Als je mij vraagt waarom je per se 70 kilometer wil lopen, dan is mijn antwoord: omdat je dan iets unieks meemaakt. Zaterdag 6 juli 2024 liep ik samen met Hans en Sam 69,7 kilometer in de omgeving van Houffalize. We overwonnen daarbij een goeie 1900 hoogtemeters. Gekkenwerk. Deelnemen aan de La Chouffe trail kadert sinds 2017 binnen een familietraditie. We stonden al met verschillende Odeynen-teams aan de start en liepen diverse afstanden van het behoorlijk-haalbare tot het semi-onmogelijke type. We deden ook ons best om het Houffa-virus te verspreiden. Twee jaar geleden leerden we er de Van den Borres kennen, vorig jaar was Sam van de partij en konden we niet-loper Niko overhalen om een traildebuut te maken. Dit jaar was ik als enige familielid aanwezig, maar kon ik wel rekenen op een fantastische entourage. Met maar liefst vijf loopmaatjes stonden we aan de start. Zelf was ik gezegend met Hans en Sam aan mijn zijde, aangevuld door het olijke loopduo Pieter en Stijn. Sybille en Erwin waren met hun aanhang dan weer verantwoordelijk voor de logistieke en emotionele ondersteuning. Kortom: alle ingrediënten om er een memorabele editie van te maken. Zo geschiedde.
Een wekker die afgaat om 4u30: je kan het prima hebben als je van plan bent de hele dag te gaan lopen. Rond een uur of 5 ontvangen we Sam in het salon van onze ruime kamer in Vayamundo, het logement dat gelegen is aan de start- en finishzone. Iedereen weet dat ligging alles is. Gefocust op wat komen zal en daardoor ook hunkerend naar wat afleiding, werken we onze boterhammetjes weg. Sam gooit wat teasers in de groep: onderwerpen die we later kunnen bespreken als we met z’n drieën onderweg zijn. Hij maakt zich zorgen over de gele finishboog die er nog niet staat. Dat is uiteindelijk wel het minste wat je mag verwachten als je grenzen gaat verleggen (spoiler: het zijn zorgen om niets). Bij ontbijt hoort koffie en dat is nu niet anders. Vlak voor de start staat de toiletteller op 3-1 in het voordeel van Hans. Het moge duidelijk zijn dat de vertrekstress toeneemt. Hans leeft op het randje en poetst zijn tanden 13 minuten voor we zullen vertrekken. 5 minuten voor de start treffen we Stijn en Pieter aan de startzone. Ook Marise, die zich later die dag aan een trail zal wagen, is van de partij en zorgt voor het fotografische beeldmateriaal. Een belangrijke taak die ze ook ter harte neemt. De zon schijnt, het belooft een mooie dag te worden.

Om 8 uur schieten we wat stijfjes uit de onbestaande startblokken. De eerste twee kilometers lopen over de ravel en zijn dus geasfalteerd. Net zoals vorig jaar ben ik geflankeerd door twee bekenden en een nobele onbekende (de man met het hoedje) als we langs de eerste fotografen passeren. Na amper een kwartier sta ik vrijwel nat in het zweet, hoewel het nog niet heel warm is. Ondertussen vertelt Sam over de resultaten van de conditietest die hij recent liet afnemen. Als we het nog niet wisten, dan staat het nu ook wetenschappelijk als een paal boven water: Sam barst van het talent en verkeert in topvorm. Zelf voel ik me een pak minder fris en allesbehalve topvormerig. Ik moet er nog wat in komen. Op zich ervaar ik dat meestal zo bij een trail, maar ik merk aan kleine dingen dat alles mij net dat tikje meer moeite kost.

