Het boek – Voorleestips voor jong en oud #2

Naar aanleiding van de De Nationale Voorleesdagen las ik in januari een verhaal van Remco Campert voor in mijn klassen. In De beestjes verveelden zich is een hoofdrol weggelegd voor een praatgraag lieveheersbeestje dat alles kinderlijk leuk lijkt te vinden. Kinderachtig, oud en ongeschikt voor puberende jongeren zou je denken, maar mijn leerlingen wisten het verhaal echt te appreciëren. Er volgde een gesprek over hoe verveling hoort bij kind zijn. Behalve in één klas: daar proestten enkele jongens het meteen uit bij de zin De leeuw sliep in zijn hol. Er gebeurden nog onschuldige dingen in dat hol. Toen er ook nog een poes bij dat hol kwam, was het hek helemaal van de dam. Het voorleesmoment verliep wat minder sereen, maar was daardoor niet minder waardevol. Mijn collega en goede vriendin An kan beamen dat onze leerlingen nog intens kunnen genieten van voorleesmomenten. An is expert in de voorleesmaterie omdat ze in 2003 haar eindwerk schreef over de voordelen van voorlezen. Bovendien heeft ze ook heel wat in-huis-voorleeservaring dankzij haar 10-jarige tweeling Lieselore en Reinout.

an3b

An vertelde me dat dit gedicht van Bart Moeyaert de aanzet gaf om haar eindwerk over voorlezen te schrijven:

Voorlezen doet lezen

Wens jezelf een vader die voorleest wat hij mooi vindt.
Voorlezen is verhalen doorgeven.
Wens jezelf een moeder die zo hard lacht als jij.
Voorlezen is plezier voor twee.
Wens jezelf een broer die alles eerlijk deelt.
Voorlezen doe je samen, met vier ogen en vier oren.
Wens jezelf een zus die zelfs in het donker ziet.
Voorlezen kun je overal en altijd.

Wens jezelf een tante die de puntjes op de i wil.
Voorlezen is een kunst die je kunt leren.
Wens jezelf een oom die klok kan kijken.
Regelmatig voorlezen is beter dan af en toe.
Wens jezelf een oma die iederéén wil hebben.
Horen voorlezen doet zelf voorlezen.
Wens jezelf een opa die vaak omkijkt.
Voorlezen is geschiedenis doorgeven.
Wens jezelf een boek.
Voorlezen doet zelf lezen.

Later voegde hij er nog deze regels aan toe:

Wens jezelf leraren die vaak voorlezen
Want horen voorlezen doet zelf lezen.

Een wijsheid die wij als Bart Moeyaert fans én gepassioneerde leerkrachten ter harte nemen. In haar eindwerk behandelde An onder andere de kenmerken van een goede voorlezer. Een flinke dosis enthousiasme en durf zijn daarbij van groot belang. Voorlezen is meer dan luidop tekst lezen. Je moet je lichaam durven gebruiken. Lezen met stemmetjes is geen noodzaak, een gevarieerde en aangepaste intonatie is dat wel. Precies dat herinnert An zich van de voorleesmomenten met haar broer. Toen ze zelf een jaar of 10 was, genoot ze heel erg van de verhalen die haar oudere broer Tom voorlas. Ze kent die verhaaltjes nog steeds mét Toms intonatie erbij. Als student hield ze dan weer van de voorleesmomenten met Wim (inmiddels haar man) die voorlas uit Stad der blinden van José Saramago.

lenr2b

An vertelde me ook dat ze al voorlas toen ze zwanger was van haar tweeling. Het is immers aangetoond dat baby’s hier ook in de buik rustig van worden. Toen Lieselore en Reinout geboren waren, werd het borstvoedingsmoment ook een voorleesmoment. Zelfs heel kleine baby’s kunnen al kleurcontrasten waarnemen in een prentenboek. Vanaf 4 maanden is een boek een stuk speelgoed waar ze naar kunnen grijpen en al hun zintuigen op loslaten. Knisperboekjes zijn dan erg geliefd. Vanaf 6 maanden kunnen baby’s even scherp zien als volwassenen. Hierdoor kunnen ze bijvoorbeeld gezichten herkennen op een prent. Om die emoties te beoordelen, zullen ze eerst kijken naar de reactie van de voorlezer op de prent. Baby’s kunnen vanaf 8 maanden voorwerpen of dieren aanwijzen in boekjes. Rond hun eerste verjaardag zullen ze beginnen brabbelen, prenten willen begrijpen en pagina’s zelf omslaan. Een half jaar later zullen ze ook complexe prenten begrijpen en details zien op afbeeldingen. Op 2-jarige leeftijd slaagt een peuter erin om een verhaallijn te begrijpen en mee te leven met personages. Vanaf dan krijgen ze ook favoriete boekjes die ze door en door kennen.

lenr3b

De kids hebben heel wat favoriete voorleesboeken. Ze zijn heel erg fan van klassiekers als Annie M.G. Schmidt en Roald Dahl. Vooral de humor in die verhalen scoort erg goed. Pluk van de Petteflet was het eerste langere verhaal dat ik aan hen voorlas. Ze leefden echt mee! Jip en Janneke vinden ze ook nog altijd leuk. Mijn kinderen houden er echt van als ik stemmetjes doe. Bij de boeken van De gruffalo was dit ook altijd een groot succes, ook dit is weer een grappig boek. Nu Lieselore en Reinout wat ouder zijn, ben ik weer meer boeken gaan voorlezen. De eigenzinnige stijl van Roald Dahl blijft het goed doen en ook Oma Boef is een schot in de roos. Het land van de grote woordfabriek vinden we hier allemaal een geweldig boek, zowel de illustraties als de inhoud. Hart doet het ook goed. Dit is een grappig boek met een schitterende vormgeving over gevoelige onderwerpen zoals echtscheidingen. Lieselores favoriete prentenboek blijft De mooiste vis van de zee.

Ik heb ook luisterboeken mogen inlezen voor de Vlaamse Luister- en Braillebibliotheek. Het is natuurlijk heel anders om een tekst in te lezen dan om hem voor te lezen aan een publiek, maar dat maakte het ook een boeiende ervaring. Veel luisteraars hebben een favoriete inlezer die gecontacteerd kan worden met de vraag om een bepaald boek in te lezen. Hoewel ik de voorkeur geef aan het directe voorleescontact, is dit een schitterend initiatief omdat je op die manier tal van luisteraars kan bereiken die geen toegang hebben tot boeken of zelf niet goed kunnen lezen. Luisterboeken zijn bij ons thuis trouwens ook heel populair. Wim zet ze vaak op in de auto als hij ver moet rijden voor zijn werk. Als we trips maken met het gezin zijn de cd’s van Het Geluidshuis een vaste waarde en de cd van Oma boef wordt standaard beluisterd als we op vakantie gaan met de auto.

an2b

De voorleeslijst #2
Pluk van de Petteflet, Floddertje, Jip en Janneke & Ik wil alles wat niet mag – Annie M.G. Schmidt, Fiep Westendorp en Harry Geelen
Mathilda, Joris en de geheimzinnige toverdrank – Roald Dahl
De gruffalo – Julia Donaldson en Axel Scheffler
Oma boef – David Walliams
Het land van de grote woordfabriek – Agnès de Lestrade en Valeria Docampo
Hart – Eef Rombaut en Emma Thyssen
De mooiste vis van de zee – Marcus Pfister

Dankjewel An, Lieselore, Reinout en Wim om jullie ervaringen en foto’s te delen!

