Het gerief – Ik ga 100 km lopen en neem mee

Yes yes, morgen is het zover! Hans en ik beginnen dan aan ons mega trailavontuur in Bouillon. 101 kilometer met 3314 hoogtemeters staan er op het menu. Om 3 uur (!) beginnen we eraan. We zijn gepakt en gezakt, klaar om eraan te beginnen, al klinkt het op dit moment nog heel onwezenlijk. Aan onze voorbereiding zal het niet liggen. In mei liepen we heel veel kilometertjes zij aan zij, waaronder ook een paar mooie trails in de Ardennen. We hadden dus de kans om wat eten en gerief uit te testen. Zo leerde ik van Hans dat er eigenlijk een soort van vuilniszakje in je trailvest hangt. Heel handig! Dan is de vraag van vandaag: wat neemt een mens zoal mee als ze 100 kilometer gaat lopen?

De organisatie legt een lijst op van verplicht materiaal dat elke deelnemer moet meenemen. Daar zitten spullen bij voor in geval van nood, een scenario waar je liever niet aan denkt, maar toch rekening mee moet houden: een overlevingsdeken (zo’n thermisch blinkend geval), een fluitje (hangt standaard aan elke trailvest) en elastische tape (kinesiotape). Elke loper moet bovendien een telefoon en identiteitskaart bij zich hebben. Aangezien we ’s nachts vertrekken, is ook een hoofdlamp verplicht en allesbehalve een overbodige luxe. Tot slot moet je een eigen beker bij je hebben (om te drinken aan de bevoorradingsposten), een waterreserve van 1 liter (wat niet heel veel is gezien het warme weer) en een voedselreserve (die niet verder gespecificeerd wordt).

Mijn trailvest is nog steeds de Advanced Skin 5 van Salomon. Ik kocht die in 2022 voor mijn eerste 70 kilometer in Houffalize. Een absolute aanrader! 5 liter opbergruimte is behoorlijk wat en meer dan genoeg als je geen extra kleding meeneemt. De meeste plaats wordt ingenomen door 4 soft flasks, in totaal 2 liter water. Twee flesjes zitten vooraan, de andere twee zijn extra’s op de rug. Ik drink liefst van al gewoon puur water. Misschien zwicht ik op de bevoorrading ook eens voor een colaatje. Naast drinken herberg je ook een hoeveelheid voeding. Tijdens de trainingen bleken de ISO gels van 6D met appel- en ananassmaak mij goed te bevallen, net zoals de sportrepen van 6D. De bloks (een soort snoepjes) van Clif mogen zeker ook niet ontbreken. Qua voeding reken ik verder op het buffet van de bevoorradingsposten. Voor mij is er geen trail zonder TUC. Heerlijk om het mondgevoel te neutraliseren en ook wat zouten binnen te krijgen. Een stukje peperkoek en wat rijsttaart schuif ik doorgaans ook vlot naar binnen. Mag zeker niet ontbreken “voor het geval dat”: zakdoekjes (de noodzakelijke sanitaire stop), insectenspray (er vliegt en springt daar wel wat rond), ontsmettingsspray (toch wel zo proper na een valpartij) en wat basis medicatie (pijnstiller en allergiepilletje).

We zullen onderweg 8 bevoorradingsposten passeren. Dat is mooi! Na 55 kilometer ligt op post nr. 4 onze drop bag, een tas met wat extra persoonlijke spullen die de organisatie daar voor je klaarzet. Hans heeft met zijn 100 mijlers al drop bag ervaring, voor mij is dit een primeur. Er gaan sowieso een paar schoenen en wat extra kleding in. Niet dat ik van plan ben om iets te wisselen, maar je weet maar nooit. Een fris washandje lijkt me wel lekker, net zoals iets boterham-achtig om te eten. We zijn van plan om ons daar van een goeie laag zonnecrème te voorzien – voor wat dat waard is met al dat gezweet. Uiteraard is het ook een kans om de voorraad gels en repen in je vest aan te vullen. Voor alle duidelijkheid: ik ben niet van plan om alles wat op de foto staat weg te stouwen. Ik heb niet heel veel brandstof nodig om te blijven gaan.

Hoewel ik het gedoe met gerief aanvankelijk veel gedoe vond bij trails, ben ik er nu van gaan houden. Het is het ultieme padvindersgevoel: vestje op, spulletjes mee en gaan! Denken jullie ergens in de loop van de dag eens aan ons?

Loperspraat – De trailloper in mei

De trailloper in mij, er valt wel wat over te zeggen. 8 jaar geleden liep ik mijn eerste trail. Hoewel, 25 kilometer in een modderig en winters Meerdaalwoud: dat kan je nog een uit de kluiten gewassen bosloop noemen. In juli 2017 stond ik voor het eerst aan de start van een ultra in de Ardennen. 49 kilometer! Samen met mijn papa begon ik eraan. Zwaar onder de indruk bereikten we allebei de finish, want in de Ardennen daar loop je 3D bergen op en beleef je een bos- en berggevoel voor gevorderden. Ik had het al vaker over die genese van mezelf als trailloper. Aan sympathie voor de trailsport was er nooit een gebrek, aan vertrouwen in mijn eigen kunnen buiten het geasfalteerde pad wel. Al voor ik Hans kende, was die droom er om ooit eens 100 kilometer aan te tikken. Et voilà, daar was dus plots het concrete plan om op 14 juni in Bouillon samen 102 kilometer te lopen tijdens de Trail Godefroy. Na 2 rustigere weken in april met een focus op herstel, was mei onze onvervalste trailmaand. Ik overschreed deze maand de kaap van de 400 loopkilometers (een record!). De trailloper in mij, ze bestaat wel degelijk.

Op 1 mei vlogen we meteen stevig in de trainingsarbeid. In het Park van Tervuren en het Zoniënwoud liepen we onze toer van 25 kilometer: een gevarieerde lus die het ideale opstapje naar het echt trailwerk vormt. Een pittige binnenkomer was het zeker. Toen we ergens halverwege pauzeerden om iets te eten, stelden we allebei vast dat die marathon ons nog in het lijf zat. Lichtjes gedehydrateerd liepen we binnen. Een zware training is een nuttige training. We hadden nog tijd genoeg om helemaal in het goede gevoel te groeien. Een paar dagen later liepen we een prachtige 20 kilometer in de omgeving van Houwaart en Tielt-Winge. We haalden herinneringen op aan ruim een jaar geleden toen we hier in de sneeuw tussen de wijnranken liepen. Voor mij was het ook de omgeving waar ik Katja leerde kennen tijdens de Houwaartse Wijnjogging. Een afsluitend lusje liepen we in het Troostembergbos, echt de moeite! Met 267 hoogtemeters in de benen kwam nu ook het goede gevoel om de hoek kijken.

Op 10 mei trokken we naar Bierbeek voor een rondje door het Mollendaalbos en het Meerdaalwoud. Het waren 19 kilometers die niet zonder slag of stoot verliepen. Hans kreeg na een kilometer of 8 veel last van zijn kuit, in die mate dat lopen heel pijnlijk was. Rustig aan vervolmaakten we onze tocht. De schrik zat er in dat er meer aan de hand was. Gelukkig bleek de weerbarstige kuit zondagochtend heel wat soepeler te zijn en waagden we het erop om naar de Voerstreek te trekken voor een lange duurloop. Met 24 graden was het aan de warme kant. We liepen uiteindelijk twee lussen met een tussentijdse bevoorrading aan de auto: in totaal 31 kilometer met 760 hoogtemeters. Wat een ongelooflijk mooie omgeving is Voeren toch! In de stijl van The Sound of Music liepen we over grasvelden (de edelweissjes waren vervangen door boterbloemen). Berg op en af uiteraard, maar de omgeving was zo gevarieerd dat we helemaal in het moment zaten. Schril contrast met de rustgevende omgeving: een familiewandeling die ontaard was in een familieruzie. Roepende broers met aanhang en ouders die de boel proberen te sussen, dat was althans mijn interpretatie van de feiten. De kuit van Hans hield het. Helemaal heppie en opgeladen reden we dus terug naar huis.

Heverleebos mocht natuurlijk niet op het trail-appel ontbreken. 17 mei liepen we daar een leuk rondje van een kleine 15 kilometer. Een fijn weerzien met het bos waar ik vroeger elke tak kende. De kuit van Hans speelde wat op en ik keerde huiswaarts met een allergische reactie aan mijn oog. Daags nadien zouden we nog meer blikschade oplopen. Er stond namelijk een eerste trail in de Ardennen gepland, meer bepaald in Aywaille. Het nadeel van Tienen is dat je niet in een bosrijke omgeving woont. Het voordeel is dat Tienen de poort naar de Ardennen is. Hans had een uitdagende route uitgestippeld: 34 kilometer met 1400 hoogtemeters. Pijn zou dat hoe dan ook doen. Zoals steeds, ging de start meteen heel pittig omhoog. Na amper 1,5 kilometer liep Hans tegen een overhangende boom. Een stevige knots en daar lag hij op de grond. Na de eerste schrik, bleek er gelukkig niet meer aan de hand dan een schram op zijn hoofd. De volgende hindernis was een koeienweide die we moesten oversteken. Ik hoorde in de verte een koe als een dolle loeien en vertrouwde het zaakje voor geen haar. Vertrappeld te worden door een bende koeien in de Ardennen, het is niet de manier waarop ik wil sterven. Ze kregen ons gelukkig niet te pakken.

Onze tocht ging verder onder een indrukwekkend viaduct en dan over een grimmig paintballterrein waar (ook weer gelukkig) geen activiteit plaatsvond. Het gevoel zat goed bij mij. Trailen in de Ardennen: het is altijd zwaarder dan je denkt, maar het is ook altijd mooier dan je verwacht. De route langs de Ninglinspo blijkt erg in trek te zijn bij Nederlanders, een betoverend mooi stukje Ardennen met een kabbelende rivier en feeërieke bomen. Al werd de rust een beetje verstoord door een bende gekken op een mountainbike die zich met gevaar voor eigen leven aan een halsbrekende downhill waagden. Zij liever dan wij! Na een heel pittige klim ging het nog steeds goed en kon ik uitkijken naar het einde: de laatste 6 kilometer zouden namelijk in dalende lijn lopen. Dat deed deugd! Op één van de laatste dichtbegroeide stroken haalde ik wel mijn benen goed open aan de doorns. Eveneens toe te voegen aan het schaderapport van de dag: twee teken bij Hans. Moe, maar heel voldaan stapten wij weer in de auto.

Ook regenweer was van de partij in onze trailmaand. Vorig weekend liepen we een rondje Tervuren door de gietende regen. Het ging lekker, maar we waren goed verzopen nadien. Mag het eens iets anders zijn? Op zondag 25 mei stond Hans aan de start van de 20 kilometer door Brussel. Ik beleefde het (in de regen) als supporter langs de zijlijn. Waarom? Wel, ik viel weer maar eens ten prooi aan de fomo van de loophypers. Deze editie was in amper een kwartier uitverkocht en dan ben ik eigenlijk altijd te laat. Hans kon een startbewijs scoren via zijn werk. Moreel was hij het aan mij (en Roos) verplicht om te starten. Het was er eentje om van te genieten! Amper 1u31 had hij nodig om de finish te bereiken. Lopen in Brussel, het is nooit een echt lachertje.

