het comfort, de flexibiliteit en de demping van een standaardschoen. Dankzij het stevige profiel en de goede pasvorm kan je er perfect mee uit de voeten op een glibberige of modderige ondergrond. Ze bieden veel grip zonder in te boeten op responsiviteit. Bovendien begrijpt Nike als geen ander dat een schoen ook liefst mooi moet zijn. Voor de trailcollectie wordt resoluut gekozen voor kleurrijke designs. Terecht. De nieuwe Pegasus trail oogt zowel vrouwelijk als stoer. Ik werd helemaal smoor op de dark beetroot en kocht inmiddels ook de klassieke zwarte variant.

IMG_3743b

Zo mogelijk nog meer verliefd werd ik op de Nike Zoom Fly 3, zeg maar de betaalbare versie van de Kipchoge-schoen. De eerste en tweede versie van deze schoen riep ik hier al uit tot de ideale marathonschoen: een goede fit en veel demping in een absolute lichtgewicht schoen. Het is waar elke afstandsloper van droomt. Toch duurde het lang voor ik overstag ging voor de Zoom Fly 3. Ik kon namelijk echt niet begrijpen dat wit de nieuwe modekleur is voor loopschoenen, een trend die je ook in het wielrennen ziet. Witte schoenen, serieus? Ik loop nooit op een atletiekpiste en de komende maanden staan ook asfaltwegen garant voor een laagje smerigheid. Witte schoenen leken mij dus gedoemd om in een mum van tijd smoezelig te zijn. Bovendien past wit ook niet binnen het kleurenpalet waar ik doorgaans voor kies. Stilaan wende ik echter aan de cleane look en kon ik me verzoenen met het idee. Goh, die felkleurige details maken het toch weer helemaal af. Toen ik ze uiteindelijk uit de doos haalde, was ik meteen verkocht. Jep, het design is gewoon top.

IMG_3741b

De Pegasus Trail 2 voelde meteen aan als thuiskomen. Afgelopen zondag trok ik mijn nieuwe Zoom Fly’s voor het eerst aan. Met nieuwe schoenen vlieg ik zonder overdrijven altijd. Nu ook weer. Ik liep schijnbaar moeiteloos op een schoen die wat anders, maar toch heel vertrouwd aanvoelde. Ja, ik vloog echt. De ene na de andere snelle kilometer volgde elkaar op. Ik besloot mijn toer te vergroten, en nog een beetje en nog een beetje. Wow zeg, dit was echt next level vliegen! Uiteindelijk liep ik 10 miles, ofte 16,1 kilometer, aan een stevige 4:44 per kilometer. Dankzij mijn relatief lage hartslag (die schoen nam het echt volledig over) bereikte ook de VO2 max van mijn horloge een ongekende hoogte. Mocht je er dus nog aan twijfelen: ik vind de Nike Zoom Fly 3 echt geweldig. Hoewel ik het ondenkbaar vond dat een andere schoen mijn prachtige blauwe Zoom Fly’s (waar ik onder andere de marathon van Parijs op liep in 2019) ooit zou kunnen evenaren, moet ik nu toegeven dat die verduivelde witte exemplaren hun voorganger helemaal overschaduwen. Mijn blauwe geliefden kan ik dus met een gerust hart op pensioen sturen: veilig opgeborgen in een doos, welteverstaan. Voor een echt afscheid ben ik nog niet klaar.

IMG_3776b

Nieuwe schoenen laten me dromen van kleine en grote looprondes. Van plannen dichtbij en ver weg van huis. Van marathons die ik desnoods zelf vorm en naam zal geven. Van loopjes helemaal alleen en met mijn zussen. Van met mijn hoofd in de wolken, mijn haar in de regen en de zon op mijn gezicht.

Noot: ik betaal mijn schoenen helemaal zelf. Je leest hier dus mijn eigen ervaringen die op geen enkele manier beïnvloed zijn door commerciële motieven.

Het gerief – Een nieuwe lading tassen tussen de bomen

Naast asperges brengt het voorjaar mij ook gezinsuitbreiding. Ik voelde het namelijk kriebelen tot in mijn kleine teen om een nieuwe lichting tassen te maken. Flat White tassen om precies te zijn, want dat is de merknaam die ik mijn eigen creaties geef, genoemd naar de pittige koffie die ik zelf zo graag drink. Mijn metekind Leah is het uithangbord van de Flat White Petite collectie, maar jassen en tassen blijven een vaste waarde. Toegegeven, inmiddels naaide ik al een aardige collectie bijeen. Toch blijven er momenten in mijn leven waarop ik met enige zin voor dramatiek denk: waarom heb ik nu niet de juiste tas? Met plezier presenteer ik jullie dus drie nieuwkomers in mijn tassenfamilie. Bertembos deed dienst als feeëriek decor, alwaar mijn jongste telgen zich van hun beste kant konden tonen. Coronagewijs maakte ik foto’s conform de maatregelen. Ik fietste met mijn gewone fiets via een mountainbikeroute (uitdagend!) naar het bos, was constant in beweging en het levend organisme dat mij het dichtst naderde was een ree op 15 meter.

