De muziek – 2025 in een muzikale notendop

2025 was een muzikaal topjaar! Het bracht een werkelijk overdadige en gevarieerde notenoogst. Nu valt er wat mij betreft muzikaal altijd heel wat te rapen in een jaar. Ik heb geen spannende releases nodig om van mijn nootjes te kunnen genieten, noch moet ik in het najaar een voorraad aanleggen om de winter door te komen. Wel volgt mijn muziek doorgaans de seizoenen. Zo is er geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om in de zomer naar Leonard Cohen te luisteren, maar kan ik me geen donkere dagen voorstellen zonder zijn stem. Een week, laat staan seizoen, zonder Froukje is dan weer ondenkbaar. Zij is er altijd, voor elke gemoedstoestand. 2025 was het jaar van de live muziek. Een jaar van de mannen uit mijn jeugd en vrouwen boven. Hou jullie dus maar vast voor wat een serieuze notendop zal worden, om het met de woorden van Hans te zeggen.

De losse heupen van Bryan en Robbie
Bryan, Robbie en ik we go way back! De eerste cd die ik kreeg was een best of van Bryan Adams en niet veel later ging ik sparen om cd’s van Robbie Williams te kunnen kopen. Het toeval (bestaat niet) wilde dat mijn beide helden naar TW Classics kwamen. Live songs horen die een kwart eeuw geleden je tienerverdriet konden verzachten, dat doet wat met een mens. Plots kom je weer dichter bij je puberversie die je een arm om de schouder kan leggen, wetende dat het wel goed komt. De muziek van Bryan Adams kent iedereen. Hij heeft nog steeds een stem als een klok en een broek die aan de strakke kant is. Topklasse zonder meer. Robbie Williams was de onbetwiste hoofdact. Wat een energie! Robbie Williams slaagt erin om enkele tienduizenden mensen iets van zichzelf te geven. We stonden niet bepaald dicht bij het podium, maar toch voelde het alsof hij ons persoonlijk aansprak. Zowel in zijn verhalen over (eindelijk) volwassen worden, als met zijn dance moves en beklijvende hits. En ja, show en drama: ik hou daar van, toch als het zo professioneel en overtuigend gebracht wordt. TW Classics was ons op het lijf geschreven: een avondje festivalgevoel voor de mens die op z’n comfort gesteld is.

De gevoelige snaar van ZAZ
Als ik over muzikaal talent zou beschikken, dan zou ik ZAZ willen zijn. Tussen de Franse Isabelle Geffroy en mij is het al lang dik aan. Ik begon naar haar te luisteren door haar album Paris (2015) waarop ze in haar eigen stijl Franse chansons covert die de Franse stad eren. Een fan was geboren, ook de plaat Isa (2021) draaide ik grijs. ZAZ is een getormenteerde ziel die tonnen joie de vivre uitstraalt. Teder versus beresterk: het blijft een onweerstaanbare combinatie. Op 19 september kwam haar nieuwe album Sains et saufs uit. Ik was er meteen aan verslingerd. In oktober gingen we naar ZAZ’ concert in het Koninklijk Circus in België. Ongelooflijk hoe iemand zich zo elegant kan bewegen tussen het intieme poëtische en het grootse entertainende. Dankzij een selfie-camera zagen we een diva zonder capsones, eentje die veilig en wel (sains et saufs) is geland. De hele show was één muzikaal hoogtepunt, maar dé uitschieters waren toch het rauwe Eblouie par la nuit gevolgd door het heerlijk dramatische Un enfant pour toujours.

Het ontging ook Spotify niet dat ik in de ban was van ZAZ. Haar nummer Sains et saufs beluisterde ik het vaakst, ook het gelijknamige album was mijn nummer 1. Wereldwijd sta ik zelfs op de 1963e plaats van ZAZ-luisteraars. Verdienstelijk, al zeg ik het zelf.

De verslaving van Pommelien
Ik ga me nog niet officieel als Pommelien Thijs fan outen, maar ik ben het wel. Begin oktober kwam haar album Gedoe uit (wachten op gedoe, een verwijzing naar Wachten op Godot) en daar kon je in de media niet omheen. Mijn nieuwsgierigheid was met andere woorden geprikkeld. Ik gaf haar een kans tijdens een fietsrit naar Zoutleeuw: ik was kansloos, instant verkocht. Het was mijn gevoel voor dramatiek waarop ik weer keihard gepakt werd. Elke song is muzikaal anders, maar bouwt op naar een spetterende uitbarsting. Ik wilde me niet als een weerloos slachtoffer in de val laten lokken, maar het gebeurde toch. Ik vind elk lied gewoon steengoed. Wat ook voor Pommelien pleit: ze is een topzangeres, entertainer en creatieve duizendpoot die weet waar ze mee bezig is, iemand die je wil toejuichen. Maar ik als veertiger behoor toch helemaal niet tot haar doelpubliek? Mijn nichtje Ineke merkte fijntjes op dat haar publiek juist bestaat uit heel veel mensen die denken dat ze niet tot haar doelgroep behoren.

Mijn favoriete nummers van de plaat zijn Ik moet gaan en Cassandra. Pommelien Thijs liet zich namelijk inspireren door de Griekse mythologie. Wie was Cassandra? Wel, het verhaal is beter en aangrijpender dan wat er in het lied over haar gezongen wordt. Cassandra was een vrouw die ten prooi viel aan toxische mannelijkheid en daarvoor nog eens gestraft werd door niet geloofd te worden. Pijnlijker wordt het niet. Misschien ging Pommelien de mosterd wel bij ABBA halen, want die bezongen deze iconische Cassandra eveneens: Sorry Cassandra, I didn’t believe, you really had the power. Hoe dan ook stond Gedoe van Pommelien Thijs op nummer 3 van mijn best beluisterde albums.

De bravoure van Barbara Pravi
Dat het songfestival wel degelijk over muziek gaat (althans een paar jaar geleden), dat bewees Barbara Pravi met Voilà. Wat een vrouw! Ik overwoog ernstig om Voilà op mijn arm te laten tatoeëren. Barbara Pravi is een Française met Servisch-Iraanse roots. In haar album La pieva (2024) vertelt ze over haar artistieke familie en breekt ze een lans voor het moderne feminisme. Ze zingt net zo goed over vogels die tussen de bergen vliegen als over jezelf op een piedestal durven zetten. In november gingen we naar haar optreden in Brussel. Je show beginnen met een a capella versie van je wereldhit: je moet daar ballen voor hebben. Barbara Pravi heeft alles in overvloed. Ze heeft een stem als een huis en ze kan dansen alsof haar leven ervan afhangt. Van de eerste tot de laatste seconde wist ze ons te begeesteren. Elk nummer tilde ze naar een hoger niveau. Er was het aangrijpende Marianne, een ongeziene performance met Exister en het denderende slot van Bravo. Kortom, een gebeurtenis die nog lang niet uitgezinderd is. Ik overweeg nu om Bravo! op mijn arm te vereeuwigen.

De wals van het najaar
Dankzij de muziekkennis van Hans ontdekte ik dat ik hou van liedjes met een driekwartsmaat. Het dramatische Cassandra bijvoorbeeld en Un enfant pour toujours (mijn 3e best beluisterde nummer). Take This Waltz van Leonard Cohen hoort ook thuis in dit rijtje, net zoals Leonard hoort bij de donkere dagen van het najaar. Als enige mannelijke artiest in mijn top 5 bevindt hij zich in uiterst ravissant gezelschap: ZAZ staat helemaal bovenaan, gevolgd door Froukje en Barbara Pravi. Leonard gaat nog net Pommelien voor die als een raket naar boven is geschoten. Froukje is dan weer goed voor 3 plaatsen in mijn top 5 van best beluisterde nummers met Heb ik dat gezegd, Ik wil dansen en Zeeën van liefde.

Froukje verdient een standbeeld. En toch blijk ik volgens Spotify een oude ziel te zijn met een luisterleeftijd van 62 jaar. Daar zitten Eros Ramazzotti, Paolo Conte en Leonard Cohen ongetwijfeld voor iets tussen. Hou ik eigenlijk van kerstmuziek? Jazeker. Denk aan Happy New Year van ABBA, The Pogues met hun Fairy Tale of New York en Thank God It’s Christmas van Queen. Laat de bellen maar rinkelen! Alleen ben ik er nog steeds niet over uit of dit nu echt the most wonderful time of the year is.