Over twee weken starten we dus ergens heel vroeg aan ons 100 kilometer avontuur. Ik liep deze maand elke dag. Nog belangrijker: ik verteerde ook de langere trails heel goed. Ik onthoud dat je voor elke meter die je berg op loopt, er eentje berg af loopt. Bovendien heb ik er heel erg van genoten om samen trainingen te plannen en zowel dichtbij als wat verder van huis samen kilometertjes te maken. Morgen volgt er nog een slotstuk in Malmedy van 39 kilometer en dan kan de rustiger-aan-periode beginnen. De trailloper in mij heeft niet bepaald stilgezeten in mei.

Het gerief – Een trailschoenenspecial

Tot voor kort had ik weinig speciaals te vertellen over de trailschoenen waar ik mee liep. Een beetje hetzelfde verhaal als met mijn wegschoenen: ik bleef hangen bij wat ik kende van Nike zonder me daar veel vragen bij te stellen. Ik liep veel en ook lange trails in de Ardennen met de Pegasus trail reeks. Met schoenen van een ander merk zouden die uitdagingen niet plots veel makkelijker geweest zijn. Buiten die keer in Houffalize dat ik de totaal onlogische keuze maakte om met een GoreTex schoen te lopen. In warm weer, uren aan een stuk en een paar keer de rivier door. Het resultaat: blijvend natte voeten én blaren. Mijn trailschoenen van Nike deden het vooral goed als modderschoenen. Als je in een dorp woont richting boerenbuiten, dan loop je in het najaar steevast door modder op een harde ondergrond. Een niet zo bijzondere trailversie van een niet zo bijzondere wegschoen (want dat is de Pegasus trail) is dan een goed compromis: je hebt meer grip, maar boet in aan comfort. Nu ben ik dus samen met een rasechte trailloper, die ook al heel wat meer jaren ervaring met trailschoenen heeft. Bovendien verzeilde ik in de loopschoenenbranche en was het dus onafwendbaar dat ik ook op trailvlak mijn horizon zou verleggen. Een blik op mijn trailschoenenrek.

De Speedgoat 5 van Hoka is voor mij de ideale allround trailschoen. Eentje waar je op divers terrein mee uit de voeten kan. Een modderige loop in Heverleebos of een technischer trailtje in de Ardennen, met de Speedgoat aan je voeten zit je altijd safe. Het is een zachte schoen die voldoende grip geeft. De pasvorm zal vele voetjes blij maken. Dat bleek toch toen ik nog schoenen verkocht: de Speedgoat zit zo lekker als een pantoffel, maar wel één die doet dromen van bos en bergen. In het najaar kwam de Speedgoat 6 uit. Veel veranderde er niet, al zijn lopers met bredere voeten blijer met de 5. Een aandachtspunt is de slijtage van het profiel. Verharde kilometers moet je er echt wel mee beperken om te vermijden dat het profiel wegsmelt als sneeuw onder de zon. Mijn snelle geiten waren het eerste paar Hoka’s dat ik kocht en we zijn nog niet uitgelopen samen.

Liefde op het eerste gevoel had ik met de Xodus Ultra 3 van Saucony, een oerdegelijke trailschoen verpakt als een wegschoen. De eerste keer dat ik hem aantrok, was het meteen raak: dit is de trailschoen die ik nodig had! De zool is wat hoger en bestaat uit twee lichte foams. De Xodus combineert demping dan ook met responsiviteit. Je zakt er kortom minder in weg, waardoor je tempo kan maken als het off-road terrein wat beter beloopbaar is. Ik trek ze vooral aan bij bosloopjes hier in de omgeving. In december liep ik er de Trail de la Soupe mee: een goeie 40 kilometer die modderiger en technischer waren dan verwacht, maar ik betreurde mijn keuze voor mijn bordeauxrode rakkers in geen geval.

De Mafate Speed 4 van Hoka is mijn nieuwste aanwinst en kocht ik met het oog op het echt lange ultrawerk dat er zit aan te komen. Ik was al lichtjes beïnvloed door de complimentenregen van Hans over deze schoen. Voor een gewone bosloop met wat hoogte moet je niet meteen investeren in de Mafate. Het is op alle vlakken immers de meest geavanceerde trailschoen uit de Hoka-stal. Aan de pasvorm merk je meteen dat het een schoen is waar je een huis op kan bouwen. De zool is opgebouwd uit een zachtere foam om voldoende demping en dus comfort te geven, aangevuld met een wat hardere basis zodat de schoen ook stabiel blijft als je er uren aan een stuk mee loopt. Voor het technische werk (denk: steile klimmetjes en afdalingen over een geaccidenteerd terrein) is de Mafate je allerbeste vriend. Na mijn eerste trailtje ermee, kroonde ik mezelf meteen tot trailgodin Maffie. Een schot in de roos dus!

Tot slot nog dit: een trailschoen koop je niet om je voeten droog te houden. Lopende voeten kunnen beter gewoon nat worden in ademend materiaal waarin het vocht uit de schoen kan. Een trailschoen is aan te raden als je meer grip wil houden op een natte, gladde of oneffen ondergrond. De zool van een trailschoen is robuuster, waardoor je niet meteen elke steen voelt waar je over loopt. Bovendien is ook het bovenwerk steviger en zijn je tenen beter beschermd als je ergens tegenaan stoot. Voor de meeste trailschoenen is de algemene richtlijn dat je om het profiel van de zool te sparen niet meer dan een kwart van je kilometers op verharde (asfalt/beton) ondergrond mag lopen. Omdat trailschoenen het doorgaans harder te verduren krijgen door de omstandigheden waarin ze worden gebruikt, gaan ze wat minder lang mee. Door te stijgen en dalen staat het bovenwerk meer onder druk en kan dat sneller scheuren. Ook modder en zand zorgen ervoor dat het materiaal sneller verslijt.

Disclaimer: ik werkte dan wel voor Absolute Run – Vedette Sport in Leuven. Ik betaal mijn schoenen helemaal zelf en word door niks of niemand verplicht om daar een mening over te hebben, laat staan om die te delen.

Loperspraat – Mijn sportieve voorjaar van 2025

Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen aan een lopend koppel te zijn of een koppel lopers. Je kan samen gaan lopen en nadien een chocomelk drinken ter recuperatie. Je kan op elk moment van de dag iets delen over alles wat je tegenkomt tijdens het lopen, zowel letterlijk als figuurlijk. Er is altijd iemand die daar net op dat ene pijnlijke plekje op je bil wil duwen om je verkrampte spier los te krijgen. Er is altijd iemand tegen wie je schaamteloos een pijntjesrapport kan afleveren. Je kan vooral ook heel veel plannen maken samen. Zo is mijn hart nog sneller gaan slaan om een toertje te gaan trailen (ook al loop ik nog steeds niet graag bergop) en is Hans makkelijker te verleiden om een marathon op asfalt te lopen. Onze sportieve agenda voor de eerste helft van 2025 is kortom weer goed, maar vooral mooi, gevuld. 

Het leven is aan de rappen en al helemaal als je je wil inschrijven voor een sportief evenement. Terwijl wij dachten dat we in december goed bezig waren met plannen te maken voor over een half jaar, werden we meermaals gepakt op snelheid. De 10 Miles in Antwerpen (27 april 2025) was in amper twee dagen uitverkocht. Een boot gemist, maar geen man over boord: de 10 Miles konden we wel een jaartje overslaan. Een veel pijnlijkere trein die aan ons voorbij raasde was die van de CPC Loop in Den Haag (9 maart 2025). Toch wel mijn favoriete halve marathon, omdat het gewoon altijd goed is daar. Ook de CPC viel dus ten prooi aan de FOMO die onder lopers heerst. We konden geen inschrijvingsbewijs bemachtigen: een pijnlijke noot om te kraken. Dezelfde dag kwamen we ook te weten dat een trail in de Elzas die we in mei wilden lopen helaas uitverkocht was. Even flink balen om dan van koers te veranderen. 

Voor de meeste stadsmarathons is het eerder regel dan uitzondering dat je je ruim van tevoren moet inschrijven. Pakweg een jaar. Het was dan ook in maart 2024 dat we ons inschreven voor toch wel een heel bijzonder evenement: het EK marathon dat gewoon voor iedereen toegankelijk is. 13 april 2025 is de dag waarop het zal gebeuren. In rechte lijn lopen we dan van Brussel naar Leuven om in Leuven de finale in te zetten. Aha, van Brussel naar Leuven lopen! Ik was een trendsetter toen ik me daar in 2018 aan waagde. De organisatie mag gerust beroep doen op mijn ervaring met de lijn Brussel-Tervuren-Leuven. Op dit moment zijn er 11.000 inschrijvingen voor de volledige afstand (er is ook een halve en 10 km race) en zo wordt dit evenement de grootste stadsmarathon van België. Bovendien wordt het mijn 20e marathon en zal het ook 10 jaar geleden zijn dat ik me aan de marathonafstand waag. Een ongezien loopfeest waar ik heel erg naar uitkijk in het jaar waarin ik 40 word.

In mei hoop ik weer aan de start te staan van de 20 km door Brussel. De inschrijvingen starten op 12 maart en ik ga nu echt eens heel hard mijn best doen om me meteen die dag in te schrijven. De maand mei zal verder in het teken staan van kilometers maken en ook wel wat hoogte. Ik heb altijd de droom gehad om eens 100 kilometer te lopen en met Hans aan mijn zijde heb ik nu ook de perfecte partner om dat avontuur aan te gaan. Samen trails lopen, geloof me: romantischer dan dat wordt het niet. Een voorlopige streep dus door de UTMB trail in de Elzas (wellicht een plan voor 2026). Om die 100 kilometer rond te krijgen vonden we een waardig alternatief bij de Trail de Godefroy in Bouillon op 14 juni. Een bucketlist trail van de Benelux, aldus de organisatie. Met 3150 hoogtemeters ligt die in lijn met de Chouffe trail en, jullie weten dat al, dat is de trail waar ik alles aan afmeet. En hoe zit het dan met de Chouffe trail in Houffalize? Wel, de organisatie heeft beslist dat het voor mij na drie deelnames aan de (net geen) 70 kilometer tijd was voor wat meer trailfun. De langste afstand is nu 80 kilometer en aangezien de Chouffe amper drie weken na Bouillon komt en het begin juli doorgaans warm is, betekent dat toch aanzienlijk meer zweet en mogelijks ook gesakker op de hoogte. Sam zal trouwens ook weer van de partij zijn.

Aan plannen geen gebrek. Nu alleen hopen dat mijn hamstrings er ook wat meer zin in krijgen de komende tijd. Sinds mijn positieve bericht na de Trail de la Soupe zet die positieve tendens zich voorzichtig verder, al is er nog veel werk aan de winkel. De moed zakt me soms nog in de schoenen, maar diezelfde schoenen voelen ook wel weer dat er meer power in de beentjes zit. Hoop doet leven. Plannen maken doen dat eens zo hard. Hans verkeert trouwens nog steeds in uitstekende vorm na zijn 100 mijl op de Bello Gallico in december en een toptijd op de Eindejaarscorrida in Leuven. Op naar veel sfeer en gezelligheid dus in het sportieve jaar 2025! 

Loperspraat – Een toertje trailen met soep

Soms is het beter om onwetend te zijn. Als ik had geweten dat er in de Trail de la Soupe geklommen moest worden met touwen, dan zou ik het namelijk niet hebben aangedurfd. Ik loop natuurlijk wel graag een trailtje, dat mag ook lang zijn, maar liefst niet te technisch. De La Chouffe is om die reden een trail naar mijn hart. Door de jaren heen werd de Chouffe een referentie waar ik trails aan afmeet. Het brute werk van de Trail des Fantômes liet ik in augustus dan ook met plezier aan Roos, Joni en Hans. Sinds de Hel van Kasterlee mijn najaarsprogramma niet langer hypothekeert, kwam er ruimte vrij om een wintertrail te lopen. Hans en Sam hadden ook nog eens zin om samen op pad te gaan in de omgeving van La-Roche-en-Ardenne en zo stonden wij dus op zondagochtend aan de (ijskoude!) start van de 44 km. 

Het was lang geleden dat mijn vlam om erin te vliegen zo hevig brandde. Niks moet en alles mag, dit was een avontuur waar ik me onbezonnen kon instorten. Die ingesteldheid had ik te danken aan het uitmuntende gezelschap, maar ook aan de positieve flow die ik weer te pakken heb. Het heeft wat tijd gekost om mijn marathon in Berlijn op het schap te kunnen plaatsen. Halverwege oktober ging ik nietsvermoedend 10 kilometer lopen door het Tiense platteland en voelde ik dat er iets veranderd was. Ik voelde me sterker en fitter. Ik kon plots weer wat tempo maken en het gaspedaal induwen, ondanks die zeurende hamstrings en bilspieren. Alsof al die maanden training en inspanningen om te herstellen op dat eigenste moment hun vruchten afwierpen. Ik kwam tot de conclusie dat de Berlin Marathon mij deugd had gedaan. 

SZTJ6529

De start van een trail is altijd goed voor een spontane ontmoeting. Ik leerde trouwe bloglezer Lobke kennen die zich in goed gezelschap warm hield voor de start van de 33 km. Sam zou – met dank aan de vrije start – 7 minuten na Hans en mij vertrekken om zo meteen aan een inhaalrace te beginnen. Veel wist ik niet van wat ons op het parcours te wachten stond. Aangezien ik alles met de Chouffe trail vergelijk, wist ik dat 1500 hoogtemeters op 44 kilometer best wel wat is. De eerste kilometers gingen meteen goed omhoog. We kregen een prachtig uitzicht gepresenteerd, de zon brak erdoor en ik besefte weer dat het zo leuk is om samen met Hans te lopen. 

Niks dan goed nieuws dus. De stijging was beloopbaar, de ondergrond gevarieerd: hier en daar modderig, soms nog keihard bevroren. Ook de omgeving stelde niet teleur. Na 8 kilometer bereikten we het hoogste punt en een kilometer later werden we bijgebeend door Sam die ook tijdens een trail niet vies is van wat sprintwerk. Tijd dus om bij te praten. Na 18 kilometer en net geen 2 uur op de klok bereikten we met z’n drieën de eerste bevoorradingspost in Maboge. Naast het standaard trailbuffet stond daar uiteraard ook soep op het menu. Terwijl Hans aan de cola zat en Sam aan de soep ging, koos ik voor de TUC koekjes. Geen trail zonder TUC! 

SDUR5526

Mijn muts had ik al ingewisseld voor een pet, maar ik bleef er bijzonder goedgemutst bij lopen. Ik vloekte niet op de hoogte, ik zat helemaal in het moment en genoot ten volle van het samenzijn met mijn trailcompagnons. Zelfs toen het steeds steiler omhoog ging, er geklommen en gesprongen moest worden. Ook toen ik dus touwen zag hangen die een noodzaak waren om boven te geraken. Ik hing nog steeds aan de rekker van die twee klasbakken voor mij, maar ik voelde me 10x beter dan in Houffalize enkele maanden geleden en dat was zonder meer een reden om heel blij van te worden. Het had letterlijk wel wat voeten in de aarde om de tweede bevoorradingspost op kilometer 35 te bereiken. Daar schoof ik nog wat TUC’s naar binnen om opgeladen de finale te kunnen inzetten.  

De Muur van Maboge wachtte nog op ons, een beklimming die zijn naam niet gestolen heeft. Ruim een kilometer ging het steil omhoog. Met als hoogtepunt 500 meter stijgen aan 20%: het is niet van de poes. Al klauterend naar boven besloten we een groepsportret te laten vastleggen door de fotograaf van dienst, wat maar net goed afliep voor Sam. De laatste kilometers gingen in dalende lijn back to the city, het charmante La-Roche-en-Ardenne dus. Na 5 uur en 30 minuten bereikten we hand in hand de finish. Een beetje moe maar voldaan, zoals dat heet. We konden ons verwarmen aan het soepbuffet. Het was een stralende dag in La Roche. Net zoals de soep smaakte het naar meer.  

IMG_5398b

Loperspraat – De legendarische Great Escape van Hans

Jullie weten al dat Hans een bijzondere man is. Een man die van vele markten thuis is. Een echte trailloper die niet bang is voor een grensverleggend avontuur dat op een mission impossible lijkt. Zo bracht ik hem op vrijdag 13 september naar Maboge waar hij de bus zou nemen naar Ettelbrück in Luxemburg om van daaruit in (een niet zo heel rechte) lijn terug naar Maboge te lopen. Goed voor een trailrun van zo’n 100 mijl, ofte een dikke 160 kilometer. Kortom, een missie die wel wat voeten in de aarde had en ook van het lange type zou zijn. Roos toverde haar auto voor de gelegenheid om tot een camper zodat wij Hans vanaf zaterdagavond van controlepost naar controlepost konden volgen. Op het koudst van de nacht was het een graad of 2. We konden toch wat uurtjes slaap meepikken en slaagden er ook in om de sfeer erin te houden. Hans was duidelijk beter bestand tegen de ontbering. Hij zette en pakte door. Zondagmiddag zagen we hem net na de middag finishen. Na 32 uur en 51 minuten zaten zijn 164 kilometers erop. Ik zei het al: wat een man! Hoe hem dat alles verging? Hij vertelt het jullie zelf.

FHHO3873

Toen ik in 2017 besloot me op trailrunning toe te leggen en de stratenlopen links te laten liggen had ik geen duidelijk omlijnd plan of doel. Ik wilde deze “discipline” rustig ontdekken; zo vaak mogelijk in de natuur lopen, over onverharde paden, het liefst zo ver mogelijk van de drukte en het lawaai. Ik liep dus af en toe eens een trailwedstrijd in de Ardennen, maar nog vaker trok ik er gewoon in mijn eentje op uit om ergens in de natuur een mooie trail te lopen.

Ik begon ook steeds vaker langere afstanden te lopen en zoals ik altijd gedaan heb bouwde ik dat rustig op. Hoewel ik na verloop van tijd ook steeds vaker verder dan de marathonafstand liep, en dus theoretisch gezien een ultraloper werd, vond ik het wat overdreven om mezelf dat predicaat toe te kennen.

In 2023 ontmoette ik Joke tijdens de La Chouffe Trail 70 km en wat er daarna allemaal gebeurde, kan je uitgebreid lezen elders in deze blog, maar het gaf sowieso een boost aan mijn loopambities en meer bepaald met betrekking tot het “ultratrailen”. Toen ik het er met haar eens over had om me in te schrijven voor een 50 mijl wedstrijd was haar reactie: “Waarom ga je niet meteen voor 100 mijl?” Dat was het zetje dat ik nodig had om eens iets gek te doen en zo geschiedde… Ik schreef me in voor de Bello Gallico 100 mijl in december 2023. Helaas sloeg in volle voorbereiding het noodlot toe. Eind november verstuikte ik tijdens een rustig trainingsloopje mijn enkel. Met de moed der wanhoop en tegen beter weten in verscheen ik toch aan de start, maar mijn enkel liet het onderweg meer en meer afweten en na 14 uur en 101 kilometer moest ik noodgedwongen de strijd staken hoewel ik me verder nog prima voelde. Ik stapte uit met een dubbel gevoel; een DNF in deze wedstrijd, maar wel mijn afstandsrecord op 101 kilometer gebracht. Ik kon me al wat beter verzoenen met het label ultraloper.

Mijn herstel van die blessure werd eind februari helaas nog eens doorkruist door een spierscheur in mijn kuit die ik opliep tijdens een trailwedstrijd in Binkom en terwijl ik het loopjaar 2024 al compleet de mist zag ingaan, bleef Joke bij hoog en bij laag beweren dat 2024 een top-loopjaar zou worden voor mij. En ze heeft echt wel gelijk gekregen; achtereenvolgens verzamelde ik in de volgende maanden PR’s op de marathon (in Milaan) en de 20 km van Brussel, zette ik samen met Roos een mooie tijd neer tijdens de 10 miles in Antwerpen, liep ik in juli samen met Joke en Sam de La Chouffe Trail 70 km en in augustus samen met Roos en Joni de Trail des Fantômes 48 km, ging ik tijdens een weekend in de Ardennen 60 km hiken en liep ik 44 kilometer tijdens de 4 uur van de Mollekestrail. Kon ik er meer klaar voor zijn om een nieuwe poging te wagen om die 100 mijl te verslaan? Ik denk het niet…

Het weekend van 13 tot 15 september stond al heel lang in mijn agenda met stip genoteerd: the Great Escape. Ik citeer even de website: “Escape from the Ardennes! 160 km doorheen het mooiste dat de Ardennen te bieden hebben. Trek je stoute schoenen aan, stap uit de dagelijkse sleur, en begin te dromen van wijdse open vlaktes en de mooiste landschappen. Je zal 160 km aan trails ontdekken, aan beide zijden van de Belgisch-Luxemburgse grens, in het hart van de Ardennen. Onderweg tal van kleine ontdekkingen – een historisch kruis, oude muren, kleine beekjes en rivieren – en grootse uitzichten. Feërieke mist, een vluchtige glimp van een hert, de geur van vers gemaaide velden, je zal overdonderd worden met indrukken die je ‘Great Escape’ tot een memorabele ervaring zullen maken.”

Het concept kort samengevat: je start op zaterdagochtend om 4 uur samen met 199 andere lopers in het Luxemburgse Ettelbrück, om na meer dan 160 kilometer in de loop van zondag aan te komen in het Ardense dorpje Maboge. Onderweg overwin je meer dan 6.000 hoogtemeters, zie je twee keer de zon opkomen, passeer je 8 controleposten en beleef je het mooiste van wat de Ardennen te bieden hebben.

Een wedstrijd van die omvang loop je niet zomaar, ook logistiek is dit een ingewikkelde operatie. In 3 van de 8 controleposten (na 40, 80 en 120 kilometer) kan je een “dropbag” laten plaatsen met daarin allerhande spullen; droge kleding en schoenen, verzorgingsmateriaal, voeding en drank enz… Je moet op voorhand goed nadenken wat je waar en wanneer denkt nodig te hebben, rekening houdend met het geschatte tijdstip, de weersvoorspellingen, het terrein en noem maar op.

Slaap is ook een “dingetje” tijdens deze wedstrijd; je weet dat je sowieso de nacht van zaterdag op zondag al lopend zal doorbrengen, maar omdat de start plaatsvindt op zaterdagochtend om 4 uur is de nacht daarvoor ook al gehypothekeerd. Je kan dit op verschillende manieren proberen op te lossen die allemaal gemeen hebben dat er in de praktijk van slapen niet zoveel in huis komt.

Ik heb op vrijdag vakantie genomen om in de loop van de dag nog zoveel mogelijk te slapen. Wel, ik heb veel in mijn bed gelegen maar nauwelijks geslapen. ’s Avonds hebben we dan nog samen thuis gegeten en rond half tien bracht Joke me naar Maboge voor het ophalen van mijn startnummer en de afgifte van mijn dropbags. We kwamen daar aan rond 23 uur, deden het nodige en probeerden daarna nog enkele uren onder een dekentje in de auto een beetje te rusten, wat ook niet echt lukte. Om 2 uur vertrok dan de bus die de lopers naar de start in Ettelbrück zou brengen en ook hier was een poging om de ogen te sluiten tevergeefs. Je komt dus eigenlijk al aan de start met een nacht slaapachterstand.

En dan de start… eigenlijk voel je je al een beetje zielig en ellendig na die slapeloze nacht, gepakt en gezakt met een best wel zwaar trailvest op je schouders. Je lichaam heeft op dat tijdstip eigenlijk helemaal geen zin om het op een lopen te zetten. Het is koud en donker en de stationsbuurt in een Luxemburgs stadje is ook niet meteen een opbeurende plek. Na een korte briefing zet de kudde zich in beweging om de komende pakweg 30 uur in beweging te blijven, een lange kolonne lichtjes die je op de hellingen voor en achter je ziet voortbewegen.

Start

Zaterdag 04u00 – start Ettelbruck – km 0,0

Ik begin aan het avontuur met een klein hartje, geïntimideerd door de eindeloosheid van wat nog komen gaat, meer dan 160 kilometer en waarschijnlijk meer dan 30 uur onderweg. Je verstand kan dit onmogelijk vatten en begint hier heel erg tegen te protesteren. “Ik wil hier eigenlijk helemaal niet zijn”, is een gedachte die meermaals door mijn hoofd flitst.

Toch moet je trachten jezelf tot bedaren te brengen en die gedachten te bannen; je probeert enkel nog in het moment zelf te zijn, je te concentreren op de ene stap na de andere zetten en niet verder te denken dan de volgende controlepost. Je kijkt in het begin ook uit naar de zonsopgang die je hopelijk een beter gevoel zal geven en je probeert aansluiting te vinden bij groepjes lopers die jouw tempo lopen omdat samen toch makkelijker lijkt dan alleen op dit moment.

IMG_3942b

Een eerste mentale opsteker is het moment waarop we vanop een hoogte door de nevel in het dal de lichtjes van Bourscheid-Moulin zien, een prachtig feeëriek zicht dat een bevoorrecht gevoel geeft deze mooie dingen te kunnen beleven tijdens dit uitzonderlijk avontuur.

Kort na een prachtige zonsopgang komt dan eindelijk de eerste controlepost in zicht. We lopen net op een heuvelrug op dat moment, beneden in het dal hangt er mist, wij zien de zon opkomen in een heldere staalblauwe lucht. Het is nog erg koud, ik heb een jasje en handschoenen aan maar ben van plan om die uit te doen in de controlepost.

IMG_3946b

Zaterdag 07u37 – CP8 Bourscheid – km 23,7

Ik eet hier twee sandwiches met choco en vul mijn drank aan. Ik schud ook het vuil en de steentjes uit mijn schoenen, iets wat ik later nog vaak zal herhalen om blaren zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer ik opnieuw vertrek en we vanop de hoogte waar de controlepost zich bevindt naar beneden lopen stel ik vast dat het toch nog te koud is om mijn jasje uit te doen. Ik trek zelfs opnieuw mijn handschoenen aan.

IMG_3947b

Het uitzicht is wondermooi en wanneer we afdalen in de vallei lopen we via een prachtige route langs een ravijn in de buurt van Dirbach. We passeren de “Doigt de Dieu”, een indrukwekkende rotsformatie die hoog boven de vallei uittorent. Enkele kilometers verder wordt het dan toch echt te warm en trek ik alsnog mijn jasje uit. De warme zon op onze rug tijdens de beklimmingen vormt een groot contrast met de koude nacht tijdens de eerste uren na de start.

Op naar Hoscheid dan, waar we over een “graat” uit de vallei zullen klimmen. Ik zag deze al op heel wat foto’s en het is een hoogtepunt waar ik al geruime tijd naar uitkijk. En de realiteit stelt ook echt niet teleur. Samen met enkele andere lopers pauzeren we hier even om de omgeving in ons op te nemen en enkele foto’s te maken. Van hieruit is het nog slechts enkele kilometers tot het volgende controlepunt, het eerste met een dropbag.

IMG_3955b

Zaterdag 9u57 – CP7 Hoscheid – km 37,6

Op deze controlepost drink ik wat soep en cola, controleer ik mijn materiaal en vul aan wat nodig is. Ik wissel ook mijn kousen en doe een “grote boodschap” na wat aanschuiven. Het vergt best wel wat concentratie, zo’n uitgebreide bevoorrading; foute keuzes of beslissingen hier kunnen in een later stadium van de wedstrijd leiden tot opgave zoals later nog zou blijken. Goed nadenken en zorgvuldig en methodisch te werk gaan is dus de boodschap, maar tegelijk wil je ook niet té veel tijd verliezen.

Ik vertrek hier opnieuw met een klein hartje, we hebben tenslotte nog altijd meer dan 120 kilometer voor de boeg. Gelukkig kan ik aansluiten bij een groepje luidruchtige Nederlanders. Onder andere omstandigheden zou ik dit misschien niet zo leuk vinden maar nu vormt het een welgekomen afleiding en schuiven de kilometers haast ongemerkt voorbij.

Zaterdag 13u54 – CP6 Kautenbach Chateau – km 57,5

Enkele kilometers voor de volgende controlepost loop ik wat weg van het groepje en ik kom net voor hen aan bij een middeleeuws kasteel. Ook hier tank ik weer routineus bij. Ik eet (een sandwich met choco) en drink (cola) wat en maak mijn schoenen leeg. Ik heb een goed gevoel en voel me sterk. Nog “slechts” een dikke 20 kilometer tot het halfweg punt waar ook een warme maaltijd wacht. Dat geeft een burger moed; vanaf de helft kan je beginnen aftellen en “gaat het alleen nog bergaf”. Ik ga dus goedgezind opnieuw op pad.

Zaterdag 17u27 – CP5 Clervaux – km 78,8

De warme maaltijd die de organisatie voorzien heeft in deze controlepost moet je wel eerst verdienen; we wijken hier enkele steile en technische kilometers af van de route en hoewel deze kilometers uiteraard ook meetellen valt het psychologisch toch zwaar om dit heen-en-weertje te moeten doen.

Ook hier maak ik weer een stand van zaken op van mijn materiële en fysieke toestand; ik laad mijn horloge op aan mijn powerbank, controleer mijn materiaal voor de nacht die eraan komt, wissel mijn shirt, vul mijn eten en drank aan… Bij het wisselen van mijn kousen stel ik vast dat ik ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch blaren begin te krijgen. Gelukkig heb ik Compeed pleisters mee en een van de vele fantastische vrijwilligers die deze wedstrijd rijk is, knipt ze tot het gewenst formaat en brengt ze aan.

Vervolgens eet ik een groot bord pasta met lekkere veggie saus en veel kaas. Een ultra trail wedstrijd is ook een eetwedstrijd zegt men wel eens en dat is niet gelogen; je verbruikt gigantisch veel energie en je moet die voorraden eigenlijk permanent aanvullen, het liefst zoveel mogelijk met “echt” eten, aangevuld met wat snelle energiebronnen zoals gelletjes (al dan niet met cafeïne). Niet meer kunnen eten, bijvoorbeeld omdat je misselijk wordt, is een van de grootste oorzaken van problemen tijdens dit soort wedstrijden. Niet eten = geen energie = game over. Gelukkig beschik ik over een zeer welwillend maagdarmstelsel dat prima blijft functioneren en kan ik de ganse wedstrijd met goesting en smaak blijven eten.

Ik heb hier in mijn dropbag ook een lange broek maar ik besluit die niet mee te nemen omdat het droog zal blijven en ik niet verwacht dat het té koud zal worden. Dat zou later een tactische fout blijken te zijn die ik gelukkig niet duur zal betalen.

Na een grote boodschap ga ik opnieuw op pad richting Asselborn waar Joke en Roos me een eerste keer zullen opwachten. Ze hebben de wagen van Roos ingericht als kampeerplek en zullen mij in de volgende controleposten telkens opwachten om te supporteren en me de nodige moed in te spreken (meer mogen ze ook niet doen volgens het wedstrijdreglement).

De nacht valt nu heel snel en het koelt al behoorlijk af maar omdat ik een stevig tempo kan aanhouden blijf ik zelf lekker warm. Ik voel me ook heel erg goed en kijk ernaar uit Roos en Joke te zien binnen enkele uren.

Zaterdag 22u00 – CP4 Asselborn – km 98,4

Wanneer ik aankom in de controlepost spot ik Roos en Joke meteen. Ook hier weer maak ik mijn schoenen leeg en neem ik een wrap met kaas (die Roos maar niks vond, maar ik vind hem heerlijk). Ik eet de helft op en neem de rest mee voor later. Ik spendeer hier niet zoveel tijd en wil graag snel opnieuw op pad voor wat het zwaarste deel van de wedstrijd zou blijken te zijn.

8cf13271-c68f-478c-b750-8530d4552cd0

Op weg naar Vissoule nu. Ik keek eigenlijk uit naar deze etappe omdat die voor een groot stuk over voor mij heel bekend terrein loopt door de vele vakanties in deze regio. In de praktijk viel het helaas best tegen omdat het heel erg zwaar was. Het wordt nu heel erg koud en mistig en de temperatuur daalt richting vriespunt. Tijdens deze etappe steken we de Belgisch-Luxemburgse grens over die zich boven de 500 meter bevindt in open en dus onbeschut terrein. Hier en daar is het ook erg modderig wat een vlotte doortocht niet echt makkelijk maakt.

Onderweg vervang ik de batterij van mijn hoofdlamp en beluister ik een podcast van De Jogclub om de tijd te doden.

Zondag 1u40 – CP3 Vissoule – km 118,0

Verkleumd kom ik aan in een troosteloos en ijskoud Vissoule. Joke en Roos mogen gelukkig mee binnen in de controlepost waar we een soort slagveld aantreffen van lopers, zittend en liggend, gewikkeld in dekentjes. Achteraf zou blijken dat de koude, en dan vooral het hier niet op voorbereid zijn, tot het gros van de opgaves geleid heeft. Ik eet een hotdog en drink een tas koffie, en met een dekentje om me heengeslagen evalueren we de situatie. Ik heb spijt dat ik die lange broek niet meegenomen heb in Clervaux maar maak het beste van wat ik wel mee heb, waaronder mijn regenjas en wat extra buffs.

Na een grote boodschap en wat “anti-chafing creme” op enkele strategische plekken verman ik me en ga opnieuw op pad, de koude nacht in.

cce95ce4-e6d8-4d23-bb33-c54fcb14b0bd

De uren die volgen lijken eindeloos te duren. Het stuk van Houffalize naar Bonnerue is best ellendig, het zijn de moeilijkste uren van de nacht en ik heb het gevoel dat alles bergop gaat. Door het slaaptekort in combinatie met het schijnsel van mijn hoofdlamp maak ik ook voor de allereerste keer in mijn leven kennis met hallucinaties. Iets waar je ervaren ultralopers wel eens over hoort vertellen en nu maak ik dit dus zelf mee, zij het in milde vorm. Af en toe zie ik in het bos dus grote gebouwen en dieren die er uiteindelijk niet blijken te zijn. Vreemd en ook best wel grappig.

Zondag 5u35 – CP2 Bonnerue – km 133,3

Ik arriveer in Bonnerue op wat waarschijnlijk het koudste moment van de nacht is, net voor de ochtend. Joke en Roos mogen hier helaas niet binnen omdat het er al erg vol zit. Hier ligt opnieuw een dropbag, dus ik doorloop voor de derde keer de intussen vertrouwde routine. Ik eet ook twee lekkere croques maar durf mijn kousen niet meer te vervangen omdat ik bang ben dat ik de pleisters op mijn blaren los zal trekken. De pijn valt nog erg goed mee en dat zou ik zo lang mogelijk zo willen houden.