Het boek – Voorleestips voor jong en oud #1

Als ik graaf in mijn jeugdherinneringen dan wroet ik boeken en verhalen naar de oppervlakte. Zelfverzonnen verhalen die mama ons vertelde in het stapelbed. Cassettes met verhalen die we kapot speelden. Later de boeken die ik zelf las en voorlas. Een boek is een verbindend middel tussen generaties waar geen superlijm tegen op kan. Het is dan ook niet vreemd dat in deze vreemde tijden tal van (voor)leesinitiatieven ontstaan. Ik deel al eens graag boekentips in de categorie leeswerk voor volwassenen. Bij deze geef ik de aftrap voor een reeks voorleestips. Bij gebrek aan eigen kinderen ging ik te rade bij vrienden en familie en vroeg ik naar hun voorleesboeken en -gewoontes. Vandaag beginnen we in mijn bloedeigen familie.

Als kind was ik zelf weg van Lars de kleine ijsbeer. Niet geheel toevallig heet mijn knuffel-ijsbeer Lars (ja, ik heb hem nog steeds). Ik bombardeerde de ijsbeer prompt tot mijn lievelingsdier, zelfs toen ik wat ouder was en ontdekte dat ijsberen roofdieren zijn die schattige zeehonden doden. Toch heeft het een jaar of 10 geduurd voor de cavia de ijsbeer van de troon der lievelingsdieren stootte. Of wat de impact van een boek kan zijn. Seppes favoriete boek was dan weer Monkie: een prentenboek waar geen letter tekst in staat. Het verhaal gaat over een jongetje dat zijn knuffelaapje Monkie verliest tijdens een fietstocht: regelrechte kinderhorror. Via verschillende dieren – die er niet bepaald zachtzinnig mee omspringen – komt de gehavende knuffel terecht bij een poppendokter die hem oplapt en uiteindelijk ook aan het jongetje terugbezorgt. Oef! Volgens Seppe ligt de kracht van dit verhaal in het feit dat de verteller bij gebrek aan tekst het verhaal wat naar zijn hand kan zetten, waardoor akelige stukken minder zwaar worden en de ontroerende meer naar de voorgrond komen. Dat was ook nodig voor onze gevoelige kinderzieltjes.

NHNS0274

Seppe en ik hebben ook de verhalen Een heel gewoon kikkervisje (dat uitgroeit tot een gigantisch, maar goedaardig zeedier), Ze lopen gewoon met me mee (nijlpaard volgt jongetje na school) en Als je maar vrienden hebt (een vis, een big en een vogel moeten met elkaar spelen) stukgelezen. Wij hielden heel erg van herhaling. Als we naar de bibliotheek gingen, kwamen we vaak met dezelfde boeken terug naar huis. Zo hebben we eens een volledig jaar Nijntje vliegt ontleend (spoiler: de titel is meteen ook het verhaal). Telkens als we het moesten inleveren, wachtten we tot het terug op z’n plaats werd gezet en namen we het terug mee. Sommige van onze boeken moesten jarenlang vier paar kinderhanden doorstaan. Net zoals de afstandsbediening (dé zapper) van de televisie aaneen hing met plakband, vertoonden sommige boeken ernstige gebruikssporen. Flapjes waren in- of afgescheurd, pagina’s meermaals geplooid en we gingen allemaal door een fase waarin we onze stift eens uittestten in een boek. Onverslijtbaar waren de geanimeerde verhalen die mama ons vertelde. Over het geheime leven van onze knuffels of over tractors die samenkwamen op het veld om allerlei agrarische activiteiten te verrichten. Ik ben er zeker van dat ze die verhalen nu – op verzoek – met evenveel overtuiging en inleving zou kunnen brengen. Net zoals ze dat deed bij het Engelse boek waarin acht honden steeds na elkaar op een andere manier blaften, in het Engels dus. Hilariteit gegarandeerd!

HOQY9806
Bomma is helemaal klaar voor een voorleesmoment!

Mijn mama mag zich ondertussen professioneel verhalenverteller noemen. Ze is leerkracht in het lager onderwijs en heeft dus al duizenden kinderen blij gemaakt met een goed boek en dito voorleeskunsten. Nu is ze zorgleerkracht, wat haar de kans geeft om haar taak als leescoach op school met nog meer glans in te vullen en de uitgebreide schoolbibliotheek te managen. Ook als bomma van drie kleinkinderen krijgt voorlezen een prominente plaats binnen het curriculum. Ik laat het haar zelf uitleggen. Voorlezen is één van mijn favoriete bezigheden. Ik lees op een schooldag vier keer voor. Stemvariaties, uitbeelden, vertragen, versnellen en decibels aanpassen: het lukt me allemaal. Mijn oudste kleinkind Laurien (4 jaar) heeft een uitgesproken voorkeur. Soms is ze bang van prenten. Toch kiest ze soms net voor boeken waarin “bang zijn” aanwezig is. Zo was een ouderwetse Roodkapje met een vreselijke prent van een wolf lang geliefd bij haar.

thumbnail_20200414_194456
Laurien en Vik (immer enthousiast) met hun favoriete boeken van thuis.

“De wolf komt echt niet” is één van Lauriens favoriete boeken. Het verhaal gaat over een konijntje dat gaat slapen en herhaaldelijk aan zijn mama vraagt of de wolf komt. Mama konijn stelt gerust en bedenkt telkens een andere reden waarom de wolf niet kan komen en het konijntje dus niet bang moet zijn: de wolven zijn doodgeschoten, ze zijn bang van de stad of ze kennen het adres niet. Het konijntje ontdekt altijd een zwakke plek in mama’s redenering. Op de prenten zie je de wolf naderen en als mama weg is, wordt er op de deur geklopt… Het konijntje heeft geen schrik van de wolf, maar verwacht die juist voor zijn verjaardag! Ik las dat boek elke week voor. Laurien ging telkens helemaal op in het verhaal en dacht altijd weer dat het konijntje bang was. Voor ik begon, zei ze al dat de wolf niet bij haar kon komen, want de wolf wist haar niet wonen. Een ander favoriet boek is “Tijger” (met prachtige prenten van Jan Jutte). Een tijger verschijnt in een dorp. Iedereen is bang van hem behalve een oud vrouwtje dat hem bij haar laat wonen. De tijger krijgt echter heimwee naar zijn land van herkomst. Het vrouwtje brengt hem met een grote boot terug, waarop de tijger herleeft en zijn kleuren terug krijgt. Als ze thuiskomt, vindt ze een poesje dat ze de toepasselijke naam Tijger geeft. Seppe wist me te vertellen dat Lauriens favoriete boek thuis Heksje Mimi en de baby is. Vik (1 jaar) kiest dan weer voor Klein wit visje hoort watermuziek.