IMG_2504b

De grootste tas uit de collectie gebruik ik voor professionele doeleinden en vervaardigde ik in de krokusvakantie. Het zat namelijk zo: de tas die ik gebruikte voor school was niet zelfgemaakt, maar van een bekend tassen- en rugzakkenmerk (het begint met een E). Ik liep dus rond met iets van de concurrentie omdat de print mij op het lijf was geschreven: een bordeaux luipaardprint in jacquardstijl. Love it or hate it. Al snel ontstonden er praktische problemen. De tas was nét niet groot genoeg voor al mijn gerief, niet splashproof en als klapper op de vuurpijl bleken ook de leren hengsels snel te lossen. Mijn grootste bezwaar was dat de tas die ik het vaakst gebruikte dus niet zelfgemaakt was: een gemiste kans. Ik maakte dus mijn vierde Trixie Trail tas. Ook nu paste ik de verhoudingen wat aan en maakte ik de tas 4 cm dieper. Je wil echt niet weten wat ik meesleep op een schooldag. Ik voorzag een grote zak vooraan en improviseerde verder met voldoende zakken binnenin. Je zal nooit een binnenzak te veel betreuren, wel één te weinig.

IMG_2513b

IMG_2511b
Mijn schoolgerief met passende en gepersonaliseerde sleutelhanger. Het lijken wel relikwieën uit een ver verleden.

De stof lijkt verdacht veel op die van mijn gekochte schooltas. Dat is geen toeval. Het IS dezelfde stof. Ik zette namelijk de schaar in mijn oude tas omdat ik de stof nog steeds geweldig vind. Verder komt er weer een vleugje zebra in voor dat ik gebruikte bij de vorige tassencollectie. De blauwe buitenstof is een zogenaamde oilskin of gewaxte katoen. Perfect tassengerief! Het zal de aandachtige lezer ook niet ontgaan zijn dat ik nog maar eens teruggreep naar de leopard-denim van de eerste tassenreeks die ik hier presenteerde. Ik blijf dat een ongelooflijke winner vinden. Vrouwelijk en stoer. Modieus, maar net dat tikje anders. Helemaal Flat White dus. Ik maakte overigens al heel wat huisgerief met accenten in mijn geliefde stof. Mijn schooltas matcht niet toevallig met de pennenzak die ik ongeveer een jaar geleden maakte.  Ook met franjes, ook met denim en jawel… ook met blauwe leopard.

IMG_2522b

Ik vervolledigde mijn collectie met een Frankie heuptasje van WISJ Designs. Vorig jaar maakte ik het andere model, de Faye, wat ik veelvuldig gebruik. Aangezien dat een arbeidsintensief tasje was, waar veel gepruts en gevloek aan te pas kwam, had ik nu mijn zinnen gezet op Frankie: een klassieker model. Aanvankelijk verliep Frankies maakproces bijzonder vlot. Ik draai er mijn hand niet meer voor om een rits in te stikken en ook het kleinere bochtenwerk kon mij niet intimideren. Het eindresultaat viel echter tegen. Door de positie van de lussen achteraan hing het tasje wat vreemd aan de riem. Er zat niets anders op dan de lussen los te tornen, wat gemakkelijker gezegd was dan gedaan. Mijn tasje zat immers al volledig in elkaar. Ik moest dus door het keergat van de voering alles opnieuw vastnaaien. Voor de kenners: jullie begrijpen hoe irritant werken dat is. Voor de leken: dat is kl*tewerk. Het eindresultaat mocht er nu wel wezen. Al was er een tweede domper op de feestvreugde: mijn portefeuille blijkt er niet (of met heel veel wringen) in te passen. Zoals ik al zei, ben ik ervan overtuigd dat er een gelegenheid is voor elke tas, ook voor dit prachtexemplaar. Het doosje van mijn zonnebril past er perfect in samen met alcoholgel. Ik droom van een moment dat ik mezelf gelukkig zal prijzen dat ik deze Frankie – met eender welke inhoud – heel dicht op mijn lijf zal kunnen dragen.

IMG_2515b
Flo samen met Maurice, die al wat langer mee gaat, maar onmisbaar is geworden.

Frankies bevalling was zwaar, maar gelukkig kwam Flo eens zo gemakkelijk ter wereld. Ze rolde onder mijn machine vandaan alsof het niets was. Flo is het nieuwste patroon van WISJ Designs. Je hebt de keuze uit een sporttas (ben ik aan bezig!) en een handtas met of zonder flap, een zogenaamde bucket bag. Bij gebrek aan het juiste materiaal moest ik wat improviseren. Omdat ik geen magneetsluiting had, koos ik aanvankelijk voor de versie mét flap in de hoop dat een echte sluiting daarbij niet onoverkomelijk zou zijn. Veel flap valt er niet waar te nemen aan mijn Flo. Enerzijds omdat ik de tas iets te enthousiast verstevigde. Anderzijds omdat de improvisatie hier wederom zijn intrede deed. Het stuk tassenband dat ik nog over had, was net wat kort en moest ik dus helemaal bovenaan bevestigen. Dat mag de pret niet drukken! Mijn complimenten aan Sofie voor dit patroonontwerp. Het is geniaal in al z’n eenvoud: de bodem is een cirkel waaraan je een koker bevestigt. Voor de bovenrand ging ik voor een contraststof van leopard. Of wat had je gedacht? Ik kon het niet laten om er wat speelsheid aan toe te voegen in de vorm van franjes. Ook dat is geen nieuw gegeven. Als je de kans hebt: stik ergens franjes op. Ik ben er zeker van dat er nog heel wat Flat White Flo’s gemaakt zullen worden, voor mezelf en om cadeau te geven.

IMG_2501b

Er is nog een nieuwigheidje in deze collectie. In december gaf ik mezelf een nieuwe naaimachine cadeau, de Pfaff Ambition 620. Mijn Pfaff Hobby 1142 vond na 10 jaar trouwe dienst een nieuw huisje bij een andere leuke Joke. Ambitie heeft mij nieuw machien in overvloed. Bij een fiets kan ik doorgaans amper iets zeggen over technische specificaties, hier kan ik het wel, maar ik zal me inhouden. Korte samenvatting: je kan hier bijna alles mee, behalve zelf stof weven. Schrijven kan wel dankzij de alfabetfunctie. Ideaal om mijn Flat White labels nog unieker en ambachtelijker te maken. Ze kregen dan ook een prominente, doch subtiele plaats op mijn tassen, zoals elk zichzelf respecterend merk dat doet.