Het moment – De 6 van Leah en Emil

Leah is mijn oogappel. De 6-jarige dochter van Marike en Peter, mijn metekindje. Ik neem mijn taak als Metie heel ernstig door originele en creatieve cadeaus te geven, samen herinneringen te maken en haar te laten voelen hoe belangrijk ze voor mij is. Emil is haar 3-jarige broer en als we een uitstap maken, mag hij natuurlijk mee. Het zijn echt fantastische kinderen! Ze barsten van de energie en ze hebben gevoel voor drama. Omdat ze het hart op de tong hebben, verveel je je geen seconde met hen. Er rollen al eens tranen omwille van een valpartij (Emil) of er is een sip mondje (Leah) omdat je niet alles wat zacht is en van pluche wil kopen, maar geef ze 1 of 2 chocoladebroodjes óf sandwiches met choco en hun dag is geslaagd. We namen ze dit jaar mee naar De Haan in de zomer en naar het Natuurhistorisch Museum – het dinomuseum – in Brussel. Aan onvergetelijke momenten geen gebrek.

Het ongeduld van Leah
In onze familie wordt er al eens gesupporterd en dat is niet alleen enthousiasme tonen, maar ook (lang) wachten. Met dat enthousiasme zit het wel snor bij de jonge garde, al vindt Leah wachten heel saai en steekt ze dat niet onder stoelen of banken. Tegen beter weten in probeer ik dan uit te leggen dat het niet erg is dat dingen een keer saai zijn. Leah’s ongeduld wordt vooral op de proef gesteld als je onderweg bent. Is het nog ver? Ja, eigenlijk wel, als je van de Kempen onderweg bent naar de zee en net een kwartier gereden hebt. Of als je met de trein van Aarschot naar Brussel gaat en het station nog maar net bent uitgereden. Gelukkig kan een spelletje Ik zie, ik zie wat jij niet ziet elke vorm van verveling aan.

De wijze woorden van Emil
Emil is een vlotte prater, wat hij zegt komt er altijd uit met een ondertoon van urgentie. Alles wat hij zegt of meemaakt is doorleefd en op dat moment het enige wat telt. Vaak gaan zijn vaststellingen gepaard met handgebaren. Toen we door een park wandelden, onderweg naar het dinomuseum deed onze kleine archeoloog een vondst van jewelste. Kijk, een bot van een dino! Het leek op een steen, maar in het museum werd bevestigd dat botten eruit zien als stenen. Ook op de terugweg werd het bot gespot. De grootste wijsheid kwam echter toen we langs de Stella brouwerij in Leuven reden. Bier is gevaarlijk! De waarheid komt uit een kindermond, dat weten we allemaal.

De stilte van Leah
Leah is een pientere meid die graag weet hoe de dingen in elkaar zitten. In de kleuterklas was ze in de ban van ruimtevaart, het heelal en moderne kunst. Op haar leeftijd kan je dan nog net zo goed gefascineerd zijn door eenhoorns en regenboogkleuren. Als je haar iets uitlegt, kan dat echter net zo goed op een doodse stilte onthaald worden. Zo liepen we in Brussel langs iemand die op straat sliep. Hans greep die schrijnende situatie aan om uit te leggen dat sommige mensen geen huis hebben en daarom op straat moeten leven. Er volgde geen vraag of emotie. Gelukkig trekken ze zich het niet te hard aan, dachten wij bij onszelf. Het was pas ’s avonds dat Leah thuis vertelde hoe erg het is dat sommige mensen geen huis hebben en dat de bouwvakkers daar toch echt iets aan zouden kunnen doen. Een pientere meid die doordenkt de dingen liever grondig voordat ze conclusies trekt zodat er ook meteen een oplossing voor handen is.

De mensenkennis van Emil
Als je met kinderen de trein neemt, dan kijk je door hun ogen naar medereizigers . Die heeft een hoofdtelefoon op! Daar is een kindje! Je beseft dat mensen met diverse activiteiten bezig zijn als ze op de trein zitten. Iets kijken op je laptop kan ook perfect tijdens een treinreis. Emil leek de laptop vooral te associëren met werken, niet met entertainment. Papa kijkt geen filmpjes op zijn pomtjoeter! Het klonk als een oordeel. Gelukkig had de persoon in kwestie oordopjes in.

Het verdriet van Leah
Onze poes Ada was de dikke vriend van Leah. Het is nu anderhalf jaar geleden dat Ada stierf. Een gemis dat nog altijd pijn doet, ook bij Leah. Ada was één van de eerste woorden die ze kon schrijven (toegegeven, het is een makkelijke naam) en ze tekent Ada wekelijks, al dan niet in regenboogkleuren. Ik mis Ada is een uitspraak waarmee ze aangeeft dat ze ergens mee zit, een handig excuus om verdrietig te kunnen zijn en dat ongemakkelijke gevoel van gemis in woorden te vatten. Leah kan uit het niets zeggen: het is toch spijtig dat Ada gestorven is. Vaak volgt dan de vraag waarom ze nu precies gestorven is. Kon de dierenarts haar echt niet meer helpen? Net dat is het pijnlijke van verlies: het is een verdriet dat altijd een beetje blijft, maar het is heel troostend om samen het icoon, dat Ada inmiddels geworden is, levend te houden.

De wereldse blik van Emil
We wandelden door de Europese wijk in Brussel. Teleurstelling alom toen bleek dat we niet om de hoek naar ons huis konden gaan om een filmpje in de zetel te kijken. Qua geografische inschatting zitten die kinderen er toch naast, dachten wij. We hadden immers twee treinen en de metro moeten nemen om onze bestemming in Brussel te bereiken, dan heb je een afstandje te overbruggen. Op weg naar het Schumanplein bleef Emil hangen achter een stoeptegel en maakte hij een snoekduik op het trottoir. Tranen natuurlijk. Bij wijze van afleiding legde ik uit dat op deze plaats in Brussel heel veel mensen werken in die hoge gebouwen en dat die uit verschillende landen komen. Waarop Emil een gigantische Europese vlag ziet hangen en zegt: We zijn in Europapa!



De race – EK marathon Leuven april 2025

De cijfers: mijn 20e marathon liep ik in 3:15:54, een tijd waar ik 10 jaar geleden bij mijn marathondebuut niet eens over durfde dromen
De voorbereiding: de winter kostte me vooral energie, de belofte van de lente bracht heel wat meer kwalitijd in mijn leven, waardoor ik ook weer ouderwets positief naar deze mijlpaal kon toeleven
De race: ik schipperde tussen blijven doorduwen en me overgeven aan het unieke karakter van dit evenement, wat niet altijd gemakkelijk was omdat ik elk van de 267 hoogtemeters gevoeld heb
De herinnering: het verhaal van “wij samen” naar de marathon en de ongeziene sfeer in Leuven die de verwachtingen ruimschoots inloste

Wat vooraf ging
Zo moeilijk als het tegenwoordig is om je tijdig in te schrijven voor een sportief event, zo makkelijk was het voor dit marathon-EK. Zelfs heel last minute was een inschrijving mogelijk voor de 10 kilometer, halve en hele marathon. Een verademing! Ruim een jaar van tevoren schreef ik me in. Andere vroege vogels waren Hans, Sam en Roos die haar startbewijs doorgaf aan Seppe. Een marathon van (ons) Brussel naar (mijn) Leuven: op dat feestje mocht ik niet ontbreken. Stiekem groeide ook een heel klein beetje de hoop dat ik na mijn pijnlijke marathon in Berlijn weer als vanouds zou kunnen vlammen zonder al te veel last van mijn hamstrings. Niet dat ik een sub3 ambieerde, wel dat ik me weer eens onbezonnen in het avontuur zou kunnen storen. Dromen mag, dromen moet zelfs. Ik leefde dan ook heel positief toe naar de wedstrijd omdat het zo bijzonder was om met mijn volledige loopcrew voor dat gezamenlijke doel te trainen, ieder met z’n eigen besognes. Bovendien genoot ik ook heel erg van het zondagse duurlopen samen met Hans. Meer moet dat soms niet zijn.