HDZG4030

Leah mag als jongste telg van de familie natuurlijk niet ontbreken. Ze is inmiddels 8 maanden oud, maar – net zoals haar meter – volledig vertrouwd met boeken. Als kind was Marike fan van de verhalen van de rosse kater Dikkie Dik. Later ook van Elmer, een patchwork olifant die dus niet grijs is zoals zijn soortgenoten. De kleurrijke Elmer wakkerde bij de kleine Marike ook een fascinatie aan voor de abstracte kunst van Paul Klee. Ze maakte een tekening van allemaal gekleurde hokjes en gaf die de diepzinnige titel Papegaai in een kooi. Toen Marike vorig jaar zwanger was, gaf mama haar het boek van Elmer cadeau. Het gaat over een olifant die anders is. Bovendien is Elmer grappig en erg populair bij zijn grijze soortgenoten. Hij wil echter net zo grijs en gewoon zijn als hen. Als hij zich weet te bedekken met een grijze smurrie merkt hij op dat iedereen hem mist. Uiteindelijk kiest hij er dus toch voor om zijn kleurrijke en unieke zelf te zijn: een buitenbeentje dat gewaardeerd wordt om wie hij is.

ORQC0115
Druk, druk, druk aan het lezen.

Als Leah echter helemaal zelf mag kiezen (en dat kan ze), dan pikt ze altijd het verhaal van Muis uit de stapel. Tante Roos is ongetwijfeld erg blij met die keuze omdat de verhalen van Muis (wij zeiden Maisy, zoals ze oorspronkelijk heet) vroeger haar absolute lievelingsboeken waren. Op haar aanraden kochten we zelfs eens een boek van Maisy voor papa’s verjaardag, want dat zijn zijn lievelingsboeken! Boerderijdieren en vooral heel felle kleuren blijken een grote aantrekkingskracht uit te oefenen op een avontuurlijke baby.

VAOL9265

De voorleeslijst #1
Lars de kleine ijsbeer – Hans de Beer
Monkie – Dieter Schubert
Als je maar vrienden hebt – Friedrich Karl Waechter
Ze lopen gewoon met me mee – Margaret Mahy
Een heel gewoon kikkervisje – Steven Kellogg
De wolf komt echt niet – Myriam Ouyessad
Tijger – Jan Jutte
Elmer – David McKee
Boerderij van Muis – Lucy Cousins

Met dank aan mama, Seppe en Marike voor hun verhalen over voorleesboeken en het fotografisch materiaal.
Noot: mijn papa lijkt in dit verhaal misschien afwezig te zijn, maar hij was hoofdverantwoordelijk voor onze muzikale, wetenschappelijke en bouwkundige opvoeding. Als bompa neemt hij de taak als voorlezer heel ernstig.

Het boek – Lezen in tijden van lockdown #1

Je bent nooit alleen als je de literatuur hebt. Mocht ik over wat meer lef beschikken, dan zou ik die spreuk in koeien van letters op mijn rug laten tatoeëren. In onzekere tijden heb ik nog meer behoefte om mij te omringen met goede boeken. Toevallig heb ik ook meer tijd om die te lezen. Aanvankelijk was ik van plan om hier een donker overzicht te maken van thematische literatuur over isolatie, dreiging en een maatschappij die ontspoort. Niet bijster opbeurend. Ik koos dus voor diverse boeken die ik recent aan een hoog tempo heb verwerkt omdat het me niet lukte om ze met mate te savoureren. U bent dus gewaarschuwd.

De menselijke maat – Roberto Camurri
Ik weet niet wat het is met die Italiaanse schrijvers, maar ze klinken altijd zo weemoedig. Zo ook Roberto Camurri die een debuutroman schreef om u tegen te zeggen. In De menselijke maat vertelt hij het verhaal van Alena, Davide en Valerio die opgroeien en vergroeien met het – in hun ogen – nietszeggende dorpje Fabbricio, dat zich tussen Parma en Bologna bevindt. Jawel, in het inmiddels zwaar getroffen Noord-Italië dus. Het slaperige dorpsleven vormt het ultieme decor voor het kleine en grote menselijke drama. Hoe goed je de personages ook leert kennen, hun innerlijke drijfveren blijven gehuld in een waas van mysterie.

The Handmaid’s Tale – Margaret Atwood
Atwoods klassieker verscheen in mijn geboortejaar 1985. Mijn oog viel er pas op door de gelijknamige serie en de vervolgroman The Testaments die eind vorig jaar met de Booker Prize aan de haal ging. Ik was dit dystopische verhaal aan het lezen uitgerekend toen de coronacrisis in alle hevigheid losbarstte. Het verhaal van dienstmeid Offred (van Fred) staat centraal. Gehuld in een rode cape is zij van al haar vrijheden beroofd. Ze leeft onder streng toezicht met als enige doel kinderen te baren voor de hogere klasse. Vruchtbaarheid is immers een kostbaar goed in de totalitaire staat Gilead. Dankzij Atwoods aparte vertelstijl komen we in flarden en brokken meer te weten over Offreds vroegere (gezins)leven. Een adembenemende trip waarin fictie en werkelijkheid naadloos met elkaar worden verweven.

IMG_2347b

Buurtsupermens – Sayaka Murata
Als het wat luchtiger doch gevat mag zijn, dan moet je dit Japanse pareltje lezen. Maak kennis met de 36-jarige Keiko: een buitenbeentje in de strak georkestreerde Japanse samenleving. Keiko werkt al 20 jaar vol overgave in de plaatselijke supermarkt. Ze beschouwt haar job als een roeping. Tot haar eigen verbazing en frustratie moet ze zich steeds verantwoorden voor die keuze, net zoals voor het feit dat ze geen behoefte heeft aan een man in haar leven. Als ze op een dag de impulsieve beslissing neemt om onderdak te bieden aan een student die niet zo’n hoge pet op heeft met het hele supermarktgebeuren, is het hek van de dam. Toepasselijke literatuur, want wie dagelijks applaudisseert voor onze helden van de zorg, zou dat net zo goed kunnen doen voor de noeste werkers in de supermarkten.

Finse dagen – Herman Koch
Na het overlijden van zijn moeder trok de 19-jarige Herman Koch naar een boerderij in Finland om de verwachtingen van zijn vader tijdelijk te ontvluchten. In Finse dagen vertelt hij uitgebreid over die Finse periode. Wie denkt dat dit verhaal autobiografisch is: de enige waarheid is die van het boek, niet de waarheid van de gebeurtenissen zoals die zich in werkelijkheid hebben afgespeeld, aldus de auteur. In een verraderlijk eenvoudige stijl slaagde Koch er weer in om mij vanaf de eerste pagina mee te slepen in zijn verhaal. Je kan Finse dagen beschouwen als een coming of age novel die de ijzersterke verhalenverteller Herman Koch alle eer aan doet. Ook de prachtige cover met een reliëfdruk van berkenbomen kon mij bekoren.

De storm – Jens Christian Grøndahl
Je zou kunnen zeggen dat er weinig variatie zit in het oeuvre van de Deense topauteur Jens Christian Grøndahl. Hij schrijft namelijk altijd over vijftigers of zestigers die ietwat zijn vastgeroest in hun leven en huwelijk. Door een bepaalde gebeurtenis wordt een proces van mijmeren en overdenken in gang gezet. Glashelder overpeinzen ze de keuzes die hun leven heeft vormgegeven. Spijt is geen optie, berusting des te meer. In De storm kijken we mee over de schouder van auteur Adam Huus wiens carrière in het slop zit. Ook op familiaal vlak loopt zijn leven niet over rozen: er zit meer dan één haar in de boter. Als geen ander kan Grøndahl een levensverhaal schrijven dat zich laat lezen als een thriller. Woorden zijn als lege handschoenen, iedere hand kan ze aantrekken: een warme stem uit het soms onweersachtige noorden.