IMG_2518b

Het is overbodig om te zeggen dat ook deze tassen zich weer uitstekend laten combineren met streepjes en denim. Zoals steeds. Omdat streepjes en denim de max zijn. Omdat ik me geen leven kan voorstellen zonder streepjes en denim. Tassen maken in tijden dat we niet van huis weg mogen, dat klinkt misschien contradictorisch. Met mijn nieuwe schooltas kon ik welgeteld 10 schooldagen gaan werken. Mijn pennenzak staart me al weken verwijtend en technisch werkloos aan vanaf de keukentafel. Mijn tassen doen me dus dromen. Over de tijd dat ik die tas weer propvol met schoolspullen kan stoppen. Over mijn verjaardag in september die ik in Parijs hoop te vieren. Met Roos. En met de juiste tas voor de gelegenheid.

IMG_2520b

De patronen van WISJ Designs kan je rechtstreeks via de website bestellen. Ik kocht het Flo patroon op papier bij LanaLotta, net zoals dat van de Trixie Trail tas. Hier vond ik ook al mijn fournituren, de prachtige oilskin én mijn Pfaff naaimachine. De webshop is gewoon open. Pakjes worden dagelijks verstuurd of persoonlijk met de fiets bezorgd.

Het gerief – Nog meer tassen!

Als ik in een andere stad ben, kijk ik anders om me heen waardoor er extra veel creatieve ideeën in mijn hoofd borrelen. Bovendien wil ik graag een herinnering aan die reis blijvend in huis hebben. Een lichtgevende Eiffel-toren is mijn ding zo niet. Ik maak graag iets dat geïnspireerd is op wat ik daar heb gezien. Na mijn Parijs-trip vorige maand maakte ik bijvoorbeeld met jeansresten en enkele oude T-shirts een heleboel nieuwe kussens voor in mijn zetel. In de vakantie heb ik meer tijd voor allerhande creatieve projecten. Mijn lijstjes hebben nogal de neiging om stevig uit te dijen omdat uit het ene idee het andere ontstaat en dat kan lang blijven doorgaan. Om orde op zaken te stellen in die creatieve chaos is één van mijn favoriete bezigheden mijn hobbykamer (ja, ik ben zo’n gelukzak) wat op te rommelen en te herorganiseren: in één klap meditatie, mindfulness en retraite.

IMG_0841b

Op creatief gebied hield ik me in juli vooral bezig met de komst van mijn metekindje, die nu echt elk moment geboren kan worden. Ik naaide heel wat babygerief en ook de doopsuiker, momenteel nog top secret. Voor mezelf maakte ik wat kleding voor ik naar Parijs vertrok. Een zebrashort onder andere omdat zebra gewoon altijd goed is. Wat ook op de planning stond, was een uitbreiding van mijn Flat White tassencollectie. Zoals ik hier vertelde is Flat White de naam van mijn eigen geheel unieke en eigenwijze collectie kledingstukken en tassen. De Flat White stijl wordt gekenmerkt door een sober kleurenpalet, aangevuld met een een stoere dierenprint, een subtiel glittertje, grafisch design, marmer of streepjes. Heel veel streepjes, want streepjes zijn altijd goed. Flat White is kortom no-nonsense chique met een apart detail. Trendy dat niet te veel opvalt. Of zoiets.

IMG_0848b

Nog meer tassen dus omdat ik dat heel graag maak en een mens kan echt niet genoeg tassen hebben. Voor elke gelegenheid is er de juiste tas: hou dat in je achterhoofd. De denim leopard look van de vorige Flat White collectie ben ik nog lang niet beu gezien. Gelukkig maar, want die is alom vertegenwoordigd rondom mij. Voor het najaar ging ik verder op een wit-zwart jasje met koperen ritsen en een gemarmerde trui die ik in mei maakte. De nieuwe stof die alles fijntjes samenbrengt is de diagonals uit de nieuwste collectie van See You At Six, een prachtige canvasstof met zwarte diagonale lijnen en als tegengewicht een koperstreep met glittertje. Ik combineerde met een stevige donkere denim. Voor de voering koos ik een stijlvolle wit-zwart gestreepte stof met paard en ruiter, die enkele jaren geleden blijkbaar gebruikt werd in een collectie van Scapa.

IMG_0850b
Moeten er nog streepjes zijn? Voeringzakjes zijn ideaal om resten te verwerken. Ik verwerk ook graag de zijkant (met mini-franjes) van stoffen.

Als opwarmertje maakte ik nieuwe uitvoeringen van succesrecepten: tassen Mathilde en de kleine Maurice uit Mijn Tas 2. Ik maakte die intussen al heel vaak om cadeau te geven en ik scoorde er altijd mee. Als markant detail nam ik een gokje en ging ik voor zwarte franjes uit suède. Helemaal Flat White en voor mij ook helemaal geslaagd.

IMG_0826b
Maurice is een handig tasje om zowat alles in op te bergen. Mathilde is een shopper om nog meer in te bewaren, achter de franjes zit nog een zak verstopt.