Na een kilometer of 5 en met het eerste klim- en draaiwerk vind ik wel mijn cadans. Eentje van het stramme soort. Ik begin mijn net opgedane technische schoenenkennis te etaleren aan Team Hoka. Sam ontpopt zich als vlogger en maakt een eerste filmpje om door te sturen naar onze maatjes. Die zijn op te delen in twee teams: Team Tandem bestaat uit Pieter en Stijn (ik zeg het nog maar eens, maar zij zijn dus geen broers). Team Werchter bestaat uit Roos en Joni die ons op de voet en lichtjes brak volgen vanop dag 3 in de weide. Na 9,5 kilometer worden onze voetjes in het water gesopt en is de eerste rivieroversteek een feit. Je hoeft heus niet Jacotte Brokken te zijn om waar te nemen dat het waterpeil hoog is en dat de stroming er mag zijn. Op kilometer 11 schuiven we aan bij de eerste bevoorrading. So far so good. Veel eten en drinken doen we nog niet. Bij ons vertrek aan de post, kunnen we nog net Pieter en Stijn een aanmoediging toe roepen. Pieters vriendin Lisa zal hen de komende 25 kilometer gezelschap houden. Weer eentje die stiekem besmet is met het (voorts onschadelijke) Houffa-virus.
We draaien en kronkelen weer wat verder. Het begint stilaan vlotter te bollen bij mij. Ondanks dat stijve lijf heb ik er nog steeds heel veel zin in. Disclaimer: bij alles wat ik hier schrijf – en dan echt élke pijnscheut, élke verzuurde vezel, élke vloek en zucht – moet je in het achterhoofd houden dat er aan sfeer en gezelligheid geen gebrek is. Na 17 kilometer passeren we op een steenworp van de start- en finishzone. We zijn 2 uur onderweg en lijken amper echt weg te zijn. Op zo’n moment is het de kunst om vooral niet stil te staan bij wat nog komen zal en vooral niet uit te rekenen hoeveel uur geploeter er nog voor je ligt. Als we Houffalize-city doorkruisen maakt Sam nog een filmpje. Waar we vorig jaar na 50 kilometer ons leven mochten riskeren over het wildbegroeide BMX-parcours, krijgen we het nu met relatief frisse benen voorgeschoteld. Wat een verschil! We moeten niet alleen minder klimmen, maar ook de verzengende hitte van vorig jaar is slechts een verre herinnering. Hans heeft zijn trailstokken boven gehaald. Ik zei het al eerder: hij is de echte trailloper en de man met ervaring. Hoewel ik als geen ander weet hoe uitzonderlijk getalenteerd hij is, word ik toch weer eventjes omver geblazen van het gemak waarmee hij de eerste steile klimmetjes bedwingt. Ook bij Sam lijk je geen greintje inspanning te zien als hij een hellingsgraad van 10% neemt. Ik probeer niet al te luid te zuchten in het zog van die twee. Onze tocht gaat verder richting de brouwerij van Achouffe, waar kabouters wonen.