Atlas van de Nederlandse taal – uitgegeven bij Lannoo
Wat had ik dit boek graag zelf geschreven. Het zou namelijk betekenen dat ik erin was geslaagd om een origineel, humoristisch en bovenal compleet naslagwerk samen te stellen over onze prachtige taal. Een naslagwerk dat ook nog eens toegankelijk is. Duimpjes omhoog ook voor de strakke vormgeving en de knappe illustraties. Wisten jullie bijvoorbeeld dat het woord ochtendgrijs in 1997 werd bedacht door Frank Deboosere en dat het sinds 2015 behoort tot het AN? Een must have voor iedereen die – net zoals ik – van talige weetjes houdt!

IMG_2355b

Het boek – Toppers volgens mijn leerlingen #3

Het schooljaar is halverwege. Dat betekent dat mijn leerlingen al twee boeken lazen en er nog twee te goed hebben. Ik vertelde al eens wat mijn leerlingen van het vierde jaar zoal weten te waarderen op literair vlak. In het vijfde jaar kiezen leerlingen van een uitgebreide lijst die ruimte biedt aan de volledige wereldliteratuur. Vertalingen uit het Engels en Frans worden echter niet toegelaten. Jaarlijks komen er nieuwe titels bij waarvan ik denk dat ze iets teweeg kunnen brengen bij mijn lezerspubliek. Ik merk dat leerlingen in het vijfde jaar minder klagen over moeten lezen. Vaak ontwikkelen ze hun eigen smaak en ontdekken ze een schrijver wiens stijl ze waarderen. Ze geven elkaar ook vaak tips over wat het lezen waard is. Ik licht er graag drie titels uit die steevast positief onthaald worden.

De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween van de Zweedse auteur Jonas Jonasson wordt steeds weer op gejuich onthaald. Jonassons debuutroman verscheen in 2009 en werd meteen een wereldwijde bestseller. Om jongeren meer dan 300 pagina’s te kunnen boeien, moet een boek wel echt overtuigend zijn. Zeker voor jongens is deze roman telkens weer een schot in de roos. Het absurde levensverhaal en het ontsnappingsverhaal van het honderdjarige hoofdpersonage Allan, die op zijn verjaardag uit het rusthuis ontsnapt, worden in de eerste plaats gewaardeerd omdat heel wat gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis de revue passeren, zoals de Wereldoorlogen dichtbij huis, maar ook minder bekende gebeurtenissen in de Sovjet-Unie en China. Mij kon dit verhaal geenszins overtuigen. Ik stoorde me aan de ongeloofwaardige Allan die een voorliefde heeft voor bommen en explosies en bovendien bij werkelijk elke bepalende gebeurtenis in de wereldgeschiedenis een rol van betekenis heeft gespeeld. Mijn leerlingen zijn het daar duidelijk niet mee eens. Ze prijzen keer op keer de humor en originaliteit van het boek de hemel in. Een jongen zei eens: “Mevrouw, er zal echt nooit een boek zijn dat ook maar in de buurt komt van dit.” De pretlichtjes en gelukzalige glimlach op zijn gezicht zal ik niet snel vergeten.

Uit eigen land scoort Griet Op de Beecks Vele hemels boven de zevende erg goed. Ze krijgt vaak het neerbuigende etiket vrouwenliteratuur opgeplakt. Ik vind dat jammer: literatuur is niet te herleiden tot mannen- en vrouwenboeken, al zal ik niet ontkennen dat enkel meisjes dit boek kiezen en er laaiend enthousiast over zijn. Vooral de manier waarop de personages Eva, Lou en Elsie vorm krijgen. Ze worden beschouwd als bestaande personen, echte mensen van vlees en bloed die tot leven komen op papier. Iemand schreef dat ze het gevoel kreeg dat ze naar een toneelstuk aan het kijken was. De eenzaamheid en droevige gebeurtenissen waar de personages op hun zoektocht naar geluk mee geconfronteerd worden, raken duidelijk een gevoelige snaar bij mijn leerlingen. Daarenboven lees ik vaak dat ze door dit verhaal een ander, menselijker en genuanceerder, beeld hebben gekregen van onderwerpen als vreemdgaan en alcoholisme. Onderwerpen waar ze doorgaans een principiële mening over hebben. Vele hemels boven de zevende deed hen beseffen dat het begrijpelijk is dat mensen soms verkeerde beslissingen maken, dat je soms kiest voor zekerheid in plaats van voor geluk en dat het niet erg is om niet perfect te zijn.

De geniale vriendin van de mysterieuze Italiaanse schrijfster Elena Ferrante wordt sinds kort vaak en graag gelezen. Dit boek is het eerste deel van Ferrantes Napolitaanse romans, waarin we kennismaken met Lila en Elena die opgroeien in de harde realiteit van het grauwe Napels in de jaren 50, waar de klassenmaatschappij een feit is. De meisjes worden briljant en ontwapenend genoemd. Door hun kinderogen wordt intens meegeleefd met hun dromen: om een boek te schrijven en rijk te worden bijvoorbeeld. Naarmate de meisjes ouder worden, vervagen hun dromen en leer je hen steeds beter kennen. Je kan echter nooit volledig doorgronden waarom ze doen wat ze doen. Dat je hierdoor alle verwachtingspatronen loslaat en geen idee hebt waar het verhaal naartoe gaat, wordt als een groot pluspunt ervaren. Ik hoorde meermaals dat leerlingen meegesleurd en opgeslorpt werden door het hartverscheurende verhaal, ook al staat dat mijlenver van hun eigen leven. Naast wat Italiaanse geschiedenis leerden ze bovendien dat alles te relativeren valt en dat er niet zoiets bestaat als een absolute waarheid.

Met dank aan Bo, Dante, Lucas en Zacharias wiens inzichten over De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween ik in deze tekst verwerkte. De complimenten over Vele hemels boven de zevende haalde ik bij Josse, Limke, Mira, Robin en Ruth. Voor De geniale vriendin baseerde ik me op de ideeën van Elise, Hermelijn en Jits.

Gelukkige Gedichtendag!

Vandaag laat ik de poëzie spreken. Of beter gezegd Roos Rebergen, ook wel bekend als Roosbeef. Poëtischer kunnen namen niet worden. Zij schreef het gedicht Harde wereld. Denk maar eens na. Laat de woorden en je hoofd hun werk doen (of niet). Ik laat het vandaag aan jullie over of we in een harde en fantasieloze wereld leven (mijn leerlingen vonden van wel).

gedicht

Cheers op de poëzie!

Het boek – Het lezen zoals het is

Ik lees niet alleen graag boeken, maar ik lees ook graag over boeken en wat bekende en onbekende lezers daar zoal over te zeggen hebben. Omdat Humo wellicht nooit in mij als lezer geïnteresseerd zal zijn en omdat je goede vragen mag pikken, beantwoord ik hier enkele prangende boekenvragen.

In welk boek ben je nu bezig?
Zonder liefde, de nieuwste roman van Stefan Brijs: het keuzeboek van de boekenclub voor mijn leerlingen van het vijfde jaar. Elk schooljaar selecteer ik hiervoor andere boeken die recent verschenen zijn. Leerlingen kunnen dan voor een bespreking in groep kiezen in plaats van een schriftelijke opdracht. Ik ben benieuwd wat ze over dit boeken te zeggen zullen hebben.