Een nieuwkomer in de tassencollectie is de Trixie Trail tas. Ik maakte die een eerste keer voor Marike, die ik te hulp schoot bij ernstige handtasproblemen: Trixie was de oplossing. Het patroon is van de hand van blogster Fynn, alias Nathalie, één van de auteurs van Mijn Tas. Je hebt keuze uit tal van opties om de tas af te werken. Dankzij de uitgebreide werkbeschrijving is dit patroon zeker ook geschikt voor naaileken in tassenland. Mijn exemplaar maakte ik 10 cm korter zodat het een grote handtas zou zijn waar je ook een boek en ander levensnoodzakelijk gerief in kwijt kan. Binnenin de tas deed ik mijn eigen ding met zakjes zodat er wel orde kan heersen. Ik ben wederom erg tevreden met het eindresultaat. De tassenband geeft de tas een sportieve uitstraling, de franjes zorgen voor strakke elegantie.

IMG_0828b
Grote Trixie en kleine Faye

Tot slot waagde ik me ook aan de modetrend van 2019, zoals alle trends terug van nooit echt weggeweest: het heuptasje. Ik zag het me niet meteen dragen, tot Sofie van WISJ Designs het Faye en Frankie patroon lanceerde en er zoveel originele exemplaren online verschenen. Ik zwichtte dus en koos voor Faye, de vrouwelijkere versie van het klassieke heuptasje dat je als een echte hipster over je schouder kan dragen.

IMG_0836b
Faye heeft vooraan een handig opbergzakje, langs achter zit er een riem met klikgesp aan vast zodat je haar nonchalant op het lichaam kan dragen.

Het tasje zit vernuftig in elkaar en dankzij de uitgebreide werkbeschrijving met foto’s is elke stap van het maakproces duidelijk.  Ik moet wel toegeven dat Faye ter wereld brengen flink zweten en zwoegen was. De voor- en achterkant van zowel buitenstof als voering bestaat uit vier ronde hoeken die je langs een lange strook (met rits) moet naaien. 4 hoeken maal 4 stukken stof: dat is 16x prulplezier dat er niet makkelijker op wordt naarmate het tasje verder in elkaar zit. Het eindresultaat maakt al dat gepruts ruimschoots goed: praktisch, strak en hip. Wellicht waag ik me binnenkort ook eens aan een Frankie.

IMG_0844b

Ik hou er van als dingen bij elkaar passen, als het kleinste detail klopt. Zonder het te beseffen, bleek mijn zebrashort ook helemaal assorti te zijn met mijn tassen en met de berk, de zebraboom van het bos. Het mooie van mijn Flat White collectie is dat ik geen moeite moet doen om dingen te laten kloppen. Mijn vier nieuwe tassen zullen zeker dienen om nieuw herinneringen in te bewaren en vooral altijd en overal veel te veel spullen mee te kunnen slepen.

IMG_0845b

Ik kocht de stof van See You At Six, mijn ritsen en de meeste fournituren bij LanaLotta: de place to be voor creatievelingen. De donkere denim komt van Pauli, enkele fournituren komen van bij Veritas.

Het boek Mijn tas 2 is nog steeds te koop. Het patroon van de Trixie Trail tas kocht ik bij LanaLotta. Het patroon voor Faye (en Frankie) kan je kopen via de website van WISJ.

Het jasje is gemaakt uit een jacquard volgens het patroon van de Berlin Beat uit Urban Style, het boek van blogster Eva. De sweater is de Stockholm Style uit datzelfde boek, gemaakt uit de marmerprint van About Blue Fabrics.

 

De gedachte – Over snelle schoenen

Ik bezit een uitgebreide collectie loopschoenen. Dat kan ik ook legitimeren omdat ik op jaarbasis zo’n drie paar loopschoenen verslijt. Ik hou niet bij hoeveel kilometers een paar op de teller heeft staan, maar ik voel het wel als het einde nabij is. Veellopers doen er goed aan om verschillende types schoenen (bij voorkeur van verschillende merken) af te wisselen omdat elke schoen je spieren op een andere manier belast. Die variatie verkleint de kans op blessures weer een beetje. Wie tegenwoordig loopschoen gaat kopen, kan rekenen op een professionele loopanalyse. Al die technologie ten spijt toonde onderzoek aan dat de meesten enkel op gevoel net zo goed een geschikte loopschoen uitkiezen. Goede loopschoenen zijn zonder meer een doorslaggevende factor inzake loopcomfort en blessurepreventie. De vraag is in welke mate schoenen een snelle wedstrijd kunnen beïnvloeden.

Ik kan me emotioneel hechten aan loopschoenen. Het doet pijn als een favoriet paar fin de carrière is. In 2017 liep ik drie marathons met de Adidas Ultraboost. Ik kreeg het nog niet over mijn hart om ze weg te doen. Soms doe ik ze gewoon nog eens aan en dan lijk ik de herinnering te voelen. Een zelfde geluksgevoel overvalt mij als ik de Nike Zoom Fly aantrek. Dat is de betaalbare versie van dé schoen der schoenen waarmee Kipchoge & Co in 2017 een ultieme poging waagden om onder de magische marathongrens van 2 uur te duiken. Dat lukte net niet, maar Koning Kipchoge toonde met zijn op maat gemaakte Nike Vaporfly 4%’s wel aan dat ze een klein verschil kunnen maken. De revolutie zit in de gebogen carbonplaat in de zool, waardoor de schoen je afzet krachtiger maakt en je dus meer energie terugkrijgt. Critici relativeerden die innovatie door te verwijzen naar Hoka One One dat al langer met carbon in de schoen werkt. De 4% duidt op de gemiddelde verbetering van de loopeconomie die de Vaporfly garandeert. Hiermee is niet gezegd dat je ook daadwerkelijk 4% sneller zal lopen. De effectieve winst wordt geschat op zo’n 2%: dat is nog steeds behoorlijk wat voor een marathonloper. Het prijskaartje van de Vaporfly is navenant: je telt 250 euro neer voor een paar ultrasnelle schoenen. Aangezien je slechts 250 kilometer met de Vaporfly’s kan afleggen, zijn de schoenen in verhouding dus ongeveer 8x zo duur als een gewoon paar.

