Waarom ik ook vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik noemde het Eurosongfestival vorig jaar nog een ongegeneerd plezier en daar blijf ik bij. Hier volgt dus weer een onverbloemd pleidooi om vanavond af te stemmen op Turijn, waar het Eursongcircus dit jaar is neergestreken dankzij de rockers van Måneskin. Door de tegenkantingen en soms zelfs venijnige opmerkingen die ik her der opving voel ik me eens zo zeer gesterkt in mijn liefde voor Eurovision. Eerlijk gezegd begrijp ik het zogenaamde probleem niet echt. Alsof de doorsnee muzikale keuze van de Vlaming volgens mij getuigt van goede smaak. Alsof dat erg is. Ik geef mij dus maar wat graag over aan het extravagante gebeuren dat het Songfestival is. Een dikke vette “ja”aan de dramatiek en nog volmondiger “ja” aan het positivisme! Na de topeditie van vorig jaar hield ik mijn hart wel een beetje vast voor een mogelijke deceptie dit jaar. En, eerlijk is eerlijk, ik was na de eerste halve finale dinsdag niet meteen laaiend enthousiast. Daar kwam tijdens de tweede halve finale verandering in. Ik geef jullie nog eens vijf goede redenen om je vanavond ook helemaal in de Eurosongwereld onder te dompelen.

  • Omdat op het Songfestival uitersten naadloos in elkaar vloeien. Probeer maar eens een song te schrijven die heel Europa (Australië hoort daar ook bij) kan behagen én je culturele eigenheid in de verf zet. Breng een straffe zangprestatie mét toeters en bellen. Vertel een persoonlijk verhaal dat relevant is voor iedereen (de break up song blijft gigantisch populair). Zing in je eigen taal én in het Engels. Eurosong is een en-en verhaal van show met stijl. Of meerdere muzikale stijlen, dat kan natuurlijk ook, waarbij je helemaal zelf beslist wat stijlvol is. Heerlijk!
  • Omdat op het Songfestival diversiteit, solidariteit en gelijkwaardigheid de norm blijven. Politieke statements zijn niet toegelaten, maar toch is de actualiteit nooit ver weg. Ook in de Eurosong-bubbel voel je in alles de steun voor Oekraïne. De leden van de band Kalush Orchestra zijn nauw betrokken bij de oorlog en ze brengen met het veelzijdige Stefania een ode aan alle moeders. Daarnaast blijft hoop de boventoon voeren. De hoop op een betere toekomst voor alle buitenbeentjes, voor iedereen die op de één of andere manier anders is. Ook als witte cisgender vrouw vind ik dat een heel belangrijke strijd die nog steeds gevoerd wordt. En als Stefan van Estland zingt dat er Hope is dan durf ik dat ook te geloven.
  • Omdat het Songfestival vocaal en muzikaal voor ieder wat wils biedt. Aangezien een lied niet langer dan 3 minuten mag duren, is het zaak van meteen te beklijven. Dat kan met een warme stem zoals die van de Zwitserse Marius Bear en zijn Boys Do Cry. Je kan ook inzetten op een meeslepende singer-song-vibe zoals Snap van de Armeense Rosa Linn. Of er is de werkelijk fenomenale Cornelia Jakobs van Eurosong-grootheid Zweden. Met Hold Me Closer brengt zij een ongeziene ballad met ballen.
  • Omdat het Songfestival een ode is aan alles met een hoek af (en laat ik daar nu toevallig heel erg van houden). Noem het edgy of bold: op het Songfestival wordt out of the box denken naar een hoger niveau getild. Zo ben ik fan van de Noren die met Subwoolfer een aanstekelijke act brengen inclusief cartoonesk wolvenmasker. Give That Wolf A Banana is dan ook een oorwurm van jewelste zonder onderliggende boodschap. Gefascineerd en geïntrigeerd ben ik dan weer door de Servische Konstrakta die In corpore sano zingt terwijl ze aan een waskom zit. Ze doet dat omdat ze bekommerd is om het Servische zorgsysteem en onrealistische schoonheidsidealen. Point taken.
  • Omdat het songfestival ook een feestje van België en Nederland is. Onze Jérémie Makiese is een topgast die met Miss You een knaller van een performance neerzet. Onze noorderburen verdienen alleen al een prijs omdat ze met S10 voor het eerst sinds 12 jaar weer in het Nederlands zingen. S10 bewijst dat de Nederlandstalige zangeressen het helemaal voor het zeggen hebben. De diepte is dan ook een schot in de roos. Net zoals de outfit van de jonge zangeres (die wat dat betreft toch een streepje voor heeft op Jérémie). Laten we elkaar gewoon die twelve points geven, want ook dat is Eurosong: België en Nederland die met elkaar verbroederen.

Mijn douze points voor sfeer en gezelligheid schenk ik nu al aan Roos en Niko, want wij kijken vanavond samen!

De muziek – De 5 van 2021

Ik ging eigenlijk vertellen waarom ik al anderhalf jaar zo graag zonder muziek loop. Tot ik besefte dat ik alleen maar kan zeggen dat ik meer tot rust kom als ik muziekloos loop, juist omdat ik zo verknocht ben aan muziek op alle andere momenten van mijn dag. Voilà, bij deze is dat gezegd. December, dat is lijstjestijd en laat deze madame nu echt een grote fan zijn van een spectrum aan lijstjes. Ik keek dus reikhalzend uit naar mijn Spotify wrapped, waar niet geheel verrassend ook mijn brother met zijn podcast een plaats in heeft, hoe dan ook een uitgelezen lijst om de winter mee af te trappen.

Mijn muzikale aura is rustig en melancholisch. Met 6414 luisterminuten was Spinvis mijn favoriete artiest, gevolgd door Mumford & Sons (leesmuziek), Ramses Shaffy (kook- en werkmuziek), Johnny Cash (werkmuziek) en Damien Rice (kom-tot-rustmuziek). Uitmuntend gezelschap, alleen jammer dat het zo mannelijk is. Mijn 5 topnummers van 2021 zijn eveneens een weerspiegeling van de uiteenlopende genres die ik beluister.