Waar lees je het liefst?
In de zomer gaat er echt helemaal niets boven buiten lezen: in de zon als het kan, in de schaduw als het nodig is. In huis geef ik dan weer simpelweg de voorkeur aan mijn zetel. Voor elk moment heb ik een andere houding: gaande van deftig rechtzitten of lomp onderuit gezakt.

Met welke auteur zou je een avondje uit willen?
Met Paulien Cornelisse, cabaretière en auteur van De verwarde cavia (aanrader!). Vorig jaar zag ik haar theatershow Om mij moverende redenen. Ik vind haar één van de grappigste mensen op aarde. Een avond in haar gezelschap doorbrengen zou hoe dan ook onvergetelijk zijn.

Met welk romanpersonage zie je een onenightstand wel zitten?
Met het naamloze hoofdpersonage uit De buitenjongen van Paolo Cognetti omdat het bergen-decor op verschillende vlakken zinnenprikkelend is. Als hij niet thuis zou geven, zou ik wel kunnen vallen voor de charmes van Giovanni uit Ernest Van der Kwasts De ijsmakers die een leven met de poëzie verkiest boven de familietraditie.

Wat is je favoriete gedicht?
In het Engels is dat zonder enige twijfel This Is Just To Say van William Carlos Williams omdat het zo bedrieglijk eenvoudig is. Tijdens mijn studies schreef ik eens een volledige paper over dit gedicht en het onderwerp vergeving. Ik zal jullie die uiteenzetting besparen. In het Nederlands kies ik voor een tijdloze klassieker: Voor een dag van morgen van Hans Andreus.

Welk boek heb je het vaakst cadeau gedaan?
De bijbel voor elke lezer: Pieter Steinz’ Gids voor de wereldliteratuur (vroeger: Lezen Etcetera) omdat het onmisbaar is voor iedereen die op een verfrissende manier wil proeven van de literatuur. Met dank ook aan de prachtige vormgeving.

IMG_2013b

Wat is volgens jou het ideale vakantieboek?
In de vakantie lees ik graag dikke boeken die zich afspelen in de natuur, op een desolate plek of in een hotel. Graag met veel personages. Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer heeft het allemaal.

Welk non-fictieboek zou iedereen gelezen moeten hebben?
Mijn haat krijgen jullie niet van Antoine Leiris, die zijn vrouw verloor bij de aanslag op de Bataclan in Parijs en Maus van Art Spiegelman: verhalen die altijd belangrijk zullen blijven.

Welk kunst- of kijkboek kampeert op je salontafel?
Er liggen heel wat boeken op mijn salontafel: boeken die ik op korte termijn wil lezen, poëziebundels en ook blader- en kijkboeken. Het leukste van Eva (Mouton) en The Flame van Leonard Cohen zijn boeken die ik altijd bij de hand wil hebben. Mijn favoriete kunstboek is van Gregory Crewdson, een Amerikaanse fotograaf die cinematografische beelden schiet waarbij David Lynch nooit ver weg is.

Wat is het laatste boek dat je tranen van ontroering heeft bezorgd?
Ik heb nog nooit echt gehuild met een boek, maar een leeservaring kan me wel helemaal uit mijn lood slaan. Dagenlang loop ik dan rond met een krop in de keel die maar niet is weg te slikken. Onder meer A Farewell to Arms van Ernest Hemingway bezorgde me dat gevoel, maar heel recent ook Het echte leven van Adeline Dieudonné.

Welk boek zou je meteen (her)lezen als je een week leestijd cadeau kreeg?
Ik zou dan eindelijk beginnen in Oorlog en vrede van Leo Tolstoj: één van die klassiekers die me al jarenlang verwijtend aankijkt en die ik als literatuurwetenschapper toch gelezen zou moeten hebben.

Welk boek of oeuvre vind je zwaar overschat?
Schrijven is een vak. Het is niet omdat je enige bekendheid hebt, een hoop volgers en er een leuk verhaal in je hoofd zit dat je ook een goede roman kan schrijven. Ik erger me dus wel eens aan bekende koppen die zichzelf schrijver noemen. Zo vind ik onder andere de boeken van Ish Ait Hamou zowel inhoudelijk als stilistisch zwaar overschat.

Welk romaneinde had je liever anders gehad?
Het einde van Call Me By Your Name bleef te lang door kabbelen. Ik ben benieuwd of Find Me, het recent verschenen vervolg van André Aciman me kan verrassen en of er dus nog verhaal zit in de romance van Elio en Oliver.

 

Het moment – Schrijftalent gespot in de klas #1

Schrijver, journalist, avonturier, Lost Generation, Nobelprijswinnaar. Het is onmogelijk en zelfs ronduit oneerbiedig om Ernest Hemingway te beschrijven in amper zes woorden: welgeteld één woord per decennium dat Hemingway de literatuur van de 21e eeuw gestalte gaf. In zes woorden kan je het turbulente leven van de in Chicago geboren Amerikaan niet vatten. Geen woord over zijn bewogen leven in Parijs tijdens de roaring twenties. Geen woord over zijn twee huwelijken en drie zonen. Geen woord over zijn betrokkenheid tijdens de wereldoorlogen en de Spaanse Burgeroorlog. Geen woord over zijn trieste levenseinde dat getekend werd door alcohol en depressies. Geen woord over zelfdoding. Nochtans was het Ernest Miller Hemingway himself die – zo wil het verhaal – op café een weddenschap met vrienden afsloot omdat hij beweerde een verhaal van slechts zes woorden te kunnen schrijven. For sale, baby shoes, never worn krabbelde hij neer en de weddenschap was gewonnen.

Ik legde Hemingway’s ver doorgedreven vorm van flash fiction voor aan mijn leerlingen van het vijfde jaar. De eerste vraag was: is dit wel een verhaal? De meningen waren verdeeld. Langs de ene kant hoorde ik een duidelijke nee omdat er geen personages zijn, je helemaal niets weet en die zes woorden net zo goed een betekenisloos zoekertje in de krant zouden kunnen zijn. Langs de andere kant gingen er ook heel wat stemmen op voor de verhalende waarde van deze korte zin. Hemingway’s zes woorden roepen een beeld op: een vader en moeder verliezen een kind en bieden de voorziene schoentjes te koop aan. Je voelt de leegte en het verdriet, ook al staan die er niet. Een leerling concludeerde dat zes woorden geen verhaal vormen, maar dat ze wel een verhaal kunnen vertellen. Laat net dat de kern zijn van een six word story ofte zes-woorden-verhaal.

Ik daagde de vijfdejaars leerlingen uit om een verhaal van exact zes woorden te schrijven. Omdat je ware creativiteit niet aflevert op bevel was het een vrijblijvende taak en een bescheiden wedstrijd onder het mom: wie is de Hemingway van onze school? Om een verhaal te vertellen met zes woorden moet je vertrekken vanuit een groter verhaal. In de klas bedachten leerlingen dus een overdaad aan dramatische situaties. Dat grotere verhaal werd vervolgens steeds kleiner en korter tot er een minimum aan woorden overbleef. Een schrijfoefening waarbij je meer moet schrappen dan schrijven, zonder dat de lezer het gevoel krijgt dat er betekenisvolle woorden zijn weggelaten. Het is een delicaat evenwicht tussen net genoeg vertellen om je lezer te prikkelen zodat die een concrete situatie voor ogen krijgt en voldoende mysterie behouden zodat de verbeelding het verhaal kan vormen. Een zes-woorden-verhaal overstijgt ook de gevatte quote.