Ik heb geen Vaporfly’s, maar wel Zoom Fly’s: het betaalbare, iets minder geavanceerde broertje. De kostprijs daarvan is 150 euro, maar een slimme shopper kan koopjes doen. Voor mij is het de ideale marathonschoen omdat hij stabiel aanvoelt, veel demping biedt en toch ultralicht is. Op mijn Zoom Fly’s vlieg ik over asfalt of door het bos en deze week legde ik op een afgedragen paar ook heel wat kilometers te voet (en al lopend) af in Parijs: kortom een echte allrounder die meteen mijn hart stal. Recente studies laten er geen twijfel over bestaan dat recreanten effectief snellere marathons lopen met de dure Vaporfly’s. De netto winst zou drie à vijf minuten bedragen. Ik heb overwogen om een paar aan te schaffen voor de marathon in Parijs, maar ik deed dat niet omdat ik 250 euro nog altijd te veel geld vind voor schoenen met een extreem korte levensduur.

Zou ik mijn marathon in Parijs enkele minuten sneller hebben gelopen op Vaporfly’s? Een interessante vraag die nooit eenduidig beantwoord kan worden. Je kan immers niet eerst een marathon lopen op gewone schoenen en vervolgens nog eentje op zogenaamd snelle schoenen om te vergelijken wat het je netto oplevert. Is die winst ook gegarandeerd op een zwaar parcours? En vergroot je niet het risico dat je alsnog jezelf in de vernieling loopt omdat je te snel vertrekt op die snelle schoenen? Sommigen zijn er bovendien van overtuigd dat zowel de Zoom Fly als de Vaporfly enkel tijdswinst opleveren voor heel snelle lopers en voorvoetlanders: niet ik dus. Daarenboven is de marathonloper altijd onderhevig aan verschillende factoren en blijft de vraag in welke mate schoenen nog doorslaggevend zijn als je een marathon moet lopen met een sterke tegenwind in de gietende regen. Misschien is juist de illusie van een verhoogde snelheid veel waard.

Ik schrok toen sportjournalist Hans Vandeweghe in De Morgen daags na het kersverse Belgische record van Bashir Abdi uithaalde naar de snelle schoen van Nike. Het zal niemand verbazen dat de huidige wereldtop en ook onze Belgische toplopers hun marathons lopen op de Vaporfly’s. Volgens Vandeweghe zijn al die recente successen te verklaren door de snelle schoen. It’s the shoes, stupid: de Nikes zijn volgens hem een vorm van technologische doping. Hij vergelijkt de snelle schoen met de LZR Racer van Speedo: het ultrasnelle zwempak waarmee 10 jaar geleden zowat alle zwemrecords sneuvelden en dat inmiddels verboden werd. Die vergelijking wringt langs alle kanten. In de eerste plaats omdat in eender welk zwembad de omstandigheden altijd zo goed als identiek zijn. Een marathon loop je in de buitenlucht: de omstandigheden zijn altijd anders, wat de impact van schoenen beperkt. Bovendien is een marathon een veel langere inspanning die je niet zo zeer technisch, maar wel tactisch moet aanpakken. Ook de tijden van wereldrecordhouder Kipchoge zijn niet simpelweg in te delen volgens een pre- en post-Vaporfly-tijdperk. Kipchoge liep zijn eerste marathon in 2013 en won 11 van de 12 marathons waar hij aan deelnam. Hij liep de marathon van London in 2016 zónder Vaporfly’s bijna een halve minuut sneller dan de marathon van Berlijn in 2017 mét Vaporfly’s.

Volgens Vandeweghe is de progressie van zowel Koen Naert als Bashir Abdi hoogstonwaarschijnlijk volledig toe te schrijven aan de atleet. Daar kan ik hem in bijtreden. De snelle schoen zal een minimale bijdrage leveren aan hun prestaties, maar het omgekeerde is zonder enige twijfel onwaar. Hun prestaties zijn niet enkel te herleiden tot een snelle schoen. Beide toppers zijn 30 jaar: een logische leeftijd om te pieken als marathonloper. Bashir Abdi verbeterde het 24 jaar oude Belgische record met amper 17 seconden. Wie beweert dat hij dat record verpulvert dankzij een snelle schoen, doet de straffe atleet die Bashir is grote oneer aan. Technologische vooruitgang hoort bij sport. Het werelduurrecord van Victor Campenaerts is daar een mooi voorbeeld van. De marathon heeft echter zijn eigen wetten en kent vooral geen genade. Hoe snel of traag je schoenen ook zijn, het is en blijft de atleet die het verschil maakt.

IMG_4510b

Rechts: de nieuwe Nike Zoom Fly Flyknit: het bovenwerk daarvan is gebreid en heeft dus de structuur van een sok. Links: trouwe lezers zullen de blauwe Nike Zoom Fly’s herkennen als de schoenen waar ik de marathon van Parijs op liep. Met dank aan Roos voor het decor en de fotohulp.

Het gerief – Wat zit er in mijn tas?