Vlak voor de start
Een marathon in eigen land: dat was van Antwerpen geleden. Na een auto- en busrit stappen we op een goed gevulde trein. Het is duidelijk dat niet alleen ons clubje erop gebrand is om op tijd aan de start in Brussel te geraken. Leeswaarschuwing: het is begrijpelijk als je in de hierop volgende beschrijving de draad kwijt raakt van wie nu eigenlijk wie is. Samen met Simon & Pieter (onze Siktivity boys) en Joni zijn we op de afspraak met Pieter & Stijn (diens bekende gelegenheidsbroer zal met de fiets volgen) en Sam. Pieter, ons jonkie van het gezelschap, heeft voor de gelegenheid zijn meest comfy Birkenstocks aangetrokken. Zogezegd met één of ander heel praktisch excuus. Te voet gaat het richting een bruisend Warandepark. We zijn op tijd, of wat had u gedacht?

Ondertussen is het zachtjes beginnen regenen. Terwijl we romantisch met z’n allen schuilen in een prieel en ik (tevergeefs, zo zal later blijken) hoop op een opklaring van formaat, bereiden we ons voor op de start. Wachtend op Joni’s pupil Jan, heeft Sam het ideale (hopelijk ook legale) middeltje op zak voor Hans’ pijnlijke bil: een spuitbus met iets dat koud aanvoelt, maar eigenlijk warm is. Begrijpe wie begrijpen kan. Enfin, we geraken elkaar allemaal een beetje fysiek kwijt in de menigte en uiteindelijk zak ik met Hans en Sam af richting startzone op het Paleizenplein. Wat een decor! Een drone hangt boven onze hoofden aangezien we deel uitmaken van een live-uitzending op nationale tv. En dan is het tijd om afscheid te nemen: Sam staat in de box voor mij, Hans in het startvak na mij. Op de lekkere beat van Sean Pauls Temperature hoop ik stiekem toch op wat zon en bij Sweet Dreams durf ik te dromen van de ideale start. Na een plechtig moment inclusief volkslied en koning is het zover. Knal boem! Met vuurspetters en al worden we weggeschoten richting Leuven.

De race
We draaien rechts de Wetstraat in en stormen zo op het Jubelpark af. Er vliegt opspattend water tegen mijn benen. Een natte marathonstart is iets dat ik nog niet eerder meemaakte. Het moment van de start pakken: het werd zowat mijn motto de laatste jaren. Ik denk aan Marike die dat daags voordien ook deed en heerlijk onbezonnen het avontuur van haar halve marathon in dook. Wat ik een klein beetje over het hoofd had gezien na mijn lyrische verslag van onze parcoursverkenning: we lopen helemaal niet door het Jubelpark, maar er onderdoor. Dat is nu eenmaal waarom ze tunnels aanleggen. En door tunnels lopen: dat is nooit een lachertje. Na anderhalve kilometer is de toon voor deze marathon meteen gezet. Met zicht op de triomfboog loop ik de tunnel in, het is er eentje die uit twee delen bestaat. Ik heb nooit beseft dat je er gewoon in kan kijken vanaf het Jubelpark.

Als ik naar mijn tweede kilometertijd kijk, valt het vies tegen als ik 4’42” zie staan. Dit wordt een marathon waarbij tussentijden eerder relatief dan indicatief zullen zijn. De komende kilometers kan ik maar beter niet te vaak op de klok kijken. Een echt lekker gevoel heb ik nog niet te pakken. Ik heb de hoogtemeters van het parcours wellicht toch wat geminimaliseerd. De marathon an sich daarentegen heb ik niet onderschat. We lopen de tunnel door onder Montgomery om dan de Tervurenlaan naar beneden te lopen. Ik probeer hier toch snelheid te pakken om dan misschien met wat uitstel echt een lekker gevoel vast te grijpen. Na 6 kilometer ben ik eraan voor de moeite. De klim in Woluwe wacht. Focus op een soepele tred en niet op de tijd! Ik kan me niet van de gedachte ontdoen dat ik meer aan het harken ben dan ik zou willen (achteraf zal blijken hoe relatief dat was). Ik word voorbijgelopen door de Van Roy tandem met aan het stuur Stijn (de witte) en broer Simon (de sikke). Samen zijn ze naarstig op zoek naar hun sub3. Dat ziet er goed uit!

Na 10 kilometer staat het voor mij onomstotelijk vast: ik verkeer niet in supervorm noch beschik ik over superbenen. Ik voel mijn rechterhamstrings en -bil al goed trekken. Het is op naar Tervuren met het besef dat het aartsmoeilijk zal zijn om hier vandaag 3u10 uit de benen te schudden, wat ik als richttempo had vooropgesteld. Het enthousiasme van het publiek biedt gelukkig soelaas aan de innerlijke worstelingen. Een supporter met Ozze John is van beton gaat helemaal door het lint als John, die een paar meter voor mij uit loopt, hem passeert. Wat een toewijding! Ik krijg er zowaar zelf een bescheiden adrenalinestootje van. Al kan dat ook te verklaren zijn door het feit dat we voor de verandering eens in dalende lijn lopen.

We zijn dus in Tervuren en ik word terug in de tijd gegooid naar juli 2019 toen de Tour de France hier passeerde. Er was toen misschien een ietsiepietsie meer volk op de been, maar het publiek is ook hier van het luide en aanmoedigende soort. Yes, kom op, ik kan dit wel degelijk! Vlak voor we afdraaien richting Park van Tervuren word ik ingehaald door Merijn: ultraloper, held en winnaar van de Sportverdienste van het Jaar. Het is mooi om te zien hoe soepel hij loopt. Alsof het niks is. Hij zal dan ook eindigen in een heel knappe tijd van 3u04 en dat voor een loopnummer dat eigenlijk buiten zijn comfortzone ligt. Heel straf! Terwijl ik het park induik, denk ik aan Hans. In “ons park” blijkt het asfalt een pak slechter te liggen dan ik dacht. Het zijn van die kleine, eigenlijk onbenullige dingen die je opvallen als je in je hoofd niet helemaal in de race zit. Ook hier stap ik even in mijn teletijdmachine naar het jaar 2016 toen ik hier voor het laatst liep in wedstrijdverband tijdens de marathon van Brussel.

Reikhalzend is het uitkijken naar de rijdende koffiebar van Ernesto, ons koffiemoment na een zondags loopje in Tervuren. Voor de gelegenheid is hij wat moeten opschuiven. Helaas staan de mensen niet rijen dik bij hem aan te schuiven. Wel staan ze luid op ons te roepen. Met een goeie 15 kilometer in de benen ben ik nog niet toe aan mijn post-race-koffie. Ook mijn boterhammetje zal nog even op zich laten wachten. We passeren namelijk bij bakkerij Vogelaers in Vossem, dé smaakmaker van de streek. Ik vloek vooral op de Smisstraat waar echt elke meter naar beneden dan wel naar boven gaat. Een soort bmx-parcours voor lopers lijkt het wel. Het prikt allemaal net iets harder dan gedacht (of gehoopt). Het frustreert met dat ik geen steady tempo kan vinden om de cruise control op te zetten. Ik ben trouwens niet helemaal gestopt met op de klok te kijken. Meestal loop ik nog vlot onder de 4’30” per kilometer, maar toch vind ik geen bevestiging dat ik goed bezig ben. Het mooie is dat het me wel langs alle kanten wordt toegeroepen, wat de burger toch moed geeft.

Ik laad me op voor de klim in Leefdaal, de beruchte Mezenstraat die ook wel eens de Muur van Leefdaal genoemd werd, wat zelfs ik met enige zin voor theatraliteit wat overdreven vind. Zoals dat gaat met dingen die je echt vreest: ze vallen doorgaans beter mee dan verwacht. Al helemaal omdat Katja en Dieter me enthousiast de berg opsturen. Vlotter dan gedacht loop ik dus naar boven. Het feest is helemaal compleet als ik eindelijk naar rechts kan afdraaien, de steenweg op en de vriendjes van DCLA onder leiding van Marianne me nog meer aanmoedigingen toeroepen. Ik draai weer naar rechts, in dalende lijn deze keer, verder richting Leefdaal. Het halfway point is een feit. Met 1u34 op de klok zou ik hier in theorie nog mogen hopen om te finishen in 3u10. De zwaarste helft qua hoogtemeters zit er immers op. Ik voel echter aan alles dat dit me krachten heeft gekost. Fysieke en mentale kracht die ik momenteel niet op reserve heb. Ook mijn buik is het niet helemaal eens met het (voor mijn doen) ambitieuze voedingsplan. Mijn 3 gels zitten me niet lekker.