Grote boodschap, zalf aan de poep en weer op pad. Stevig het tempo erin om het warm te krijgen, al is dat na meer dan 130 kilometer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Gelukkig is er het vooruitzicht op de tweede zonsopgang.

IMG_5051b

Ik  kom nu aan in de vallei van “les deux Ourthes” in de buurt van Nisramont en wie deze regio kent weet dat je hier vooral heel erg moeilijk bewandelbare paden vindt door de ontelbare rotsblokken en boomwortels. Intussen kan ik door de bomen en de mistslierten heen de opgaande zon zien schitteren in het water van de Ourthe, al heb ik door de fysieke en mentale vermoeidheid al mijn concentratie nodig om hier niet te struikelen zodat de magie van dit moment helaas een beetje aan me voorbijgaat.

Het draaien en kronkelen van het pad langs de meanderende Ourthe desoriënteert je zodanig dat je op den duur geen idee meer hebt in welke richting de volgende controlepost ligt. Gelukkig loopt het parcours hier geregeld samen met dat van de Trail des Fantômes die ik in augustus liep zodat ik hier en daar toch wat herkenningspunten vind.

BXTL2942

Zondag 9u10 – CP1 Le Hérou – km 148,9

Ook hier staan Joke en Roos weer paraat; ik zie ze nu voor de eerste keer bij daglicht. Ik neem hier een korte pauze, trek mijn regenjas uit, eet en drink een beetje en neem een chocolade wafel mee voor onderweg. Even rusten en dan op weg voor de laatste etappe. Minder dan 20 kilometer nog, maar zoals vaak zit het venijn in de staart.

4a35dd1c-89c2-4a98-9acb-7bd640ba2662

Het is een traditie bij de Legends trails dat het “beste” tot het laatste bewaard wordt. Een heel moeilijk en technisch stuk, de hele tijd steil klimmen en dalen, wortels, rotsblokken… Van de oever van de Ourthe naar Le Cheslé op handen en voeten klimmen op een bijna verticale helling. Voor ik aan die klim begin trek ik eerst nog even mijn warme kleding uit aangezien het intussen toch weer best warm begint te worden.

Boven aangekomen hang ik dan mijn karretje aan een groepje lopers uit de Kempen (denk ik) wat ook weer wat afleiding biedt. Ik heb nu een heel dubbel gevoel; enerzijds heb ik het erg zwaar, mijn benen en voeten doen pijn, dalen wordt steeds moeilijker, maar anderzijds weet je gewoon dat je gaat finishen, al is het moeilijk om dat nu al te laten doordringen.

In de allerlaatste 4 kilometer krijgen we dan nog een helling van 2 kilometer voorgeschoteld waarin we 120 meter moeten stijgen, gevolgd door een even lange afdaling terwijl je benen en voeten het nu echt wel gehad hebben. Het uitzicht onderweg op Maboge maakt gelukkig een en ander goed.

IMG_3961

Zondag 12u50 – Finish Maboge – km 164,6

Eindelijk is het zover. Ik kom aan onder luid gejuich van Joke en Roos over een niet echt duidelijk aangegeven finishlijn om dan de zo begeerde medaille in ontvangst te mogen nemen samen met een blikje Kerel bier dat er meteen aan moet geloven. Heerlijk is dat!

Ik ben superblij en ook erg opgelucht dat ik het gehaald heb, dat alles goed verlopen is en dat ik bovendien ook wat heb kunnen genieten van dit prachtig avontuur, want dat was het echt wel. Eindelijk durf ik nu ook zonder schroom te zeggen dat ik een ultraloper ben, en omdat ik voor mezelf graag wil bewijzen dat dit geen toevalstreffer was, staat – opnieuw met stip – in mijn agenda in het weekend  van 13 tot 15 december genoteerd: de Bello Gallico 100 mijl, waar ik toevallig nog wat “unfinished business” mee te regelen heb.

Last but not least zou ik graag Joke en Roos heel erg willen bedanken. Meer nog dan een fysieke uitdaging is een ultra een mentale beproeving. Hoe hard je het wil speelt een grotere rol dan je lichamelijke grenzen. Als je na eindeloze uren doorheen de koude en donkere Ardense bossen en velden bij een controlepost dan eindelijk twee lieve bekende gezichten ziet die je verzekeren dat je goed bezig bent en dit zeker aankan, dan geeft dat een enorme boost om door te blijven gaan. Dit fantastische zussenteam heeft heel wat koude nachtelijke uren doorstaan, geduldig wachtend tot ik eindelijk opdook bij een controlepost en tussendoor pogend wat te slapen in de koffer van een ijskoude auto. Dankjewel, lieve schatten!

Einde 1

Einde 2

Einde 3

Loperspraat – Een heroïsch toertje trailen in La Roche

We zijn nog niet klaar met de trail-exploten voor deze zomer. Op een haperende livestream zag ik zaterdag 10 augustus aan Café Den Erpel in Maboge hoe Bashir Abdi naar Olympisch zilver snelde. Zwaar onder de indruk waren we. Nog dieper onder de indruk waren we van Roos, Hans en Joni die op dat moment aan hun Trail des Fantômes bezig waren. 48 kilometer lopen met 2050 hoogtemeters in de omgeving van La Roche: dat is trailen voor gevorderden. Ons trailteam finishte heel sterk in 6 uur en 57 minuten. Een prestatie om je hoed voor af te nemen. Onze zweterige pet ging eveneens af op zondag voor Marike en Niko die hun tanden zetten in het parcours van de 23 kilometer en die missie met glans volbrachten.

Zelf maakte ik deel uit van het supportersteam dat elke bevoorradingspost present stond om onze traillopers van de nodige aanmoedigingen te voorzien. Een dag lang supporteren vraagt ook wel wat doorzetting. Mijn 2-jarige neefje Emil zorgde zo nu en dan voor een verrassing in zijn pamper. Aan mijn metekindje Leah, een kranige meid van bijna 5, probeerde ik uit te leggen dat wachten wel saai is, maar dat het daarom juist leuk kan zijn. Zowel Marike als mama vielen bovendien ten prooi aan Siska de wesp. Gelukkig was Niko er om logistiek het hoofd koel te houden. Roos, Hans en Joni behoeven weinig introductie. Tijd om hen het woord te geven en hun ervaringen te delen.

12527_20240810_090615_391382687_socialmedia

Roos’ Trail des Fantômes in drie woorden: klimmen – dalen – lopen 

Wat vond je het leukste aan deze trail? Zonder twijfel het parcours, je loopt echt zo goed als continu in het bos. De omgeving is prachtig. Alle soorten hellingen en afdalingen komen aan bod. Ook de bosomgeving varieert, soms diep in het bos, dan weer langs een klein stroompje, dan weer over bergflank of tussen metershoge beplanting. Het verveelt nooit. 

Wat was het lastigste? Wat deze trail prachtig maakt, maakt hem ook loodzwaar. Het is continu geconcentreerd lopen. Ik kende één heel lastig momentje, op 5 km voor het einde was er een stuk asfalt. Je zou denken dat je dan blij bent dat je weer even kan doorlopen of eindelijk eens niet moet klimmen of dalen, maar juist dat lukte me niet meer. Ik zag het toen even niet meer zitten. Gelukkig was ik in gezelschap, zij stelden me gerust en dan gaat dat moment ook zo weer voorbij. Eens terug in het bos kwam ik er weer door.  

12527_20240810_142355_391387374_socialmedia

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? Je doet zoveel indrukken op tijdens een trail, dat is elke keer weer een intense ervaring. Er schieten me nog dagelijks enkele nieuwe herinneringen te binnen. Wat veel indruk heeft gemaakt, zijn de afdalingen met behulp van een touw, omdat ze zo steil zijn. 

Een complimentje voor je mede-lopers? Dat ze de beste zijn! Hans noemt zichzelf een tractor, maar ik vind hem eerder een Ardens trekpaard. De definitie (even opgezocht): Het Ardens trekpaard is een gespierd paard op korte benen. De Ardenner is onvermoeibaar en energiek als het op werken aankomt, en is tevens verrassend wendbaar. Dit combineert hij met een kalm, gewillig en vriendelijk karakter. Ongelofelijk hoe hij hellingen kan trotseren en met die stokken gewoon omhoog huppelt. We maakten het mopje, de eerste helft van de trail is de opwarming voor de tweede helft. Ik denk dat Hans bij de finish was opgewarmd en nog 48 km verder had gekund. Met Joni vorm ik een vaste trailtandem die dit jaar al meerdere keren in actie kwam. Ik heb aan zijn zijde, of vooral achter hem, al meerdere keren zwaar afgezien en dat was nu uiteraard niet anders. Daar weet hij perfect mee om te gaan en dat is wel een kunst. Een extra compliment moet ik hem geven om zijn moppen met thema “traillopen”.

12527_20240810_090919_391361506_socialmedia

Hans’ Trail des Fantômes in drie woorden: brutaal – wondermooi – zomer

Wat vond je het leukste aan deze trail? Het was de vierde keer dat ik de Fantômes liep. In 2018, 2019 en 2020 nam ik al deel aan respectievelijk de 27, 33 en 41 kilometer, en hoewel ik het een van de zwaarste trails vind is het tegelijk ook veruit de mooiste. Je hebt een mooie mix van bos, open veld, lopen langs en door de Ourthe en bovenal prachtige vergezichten. Dat ik dit nu kon beleven in het gezelschap van Roos en Joni én bovendien met een schare enthousiaste supporters (waaronder mijn lieve schat) langs het parcours was niet alleen de kers op de taart, maar gewoonweg een volledige extra taart op zich.

Wat was het lastigste? De Fantômes heeft weinig of geen beloopbare hellingen. Als het omhoog of omlaag gaat is het doorgaans gruwelijk steil, vaak glijden, handen – en voetenwerk en af en toe is er een touw gespannen om min of meer veilig boven of beneden te geraken. Als het dan al eens vlak is, dan is dat meestal langs de oevers van de Ourthe, waar je dan weer geconfronteerd wordt met wortels, rotsen en laaghangende takken. Dat alles sloopt op den duur je benen.

IMG_4830b

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? Het was mijn allereerste trail-weekend in de Odeyn familiekring en dat was best wel een bijzondere ervaring. Op zaterdag zelf lopen en bij elke bevoorrading luidkeels aangemoedigd worden door je supporters en op zondag zelf supporteren voor de andere lopers. Wat ook heel erg duidelijk is (en dat had ik vorig jaar al mogen ervaren toen ik nog geen deel uitmaakte van Team Odeyn); je supportert niet alleen voor je “eigen” lopers, neen, iedereen die passeert krijgt evenveel luide en enthousiaste aanmoedigingen. Heerlijk!

Een complimentje voor je mede-lopers? Ik besefte op voorhand erg goed wat ons te wachten stond, maar ik denk dat de techniciteit van het parcours voor Roos en Joni een beetje een verrassing was, en bovendien zijn trails ook niet iets wat ze heel vaak lopen. Ik wist dus dat het best zwaar zou worden voor hen, maar ze hebben het echt fantastisch goed gedaan. Ik stond (liep) op een bepaald moment echt met verbazing te kijken welk strak tempo Roos nog kon aanhouden na de laatste bevoorrading, met Joni en ikzelf als wagonnetjes achter locomotief Roos. Ook Marike en Niko hebben me in positieve zin verrast tijdens hun trail op zondag onder nog warmere omstandigheden dan die van zaterdag. Ook een schitterende prestatie van allebei!