Toon me je tas en ik vertel je wie je bent. Ik denk wel dat er iets valt af te leiden uit wat mensen meenemen in hun tas. Mijn tasinhoud toont aan dat ik een sportieve lezer ben die het graag netjes houdt en voorbereid is op elke situatie: gaande van een banaliteit tot een ernstige calamiteit. Ook in het oerwoud van de metropool moet ik kunnen inspelen op elke onvoorziene situatie die om de hoek loert. Mijn tassen zijn doorgaans goed gevuld, maar ook tot in de puntjes gestructureerd. Ik krijg koude rillingen van tassen waarin alles lukraak op elkaar gegooid wordt en tandenborstels tussen kleding terechtkomen om maar iets te noemen. Er bestaat zoiets als tassenetiquette, zowel bij het in- als uitpakken. Ik selecteerde enkele onmisbare items die ik mee zal sleuren naar Parijs in mijn valies of handtas.

loopschoenen, compressietubes en enkele paren Stance sokken
Logisch natuurlijk, ik ga een marathon lopen op mijn Nike Zoom Fly’s. Ik neem altijd loopschoenen mee als ik op verplaatsing ben. Stance zijn onmisbare sokken voor elke citytripper. Ik voorzie trouwens ook een mini-dosis wasmiddel zodat ik mijn kleding kan uitspoelen en niet de hele hotelkamer naar mijn zweet ruikt.

flesje water
Water drinken is een basisbehoefte en de doorwinterde stedentripper moet kunnen anticiperen op tekenen van dehydratie of een droge mond. Ik hou helemaal niet van de Franse merken bruisend water en ik beken dus dat ik al eens een litertje of twee Spa Barisart meesleepte in mijn valies. Deze keer niet, echt waar.

Flat White handdoekenset
Ik personaliseerde handdoeken en een washandje van De Witte Lietaer (de Rolls Royce onder de handdoeken) omdat ik graag heb dat dingen bij elkaar passen: weinig werk en veel resultaat. We verblijven in een hotel mét handdoeken, maar na de marathon kan ik mijn zweet wel stijlvol afvegen.

gekleed nachthemd
Ik heb er nooit echt bij stilgestaan dat niet iedereen waarde hecht aan een nette pyjama tot Roos mij er eens op wees dat ik soms wel heel chique in bed lig. Slapen doe ik dus liefst in stijl met een netjes gestreken nachthemd.

IMG_4150b
Ik wentel me graag in Flat White en blauw.

tasjes, tasjes en nog eens tasjes met diverse inhoud
Een mens kan echt niet genoeg kleine tasjes hebben om dingen in op te bergen. Aangezien ik die ook nog eens zelf kan maken, kom ik er nooit te kort. Onmisbare items zijn: veiligheidsspelden, handcrème, vaseline, zakdoekjes, lippenbalsem, reinigende handgel en ontsmettende doekjes, schaar, nagelknipper, elastiekjes, pen, basic medicatie, naald en draad, deodorant, pleisters in alle soorten en maten, zonnecrème, zonnebril en reinigingsdoekjes. Op de afbeelding zien jullie trouwens de kleine Maurice. Ik maakte nog een sportieve handtas om mijn Flat White travel set te vervolledigen. Dit is een aangepaste versie van de schoudertas uit het boek Zo geknipt!

unieke linnenzak
Deelnemers aan de Hel van Kasterlee zien een dag af voor een aankomst op de rode loper én een uniek finishershirt. Ik werd derde en kreeg onder andere een mooie beker, een groot blauw mannenshirt en een wit vrouwenshirt. De grootste vrouwenmaat bleek een bijzonder smalle small te zijn en ik ben nu niet bepaald smal te noemen. Mijn mini-shirtje kreeg dus een andere bestemming. Ik knipte de mouwen eraf en naaide het dicht. Vuile was opbergen zal nooit meer hetzelfde zijn in dit legendarische shirt.

IMG_4155b

gedateerde reisgidsen
Toen ik in juli 2014 voor het eerste met Roos naar Parijs ging, was ik apetrots op mijn Capitool reisgids die ik bij een uitverkoop van de bibliotheek voor 1 euro op de kop kon tikken. Niet gek, aangezien die editie dateert uit 1998 toen we nog in Belgische franken rekenden. De vermelde prijzen en openingsuren zijn dus niet langer relevant, maar ik blijf dit wel de meest volledige en leerrijke reisgids vinden. Tijdens die eerste Parijs-reis haalde ik de gids bij elke bezienswaardigheid boven om de informatie als een echte gids over te brengen naar Roos. Het grote nadeel is uiteraard het gewicht van dit boekwerk. Omdat mijn kennis over Parijs inmiddels ook uitgebreider is, geef ik eerlijk toe dat ik de Capitool gids tegenwoordig op de hotelkamer laat liggen, net zoals de gedetailleerde kaarten van de Marco Polo reisgids. Ze horen er hoe dan ook altijd bij te zijn.

leesgerief
Ik kan het niet laten om bij elke trip de nodige lectuur mee te slepen, al is het een illusie dat ik de komende dagen boeken zal verslinden. Mijn leespakket bestaat meestal uit de krant van die dag (of voorgaande dagen als ik achter loop), een loopgerelateerd tijdschrift en een leesboek (soms loopgerelateerd). Ik ben momenteel bezig in Abdelkader Benali’s hardloopverhalen: erg goed en toepasselijk, maar ook zwaar, letterlijk dan. En ja, boeken lees ik op papier. Ik voorzie dus ook een lichtere back-up: Born To Run van Christopher McDougall.