  1. Voilà van Barbara Pravi 
    162 keer luisterde ik naar de nummer 2 van het Songfestival. Oui oui oui et je ne regrette rien! Een stralende nummer 1 omdat het een chanson is dat mij meteen raakte en een kippenvelmoment bezorgde toen ik Barbara Pravi’s performance zag. Eurosong, dat is kleur en hoop, nog steeds in deze bange en bizarre tijden. Neem daarbij de allesomvattendheid die verscholen zitten achter een voilà (dit is wie ik ben en dat is goed zo) en je begrijpt waarom het zo goed bij mij past.
  2. Madame van Claude Barzotti
    Mijn kansen om in de tuin te luieren, lezen en zonnen waren beperkt in juli. Als ze er waren, dan was er deze klassieker van een Belg met Italiaanse roots die blijkbaar vooral in Canada naam en faam verwierf. Ook tijdens mijn wandelingen was Claude graag van de partij. Madame is, net als ik, een product van de eighties. Ik ben er nog altijd niet uit of ik het nu gewoon klef, dan wel hopeloos wanhopig of toch eerder zeemzoet romantisch vind. Hoe dan ook helemaal iets voor mijn melancholische aura.
  3. Spectrum (Say My Name) van Florence + The Machine en Calvin Harris
    Yes, Florence staat in mijn top 5! Al is het dan met een samenwerking met een Schotse DJ. Ik luisterde vooral naar deze song op de fiets. Omdat de explosieve cocktail van positiviteit en oerkracht zo aanstekelijk werkt. 3 minuten en 35 seconden voel ik mij dan onoverwinnelijk. Florence heeft Calvin daar trouwens niet per se voor nodig: ook het originele nummer is een toppertje!
  4. Hey Brother van Avicii
    Ach ja, wat kan ik nog meer vertellen over mijn liefde voor Avicii? Dat die onverwoestbaar is dus. En dat Hey Brother, ook zonder echt diepgaande lyrics, voor mij een symbolisch lied blijft over de broeder- en zusterliefde. Meer hoeft dat niet te zijn.
  5. Winter Winds van Mumford & Sons
    Ik ben blij dat ook iets van mijn leesmuziek het tot in de top 5 heeft geschopt. Straf eigenlijk, want Mumford & Sons luister ik enkel in het najaar (net als Leonard Cohen). Leesmuziek dat is trouwens geen minderwaardig label. Leesmuziek is de ultieme sfeermuziek die mij in staat stelt me onder te dompelen in een andere wereld (en op sommige dagen moet een mens daar wel moeite voor doen).

Tot slot, nog eervolle vermeldingen voor de nummers die ik de afgelopen maanden vaak op repeat zette: Rise van Lost Frequencies, Het grote geheel van Bart Peeters, Pepas van Farruko, Because the Night van Patti Smith, Don’t Cry For Me Argentina van Julie Covington en Snowman van Sia.

Waarom ik vanavond zeker naar het Eurosongfestival kijk

Ik werd deze week vaak wat meewarig aangekeken als ik me enthousiast uitliet over het Songfestival. Vooral omdat ik oprecht enthousiast was en zonder enige schroom vertelde dat ik genoten had van de halve finales en de bijhorende Spotify-lijst. Het Songfestival is voor mij geen guilty pleasure (één van die woorden waar ik een hekel aan heb), maar een ongegeneerd pleziertje. Ik geef jullie graag vijf goede redenen om vanavond af te stemmen op Eurovision en enkele uren voor de tv te hangen.

  • Omdat het Songfestival bij onze immer enthousiaste noorderburen doorgaat. Dat hebben ze te danken aan de verdiende winnaar van 2019: Duncan Laurence. Rotterdam is bovendien één van mijn favoriete Nederlandse steden waar ik heel mooie (loop)herinneringen aan heb. Op deze blog kon ik meegenieten hoe Eurovision de Rotterdamse buurten vorm en kleur gaf.
  • Omdat het Songfestival het feest van de diversiteit is. Europa is er gekleurd, genderfluïde en meertalig. Alles kan, alles moet zelfs. Ook binnen de drie minuten dat een euro-song duurt, voert diversiteit vaak de boventoon. Go_A brengt met een unieke zangtechniek (die klinkt als een schreeuw) Oekraïense folklore in een elektronisch jasje als ode aan de natuur. De Italiaanse rockband (met Deense naam) Måneskin won de Eurostory Best Lyrics Award en toont daarmee aan dat je ook stilistisch verfijnd kan roepen.
  • Omdat het Songfestival naast een visueel spektakel zeker ook een podium is voor uitstekende zangers. De Franse (met Servische roots) Barbara Pravi raakt mij keer op keer met haar klassieke chanson Voilà (dat simpelweg gaat over zijn wie je bent in het leven). De Zwitserse inzending Gjon’s Tears brengt een ballade mét dancemoves waarbij je je afvraagt hoe hoog een mens kan zingen. Adembenemend hoog, zo blijkt!
  • Omdat het Songfestival nu meer dan ooit symbool staat voor hoop. De hoop op een gelijkwaardige behandeling voor elke burger, de hoop op een betere wereld, eentje waar we weer bijeen mogen komen om naar een feestje te gaan. Natuurlijk staat zo’n festival bol van de clichés en schuilt er onder de kilo’s glitter een commercieel verpakte boodschap. We zijn allemaal voor de underdog, janken een potje over de liefde, houden een vurig pleidooi voor een duurzamere wereld en we breken een lans voor female empowerment. Hell no, I am not your honey: zoals de Maltese Destiny het met opzwepende Charleston-vibes weet te brengen. Hoe kan je daar iets op tegen hebben?
  • Omdat het Songfestival het ideale familieprogramma op zaterdagavond is. Mijn eerste levendige Songfestival-herinnering gaat terug naar het jaar 1996 toen Lisa del Bo ons land vertegenwoordigde met Liefde is een kaartspel, een liedje dat Seppe en ik stiekem heel goed vonden. We mochten chips eten voor de tv en lang opblijven. Ik zorgde voor de puntenlijsten. Vooral papa had een ongezouten mening over elke act. Voor hem mocht het niet te traag en kwelerig zijn. We maakten kennis met vriendjespolitiek en we vonden het heel onrechtvaardig dat Malta wél in het Engels mocht zingen. Vanavond kijk ik, net zoals twee jaar geleden, samen met Roos en Sien. Douze points voor sfeer en gezelligheid!

De muziek – Wat ik zoal beluisterde in 2020

Ik vertelde al behoorlijk wat over 2020. Zoals dat ik het afgelopen jaar een dubbele verhouding kreeg met muziek door de aanwezigheid van Spotify in mijn leven. Enerzijds kon ik er intens in opgaan, anderzijds was het soms te veel en beluister ik dus helemaal geen muziek meer als ik ga lopen om beter te kunnen horen wat er in mijn hoofd omgaat. De omstandigheden van dit bijzondere jaar hadden ook een invloed op wat er zoal door de box schalde. Ik zat vaker thuis, dus was het des te belangrijker dat de sfeer goed zat. Hier volgen mijn ultieme luistermomenten van 2020.

Renaissance van Franse muziek
Ik heb altijd iets gehad met Franse muziek. Jacques Brel kende ik als kind al dankzij mama, Brel-fan van het eerste uur. In 1997 slaagde de band Manau erin om een Franse hit te scoren bij de jeugd. La tribu de Dana was dan ook de single die ik cadeau kreeg bij mijn eerste cd-speler. Toen ik studeerde was ik helemaal in de ban van het chanson. Charles Aznavour, Edith Piaf, Georges Brassens, Charles Trenet… Uren en uren aan een stuk luisterde ik verzamelcd’s. In 2020 draaide mijn playlist “Frans” op Spotify eveneens overuren. Bij gebrek aan een trip naar Parijs, dan maar de muziek. Het album Paris (2014) van Zaz vind ik bijvoorbeeld een schot in de roos. Ook haar nummer Eblouie par la nuit is een voltreffer. In de zomer ontdekte ik Les yeux revolvers van Marc Lavoine, dat uit het gezegende jaar 1985 komt. Met Kerstmis gingen Roos en ik uit ons dak op Les lacs du Connemara gedurende de volle 6 minuten (inclusief het elektronische riedeltje op het einde). Ideaal om de kerstdis te verteren.