Na 24 kilometer bereiken we de tweede bevoorradingspost die pal voor de brouwerij ligt. Ik zie voor het eerst de Chouffe shop, waar Hans ooit een prachtige fleecevest kocht. Plichtsbewust vullen we onze brandstofvoorraad aan. Niet omdat je lichaam op dat moment roept: geef mij alsjeblieft een sportgel, maar omdat het nu eenmaal moet. Altijd in voor een experiment (niet dus) doe ik eens gek en probeer ik een mango-gelletje van 6D. Bij sportgels klinkt alles beter dan dat het smaakt. Ik moet werken om de zoute mango weg te slikken en gooi er nog wat Clif bloks achteraan. We spraken op voorhand af dat we na elke bevoorrading letterlijk de koppen bij elkaar zouden steken in een plakkerige groepsknuffel om het teamgevoel nog te versterken. Eentje om te koesteren.
Ik kan de teamgeest meer dan ooit gebruiken. We beginnen aan een vervelende strook langs het water. Zo eentje waar trailer en hiker Hans z’n hart echt kan ophalen en Sam dartel over de stenen springt. Er volgt weer wat klim- en klauterwerk. We maken wat hoogte. We lopen een paar meter, stappen er dan weer een paar om dan meteen wat te klimmen of naar beneden te springen. Iemand die het doorgaans moet hebben van vlakke tempo’s lopen, is hier niet in haar element. Gelukkig is er dus dat team. Een match made in heaven en met 3 uur op de teller gooien we de kaarten op tafel. Los van mijn algehele stijfheid, beken ik dat het er niet bepaald rustig aan toegaat in mijn buik. Er is gerommel en een ongemakkelijk gevoel. Een sanitaire stop gaat tot de mogelijkheden behoren. Hans voelt dan weer een blaar opkomen aan de onderkant van zijn voet. Ook niet bepaald het ongemak waar je nog 55 kilometer mee wil lopen. Sam heeft voorlopig niks meer te melden dan een uitgelopen gelletje in de broekzak.
Het mooie van de La Chouffe trail is dat altijd weer een moment aanbreekt waarbij je ouderwets kan lopen. De ene voet voor de andere zetten zonder halsbrekende toeren uit te halen. We maken dus weer gezapig vaart over een beter beloopbaar stuk. Ook al bungel ik zelfs dan aan de rekker, mentaal voel ik me nog steeds sterk. Noem het ervaring of noem het (waan)zin voor avontuur. Ondertussen lopen Hans en Sam gezellig keuvelend voor mij uit. Ze hebben het over bancaire materie en de bijhorende juridische kaders, de ECB en kredietscores. Er volgt nog een brillenverhaal van Hans, dat ik gelukkig al ken, want aandachtig luisteren, lopen én vragen stellen, dat zit er vandaag niet in. Rond kilometer 30 lopen we over het stuk waar Hans vorig jaar in de sneltrein van Roos zat. Dat zusje van mij liep daar als een malle langs het water. Een passage die uiteraard weer een filmpje waard is om de loopmaatjes op de hoogte te houden van onze gestage vorderingen.

Ik zie hard af in de Ardennen, maar toch kan ik oprecht genieten van wat dat stukje Belgische natuur te bieden heeft. Op mos raak ik bijvoorbeeld nooit uitgekeken. Dennenbomen blijf ik ook fascinerend vinden. Modder is dan weer minder mijn ding. Hoewel we zeker niet aan het modderwroeten zijn, voelt deze Chouffe editie toch behoorlijk herfstig aan. We vertrokken met de belofte van een opgeklaarde dag, maar gaandeweg begint het te betrekken. Het wordt duidelijk dat we ook nattigheid uit de lucht mogen verwachten. Als we de bevoorradingspost op kilometer 36 naderen, stelt Hans vast dat hij zijn zouttabletten heeft laten liggen op de eerste bevoorrading. We zullen ons water dus puur natuur moeten drinken, wat gezien de temperatuur geen al te groot probleem mag vormen. Op een bevoorradingspost van een trail mag je doorgaans een breed scala aan zoute en zoete snackjes verwachten. Zelf zweer ik bij TUC koekjes en peperkoek. Hans eet en drinkt naar de goesting van het moment, vaak cola en zoute chips. Ook Sam kan het betere buffetgevoel waarderen. Hij smikkelt onder andere van rijsttaart, snoepjes, chips, cola en watermeloen. Niet per se in die volgorde en niet per se bij elke bevoorrading welteverstaan.
Als we na ons innig groepsritueel vertrekken, voel ik dat de druk in mijn buik weer wat toeneemt. Het lijkt misschien gemakkelijk om een geschikte sanitaire stopplek te vinden als je in de Ardennen loopt, maar dat valt toch tegen. Je wil immers een gouden combinatie van privacy en comfort en daar leent niet elke boom of elk pad zich toe. Na 38,5 kilometer is er geen ontkomen meer aan en zie ik een wel heel aanlokkelijk bosje. Ik bevind me gehurkt op 400 meter van het hoogste punt op het parcours en terwijl ik hier een hoopje achterlaat, voel ik wat miezerregen op mijn gezicht. Wat maak ik toch allemaal mee. De opluchting die ik voel als we verderlopen, is onbeschrijfelijk. Bovendien is dit deel van het parcours relatief goed beloopbaar en lopen we meer in dalende dan in stijgende lijn. Jippie!