Het gerief – Op stap met mijn tassen Mathilde en Maurice

Ik ga op marathonreis en ik neem mee: mijn loopschoenen, wat familie, een nette pyjama en Maurice of Mathilde om nog veel meer spullen te kunnen opbergen. Als ik erop uit trek dan ben ik graag op alles voorzien. Ik hou er van om ter plaatse nog kledingkeuzes te kunnen maken. Zo zeulde ik eens twaalf stuks kleding mee naar de 20 km van Brussel terwijl ik al een loopoutfit aan had (ik hield die uiteindelijk ook aan). Meestal sleep ik dus behoorlijk wat mee in oftewel mijn blauwe Nike sporttas met oranje swoosh oftewel mijn klassieke blauwe Samsonite koffer. Mijn reistassen team werd nu uitgebreid met Mathilde en Maurice, de drie nieuwste creaties van mijn eigen brand Flat White. Die namen bedacht ik niet zelf, maar zijn de gelijknamige patronen uit het boek Mijn tas 2 van blogsters Elisanna & Fynn. Een naam als een huis voor tassen naar mijn hart.

In 2006 zette ik samen met Roos mijn eerste stapjes in de wondere wereld der naaimachines, net voor de grote zelfmaakhype in alle hevigheid losbarstte en de webshops en blogs als paddenstoelen uit de grond schoten. Pionierswerk hebben we niet verricht, maar wij hebben nog wel leren naaien volgens de klassieke, meer technische methode. Ik vertelde hier al eens dat Roos en ik ook lief en leed van onze creatieve projecten delen: een net zo geliefd onderwerp als loopwedstrijden. Door de jaren heen ontwikkelden we elk onze eigen stijl en specialisatie. Roos is de topdokter der kragen en knopen. Ik ben de expert inzake jassen en tassen. Ritsen inzetten en upcycling zijn mijn tweede natuur. Waar ik aan het begin van onze zelfmaakcarrière viel voor kleurrijk en zwierig evolueerde mijn persoonlijke kledingstijl naar strak en eenvoudig met een eigentijdse twist of hoekje af. Netjes gekleed, maar toch comfortabel.

IMG_3899b
Mathilde, een middelgrote tas die bovenaan sluit met rits, geflankeerd door kleine en grote Maurice.

Zo ontstond mijn eigenzinnige fashion label Flat White. Ik concludeerde dat de kleding die ik graag draag samen te vatten is in de kleuren grijs, zwart, blauw (denim): eventueel te combineren met wit. Bij prints kies ik resoluut voor luipaard of zebra, streepjes of iets van grafische aard. Een glittertje behoort ook tot de mogelijkheden. Dat plaatje past niet binnen de klassieke Italiaanse en Franse mode. Ergens zou ik ook wel een dame willen zijn die – één en al elegantie – aan haar verfijnde cappuccino of café crème zit te nippen. De waarheid is dat ik niet in die categorie val. Ik hou van een sobere stijl met een gedurfd of markant detail. Zoals een flat white: dat is namelijk een moderne variatie op de klassieke cappuccino waarbij er onder dat lieflijk ogende laagje melk een dubbel shot espresso schuil gaat. Koffie met net dat tikje extra power dus. Vorig jaar liet ik mijn no-nonsense labels drukken bij Nominette en mijn merk zag het levenslicht.

IMG_3908b
Maurice werd gemaakt uit een stevige denim gecombineerd met een frivole luipaard variatie. Hij heeft dezelfde zebra-binnenzak als Mathilde, een extraatje dat ik zelf toevoegde. De voering is grijs-blauw gestreept met een glittertje.

Inmiddels rolden er dus al Flat White jurken, sweaters, shirts en jasjes vanonder mijn naaimachine. Ik ben van het principe dat je een jas en tas nodig hebt voor elke gelegenheid. Een zelfgemaakt kledingstuk dragen geeft sowieso veel voldoening, een jas of tas kan je bovendien veel gebruiken en à la carte combineren. Kleinere tasjes zijn ideale cadeautjes. Ze zitten relatief snel in elkaar en je kan ze helemaal afstemmen op de persoon in kwestie. Ik was dan ook heel blij toen Mijn tas 2 in het najaar uitkwam. Voor de dames in mijn familie maakte ik al enkele Mathildes en Clementines. De heren kregen kleine Mauricekes. Het boek bestaat namelijk uit twaalf concepten waarvan er telkens twee uitvoeringen getoond worden. Dankzij het grote succes van de kleine Maurice, durfde ik me aan zijn grote broer te wagen. Het zou een Flat White Maurice worden die een stijlvolle, doch sportieve uitstraling heeft.

IMG_3896b
Vooraan borduurde ik de Flat White initialen alsook mijn favoriete stad. Ook Juan is altijd een beetje mee op reis. De “ster” is immers het wieltje van mijn derailleur waar ik mee schitterde in de Hel en dat door de modder bijna volledig weg sleet.

De krokusvakantie was het uitgelezen moment voor een creatief tassenproject. Omdat ik de kleine versie van de tas al goed in de vingers heb zitten, weet ik hoe het patroon in elkaar zit. Dankzij de duidelijke werkbeschrijving met foto’s liep alles dan ook van een leien dakje. Toegegeven, er waren vloekmomentjes. De moeilijkheid van een grote tas is juist de grootte ervan. Naar het einde toe heb je enkele meters stof onder je machine en moet je door verschillende dikkere stoflagen mét tussenvoering stikken. Twee spelden en een naald sneuvelden, maar mijn vingers bleven gespaard. De lange rits stikken was zelfs voor een ervaren rot als ik geen lachertje. Ik werkte in totaal een uur of 8 aan mijn grote Maurice. Wie trouwens denkt dat zelf maken goedkoop is, heeft het bij het verkeerde eind. Maurice kostte mij ongeveer 80 euro aan materiaal. Voor dat geld heb ik wel een uniek gepersonaliseerd stuk dat nog heel lang zal mee gaan.

IMG_3928b
Maurice verbergt achter zijn stoere luipaardprint opbergruimte: dat zijn namelijk de zakken van de tas. Eén zijde werkte ik af met de zijkant (franjes) van een lap jeans.