Filmmuziek in alle soorten en maten
Door de lockdown in het voorjaar keek ik behoorlijk wat films. Nog steeds niet absurd veel, maar toch meer dan gewoonlijk. Ik zag Joaquin Phoenix schitteren in Joker en in Her: twee films met een aantrekkelijke soundtrack. De film die in 2020 de diepste indruk naliet was Portrait de la jeune fille en feu. De eindscène (waarin niets spectaculairs gebeurt) keek ik een keer of 10 na elkaar. Als ik nu Summer in G Minor van Antonio Vivaldi  luister, voel ik nog steeds zowel ingehouden als uitbarstende opgekropte emoties. Er zit waarheid in de uitspraak dat de beste liefdesfilms queer zijn. Daarom ontbreekt in mijn afspeellijst “Film” ook A Love That Will Never Grow Old van Emmylou Harris niet uit de soundtrack van Brokeback Mountain, waar ik destijds twee weken vanonder de voet was. Call Me By Your Name (zag ik in 2018) had een soortgelijk effect, mede dankzij Sufjan Stevens en het lichtjes kleffe Lady, Lady van Giorgio Moroder.

De enige echte zomerhit
Het zal haar jeugdigheid zijn die Roos een neus voor hits geeft. In volle lockdown introduceerde zij dé zomerhit van 2020: Kings and Queens van Ava Max, dat (bij gebrek aan een songfestival) de Eurosong-vibe perfect weet te vatten: een begrijpbare opbeurende tekst, stevige beat en oorwurm van jewelste. Catchy heet zoiets. Kings and Queens mocht dus ook niet ontbreken toen we in september letterlijk de champagne ontkurkten om te toosten op onze verjaardagen. Aan alle koninginnen zonder koning: we popped champaign and raised a toast! 

Leesmuziek in bed
Het afgelopen jaar ontdekte ik het plezier van lezen in bed, ’s ochtends welteverstaan, als ik niet naar school moet. Ook hier zat de voorjaarslockdown voor iets tussen. In de herfstvakantie trok ik me nog meer terug in mijn eigen universum en begon ik de dag steevast met koffie in bed, gevolgd door een paar leesuren. De gelukzaligheid overvalt me weer als ik aan die momenten terugdenk: hoe de wereld lijkt te bestaan uit mijn slaapkamer met mijn bed als epicentrum. Tijdens die leesuren luisterde ik ook muziek. Liefst iets waar melancholie in doorklinkt. Leonard Cohen bijvoorbeeld omdat die gewoon altijd goed is. Ook de jonge Ier Dermot Kennedy vervult die rol met verve. In de kerstvakantie (her)ontdekte ik ook Mumford & Sons en dan vooral hun eerste album Sigh No More waarop Winter Winds de sfeermaker van dienst is. Als het over melancholie gaat, dan mag ook onze Belgische trots Tamino niet ontbreken. Als zijn Sun May Shine door de kamer dwarrelde en er dan heel voorzichtig een zon door bomen spiekte, viel alles op z’n plaats.

De doorbraak van de podcast
Ik ben een podcastluisteraar geworden door De Jogclub, de sportieve podcast van mijn broer en Robrecht Paesen. Sinds ik dagelijks behoorlijk lange fietstochten maak naar mijn werk kreeg ik er heel wat podcastluistertijd bij. Ook als ik aan de slag ben in mijn atelier beluister ik een podcast. Inmiddels zijn dat vooral boekenpodcasts. Mijn collega Murielle stak ik al aan met het verslavende Drie boeken, waarin Wim Oosterlinck aan een bekende mens vraagt welke drie boeken we volgens haar of hem moeten gelezen hebben. Daar kwam ook nog de Bende van het boek bij met Sarah en Trees die telkens één of meerdere boeken bespreken onder het genot van taart en thee. Tot slot luister ik ook naar Boeken FM, de literaire podcast van uitgeverij Das Mag en De Groene Amsterdammer, al was het omdat Nederlanders die op hoog en kritisch niveau spreken over boeken me onherroepelijk terugvoeren naar mijn opleiding als literatuurwetenschapper in Leiden. Luisteren hoe anderen over boeken praten, doet lezen: geloof me maar.

De muziek – Over een jaar op Spotify

Ik zeg wel eens dat ik in de digitale prehistorie leef aangezien ik er een stormachtige haat-liefde verhouding met mijn laptop, tv en smartphone op na hou. De tijd die ik achter schermen doorbreng, is best vermakelijk en informatief, maar het zijn mijn boeken die me diep weten te raken. Ook mijn iPhone is een geweldig tof speeltje dat ik tegelijkertijd wel eens uit het raam zou willen keilen omdat het constant een overdaad aan prikkels op me afstuurt. Zo kan ik gerust een keer of 50 per dag het weerbericht checken. Totaal overbodig. Ik heb bovendien een hekel aan apps en het feit dat ik er te pas en te onpas eentje moet installeren. De digitale wereld is voor mij zowel een bron van kennis en vertier als van onrust.

Tot een jaar geleden was ik op muzikaal vlak uitgerust met een uit de kluiten gewassen (lelijke) retro cd-speler mét cassettedeck. Een klep openen en een cd’tje opleggen: ik zag eerlijk gezegd het verschil niet met al die hipsters die zweren blij hun platenspeler. De tand des tijds kreeg echter steeds meer vat op mijn cd-speler. Hij kon steeds minder cd’s lezen en afspelen. Ik zat kortom met een bakbeest van een toestel in huis waar ik slechts een heel beperkte selectie muziek mee kon afspelen. Ik besefte dat de tijden waren veranderd. Daarom kocht ik een hoogwaardige Ultimate Ears BOOM 2 box en maakte ik in een wip en een zucht een Spotify-account aan. Zowel de kwaliteit als de kwantiteit van mijn muziekbeleving steeg exponentieel. Spotify leek de hemel op aarde voor mijn brede muzikale smaak. Ik was verkocht.

Ik ben nog steeds verkocht, laat daar geen twijfel over bestaan. Ik zou echt niet meer zonder Spotify kunnen. Voor 120 euro per jaar heb je met een premium account toegang tot een onuitputtelijke bron van muziek: oldies, popmuziek, klassiek, opera, podcasts en het zwaardere werk… je vindt het er echt allemaal. Ik beleefde één van mijn eerste vreugdemomentjes toen ik het album Famous Blue Raincoat van Jennifer Warnes opdiepte dat op cd uitkwam in 1988 en inmiddels dus totaal onvindbaar is in schijfvorm. Hetzelfde geldt voor het album Vandaag uit 2004 waarin wijlen Yasmine met verve liedjes van grootmeester Leonard in het Nederlands brengt. Gewaagd, maar geslaagd! Om maar te zeggen: je vindt écht alles op Spotify. Al snel vulde ik de schappen van mijn digitale bibliotheek met mijn muzikale helden: Florence, Hozier, Spinvis en Leonard om er maar enkele te noemen. Ook begon ik afspeellijsten samen te stellen met de veelzeggende titels oldies, Frans, hits en film. Recent maakte ik voor en met Roos de afspeellijst Lastig gesprek aan met welklinkende nummers als Great War, We Drink Your Blood en Stand Up and Fight. Zei ik al dat Spotify echt een schatkamer aan muziek is?