Vorig jaar kreeg ik soms het gevoel dat een trail lopen vanzelf gaat. Vandaag is dat gevoel slechts een mijmering. Toch zit ik mentaal nog heel goed in het avontuur. Ik bevind me in de uitzonderlijke luxepositie om dit samen te kunnen beleven. Urenlang alleen lopen met stramme benen, dat is pas een beproeving. Mijn lichamelijke ongemakken vormen een groot contrast met het gemak waarmee mijn mannen lopen. Hans is ijzersterk, loopt en wandelt bergop alsof het niks is. Mocht hij een vermogensmeter dragen, het ding zou tilt slaan. Bij Sam valt vooral op dat zijn energiebron van het onuitputtelijke soort blijkt te zijn. Het enige waar hij al eens mee worstelt zijn de sportgels die op onverklaarbare wijze uitlopen in zijn broekzak. Als minst frisse van het gezelschap, voel ik me wel eens zo hard deel van het team. We bewegen ons voort als een organisch geheel. Deze vijftiger, dertiger en twintiger hebben het naar hun zin en net dat is onze kracht. Met 5 uur en 1 minuut kunnen we onze marathon finishen. Geen sub5 dus vandaag. Nog 28 kilometer voor de boeg.
Na 46 kilometer bereiken we naar mijn gevoel redelijk vlot de voorlaatste bevoorradingspost. De held op elk van die posten is Erwin, de papa van Pieter. Hij schudt de ene na de andere anekdote achteloos uit zijn mouw. Hij heeft een oeverloos vertrouwen in ons kunnen. Hij biedt het entertainment dat nodig is om de pijn in onze benen niet meer te voelen. Met die mega-peptalk, 2 sneetjes peperkoek en 6 TUC koekjes ben ik er weer klaar voor. De volgende bevoorradingspost is pas over 13 kilometer. In trailtermen is dat heel ver, al is er een mijlpaal om naar uit te kijken. Als we de 50,2 kilometer op ons horloge zien verschijnen, wordt het afstandsrecord van Sam verbroken. Een moment dat uiteraard op beeld wordt vastgelegd, net zoals aanmoedigingen voor Marise die van start zal gaan bij de 18 kilometer.

Terwijl Hans sakkert als we bergaf lopen op asfalt, haal ik opgelucht adem. Zo komt er tenminste schot in deze zaak. Stilletjes aan schiet het op en krijgt de burger wat moed. Tot het plots echt hard begint te regenen en diezelfde moed heel diep in mijn schoenen zakt. Ik moet de pijn verbijten. Vooral mijn hamstrings en bilspieren schreeuwen moord en brand. Het besef dat we er nog lang niet zijn, sijpelt binnen. Met een prachtig zicht over de vallei krijgen we een plensbui over ons heen en wind in het gezicht. Voor Hans is een steile beklimming een rustmomentje, voor Sam is het een leuke uitdaging, voor mij is het een marteling. Mijn lijf sputtert tegen. Ik voel dat ik kracht mis. Het is werken geblazen om vooruit te blijven gaan. Meter voor meter, voet voor voet. Wat een eindeloze onderneming is dit. Ik tel af naar die verduivelde laatste bevoorradingspost.

Als we na 58 kilometer een stuk vlot bergaf kunnen lopen, voel ik mijn buik weer samentrekken. Ik vrees dat een volgende sanitaire stop zich aandient. Omdat we best lekker aan het lopen zijn, wil ik koste wat kost mijn rommelende darmen negeren. In de mate van het mogelijke natuurlijk. Het zou zonde zijn om dit tempo te onderbreken. Terwijl Sam een prachtige foto maakt van Hans in het desolate landschap (wat in het echt niet zo heel desolaat was), bereik ik een volgend mentaal dieptepunt. Tegelijkertijd is er dan ook altijd weer het besef wat een enorm geluk ik heb om hier niet alleen voor te staan. Op de laatste bevoorradingspost, met nog 11 kilometer te gaan, legt Hans z’n arm om me heen en gaan we samen naar het “buffet”. Volgens hem heb ik een stuk rijsttaart nodig om die darmen koest te houden. Daar is ook weer Erwin die de gevleugelde woorden “voetjes wassen en binnenlopen” spreekt.

Na onze laatste heel frisse rivieroversteek (en dus met proper gewassen voetjes) beginnen we aan de finale van onze tocht. De rijsttaart doet z’n werk en brengt vrede in mijn buik. We zijn nog niet gefinisht, maar we voelen alle drie de euforie van het groepsgevoel. Dat wij dit samen beleven en meemaken, dat is wat mij overeind houdt. Met z’n drieën zijn wij een onverwoestbaar team. De laatste etappe is nog een stevige. Bij de voorlaatste steile klim hap ik letterlijk naar adem. De videoboodschappen van Roos en Joni bieden de nodige verstrooiing. Het is uiteraard Sam die nog in staat is om al lopend filmpjes te tonen. Zei ik al dat hij van alle markten thuis is? Bovendien heeft hij zich ook voorbereid op de moeilijke momenten van deze finale. Hij laat ons Turbo horen voor een extra energieboost. Ook Eliud Kipchoge mag met zijn The mind is stronger than the body niet ontbreken. Laat dat vandaag in mijn geval wel geheel de waarheid zijn.

Vanaf kilometer 61 worden we ingehaald door de koplopers van de 18 kilometer wedstrijd. Jonge snaken zonder trailvest die aan een rotvaart langs gesjeesd komen. Het is niet bepaald bemoedigend voor de staat waarin ik me bevind. Ook de laatste klim hakt er stevig in. Ik sleep mezelf naar boven, alles doet pijn. Aan alle miserie komt een eind en dan is het zaak om ook dat moment vast te pakken. De allerlaatste 3 kilometers lopen godzijdank naar beneden. Ik loop nog steeds met plezier. Lopen geeft me immers moed en het is de snelste manier om vooruit te gaan. Ook als dat schommelend, dan wel strompelend is. Als laatste obstakel kruipen we over een vangrail om dan met een prachtig zicht op het ooit futuristische Vayamundo-complex naar beneden richting finish te stormen. Behoedzaam stormen. Je wil hier echt niet tegen de grond gaan. Hans kan ternauwernood een struikelpartij vermijden. Ik glij bijna weg over een stuk rots in de allerlaatste strook. Als we de finishboog zien (hij staat er!), grijpen we in een reflex naar elkaars handen. Samen is de enige manier om over die lijn te gaan. We roepen het alle drie uit en vallen elkaar in de armen. We hebben het gehaald in 8 uur en 45 minuten. Het feestje is helemaal compleet als Pieter en Stijn een uur na ons hun Chouffe trail binnenhalen. Wat een dag!

Het was mijn derde 70’er op de La Chouffe trail en het was zonder meer ook mijn zwaarste. Elke editie zijn er weer andere beren op de weg. Als het niet bloedje heet is, dan kom je een keer (of meer) stevig ten val. Als het gezelschap top is, dan schort er lichamelijk één en ander. Bovendien blijft 70 kilometer lopen in de Ardennen zelfs in optimale omstandigheden en in opperbeste vorm een uitdaging van formaat. Afzien is een beest dat vele gedaantes kent. Net die onvoorspelbare cocktail maakt ook dat ik erg ben gaan houden van een stevig trailtje op z’n tijd. De teneur van mijn loopjaar 2024 is dat het moeilijk ook kan, zij het dan wat trager. Deze trail was daar een langgerekt voorbeeld van. Mijn eeuwige dank gaat dan ook naar Hans en Sam, zoveel meer dan uitstekende compagnons de route. Bedankt, mannen, om samen aan boord te gaan van een turbulente vaart en een unieke drievuldigheid te vormen. Samen uit, samen thuis is echt geen evidentie bij een trail. Laten we ons nooit meer afvragen waarom we dit eigenlijk doen.