Maurice en ik: het is nu al heel grote liefde. Alleen vraag ik me af of ik het over mijn hart zal krijgen om te zien hoe hij hardhandig in een sjofel rek geduwd wordt tussen stinkende sporttassen. Zo gaat dat namelijk bij sportevenementen. Maurice is nu samen met Mathilde mee naar Den Haag. Hopelijk als ultieme geluksbrenger om dat CPC-trauma door te spoelen. Hij zal ongetwijfeld complimenten in ontvangst mogen nemen. Eén daarvan vul ik zelf maar in. Het komt van mijn Oma. Ik hoor het haar gewoon zeggen.

IMG_3918b
Mijn tassenset past ook perfect bij mijn Cortina Blue Lake. Meteen ook het voordeel van een beperkt kleurenpalet: alles past plots wonderwel bij elkaar.

Mijn tas 2 werd uitgegeven bij Houtekiet en verscheen in 2018. Ik kocht mijn stoffen bij Pauli in Leuven. De fournituren vond ik allemaal bij Veritas.

Het gerief – Schoenen voor modder en regen

Het is herfst. Laat daar geen twijfel over bestaan. Wind, regen en een grijze lucht maken dat duidelijk. Ik ben het type sporter dat niet snel onder de indruk is van het weer en dus door regen en wind naar buiten gaat. Ook sneeuw weerhoudt mij niet van een looptraining. 30 graden volle zon even min. Toen ik vroeger langs de Vaart naar school fietste, heb ik de vriendjes wind en regen nochtans vaak vervloekt. Ja, ik had regenkleding, maar waterdicht stond meestal gelijk aan heel hard zweten. Ik had dan ook nooit gedacht dat ik op een dag zou verkondigen dat er geen slecht weer bestaat, alleen slechte kleding.

Ik vertelde al over mijn beginnersfouten op kledinggebied. Aan den lijve ondervond ik dat katoenen kleding een no go is tijdens het sporten. Katoen en water zijn net zoals wind en regen intieme vriendjes. Het klinkt paradoxaal, maar het is perfect mogelijk om met een droog gevoel natte kleding te dragen. Dri fit materiaal is wonderbaarlijk. Mijn huidige loopkleding werd al uitvoerig getest en goedgekeurd in pittige regenbuien. In geval van waterverzadiging kan je een dri fit shirt simpelweg uitwringen als een natte dweil et voila: het voelt weer droog aan. Je zal me dus nooit zien lopen met een regenjasje.

Lange tijd was ik ervan overtuigd dat loopschoenen bij voorbaat niet bestand zijn tegen nattigheid. Er zijn grenzen aan wat je van synthetische schoenen mag verwachten. Vier jaar geleden liep ik in Kasterlee mijn eerste halve marathon op onverhard terrein in gure weersomstandigheden. Ik slipte door elke bocht en begon stilaan het nut van aangepast schoeisel in te zien. Ook wel van reservekleding, want die had ik amper mee. Met trailschoenen heb je meer grip op een glibberige ondergrond en ervaar je niet na één plas een SpongeBob gevoel aan de voeten.

IMG_3351

Dat eerste paar trailschoenen kocht ik uiteindelijk drie jaar geleden. Het zijn de blauw-groene Scott Kinabalu’s met gele accenten. Ter info: de Kinabalu is een berg in Maleisië, over avontuurlijk schoeisel gesproken. Mijn Kinabalu’s ogen op het eerste zicht misschien wat lomp, maar zo voelen ze helemaal niet aan rond de voeten. Ik liep er al verschillende langere trails mee en testte ze ook al in de sneeuw. Steeds met succes. Het zijn comfortabele schoenen die veel grip geven op een gladde en natte ondergrond. Vorig jaar liep ik er de marathon mee in Kasterlee. Op naar nog meer modderige avonturen met de blauwneuzen!

Vorige zomer liep ik een ultra trail van 50 km in Houffalize. Ik was daarvoor op zoek naar een wat lichtere off road schoen en kwam terecht bij de Nike Terra Kiger 3. Ik viel voor de mooie vormgeving en de aangename fit. Er bekroop me wel een angstig gevoel toen ik al die hyper professioneel uitgeruste traillopers zag met hun Salomon schoeisel. De Terra Kiger voldeed echter aan mijn bescheiden verwachtingen. Het parcours in Houffalize is niet extreem technisch en al helemaal niet modderig. Mijn papa liep die trail zelfs met gewone loopschoenen. Hoewel dat misschien vooral iets zegt over zijn capaciteiten.

Tot slot ben ik ook fan van de Nike Zoom Pegasus in Shield uitvoering. Dit degelijke basismodel is een fijne schoen waar je alle kanten mee op kan, ondertussen al toe aan de 35e versie. Ik liep hiermee recent nog de marathon van Brussel. In mijn collectie heb ik ook de Zoom Pegasus Shield 33 en 34. Die onderscheiden zich van de gewone variant doordat ze beter bestand zijn tegen nattigheid. Het bovenmateriaal van de schoen bestaat namelijk uit waterafstotend materiaal. Dat betekent niet dat ze volledig waterdicht zijn, maar ze bieden wel een betere bescherming bij regen. Bijkomend voordeel is dat je opgedroogde modder er nadien makkelijk van af kan borstelen. Ik loop ook vaak ’s ochtends met deze schoenen omdat ze extra reflecterende details bevatten. Uiteraard is een goede schoen pas compleet met een paar Stance kousen. Het is ongelooflijk hoe die zelfs doorweekt droog blijven aanvoelen. Kortom: met aangepaste kleding kan je volop genieten van extra zuurstof in de lucht bij regenweer. Feestje!

IMG_3334