12527_20240810_154349_391391151_socialmedia

Joni’s Trail des Fantômes in drie woorden: kuitenbijter – panoramisch – framily

Wat vond je het leukste aan deze trail? Door het gevarieerde en uitdagende landschap was je geen moment met je horloge bezig en vlogen de kilometers voorbij. Dankzij het gezelschap en de supporters onderweg was deze editie nog zoveel leuker dan die van vorig jaar. Bonuspunten voor Roos haar ‘Trajl’ moppen.

Wat was het lastigste? Geen tijd om in te lopen, want we kregen onmiddellijk lastige single tracks voorgeschoteld. Het uitdagende parcours zorgde ervoor dat er niet veel (adem)ruimte was om gezellig bij te babbelen. Daarbij was het als sociale media verantwoordelijke geen sinecure om mijn gsm al lopend en zwetend te ontgrendelen en filmpjes te maken. Respect voor de vloggers! 

12527_20240810_102020_391363723_socialmedia

Wat is daarbij iets dat je niet snel zal vergeten? De dag na de trail gingen we supporteren voor Niko en Marike en stapten we de uitloper vanaf de tweede bevoorrading tot de top van de steilste helling. ‘Hebben we dit echt opgelopen!?’ vroegen Roos en ik ons luidop af. Leah was ondertussen met bloemen in de hand haar enthousiaste zelve.

Een complimentje voor je mede-lopers? Ondanks het feit dat we overal wel een Hans zagen passeren, kan ik je verzekeren dat er geen straffere Hans bestaat dan de onze. Wat een rust, flair en bovenal krachtige benen heeft deze man! Welke superlatieven vallen er nog te bedenken om te beschrijven hoe (mentaal) sterk Roos is!? Vijf kilometer voor het einde niet meer kunnen om dan een kilometer verderop aan de kop te lopen om het tempo te bepalen. Ik verdenk haar meerdere levens te hebben! Bovendien heeft ze altijd nog de luciditeit voor een mopje of een rake opmerking. 

12527_20240810_155757_391374875_socialmedia

IMG_4864b

Het moment – Hoe wij samen Houffalize overwonnen

Als je mij vraagt waarom je per se 70 kilometer wil lopen, dan is mijn antwoord: omdat je dan iets unieks meemaakt. Zaterdag 6 juli 2024 liep ik samen met Hans en Sam 69,7 kilometer in de omgeving van Houffalize. We overwonnen daarbij een goeie 1900 hoogtemeters. Gekkenwerk. Deelnemen aan de La Chouffe trail kadert sinds 2017 binnen een familietraditie. We stonden al met verschillende Odeynen-teams aan de start en liepen diverse afstanden van het behoorlijk-haalbare tot het semi-onmogelijke type. We deden ook ons best om het Houffa-virus te verspreiden. Twee jaar geleden leerden we er de Van den Borres kennen, vorig jaar was Sam van de partij en konden we niet-loper Niko overhalen om een traildebuut te maken. Dit jaar was ik als enige familielid aanwezig, maar kon ik wel rekenen op een fantastische entourage. Met maar liefst vijf loopmaatjes stonden we aan de start. Zelf was ik gezegend met Hans en Sam aan mijn zijde, aangevuld door het olijke loopduo Pieter en Stijn. Sybille en Erwin waren met hun aanhang dan weer verantwoordelijk voor de logistieke en emotionele ondersteuning. Kortom: alle ingrediënten om er een memorabele editie van te maken. Zo geschiedde.

Een wekker die afgaat om 4u30: je kan het prima hebben als je van plan bent de hele dag te gaan lopen. Rond een uur of 5 ontvangen we Sam in het salon van onze ruime kamer in Vayamundo, het logement dat gelegen is aan de start- en finishzone. Iedereen weet dat ligging alles is. Gefocust op wat komen zal en daardoor ook hunkerend naar wat afleiding, werken we onze boterhammetjes weg. Sam gooit wat teasers in de groep: onderwerpen die we later kunnen bespreken als we met z’n drieën onderweg zijn. Hij maakt zich zorgen over de gele finishboog die er nog niet staat. Dat is uiteindelijk wel het minste wat je mag verwachten als je grenzen gaat verleggen (spoiler: het zijn zorgen om niets). Bij ontbijt hoort koffie en dat is nu niet anders. Vlak voor de start staat de toiletteller op 3-1 in het voordeel van Hans. Het moge duidelijk zijn dat de vertrekstress toeneemt. Hans leeft op het randje en poetst zijn tanden 13 minuten voor we zullen vertrekken. 5 minuten voor de start treffen we Stijn en Pieter aan de startzone. Ook Marise, die zich later die dag aan een trail zal wagen, is van de partij en zorgt voor het fotografische beeldmateriaal. Een belangrijke taak die ze ook ter harte neemt. De zon schijnt, het belooft een mooie dag te worden.

IMG_4442b

Om 8 uur schieten we wat stijfjes uit de onbestaande startblokken. De eerste twee kilometers lopen over de ravel en zijn dus geasfalteerd. Net zoals vorig jaar ben ik geflankeerd door twee bekenden en een nobele onbekende (de man met het hoedje) als we langs de eerste fotografen passeren. Na amper een kwartier sta ik vrijwel nat in het zweet, hoewel het nog niet heel warm is. Ondertussen vertelt Sam over de resultaten van de conditietest die hij recent liet afnemen. Als we het nog niet wisten, dan staat het nu ook wetenschappelijk als een paal boven water: Sam barst van het talent en verkeert in topvorm. Zelf voel ik me een pak minder fris en allesbehalve topvormerig. Ik moet er nog wat in komen. Op zich ervaar ik dat meestal zo bij een trail, maar ik merk aan kleine dingen dat alles mij net dat tikje meer moeite kost.

12378_20240706_080406_380633998_socialmedia

Na een kilometer of 5 en met het eerste klim- en draaiwerk vind ik wel mijn cadans. Eentje van het stramme soort. Ik begin mijn net opgedane technische schoenenkennis te etaleren aan Team Hoka. Sam ontpopt zich als vlogger en maakt een eerste filmpje om door te sturen naar onze maatjes. Die zijn op te delen in twee teams: Team Tandem bestaat uit Pieter en Stijn (ik zeg het nog maar eens, maar zij zijn dus geen broers). Team Werchter bestaat uit Roos en Joni die ons op de voet en lichtjes brak volgen vanop dag 3 in de weide. Na 9,5 kilometer worden onze voetjes in het water gesopt en is de eerste rivieroversteek een feit. Je hoeft heus niet Jacotte Brokken te zijn om waar te nemen dat het waterpeil hoog is en dat de stroming er mag zijn. Op kilometer 11 schuiven we aan bij de eerste bevoorrading. So far so good. Veel eten en drinken doen we nog niet. Bij ons vertrek aan de post, kunnen we nog net Pieter en Stijn een aanmoediging toe roepen. Pieters vriendin Lisa zal hen de komende 25 kilometer gezelschap houden. Weer eentje die stiekem besmet is met het (voorts onschadelijke) Houffa-virus.

We draaien en kronkelen weer wat verder. Het begint stilaan vlotter te bollen bij mij. Ondanks dat stijve lijf heb ik er nog steeds heel veel zin in. Disclaimer: bij alles wat ik hier schrijf – en dan echt élke pijnscheut, élke verzuurde vezel, élke vloek en zucht – moet je in het achterhoofd houden dat er aan sfeer en gezelligheid geen gebrek is. Na 17 kilometer passeren we op een steenworp van de start- en finishzone. We zijn 2 uur onderweg en lijken amper echt weg te zijn. Op zo’n moment is het de kunst om vooral niet stil te staan bij wat nog komen zal en vooral niet uit te rekenen hoeveel uur geploeter er nog voor je ligt. Als we Houffalize-city doorkruisen maakt Sam nog een filmpje. Waar we vorig jaar na 50 kilometer ons leven mochten riskeren over het wildbegroeide BMX-parcours, krijgen we het nu met relatief frisse benen voorgeschoteld. Wat een verschil! We moeten niet alleen minder klimmen, maar ook de verzengende hitte van vorig jaar is slechts een verre herinnering. Hans heeft zijn trailstokken boven gehaald. Ik zei het al eerder: hij is de echte trailloper en de man met ervaring. Hoewel ik als geen ander weet hoe uitzonderlijk getalenteerd hij is, word ik toch weer eventjes omver geblazen van het gemak waarmee hij de eerste steile klimmetjes bedwingt. Ook bij Sam lijk je geen greintje inspanning te zien als hij een hellingsgraad van 10% neemt. Ik probeer niet al te luid te zuchten in het zog van die twee. Onze tocht gaat verder richting de brouwerij van Achouffe, waar kabouters wonen.

12378_20240706_081256_380638921_socialmedia

Na 24 kilometer bereiken we de tweede bevoorradingspost die pal voor de brouwerij ligt. Ik zie voor het eerst de Chouffe shop, waar Hans ooit een prachtige fleecevest kocht. Plichtsbewust vullen we onze brandstofvoorraad aan. Niet omdat je lichaam op dat moment roept: geef mij alsjeblieft een sportgel, maar omdat het nu eenmaal moet. Altijd in voor een experiment (niet dus) doe ik eens gek en probeer ik een mango-gelletje van 6D. Bij sportgels klinkt alles beter dan dat het smaakt. Ik moet werken om de zoute mango weg te slikken en gooi er nog wat Clif bloks achteraan. We spraken op voorhand af dat we na elke bevoorrading letterlijk de koppen bij elkaar zouden steken in een plakkerige groepsknuffel om het teamgevoel nog te versterken. Eentje om te koesteren.

Ik kan de teamgeest meer dan ooit gebruiken. We beginnen aan een vervelende strook langs het water. Zo eentje waar trailer en hiker Hans z’n hart echt kan ophalen en Sam dartel over de stenen springt. Er volgt weer wat klim- en klauterwerk. We maken wat hoogte. We lopen een paar meter, stappen er dan weer een paar om dan meteen wat te klimmen of naar beneden te springen. Iemand die het doorgaans moet hebben van vlakke tempo’s lopen, is hier niet in haar element. Gelukkig is er dus dat team. Een match made in heaven en met 3 uur op de teller gooien we de kaarten op tafel. Los van mijn algehele stijfheid, beken ik dat het er niet bepaald rustig aan toegaat in mijn buik. Er is gerommel en een ongemakkelijk gevoel. Een sanitaire stop gaat tot de mogelijkheden behoren. Hans voelt dan weer een blaar opkomen aan de onderkant van zijn voet. Ook niet bepaald het ongemak waar je nog 55 kilometer mee wil lopen. Sam heeft voorlopig niks meer te melden dan een uitgelopen gelletje in de broekzak.

Het mooie van de La Chouffe trail is dat altijd weer een moment aanbreekt waarbij je ouderwets kan lopen. De ene voet voor de andere zetten zonder halsbrekende toeren uit te halen. We maken dus weer gezapig vaart over een beter beloopbaar stuk. Ook al bungel ik zelfs dan aan de rekker, mentaal voel ik me nog steeds sterk. Noem het ervaring of noem het (waan)zin voor avontuur. Ondertussen lopen Hans en Sam gezellig keuvelend voor mij uit. Ze hebben het over bancaire materie en de bijhorende juridische kaders, de ECB en kredietscores. Er volgt nog een brillenverhaal van Hans, dat ik gelukkig al ken, want aandachtig luisteren, lopen én vragen stellen, dat zit er vandaag niet in. Rond kilometer 30 lopen we over het stuk waar Hans vorig jaar in de sneltrein van Roos zat. Dat zusje van mij liep daar als een malle langs het water. Een passage die uiteraard weer een filmpje waard is om de loopmaatjes op de hoogte te houden van onze gestage vorderingen.