Er bevindt zich duidelijk heel wat creatief schrijftalent onder mijn leerlingen en daar kan ik niet anders dan heel gelukkig van worden. Kiezen tussen 22 parels was een aartsmoeilijke opdracht. Uiteindelijk mochten alle leerlingen van het vijfde jaar hun stem uitbrengen, net zoals mijn collega’s Nederlands en de directie. Schrijven is schrappen en kiezen is ook verliezen. Het viel meteen op dat enkele verhalen er bovenuit staken en afgetekend de leiding namen. De nummer 1 liet zich niet van de troon stoten. Voor de ereplaatsen ging het lang haasje over. Gisteren werden de prijzen uitgereikt en de winnaars bekend gemaakt. Ga nu goed zitten en geniet van de beste verhalen. Winnaars Staf en Lucas staan uiteraard bovenaan.

Laatste halte, laatste regen, eerste tranen – Staf & Lucas
Ik en jij, maar nooit wij – Firdaous
Eén sms, schreeuwende banden, akelige stilte – Dante
Enkel mijn ogen zagen de waarheid – Amber
Wil niet weten wie me vasthoudt – Wica
Edelachtbare, u hebt de verkeerde voor – Maud
Hij traint elke dag, toch ontspoord – Ben
Jouw ogen, mijn blik, een ogenblik – Sarie & Seppe
Beroofd: kindertijd – Syrië – Oeganda – India – Zweden – Emely
Dromend zag ik hoe jij stierf – Lucas

IMG_1654b
Kasper (plaatsvervanger van Amber), Staf, Lucas, Wica, Dante en Maud: de top 5!

Wil je nog meer lezen en weten over Ernest Hemingway? Groot gelijk! Lees dan een echt boek van de meester. A Farewell to Arms is één van die boeken die mij tot tranen toe beroerd heeft: een verhaal dat heel diep sneed en waar ik nog vaak aan terugdenk. Ook de unieke sfeer van Fiesta: The Sun Also Rises kan ik zo weer oproepen. Als het iets luchtiger mag zijn, kijk dan vooral naar Woody Allens Midnight in Paris (al is het voor de Parijse scenery). Een (mislukte) schrijver met een romantische ziel is met zijn verloofde in Parijs. Vol weemoed verlangt hij naar de literaire wereld van de jaren twintig tot hij op een avond nietsvermoedend belandt in die roaring twenties. Hij ontmoet er kleurrijke sleutelfiguren waaronder Scott F. Fitzgerald (schrijver van The Great Gatsby), Gertrude Stein, Pablo Picasso en een baldadige Ernest Hemingway. Warm aanbevolen!

 

Het boek – Herfsttijd, leestijd, boekenbeurstijd!

Zoals mijn sportieve leven cyclisch de seizoenen doorloopt, zo gebeurt dat ook met mijn lezend leven. Deze periode loop ik dus niet alleen door de bladeren in het bos, maar (weliswaar aan een iets bescheidener tempo) ook over de sjofele tapijten van de Boekenbeurs in Antwerpen. Vorig jaar vertelde ik al over die tijdelijke en periodieke terugkeer naar het boekenvak als medewerker op de stand van Exhibitions International. Mijn allereerste werkgever is topleverancier van de mooiste boeken die op de Boekenbeurs te vinden zijn. Ondertussen ben ik al toe aan mijn twaalfde editie als werkkracht op de Boekenbeurs. Tijd om de balans op te maken van de eerste boekenbeursweek.

Laat er geen twijfel over bestaan: bij Exhibitions International vind je het meest gevarieerde en uitgebreide boekenaanbod: kunst, lifestyle, architectuur, Engelse ficite en non-fictie, film en muziek zijn slechts enkele onderwerpen. Een boek over fartology, tatoeages of kalligrafie behoort eveneens tot de mogelijkheden. Alle wegen leiden kortom naar Exhibitions International. De trends van vorig jaar zijn nog niet op hun retour. Het aantal katgerelateerde items lijkt weer wat toegenomen en valt nog steeds erg in de smaak. Ook de tote bags met opschrift hebben niet aan populariteit ingeleverd, net zoals de Disney scheurkalender die een must blijkt te zijn voor menig huishouden. Harry Potter is in al zijn verschijningsvormen eveneens erg geliefd bij jong en oud. Engelstalige fictie doet het in het algemeen goed met een glansrol voor Margaret Atwoord en haar Booker Prize winnende The Testaments. Het mannelijke publiek zwicht nog steeds voor dure boeken over nog duurdere Porsches of zeldzame horloges. Enkele kamerplanten fleuren sinds dit jaar de stand op, want stijlvolle boeken over groen in huis zijn ook helemaal in.

img_1623b.jpg

Dat ik al vier dagen tussen al die parels mocht vertoeven, heeft een groot voor- en tegelijkertijd ook nadeel: het is onmogelijk om zelf niets te kopen. Allereerst schafte ik me heel wat Engelstalige fictie aan. Ik ben onder meer razend benieuwd naar het bejubelde On Earth We’re Briefly Gorgeous van debutant Ocean Vuong. Ook Normal People van Sally Rooney staat inmiddels hoog op mijn leeslijst, samen met The Overstory van Richard Powers en Asymmetry van Lisa Halliday. De meest intrigerende titel is die van de Japanse bestseller Before the coffee gets cold van Toshikazu Kawaguchi. In de categorie non-fictie werd Factfulness me warm aanbevolen door tijdelijke collega Thomas en schoonbroer Peter. En omdat ik The Subtle Art of Not Giving a F*ck zo vaak over de toonbank zag gaan, ging ik ook voor die niet mis te verstane boodschap overstag.

Om een beetje in te spelen op die literaire overdaad in het najaar voer ik een boekenkoopstop in vanaf augustus. Het is dan uitkijken naar de nieuwigheden die strategisch in oktober verschijnen. Bij de andere stands is er dus ook heel wat moois te vinden. Zo kan ik niet wachten om te beginnen in Zwarte schuur, de nieuwe roman van Oek de Jong en Zonder liefde van Stefan Brijs. Ik kocht ook Zomervacht van Jaap Robben omdat ik deze zomer diens Birk in één ruk heb uitgelezen. Bij de buitenlandse literatuur maakte ik een vreugdesprongetje omdat mijn favoriete Deense auteur Jens Christian Grøndahl een nieuw boekenkind op de wereld zette. Alleen al omwille van de cover wil ik zijn De storm liefst nu lezen. Hetzelfde geldt voor De uitzichtlozen van Nicolas Mathieu, die vorig jaar de prestigieuze Prix Goncourt won. Dankzij de successen van de Paolo’s Cognetti en Giordano zetten uitgevers nu ook veeleer onbekende Italiaanse auteurs in de kijker. Ik ben niet moeilijk te overtuigen en kocht redelijk impulsief De menselijke maat van Roberto Camurri omdat het door Cognetti wordt omschreven als een ingetogen, gevoelig lied dat we nooit eerder hebben gehoord. Zo mogelijk nog impulsiever belandde Trocadéro van John-Alexander Janssen in mijn boekenzak. Simpelweg omdat het zich in Parijs afspeelt.

De goede verstaander leest hier dat ik graag boeken koop. Ik heb echter geen gebrek aan leesvoer in huis. Nadenken over welke boeken ik wil lezen, die vervolgens kopen, in huis hebben en alles organiseren: ook dat is deel van het boekenplezier. De heel goede verstaander leest hier dat mijn eigen woning momenteel ook een beetje op de Boekenbeurs begint te lijken. Zonder de muffe lucht en dure broodjes uiteraard.