De weg naar Leuven lijkt kronkeliger, heuvelachtiger en langer dan gedacht. Weer maar eens. Ik krijg nog een laatste gelletje weg op kilometer 25, maar ik zie aan mijn kilometertijden dat ik terrein aan het verliezen ben. Aan het publiek ligt dat in geen geval. Jongens toch, wat een sfeer en gezelligheid! Er zijn de luide en jeugdige aanmoedigingen in de bevoorradingen, met als tegenwicht de rustige, bemoedigende woorden. Mevrouw, gij zijt dat hier goed aan het doen! Ik zeg het nog een paar keer tegen mezelf. Ik ben dat hier goed aan het doen. Als ik een bord met Heverlee en vooral ook met Leuven zie, haal ik toch een beetje opgelucht adem. We zijn er nog niet bepaald echt, maar het voelt als een heel klein beetje thuiskomen. Al helemaal als we afslaan over de weg naar IMEC en vlakbij mijn vorige woonplaats in de Celestijnenlaan passeren. De puf is er nu wel echt uit bij mij. Ik word voorbij gelopen door Joni en Jan op weg naar hun 3u10. Goeie sfeer hè! roep ik meer om mezelf op te monteren. Ik klamp me vast aan de beloftevolle woorden van Joni: en het beste moet nog komen!

We lopen richting Heverlee city, een plek die ik heel goed ken en waar ik 10 jaar geleden mijn basis legde als duurloper. De zon doet heel soms eens van bonjour, maar het is wel een graad of 18. Ik ben dan ook best hard aan het zweten. En dorst dat ik heb! Aan elke bevoorrading probeer ik twee bekertjes water aan te nemen zodat ik toch telkens een minimum aan vocht binnenkrijg. Iedereen weet dat al lopend een bekertje aannemen en uitdrinken relatief weinig water oplevert. Ik begrijp waarom de trailvest ook in marathonmiddens z’n entree heeft gemaakt. De hele Memory Lane in Heverlee ontgaat me wat door het toenemende ongemak. In de voorbereiding was het allemaal net iets plezanter. Toen liepen we aan een tempo rond de 4’55”, nu is dat toch een 20-tal seconden sneller.

Richting Arenberg neemt de ambiance weer toe. Ontelbare keren liep ik daar omhoog lang het park. Nooit eerder deed dat onbeduidende bultje zoveel pijn. Nooit eerder deed ik het dan ook met 30 kilometer en ruim 200 hoogtemeters in de benen. Leuven wordt steeds luider. Op Den Dreef neemt het gejoel toe. Er is nu echt geen ontkomen meer aan: de finale op Leuvens grondgebied is ingezet. Ongetwijfeld wordt het er één met hoogtes en laagtes. Aan Parkpoort de ring op om te beginnen. Een stevig klimmetje op z’n Brussels waar ik nog maar eens concludeer dat ik niet bepaald fris in de race zit. Het plan van 3u10 zit nu definitief achter slot en grendel in de kast. Hoog tijd om de sfeer echt tot in elke (pijnlijke) spiervezel te absorberen. Te beginnen in de Parkstraat die bijna onherkenbaar is door de menigte die er zich verzameld heeft. Wel herkenbaar uit de duizend: Katja! Het valt op dat het Leuvense publiek doorgaans jong is en dat ik als vrouw toch een streepje voor heb bij de aanmoedigingen. Ik laat het me welgevallen.

Ik geniet van de duik naar beneden door de Naamsestraat richting Grote Markt. Héérlijk! Of ik echt kippenvel heb, weet ik niet, maar dat ik dit niet zal vergeten dat staat buiten kijf. We draaien rond de Sint-Pieterskerk langs Brasserie Notre Dame waar ik heel wat werkende uren heb doorgebracht. Op naar de Vaart! Ik voel ergens een klein vlammetje dat is gaan branden. Ik loop dan ook naar mijn zusje toe. Als een magneet word ik naar haar toegezogen, net zoals naar mijn geliefde Vaart. Weer maar eens een plek waar ik oh zo veel kilometertjes gelopen heb. Ik kan de Vaart al ruiken als ik Roos in de menigte zie staan. Ik herken haar meteen, uit de tienduizend als het moet. Het helpt ook dat ze een stapje in de goot heeft gezet zodat we maximaal dit moment kunnen pakken met z’n tweeën. Haar geschreeuw geeft me vleugels. I’ve got this! De adrenaline raast door mijn lichaam. Uit mijn Garmin-analyse nadien zal blijken dat mijn aanloop naar Roos effectief een rode opflakkering was en dat ik dus ook daadwerkelijk sneller ben gaan lopen dat moment.

36 kilometer staat er inmiddels op de teller. De passage langs de Vaart is een dubbele. Enerzijds is het lastig omdat we van de finish weglopen naar een keerpunt. We zullen lopers passeren die al een kilometer of 2 à 3 verder in hun race zitten. Anderzijds is dit hét punt bij uitstek om bekenden te spotten. Heel waarschijnlijk zal ik hier ook de toetie van Hans zien als ik gedraaid ben. De eerste bekende die ik kruis (en die dus voor mij loopt) is Stijn. Hij moet werken, maar ziet er nog sterk uit. Wat verderop zie ik dan de nog steeds intacte tandem van de Remy Boys. Joni wilde Jan met wat drama naar de finish loodsen: wel, het ziet ernaar uit dat dat hier aan het gebeuren is. Jan moet even stappen, maar pikt meteen weer in. Er is wind, maar ik weet eigenlijk niet meer of die eerst tegen dan wel mee zit. Vierkant draaien doet het sowieso. Met of zonder keerpunt. Hans is die andere persoon die ik uit een miljoen zou herkennen. Ook zonder flashy shirt zie ik meteen zijn blije gezicht. Wat ziet hij er goed uit! Die is ook bezig aan een sterk nummer. We geven elkaar een high five en dan is de finale nu voor echt ingezet.

De passage onder de brug aan de Vaart blijft nog lang nazinderen. Dit is ongezien! Hier kan zelfs Rotterdam niet tegenop, wat een sfeer! In de Vaartstraat kan ik dan echt beginnen dromen van die finish. Een blik op de klok leert me dat een 3u15 nog moet lukken. Het lijkt me de moeite waard om mijn benen daarvoor draaiende te houden. Je moet overigens geen Leuvenaar zijn om te weten dat ook Leuven allesbehalve vlak is. Gisteren stonden we zelf nog te supporteren bij de oplopende doorkomst in de Vital De Costerstraat. Het doet pijn, maar ach wat: de finish ligt nu echt binnen handbereik. Over de Bondgenotenlaan gaat het voorbij Absolute Run waar Geert en Stefanie enthousiast staan te zwaaien. Ook aan het station is de menigte behoorlijk uitzinnig. Een dj met een vette beat, soms heb je niet meer nodig om een soort van lach op je snoet te krijgen. We lopen nu een stuk van het Eindejaarscorrida-parcours. Wat op en af voor de verandering. Bij de passage langs de Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein hebben we nog anderhalve kilometer te gaan. Tijdens de verkenning slaagde ik er heel wat beter in om het moment hier te pakken.

De Blijde Inkomststraat is de laatste straat die me naar de lange lijn richting finish leidt. Lijden is het nog steeds ook een beetje. De allerlaatste bocht is een feit. Ik ben degelijk voorbereid en weet dat de voetgangersbrug aan de gevangenis niet de finish is. Met nog maar eens een blik op de klok besef ik dat ik hier verdorie nog iets van een sprint uit de benen zal moeten schudden wil ik onder de 3u16 blijven. Wonderwel lukt dat. Voor een bescheiden zegegebaar is geen tijd, laat staan energie. Ik wil gewoon over die lijn binnen zijn. Yes, dit was het dan: marathon nummer 20! Ik ben weer een avontuur rijker. De medaille is een heel mooie om aan de collectie toe te voegen. Ik zie meteen Joni en Jan. Ze hebben hun doel gehaald en zo hoeft Jan officieel geen marathon meer te lopen. Zoals verwacht laat Hans niet lang op zich wachten. Met 3:21:45 loopt hij een prachtig PR. Al is het ook wel schrikken om hem met runner’s nipples aan te treffen, wat hij zelf pas doorheeft als hij mijn gezicht ziet. We zijn verenigd. Het zit erop, we kunnen nu uitgebreid gaan napraten over een bewogen dag.

De conclusie
Het was mijn allereerste marathon in lijn, een verbindende lijn tussen twee steden die voor mij heel belangrijk zijn in mijn (lopende) leven. Niet alleen symbolisch, maar ook mentaal was het heel fijn om mezelf lopend (op de één of andere manier functioneel) te verplaatsen van punt A naar B. Omdat het ook een EK was, konden we nadien de volledige uitzending integraal herbekijken. Ideaal om alles te herbeleven. Het geeft nog net wat meer grandeur aan de marathon. Daarbovenop was het met een dikke 12.000 deelnemers de grootste marathon in België. De organisatie was dan ook van een hoog niveau. Op enkele kleine praktische dingetjes na liep alles gesmeerd. Ook de Leuvense politici lieten zich opmerken in het deelnemersveld. De stad vraagt, roept en schreeuwt in ieder geval om een eigen marathon. Het zal geen evidentie zijn om die – zelfs met het betere ellebogenwerk – een plekje te geven op de drukbezette marathonkalender. Een dikke vette stempel met “goedgekeurd” dus.

Nog enkele weetjes

  • Hoe verging het Team Siktivity? Simon moest Stijn lossen na 12 kilometer, een blessure speelt hem al enkele weken parten. Hij finishte uiteindelijk in een heel verdienstelijke 3u13. Stijn liep 2u59. Hij slaagde erin om zijn tweede helft sneller te lopen dan de eerste. Pieter klokte af op 2u46. Sterk werk van de mannen in het blauw!
  • Hoe verging het Sam en Pieter? Sam vergezelde Imana Truyers bij haar marathondebuut en deed dat in 2u46. Pieter rijfde met 2u53 ook een eerste dikke vette sub3 binnen.
  • Die andere Stijn (op de fiets) liep 2 weken eerder 3u02 op de marathon in Gent. Pieter en Stijn zullen samen aan de start staan van de 36 kilometer van de Chouffe trail.
  • Run with the champions! De Spaanse Fatima Ouhaddou werd Europees kampioen in 2u27, bij de mannen was de titel voor de Italiaan Iliass Aouani met een tijd van 2u09. Maar zijn we niet allemaal kampioenen?!
  • Een pluim voor de bevoorradingen! Er waren er meer dan genoeg en de ambiance was er top. Ik spotte er behoorlijk wat oud-leerlingen. Een mooie kennismaking voor de jeugd met wat lopen kan betekenen voor een mens.
  • Na de finish kregen we een half litertje water dat gerantsoeneerd bleek te zijn. Veel te karig wat mij betreft. Ander aandachtspuntje: de bagage afhaling had net wat gestroomlijnder kunnen verlopen.
  • Over mijn snelle schoen, de Cielo X van Hoka, was ik niet onverdeeld positief. Ze lopen fantastisch als het snel genoeg gaat, maar op een nat wegdek bieden ze een minimum aan grip. Niet dat ik echt onderuit ging, maar soms voelde ik mezelf toch een beetje doorslippen. Hans had dezelfde ervaring met zijn Mach X 2.
  • Ik liep in Leefdaal op een bepaald moment met twee andere Cielo-lopers voor mij uit. Toch wel een stil momentje van verbinding. Nike heeft nog steeds een onverzettelijk bastion als het om carbonschoenen gaat.
  • Ik gebruikte niet eerder zo vaak de woorden klimmen, stijgen en bergop in een marathon-raceverslag. De ironie is dat we feitelijk meer meters bergaf liepen. Oeps. Het voelde anders, geloof me.
  • Mijn nichtje Marilou was er wel degelijk bij. Het was meteen haar eerste ervaring met een hoofdtelefoon om de overprikkeling te beperken.
  • Met de tepels van Hans is alles in orde, geen zorgen. Zelf had ik een schuurwonde aan mijn buik en hals. Ook nieuw voor mij. We droegen allebei iets van Brooks waarvan we nu dus kunnen concluderen dat het bij echt zweetweer te veel vocht vasthoudt.
  • Ook voor Hans was de passage onder de brug langs de Vaart het kippenvelmoment bij uitstek. Hier hebben ongetwijfeld mensen gehoorschade opgelopen.

Het moment – 42,195 km later

Brussel en Leuven hebben niet teleurgesteld. 3u15 stond er op de klok toen ik over de finish kwam. Marathon numero 20 is daarmee officieel binnen! 42,195 kilometer lang schipperde ik tussen onverschrokken de strijd aangaan met de klok en het besef dat marathons lopen zoveel meer is dan de tijd die in je nek hijgt. Ik hapte naar adem. Gaf soms plankgas. Om dan te zoeken naar iets dat ergens comfortabel aanvoelde. Ik kon de marathonwetten deze keer niet overstijgen. Ik was niet onoverwinnelijk en had ook behoorlijk wat verval. Een marathon lopen is een les in omgaan met ongemak.

Pain is just a French word for bread: ik las het meermaals op een stuk karton bij wijze van ludieke aanmoediging, een woordspeling die ik stiekem zelf had willen bedenken. Ik las ook Gek zijn doet zeer en Therapy was also an option. Laat me eerst vooropstellen dat de doorsnee supporter bovenmatig enthousiast is. Bovendien denk ik dat de gemiddelde toeschouwer langs het parcours liever niet al te veel en te lang loopt. De perceptie is immers dat je wel gek moet zijn om jezelf zoveel pijn aan te doen om een marathon te lopen. Ik zal niet ontkennen dat er behoorlijk wat gekte in mij schuilt. Loopgekte onder andere. Ik kan soms in elke vezel van mijn lichaam voelen dat ik gemaakt ben om te lopen. Ik loop niet omdat ik mezelf graag pijn doe. Wel omdat er op de één of andere vreemde manier juist iets heel krachtigs van mezelf naar boven komt als ik loop.

Toen Hans en ik ons startnummer gingen ophalen, hadden we het erover in welke mate marathons lopen een vorm van pijn opzoeken is. Is het zo dat marathonlopers in wezen kicken op pijn lijden? Wat je voelt als je 30 kilometer gelopen hebt, zou ik niet beschrijven als pijn, maar als een groeiend ongemak. Het Engelse discomfort is hier op z’n plaats. Je loopt en loopt en blijft lopen ook als je lichaam zegt dat het steeds meer moeite kost, als het ongemak niet alleen in je benen, maar ook in je buik en in je hoofd zit. Als je dat ervaart, besef je ten volle wat het betekent om een marathon te lopen. Het is waar de marathon zich onderscheidt van een andere loopdiscipline. De ironie is ook dat als je dan eindelijk stopt met lopen, je pas echt voelt hoe dat ongemak zich verspreid heeft in je lichaam. Opluchting neemt het dan over van het ongemak.

Geen nood, na deze korte bespiegeling ben ik nog lang niet uitgepraat over mijn 20e. Een uitgebreid raceverslag hebben jullie nog van mij te goed. Het zal ook deze keer niet ontbreken aan geuren en kleuren om een impressie te geven van hoe Brussel-Leuven mij beviel. Het is een verhaal waarin de marathon de hoofdrolspeler is en wij samen met z’n allen de nevenpersonages. Rest er mij voor nu nog een dikke vette dankjewel uit te spreken aan het adres van al wie die dag deel uitmaakte van ons team. Samen aan de start met Hans, Sam, Pieter (x2), Joni, Jan, Simon en Stijn. Samen over het parcours met heel veel dierbare supporters waarvan in het heel bijzonder Roos.

Oh ja trouwens, wat ik ook leerde van al die originele aanmoedigingen: Beyoncé never ran a marathon! Aha!

Marathonpraat – Voorbeschouwing op het EK met de vriendjes

Nog 2 keer slapen en het gaat gebeuren: we staan aan de start van het EK marathon Brussel-Leuven. Morgen wordt het feestje afgetrapt met de halve marathon, die we als supporters uiteraard niet willen missen. 12.000 deelnemers zullen aan de start staan van de volledige afstand. Nooit eerder waren daar zoveel vriendjes bij. Alleen dat is al de moeite waard om met een serieuze krop in de keel in dat startvak te staan. Legio mogelijkheden ook om eens heel grondig voor te beschouwen en in mijn eigen kring te peilen naar de verwachtingen van dit evenement. Wat duidelijk is: er werd heel wat afgestudeerd in Leuven en ook wel rondgefladderd. Het parcours is voor iedereen op een andere manier een lange trip down Memory Lane waar elke straatsteen een herinnering heeft. De verwachtingen van het evenement zijn groot, die van de benen worden al eens getemperd. Lees zelf maar!

Hans – heeft hij nog een introductie nodig of zal ik er gewoon een hartje bij zetten?

Welke afstand loop je? Ik loop de marathon. Het blijft een wedstrijd die je moet respecteren, zelfs al liep je ook al grotere afstanden.
Wat verwacht je van je benen? Ik heb intussen geleerd dat wat voor mij het beste werkt, is om niet teveel te verwachten, maar vooral ontspannen aan de start te staan. Als de benen dan goed zijn, dan zullen ze ook goed presteren en zal het resultaat navenant zijn. Ik ga dus vooral proberen te genieten, lekker te lopen en we zien wel waar het schip strandt.
Wat verwacht je van het evenement? Het wordt sowieso een unieke wedstrijd, een niet te missen evenement dat met niets te vergelijken valt; het is een Europees kampioenschap, het is een wedstrijd in lijn (daar hou ik van), de startlocatie is indrukwekkend, want je loopt best nog een groot stuk door Brussel, en de prachtige finale in Leuven zal garant staan voor massa’s kippenvel. Het wat saaiere deel van kilometer 15 (koffiebar Ernesto aan de uitgang van het park in Tervuren) tot kilometer 31 (de Naamsepoort in Leuven) nemen we er met plezier bij.
Wat heb je met Brussel en Leuven? Ik heb meer met Leuven dan met Brussel, hoewel ik een aantal keer de 20km van Brussel liep. Deze keer mogen we eens in de andere richting door het Jubelpark lopen en de Tervurenlaan naar beneden in plaats van bergop. In Leuven ben ik geboren en zat ik op kot, dus op een bepaalde manier is het altijd wel wat thuiskomen. In Leuven beleefde ik bovendien al heel wat leuke momenten met Joke, en daar zal ik aan proberen te denken wanneer de man met de hamer me probeert te verschalken.
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? Ik kies voor een standbeeld samen met Joke, getiteld “Ode aan de liefde voor elkaar en voor de loopsport” en het mag staan op het Joris Helleputteplein in Leuven.

Sam – mijn (marathon)maatje sinds 2022, steeds garant voor het betere avontuur of een goed verhaal

Welke afstand loop je? Uiteraard de moeder der afstandslopers, de heilige graal, de marathon!
Wat verwacht je van je benen? Sinds 2 weken zit ik met een kleine blessure aan de rechterkuit die wat uitstraalt naar heel het rechter been, dus lopen zeer beperkt gehouden (3x in afgelopen 2 weken). Ben ondertussen al 2 keer gedryneedled door de kine en heb een sportmassage gedaan, want het is waarschijnlijk te wijten aan een hele vastzittende kuit. De kine maakt zich op zich niet al te veel zorgen en ik heb van januari tot eind maart wel meer volume dan ooit kunnen trainen, dus heb er wel goeie hoop op! Het is natuurlijk een zwaar parcours, dus ik loop niet meteen voor een PR, maar wel om er het meeste uit te halen en enorm te genieten van de thuissfeer. Ik ga mijn wagonnetje proberen aan te haken bij een andere thuissloopster, Imana Truyers, die een eigen pacer heeft en rond een tempo van 3:50/km zou willen starten, zou wel leuk zijn om een groep te kunnen volgen!
Wat verwacht je van het evenement? Enorm veel! Lopen in mijn geboortestad is op zich al leuk, maar dan ook nog als deelnemer aan het officiële EK marathon maakt het des te specialer. Als sinds het event 2 jaar geleden werd aangekondigd, kijk ik er naar uit. Het is ook een moment dat alle Belgische marathonlopers die ik ken samen komen voor een zelfde marathon. Normaal loopt iedereen een stadsmarathon in het buitenland, maar doordat dit een EK in eigen land is, heb ik het gevoel dat heel veel mensen (ondanks het zware parcours) hebben gekozen om voor de thuissfeer te gaan en er een uniek event van te maken. 
Het is ondertussen mijn 6e marathon waar ik met Joke samen aan de start zal staan en de eerste met Hans! Ook de andere goeie loopvrienden Joni en Pieter lopen mee, dus ik kijk nu al uit naar alle verhalen na de finish. Het unieke is natuurlijk ook dat we niet in een cirkel lopen, maar van punt A naar punt B. De enige andere grote marathon die ik ken, is Boston. Het lijkt me uniek om dat mee te maken en het zal daardoor ook een gevoel geven van echt te reizen! Ik reken op een grote thuisaanhang en zal ook zaterdag in Leuven zijn om de halve marathon mee te pikken en mijn vriendin Sintija met vele andere vrienden aan te moedigen.
Wat heb je met Brussel en Leuven? Voor mij is het lopen van mijn huidige thuisstad naar mijn geboortestad. Veel specialer kan het dus niet zijn! Ik ben het parcours gaan verkennen en hoewel de beentjes in de straten van Leuven al serieus pijn zullen doen, zal het echt zo speciaal zijn om een marathon te lopen door de straten waar ik als kind en puber zo vaak ben door gewandeld. Een finish op de Grote Markt of Bondgenotenlaan zou nog net iets iconischer geweest, maar logistiek waarschijnlijk moeilijk. Stiekem hoop ik ook dat Koning Filip ons zal uitzwaaien voor het Koninklijk Paleis bij de start!
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? Ik denk niet dat een standbeeld echt nodig is, zolang ik maar herinnerd word door de mensen rond mij. Maar als er dan toch iets symbolisch mag staan, dan mag mijn Vaporfly 3 hyperpink (die ik na 3 marathons zondag uit roulatie ga halen) bijgezet worden in een nis van het stadhuis van Leuven!

Pieter – voor de gelegenheid Timothy – en Sam tijdens de halve marathon in Gentbrugge

Joni – maatje van Roos en inmiddels ook van ons, is niet bepaald aan zijn proefstuk toe zowel in het snellere als het langere werk

Welke afstand loop je? De marathon: 42,2km
Wat verwacht je van je benen? Ik verwacht super benen, helemaal klaar voor die hellingen.
Wat verwacht je van het evenement? Ik verwacht WK wielrennen vibes, met veel supporters en een uitzinnige sfeer. Ik kijk vooral uit naar het weerzien met vrienden en familie. Ik hoop ook dat Jean zijn doel (3u10) zal halen en ik hem vlekkeloos, maar toch met een beetje drama, naar de finish kan hazen.
Wat heb je met Brussel en Leuven? Ik heb in beide steden gewoond en woon nog altijd in Wijgmaal, een deel van Leuven. We passeren ook nog eens de Druivenstreek waar ik opgroeide. Symbolischer wordt het niet. 😀
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? Voor de Irish Pub in Leuven, in de Standockstraat, gelijkaardig aan Molly Malone. Dan is de cirkel helemaal rond.

Simon – helleganger en sportbeest, we beleefden ons gezamenlijke moment de gloire tijdens de marathon van Amsterdam in 2022

Welke afstand loop je? marathon
Wat verwacht je van je benen? Koffiedik kijken, aangezien ik tot en met woensdag 7 dagen niet zal gelopen hebben en de trainingen vervangen heb door alternatieve training op de fiets. Er is een verrekking van de gluteus maximus in combo met de piriformis (of zoiets), die moeilijker lijkt te genezen dan oorspronkelijk gedacht. Vandaag ben ik de eerste keer in 3,5 week opgestaan zonder pijn, dus ik ben al licht euforisch. Als ik kan lopen zonder pijn verwacht (hoop) ik mijn doel van sub 3 te kunnen realiseren.
Wat verwacht je van het evenement? Van Brussel tot Leuven zelf niet zo heel veel, maar van Leuven hoop ik dat het ontploft en ons allen doorheen de laatste 10 km sleurt!
Wat heb je met Brussel en Leuven? Leuven is ‘MIJN’ stad, ik ben oorspronkelijk van Lubbeek (Linden), maar heb in Leuven een jaartje secundair onderwijs gelopen, gestudeerd (hoge school) , veel op stap geweest 🙂 en woon er nu 5 jaar! En kleine sidenote: mijn allereerste moment ‘alleen op stap’ als 14-jarige was Marktrock, dus daar heb ik zeer levendige herinneringen aan. Eagle Eye Cherry met Save Tonight kan ik me dan ook als de dag van gisteren in mijn geest oproepen, desondanks dat de geest vertroebeld was met enkele kriekjes 🙂
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? In Leuven mag mijn standbeeld uiteraard geplaatst worden op de Oude Markt en graag heel centraal zodat de Kotmadam verbleekt naast deze kathedraal. 

Marike – sportieve pitbull van de familie, ze schreef zich behoorlijk last minute in, maar reken er maar op dat ze hard zal gaan!

Welke afstand loop je? de halve marathon 21 km en een beetje is dat, denk ik
Wat verwacht je van je benen? Ik denk dat de benen goed zullen zijn. Vorige week ging ik nog eens aan een hoger tempo lopen en dat ging goed. Ik heb deze week veel in de tuin gewerkt, misschien heeft dat ook een gunstig effect.
Wat verwacht je van het evenement? Ik denk dat het heel druk zal zijn. Ik ga samen met papa en hoop dat we elkaar voor de start niet kwijt raken. Na het startschot lopen we ons eigen tempo. Ik denk dat het door de massa misschien moeilijk zal zijn om te lopen.
Wat heb je met Brussel en Leuven? Leuven voelt nog steeds als mijn thuis. Ik ging er eerst naar de middelbare school en daarna naar de KUL. Het parcours gaat langs Herent, waar ik bijna 10 jaar werkte, langs de paardenwei in Wijgmaal waar ik vele uren doorbracht en dan via het ouderlijk huis langs de Vaartweg die ik vroeger naar school fietste. In Leuven centrum deed ik heel veel huisbezoeken met de fiets. Daarom ken ik er nog steeds beter de weg dan in mijn eigen gemeente. In Sportoase hadden we altijd LO. Een echte nostalgische route dus!
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? Haha, ik heb geen standbeeldambities! Maar als er dan toch één moet komen liefst in Leuven en als ik dan toch een plaats mag kiezen: op de kruising van de Brusselsestraat, de Parijsstraat en de Pensstraat. Ik kwam er als kind met mama naar de markt om appels te kopen. Joke zat er op kot en nu komt Leah er met haar Bomma. Volgens haar is dat punt “echt Leuven van Bomma”.

Seppe – de man die naar een 2:27 snelde in Berlijn en dat daags na een skeelermarathon, benieuwd of hij nu zijn wielen zal missen

Welke afstand loop je? de marathon
Wat verwacht je van je benen? Dat ze me van Brussel naar Leuven brengen.
Wat verwacht je van het evenement?  Ik ben wel benieuwd of het qua beleving zal kunnen tippen aan het WK Gravel en of het parcours nu inderdaad zo lastig zal zijn als iedereen vreest.
Wat heb je met Brussel en Leuven? Ik ben in Leuven naar school geweest en heb in Brussel mijn eerste job gehad. 
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel?Bovenop de Keizersberg, ergens aan de voeten van het Maria standbeeld, mooi uitzicht daar! 

Pieterdeel van de loopfamilie sinds de Chouffe trail in 2022, heeft zich inmiddels ook als tri- en duatleet op de lange afstand ontpopt

Welke afstand loop je? marathon
Wat verwacht je van je benen? De afgelopen twee weken had ik een zwaar gevoel in de benen, wat typisch is aan het einde van de voorbereiding voor zo’n event. Ik denk dat de shortski van twee weken geleden daar ook wel iets mee te maken heeft. Het verbaasde me hoe anders mijn lichaam, vooral mijn benen, afzien tijdens een marathonvoorbereiding in vergelijking met een voorbereiding voor een 70.3-triatlon of een lange afstands duatlon. Toch heb ik in aanloop naar zondag 2 keer een 10 km PR en 1 keer een halve marathon PR gelopen. Na de rust die er deze week nog aankomt, verwacht ik zondag hopelijk een fris paar benen om over het parcours te kunnen vliegen.
Wat verwacht je van het evenement? Vorige zondag was ik aanwezig op de marathon in Gent, waar 5.300 marathonlopers aan de start stonden, een record op Belgische bodem. Deze zondag verwachten ze in Brussel-Leuven 12.300 marathonlopers, wat het weekoude record meteen verpulvert! Het evenement leeft echt, dat voel ik overal. Overal waar ik ga wordt erover gesproken en doen mensen mee, van mijn atletiekclub tot vrienden, vriendinnen en zelfs patiënten. Dat maakt het net zo’n fijne en verbindende ervaring. De verschillende start- en finishlocaties, gecombineerd met het heuvelachtige parcours, zorgen voor een leuke uitdaging, maar maken het tegelijkertijd moeilijk om zondag met een strak afgelijnd tijdsdoel aan de start te staan. Dat vermindert de druk ook om een bepaald tijdsdoel te halen.
Wat ik wél verwacht: een klein feestje langs het parcours, zeker in Leuven. Slim gezien om het einde van de wedstrijd door een studentenstad te laten lopen, altijd goed voor sfeer en aanmoedigingen!
Wat heb je met Brussel en Leuven? De keren dat ik in Leuven ben geweest, kan ik op één hand tellen. Van die minimale bezoekjes waren de meeste gefocust op de Oude Markt in de nachtelijke uren. Leuven is dus een stad waar ik vooral heel veel goeds en moois van hoor, maar die voor mij nog onbekend is. Brussel is de stad waar ik gestudeerd heb en dus het meeste feeling mee heb. Alhoewel grote delen van het parcours in Brussel, buiten het Jubelpark, voor mij tamelijk onbekend zijn. Ik moet toegeven dat ik na mijn studies niet vaak meer terugkom naar Brussel, desondanks de mooie plekjes en herinneringen en het feit dat ik op 15 minuten van de Brusselse rand woon.
Waar mag na afloop jouw standbeeld komen te staan in Leuven of Brussel? Mijn liefde voor duursport en het beoefenen ervan is ontstaan in mijn tweede bachelorjaar aan de VUB. Die periode heeft mijn leven volledig veranderd. Ik combineer nu mijn toen ontdekte passie voor duursport met mijn werk als sportkinesitherapeut. Via de atletiekclub van Dilbeek heb ik mijn vriendin leren kennen en dankzij het lopen heb ik veel goede vrienden leren kennen, zoals Joke. Daarom zou ik mijn standbeeld liefst plaatsen naast de atletiekpiste in Etterbeek.

Marathonpraat – Brussel Leuven revisited

Op zondag 13 april sta ik aan de start van mijn eerste EK. Leuven is dan gaststad van de European Running Championships. Ik woon niet meer in Leuven, maar ik werd er geboren, ging er naar school en werkte er 15 jaar. Ik liep er bij atletiekclub DCLA, waar ik mezelf als loper ontdekte en ik fietste en liep ontelbaar veel kilometers langs de Vaart. De ene al met meer zin dan de andere. Er huist een stukje Leuven in mij. Jullie weten wel dat mijn hart groot genoeg is om ook andere steden te herbergen. In de begindagen van deze blog was het al Brussel wat de klok sloeg. Er was een tijd dat Leuven-Brussel-Leuven mijn vrijetijdsverkeer op de fiets was. De marathon van Brussel liep ik 3x. Nog vaker liep ik er de halve afstand en natuurlijk ook de legendarische 20 km van Brussel. Eén keer liep ik in rechte lijn van Brussel-Centraal naar mijn toenmalige thuis in Heverlee. Om die reden beschouw ik mezelf toch een klein beetje als de geestelijke moeder van deze uitzonderlijke marathon.

Toeval bestaat natuurlijk niet. Uitgerekend mijn 20e marathon loopt in een rechte lijn van Brussel naar Leuven om daar nog wat verder te kronkelen. Een ereronde van een kilometer of 11 door de stad die je zo goed kent: hoeveel symbolischer kan een marathonfinale zijn? Ook het woord “uniek” is hier op zijn plaats, want het is een eenmalig evenement dat helemaal kadert binnen dat EK. Een kampioenschap waar profs en recreanten samen aan de start staan: dat vind je bij geen enkele andere sport. In mijn tijd in de winkel bleek al hoe het marathongevoel Leuven in zijn greep heeft. Er zullen zo’n 2000 Leuvenaars aan de start staan op een totaal van 12.000 deelnemers. Op diezelfde dag gaan trouwens de (belachelijk snel uitverkochte) marathons van Parijs en Rotterdam door. Te duchten concurrentie dus, maar je zou gek zijn om het loopfeest in Leuven te missen.

Een marathon lopen die eigenlijk een thuismatch is: het vraagt om een degelijke parcoursverkenning. Het was Hans die met het idee op de proppen kwam om de trein naar Brussel te nemen en het parcours waarheidsgetrouw tot in Leuven te lopen. Minus de toer in Leuven dus, die houden we nog te goed. Op 3 weken voor de grote dag was het de ideale lange duurloop om de 30 eens aan te tikken. Wij dus in looptenue op de trein. Traveling light zoals dat heet. Voor de gelegenheid had ik zelfs twee gelletjes op zak. Hans was zoals gewoonlijk beter uitgerust en voorbereid. Hij zou zich ook ontfermen over de navigatie, zodat we echt wel elke EK-meter tot in Leuven voor de kiezen kregen.

Vanuit Brussel-Centraal wandelen we lichtjes gespannen richting Warandepark. Zouden we nu echt helemaal tot in Leuven gaan lopen op deze stralende zondag? Aan lopers geen gebrek in het park. Onze start ligt op het Paleizenplaan, vlak voor het Koninklijk Paleis. Royaler kan een startvak niet zijn. De hekken fantaseer ik er voor het gemak maar even bij. Onder een goedgeluimd zonnetje staan de politiecombi’s klaar voor een potentiële manifestatie. Wij zijn er klaar voor. 3 2 1 goooo! Weg richting Wetstraat. Over een start met cachet gesproken. Met zicht op de triomfboog van het Jubelpark gaat het meteen al naar beneden en wat naar boven. De poort van het Jubelpark staat gelukkig open (hopelijk wel net ietsje meer op 13 april). Met 2,5 kilometer op de teller is mijn oordeel glashelder: dit is een fantastische startstrook (die ook al wel een klein beetje kan prikken als je Brussel niet kent).

Een nadeel van een simulatie in Brussel is dat je niet over de weg, maar over de stoep loopt. Heel vaak op en af dus, grote bochten rond de rotondes en slalommen tussen voetgangers en steppers. Gezellig druk, dat betekent in Brussel uit je doppen kijken. We trotseren de Tervurenlaan in de omgekeerde richting van de 20 van Brussel, bergaf gaat dat lekker. De echte klim wacht ons na het park van Woluwe, waar we 2 kilometer lang omhoog lopen. Er was een tijd dat ik de marathon van Brussel liep en hier ook naar boven moest. Het is een lang stuk omhoog, maar wel met een geleidelijke stijging. En met 6 kilometer in de benen is dat nog behapbaar. Op naar Tervuren over een stukje onverhard langs het Zoniënwoud. Op het bekende Vierarmen-kruispunt (bekend vanwege de files) wacht een verrassing van jewelste: we moeten niet oversteken in drie fases, maar kunnen rechtstreeks over het kruispunt dankzij een prachtige nieuwe voetgangerstunnel. Er was een tijd dat dat wel even anders was.

We kunnen Tervuren inmiddels ruiken. De herinneringen schieten heen en weer in mijn hoofd. Ik denk aan die keer tijdens de marathon dat mama en Marike zich als supporters aan kilometer 30 hadden geposteerd zonder enige gêne, niet wetende dat ze aan de tijdsmat gefilmd werden. Er was die keer tijdens de marathon dat mijn beide ouders stukken meefietsten. Er was die marathon met een lus door het Zoniënwoud die mij heel wat pogingen op de mountainbike (Juan!) kostte om verkend te krijgen. We lopen weer lekker naar beneden, een stukkie naar boven en na de Jazzfontein op de Paleizenlaan nemen we een duik naar beneden het Park van Tervuren in. Ook hier bruist het van de wandelaars en fietsers, de ene al meer van het flanerende type dan de andere. Hans mag dan wel een nagelnieuw shirt aan hebben, als zijn benen hadden mogen kiezen, zouden ze voor een ander dagprogramma gegaan zijn op deze zonnige zondag.

Er is dus nog steeds een tijd dat wij op zondag in Tervuren gaan lopen. We sluiten onze training dan af met een koffietje van Ernesto, die je in weer en wind kan vinden bij de ingang van het park langs Vossem. Omdat toeval dus echt niet bestaat, bevindt onze Ernesto zich halverwege onze duurloop op kilometer 15,5. Een ontspannen koffie in de zon staat niet op onze planning. Vooruit zullen we gaan! Als we afdraaien bij bakkerij Vogelaers (ons zeer bekend, beste bakker!) krijg ik een tikje. Tot nu toe liep het bij mij heel vlot, we hadden 16 kilometer gelopen, maar het dringt door dat we helemaal verder moeten tot Leuven. Niet bepaald bij de deur. Bovendien ken ik het erbarmelijke fietspad richting Leefdaal net iets te goed. Ik begin ook dorst te krijgen.

Het dieptepunt is er eentje dat omhoog loopt. Onbegrijpelijk, maar waar: er wordt gewerkt in centrum Leefdaal. Het rechte lijn feestje wordt onderbroken, het officiële marathonparcours maakt dus braaf een omwegje. En wat voor één! Omhoog lopen zullen we, richting de steenweg. Een klimmetje dat er stevig inhakt waarbij je ook aan alles voelt: dit is uit de richting. Met 20 kilometer op de teller doet dat pijn. Hans blijft gestaag op karakter doormalen. We lopen een stukje over de steenweg en dan gaat het weer naar beneden richting Dorpsstraat. Hehe, dit was pittig. Tijdens de marathon zal deze verrassing niet zo venijnig smaken. Een voorbereid loper laat zich geen 2x mentaal pakken.

Na 22 kilometer stoppen we even om een gelletje weg te slikken. Ik ga voor een isogel met cafeïne van 6D. De ananassmaak bevalt me wonderwel goed. Het is dus best warm en ik kan niet anders dan toegeven dat ik dorst heb. Hans heeft een soft flask water mee die hij zusterlijk deelt. Zelf was ik te eigenwijs om drinken te voorzien. We zetten onze tocht verder over een pittig deel van het parcours. Pittig door de eentonigheid. Opluchting als we na 25 kilometer afdraaien richting Bertem, het voelt alsof we er een heel klein beetje bijna zijn. Via wat bochtige wegen bereiken we dan de Celestijnenlaan in Heverlee. Er was een tijd dat ik daar woonde. Hoe vaak zou ik hier zijn afgedraaid langs IMEC om dan richting Arenberg te lopen? Hier besef ik: stad in zicht! Nog een lange rechte lijn over de Kardinaal Mercierlaan naar de Naamsepoort en dus de ring van Leuven. Met 31,5 kilometer op de teller besluiten we er een punt achter te zetten op het punt waar de stadslus begint. We passen dus voor het klimmetje richting Parkpoort. Dat houden we voor een bijzonder moment. Mijn trip down Memory Lane zit erop.

Nu is het de vraag in welke mate de laatste en langste duurloop geldt als een generale repetitie voor de marathon. