Loperspraat – De legendarische Great Escape van Hans

Jullie weten al dat Hans een bijzondere man is. Een man die van vele markten thuis is. Een echte trailloper die niet bang is voor een grensverleggend avontuur dat op een mission impossible lijkt. Zo bracht ik hem op vrijdag 13 september naar Maboge waar hij de bus zou nemen naar Ettelbrück in Luxemburg om van daaruit in (een niet zo heel rechte) lijn terug naar Maboge te lopen. Goed voor een trailrun van zo’n 100 mijl, ofte een dikke 160 kilometer. Kortom, een missie die wel wat voeten in de aarde had en ook van het lange type zou zijn. Roos toverde haar auto voor de gelegenheid om tot een camper zodat wij Hans vanaf zaterdagavond van controlepost naar controlepost konden volgen. Op het koudst van de nacht was het een graad of 2. We konden toch wat uurtjes slaap meepikken en slaagden er ook in om de sfeer erin te houden. Hans was duidelijk beter bestand tegen de ontbering. Hij zette en pakte door. Zondagmiddag zagen we hem net na de middag finishen. Na 32 uur en 51 minuten zaten zijn 164 kilometers erop. Ik zei het al: wat een man! Hoe hem dat alles verging? Hij vertelt het jullie zelf.

FHHO3873

Toen ik in 2017 besloot me op trailrunning toe te leggen en de stratenlopen links te laten liggen had ik geen duidelijk omlijnd plan of doel. Ik wilde deze “discipline” rustig ontdekken; zo vaak mogelijk in de natuur lopen, over onverharde paden, het liefst zo ver mogelijk van de drukte en het lawaai. Ik liep dus af en toe eens een trailwedstrijd in de Ardennen, maar nog vaker trok ik er gewoon in mijn eentje op uit om ergens in de natuur een mooie trail te lopen.

Ik begon ook steeds vaker langere afstanden te lopen en zoals ik altijd gedaan heb bouwde ik dat rustig op. Hoewel ik na verloop van tijd ook steeds vaker verder dan de marathonafstand liep, en dus theoretisch gezien een ultraloper werd, vond ik het wat overdreven om mezelf dat predicaat toe te kennen.

In 2023 ontmoette ik Joke tijdens de La Chouffe Trail 70 km en wat er daarna allemaal gebeurde, kan je uitgebreid lezen elders in deze blog, maar het gaf sowieso een boost aan mijn loopambities en meer bepaald met betrekking tot het “ultratrailen”. Toen ik het er met haar eens over had om me in te schrijven voor een 50 mijl wedstrijd was haar reactie: “Waarom ga je niet meteen voor 100 mijl?” Dat was het zetje dat ik nodig had om eens iets gek te doen en zo geschiedde… Ik schreef me in voor de Bello Gallico 100 mijl in december 2023. Helaas sloeg in volle voorbereiding het noodlot toe. Eind november verstuikte ik tijdens een rustig trainingsloopje mijn enkel. Met de moed der wanhoop en tegen beter weten in verscheen ik toch aan de start, maar mijn enkel liet het onderweg meer en meer afweten en na 14 uur en 101 kilometer moest ik noodgedwongen de strijd staken hoewel ik me verder nog prima voelde. Ik stapte uit met een dubbel gevoel; een DNF in deze wedstrijd, maar wel mijn afstandsrecord op 101 kilometer gebracht. Ik kon me al wat beter verzoenen met het label ultraloper.

Mijn herstel van die blessure werd eind februari helaas nog eens doorkruist door een spierscheur in mijn kuit die ik opliep tijdens een trailwedstrijd in Binkom en terwijl ik het loopjaar 2024 al compleet de mist zag ingaan, bleef Joke bij hoog en bij laag beweren dat 2024 een top-loopjaar zou worden voor mij. En ze heeft echt wel gelijk gekregen; achtereenvolgens verzamelde ik in de volgende maanden PR’s op de marathon (in Milaan) en de 20 km van Brussel, zette ik samen met Roos een mooie tijd neer tijdens de 10 miles in Antwerpen, liep ik in juli samen met Joke en Sam de La Chouffe Trail 70 km en in augustus samen met Roos en Joni de Trail des Fantômes 48 km, ging ik tijdens een weekend in de Ardennen 60 km hiken en liep ik 44 kilometer tijdens de 4 uur van de Mollekestrail. Kon ik er meer klaar voor zijn om een nieuwe poging te wagen om die 100 mijl te verslaan? Ik denk het niet…

Het weekend van 13 tot 15 september stond al heel lang in mijn agenda met stip genoteerd: the Great Escape. Ik citeer even de website: “Escape from the Ardennes! 160 km doorheen het mooiste dat de Ardennen te bieden hebben. Trek je stoute schoenen aan, stap uit de dagelijkse sleur, en begin te dromen van wijdse open vlaktes en de mooiste landschappen. Je zal 160 km aan trails ontdekken, aan beide zijden van de Belgisch-Luxemburgse grens, in het hart van de Ardennen. Onderweg tal van kleine ontdekkingen – een historisch kruis, oude muren, kleine beekjes en rivieren – en grootse uitzichten. Feërieke mist, een vluchtige glimp van een hert, de geur van vers gemaaide velden, je zal overdonderd worden met indrukken die je ‘Great Escape’ tot een memorabele ervaring zullen maken.”

Het concept kort samengevat: je start op zaterdagochtend om 4 uur samen met 199 andere lopers in het Luxemburgse Ettelbrück, om na meer dan 160 kilometer in de loop van zondag aan te komen in het Ardense dorpje Maboge. Onderweg overwin je meer dan 6.000 hoogtemeters, zie je twee keer de zon opkomen, passeer je 8 controleposten en beleef je het mooiste van wat de Ardennen te bieden hebben.

Een wedstrijd van die omvang loop je niet zomaar, ook logistiek is dit een ingewikkelde operatie. In 3 van de 8 controleposten (na 40, 80 en 120 kilometer) kan je een “dropbag” laten plaatsen met daarin allerhande spullen; droge kleding en schoenen, verzorgingsmateriaal, voeding en drank enz… Je moet op voorhand goed nadenken wat je waar en wanneer denkt nodig te hebben, rekening houdend met het geschatte tijdstip, de weersvoorspellingen, het terrein en noem maar op.

Slaap is ook een “dingetje” tijdens deze wedstrijd; je weet dat je sowieso de nacht van zaterdag op zondag al lopend zal doorbrengen, maar omdat de start plaatsvindt op zaterdagochtend om 4 uur is de nacht daarvoor ook al gehypothekeerd. Je kan dit op verschillende manieren proberen op te lossen die allemaal gemeen hebben dat er in de praktijk van slapen niet zoveel in huis komt.

Ik heb op vrijdag vakantie genomen om in de loop van de dag nog zoveel mogelijk te slapen. Wel, ik heb veel in mijn bed gelegen maar nauwelijks geslapen. ’s Avonds hebben we dan nog samen thuis gegeten en rond half tien bracht Joke me naar Maboge voor het ophalen van mijn startnummer en de afgifte van mijn dropbags. We kwamen daar aan rond 23 uur, deden het nodige en probeerden daarna nog enkele uren onder een dekentje in de auto een beetje te rusten, wat ook niet echt lukte. Om 2 uur vertrok dan de bus die de lopers naar de start in Ettelbrück zou brengen en ook hier was een poging om de ogen te sluiten tevergeefs. Je komt dus eigenlijk al aan de start met een nacht slaapachterstand.

En dan de start… eigenlijk voel je je al een beetje zielig en ellendig na die slapeloze nacht, gepakt en gezakt met een best wel zwaar trailvest op je schouders. Je lichaam heeft op dat tijdstip eigenlijk helemaal geen zin om het op een lopen te zetten. Het is koud en donker en de stationsbuurt in een Luxemburgs stadje is ook niet meteen een opbeurende plek. Na een korte briefing zet de kudde zich in beweging om de komende pakweg 30 uur in beweging te blijven, een lange kolonne lichtjes die je op de hellingen voor en achter je ziet voortbewegen.

Start

Zaterdag 04u00 – start Ettelbruck – km 0,0

Ik begin aan het avontuur met een klein hartje, geïntimideerd door de eindeloosheid van wat nog komen gaat, meer dan 160 kilometer en waarschijnlijk meer dan 30 uur onderweg. Je verstand kan dit onmogelijk vatten en begint hier heel erg tegen te protesteren. “Ik wil hier eigenlijk helemaal niet zijn”, is een gedachte die meermaals door mijn hoofd flitst.

Toch moet je trachten jezelf tot bedaren te brengen en die gedachten te bannen; je probeert enkel nog in het moment zelf te zijn, je te concentreren op de ene stap na de andere zetten en niet verder te denken dan de volgende controlepost. Je kijkt in het begin ook uit naar de zonsopgang die je hopelijk een beter gevoel zal geven en je probeert aansluiting te vinden bij groepjes lopers die jouw tempo lopen omdat samen toch makkelijker lijkt dan alleen op dit moment.

IMG_3942b

Een eerste mentale opsteker is het moment waarop we vanop een hoogte door de nevel in het dal de lichtjes van Bourscheid-Moulin zien, een prachtig feeëriek zicht dat een bevoorrecht gevoel geeft deze mooie dingen te kunnen beleven tijdens dit uitzonderlijk avontuur.

Kort na een prachtige zonsopgang komt dan eindelijk de eerste controlepost in zicht. We lopen net op een heuvelrug op dat moment, beneden in het dal hangt er mist, wij zien de zon opkomen in een heldere staalblauwe lucht. Het is nog erg koud, ik heb een jasje en handschoenen aan maar ben van plan om die uit te doen in de controlepost.

IMG_3946b

Zaterdag 07u37 – CP8 Bourscheid – km 23,7

Ik eet hier twee sandwiches met choco en vul mijn drank aan. Ik schud ook het vuil en de steentjes uit mijn schoenen, iets wat ik later nog vaak zal herhalen om blaren zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer ik opnieuw vertrek en we vanop de hoogte waar de controlepost zich bevindt naar beneden lopen stel ik vast dat het toch nog te koud is om mijn jasje uit te doen. Ik trek zelfs opnieuw mijn handschoenen aan.

IMG_3947b

Het uitzicht is wondermooi en wanneer we afdalen in de vallei lopen we via een prachtige route langs een ravijn in de buurt van Dirbach. We passeren de “Doigt de Dieu”, een indrukwekkende rotsformatie die hoog boven de vallei uittorent. Enkele kilometers verder wordt het dan toch echt te warm en trek ik alsnog mijn jasje uit. De warme zon op onze rug tijdens de beklimmingen vormt een groot contrast met de koude nacht tijdens de eerste uren na de start.

Op naar Hoscheid dan, waar we over een “graat” uit de vallei zullen klimmen. Ik zag deze al op heel wat foto’s en het is een hoogtepunt waar ik al geruime tijd naar uitkijk. En de realiteit stelt ook echt niet teleur. Samen met enkele andere lopers pauzeren we hier even om de omgeving in ons op te nemen en enkele foto’s te maken. Van hieruit is het nog slechts enkele kilometers tot het volgende controlepunt, het eerste met een dropbag.

IMG_3955b

Zaterdag 9u57 – CP7 Hoscheid – km 37,6

Op deze controlepost drink ik wat soep en cola, controleer ik mijn materiaal en vul aan wat nodig is. Ik wissel ook mijn kousen en doe een “grote boodschap” na wat aanschuiven. Het vergt best wel wat concentratie, zo’n uitgebreide bevoorrading; foute keuzes of beslissingen hier kunnen in een later stadium van de wedstrijd leiden tot opgave zoals later nog zou blijken. Goed nadenken en zorgvuldig en methodisch te werk gaan is dus de boodschap, maar tegelijk wil je ook niet té veel tijd verliezen.

Ik vertrek hier opnieuw met een klein hartje, we hebben tenslotte nog altijd meer dan 120 kilometer voor de boeg. Gelukkig kan ik aansluiten bij een groepje luidruchtige Nederlanders. Onder andere omstandigheden zou ik dit misschien niet zo leuk vinden maar nu vormt het een welgekomen afleiding en schuiven de kilometers haast ongemerkt voorbij.

Zaterdag 13u54 – CP6 Kautenbach Chateau – km 57,5

Enkele kilometers voor de volgende controlepost loop ik wat weg van het groepje en ik kom net voor hen aan bij een middeleeuws kasteel. Ook hier tank ik weer routineus bij. Ik eet (een sandwich met choco) en drink (cola) wat en maak mijn schoenen leeg. Ik heb een goed gevoel en voel me sterk. Nog “slechts” een dikke 20 kilometer tot het halfweg punt waar ook een warme maaltijd wacht. Dat geeft een burger moed; vanaf de helft kan je beginnen aftellen en “gaat het alleen nog bergaf”. Ik ga dus goedgezind opnieuw op pad.

Zaterdag 17u27 – CP5 Clervaux – km 78,8

De warme maaltijd die de organisatie voorzien heeft in deze controlepost moet je wel eerst verdienen; we wijken hier enkele steile en technische kilometers af van de route en hoewel deze kilometers uiteraard ook meetellen valt het psychologisch toch zwaar om dit heen-en-weertje te moeten doen.

Ook hier maak ik weer een stand van zaken op van mijn materiële en fysieke toestand; ik laad mijn horloge op aan mijn powerbank, controleer mijn materiaal voor de nacht die eraan komt, wissel mijn shirt, vul mijn eten en drank aan… Bij het wisselen van mijn kousen stel ik vast dat ik ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch blaren begin te krijgen. Gelukkig heb ik Compeed pleisters mee en een van de vele fantastische vrijwilligers die deze wedstrijd rijk is, knipt ze tot het gewenst formaat en brengt ze aan.

Vervolgens eet ik een groot bord pasta met lekkere veggie saus en veel kaas. Een ultra trail wedstrijd is ook een eetwedstrijd zegt men wel eens en dat is niet gelogen; je verbruikt gigantisch veel energie en je moet die voorraden eigenlijk permanent aanvullen, het liefst zoveel mogelijk met “echt” eten, aangevuld met wat snelle energiebronnen zoals gelletjes (al dan niet met cafeïne). Niet meer kunnen eten, bijvoorbeeld omdat je misselijk wordt, is een van de grootste oorzaken van problemen tijdens dit soort wedstrijden. Niet eten = geen energie = game over. Gelukkig beschik ik over een zeer welwillend maagdarmstelsel dat prima blijft functioneren en kan ik de ganse wedstrijd met goesting en smaak blijven eten.

Ik heb hier in mijn dropbag ook een lange broek maar ik besluit die niet mee te nemen omdat het droog zal blijven en ik niet verwacht dat het té koud zal worden. Dat zou later een tactische fout blijken te zijn die ik gelukkig niet duur zal betalen.

Na een grote boodschap ga ik opnieuw op pad richting Asselborn waar Joke en Roos me een eerste keer zullen opwachten. Ze hebben de wagen van Roos ingericht als kampeerplek en zullen mij in de volgende controleposten telkens opwachten om te supporteren en me de nodige moed in te spreken (meer mogen ze ook niet doen volgens het wedstrijdreglement).

De nacht valt nu heel snel en het koelt al behoorlijk af maar omdat ik een stevig tempo kan aanhouden blijf ik zelf lekker warm. Ik voel me ook heel erg goed en kijk ernaar uit Roos en Joke te zien binnen enkele uren.

Zaterdag 22u00 – CP4 Asselborn – km 98,4

Wanneer ik aankom in de controlepost spot ik Roos en Joke meteen. Ook hier weer maak ik mijn schoenen leeg en neem ik een wrap met kaas (die Roos maar niks vond, maar ik vind hem heerlijk). Ik eet de helft op en neem de rest mee voor later. Ik spendeer hier niet zoveel tijd en wil graag snel opnieuw op pad voor wat het zwaarste deel van de wedstrijd zou blijken te zijn.

8cf13271-c68f-478c-b750-8530d4552cd0

Op weg naar Vissoule nu. Ik keek eigenlijk uit naar deze etappe omdat die voor een groot stuk over voor mij heel bekend terrein loopt door de vele vakanties in deze regio. In de praktijk viel het helaas best tegen omdat het heel erg zwaar was. Het wordt nu heel erg koud en mistig en de temperatuur daalt richting vriespunt. Tijdens deze etappe steken we de Belgisch-Luxemburgse grens over die zich boven de 500 meter bevindt in open en dus onbeschut terrein. Hier en daar is het ook erg modderig wat een vlotte doortocht niet echt makkelijk maakt.

Onderweg vervang ik de batterij van mijn hoofdlamp en beluister ik een podcast van De Jogclub om de tijd te doden.

Zondag 1u40 – CP3 Vissoule – km 118,0

Verkleumd kom ik aan in een troosteloos en ijskoud Vissoule. Joke en Roos mogen gelukkig mee binnen in de controlepost waar we een soort slagveld aantreffen van lopers, zittend en liggend, gewikkeld in dekentjes. Achteraf zou blijken dat de koude, en dan vooral het hier niet op voorbereid zijn, tot het gros van de opgaves geleid heeft. Ik eet een hotdog en drink een tas koffie, en met een dekentje om me heengeslagen evalueren we de situatie. Ik heb spijt dat ik die lange broek niet meegenomen heb in Clervaux maar maak het beste van wat ik wel mee heb, waaronder mijn regenjas en wat extra buffs.

Na een grote boodschap en wat “anti-chafing creme” op enkele strategische plekken verman ik me en ga opnieuw op pad, de koude nacht in.

cce95ce4-e6d8-4d23-bb33-c54fcb14b0bd

De uren die volgen lijken eindeloos te duren. Het stuk van Houffalize naar Bonnerue is best ellendig, het zijn de moeilijkste uren van de nacht en ik heb het gevoel dat alles bergop gaat. Door het slaaptekort in combinatie met het schijnsel van mijn hoofdlamp maak ik ook voor de allereerste keer in mijn leven kennis met hallucinaties. Iets waar je ervaren ultralopers wel eens over hoort vertellen en nu maak ik dit dus zelf mee, zij het in milde vorm. Af en toe zie ik in het bos dus grote gebouwen en dieren die er uiteindelijk niet blijken te zijn. Vreemd en ook best wel grappig.

Zondag 5u35 – CP2 Bonnerue – km 133,3

Ik arriveer in Bonnerue op wat waarschijnlijk het koudste moment van de nacht is, net voor de ochtend. Joke en Roos mogen hier helaas niet binnen omdat het er al erg vol zit. Hier ligt opnieuw een dropbag, dus ik doorloop voor de derde keer de intussen vertrouwde routine. Ik eet ook twee lekkere croques maar durf mijn kousen niet meer te vervangen omdat ik bang ben dat ik de pleisters op mijn blaren los zal trekken. De pijn valt nog erg goed mee en dat zou ik zo lang mogelijk zo willen houden.

Grote boodschap, zalf aan de poep en weer op pad. Stevig het tempo erin om het warm te krijgen, al is dat na meer dan 130 kilometer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Gelukkig is er het vooruitzicht op de tweede zonsopgang.

IMG_5051b

Ik  kom nu aan in de vallei van “les deux Ourthes” in de buurt van Nisramont en wie deze regio kent weet dat je hier vooral heel erg moeilijk bewandelbare paden vindt door de ontelbare rotsblokken en boomwortels. Intussen kan ik door de bomen en de mistslierten heen de opgaande zon zien schitteren in het water van de Ourthe, al heb ik door de fysieke en mentale vermoeidheid al mijn concentratie nodig om hier niet te struikelen zodat de magie van dit moment helaas een beetje aan me voorbijgaat.

Het draaien en kronkelen van het pad langs de meanderende Ourthe desoriënteert je zodanig dat je op den duur geen idee meer hebt in welke richting de volgende controlepost ligt. Gelukkig loopt het parcours hier geregeld samen met dat van de Trail des Fantômes die ik in augustus liep zodat ik hier en daar toch wat herkenningspunten vind.

BXTL2942

Zondag 9u10 – CP1 Le Hérou – km 148,9

Ook hier staan Joke en Roos weer paraat; ik zie ze nu voor de eerste keer bij daglicht. Ik neem hier een korte pauze, trek mijn regenjas uit, eet en drink een beetje en neem een chocolade wafel mee voor onderweg. Even rusten en dan op weg voor de laatste etappe. Minder dan 20 kilometer nog, maar zoals vaak zit het venijn in de staart.

4a35dd1c-89c2-4a98-9acb-7bd640ba2662

Het is een traditie bij de Legends trails dat het “beste” tot het laatste bewaard wordt. Een heel moeilijk en technisch stuk, de hele tijd steil klimmen en dalen, wortels, rotsblokken… Van de oever van de Ourthe naar Le Cheslé op handen en voeten klimmen op een bijna verticale helling. Voor ik aan die klim begin trek ik eerst nog even mijn warme kleding uit aangezien het intussen toch weer best warm begint te worden.

Boven aangekomen hang ik dan mijn karretje aan een groepje lopers uit de Kempen (denk ik) wat ook weer wat afleiding biedt. Ik heb nu een heel dubbel gevoel; enerzijds heb ik het erg zwaar, mijn benen en voeten doen pijn, dalen wordt steeds moeilijker, maar anderzijds weet je gewoon dat je gaat finishen, al is het moeilijk om dat nu al te laten doordringen.

In de allerlaatste 4 kilometer krijgen we dan nog een helling van 2 kilometer voorgeschoteld waarin we 120 meter moeten stijgen, gevolgd door een even lange afdaling terwijl je benen en voeten het nu echt wel gehad hebben. Het uitzicht onderweg op Maboge maakt gelukkig een en ander goed.

IMG_3961

Zondag 12u50 – Finish Maboge – km 164,6

Eindelijk is het zover. Ik kom aan onder luid gejuich van Joke en Roos over een niet echt duidelijk aangegeven finishlijn om dan de zo begeerde medaille in ontvangst te mogen nemen samen met een blikje Kerel bier dat er meteen aan moet geloven. Heerlijk is dat!

Ik ben superblij en ook erg opgelucht dat ik het gehaald heb, dat alles goed verlopen is en dat ik bovendien ook wat heb kunnen genieten van dit prachtig avontuur, want dat was het echt wel. Eindelijk durf ik nu ook zonder schroom te zeggen dat ik een ultraloper ben, en omdat ik voor mezelf graag wil bewijzen dat dit geen toevalstreffer was, staat – opnieuw met stip – in mijn agenda in het weekend  van 13 tot 15 december genoteerd: de Bello Gallico 100 mijl, waar ik toevallig nog wat “unfinished business” mee te regelen heb.

Last but not least zou ik graag Joke en Roos heel erg willen bedanken. Meer nog dan een fysieke uitdaging is een ultra een mentale beproeving. Hoe hard je het wil speelt een grotere rol dan je lichamelijke grenzen. Als je na eindeloze uren doorheen de koude en donkere Ardense bossen en velden bij een controlepost dan eindelijk twee lieve bekende gezichten ziet die je verzekeren dat je goed bezig bent en dit zeker aankan, dan geeft dat een enorme boost om door te blijven gaan. Dit fantastische zussenteam heeft heel wat koude nachtelijke uren doorstaan, geduldig wachtend tot ik eindelijk opdook bij een controlepost en tussendoor pogend wat te slapen in de koffer van een ijskoude auto. Dankjewel, lieve schatten!

Einde 1

Einde 2

Einde 3

Loperspraat – Een heroïsch toertje trailen in La Roche

We zijn nog niet klaar met de trail-exploten voor deze zomer. Op een haperende livestream zag ik zaterdag 10 augustus aan Café Den Erpel in Maboge hoe Bashir Abdi naar Olympisch zilver snelde. Zwaar onder de indruk waren we. Nog dieper onder de indruk waren we van Roos, Hans en Joni die op dat moment aan hun Trail des Fantômes bezig waren. 48 kilometer lopen met 2050 hoogtemeters in de omgeving van La Roche: dat is trailen voor gevorderden. Ons trailteam finishte heel sterk in 6 uur en 57 minuten. Een prestatie om je hoed voor af te nemen. Onze zweterige pet ging eveneens af op zondag voor Marike en Niko die hun tanden zetten in het parcours van de 23 kilometer en die missie met glans volbrachten.

Zelf maakte ik deel uit van het supportersteam dat elke bevoorradingspost present stond om onze traillopers van de nodige aanmoedigingen te voorzien. Een dag lang supporteren vraagt ook wel wat doorzetting. Mijn 2-jarige neefje Emil zorgde zo nu en dan voor een verrassing in zijn pamper. Aan mijn metekindje Leah, een kranige meid van bijna 5, probeerde ik uit te leggen dat wachten wel saai is, maar dat het daarom juist leuk kan zijn. Zowel Marike als mama vielen bovendien ten prooi aan Siska de wesp. Gelukkig was Niko er om logistiek het hoofd koel te houden. Roos, Hans en Joni behoeven weinig introductie. Tijd om hen het woord te geven en hun ervaringen te delen.

12527_20240810_090615_391382687_socialmedia

Roos’ Trail des Fantômes in drie woorden: klimmen – dalen – lopen 

Wat vond je het leukste aan deze trail? Zonder twijfel het parcours, je loopt echt zo goed als continu in het bos. De omgeving is prachtig. Alle soorten hellingen en afdalingen komen aan bod. Ook de bosomgeving varieert, soms diep in het bos, dan weer langs een klein stroompje, dan weer over bergflank of tussen metershoge beplanting. Het verveelt nooit. 

Wat was het lastigste? Wat deze trail prachtig maakt, maakt hem ook loodzwaar. Het is continu geconcentreerd lopen. Ik kende één heel lastig momentje, op 5 km voor het einde was er een stuk asfalt. Je zou denken dat je dan blij bent dat je weer even kan doorlopen of eindelijk eens niet moet klimmen of dalen, maar juist dat lukte me niet meer. Ik zag het toen even niet meer zitten. Gelukkig was ik in gezelschap, zij stelden me gerust en dan gaat dat moment ook zo weer voorbij. Eens terug in het bos kwam ik er weer door.  

12527_20240810_142355_391387374_socialmedia

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? Je doet zoveel indrukken op tijdens een trail, dat is elke keer weer een intense ervaring. Er schieten me nog dagelijks enkele nieuwe herinneringen te binnen. Wat veel indruk heeft gemaakt, zijn de afdalingen met behulp van een touw, omdat ze zo steil zijn. 

Een complimentje voor je mede-lopers? Dat ze de beste zijn! Hans noemt zichzelf een tractor, maar ik vind hem eerder een Ardens trekpaard. De definitie (even opgezocht): Het Ardens trekpaard is een gespierd paard op korte benen. De Ardenner is onvermoeibaar en energiek als het op werken aankomt, en is tevens verrassend wendbaar. Dit combineert hij met een kalm, gewillig en vriendelijk karakter. Ongelofelijk hoe hij hellingen kan trotseren en met die stokken gewoon omhoog huppelt. We maakten het mopje, de eerste helft van de trail is de opwarming voor de tweede helft. Ik denk dat Hans bij de finish was opgewarmd en nog 48 km verder had gekund. Met Joni vorm ik een vaste trailtandem die dit jaar al meerdere keren in actie kwam. Ik heb aan zijn zijde, of vooral achter hem, al meerdere keren zwaar afgezien en dat was nu uiteraard niet anders. Daar weet hij perfect mee om te gaan en dat is wel een kunst. Een extra compliment moet ik hem geven om zijn moppen met thema “traillopen”.

12527_20240810_090919_391361506_socialmedia

Hans’ Trail des Fantômes in drie woorden: brutaal – wondermooi – zomer

Wat vond je het leukste aan deze trail? Het was de vierde keer dat ik de Fantômes liep. In 2018, 2019 en 2020 nam ik al deel aan respectievelijk de 27, 33 en 41 kilometer, en hoewel ik het een van de zwaarste trails vind is het tegelijk ook veruit de mooiste. Je hebt een mooie mix van bos, open veld, lopen langs en door de Ourthe en bovenal prachtige vergezichten. Dat ik dit nu kon beleven in het gezelschap van Roos en Joni én bovendien met een schare enthousiaste supporters (waaronder mijn lieve schat) langs het parcours was niet alleen de kers op de taart, maar gewoonweg een volledige extra taart op zich.

Wat was het lastigste? De Fantômes heeft weinig of geen beloopbare hellingen. Als het omhoog of omlaag gaat is het doorgaans gruwelijk steil, vaak glijden, handen – en voetenwerk en af en toe is er een touw gespannen om min of meer veilig boven of beneden te geraken. Als het dan al eens vlak is, dan is dat meestal langs de oevers van de Ourthe, waar je dan weer geconfronteerd wordt met wortels, rotsen en laaghangende takken. Dat alles sloopt op den duur je benen.

IMG_4830b

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? Het was mijn allereerste trail-weekend in de Odeyn familiekring en dat was best wel een bijzondere ervaring. Op zaterdag zelf lopen en bij elke bevoorrading luidkeels aangemoedigd worden door je supporters en op zondag zelf supporteren voor de andere lopers. Wat ook heel erg duidelijk is (en dat had ik vorig jaar al mogen ervaren toen ik nog geen deel uitmaakte van Team Odeyn); je supportert niet alleen voor je “eigen” lopers, neen, iedereen die passeert krijgt evenveel luide en enthousiaste aanmoedigingen. Heerlijk!

Een complimentje voor je mede-lopers? Ik besefte op voorhand erg goed wat ons te wachten stond, maar ik denk dat de techniciteit van het parcours voor Roos en Joni een beetje een verrassing was, en bovendien zijn trails ook niet iets wat ze heel vaak lopen. Ik wist dus dat het best zwaar zou worden voor hen, maar ze hebben het echt fantastisch goed gedaan. Ik stond (liep) op een bepaald moment echt met verbazing te kijken welk strak tempo Roos nog kon aanhouden na de laatste bevoorrading, met Joni en ikzelf als wagonnetjes achter locomotief Roos. Ook Marike en Niko hebben me in positieve zin verrast tijdens hun trail op zondag onder nog warmere omstandigheden dan die van zaterdag. Ook een schitterende prestatie van allebei!

12527_20240810_154349_391391151_socialmedia

Joni’s Trail des Fantômes in drie woorden: kuitenbijter – panoramisch – framily

Wat vond je het leukste aan deze trail? Door het gevarieerde en uitdagende landschap was je geen moment met je horloge bezig en vlogen de kilometers voorbij. Dankzij het gezelschap en de supporters onderweg was deze editie nog zoveel leuker dan die van vorig jaar. Bonuspunten voor Roos haar ‘Trajl’ moppen.

Wat was het lastigste? Geen tijd om in te lopen, want we kregen onmiddellijk lastige single tracks voorgeschoteld. Het uitdagende parcours zorgde ervoor dat er niet veel (adem)ruimte was om gezellig bij te babbelen. Daarbij was het als sociale media verantwoordelijke geen sinecure om mijn gsm al lopend en zwetend te ontgrendelen en filmpjes te maken. Respect voor de vloggers! 

12527_20240810_102020_391363723_socialmedia

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? De dag na de trail gingen we supporteren voor Niko en Marike en stapten we de uitloper vanaf de tweede bevoorrading tot de top van de steilste helling. ‘Hebben we dit echt opgelopen!?’ vroegen Roos en ik ons luidop af. Leah was ondertussen met bloemen in de hand haar enthousiaste zelve.

Een complimentje voor je mede-lopers? Ondanks het feit dat we overal wel een Hans zagen passeren, kan ik je verzekeren dat er geen straffere Hans bestaat dan de onze. Wat een rust, flair en bovenal krachtige benen heeft deze man! Welke superlatieven vallen er nog te bedenken om te beschrijven hoe (mentaal) sterk Roos is!? Vijf kilometer voor het einde niet meer kunnen om dan een kilometer verderop aan de kop te lopen om het tempo te bepalen. Ik verdenk haar meerdere levens te hebben! Bovendien heeft ze altijd nog de luciditeit voor een mopje of een rake opmerking. 

12527_20240810_155757_391374875_socialmedia

IMG_4864b

Loperspraat – 10 voorbeschouwende weetjes op de La Chouffe trail

Niks zo leuk als voorpret. Met de La Chouffe trail op het weekendprogramma is het dan ook tijd voor het betere voorbeschouwende werk. Het wordt mijn vijfde deelname in Houffalize en de derde keer dat ik kies voor de langste afstand. Naar mijn gevoel was ik vorig jaar net wat frisser en fitter. Het zij zo, dit jaar loopt het nu eenmaal allemaal wat stroever. Ik zal het moeten doen met de vorm die er is. Juni was nog steeds goed voor 362 loopkilometers. Met een maandrecord op zak en veel zin voor avontuur kijk ik het dus tegemoet. Ik serveer jullie 10 La Chouffe trail weetjes voor de aanstormende editie.

  • Het parcours wijzigt elk jaar wel wat. We zullen dit jaar dan ook de volle 70 kilometer lopen en geen 69, wat me de kans geeft om mijn afstandsrecord weer een tikje scherper te stellen en boven de 7 te gaan piepen. De hoogtemeters situeren zich rond de 1800. Stevig, maar na een toertje trailen in Stavelot liepen Hans en ik ook nog een Extratrail van 26 kilometer in Theux. Ik heb het Ardennen-gevoel dus in de benen zitten.
  • Met Hans aan mijn zijde was ik er nooit eerder zo gerust in om niet verkeerd te lopen. Hij kent de streek als zijn broekzak en bestudeerde het parcours uitgebreid. Conclusie: we lopen de route van vorig jaar in de andere richting. De eerste 10 kilometer zijn wat anders, vandaar het extra kilometertje.
  • Over mijn wegkapitein gesproken: Hans en ik zagen en spraken elkaar voor het eerst vorig jaar aan de start. Zoals hij berekend had, finishte hij in de sandwich tussen Roos en mij. Onderweg liep hij ook enkele stukken samen met Roos en werd er wat gebabbeld. Beide nietsvermoedend dat ze schoonbroer en -zus van elkaar zouden worden.
  • Sport Events en Live Nation stemmen de agenda’s duidelijk niet op elkaar af. Om die reden is Roos helaas niet van de partij. Haar voorbereiding voor de Chouffe trail bevat normaal gezien een vierdaagse Rock Werchter. Nu moest ze kiezen en won de muziek het van de sport. Begin augustus zal ze wel de 48 kilometer van de Trail des Fantômes lopen. Zelf zal ik daarbij zijn als supporter van dienst samen met een delegatie familieleden.
  • Aan goed gezelschap zal er in Houffalize echter geen gebrek zijn. Sam maakt zijn debuut op de langste afstand en zal Hans en mij vergezellen. Maatje Marise heeft de smaak van de afstand duidelijk te pakken en debuteert op de 18 kilometer. Stijn – die de broer van Pieter zou kunnen zijn, maar het voor alle duidelijkheid niet is – zet zijn tanden in zijn eerste 70 kilometer. Ik zei het al: héél schoon en straf gezelschap!
  • Ouwe getrouwe Pieter leerde ik 2 jaar gelden kennen tijdens de La Chouffe trail. Hij gaat nu van start als compagnon de route van Stijn (die dus niet zijn broer is). Aangezien hij een week eerder in Luxemburg een 70.3 triatlon uit zijn benen schudde (goed voor 4u37 sportplezier), stelt hij zich low profile op. Aan talent en ervaring ontbreekt het in ieder geval niet in deze nu al legendarische looptandem.
  • In vergelijking met de zwoele temperatuur van vorig jaar, mogen we ons dit jaar gelukkig prijzen met een graad of 20, mogelijk met een buitje hier of daar. Modder of niet, we liepen de afgelopen maanden vaak in erbarmelijke omstandigheden, dus ook op dat vlak kunnen we wel wat hebben. Een acceptabele temperatuur is goed nieuws voor elke loper met een wat minder sterk maag-darmstelsel. Het scheelt zweet en witte randen van het zout op je kleding nadien.
  • Mijn carrièreswitch betekent ook het einde van het Nike-tijdperk in mijn leven. Je zal me nog wel in hun kleding zien, maar voor mijn voeten kies ik resoluut voor Hoka. Ik zal zelf lopen op de Speedgoat 5 die ik al aan een eerste trailtest onderwierp in Theux en later ook in Tervuren. Wat een genot! Demping, grip en steun à volonté. Hans kiest voor de Mafate Speed 4 van Hoka.
  • Vorig jaar was ik ruim 8 uur onderweg. Ik vulde mijn brandstofvoorraad zuinigjes aan. Clif bloks vormen de hoofdmoot van mijn menu. Voor peperkoek en Tuc koekjes op de bevoorrading ben ik ook altijd in. In mijn vest zitten twee soft flasks met drank en net zo goed binnen handbereik insecten- en ontsmettingsspray. Mijn brokkenparcours van twee jaar geleden leerde me dat het geen overbodige luxe is om een wonde meteen te kunnen ontsmetten, mocht dat nodig zijn. En verder herken je mij in eerste instantie aan mijn pet.
  • Voor de ontspanning rekenen we op hét eetadres van Houffalize: Chez l’Italien – on revient chaque année – of hoe een naam geniaal in al z’n eenvoud kan zijn. Sam en Marise gaan zondag kajakken. Moedig! Hans en ik passen en zullen vooral de lopers aanmoedigen van de wedstrijden op zondag. Onder hen Geert, de man achter Absolute Run in Leuven en een gedreven trailrunner die de 36 kilometer voor zijn rekening neemt.

Houffa, here we come!

Loperspraat – Hoogtemeters maken met Sam

Ik verklaar de zomer bij deze officieel voor geopend. En hoe kan je de zomer beter vieren en inzetten dan met een stevig stuk te lopen? De verwachting van juli dat betekent namelijk La Chouffe tijd. Niet alleen Hans en ik zullen weer present tekenen voor de langste afstand van 70 km, ook enkele loopmaatjes willen hun tanden zetten in de beklimmingen van Houffalize. Zo ook Sam, zoveel meer dan een personage hier op mijn blog. Zijn knaltijd van 1u11 op de 20 kilometer van Brussel bewijst dat hij in topvorm verkeert. Vorig jaar liep hij de 49 kilometer in Houffalize. Bij een temperatuur van 30 graden kostte hem dat veel zweet en een venijnige strijd om de laatste 8 kilometer door te spartelen. Een week geleden liep Sam de Trail Godefroy in Bouillon als voorbereiding op de La Chouffe. Lees zelf hoe dat hem beviel.

Ik schreef me in januari in voor deze trail, ik wist toen nog niet dat Bouillon zo’n 2 uur rijden is vanuit Brussel. De afgelopen maanden heb ik goed getraind. Af en toe had ik wel last van mijn achillespees. Nooit in die mate dat ik er niet mee kon lopen, maar ik voel altijd wel iets. Tijdens de 20 van Brussel heb ik lang samen gelopen met een kinesist, ik moet daar dringend eens langsgaan om te vermijden dat het verergert. Hoe dan ook had ik wel veel zin in deze trail. Het zou een goeie training zijn, want 1100 hoogtemeters op 34 kilometer is toch best stevig. De afstand is de helft van de La Chouffe trail, dus wel zwaar, maar ook niet zo zwaar dat ik er weken van zou moeten bekomen.

WTOU6993

Ik ben rustig begonnen. De eerste 20 kilometer gingen dan ook supervlot. Ik heb me heel de tijd ingehouden. En dan – ja typisch – dacht ik van: ik ben hier nu toch, laat ons maar een beetje doorlopen. Ik begon bergop te lopen op steile stukken waar dat kon, waardoor ik me heb opgeblazen. Na 30 kilometer was het vat op. Mijn bovenbenen begonnen te verkrampen. Dit was een wijze les voor de La Chouffe. Dus – bij deze: bergop gewoon wandelen, there is no shame in it, want als je per se wil lopen, zal je dat bekopen. Als je verkrampt is het echt niet meer te doen. Op het einde had ik een serieuze kramp in mijn kuit zitten. Ik voel die kramp op dit moment nog altijd wat. Uiteindelijk ben ik gefinisht na 3 uur en 16 minuten.

Het was een heel mooie trail met perfect weer. We begonnen met 10 graden, waarna het zonnetje erdoor brak met 12 graden. Eigenlijk heel aangenaam, veel beter dan de 30 graden van de La Chouffe trail vorig jaar. Ik kijk er met vertrouwen naartoe. Onlangs heb ik nog eens een conditietest gedaan. Mijn hartslag is verlaagd en ik begin later lactaat aan te maken. Ik heb dus een heel goede basis voor de trail. Ik heb ook getraind op mijn voeding en testte nieuwe gels uit van SIS die me heel goed zijn bevallen. Sowieso ben ik beter getraind dan vorig jaar. Ik liep in mei ongeveer 250 kilometer en deze maand zal ik daar ook wel uitkomen. Sinds maart deed ik 5 intervaltrainingen, dus ik heb niet heel veel tempotrainingen gelopen. Na de trail zal ik weer specifieker beginnen trainen voor de marathon.

Mijn maatje Marise loopt de 18 kilometer in Houffalize. Ik kijk er heel erg naar uit om in goed gezelschap nog eens een unieke dag te beleven!