De Boekenbeurs gaat door in Antwerp Expo en loopt nog tot en met maandag 11 november. Je vindt Exhibitions International in zaal 1, stand 109. Welkom!

IMG_1617b

Het boek – De kracht van gewoontes volgens James Clear

Mijn papa lachte er vroeger wel eens mee dat ik op een stoel in de keuken zat te wachten tot de klok van de oven op 7u42 sprong: voor mij het startschot om naar school te vertrekken. Ik ben een gewoontedier (en dat heb ik van hem). Mijn tijdsschema is nu minder strikt, maar ik doe wel elke week op hetzelfde moment boodschappen, ik spreek af op dezelfde plaatsen en bestel dan ook telkens dezelfde koffie. Soms schaam ik me daar over. Gewoontes hebben klinkt namelijk saai en allesbehalve spannend. Dankzij Atomic Habits van James Clear (vertaald als Elementaire gewoontes) leerde ik dat gewoontes ons leven gemakkelijker maken en dat schijnbaar onbenullige gewoontes wel degelijk een grote verandering teweeg kunnen brengen. Ik verwees er hier al naar toen ik het had over motivatie. James Clear gelooft namelijk niet dat het de drastische veranderingen en grootse doelen zijn die ons motiveren om dingen in ons leven anders aan te pakken. In Atomic Habits legt hij uit welk proces een gewoonte doormaakt en hoe we ze kunnen veranderen of integreren in alle domeinen van ons leven. Dit zijn de vijf inzichten die mij het meest zullen bij blijven.

1. Focus je op het systeem en niet op een doel.
Liefst van al zou je willen dat je elke training vooruitgang of verbetering voelt, al is het maar een heel klein beetje. Dat proces verloopt echter niet lineair. James Clear heeft het over de verraderlijke valley of disappointment: de fase waarbij de gewoonte geen of niet het gewenste effect lijkt te hebben, wat demotiverend kan werken omdat je meteen resultaat wil zien. Volgens hem kan je je beter focussen op een systeem en dus op het proces. Een doel is dan slechts richtinggevend. Als je dus een marathon wil lopen, moet je kijken naar je trainingen en hoe je die kan optimaliseren. De marathon lopen is dan een logisch gevolg van je systematische aanpak. Het problematische aan doelgericht werken, is dat het slechts tijdelijke veranderingen met een jojo-effect creëert. Je ruimt je woonkamer grondig op en een week later ligt alles weer overhoop. Bovendien kan doelgericht denken ook je geluk hypothekeren. Je houdt jezelf namelijk voor dat je pas gelukkig zal zijn als je doel behaald is. Als dat niet lukt, ben je ongelukkig. Fall in love with the process!

2. Je gewoontes vormen je identiteit.
Gewoontes veranderen kan op drie niveaus: je kan je richten op het resultaat, op het proces, maar ook op je identiteit. Iemand die een paar kilo’s kwijt wil, focust op een resultaat. Als jij als persoon eigenlijk niets geeft om gezonde voeding is die gewoonte in conflict met je identiteit. Je kan dus beter zeggen: ik wil iemand zijn die gezonder eet en van daaruit handelen. Zeg dus ook niet: ik wil een marathon lopen, maar: ik wil een loper zijn. Omgekeerd gebruiken we die identiteit ook als excuus voor slechte gewoontes: ik ben nu eenmaal iemand die te laat komt. Om je identiteit aan te passen, geldt het systeem van de democratie. Je moet jezelf met voldoende stemmen overtuigen dat je iemand bent die graag loopt of op tijd komt. Elke handeling die je verricht en die past bij je (gewenste) identiteit is een stem. Het gaat erom een meerderheid te halen. Hoe vaker je op tijd komt, hoe meer je er zelf van overtuigd zal zijn dat je iemand bent die niet te laat komt.

3. Een nieuwe gewoonte kan je best koppelen aan een andere gewoonte.
Menselijk gedrag volgt vaak de cyclus van het Diderot-effect waarbij één aankoop automatisch tot de volgende leidt. Je koopt een nieuwe eettafel en hebt dan plots nieuw bestek nodig: uit de ene actie ontstaat de andere. Motivatie is dan ook niet de doorslaggevende factor die bepaalt of je een nieuwe gewoonte kan aanhouden. De efficiëntste manier om een nieuwe gewoonte in te voeren is habit stacking: het principe dat een nieuwe gewoonte voortbouwt op een bestaande gewoonte. Je moet je daarbij telkens afvragen wat je precies zal doen (het specifieke gedrag) en wanneer en waar dat zal plaatsvinden. Zeg dus niet: ’s avonds ga ik lezen, maar: na het avondeten ga ik een half uur een boek lezen in de zetel. De ene gewoonte moet dus de trigger zijn voor de volgende.

4. Onze omgeving heeft een grote invloed op onze gewoontes.
De omgeving en ook de personen die daar deel van uitmaken zijn uitermate belangrijk bij de vorming van gewoontes. We imiteren de gewoontes van drie sociale groepen: the close, the many en the powerful. Op een eerste niveau zijn dat dus de mensen uit onze nabije omgeving, zoals vrienden en familie waar je al dan niet mee samenleeft. Op de tweede plaats komt de meerderheid. We gaan namelijk gemakkelijker in tegen onze eigen principes dan tegen de mening van de groep. Tot slot imiteren we personen die succesvol zijn en waar we naar op kijken. Zo zal menig marathonloper de trainingsprincipes van Eliud Kipchoge proberen over te nemen (zelden met het gewenste resultaat). Een gewoonte veranderen is dus gemakkelijker als je je in een omgeving bevindt waar jouw gedrag het gewenste gedrag is.

5. De vier wetten der gewoonte
James Clear baseert zich op vier wetten om gewoontes in te voeren en te implementeren. Maak ten eerste duidelijk wat je gewoonte precies inhoudt (een concrete formulering volgens het principe van habit stacking). Maak je gewoonte ten tweede aantrekkelijk (je omgeving is hierbij cruciaal). Maak de gewoonte vervolgens gemakkelijk door de drempel zo laag mogelijk te houden. Verplicht jezelf niet om een heel boek te lezen, maar begin met twee pagina’s. Tot slot moet je gewoonte tot voldoening en tevredenheid leiden. Voorzie een beloning op de korte termijn die niet ingaat tegen je identiteit. Beloon jezelf dus niet met een pak friet als je drie keer gezond hebt gegeten. Als je slechte gewoontes wil afleren, moet je dus het omgekeerde doen: maak het onzichtbaar, onaantrekkelijk, moeilijk en teleurstellend.

Ik heb Atomic Habits met veel plezier gelezen. Het boek heeft me meer inzicht gegeven over hoe gewoontes ons dagelijks handelen vormgeven en welke processen hierachter schuil gaan. Zoals alle boeken die gaan over efficiëntie en organisatie vind ik niet alles toepasbaar in het dagelijks leven, maar dat neemt niet weg dat er wel degelijk heel wat nuttige strategieën worden aangereikt die je het leven aangenamer en makkelijker kunnen maken. Zo vond ik deze week weer de zin om mijn routine van stabilisatieoefeningen in te voeren en dat kostte me plots schijnbaar geen moeite. De sociale experimenten die als voorbeeld dienen bij elk hoofdstuk zijn ook een meerwaarde. Ik leerde dat ganzen instinctief een ei dat uit hun nest rolt terug naar het nest zullen verplaatsen. Uit proeven bleek dat ze dat met elk rond object doen dat in de buurt ligt. Hoe groter dat voorwerp, hoe groter de drang was om het in het nest te krijgen. Eén gans ging zelfs zo ver dat ze een witte volleybal in haar nest rolde. Zorg er met andere woorden dus voor dat je omgeving is afgestemd op je gewoontes. Wanneer je een handeling een gewoonte kan noemen, hangt trouwens niet af van hoeveel tijd er verstrijkt, maar wel van hoe vaak je die handeling hebt verricht. You have to fall in love with boredom en laat dat nu net zijn waarom ik zo graag marathons loop.

Atomic Habits – Tiny Changes, Remarkable Results van James Clear verscheen in 2018 bij Random House Business Books.

De gedachte – Over motivatie

Toen ik nog Engels gaf aan zesdejaars hadden we het over motivational and inspirational speeches. Een dankbaar onderwerp, want er zijn legio voorbeelden van zulke speeches te vinden. Zo liet de wereldberoemde Yes we can speech van Barack Obama niemand onberoerd en ook de woorden die Malala Yousafzai sprak toen ze de Nobelprijs voor Vrede ontving, konden op veel bijval rekenen. Op dit moment is de toespraak van een geëmotioneerde Greta Thunberg die fel uithaalt naar de wereldleiders brandend actueel, ook op school. Zowel Obama als Yousafzai als Thunberg slagen erin om hun idealen te belichamen in wat ze zeggen. Ze zijn hun boodschap en of je het nu eens of oneens bent met hun discours, het vraagt op z’n minst lef om met zoveel bravoure de massa toe te spreken. Hun speeches zijn een krachtig en goed georkestreerd signaal naar de wereld. Ze inspireren en zetten aan tot nadenken. Ik denk echter niet dat ze daadwerkelijk iets zullen veranderen aan individuele gewoontes en gedragingen. Daar is iets veel eenvoudiger voor nodig.

Als het over motivatie gaat, ontkom je niet aan het onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Externe factoren liggen aan de basis van extrinsieke motivatie. Zo zal een leerling in de eerste plaats studeren omdat als hij slaagt hij bij zijn vrienden in de klas kan blijven zitten en zijn ouders dan niet zeuren. Mogelijk hangt aan een goed rapport ook een beloning vast. Ik merk zelf dat leerlingen in het vierde jaar (secundair onderwijs) heel gevoelig zijn voor beloningen: in de vorm van punten, maar zeker ook complimenten. Het is moeilijker om leerlingen de waarde van intrinsieke motivatie bij te brengen. In de ideale wereld studeert elk kind omdat het zichzelf wil verrijken en echt iets wil bijleren, puur voor zichzelf dus. Aangezien het schoolsysteem toch nog hoofdzakelijk op cijfers is gericht, is het niet evident om leerlingen bij te brengen dat ze in de eerste plaats een mooie en goede tekst moeten willen schrijven.

Ik erger me al eens aan die focus op extrinsieke motivatie die je vaak terugvindt in tijdschriften over lopen of bij andere motiverende raad. Veelal wordt er namelijk van uit gegaan dat een mens bij voorbaat geen zin heeft om te gaan lopen. Het is een opgave, het kost moeite en eigenlijk zegt je lichaam: blijf gewoon thuis. Er worden dan tal van tips aangereikt om toch ergens motivatie te vinden. Bijvoorbeeld jezelf nadien belonen door iets lekkers te eten of drinken. Ook sociale druk lijkt een efficiënte stok achter de deur te zijn. Door samen te gaan lopen, hou je je namelijk aan de gemaakte afspraak. Wie dan nog niet voldoende gemotiveerd is, krijgt de raad om een concreet doel te stellen. Schrijf je in voor een wedstrijd, want dan hebben je trainingen plots zin en nut. Als ik bij elke training hopeloos moet zoeken naar het waarom ervan, zou ik me toch eens de vraag stellen of ik niet beter een andere hobby kan zoeken. Ik vind het bijvoorbeeld redelijk absurd om marathons te lopen als je een hekel hebt aan duurlopen.

Zoals ik in mijn faq uitleg, kost het me weinig moeite om mezelf te motiveren om te gaan lopen. Ik heb er meestal gewoon zin in, ook als de omstandigheden niet ideaal zijn. Lange tijd heb ik dat weggewuifd als ach, dat is voor mij een gewoonte. Die redenering klopt deels. Het heeft mij namelijk ook weinig moeite gekost om die gewoonte aan te leren. Ik heb dat zo beslist en moest mezelf dus niet wekenlang motiveren met allerlei lekkers na een looprondje om toch maar die loopschoenen aan te trekken. Mijn directe motivatie ligt ook niet in de loopdoelen die ik stel. Ik ga in de eerste plaats lopen voor mezelf. Tijdens het lopen (en fietsen) kan ik mijn hoofd verluchten, zoals je dat met je woning ook moet doen om die fris en gezond te houden. Het is een onderhoud van mijn lichaam en geest. Mijn hoofd wordt tijdelijk leeggemaakt, zodat er weer ruimte ontstaat en meer lucht is om te ademen. Je kan om die reden ook bidden of mediteren, maar mijn sacraal me-time moment zit in een loopronde. De tijd die dat kost, betaalt zich terug in kwalitatieve tijd nadien. Met die gedachte heb je geen extrinsieke motivatie nodig om er op uit te trekken.

Om die reden ben ik fan van het boek Atomic Habits van James Clear. Hij pleit voor tiny changes for remarkable results. Als we iets willen bereiken, zijn we te vaak gefocust op een eindresultaat. Ik ga nu lopen omdat ik dan een marathon kan uitlopen. Je hoopt dan, door dit vaak genoeg te herhalen, dat je hier ook naar zal gaan handelen en een gewoonte kan veranderen. James Clear spreekt dat tegen. Volgens hem is het beter om het grootse eindresultaat los te laten en je te richten op je identiteit. Wat voor persoon wil je zijn? Wil je iemand zijn die drie keer per week gaat lopen? Waarom wil je zo iemand zijn? Als je op die manier motivatie kan aanboren, dan kost het je plots veel minder moeite om te lopen en dan is een loopwedstrijd geen stok achter de deur, maar een logisch gevolg van het feit dat je het voor jezelf belangrijk vindt om te gaan lopen.

Afsluiten doe ik met de mooie en uiterst gemotiveerde lopersvoeten van An, mijn lieve collega en vriendin. Enkele weken geleden besloot ze om te beginnen met lopen. Dat was geen vanzelfsprekende keuze nadat er vorig jaar heel veel op haar af kwam en ook het lichaam tegensputterde. Ze volgt een schema waarbij ze geleidelijk aan de loopminuten opbouwt (verstandig!). Natuurlijk vertel ik An vaak over mijn loopavonturen, mogelijk heb ik haar daardoor op ideeën gebracht. De motivatie om vol te houden, haalt ze echter bij zichzelf. Omdat ze plezier haalt uit die momenten, omdat ze dichtbij huis mooie plekken ontdekt, omdat het een manier is om zorg te dragen voor haar lichaam. Blijven gaan, maatje!

WUFH2377b