Gaandeweg begon ik mijn cd’s wel een beetje te missen. Cd-rekken vind ik doorgaans afgrijselijk in een interieur, maar dat neemt niet weg dat ik lades vol heb met schijfjes waar ik nooit afscheid van zal kunnen nemen. Het album So Far, So Good van Bryan Adams bijvoorbeeld, dat ik kreeg toen ik een jaar of 15 was. Mocht je er nog aan twijfelen: Bryan Adams is nog altijd top. Hij katapulteert me recht naar mijn tienerjaren toen een cd nog een waardevol object was waar je makkelijk 800 Belgische franken voor kon neertellen, een slordige 20 euro. Ik denk nostalgisch terug aan hoe ik ging rondneuzen in cd-winkels om te kijken voor welk plaatje ik kon gaan sparen. Ik herinner me ook nog bijzonder goed hoe ik me 2 jaar geleden naar de cd-winkel haastte toen de nieuwe van Florence was uitgekomen. Ik mis kortom het tastbare aspect van een cd. Dat je echt iets in handen hebt, een folie die je moet losprutsen, een boekje met lyrics en artistieke foto’s en het gezoem van de speler vlak voor het eerste nummer weerklinkt. Spotify maakt alles zo gemakkelijk voor mij dat ik het muziekwereldje ook minder moet volgen. Met een simpele druk op het scherm kan ik namelijk een nieuwe plaat van een favoriete artiest meteen beluisteren. Muziek is zo vanzelfsprekend en toegankelijk geworden dat er ook een stukje magie verdwenen is. Dat vind ik best jammer.

Dit jaar schreef ik hier opvallend minder over muziek. Deels valt dat te verklaren door de uitzonderlijke status die dit jaar met zich meedraagt: er zijn nu eenmaal minder bijzondere momenten, want alles kabbelt een beetje verder. Geen loopevenementen en uitjes met de familie die voorzien worden van een unieke soundtrack. Er is dus minder muziek verankerd in mijn geheugen. Bovendien zorgt ook de overdaad van Spotify er voor dat ik uren per dag naar een mix van muziek kan luisteren. Ik ben niet meer gebonden aan één album in één volgorde, maar aan een collectie die geshuffled wordt. Individuele nummers krijgen daardoor minder kans om eruit te springen. Alles wat ik luister is zogenaamd een favoriet. Het overzicht dat Spotify me recent bezorgde (2020 wrapped) met mijn meest beluisterde nummers van het afgelopen jaar bevestigt dat: het is een mix van alle nummers uit de lijsten (en albums) die ik vaak heb geluisterd. Toen ik in mei verhuisde ging ik plots zonder muziek lopen. Aanvankelijk was dat puur om praktische redenen, inmiddels heb ik echt geen behoefte meer aan muziek tijdens het lopen. Simpelweg omdat ik al vaak genoeg muziek luister, thuis of op de fiets. Ironisch genoeg leerde ik dus door Spotify dat het soms ook heel fijn kan zijn om helemaal geen muziek te beluisteren. Omdat ik dan beter kan horen wat er in mijn hoofd omgaat. Lang leve de muziek! Lang leve de stilte!

De muziek – Mijn awards van 2019

De Oscar-uitreiking heeft ook dit jaar geen presentator. Jammer, ik had die taak graag op mij genomen. Blijkbaar zijn mijn gegevens niet tot in Amerika geraakt of dachten ze dat mijn kandidatuur een grap was. Gelukkig kan ik hier op eigen houtje prijzen uitreiken aan de muziek die voor mij bepalend was in 2019. Ik vertel het meest over mijn sportieve belevenissen, maar deel soms ook iets over creatieve projecten, wat ik zoal meemaak als leerkracht en welke boeken het lezen meer dan waard zijn. Ik verbaas me er soms zelf over hoe al die bezigheden naadloos in elkaar op gaan. Al lopend kan ik plots een heel goed idee krijgen voor op school, waar ik dan weer geïnspireerd word om een bepaald boek te lezen of een geniale DIY-sweater-ingeving krijg. Die wisselwerking vind ik ook terug bij de muziek die ik beluister. Op het einde van 2019 ontdekte deze digitale fossiel de wondere wereld van Spotify. Nog meer redenen om de vetste hits af te wisselen met diepgravende muziek en opera, waar ik me sinds kort in verdiep. In mijn hoofd vormen al die genres een boeiende melange. Ik zei het al vaker: er is muziek voor elk moment. Dit was mijn soundtrack van 2019.

Categorie: ingetogen met een donker randje
Winnaar: Leonard Cohen en het volledige album Thanks for the Dance
In januari regeerden grijze wolken over mijn gedachten. Op de tonen van Tamino’s Sun May Shine verlangde ik naar zonnigere tijden en lichtheid. Tijdens mijn duurlopen werd ik telkens weer geraakt door Gale Song van The Lumineers. Onder de tropische juli-zon zocht ik vaak mijn toevlucht in het bos. Het romantische My Wild Sweet Love van de Zweedse zussen van First Aid Kit paste perfect in dat decor. Al zonnebadend ging ik ook helemaal op in Famous Blue Raincoat, gezongen door Jennifer Warnes die erin slaagt om dit lied meer dimensie te geven dan Grootmeester Cohen zelf. Uiteindelijk gaat hij wel met de prijs lopen. Het album Thanks for the Dance werd zorgvuldig samengesteld door zoon Adam met een verbluffend resultaat tot gevolg. Elke noot is juist, elke noot komt binnen.

Categorie: Nederlandstalig en als het kan ook absurd
Winnaar: Spinvis
Het universum van Spinvis blijft mij intrigeren, thuis of op de fiets, in de gietende regen of onder een stralende zon: het is altijd raak. In februari ging ik naar de theatershow In werkelijkheid met de ondertitel Spinvis Solo. Dat klopte niet helemaal, want Erik de Jong werd bijgestaan door Saartje Van Camp die al jarenlang meedraait in het Spinvis-circus. Beide spelen ze veel verschillende en ook de meest bizarre muziekinstrumenten (een zaag om er maar eentje te noemen). Het optreden was een wonderlijke ervaring waar populaire deuntjes, poëzie en heel wat hoeken af elkaar ontmoetten. Helemaal mijn ding dus. Daarom kan ik ook de bijzondere wereld die het cabaretduo Yentl en de Boer creëert heel erg waarderen. Hun bekendste nummer Ik heb een man gekend is zowel gevat, grappig als ontroerend.

Categorie: oldie van het jaar
Winnaar: I’m Still Standing van Elton John
Dankzij de zogeheten papa-muziek zijn wij goed thuis in New wave en bij uitbreiding alle muziek van de eighties. Camouflage van Stan Ridgway blijft mijn persoonlijke favoriet. Ik beluister dat vaak als ik ’s ochtends naar school fiets (vraag me niet waarom). De schoonheid van On Top of the World van Carpenters viel mij plots op toen ik het op een donkere decemberavond op de radio hoorde. Omdat het ook ’s ochtends op de radio speelde toen Roos en ik op weg waren naar Kasterlee (naar een plek die ze daar De Hel noemen) kreeg het nog meer betekenis. Het ultieme kerstlied is wat mij betreft Happy New Year van ABBA dat in 1980 the end of a decade aankondigde. De oldie die mij het afgelopen jaar de grootste energieboost bezorgde is I’m Still Standing van Elton John. Samen met Roos ontdekte ik dit lied dankzij de film Sing. Inmiddels doopten we het om tot “het lied van de marathon van Parijs”. Dat was in april mijn tiende marathon, waar ik toch vooral aan mezelf toonde dat ik er nog sta.