Nog enkele weetjes:
- Hans liep naar een derde plek bij de vijftigplussers – wauw! – de finishtijden tonen aan dat een sterk deelnemersveld present tekende: er stonden 138 deelnemers aan de start, slechts 11 van hen lieten een DNF optekenen
- wederom was Shefi Xhaferaj onoverwinnelijk, de Luxemburgse had slechts 7 uur en 6 minuten nodig om haar derde Chouffe-kabouter mee naar huis te nemen, de Fransman Patrice Ringot ging als eerste over de finishlijn na 6 uur en 21 minuten
- Anja Berners liep naar de tweede plek, het brons was voor Sophie Van Dongen die 2 minuten voor mij over de finish kwam, ik heb geen idee wanneer ze mij voorbij raasde, maar het is sowieso een remonte om u tegen te zeggen: dik verdiend!
- Daniël en Ludovic kruisten vorig jaar mijn pad, ook nu waren ze van de partij en zetten ze een sterke tijd neer, evenzeer een eervolle vermelding verdient de 23-jarige Tienenaar Noah, die ik ontmoette op de Meerdaalwoudtrail in december: hij liep naar een indrukwekkende 14e plek in het klassement
- ik maakte me zorgen over de batterijcapaciteit van mijn Garmin en ging die dus als een gek opladen, dat bleek wat overdreven: aan de finish had ik nog 35% batterij over (kon ik mijn lichaamsbatterij maar opladen tot 100%)
- een nieuwigheidje was het hoogteprofiel dat omgekeerd op ons borstnummer stond zodat je het als loper kan volgen: met momenten praktisch, maar net zo goed angstaanjagend
- het was voor mij een trail van de experimenten en eerste keren: andere voeding (6D), een nagelnieuw shirt (Craft), een fantastische sportbh (Brooks), de eerste op Hoka’s en ’s ochtends boterhammen met kaas
- ik dronk in totaal een litertje of 5 water, ik at 1 gelletje, 2 repen Clif bloks, 4 sneetjes peperkoek, pakweg 20 TUC koekjes en 1 stukje rijsstaart met geneeskrachtige werking
- Sam had af en toe een steentje in zijn schoen en als we hem mogen geloven, voelde hij toch ook z’n spieren wel branden, oef!
- Hans’ darmen waren lekker actief, hij bekende nadien dat hij de hele trail toch best wat gasvorming had, waarbij hij dacht dat hij die op subtiele wijze kon laten ontsnappen – niks ontgaat echter mijn scherpe gehoor!
- Pieter heeft een broer die zijn broer niet is, een tante die zijn tante niet is en een meter die zijn nicht is: gekke familie, die Van den Borres
- ik moest een sanitaire stop maken, maar de insecten lieten mij met rust, ik kwam geen enkele keer ten val en we liepen geen metertje verkeerd: count your blessings
- bifurcation betekent splitsing in het Frans, wat een woord!
- de indrukwekkendste aankomst was die van Marise op de 18 kilometer, nooit eerder zag ik iemand zo fris en fruitig een trailwedstrijd finishen
- aan de finish werd ik aangesprokken door blogvolger Céline die tweede eindigde op de short challenge, wat een ongelooflijk fijne ontmoeting!
- hoe zwaar ik het ook had tijdens de trail, daags nadien stapte ik behoorlijk gezwind uit bed en bleef de grote stijfheid uit: waar is de tijd dat ik een week als een hark door het leven ging?
- nog eens een dankjewel aan Hans en Sam die de eventfoto’s kochten (één van onze foto’s haalde de foto special) en mij hielpen om informatie te vergaren voor dit verslag