12378_20240706_095711_380659922_socialmedia

Ik zie hard af in de Ardennen, maar toch kan ik oprecht genieten van wat dat stukje Belgische natuur te bieden heeft. Op mos raak ik bijvoorbeeld nooit uitgekeken. Dennenbomen blijf ik ook fascinerend vinden. Modder is dan weer minder mijn ding. Hoewel we zeker niet aan het modderwroeten zijn, voelt deze Chouffe editie toch behoorlijk herfstig aan. We vertrokken met de belofte van een opgeklaarde dag, maar gaandeweg begint het te betrekken. Het wordt duidelijk dat we ook nattigheid uit de lucht mogen verwachten. Als we de bevoorradingspost op kilometer 36 naderen, stelt Hans vast dat hij zijn zouttabletten heeft laten liggen op de eerste bevoorrading. We zullen ons water dus puur natuur moeten drinken, wat gezien de temperatuur geen al te groot probleem mag vormen. Op een bevoorradingspost van een trail mag je doorgaans een breed scala aan zoute en zoete snackjes verwachten. Zelf zweer ik bij TUC koekjes en peperkoek. Hans eet en drinkt naar de goesting van het moment, vaak cola en zoute chips. Ook Sam kan het betere buffetgevoel waarderen. Hij smikkelt onder andere van rijsttaart, snoepjes, chips, cola en watermeloen. Niet per se in die volgorde en niet per se bij elke bevoorrading welteverstaan.

Als we na ons innig groepsritueel vertrekken, voel ik dat de druk in mijn buik weer wat toeneemt. Het lijkt misschien gemakkelijk om een geschikte sanitaire stopplek te vinden als je in de Ardennen loopt, maar dat valt toch tegen. Je wil immers een gouden combinatie van privacy en comfort en daar leent niet elke boom of elk pad zich toe. Na 38,5 kilometer is er geen ontkomen meer aan en zie ik een wel heel aanlokkelijk bosje. Ik bevind me gehurkt op 400 meter van het hoogste punt op het parcours en terwijl ik hier een hoopje achterlaat, voel ik wat miezerregen op mijn gezicht. Wat maak ik toch allemaal mee. De opluchting die ik voel als we verderlopen, is onbeschrijfelijk. Bovendien is dit deel van het parcours relatief goed beloopbaar en lopen we meer in dalende dan in stijgende lijn. Jippie!

12378_20240706_164505_380644781_socialmedia

Vorig jaar kreeg ik soms het gevoel dat een trail lopen vanzelf gaat. Vandaag is dat gevoel slechts een mijmering. Toch zit ik mentaal nog heel goed in het avontuur. Ik bevind me in de uitzonderlijke luxepositie om dit samen te kunnen beleven. Urenlang alleen lopen met stramme benen, dat is pas een beproeving. Mijn lichamelijke ongemakken vormen een groot contrast met het gemak waarmee mijn mannen lopen. Hans is ijzersterk, loopt en wandelt bergop alsof het niks is. Mocht hij een vermogensmeter dragen, het ding zou tilt slaan. Bij Sam valt vooral op dat zijn energiebron van het onuitputtelijke soort blijkt te zijn. Het enige waar hij al eens mee worstelt zijn de sportgels die op onverklaarbare wijze uitlopen in zijn broekzak. Als minst frisse van het gezelschap, voel ik me wel eens zo hard deel van het team. We bewegen ons voort als een organisch geheel. Deze vijftiger, dertiger en twintiger hebben het naar hun zin en net dat is onze kracht. Met 5 uur en 1 minuut kunnen we onze marathon finishen. Geen sub5 dus vandaag. Nog 28 kilometer voor de boeg.

Na 46 kilometer bereiken we naar mijn gevoel redelijk vlot de voorlaatste bevoorradingspost. De held op elk van die posten is Erwin, de papa van Pieter. Hij schudt de ene na de andere anekdote achteloos uit zijn mouw. Hij heeft een oeverloos vertrouwen in ons kunnen. Hij biedt het entertainment dat nodig is om de pijn in onze benen niet meer te voelen. Met die mega-peptalk, 2 sneetjes peperkoek en 6 TUC koekjes ben ik er weer klaar voor. De volgende bevoorradingspost is pas over 13 kilometer. In trailtermen is dat heel ver, al is er een mijlpaal om naar uit te kijken. Als we de 50,2 kilometer op ons horloge zien verschijnen, wordt het afstandsrecord van Sam verbroken. Een moment dat uiteraard op beeld wordt vastgelegd, net zoals aanmoedigingen voor Marise die van start zal gaan bij de 18 kilometer.

12378_20240706_164536_380650482_socialmedia

Terwijl Hans sakkert als we bergaf lopen op asfalt, haal ik opgelucht adem. Zo komt er tenminste schot in deze zaak. Stilletjes aan schiet het op en krijgt de burger wat moed. Tot het plots echt hard begint te regenen en diezelfde moed heel diep in mijn schoenen zakt. Ik moet de pijn verbijten. Vooral mijn hamstrings en bilspieren schreeuwen moord en brand. Het besef dat we er nog lang niet zijn, sijpelt binnen. Met een prachtig zicht over de vallei krijgen we een plensbui over ons heen en wind in het gezicht. Voor Hans is een steile beklimming een rustmomentje, voor Sam is het een leuke uitdaging, voor mij is het een marteling. Mijn lijf sputtert tegen. Ik voel dat ik kracht mis. Het is werken geblazen om vooruit te blijven gaan. Meter voor meter, voet voor voet. Wat een eindeloze onderneming is dit. Ik tel af naar die verduivelde laatste bevoorradingspost.

PVGZ6795

Als we na 58 kilometer een stuk vlot bergaf kunnen lopen, voel ik mijn buik weer samentrekken. Ik vrees dat een volgende sanitaire stop zich aandient. Omdat we best lekker aan het lopen zijn, wil ik koste wat kost mijn rommelende darmen negeren. In de mate van het mogelijke natuurlijk. Het zou zonde zijn om dit tempo te onderbreken. Terwijl Sam een prachtige foto maakt van Hans in het desolate landschap (wat in het echt niet zo heel desolaat was), bereik ik een volgend mentaal dieptepunt. Tegelijkertijd is er dan ook altijd weer het besef wat een enorm geluk ik heb om hier niet alleen voor te staan. Op de laatste bevoorradingspost, met nog 11 kilometer te gaan, legt Hans z’n arm om me heen en gaan we samen naar het “buffet”. Volgens hem heb ik een stuk rijsttaart nodig om die darmen koest te houden. Daar is ook weer Erwin die de gevleugelde woorden “voetjes wassen en binnenlopen” spreekt.

12378_20240706_164538_380650604_socialmedia

Na onze laatste heel frisse rivieroversteek (en dus met proper gewassen voetjes) beginnen we aan de finale van onze tocht. De rijsttaart doet z’n werk en brengt vrede in mijn buik. We zijn nog niet gefinisht, maar we voelen alle drie de euforie van het groepsgevoel. Dat wij dit samen beleven en meemaken, dat is wat mij overeind houdt. Met z’n drieën zijn wij een onverwoestbaar team. De laatste etappe is nog een stevige. Bij de voorlaatste steile klim hap ik letterlijk naar adem. De videoboodschappen van Roos en Joni bieden de nodige verstrooiing. Het is uiteraard Sam die nog in staat is om al lopend filmpjes te tonen. Zei ik al dat hij van alle markten thuis is? Bovendien heeft hij zich ook voorbereid op de moeilijke momenten van deze finale. Hij laat ons Turbo horen voor een extra energieboost. Ook Eliud Kipchoge mag met zijn The mind is stronger than the body niet ontbreken. Laat dat vandaag in mijn geval wel geheel de waarheid zijn.

12378_20240706_164628_380659506_socialmedia

Vanaf kilometer 61 worden we ingehaald door de koplopers van de 18 kilometer wedstrijd. Jonge snaken zonder trailvest die aan een rotvaart langs gesjeesd komen. Het is niet bepaald bemoedigend voor de staat waarin ik me bevind. Ook de laatste klim hakt er stevig in. Ik sleep mezelf naar boven, alles doet pijn. Aan alle miserie komt een eind en dan is het zaak om ook dat moment vast te pakken. De allerlaatste 3 kilometers lopen godzijdank naar beneden. Ik loop nog steeds met plezier. Lopen geeft me immers moed en het is de snelste manier om vooruit te gaan. Ook als dat schommelend, dan wel strompelend is. Als laatste obstakel kruipen we over een vangrail om dan met een prachtig zicht op het ooit futuristische Vayamundo-complex naar beneden richting finish te stormen. Behoedzaam stormen. Je wil hier echt niet tegen de grond gaan. Hans kan ternauwernood een struikelpartij vermijden. Ik glij bijna weg over een stuk rots in de allerlaatste strook. Als we de finishboog zien (hij staat er!), grijpen we in een reflex naar elkaars handen. Samen is de enige manier om over die lijn te gaan. We roepen het alle drie uit en vallen elkaar in de armen. We hebben het gehaald in 8 uur en 45 minuten. Het feestje is helemaal compleet als Pieter en Stijn een uur na ons hun Chouffe trail binnenhalen. Wat een dag!

12378_20240706_164718_380665215_socialmedia

Het was mijn derde 70’er op de La Chouffe trail en het was zonder meer ook mijn zwaarste. Elke editie zijn er weer andere beren op de weg. Als het niet bloedje heet is, dan kom je een keer (of meer) stevig ten val. Als het gezelschap top is, dan schort er lichamelijk één en ander. Bovendien blijft 70 kilometer lopen in de Ardennen zelfs in optimale omstandigheden en in opperbeste vorm een uitdaging van formaat. Afzien is een beest dat vele gedaantes kent. Net die onvoorspelbare cocktail maakt ook dat ik erg ben gaan houden van een stevig trailtje op z’n tijd. De teneur van mijn loopjaar 2024 is dat het moeilijk ook kan, zij het dan wat trager. Deze trail was daar een langgerekt voorbeeld van. Mijn eeuwige dank gaat dan ook naar Hans en Sam, zoveel meer dan uitstekende compagnons de route. Bedankt, mannen, om samen aan boord te gaan van een turbulente vaart en een unieke drievuldigheid te vormen. Samen uit, samen thuis is echt geen evidentie bij een trail. Laten we ons nooit meer afvragen waarom we dit eigenlijk doen.