Categorie: muzikale ontdekking
Winnaar: The Cat Empire
Ik hoorde Brighter Than Gold in juli op de radio (de zoveelste ontdekking dankzij dit medium) en beluisterde het heel vaak toen ik in Parijs de hittegolf trotseerde met Tante Sien. The Cat Empire is een Australische band met Felix Riebl als leadzanger. Inmiddels draaide ik zowel hun album Steal The Light als Stolen Diamonds grijs. De zin Close your eyes and run uit de song Kila heb ik heel vaak luidkeels uitgeroepen (alvorens me ervan te vergewissen dat niemand me kon zien). The Cat Empire is instrumentaal boeiend door de blazers en drumpartijen, een tikje zwoel en opzwepend, heel herkenbaar, maar ook heel eigenzinnig. Tijdens de laatste kilometers van mijn helletocht weerklonk Still Young uit de box die Roos om haar nek droeg: het moment waarop ik tot in mijn kleinste teen opluchting, euforie en dankbaarheid om dit unieke familiemoment voelde. Eentje om nog heel lang te koesteren.

Categorie: hit van het jaar
Winnaar: Dancemonkey van Tones & I
In mei bracht ik met een longembolie een nacht door op de spoedafdeling. Ik hield me sterk en zei mezelf steeds weer dat er geen enkele indicatie was dat ik dood zou gaan. Toen ik daar achter mijn gordijntje mezelf nog maar eens probeerde te overtuigen dat er echt niets erg aan de hand was, overviel mij een intens gevoel van eenzaamheid. Met mijn hoofdtelefoon beluisterde ik het huilerige Someone You Loved van Lewis Capaldi, waarop mijn traankanalen eens goed werden doorgespoeld. Ik noem dat nu nog steeds mijn ziekenhuislied. Tijdens mijn lange fietstrainingen in november luisterde ik in het weekend heel vaak naar de radio. Ik kende de hitlijsten op een bepaald moment zo goed dat ik zelfs de nieuwste single van Céline Dion kon meezingen, die hier absoluut geen vermelding verdient. Ik begaf me kortom op glad ijs. Zowel Memories van Maroon 5, de nieuwe (en zo mogelijk nog kleffere) van Lewis Capaldi Before You Go en Outnumbered van de Ier Dermot Kennedy ben ik nog lang niet beu gehoord. Dancemonkey is mijn onbetwiste nummer 1 omdat zelfs een die-hard niet-danser als ik er steeds weer zin van kreeg om te dansen.

Bijzondere vermeldingen
Zowel het nieuwe album van Hozier met een glansrol voor Nina Cried Power en dat van Avicii stelden niet teleur. Andere vaste waarde Florence en haar machine was ook in 2019 heel vaak van de partij. Ik ontdekte onze Belgische trots Angèle en haar vrouwen-powerlied Balance ton quoi. Counting Stars van OneRepublic maakt nog steeds deel uit van mijn duurlooplijst, want everything that kills me makes me feel alive. Ik hoop me in 2020 eens zo onoverwinnelijk te voelen als SIA beschrijft in Unstoppable.

img_1860b.jpg

De muziek – Waarom TIM een kostbaar geschenk is

If there were no paintings in the world,
Mine would be very important.
Same with my songs.
[…]
I call my work
Acceptable Decorations

Leonard Cohen nam tot twee maal toe in stijl afscheid van zijn publiek. Zijn album met de veelzeggende titel You Want It Darker verscheen enkele dagen voor hij stierf in november 2016. In het najaar van 2018 bracht Adam Cohen The Flame uit: de dichtbundel waaraan zijn vader tot aan zijn dood had gewerkt. Adam vertelt in zijn voorwoord dat schrijven de enige troost en reden tot leven was voor zijn vader. De vol gekribbelde notitieboekjes die hij op de vreemdste plaatsen bij hem terugvond, vormden hiervan het levende bewijs. Volgens Adam is het geen toeval dat de woorden fire, flame en candle veelvuldig aanwezig zijn in Cohens oeuvre omdat vuur zowel creatie als vernietiging symboliseert: de brandende vlam die de ketel aan de gang houdt, maar ook alles verwoestend kan toeslaan.

Vorige maand verscheen TIM, het afscheidsalbum van Tim Bergling die wereldwijd bekendheid verwierf als Avicii en op 20 april 2018 uit het leven stapte. De 12 nummers op dit album waren grotendeels afgewerkt toen Tim op die bewuste dag in april besloot dat het genoeg was. Zijn team moest geen notitieboekjes verzamelen en ontcijferen, maar kon Berglings work in progress digitaal terugvinden en veiligstellen. Drie producers waar hij nauw mee had samengewerkt, legden de laatste hand aan de nummers. De familie Bergling gaf zijn zegen. Ouders die hun 28-jarige zoon verliezen blijven ongetwijfeld achter met een overweldigend wrang gevoel van machteloosheid. Adam Cohen had er vrede mee dat de kaars van zijn 82-jarige vader uitdoofde en omschrijft diens leven als rich and complicated. Elk leven is onaf op een bepaalde manier. Je hoeft bovendien geen artiest te zijn om een ingewikkeld bestaan te leiden. De vraag is wanneer je een leven rijk kan noemen. Voor zowel Leonard Cohen als Tim Bergling was muziek maken een absolute noodzaak. Ook zonder publiek en verkoopcijfers zou hun hart blijven branden voor de muziek. Waar Leonard Cohen genoot van zijn publieke optredens, ging Tim Bergling juist daar aan ten onder. Het merk Avicii deed de persoon Tim onherroepelijk de das om.

IMG_0325b

Ik schreef in mijn ode aan Avicii al dat muziek een mens op verschillende niveaus kan raken: van uitbundig schreeuwen tot een ingetogen emotionele catharsis. Zogenaamd zware muziek kan je ook waarderen om de eenvoud van de melodie, een licht nummer kan een heel gevoelige snaar raken. De reikwijdte van muziek strekt zicht kortom uit van acceptable decorations (bescheidenheid siert de artiest) tot de kracht om herinneringen in leven te houden. Dat TIM aan het begin van de zomer verscheen, zal geen toeval zijn. Avicii’s derde album is zon en vrolijkheid. Onder meer Coldplay en Imagine Dragons leverden hun bijdrage. Mijn favoriete nummers zijn Tough Love (met dank aan de opzwepende riedel die ontstaan is uit Indiase invloeden) en het tropische Bad Reputation. Zowel al fietsend als lopend liet ik me meermaals en luidkeels I got a bad reputation ontglippen. Aanvankelijk had ik daar een dubbel gevoel bij: TIM is een album dat postuum verscheen. Het voelde tegenstrijdig om ongegeneerd blij te worden van die muziek. Bovendien kan je moeilijk ontkennen dat onder andere de lyrics van SOS te interpreteren zijn als een noodkreet. Spread positivity through my music: het was de uitdrukkelijke wens van Tim himself. Ook zijn familie wil met zijn muziek de herinnering aan Tim levend te houden.