Loperspraat – 10 jaar 20 km door Brussel

Op 25 mei 2014 liepen Roos en ik voor het eerst in ons leven 20 kilometer. De rest is geschiedenis. Ik heb het al heel vaak gehad over die dag en wat die voor ons betekend heeft: we vonden onszelf als loper. 10 jaar later zijn de twintigers van weleer dertigers. We professionaliseerden onze kleding en uitrusting. We leerden nog meer te genieten van het lopen. Maar vooral: we verzamelden tassen vol aan memorabele loopherinneringen. De 20 kilometer door Brussel zal om die reden altijd een iconische wedstrijd blijven. Vandaag sta ik in het Jubelpark aan de start voor mijn 9e 20 kilometer. Voor Hans is het dan weer 10 jaar geleden dat hij de 20 liep en voor Sam is het zijn 10e deelname. Ik geef hen graag alle drie het woord om te vertellen op welke manier deze iconische wedstrijd een ankerpunt vormt in hun loopcarrière.

9691_20230528_075349_284340021_socialmedia

Roos – 140 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan? 
Het was de eerste wedstrijd, het eerste grote doel en ook het beste gevoel dat ik ooit gehad heb nadien. Ik voelde me een week lang onoverwinnelijk. Ik herinner me vooral hoe wij echt niet wisten wat ons overkwam, dat jij (Joke) een wit Spa hoedje aannam en opzette, dat we op het einde waar je eigenlijk pietedood moet zijn, nog konden versnellen. En ook dat ik te kleine loopschoenen aanhad en dat we onze wedstrijd timeden met een CASIO. 

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname?
Ik werd geboren als loper 🙂 

Wat is je PR?
Geen idee. Ik denk mijn verjaardagseditie in 1u32.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
De lange bergaf na Terkamerenbos. Daar staat mama ook altijd om te supporteren. De finish is hoe dan ook legendarisch, voor die boog, die wapperende vlag en dan de medaille met tricolore lintje. 

Wat is je mooiste herinnering aan de start in het Jubelpark?
De allereerste met Simply The Best van Tina Turner! Mijn verjaardag vieren in de startbox is ook een mooie herinnering. 

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan een ander groot loopevenement?
Ik heb een haat-liefde verhouding met de 20 km van Brussel. Het is ergens mijn lievelingsevenement omwille van de sfeer, de trots van onze hoofdstad en de afstand, maar eigenlijk is het ook een merde: te weinig toiletten, drukte en chaos bij de start, geen tassenbewaking. Het is ook een wedstrijd die iedereen al wel eens liep, iedereen heeft er wel een goed verhaal over te vertellen. Julien (haar peter) heeft die vroeger ook zo vaak gelopen. Ik heb zijn medailles en daardoor voelt het alsof ik een traditie verder zet. 

Wat verwacht je van de komende editie?
Op het moment dat je kon inschrijven had ik juist zoveel wedstrijden gelopen dat ik het gevoel had even te moeten bekomen. Nu het kortbij komt en het een 10-jarige editie is voor ons, voel ik wel spijt. Al is mijn rechterheup blij met de keuze om niet deel te nemen. Ik plan een fietstocht richting Brussel om te gaan supporteren. 

09b9ffa0-044d-4e22-93e9-5e9abd285c15

Hans – 60 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan?
Ik liep mijn eerste in 2007, het was ook meteen mijn allereerste loopwedstrijd ooit. Het is al even geleden, dus ik herinner me er eerlijk gezegd niet meer zoveel van. Wat ik wel nog weet is dat ik binnen de twee uur wilde finishen en dat dat ook gelukt is. En het was ook warm meen ik me te herinneren. De blog die ik toen bijhield op skynetblogs bestaat intussen niet meer, maar dankzij het geheugen van het internet heb ik toch nog een post kunnen terugvinden. Enkele interessante feiten:

  • De grote drukte vond ik toen al het grote minpunt bij dit soort wedstrijden 😊. Onderweg heb ik vrij veel hinder ondervonden van “tragere” lopers en stappers, niet alleen in het begin, maar ook vooral tijdens de laatste kilometers bij de “beklimming” van de Tervurenlaan.
  • Ik ging voor een tijd onder de 1u55. Dat werd uiteindelijk 1:51:47, maar door de drukte moest ik twee minuten aanschuiven om over de finish te geraken, waardoor mijn officiële tijd 1:53:56 werd. Dus nog steeds onder de beoogde 1u55. Gelukkig!
  • In het Terkamerenbos heb ik zoveel mogelijk langs de kant gelopen op het onverharde deel. Er zat toen blijkbaar al een trailrunner in mij, al wist ik dat toen zelf nog niet.
  • En last but not least, ik blijk me zelfs geamuseerd te hebben tijdens die wedstrijd 😉

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname?                             
Niet eigenlijk, of toch niet meteen. Mijn eerstvolgende wedstrijd liep ik namelijk pas 3 jaar later. Opnieuw de 20 kilometer van Brussel, in 2010. Daarna ben ik “meer” wedstrijden beginnen lopen, ongeveer één per jaar. Vanaf 2013 ben ik dan mijn aantal loopkilometers gevoelig beginnen opdrijven, met een PR op de 20 in 2014 en de marathon van Eindhoven in 2015. Dan kwam eigenlijk pas de echte grote verandering toen ik besloot om geen stratenlopen meer te doen, maar enkel nog trails (hoewel ik die eed intussen weer gebroken heb, maar daarover kan je lezen in een andere post). Sinds die beslissing heeft het lopen ook een veel prominentere plaats in mijn leven ingenomen.

Wat is je PR?
Mijn PR liep ik tijdens mijn derde deelname in 2014. Het doel was om te finishen binnen de 1u40, wat met een tijd van 1:36:18 ruimschoots gelukt is.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
Tja, Terkamerenbos zeker, want daar kan je met een beetje moeite onverhard lopen

Wat is je mooiste herinnering aan de start in het Jubelpark?
De drukte in zo’n startvak en de luide muziek zullen nooit echt helemaal mijn ding zijn, dus echte herinneringen kan ik me dan ook niet meteen voor de geest halen.

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan andere grote loopevenementen?
Kan ik eigenlijk niet echt vergelijken. Ik liep in die jaren enkel de 20 kilometer van Brussel en Dwars door Mechelen (10 kilometer), wat niet echt een groot loopevenement is. Ik heb dus enkel de marathons van Eindhoven en Milaan als referentie.

Wat verwacht je van de komende editie?
Ik deel mijn ambities liefst niet in ruime kring, kwestie van geen onnodige druk te leggen 😃

9691_20230528_100115_284357374_socialmedia

Sam – 180 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan? 
De 20 km is voor mij de moeder aller loopwedstrijden omdat het de eerste loopwedstrijd is waar ik aan deelnam. Ik was toen 12 jaar. De eerste 8 kilometer heb ik samen met mijn mama gelopen, vanaf het Terkamerenbos mocht ik alleen verder. Heel speciaal! Ik was ook nog letterlijk een kleine jongen en kreeg daarom heel veel aanmoedigingen, dat zal ik nooit vergeten. Het jaar erna verwachtte ik dat er evenveel op mij geroepen zou worden, maar omdat ik een pak groter was, viel ik minder op. Die eerste in 2008 was niet het begin van mijn loopcarrière, want ik liep al sinds mijn 8e bij een atletiekclub, maar ik heb toen wel beseft dat lange afstanden echt mijn ding zijn. Het was dus mijn begin als langeafstandsloper.

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname? 
Ik ben als persoon heel erg veranderd, maar ook als loper. Sinds de corona-periode ben ik heel regelmatig beginnen lopen en besliste ik ook om een eerste marathon te lopen. Ik weet niet meer met welke schoenen ik liep bij mijn eerste 20, waarschijnlijk Nikes die mijn mama voor mij had gekocht. Nu is alles helemaal afgestemd: mijn outfit, trainingen, hartslagmeter en horloge. Een serieuze verandering dus. Ik loop nu ook met meer interne druk. Het is niet meer van: ik ga gewoon lopen en zal blij zijn als ik het uitloop. Er speelt altijd een tijdaspect mee, ook al blijft de 20 gewoon een heel mooie wedstrijd.

Wat is je PR?
Vorig jaar liep ik 1u13.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
Terkamerenbos is toch echt heel mooi. Na 7 km kijk je over de vijver en dan zie je aan de andere kant ook lopers: een heel mooi beeld! Hetzelfde heb je in de Belliardstraat en de Regentschapsstraat bij de stukken bergop en -af. Als je daar achterom kijkt zie je een mensenzee. Als kind vond ik dat heel impressionant, al is het nu wat minder omdat ik redelijk vooraan loop en het pak daar wat meer uitgestrekt is. De finish aan de triomfboog is natuurlijk ook heel bijzonder. Dit jaar komt die 200 meter eerder waardoor je niet meer rond de fontein moet. Er kwam een stukje bij in Terkamerenbos, een steil stuk, dus dat gaat pikken.

Wat is je mooiste herinnering aan de finish in het Jubelpark?
Toen ik mijn mama haar record van 1u37 brak bij mijn derde deelname. Ik ontdekte daar een nieuwe dimensie van mezelf als loper: wauw, ik loop nu sneller dan één van mijn ouders! Het volgende doel was om de 1u20 van mijn papa te breken, ook dat is ondertussen gelukt.

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan andere grote loopevenementen?
Alles en iedereen komt er samen: de supergoeie lopers, maar ook de wandelaars die vanuit een eigen box starten. Het is bovendien één van de weinige wedstrijden waarbij er geen livetracking is en je naam niet op je nummer staat. De organisatie huurt geen lopers is en niemand kent de winnaar echt. Het is nog een wedstrijd van en voor het volk. Ook zot dat een hoofdstad helemaal wordt platgelegd voor de grootste loopwedstrijd van België, want nergens anders lopen 40.000 mensen één afstand. De 20 lopen voelt telkens als thuiskomen. Nu ook letterlijk omdat ik sinds kort in Brussel woon en ik wekelijks, soms zelfs bijna dagelijks, ga lopen in Terkamerenbos. Het nadeel is dat ik nu nog beter weet waar het op en neer gaat.

Wat verwacht je van de komende editie?
Ik loop weer voor Run for Hope, een organisatie die zich inzet om kinderen met kanker te steunen. Het is inspirerend om al die lieve mensen te zien en dat geeft een extra zetje om je best te doen. Vorig jaar liep ik 1u13, maar ik denk dat ik sneller kan omdat ik mijn laatste wedstrijden ook gemiddeld sneller liep. Ik hoop op 1u11. Ik kijk er in ieder geval heel erg naar uit! Er lopen veel mensen mee die ik ken en het is zo mooi om zoveel liefde voor het lopen te voelen en om één van de dingen die mij het meest passioneren met zoveel mensen te kunnen delen.

9691_20230528_111403_284779889_socialmedia

Loperspraat – Twee zusjes op pad in Den Haag

Maart is de maand van de magnolia. Tijd dus om naar Den Haag te vertrekken en er de CPC te lopen. De City Pier City is een halve marathon waarbij je van de Haagse binnenstad over de boulevard, langs de zee en de pier loopt om dan weer de stad in te duiken. Een vaste waarde op de sportieve kalender. Niet alleen omdat het een prachtig evenement is, maar net zo goed omwille van het logeerpartijtje bij onze familie in Nederland. Roos stapte in de auto met een joekel van een reiskoffer en ook de marathon in haar benen nam wat plaats in. Mijn trolley was wat bescheidener van aard, fysiek heb ook ik al frissere tijden gekend. De laatste maanden spelen mijn rug en hamstrings steeds meer op. Trainen en kilometers maken lukt, maar de zeurende pijn moet ik op de koop toe nemen. Roos had eigenlijk wel zin om een PR uit de benen te schudden. Zelf wilde ik elk excuus aanwenden om niet de race van mijn leven te lopen. De CPC is al lang niet meer het orgelpunt van ons weekendje Den Haag. Veel familiale gezelligheid en gebabbel, koffietjes drinken op een terras en een bezoek aan vintageboetiek Zusjes maakten ons uitje compleet. Ik deel dan ook graag de 5 gedachten rond het sportieve gebeuren die bleven hangen.

Een applaus voor de strijdende loper
Roos vertrouwde me toe dat ze soms het Malieveld en de typerende skyline googelt als ze Den Haag mist. Het Malieveld (eigenlijk gewoon een gigantisch grasveld) herbergt het volledige evenementendorp. Er is altijd ambiance en we maken er ook altijd een rommelige foto van ons twee. Voorafgaand aan de halve marathon worden een 5 en 10 km wedstrijd gelopen. In afwachting van onze eigen start zetten wij ons in de laatste bocht om de staart van de 10 km lopers naar hun finish te schreeuwen. Zwaar afzien en ultiem loopgeluk kunnen heel dicht bij elkaar liggen. We lieten onze stem horen voor elke strijdende loper. Het deed ons beseffen welke weg we zelf hebben afgelegd. Ook bijzonder was de Ada die we luidkeels aanmoedigden en die ons met een subtiel handgebaar bedankte. Nadat ik op 1 maart afscheid moest nemen van mijn kat Ada beschouw ik dat toch als een teken dat ze erbij was (ook al had ze niks met mijn lopersleven).

Een indrukwekkende minuut stilte voor Kelvin Kiptum
Op 11 februari overleed de snelste marathonloper ter wereld op amper 24-jarige leeftijd. Kelvin Kiptum kwam om het leven bij een auto-ongeluk in Kenia. Dat hij nooit een sub-2 marathon zal lopen is jammer voor de sport, veel tragischer is zijn verlies voor de familie die hij achterlaat. In 2020 liep Kiptum de CPC loop in een hallucinant snelle 59 minuten en 58 seconden. Hij was er nu ook weer bij, in de gedachten van iedereen die het muisstil maakte in het startvak om nadien eens zo hard te beseffen wat een feest lopen is. Publiekslieveling Abdi Nageeye won de race trouwens in 1 uur en 21 seconden, een nieuw Nederlands record. Ook hij was wellicht met zijn hoofd bij KK.