12378_20240706_164718_380665229_socialmedia

Nog enkele weetjes:

  • Hans liep naar een derde plek bij de vijftigplussers – wauw! – de finishtijden tonen aan dat een sterk deelnemersveld present tekende: er stonden 138 deelnemers aan de start, slechts 11 van hen lieten een DNF optekenen
  • wederom was Shefi Xhaferaj onoverwinnelijk, de Luxemburgse had slechts 7 uur en 6 minuten nodig om haar derde Chouffe-kabouter mee naar huis te nemen, de Fransman Patrice Ringot ging als eerste over de finishlijn na 6 uur en 21 minuten
  • Anja Berners liep naar de tweede plek, het brons was voor Sophie Van Dongen die 2 minuten voor mij over de finish kwam, ik heb geen idee wanneer ze mij voorbij raasde, maar het is sowieso een remonte om u tegen te zeggen: dik verdiend!
  • Daniël en Ludovic kruisten vorig jaar mijn pad, ook nu waren ze van de partij en zetten ze een sterke tijd neer, evenzeer een eervolle vermelding verdient de 23-jarige Tienenaar Noah, die ik ontmoette op de Meerdaalwoudtrail in december: hij liep naar een indrukwekkende 14e plek in het klassement
  • ik maakte me zorgen over de batterijcapaciteit van mijn Garmin en ging die dus als een gek opladen, dat bleek wat overdreven: aan de finish had ik nog 35% batterij over (kon ik mijn lichaamsbatterij maar opladen tot 100%)
  • een nieuwigheidje was het hoogteprofiel dat omgekeerd op ons borstnummer stond zodat je het als loper kan volgen: met momenten praktisch, maar net zo goed angstaanjagend
  • het was voor mij een trail van de experimenten en eerste keren: andere voeding (6D), een nagelnieuw shirt (Craft), een fantastische sportbh (Brooks), de eerste op Hoka’s en ’s ochtends boterhammen met kaas
  • ik dronk in totaal een litertje of 5 water, ik at 1 gelletje, 2 repen Clif bloks, 4 sneetjes peperkoek, pakweg 20 TUC koekjes en 1 stukje rijsstaart met geneeskrachtige werking
  • Sam had af en toe een steentje in zijn schoen en als we hem mogen geloven, voelde hij toch ook z’n spieren wel branden, oef!
  • Hans’ darmen waren lekker actief, hij bekende nadien dat hij de hele trail toch best wat gasvorming had, waarbij hij dacht dat hij die op subtiele wijze kon laten ontsnappen – niks ontgaat echter mijn scherpe gehoor!
  • Pieter heeft een broer die zijn broer niet is, een tante die zijn tante niet is en een meter die zijn nicht is: gekke familie, die Van den Borres
  • ik moest een sanitaire stop maken, maar de insecten lieten mij met rust, ik kwam geen enkele keer ten val en we liepen geen metertje verkeerd: count your blessings
  • bifurcation betekent splitsing in het Frans, wat een woord!
  • de indrukwekkendste aankomst was die van Marise op de 18 kilometer, nooit eerder zag ik iemand zo fris en fruitig een trailwedstrijd finishen
  • aan de finish werd ik aangesprokken door blogvolger Céline die tweede eindigde op de short challenge, wat een ongelooflijk fijne ontmoeting!
  • hoe zwaar ik het ook had tijdens de trail, daags nadien stapte ik behoorlijk gezwind uit bed en bleef de grote stijfheid uit: waar is de tijd dat ik een week als een hark door het leven ging?
  • nog eens een dankjewel aan Hans en Sam die de eventfoto’s kochten (één van onze foto’s haalde de foto special) en mij hielpen om informatie te vergaren voor dit verslag

LMFI1809

Het moment – Een verjaardag, een terugblik en een voorproefje

Er is er eentje jarig vandaag. Op vrijdag 13 juli 2018 ontving deze blog voor het allereerst lezers. Ik deelde dus voor het eerst mijn gedachten met de grote buitenwereld. Een wereld die 6 jaar geleden vooral bestond uit een bescheiden groepje vrienden en familieleden die niet anders konden dan mij te volgen en uiteraard ook enthousiast te zijn. Mijn zomer van 2018 stond in het teken van mijn blog. Ik schreef tegen de sterren op. Een blog vol lege rekken, dat sprak niet aan, dus moesten de rekken gevuld worden met verhalen. Gelukkig liep ik al een jaar of 4 en lag mijn leven wat overhoop. In het magazijn lagen er nog heel wat verhalen voor het rapen. Ik had ze maar uit te pakken en op het schap te zetten.

Vorig jaar vierde ik het lustrum van mijn blogbaby in stijl, met taart en pro forma kaarsjes. Een bijzonder moment. Ik had al zoveel toffe mensen ontmoet door te schrijven over mijn leven en loopavonturen. Wat had mijn blog me al zoveel gebracht. Blablabla. Ik besefte toen nog niet dat mijn nieuwste volger een wel heel bijzonder plekje in mijn leven zou krijgen. Naast een schare trouwe lezers en dierbaren loopmaatjes bracht mijn blog me bij Hans, met wie ik nu mijn leven deel. Ik leerde iemand kennen door mijn verhalen te vertellen, iemand die mij graag leest en ook graag schrijft. Voor ons de manier om elkaar écht te leren kennen voor we dat in het echt deden.

Ergens is het natuurlijk hopeloos ouderwets om teksten te typen over wat je meemaakt en die dan dá-gen later online te gooien. Als de feiten al lang verjaard zijn, om het in sociale media termen uit te drukken. Juist dat is zo heerlijk aan een blog. Een verhaal wordt alleen maar beter als het eventjes op het schap heeft kunnen rijpen. Soms blijft het daar ook liggen en dat is helemaal niet erg. Ik ben de traagheid van de wereld die ik hier creëer steeds meer gaan omarmen. En ja hoor, er is zeker ook druk. Mijn verslag over de La Chouffe trail is nog in premature fase en het is inmiddels al een week geleden dat ik hand in hand met Sam en Hans over de finish liep in Houffalize.

Jullie zullen dus nog even geduld moeten hebben om alles te weten te komen over de La Chouffe trail. Wat ik er al over kan vertellen: ik tikte de 70 net niet aan en hield het bij 69,7 kilometer. Geen haar op m’n hoofd dat er aan dacht om na de finish nog meters te maken. Na 8 uur en 45 minuten zat onze missie er op. Hans, Sam en ik waren een soort van de drie musketiers die eigenlijk met vijf waren, want ook Pieter en Stijn haalden de finish. Het was een Chouffe trail van primeurs, met gerommel in de darmen, wind tussen de bergen, heel wat nattigheid, maar bovenal met een ijzersterk teamgevoel. Het was een trail van de sfeer en gezelligheid, van de verbinding en het samenzijn. Een ervaring om levenslang te koesteren en een ereplaats te geven hier op een schap. Ik denk zelfs aan een plekje in de etalage.

Cheers op de blog en op naar het volgende verhaal!

Loperspraat – 10 voorbeschouwende weetjes op de La Chouffe trail

Niks zo leuk als voorpret. Met de La Chouffe trail op het weekendprogramma is het dan ook tijd voor het betere voorbeschouwende werk. Het wordt mijn vijfde deelname in Houffalize en de derde keer dat ik kies voor de langste afstand. Naar mijn gevoel was ik vorig jaar net wat frisser en fitter. Het zij zo, dit jaar loopt het nu eenmaal allemaal wat stroever. Ik zal het moeten doen met de vorm die er is. Juni was nog steeds goed voor 362 loopkilometers. Met een maandrecord op zak en veel zin voor avontuur kijk ik het dus tegemoet. Ik serveer jullie 10 La Chouffe trail weetjes voor de aanstormende editie.

  • Het parcours wijzigt elk jaar wel wat. We zullen dit jaar dan ook de volle 70 kilometer lopen en geen 69, wat me de kans geeft om mijn afstandsrecord weer een tikje scherper te stellen en boven de 7 te gaan piepen. De hoogtemeters situeren zich rond de 1800. Stevig, maar na een toertje trailen in Stavelot liepen Hans en ik ook nog een Extratrail van 26 kilometer in Theux. Ik heb het Ardennen-gevoel dus in de benen zitten.
  • Met Hans aan mijn zijde was ik er nooit eerder zo gerust in om niet verkeerd te lopen. Hij kent de streek als zijn broekzak en bestudeerde het parcours uitgebreid. Conclusie: we lopen de route van vorig jaar in de andere richting. De eerste 10 kilometer zijn wat anders, vandaar het extra kilometertje.
  • Over mijn wegkapitein gesproken: Hans en ik zagen en spraken elkaar voor het eerst vorig jaar aan de start. Zoals hij berekend had, finishte hij in de sandwich tussen Roos en mij. Onderweg liep hij ook enkele stukken samen met Roos en werd er wat gebabbeld. Beide nietsvermoedend dat ze schoonbroer en -zus van elkaar zouden worden.
  • Sport Events en Live Nation stemmen de agenda’s duidelijk niet op elkaar af. Om die reden is Roos helaas niet van de partij. Haar voorbereiding voor de Chouffe trail bevat normaal gezien een vierdaagse Rock Werchter. Nu moest ze kiezen en won de muziek het van de sport. Begin augustus zal ze wel de 48 kilometer van de Trail des Fantômes lopen. Zelf zal ik daarbij zijn als supporter van dienst samen met een delegatie familieleden.
  • Aan goed gezelschap zal er in Houffalize echter geen gebrek zijn. Sam maakt zijn debuut op de langste afstand en zal Hans en mij vergezellen. Maatje Marise heeft de smaak van de afstand duidelijk te pakken en debuteert op de 18 kilometer. Stijn – die de broer van Pieter zou kunnen zijn, maar het voor alle duidelijkheid niet is – zet zijn tanden in zijn eerste 70 kilometer. Ik zei het al: héél schoon en straf gezelschap!
  • Ouwe getrouwe Pieter leerde ik 2 jaar gelden kennen tijdens de La Chouffe trail. Hij gaat nu van start als compagnon de route van Stijn (die dus niet zijn broer is). Aangezien hij een week eerder in Luxemburg een 70.3 triatlon uit zijn benen schudde (goed voor 4u37 sportplezier), stelt hij zich low profile op. Aan talent en ervaring ontbreekt het in ieder geval niet in deze nu al legendarische looptandem.
  • In vergelijking met de zwoele temperatuur van vorig jaar, mogen we ons dit jaar gelukkig prijzen met een graad of 20, mogelijk met een buitje hier of daar. Modder of niet, we liepen de afgelopen maanden vaak in erbarmelijke omstandigheden, dus ook op dat vlak kunnen we wel wat hebben. Een acceptabele temperatuur is goed nieuws voor elke loper met een wat minder sterk maag-darmstelsel. Het scheelt zweet en witte randen van het zout op je kleding nadien.
  • Mijn carrièreswitch betekent ook het einde van het Nike-tijdperk in mijn leven. Je zal me nog wel in hun kleding zien, maar voor mijn voeten kies ik resoluut voor Hoka. Ik zal zelf lopen op de Speedgoat 5 die ik al aan een eerste trailtest onderwierp in Theux en later ook in Tervuren. Wat een genot! Demping, grip en steun à volonté. Hans kiest voor de Mafate Speed 4 van Hoka.
  • Vorig jaar was ik ruim 8 uur onderweg. Ik vulde mijn brandstofvoorraad zuinigjes aan. Clif bloks vormen de hoofdmoot van mijn menu. Voor peperkoek en Tuc koekjes op de bevoorrading ben ik ook altijd in. In mijn vest zitten twee soft flasks met drank en net zo goed binnen handbereik insecten- en ontsmettingsspray. Mijn brokkenparcours van twee jaar geleden leerde me dat het geen overbodige luxe is om een wonde meteen te kunnen ontsmetten, mocht dat nodig zijn. En verder herken je mij in eerste instantie aan mijn pet.
  • Voor de ontspanning rekenen we op hét eetadres van Houffalize: Chez l’Italien – on revient chaque année – of hoe een naam geniaal in al z’n eenvoud kan zijn. Sam en Marise gaan zondag kajakken. Moedig! Hans en ik passen en zullen vooral de lopers aanmoedigen van de wedstrijden op zondag. Onder hen Geert, de man achter Absolute Run in Leuven en een gedreven trailrunner die de 36 kilometer voor zijn rekening neemt.

Houffa, here we come!