Wie niet te overtuigen valt van het muzikale geschenk dat TIM is, kan om een heel andere reden overwegen om het album aan te schaffen. De opbrengst ervan gaat namelijk integraal naar de Tim Bergling Foundation, de stichting die recent door de Berglings werd opgericht om steun te bieden aan jongeren met mentale problemen en suïcidale gedachten. Op die manier hopen ze zelfdodingstragedies te voorkomen. Cijfers tonen aan dat zulke initiatieven broodnodig zijn. De zelfdodingscijfers liggen in Zweden een pak hoger dan het EU-gemiddelde. België doet het nog slechter en heeft het hoogste zelfdodingscijfer van West-Europa. In ons land ondernemen dagelijks 28 personen een poging tot zelfdoding. Naast die wrede cijfers kan ik te veel pijnlijke voorbeelden uit mijn leven oprakelen van hoe ik te maken kreeg met de keuze van sommigen om uit het leven te stappen. Afgelopen schooljaar werd ik als leerkracht tot twee keer toe van heel dichtbij geconfronteerd met de verwoestende impact van zelfdoding op de directe en indirecte omgeving. Wat overblijft zijn onbeantwoorde vragen en verdriet. Ontzettend veel verdriet.

Soms is het leven een feest, eentje waar iedereen met iedereen danst en niemand aan morgen denkt. Het leven is echter vaak worstelen, wroeten en ploegen. Leven is ook overleven. We moeten daar realistisch in zijn. Everyone would choose the alternative to this: dat is hoe journaliste Katie Bain treffend verwoordt dat we het zo graag anders zouden willen: een wereld waarin Tim Bergling een ander leven had kunnen leiden, het leven dat hij wilde. Die keuze hebben we helaas niet. Uit een lerarenbrochure over zelfdoding leerde ik dat mensen met zelfdodingsgedachten niet zo zeer dood willen zijn, maar niet meer op die manier verder willen leven. En nog belangrijker: zelfdoding kan voorkomen worden. Daar kunnen we allemaal aan bijdragen.

If There Were No Paintings – The Flame, Leonard Cohen

 

De muziek – Hozier, Baby!

Het was maart en plots hing er lente in de lucht. Die bracht niet alleen het licht terug naar de mensheid, maar ook de eerste voorzichtige bloemetjes, verse loopschoenen en het nieuwe album van Hozier: getiteld Wasteland, Baby! Als je in weken (en nadien in dagen) aftelt naar een cd die uitkomt, als was het een marathon die je ging lopen, dan weet je dat je een artiest met recht en reden een idool mag noemen. Op 2 maart ging deze fan van het eerste uur de nieuwkomer – lekker old school – in de plaatselijke cd-winkel kopen. De Ierse Andrew Hozier-Byrne is niet zomaar een muzikant. Hij heeft een betoverend mooie en jawel, ook zwoele, stem waarmee hij echt iets vertelt: zowel zijn muziek als zijn interviews gaan ergens over. Hozier is geen uitgeholde zanger, maar een man met een visie. Bovendien komt hij uit een creatief nest. Moeder Raine is kunstenares en verzorgde voor zijn beide albums de kunstzinnige cover en dito binnenwerk. Broer Jon was eveneens betrokken bij het creatieve proces. Wasteland, Baby! loste mijn torenhoge verwachtingen met gemak in. Mijn voorjaar klinkt Hozier.

In 2013 kende Hozier zijn grote doorbraak met het meeslepende nummer Take Me To Church. Hij domineerde er wekenlang de hitlijsten in binnen- en buitenland mee. Nochtans lokte de bijhorende videoclip behoorlijk wat controverse uit omdat erin te zien is hoe twee mannen elkaar kussen met als gevolg dat radicale jongeren een homoseksuele leeftijdsgenoot in elkaar slaan. Take Me To Church is zonder meer een straffe song: een rake in your face aanklacht over de hypocriete houding die de katholieke Kerk aanneemt tegenover homoseksualiteit. I’ll tell you my sins and you can sharpen your knife. Of hoe er in religieuze middens maar al te graag zieltjes worden ingelijfd om die vervolgens genadeloos op hun donder te geven als ze durven te houden van iemand van hetzelfde geslacht. Het getuigt van een stevige portie lef om als newbie onderwerpen als schijnheiligheid en discriminatie in de schijnwerpers te plaatsen. Geef mij maar eigenzinnige kunstenaars die niet achter de menigte aan lopen te blaten. Ik wil geïntrigeerd worden meegesleept. Nadat ik overdonderd was door Hoziers debuut single was ik uiteraard benieuwd naar meer. Dat had Andrew ook te bieden. Zijn eerste naamloze album was een voltreffer en ik liet me gewillig meevoeren op het ritme van de blues.

In januari 2016 werd onze liefde bezegeld in Parijs. Toen ging ik met Roos naar een concert van mijn Ierse idool. Roos, Parijs en Hozier: ik zou hen mijn persoonlijke heilige drievuldigheid kunnen noemen. De omstandigheden waren echter verre van ideaal. We waren in Parijs toen de wonden van de aanslagen in de Bataclan nog heel vers waren. Onze geliefde stad lag er troosteloos verlaten bij en we werden overspoeld door militaire controles. Het voelde als een daad van verzet om naar de Folies Bergères te gaan. Dat zou een iconisch theater zijn waar ooit sterren als Josephine Baker optraden. Wij zagen vervallen glorie. Bovendien waren we gezegend met zo ongeveer de slechtst denkbare plaatsen in die ondermaatse zaal. We zaten niet naast elkaar en moesten ons op een harde stoel door een tenenkrommend voorprogramma worstelen. Toen kwam Hozier op. Ik vergat alles. Een man met een gitaar en lange haren omringd door enkel vrouwelijke muzikanten. Groot van gestalte, maar bescheiden en oprecht van karakter. Hij speelde elk nummer van zijn album met evenveel overtuiging. Ik was nog meer verkocht. De volgende ochtend vloog ik door Parijs met Hozier in mijn oren.

Een writer’s block zit in een klein hoekje voor wie nieuw werk wil produceren na een succesvol debuut. Hozier was verstandig en nam ruim de tijd. Toen zijn single Movement* gelanceerd werd, wist ik dat het hem was gelukt. Ik herkende het warme stemgeluid en de krachtige uithalen, maar ik hoorde ook iets nieuws. Het grote aftellen kon beginnen. Ik beluisterde het volledige album Wasteland, Baby! voor het eerst tijdens een fietstocht op zaterdag. De toon wordt meteen gezet met het opzwepende Nina Cried Power: een duet met de 79-jarige gospelzangeres Mavis Staples. Van een kickstart gesproken. Welkom eigenheid! De nummers zijn stuk voor stuk pareltjes. Hozier slaagt er in om enerzijds energie en schwung te brengen, maar anderzijds ook ingetogen dramatiek. Met de nodige souplesse schippert hij moeiteloos tussen verschillende genres. Dat resulteert in een album waarbij alles klopt. Elke noot en elk woord zijn de nagel op de kop. Wasteland, Baby! laat zich dan ook lopend, fietsend of lezend consumeren. Roos keurde het album helemaal goed en werkt momenteel nog aan de luchtversie van de moeilijke drums in Nina Cried Power.

Tot slot volgt een bekentenis. Als Hozier baby zingt (dat doet hij vaak), dan heb ik altijd het gevoel dat hij zich tot mij richt. Kijk, ik was nog nooit in Ierland, maar als ik weg droom (dat doe ik vaak) dan zie ik mezelf ergens op het Ierse platteland wonen. Hozier kan namelijk niet anders dan een natuurmens zijn. Ik zit in een comfortabele houten tuinzetel op het terras en lees een boek. Ik heb een prachtig uitzicht over de bergen. Andrew speelt nonchalant op zijn gitaar. Hij werkt aan een nieuwe song over zijn baby. Uit zijn muziek blijkt een grote spontaniteit: hij zingt alsof hij gewoon luidop nadenkt. Een kat vleit zich tegen zijn been aan. Jackie en Wilson ravotten in de tuin. Mijn nuchtere zelve beseft dat ik me bijzonder snel steendood zou vervelen in de oppervlakkige romantische rol die ik mezelf toebedeel. Eén ding is zeker: wij zien elkaar weer. Op 2 september meer bepaald in het Koninklijk Circus. Roos, Brussel en Hozier: drie heel dikke hartjes. See you then, Andrew Baby!

*Saillant detail: in de videoclip van Movement is een hoofdrol weggelegd voor balletdanser Sergei Polunin. Die werd bekend dankzij een indrukwekkende solo op de tonen van Take Me To Church. Polunin begreep de boodschap duidelijk niet aangezien hij heel recent uit de Parijse Opera werd geweerd wegens homofobe uitspraken op sociale media. Of hoe je toch maar beter op je hoede bent als iemand een tatoeage heeft van Vladimir Poetin.

De muziek – Quotes om in te kaderen

Ik ben dan wel een paar keer per week met mijn leerlingen buiten de schoolmuren te vinden: het grootste deel van mijn tijd spendeer ik in mijn klaslokaal. Een jaar of 6 geleden begon ik aan opfrissingswerken, want veel was er niet veranderd ten opzichte van 15 jaar geleden toen ik zelf op die schoolbanken zat. De muren waren bedekt met een groene tint die ongetwijfeld ooit heel hip was, maar in combinatie met de bruine tegels niet bepaald een schot in de roos te noemen. Ik gaf de muren dus een neutrale off-white kleur zodat ik me volop kon uitleven met de aankleding. Een klaslokaal mag wat huiselijkheid uitstralen. Op de prikborden zijn allerlei creatieve werkjes van de leerlingen te bewonderen. Door de jaren heen verzamelde ik heel wat kaders uit de kringloopwinkel. Als centraal thema koos ik dan ook voor muziek om in te kaderen. Toen ik eenmaal een compositie op de muur had gecreëerd, was de grote vraag wat er in de kaders zou komen te staan. Uiteindelijk verzamelde ik zelf citaten uit muziek en kregen de leerlingen ook zeggenschap. Dat geldt nog steeds: zij mogen suggesties doen, maar ik kan mijn veto stellen, zij schrijven het uiteindelijk op de muur.  Ik toon jullie graag wat er zoal te lezen is.

We’re all in this togetherHigh School Musical – met dank aan Claire
Ik besloot om enkele geëngageerde leerlingen te laten beslissen welk citaat er in het grootste kader zou prijken. Daar moesten ze niet lang over nadenken. Ik kende het niet (een gat in mijn cultuur volgens hen), zocht het op en stelde vast dat het toch niet zo mijn ding was. Ik vind de dramatiek van het citaat wel mooi: allemaal samen zitten we in die klas!

Viva la vidaColdplay – met dank aan Ihsane en Yousra
Tijdens lessen over poëzie en beeldende kunst bespreek ik in de klas dit lied van Coldplay. De hoes van het gelijknamige album toont namelijk het beroemde schilderij De Vrijheid leidt het volk van Eugène Delacroix dat een tafereel van de Franse revolutie afbeeldt. Viva la vida verwijst eveneens naar een kleurrijk schilderij van de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo waarop watermeloenen zijn afgebeeld. Lang leve het leven, ook in de klas!

IMG_3818

Het leven is te precieus om te zeggen je m’en fousTourist LeMC – met dank aan Ailani
Tourist LeMC scoort goed bij leerlingen. Vorige week hadden we het in de klas over zijn Koning liefde waaruit dit citaat afkomstig is. Een mooie boodschap, maar ook eentje die goed klinkt: zeker als je er de Antwerpse tongval van den Tourist bij denkt.

Life is a movie but there will never be a sequelNicki Minaj – met dank aan Eline
Ook Nicki Minaj is goed voor een portie levenswijsheid. Wat opzoekingswerk leerde mij dat deze zin komt uit All Things Go en ik was opgelucht dat deze zin geselecteerd werd en niet een grofgebekte.

Ohne Musik wäre das Leben ein IrrtumNietzsche – met dank aan Eva
Nee, Nietzsche is niet de nieuwe Avicii. Het gaat hier wel degelijk over de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Eva wilde graag een citaat uit het Duits op de muur vereeuwigen. Ze vond een wijsheid van een groot denker over het belang van muziek. Irrtum wordt vertaald als vergissing. Ook voor onze Friedrich dus geen leven zonder muziek.

IMG_3815

We can be heroes just for one dayDavid Bowie – met dank aan Kaat
Ik gaf Engels in het zesde jaar toen David Bowie overleed. Reden te meer om een generatie in te wijden in het werk van Mr. Bowie. Zijn Heroes bleek het bekendste nummer te zijn onder mijn leerlingen. We kunnen allemaal helden zijn, al is het maar voor een dag.

Nous étions formidablesStromae – met dank aan Lisa
Onze Maestro mocht natuurlijk niet ontbreken op mijn muur. Omdat Formidable een topnummer is en blijft. Omdat Stromae stijl heeft. Omdat alle leerlingen die in mijn klas hebben gezeten op hun manier weer formidabel waren.

In de oranje kaders vroeg ik aan artistiek talent Anaïs om Beatrijs en de vos Reinaert te portretteren: helden van de middeleeuwse literatuur. Ook op de andere muren van mijn klaslokaal zijn muzikale citaten terug te vinden. Er staat natuurlijk ook een boekenkast. Mijn thuis is waar mijn boekenkast staat! Ik prijs me gelukkig dat ik dagelijks in zo’n krachtige werkomgeving les mag geven.

 

 

 

De muziek – Mijn soundtrack van 2018

2018 loopt op zijn laatste benen. Tijd voor lijstjes en overzichten met originele vragen en gevatte antwoorden. Op tv worden filmische jaaroverzichten uitgezonden met de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar. Soms vraag ik me af hoe het zou zijn als je door professionals zo’n compilatie zou laten maken van je eigen jaar, compleet met heroïsche muziek en al. Het nadeel is dan wel dat die mensen je paparazzi-gewijs doorheen het jaar constant op de hielen zouden moeten zitten. Weg privacy. Gedaan met de kluizenarij waar ik al eens van hou. Bovendien ben ik ook niet zo van de beelden. Ik maak wel foto’s, maar bij sportieve gebeurtenissen zijn die erg beperkt. Als ik een marathon loop, dan is het minste van mijn zorgen hoe en of dat wel op de gevoelige plaat vastgelegd wordt. Ik koester mijn ervaring en de plaatjes die ik schiet in mijn hoofd meer dan de actiefoto’s die ter plaatste genomen worden. Mijn jaar laat zich dan ook beter samenvatten in woorden en muziek.

In januari had ik een duidelijk doel voor ogen: in april zou ik een snelle marathon van Rotterdam lopen. Ik trok lessen uit 2017 waarin ik maar liefst vier marathons liep: dat was om verschillende redenen niet ideaal. Bovendien liep ik te vaak vanuit een frustratie en boosheid. Ik verloor mezelf wat en daarmee ook het initiële geluk dat lopen mij schenkt. De rust keerde weer in mijn hoofd en daarmee ook een grote drive om hard te trainen. Te hard eigenlijk. Tijdens mijn duurlopen eindigde ik altijd met het prachtige album Cleopatra van The Lumineers. Net zoals de Egyptische koningin waande ik me onaantastbaar. Ik staarde me blind op de kilometers die ik moest lopen en de tempo’s die ik moest halen. De kroniek van een aangekondigde dood: in maart stond ik na amper drie kilometer van de halve marathon in Den Haag langs de kant. Ik kon niet meer op mijn linkerbeen steunen. Drie weken liep ik met een kruk. Weg marathondroom. This is the end, my only friend the end: zoals wijlen Jim Morrison het zong. Met pijn in het hart keek ik vanaf de zijlijn toe hoe het loopproject dat ik op school had opgestart verder liep. Ik luisterde toen heel vaak naar Dreamer van Axwell ^ Ingrosso, waarin zowel mijn loopgeluk als -verdriet werden vervat. Mijn dromen werden aan diggelen geslagen, maar de dromer in mij was niet morsdood.

Op 20 april overleed Avicii. Ik stapte mankend verder door het leven en ontdekte Hey Brother. Zoals ik hier al vertelde, raakte dat een gevoelige snaar. Ik dacht aan mijn broer die op sportief vlak ook al de nodige woelige watertjes had doorzwommen (letterlijk en figuurlijk zelfs, check zijn triatlonverhalen maar). Eind april ging ik met school naar Parijs. Ik miste niet alleen mijn maatje An, maar ook de ochtendloopjes die ik daar normaal gezien afleg. Er was echter licht aan het einde van mijn weemoedige tunnel. Op 30 april liep ik voor het eerst weer in gezelschap van Roos. Maar liefst vijf keer een volle minuut. Het was toen niet toevallig stormachtig weer: revalideren en opbouwen gaat namelijk met ups en downs. I was a king under your control om het met Years & Years te zeggen: de koning te rijk dat ik weer aan het open was, maar de angst voor een blessure domineerde. In de maand mei overheerste uiteindelijk wel de zon en de energie die ik haalde uit mijn werk. Big God, de nieuwe single van Florence + The Machine, deed me nadenken over welke god ik nodig zou hebben. In juni ging de zon nog harder schijnen. Ik leerde steeds meer te vertrouwen op mijn lichaam en besefte dat het me niet in de steek had gelaten. De loper in mij beleefde een revival die werd gekenmerkt door het opzwepende Patricia van Florence’ nieuwe plaat High as Hope, dat kan geen toeval zijn.

In de zomervakantie gingen mijn loopkilometers in stijgende lijn en zo ook mijn loopgeluk. Dankbaar voor elke kilometer die ik liep, nam ik Rebel Heart van de nieuwe plaat van First Aid Kit nogal letterlijk: I don’t know what it is that makes me run. Juli bood mij heel wat mooie looprondjes op verplaatsing en ik overschreed weer eens de kaap van de 20 kilometer. Het plan voor de Hel van Kasterlee werd geboren in Houffalize. Mijn blog zag het daglicht. Ik maakte fietstochten naar Tervuren en Brussel met mijn nieuwe stadsfiets. De boeken vlogen erdoor en de koffie ook wel. Als ik in het bos was, kon ik helemaal opgaan in My Wild Sweet Love van First Aid Kit. Het bos als geliefde: het moet niet gekker worden. Ik sloot het einde van de maand af in Parijs, waar ik de dag weer lopend kon beginnen. Hoera! In augustus zette ik me voor het eerst op een mountainbike en kreeg ik de klikpedaal onder de knie. Het begin van een mooi avontuur: mijn status als fietsende loper beviel me meteen erg goed. In september begon een nieuw schooljaar en ging ik verder op mijn sportieve elan. De zon bleef schijnen. Behalve toen ik er daags voor mijn 33e verjaardag op uit trok om een XL duurloop af te leggen. Die sloot ik muzikaal af met Florence’ The Girl With One Eye: een behoorlijk gestoord lied wat meteen ook mijn beproeving samenvatte.

In oktober waren mijn beide ogen gericht op de marathon in Brussel. Ik luisterde veel Spinvis en dan vooral Kom terug. De dag voor mijn marathon verhuisden Roos en Niko. We zijn nu niet langer buren, maar moeten in plaats van enkele tientallen meters enkele kilometers overbruggen om elkaar te zien. Voor alle duidelijkheid: Roos moet niet terugkomen. De tekst zegt dat je in het leven moet durven doen en ontdekken als je wel steeds terugkeert naar jezelf of je thuis. Met die gedachte liep ik een formidabele marathon. Mijn laatste weken richting de Hel werden gekenmerkt door slecht weer en trainen in de duisternis. Ik stemde mijn muziekkeuze daarop af om het gebrek aan sfeer te compenseren. Zo was ik meteen gewonnen voor Hoziers nieuwe single Movement: toepasselijk. November is ook altijd een beetje de maand van Leonard Cohen. There’s a crack of light in everything, that’s how the light gets in. Ik luisterde bovendien ook veel naar Franse muziek, onder andere van de in oktober overleden Charles Aznavour. Het was echter toch vooral Gérard Lenorman die de nagel op de kop sloeg toen hij mij op de fiets toezong Voici les clés de ton bonheur, il n’attend plus que toi. De fiets bleek inderdaad een sleutel tot mijn geluk te zijn. De maand eindigde muzikaal met een klepper van formaat: het optreden van Tamino in de AB. Diens Sun May Shine raakt steeds weer een gevoelige snaar. Ook hij had gelijk: de zon ging stilaan weer schijnen.

December was niets minder dan duatlonmaand. Ik deed al uitgebreid verslag over mijn avontuur in de hel. De muziek die ter plaatse door DJ Infinity wordt gespeeld bleef de afgelopen jaren nog lang nazinderen. Wat me van deze editie zal bijblijven, is het succes van Leef. Toen ik na ruim 100 kilometer op de fiets aan de sporthal passeerde, schalde dit door de boxen en ik kon niet anders dan denken dat ik nu inderdaad echt wel aan het leven was. Het muzikale en ook wel sportieve hoogtepunt was echter het afsluitende loopnummer. De playlist die ik met Roos voor de gelegenheid samenstelde, bewees zijn nut. Het ijzersterke begin met Counting Stars van OneRepublic zette meteen de toon. We bespraken al uitvoerig hoe de shuffle erin slaagde om het juiste lied op het juiste moment af te spelen. Het enige minpuntje was dat onze playlist ruim 4,5 uur aan muziek bood en ik slechts 2,5 uur nodig had om mijn 30 kilometer af te leggen. We misten dus enkele pareltjes: dat heet dan een luxeprobleem.

2018 was zoals steeds een jaar met dalen en pieken over een hobbelig en vaak off-road terrein. Soms verlang ik naar meer snelle en veilige asfaltwegen in mijn leven die voorzien zijn van een duidelijke bewegwijzering. Dat zou me meer gemoedsrust geven, want ik kwam mezelf een paar keer goed tegen. Ik ben benieuwd welke paden ik in 2019 zal bewandelen en welk uitzicht ze me zullen bieden.