Een snelle start, een instorting en een verrijzenis
Het moment van de start pakken is mijn handelsmerk waar menig loper uit mijn omgeving wel eens lacherig over doet. Geheel terecht, als duurloper moet je geen snelle start willen nemen. Ik probeer mezelf dus echt wel in te tomen: door nog steeds raketgewijs weg te schieten, maar niet meer door te willen duwen bij elke stap die ik zet. Kortom geen plankgas vanaf kilometer 1, maar op zoek gaan naar een soepele tred en me concentreren op mijn voeten die semi-moeiteloos over het asfalt tikken. 10 kilometer ging me dat behoorlijk goed af. Met kilometertijden rond de 4″00′ voelde ik de inspanning, maar ook wel dat de benenwagen behoorlijk bolde. Tot ik wat minder beschutting had van het pak en ik de wind begon te voelen. De moed zonk me in de schoenen. Mijn elegante cadans was veeleer hoekig gestamp geworden. Niet doorduwen, ik bleef het mezelf voorhouden, maar ik verloor terrein en dat hakte er mentaal even stevig in. Uiteindelijk beleefde ik wel een heropflakkering in de finale: vanaf kilometer 17 voelde ik me weer sterker worden en maakte ik wat tijd goed. Ik slaagde er zelfs nog in om te genieten van de allerlaatste rechte lijn richting finishboog.

Een beetje doodgaan is onvermijdelijk
Ik gaf mezelf 1u27 om mijn halve marathon te lopen, dat is het equivalent van het marathontempo dat ik in Antwerpen liep. Ik loop vaker halve dan hele marathons (wat op zich logisch is). Altijd weer kom ik tot de conclusie dat ik een betere hele dan halve marathonloper ben. Ik sterf vaker en met meer gevoel voor drama op een halve dan tijdens een hele marathon. Bij de halve afstand moet ik mezelf van in het begin tot een bepaalde grens pushen om daar dan voorzichtig tegenaan te gaan schurken. Soms lukt dat, soms helemaal niet. Bij de hele kan ik de eerste helft vertrouwen tanken en de bakens uitzetten om een zinderende finale in te gaan. Na de eerste helft van mijn halve marathons krijgt dat zelfvertrouwen gegarandeerd een knauw en vind ik het moeilijker om mentaal om te gaan met de afstand die ik nog moet afleggen. Ik finishte mijn 6e CPC uiteindelijk in 1:26:29, anderhalve minuut boven mijn PR, maar wel onder de vooropgestelde 1:27. Missie geslaagd. Ook Roos had een zware strijd geleverd, maar kon met marathon in de benen toch aftikken op een knappe 1:34.

Een windstille CPC bestaat niet
Voor iemand die van de zee houdt, heb ik hier nog niet veel over mijn momentje met de zee verteld. Enerzijds is een kilometer over de zeedijk lopen tijdens een wedstrijd niet minder dan magisch te noemen. Anderzijds is het vooral verschrikkelijk zwaar. De kilometers ervoor word ik altijd weer bij de lurven gegrepen door de wind. Zee en wind: het is een onafscheidelijk duo. Zelfs als je denkt dat er nu echt eens geen wind staat of dat het slechts een bescheiden zeebriesje is, dan kom je toch altijd bedrogen uit. Wel probeer ik de passage met zeezicht goed in me op te nemen. Ik ben er nooit rouwig om als ik dan weer mag afdraaien richting de stad om tussen de bebouwing in twee lange lijnen op de finish af te denderen.

Vergis jullie niet, het zal nog heel lang grote liefde blijven tussen het Malieveld, Roos en mij. Er valt altijd iets te beleven in Den Haag. Daarom met stip genoteerd in de agenda: 9 maart 2025!

img_3702b

Loperspraat – Mijn sportieve voorjaar van 2024

Sneeuw schreeuwt erom belopen en bewandeld te worden. Elke kans om je sporen in – bij voorkeur ongerepte – sneeuw na te laten kan je dus maar beter met beide voeten aangrijpen. Wielen en sneeuw, dat is een heel ander verhaal. Ellende op de fiets was vorige week mijn deel, maar je zal me niet horen klagen over de winterprik die januari in petto had. Zes dagen op rij kon ik onder een stralende hemel over en door de sneeuw lopen dankzij het sneeuwbommetje dat ons land teisterde. Er gaat iets magisch uit van een sneeuwtapijt dat voor je uitgestrekt ligt. Ook als je niet meer goed ziet waar de gebaande paden liggen, maar wel zo ongeveer weet welke richting je uit wil. Net zoals het nieuwe jaar dat zich beloftevol aandient en een zee aan sportieve mogelijkheden biedt. Ik vertel graag wat meer over mijn voorjaarsplannen.

Na de drukke decembermaand lijkt januari op loopgebied altijd weer een maand van opbouwen te zijn. Hoewel ik kilometers blijf maken en mijn looptrainingen dus nooit stil liggen, voelt het toch alsof ik weer een draadje oppak dat is blijven liggen. De pijntjes van het vorige jaar verdienen nu echt een plan van aanpak. Rug recht en de blik vooruit. Plannen smeden en doelen stellen, samen met de loopmaatjes. Tijd om weer eens te voelen wat er nog in het vat zit. Training mode on. Dankzij Hans doe ik dat tegenwoordig over prachtige en gevarieerde routes en in het allerbeste gezelschap. Mijn eerste wedstrijd staat gepland op 18 februari. Dan zal ik de 26 kilometer lange Ferme Toer Trail lopen in Binkom, een mooi stukje Hageland niet zo gek ver van mijn deur. Een week later staat Roos aan de start van de Druivenmarathon in Overijse. Daar moet ik natuurlijk bij zijn, mogelijk om een kortere afstand te lopen, maar hoe dan ook om mijn zusje te steunen.

Op 10 maart zakken Roos en ik traditiegetrouw af naar Den Haag voor onze geliefde halve marathon, de CPC Loop. Ja, lieve lezers, Den Haag: dat het de stad is waar ik altijd een beetje thuiskom, dat weten jullie al. Wat ik nog niet vertelde, is dat ik er vorig jaar naast de officiële CPC Loop in maart (waar ik gemengde gevoelens aan overhield) ook nog 2 CPC’s in de zomer liep. De tweede helft van juli verbleef ik namelijk in Den Haag, onder andere om te bekomen van de La Chouffe Trail. Ik zou eens echt rust nemen en niet overdreven veel lopen, zo beloofde ik Roos. De eerste week ging dat goed: ik liep wat kortere rondjes over een pad door de duinen en een klein stukje over het strand. Tot ik plots op een onverwacht moment zin kreeg om het CPC parcours te lopen, een halve marathon dus. Ik bestudeerde het parcours nog eens aandachtig en probeerde het zo goed mogelijk te memoriseren. Mijn eerste poging was er één in de gietende regen en met twee kleine vergissingen. Ik gaf mezelf onder een stralende zon een herkansing de dag nadien. De adrenaline van de laatste lijn richting Malieveld en finish voelde ik net zo goed door mijn lijf razen, ook al liep ik braafjes op het voetpad. Deze twee extra CPC’s met parcourskennis had ik al op zak. De echte CPC leek toen nog eindeloos ver weg, maar inmiddels verbazingwekkend dichtbij. Zin in!

2024 zal op marathongebied in het teken staan van de grensverleggende buitenlandse marathon. Ik kijk natuurlijk uit naar mijn marathondebuut op de iconische marathon van Berlijn op 29 september. In het voorjaar staat er ook iets bijzonders te gebeuren: een marathon in Italië, jawel! Hans en ik zouden aanvankelijk de marathon van Düsseldorf lopen nadat we daar heel wat goeds over hoorden. Tot bleek dat die sinds 2 jaar niet meer georganiseerd wordt. Een klein dompertje dat binnen de 10 minuten werd opgelost met een nog mooier plan: de marathon van Milaan op zondag 7 april. Een authentieke stadsmarathon die een prachtige ronde door het hart van de stad belooft. Ze kunnen mij natuurlijk veel wijsmaken aangezien ik nog niet eerder in de Italiaanse modestad was. Mijn doel voor die marathon? In topvorm aan de start staan om alles te geven, maar vooral ook om er samen een mooi reisje van te maken met de nodige cappu’s en wijntjes, voor dan wel na de marathon.

Mogelijk pik ik in februari nog eens een cross mee. Het zou zonde zijn om die gloednieuwe (en inmiddels weer propere) spikes nu al aan de wilgen te hangen. Verder staan er nog twee oude getrouwen op de planning: de 10 Miles van Antwerpen, aangezien het stad sinds mijn marathonoverwinning nu ook een beetje van mij is. Wie weet dit jaar ein-de-lijk met Marike aan de start? Daarnaast – uiteraard – ook de 20 kilometer van Brussel, waar ik toch een klein rekeningetje te vereffenen heb na mijn frustraties van vorig jaar. Met stip genoteerd op mijn supporterskalender: de Jogclub Ultra op Paasmaandag met trailtandem Roos en Joni aan de start, een wedstrijd van 58 (mogelijk modderige) kilometers over het mountainbikeparcours Seppe Odeyn. Voilà, bij deze verklaar ik ook het blogjaar 2024 officieel voor geopend. Dat het ons veel stof tot vertellen mag brengen!

Loperspraat – Mijn debuut in de cross

Zaterdag 9 december liep ik mijn eerste cross. Bij de masters welteverstaan, dat zijn de 35plussers onder de lopers. Bovendien was dit niet alleen mijn eerste veldloop, maar was het meteen ook het Belgisch Kampioenschap. Ik heb dus voor het eerst in mijn leven een wedstrijdlicentie op mijn naam staan. Plaats van gebeuren was het park van Laken. Je hoeft geen kenner te zijn om te weten dat in onze hoofdstad geen meter vlakke grond te bespeuren is. Lopen in Brussel is altijd een uitdaging. De voet van het Atomium was het prachtige decor voor wat eigenlijk de generale repetitie was voor het Europees Kampioenschap veldlopen van de “echte atleten”. Daags nadien zouden zij op datzelfde parcours rondes door de modder lopen. Ik leg jullie graag in 12 stappen uit wat ik allemaal heb meegemaakt op die druilerige zaterdagnamiddag.

De coach
Niemand minder dan mijn broer Seppe Odeyn sleurde me mee in dit cross-avontuur. Hij vroeg of ik deel wilde uitmaken van het mixed relays team (4×1000) van DCLA, de Leuvense atletiekclub waar ik mijn eerste stappen in het lopersleven zette. Er bleken in de club namelijk geen vrouwen bereid te zijn om hun zaterdagnamiddag op te offeren voor een kilometertje modderlopen. Ik beschouwde het als een eer om ergens voor gevraagd te worden – al was het bij gebrek aan beter – en zei dus volmondig ja. Een Borlée-momentje in onze familie, dat zag ik wel zitten. Helaas weerhield een hamstringblessure Seppe ervan om zelf te lopen en nam hij dus de rol van coach Jacques Borlée voor zijn rekening, een rol die hij met veel toewijding vervulde.

De opwarming
Opwarmen is doorgaans niet aan mij besteed. Voor een explosieve race van 5 kilometer is dat wel aangewezen. Ik volg dus gedwee het advies van Seppe om in de regen met een jasje wat op en neer te lopen, want dat is blijkbaar wat opwarmen inhoudt. Ik doe dat met mijn trailschoenen langs het parcours. Warm lopen is geen overbodige luxe. Het regent hard, de lucht is grijs en de wind van de partij. Volgens mijn coach is dit het ideale cross-weer en wie ben ik om hem tegen te spreken.

De callroom
Vooraleer de 48 vrouwen van mijn reeks op de startzone worden losgelaten, moeten we wachten in een callroom. Een grote witte tent, waar officials spikes controleren, je je chip aan je schoen bevestigt en je vervolgens officieel geregistreerd wordt door over een mat te lopen. De callroom-tent is hermetisch afgesloten. Je moet op tijd aanwezig zijn en de klok telt af tot je er weer uit mag. Nagelbijten voor mij, want ik ben behoorlijk onder de indruk van het hele gebeuren. Zo dadelijk zou ik voor het eerst op spikes gaan lopen. Zou ik dat wel kunnen? Tot overmaat van ramp blijk ik ook willekeurig geselecteerd te zijn om bij wijze van test (die generale repetitie voor het EK dus) samen met 4 andere vrouwen officieel voorgesteld te worden aan het (op dat moment afwezige) publiek. Een mens zou voor minder stress krijgen.

De startzone
De flappen van de tent gaan open. We mogen eruit! Aan de startzone krijgen we nog de kans om wat warm te lopen. Eindelijk kan ik dus voelen hoe die spikes lopen op een drassig grasveld. Het gevoel zit gelukkig meteen goed. Ik kan gewoon lopen zoals ik dat gewend ben, de spikes geven me alle grip die ik nodig heb op de zompige ondergrond. Tijd voor mijn acte de présence als zogenaamde topper (ahum) die op een officiële aankondiging mag rekenen. Ik krijg instructies van de cameraman hoe ik naar het grote scherm toe moet lopen en waar ik halt moet houden om goed in beeld te komen. Op dat moment wil ik er juist alles aan doen om helemaal niet op te vallen, om op te gaan in de menigte en te verdwijnen in de anonimiteit. Helaas. Ik voel me zowel diep gegeneerd als vereerd en ik probeer toch het moment te pakken.

De modder 
Veldlopen of crossen in België dat wil zeggen in de modder lopen, vechten tegen de blubber op een stuk grond of veld waar je geen grasspriet meer in herkent. Nu heb ik behoorlijk wat ervaring met modder in een bos, maar modder in een park is toch van een heel andere orde. Het is vooral heel veel nattigheid waar je enkeldiep in wegzakt. Vettige modder die zo nat is dat je na een paar passen volledig besmeurd bent. Een pap die er alles aan doet om je lichaam naar beneden te trekken. Een zware beproeving die ook het kind in je wakker maakt.

TWUJ5341

De spike
Door modder lopen doe je dus op spikes: minimalistische loopschoentjes waarin je vier pinnen draait die houvast geven in een zompige ondergrond. Ik kan jullie vertellen dat het een systeem is dat echt werkt. Een klassieke loopschoen met wat profiel in de zool kan die stabiliteit niet evenaren. Ik liep met best veel vertrouwen, maar wel net ietsje behoedzamer door de bochten. Hoogmoed kan al eens voor de val komen. Seppe regelde trouwens spikes voor mij en, toeval of niet, hij koos voor Nikes. De Nike Zoom Rival Distance zijn bij deze getest en goedgekeurd!

De start
Het moment van de start pakken, ik hou daar van. Niks doseren dus de eerste kilometers van een duurloop, maar gewoon meteen fors het gaspedaal indrukken om dan een goed bollend tempo te vinden. De startstrook die we hier voorgeschoteld krijgen is er eentje om in te kaderen: tientallen meters breed, lichtjes naar beneden hellend om dan meteen omhoog te knallen. Mijn explosiviteit is duidelijk een werkpunt. Ik moet harken om de eerste 100 meter aansluiting te blijven houden met het pak. Gelukkig merk ik na ongeveer 200 meter en een eerste helling dat mijn motor goed aanslaat. Ik ben gelanceerd en het enige wat ik nu moet doen is blijven doorduwen. Alles geven! Dat is wederom de raad van Coach Seppe.

De race
Mijn individuele race bestaat uit 5 kilometer met veel draaien en keren, pittige hoogtemeters en modder dus. Veel modder. De eerste ronde is er eentje van een kilometer. Ik ga hard. Bergop kan ik wat vrouwen inhalen. Die eerste kilometer loop ik aan 4’10”, wat me vertrouwen geeft. Ook de tweede ronde kan ik behoorlijk goed tempo blijven maken. Ik loop in 8e positie. De derde en vierde ronde zijn elk 1,5 km lang en bevatten dus nog wat extra venijnige lusjes en klimmetjes. Na 3,5 km zie ik sterretjes. Dit is zo hard niet mijn afstand! 5 kilometer is te lang om mijn kruissnelheid op een zwaar geaccidenteerd parcours te blijven aanhouden en te kort om in een gelijkmatig tempo te kunnen vallen. Bovendien wordt het parcours meter per meter zwaarder. De laatste anderhalve kilometer is echt sterven, maar ik slaag erin om mijn 8e plek te behouden. Een top 10 plaats op een Belgisch Kampioenschap: ik kan er alleen maar heel tevreden mee zijn.

De chip
Na de finishzone worden we terug naar de tent geleid waar we de chip van onze schoen moeten losmaken. Ik heb mijn veters stevig gestrikt. Logisch toch? Een spike moet blijkbaar goed strak zitten en je wil echt geen schoen verliezen in de modder. Met mijn modderige en verkleumde handen probeer ik mijn dubbele knoop los te peuteren. Na heel wat gewrik kan ik alleen maar concluderen dat er geen beweging in te krijgen is. Mijn veters en dus mijn chip zitten muurvast. Een volgende stresspiek dient zich aan. Ik word verwacht in die vervloekte callroom voor het aflossingsnummer! Iemand van de organisatie probeert mij te helpen, maar ziet als enige oplossing “couper”. Niet dus, met de moed der wanhoop blijf ik 10 minuten lang pulken en trekken aan mijn veters tot er schot in de zaak komt en ik de chip kan inleveren.

De aflossing
De mixed relays worden gelopen in teams van 2 mannen en 2 vrouwen die elk 1 kilometer voor hun rekening nemen. Aan teamgeest geen gebrek bij DCLA, ook al ontmoet ik mijn teamgenoten voor het eerst. Vanuit de callroom gaan we weer richting startzone. De sfeer is ontspannen. We worden verwacht bij het grote scherm om als team voorgesteld te worden. Een echte team-move hebben we niet, dus ik stel voor om gewoon overtuigend te zwaaien. Er staan slechts 7 teams aan de start, een podiumplaats zou tot de mogelijkheden behoren. Startloper Loïc loopt meteen hard van stapel en geeft in tweede positie het spreekwoordelijke stokje door aan Mona die eveneens als een kanonskogel haar kilometer als tweede aflegt. En dan is het aan mij om de eer van DCLA te verdedigen. Ik geef alles wat erin zit. Het parcours ligt er weer wat zwaarder bij en, eerlijk is eerlijk, ik zie af. Ik word voorbij gelopen door Caroline die me ook versloeg op het individuele nummer. Uiteindelijk kan ik als derde wisselen met Steven, een man met tonnen ervaring die de bronzen plaats voor team DCLA kan consolideren.

De podiumceremonie
En zo behaal ik dus als lid van een team een bronzen medaille op een Belgisch Kampioenschap. Voor het slotakkoord van deze regenachtige zaterdag gaat het weer richting callroom. Ik kan die tent inmiddels echt niet meer zien of ruiken. We worden in formatie verwacht voor de podiumceremonie. Hier hebben we al die jaren keihard voor getraind, zou je dan kunnen zeggen, maar bij ons ligt het net ietsje anders. Het zijn de teams van Rieme en Lokeren die beslag leggen op het goud en zilver. Hoe dan ook klinkt het Belgische volkslied. We zetten onze petjes af en vooral Loïc en ik zingen luidkeels mee. Wat een dag!

OFNX4827

De conclusie
Ik wist op voorhand niet wat ik ervan zou mogen verwachten, maar ik kan alleen maar positief terugblikken op dit avontuur. De cross is als (marathon)loper een leuke uitlaatklep: eens iets helemaal anders, goed om kracht en explosiviteit te trainen. De meeste veldlopen zijn trouwens wat langer dan 5 kilometer, wat mij net wat beter zou moeten liggen. Mede door de zware omstandigheden – die eerder in mijn voordeel spelen – was ik stikkapot aan de finish, maar voelde ik me ook verbazingwekkend snel weer hersteld. Ik zat ’s avonds niet met loden benen in de zetel, wel met benen die door de modder hebben gewroet. Papa, Hans en Roos testten trouwens de supportersbeleving. Hoewel een cross door het compacte parcours heel wat spektakel kan bieden, viel dat hier toch tegen. De organisatie had in de generale repetitie weinig aandacht voor de supporter, wat resulteerde in een namiddagje koukleumen voor gevorderden. Ik heb in de cross niet mijn nieuwe roeping als loper gevonden, maar aangezien ik nu een wedstrijdlicentie, CrossCup-startnummer en spikes heb, is de kans reëel dat ik me in 2024 nog eens aan wat crossen in de buurt waag.

Loperspraat – Mijn sportieve najaar van 2023

Terwijl de indian summer ons verwarmt, zijn mijn pijlen gericht op al het moois dat het najaar in petto heeft. Bomen die veranderen van verenkleed en seizoenen die estafette-gewijs het stokje aan elkaar doorgeven: ik hou daarvan. 1 oktober is wat mij betreft de officieuze start van het sportieve najaar. Een jaar geleden had ik op dit moment al heel wat wedstrijden in de benen. In augustus en vooral september kon het niet snel genoeg gaan. Er leek elk weekend wel iets op het loopprogramma te staan. Ik voelde me steeds sterker worden en kon zo met veel vertrouwen en tonnen wedstrijdritme toeleven naar de Amsterdam Marathon. Dit jaar liep ik heel wat minder races. Een concrete aanleiding is daar niet voor: ik had gewoon wat minder zin in het gedoe dat erbij komt kijken. Aan najaarsdoelen heb ik echter geen gebrek. Ik neem jullie mee door mijn sportieve agenda van het staartje van 2023.

Op deze eerste dag van oktober sta ik aan de start van de halve marathon van Brussel. De volledige marathon in Brussel liep ik 3 keer, voor de halve zal dit mijn 5e deelname zijn. Lopen in Brussel is altijd een goed idee. Hoewel ik daar vorig jaar op het volledig hertekende parcours toch eventjes anders over dacht. 21,1 kilometer draaien en kronkelen in en rond het park van Laken, op en af lopen rond het kanaal in Brussel-Noord: het is niet bepaald mijn droomparcours om het Brussel-gevoel te ervaren. Amper een week na mijn PR op de halve in Den Haag bleek er echter nog behoorlijk wat in het vat te zitten. Voor deze editie is het parcours weer maar eens gewijzigd. De startzone ligt in het centrum en dan gaat het in een grillige vorm weer richting Atomium om, net zoals vorig jaar, te finishen in het Koning Boudewijnstadion. 270 hoogtemeters kruiden het geheel. Ik ben benieuwd op welke manier Brussel me dit jaar zal verrassen.

Geen oktober zonder volledige marathon. Op 22 oktober sta ik aan de start van de marathon van Antwerpen. Een marathon die sinds enkele jaren op de dool is, naarstig op zoek naar een identiteit en een plek op de loopkalender. Het was Sam die Antwerpen naar voren schoof als onze najaarsmarathon. De start- en finishzone bevinden zich aan het MAS. Het parcours biedt ons verder de kans om Hoboken en Wilrijk beter te leren kennen. Via het centrum gaat het dan richting Eilandje, waar de laatste kilometers geteisterd worden door het betere bochtenwerk. Niet bepaald iets waar je op zit te wachten in de finale van een marathon. Waar ik wel heel erg naar uitkijk is de beleving met Sam en het comfort om nog eens een marathon in eigen land te lopen. Mijn laatste Belgische marathon dateert van 2019 toen Roos en ik bijna in slaap vielen in Brugge. Ik hoop om in Antwerpen in topvorm aan de start te verschijnen. Het is een marathon waarbij niks moet en alles kan: mijn sub3 en kwalificatie voor Berlijn 2024 heb ik immers al op zak. Reden te meer om nog een keer alles te geven.

Op 12 november is het tijd om weer wat off-road nattigheid op te zoeken. Dan trekken wij met de familie traditiegetrouw naar Kasterlee voor de halve marathon. Vorig jaar kon ik daar de overwinning mee naar huis nemen. Zonder enige twijfel is dat één van mijn mooiste loopherinneringen. Het parcours in Kasterlee is al jaar en dag ongewijzigd. Ik ga niet beweren dat ik het inmiddels blindelings loop, veel zal het niet schelen. Het is bovenal een plaats waar ik vorig jaar eens zo hard besefte welk parcours ikzelf heb afgelegd in de 8 jaar dat ik mezelf een loper kan noemen. De zon scheen, het was een prachtige herfstdag en ik was dolgelukkig om dat moment te kunnen delen met mijn familie. We gaan dit jaar voor een maximale bezetting van Odeyntjes op de halve marathonafstand, waarover later ongetwijfeld meer.

Het valt de aandachtige lezer mogelijk op dat ik nog met geen woord repte over Juan, mijn mountainbike die me al 4 jaar lang door weer en wind sleept ter voorbereiding van de Hel van Kasterlee. Wel, Juan krijgt dit najaar wat rust. Misschien is zijn pensioen zelfs aangebroken. Ik zal namelijk niet deelnemen aan de Hel. Aanvankelijk was het plan om in de Hel een drieluik neer te zetten. Door de corona-editie van 2021, waar ik ook nog eens heel veel pech had, ging ik toch over stag om een vierde keer deel te nemen. Elk van mijn vier deelnames bracht me telkens een unieke ervaring, elk voor zich onvergetelijk op een andere manier. Mijn gevoel zegt echter dat het mooi is geweest. Voor nu toch. Je zal mij op zondag 17 december dus als luide supporter langs de zijlijn aantreffen. Waarschijnlijk wel met stramme beentjes, want ik ga natuurlijk niet niks doen tijdens de wintermaanden. Op zaterdag 16 december zoek ik weer modder en bos op en loop ik de 44 kilometer van de Meerdaalwoudtrail. Ik liep er vroeger al eens kortere afstanden, maar door de Hel kon ik er al geruime tijd niet meer aan de start staan. De omgeving is er één die ik goed ken: al lopend en fietsend draag ik het Meerdaalwoud een warm hart toe.

Ziezo, ik onthoud dat het najaar mij veel bochten, kronkels en hoogtemeters brengt. Ook asfalt én modder. Ik stel vast dat de ene parcourstekenaar de andere niet is en dat ik daardoor de kans krijg om zowel vertrouwd als nieuw terrein te verkennen. Het smaakt nu al naar meer.

Loperspraat – Hoe wij samen even helden waren in Houffalize

Ik ben soms geneigd om sorry richting mijn voeten te mompelen als ik ze opsluit in schoenen die hen úren gevangen zullen houden. Mijn schoenen aantrekken voor een sportief avontuur is een haast sacraal moment omdat het onvoorstelbaar lijkt dat ik die schoenen weer zal uittrekken – vloekend om de dubbele knoop – en dat het dan achter de rug is. Zo ook op zaterdagochtend 8 juli 2023 omstreeks 7u30. Ik trek mijn rood-paarse trailschoenen aan met als doel er 69 kilometer mee te gaan lopen in en rond Houffalize. Ik heb er nooit over getwijfeld om ook dit jaar de langste afstand van de La Chouffe trail te lopen. Mijn bijna 9 uur durende run (+walk +climb) van vorig jaar werd een onvergetelijke ervaring waar ik nog heel vaak met de glimlach aan terugdacht. Compagnon Pieter dacht er net zo over en ook Roos zwichtte weer voor de verleiding van de ultra. Sam voelde eveneens de ultra-kriebel en zou zijn debuut maken op de 50 kilometer. Met vier aan de start, gezellig!

Het doet eventjes pijn als zaterdagochtend om 4u30 de wekker gaat. Roos en ik maken ons op voor het ontbijt, eentje met een view op de bosachtige omgeving en startzone. Sam sluit aan bij ons noodzakelijke eetfestijn. In alle vroegte een duurloopontbijtje verzetten: het blijft een vak apart. Op het menu staat een wit carrébrood met honing voor Sam, sandwiches met choco voor Roos en een wit hoevebrood met appelstroop voor mij. De vroege vogels proberen van de koele temperatuur te genieten aangezien het een hete dag beloofd te worden. Ergens in het bos lijken nog late vogels actief te zijn. We horen een stevige beat die doet vermoeden dat er een rave party gaande is. Sams fomo steekt de kop op en we kunnen hem nog net bedwingen om gewoon met ons koffie te drinken. Dan is het tijd om ons echt klaar te maken. Roos en ik lopen allebei met de Salomon Active Skin 8 trailvest. We vullen onze soft flasks en denken na over hoe we onze gels en andere sportvoeding zullen wegstoppen in de stoffen voorraadkamer. Team Trail gaat richting de start.

We treffen Pieter en diens familie bij de startzone. Speaker Hans Cleemput is ook van de partij en zorgt voor de nodige ambiance. Met dit goede gezelschap voel ik me in tegenstelling tot vorig jaar best relaxt aan de start. Ik zal namelijk met Sam en Pieter vertrekken. De jongens doen nog een laatste stressplasje en dan is het tijd om af te tellen. C’est parti! Van een rustige aanloop is geen sprake. We kunnen meteen aan de bak met een off-road klimmetje. Het parcours is namelijk gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Sommige stukken zijn nog hetzelfde, maar we lopen ook in de andere richting. Mijn parcoursvoorbereiding beperkt zich tot een oppervlakkige vergelijking van de lus die ik vorig jaar liep en de lus die ik dit jaar voor de benen geworpen zal krijgen. Ik zie het wel als ik er ben, die gedachte. Pieter is daarentegen grondig voorbereid. Er kwam zelfs Google Streetview aan te pas. De boys lijken naar boven te vliegen. Na 2 kilometer loop ik een paar meter achter hen aan te hijgen terwijl zij aan de babbel zijn. Ik moet er nog wat in komen, zeg ik als ze vragen of het wel gaat.

WhatsApp Image 2023-07-09 at 22.28.51 (3)

Na een kilometer of 4 krijgen we de eerste aanmoedigingen van het supportersteam van Pieter. We hebben er zin in en ik heb inmiddels ook het goede tempo te pakken. Aan footage zal er vandaag trouwens geen gebrek zijn. Pieter filmt met de GoPro, Sam vlogt met zijn gsm en Stijn zorgt voor dronebeelden. Mijn bijdrage is om er nadien een mooi verhaal van te maken – bij deze dus. Na 11 kilometer keuvelen (en verdorie snel lopen) is onze eerste rivieroversteek een feit: we bereiken de eerste bevoorradingspost. Pieters familie vertelt dat Roos ook goed vertrokken is en dat ze het helemaal zag zitten. Mooi! Honger of dorst heb ik niet, maar ik werk toch braaf een gelletje weg en ik drink wat. Vorig jaar lag hier de laatste bevoorradingspost op kilometer 58. Best gek om hier nu met frisse benen te zijn. Terwijl Pieter zijn innerlijke kompas laat spreken en ik hem romantisch aankijk, doet Sam zich te goed aan het bevoorradingsbuffet.

WhatsApp Image 2023-07-09 at 22.28.51 (9)

We zetten onze tocht verder met z’n drietjes, alsof we al heel ons leven samen trails lopen. Onze zes benen vormen een geoliede machine. Het is te zeggen: met twee mannen voor mij, hang ik mijn karretje aan. Met tijd en snelheid zijn we niet bezig. Al babbelend lopen we een klimmetje op, echt alsof het niks is. Ondertussen praten we over de marathon en het leven. Lopen lijkt als vanzelf te gaan en op een dag als vandaag is dat wat je nodig hebt. De eerste keer dat we zonder beschutting lopen, voelen we ook de zon prikken. We vertrokken met een aangename 20 graden, met de kilometers zal ook de temperatuur toenemen. Er worden natuurlijk ook grapjes gemaakt over mijn indrukwekkende en helaas ook talrijke valpartijen vorig jaar. Toch ben ik het niet die als eerste tegen de vlakte gaat, die eer is weggelegd voor Pieter. Als kersverse sportkinesitherapeut geeft hij een demonstratie valpreventie: met een zwierige doorrol kan hij het contact met de grond tot een minimum beperken en blijft zijn val zonder gevolgen.

WhatsApp Image 2023-07-09 at 22.28.50 (5)

Het parcours scoort hoge punten bij mij. Na 17 kilometer lopen we langs het water als een bekende stem aan de overkant ons iets toeroept: Roos! Ze zit ons net niet op de hielen, maar het is duidelijk dat zij ook een gezwinde start genomen heeft. Bijna 2 uur gelopen en het lijkt hier de goed-nieuws-show te zijn. Het afscheid is echter nabij. De eerste stevige beklimming van de dag is er eentje die me net iets te bekend voorkomt: een rotsachtige ondergrond waarbij je goed moet kijken hoe en waar je je voeten zet. Een klim die ik als een slak met astma naar boven ga. Het uitzicht stelt niet teleur. Ook voor de afdaling die volgt is de boodschap om alert te blijven. Na 19,5 kilometer splitst het olijke trio zich. Sam neemt de afslag voor de 50 km. Pieter en ik zullen in duo onze tocht verderzetten. We geven elkaar een pakkerd en huppakee daar gaan wij. De volgende bevoorradingspost ligt op km 25. Ik krijg daar te horen dat ik als tweede vrouw loop, waar ik niet al te veel aandacht aan probeer te schenken, de dag is immers nog heel lang.

e97a2dfa-c9cb-43dc-a9a2-6309c35713bb

Na de honeymoon-fase sijpelt stilaan de realiteit door. Pieter en ik zijn ruim 2,5 uur onderweg en we hebben al behoorlijk wat hoogtemeters overwonnen. Semi-moeiteloos, zo voelde het, maar nu beginnen we de afstand en het terrein te voelen. We laten ons daar niet te veel door uit ons lood slaan. Het nieuwe parcours blijft hoge ogen gooien. We worden aangenaam verrast door het type ondergrond waar we over lopen. Wat dacht je bijvoorbeeld van een mosweg (heel zacht aan de voeten)? Of een gerooide vlakte vol dorre dennentakken voor het betere springwerk? De hoofdrolspeler in dit decor is telkens weer de dennenboom in al zijn verschijningsvormen. Dennen hebben vaak iets triestig, alsof ze continu neerslachtig zijn, meer dood dan levend, maar toch gaat er ook een enorme kracht uit van de lange, smalle snuiter die niet kapot te krijgen is. Behalve dan door de letterzetter.

Gelukkig hebben ze sporadisch ook geasfalteerde wegen in Dardennen. Als ik asfalt onder de voeten heb, dan loop ik altijd door, zelfs met hellingsgraad. We naderen het middaguur, de zon komt steeds hoger te staan en laat zich vaker opmerken. Aan sfeer en gezelligheid geen gebrek. Pieter vertelt wat meer over zijn fietstrainingen. Op mijn vraag of hij zich nu meer fietser dan loper voelt, kan hij geen antwoord geven. Hij doet het allebei even graag. Voor mij kan er niks op tegen lopen. Liefst lang, zoals ik nu aan het doen ben. Stilaan treedt er een derde personage naar de voorgrond: de maag van Pieter. Na 30 kilometer zegt hij een paar keer dat er iets moet gebeuren met die maag. De maag moet zich eens gaan keren. Helaas zal de maag van Pieter een bepalende rol in dit schouwspel spelen. Nu nog niet. Er is eerst een glansrol voor mijn papa die over superkrachten beschikt. Tijdens een trail kan hij bijvoorbeeld uit het niets verschijnen. Dat mirakel voltrekt zich rond kilometer 33. Ik zie in de verte een verschijning, ik knipper met mijn ogen en ik zie dat het mijn eigenste pappie is die onze passage vastlegt op beeld.

bf2577c3-ade3-4e1c-85f3-cdef20964c67

Bij de bevoorrading op kilometer 36 zijn onze beider families aanwezig. Ik krijg nogmaals de bevestiging dat ik in tweede positie loop. De flesjes worden weer gevuld, er gaan wat Clif bloks in de mond. Ik pas voor het aanbod van de vriendelijke vrouwen op de post die sandwiches met kaas, hesp of hummus in de aanbieding hebben. Pieters maag zit al helemaal niet te wachten op iets van voeding. Later zou ik horen dat hier al een kotspartijtje plaatsvond. Bij nader inzien misschien het begin van het einde, maar dat wisten wij toen nog niet. We hervatten onze weg weer. De kilometers zitten in het lijf, daar is geen ontkomen aan. Mijn loophonger is echter nog lang niet gestild. Ik merk jammer genoeg ook dat Pieter het steeds lastiger krijgt. De maag wil niet mee, de maag keert zich veel te veel en veel te heftig. Pieter kan niks meer binnenhouden. Het zijn niet het soort problemen waar je nog ruim 30 kilometer mee wil rondlopen bij een temperatuur van 30 graden.

Voor dit verslag kan ik behoorlijk accuraat reconstrueren hoe ver we gevorderd zijn in ons avontuur, maar op het moment zelf is er iets vreemds met hoe de tijd verloopt. Het lijkt alsof je een soort van immuniteit creëert voor tijdsbesef. De tijd is op dat moment irrelevant. Ondertussen wordt de afstand tussen Pieter en mij letterlijk steeds groter. Ook op goed beloopbare stukken verliest hij meer terrein. Ik kan nog niet onder ogen zien dat de break-up onvermijdelijk is. Kilometer 38 blijkt uiteindelijk beslissend te zijn. Allereerst is daar mijn kroniek van een aangekondigde valpartij. Niks ergs gelukkig. Ik heb een schram op mijn linkerknie (die nog getekend is door een Ardeense steen van vorig jaar) en eentje op mijn scheen waar zich meteen een stevige bult aftekent. Een bult op een scheen, ik wist niet eens dat het kon. Pieter loopt een meter of 50 achter mij en heeft niet door dat ik gevallen ben. Als we weer bij elkaar zijn, zegt hij dat ik vooral mijn eigen tempo moet aanhouden en niet bij hem moet blijven. Lastig! Ik verzeker me er eerst van dat hij oké is en niet flauw zal vallen. De scheiding is definitief, we zullen elkaar pas aan de finish terug zien. Een nostalgisch gevoel bekruipt me als ik denk hoe we met z’n drieën aan dit avontuur begonnen. Babbelend, lachend, lopend. Het lijkt een eeuwigheid geleden.

27f1d637-b54c-440a-b8c6-0968e2d6cce5

Ik sta er alleen voor. De enige weg is die voor mij, soms vooruit, soms naar boven. Ik kijk uit naar het marathonpunt. Dat slaat natuurlijk helemaal nergens op, maar als marathonloper blijft die 42,2 km een dingetje. Ik vind ondertussen aansluiting bij Daniël uit Zeeland die indruk maakt met zijn atletische postuur. Hij vertelt hoe deze trail een eerste echte test is voor de meerdaagse trailwedstrijd in Wales waar hij in september aan zal deelnemen. Hij verbleef recent nog 3 weken in Aruba en met een luchtvochtigheid van 85% kon hij daar acclimatiseren aan de warmte. Ik leg mijn marathon af in 4 uur en 30 minuten, ruim een half uur sneller dan vorig jaar. Meteen dient zich een volgende aangename verrassing aan. Mijn ouders en Niko staan daar in the middle of nowhere. Ze vertellen dat Pieter slechts 5 minuten achter me loopt en Roos, de dappere krijger, een luttele 8. Het doet me goed om te horen dat mijn maatjes zo dicht bij me in de buurt blijven en dat ze klaar staan om me op te rapen, mocht dat nodig zijn. Roos zal Pieter uiteindelijk voorbij lopen op kilometer 43. Ook zij heeft daar een beetje hartpijn van.

Ik kan hier nu wel achteloos zeggen dat ik een marathon gelopen heb, de waarheid is dat ik die ook voel. Net zoals de zon. Dit doet pijn, dit is traillopen ten voeten uit. Ik vervolg mijn weg en kijk uit naar de volgende bevoorradingspost op kilometer 46 aan de brouwerij van Achouffe. 4 kilometer lijkt niet ver weg, tot ik een pad krijg voorgeschoteld waar ik echt helemaal niks mee kan. Keien en stenen in alle soorten en maten, langs het water, een heel smal pad dat op en neer gaat. Ik kan lopen noch doorstappen. Dit haalt de vaart er helemaal uit, samen met de moraal. Plots voel ik ook de tijd tikken. Of beter gezegd: voorbij kruipen, want zo traag lijk ik vooruit te gaan. De bevoorrading aan Achouffe brengt ook niet wat ik ervan verwacht. Het is er wat hectisch omdat het ook een post is voor de traillopers van de 28 km, die in grote getalen aanwezig zijn. Bovendien mis ik Marike en haar gezin die hier ter aanmoediging zouden staan. Zij blijken helaas 50 meter verderop te staan, aan een route waar enkel de 50 km lopers passeren (wat zij dus niet door hebben). Het overkomt de beste supporters. Marike en Peter zullen wel een rol van betekenis spelen voor Pieter, die na lang twijfelen besluit om bij hen in de auto te stappen. Het is helemaal op. De maag wil niet mee, het lichaam is leeg. De strijd staken is de enige juiste beslissing. Aan hen de taak om de Verloren Zoon veilig thuis te brengen.

1b84aa0a-efaa-4de9-bc7b-d6c99caea832

Aan de bevoorrading hoor ik twee 28 km lopers tegen elkaar zeggen: nog een klein stukkie en we zijn er! Die uitspraak is een zaadje dat een paniekwolk in mijn hoofd plant. Ik maak me uit de voeten en volg de pijlen. Maar zijn dat wel de juiste pijlen?! Heb ik geen splitsing gemist?! 23 km lopen is niet bepaald een klein stukkie?! Ik ben omringd door 28 km lopers! Ik ben hopeloos verkeerd gelopen! Weg droom van de 69 km! De paden zijn bovendien smal, inhalen is erg lastig. Ik krijg het goede ritme niet te pakken. Het is trouwens warm – heet! – zei ik dat al? De moed zinkt me in de schoenen. Ik krijg gelukkig wel weer  voor eventjes compagnie. Ludovic liep de eerste uren van de race bij de koplopers. We hebben het over de marathon (ik heb het eigenlijk altijd over de marathon als ik onderweg met lopers praat). Een babbel is de ideale afleiding voor de donkere wolken in mijn hoofd. Ik krijg weer wat hoop op een goede afloop. We zien ook samen af. Zei ik al dat het warm was? Na een kilometertje of 2 in elkaars gezelschap loop ik wat verder uit. Ludovic zal uiteindelijk 20 minuten na mij finishen.

Als ik begin af te tellen naar kilometer 50 – een getal dat ik niet vaak zie verschijnen op mijn Garmin – besef ik dat ik in de greep van de getallen ben. Ik kan de afstand niet loslaten. Ik kijk vaker dan me lief is naar mijn pols om te kijken hoeveel kilometers er op de teller staan. De volgende bevoorradingspost is pas op kilometer 60. Ondertussen blijft een stemmetje in mijn hoofd zeggen dat ik verkeerd ben gelopen. Mijn buik vertelt heel andere dingen. Ik ben niet misselijk, maar heb wat krampen en ik voel veel spanning in de buikzone van al het vocht dat ik moet bijtanken. Hierdoor loop ik continu met een ongemakkelijk gevoel rond. Vreemd genoeg vind ik door die spannende cocktail van fysieke ongemakken en mentale onzekerheid wel een vorm van berusting. Ik moet het gewoon maar afwachten. Blijven lopen waar het kan, erop rekenen dat die buik stabiel blijft en pijltjes volgen. Wie weet komt het dan gewoon goed.

7835a341-f906-41d2-a35c-e64dcb3ade02

Na 51 kilometer bereik ik het vergane BMX-parcours in Houffalize. Vaste prik bij de La Chouffe trail, maar normaal gezien aan het begin van de race. Lopen is hier onmogelijk. De hellingsgraad is een uitdaging, net zoals de ondergrond. Ik kan me niet voorstellen dat mensen hier vrijwillig hun leven riskeren op een fiets. Dit is waanzin! Werkelijk overal liggen stenen op los zand. Elke loper wordt omringd door een stofwolk die je het zicht ontneemt. Ik moet echt uit mijn doppen kijken, want bij gebrek aan kracht en wendbaarheid vraagt een goede coördinatie eens zoveel energie. Er is amper beschutting, de meters kruipen voorbij. Het woord loden hitte heb ik bewust bewaard voor dit moment: de warmte slaat in als een bom. Verzengend, alom aanwezig, laat hier alsjeblieft snel een einde aan komen. Met +50 km in de benen gebeuren de dingen echter niet snel. Ik moet geduld hebben. Een enthousiaste supporter zegt me dat ik er nog zo fris uitzie. Er hangt een zweetwalm rond mij, maar ik snap wel wat ze bedoelt. Ik ben nog niet morsdood gelopen. Ik heb nog de puf om te zuchten en mijn frustratie uit te drukken. Ik zie zelfs de humor van deze absurde situatie in. Hoe zwaar dit ook is, ik besef dat het mij eigenlijk nog goed afgaat.

Na 53 kilometer loop ik door Houffa-city. Steeds vaker zie ik lopers langs de kant van de weg zitten of staan. Volledig bij bewustzijn, maar toch wezenloos voor zich uitstarend, puffend, hijgend, gebogen over hun stokken. Het asfalt en de bebouwing lijken hittebronnen te zijn die hun warmtestralen afgeven op mijn al oververhitte lichaam. En dan valt er plots een opluchting van jewelste uit de lucht. Mocht ik er nog toe in staat zijn, ik zou een vreugdesprongetje maken als ik het splitsingsbord zie: de lopers van de 50 en 69 kilometer mogen nog een lus maken van 14 kilometer. De 28’ers mogen binnenlopen. Ik loop en wandel een stukje mee met Hein die met zijn 19 jaar (dit is geen typefout) de jongste deelnemer op de 69 kilometer is. Hij heeft het zwaar, maar ik kan niet anders dan mijn bewondering uitspreken. Roos loopt op dat moment een kwartier achter mij. Ze moest op het BMX-parcours vechten tegen de misselijkheid, maar de hemel klaart weer op als ze een waterijsje krijgt van haar metgezel van de dag.

20f8a07b-d28e-4fe1-82c4-9019c4259383

Hoe zwaar ik het ook heb, mijn benen willen lopen waar ze kunnen. Ze worden op hun wenken bediend. Ondertussen ben ik ook Daniël weer een aantal keer tegengekomen. We zijn harmonica-lopers zoals Roos dat later zal noemen: we lopen soms samen, dan loopt de één weer voor de andere, maar ver zijn we nooit uit elkaars buurt. Ik tel ondertussen af naar kilometer 60 en de felbegeerde bevoorradingspost. Elke kilometer splits ik daarvoor op in stukjes, zo is ook 56,5 km een mijlpaal, want alle beetjes helpen om het doel te bereiken. Elke meter moet gelopen worden, zij het steeds strammer. Lopen is wat schudden en waggelen, een lichaam dat zich telkens moeizaam op gang trekt, maar dan wel in beweging kan blijven. Lopen heeft bovendien het grote voordeel tegenover stappen dat je een verfrissend windje over je huid voelt aaien. Over een zanderig wegje kruis ik eerst Erwin die me zegt dat Pieter heeft moeten opgeven. Nog wat verder is daar dan mijn eigen vadertje, die het niet kan laten om een stukje mee te lopen. Hij weet zijn moment wel te kiezen. Ik zeg dat hij nu echt geen hartaanval mag krijgen, want zowel mentaal als fysiek ben ik niet capabel om levensreddende handelingen te ondernemen. Met een hartslag van 140 zal dat niet meteen gebeuren, verzekert hij me.

Kilometer 60 voelt aan als de laatste mijlpaal, vanaf dan kan ik beginnen dromen van de finish. Met papa aan mijn zijde zie ik in de verte de tent van de laatste post opdoemen. De 6 is een feit. Ik kan even pauzeren. Mama en Niko staan met hun rug naar het parcours. Ze zijn volledig in de ban van een bende rode wouwen in jaagmodus. Ik snap hen wel: het is daar dat de ware actie plaatsvindt. Aan de tent komen één voor één lopertjes aangestrompeld met hun ziel onder de arm. Compleet op. Ik laat me gewillig helpen om mijn flesjes bij te vullen. Ik ben kapot, echt kapot, maar toch zie ik het nog zitten. Tijd zat. Ik kan zelfs nog lopen. Volgens Erwin, Pieters vader, is het nu gewoon binnenlopen. Ik tuur in de verte of ik Roos zie naderen. Ze zal uiteindelijk een half uur na mij arriveren op de laatste post. Daar krijgt ze een zouttablet van mijn ouders, die als heuse dealers elke loper op dat moment van zoutpillen voorzien.

1fcb61fe-20c1-4f1a-b6ff-7a5a621b74f0

Ik doe 1 uur en 20 minuten over de laatste 9,5 kilometer. Er volgt nog een idyllisch rivieroversteekje en ook al is alles relatief beloopbaar, lopen doet pijn. Ik maak met mezelf de afspraak dat ik elke nieuwe kilometer lopend moet beginnen en dat ik vanaf de halve kilometer weer begin te lopen. Zo loop ik altijd stukken van 600 à 700 meter, gevolgd door een wandelpauze. Ik heb pijn, de hitte eist z’n tol, maar ik besef ook hoeveel beter ik dit kan doorstaan. Vorig jaar moest ik me de laatste 20 kilometer zo hard pushen om te blijven gaan. Nu is er nog steeds een grote zin en wil om te lopen. Heel geleidelijk aan nader ik zo het einde van mijn avontuur. Helaas heb ik door mijn beperkte parcourskennis geen idee op welke manier we naar de finish zullen lopen. De staart is langer, maar wel beter dan ik had durven hopen: anderhalve kilometer over goddelijk asfalt! Dit is lopen zoals ik het ken.

Als ik aan de aller-aller-allerlaatste afdaling begin en het enthousiasme van speaker Hans hoor, kan ik niet anders dan glimlachen. Ik ben een half uur sneller dan vorig jaar. Ik heb mijn tweede plaats kunnen consolideren. Mensen wat heb ik afgezien! Toch was dit zonder meer een triomftocht. Ik ben onmiskenbaar echt een beetje meer trailloper geworden. Door de adrenaline (geen idee waar die verstopt zat), voel ik geen pijn meer en fladder ik vrij als een vogeltje de berg af. Ik zie en hoor mijn familieleden. Als een gelukkig mens kom ik na 8 uur en 22 minuten over de finish, goed voor een 18e plek overall. Loopcompagnon Daniël finisht een minuut voor mij. Pieter is al fris gedoucht en omgekleed. Zijn maag is tot rust gekomen. En dan is het wachten op Roos. Na 9 uur komt ze over de eindmeet: een uur sneller dan vorig jaar. Wat een prestatie! Ze is tot tranen geroerd, ze is diep gegaan, ze heeft doorgezet. Haar maatje van de dag was Wouter die altijd de juiste woorden op het juiste moment had. Team Trail kan tevreden terugblikken.

1a27d1bc-86ff-4b55-8a00-837f8c4192f7-1

Nog enkele weetjes:

  • het gewijzigde parcours was volgens mijn Garmin 69,5 kilometer lang en telde 1747 hoogtemeters (300 minder dan vorig jaar), we maakten 3x een rivieroversteek
  • mijn schoenen met GoreTex hadden als nadeel dat het rivierwater er minder goed uit kon en mijn voeten bijgevolg wat langer in de nattigheid sopten, daardoor eindigde ik met twee blaren op mijn rechtervoet, een primeur
  • mijn voeding was eerder beperkt: ik at 1 gel, 2 repen Clif bloks (= 3 gels), 2 sneetjes peperkoek en 4 Tuc-koekjes
  • ik dronk in totaal een liter of 8, gezien de temperatuur is dat niet absurd veel
  • mijn singlet was na een uur kletsnat van het zweet, maar het droogde ook telkens weer, ik stonk echt heel erg, net zoals de meeste lopers had ik afgetekende zoutranden op mijn kleding (ik kreeg trouwens geen zoutpil van mijn ouders)
  • de onbetwiste Koningin van de La Chouffe trail is de Luxemburgse Shefi Xhaferaj, ze won overtuigend in een tijd van 7u11 en moest slechts één man laten voorgaan, wat een vrouw!
  • er stonden in totaal 130 lopers aan de start van de 69 kilometer, 101 haalden de finish, waaronder 16 vrouwen
  • ik droom stiekem van de Chouffe-kabouter-trofee die de winnaar krijgt, zo lang Shefi meedoet, is dat echter niet haalbaar, de Duitse Anja Berners werd trouwens 3e en finishte amper 5 minuten na mij
  • complimenten voor Niko die een hele dag met z’n schoonouders in de auto op pad was en toch enkele discussies over de juiste route in goede banen moest leiden, op de laatste bevoorradingspost gaven ze nog een lift aan een deelnemer die uit de race stapte
  • Roos was tevreden met haar nieuwe trailvest en de bijhorende soft flasks, tijdens haar voorbereiding probeerde ze ook eens trailstokken uit (ze is altijd in voor een extra attribuut), maar dat was geen succes
  • het supportersteam van Pieter bestond uit: zijn ouders, Erwin en Sybille, zijn nonkel en tante (die eigenlijk geen nonkel en tante zijn), vriend Stijn (die eruit ziet als zijn broer maar dat dus niet is), diens vriendin Yara en de hond Herman (een obese Bordercollie), we love Herman!
  • ik sleepte mijn 40 ml insectenspray niet voor niks mee, na 61 kilometer werd ik achtervolgd door een zoemend iets en kon ik me eens lekker laten gaan met de spray
  • Sam finishte zijn 50 kilometer in 6 uur en 11 minuten, zijn laatste 9 kilometer waren een lijdensweg, eens zo sterk dat hij het heeft gehaald!
  • Stijn (niet de broer van Pieter) maakte zondag zijn debuut op de 36 kilometer, hij zag af, maar deed het wel gewoon, chapeau!
  • Marike & Niko beleefden een heel plezierige 2 uur en 6 minuten tijdens hun 17 kilometer trail op zondag, het loopplezier spat van de foto’s (al zal Niko, die door Roos als vrouw werd ingeschreven, dat niet toegeven)
  • Seppe finishte zondag zijn Iron Man in het Zwitserse Thun als 22e, ook hij zag enorm af van de hitte
  • over Zwitserland gesproken: Pieter zal in september in Zofingen aan de start staan voor de Powerman lange aftandsduatlon, waar Seppe zal strijden voor een derde wereldtitel

WhatsApp Image 2023-07-09 at 22.28.50 (1)

1af8ca7e-66d0-461f-81ee-7c9a7cde16b0

12648aed-598c-43d6-8170-df287a8d7472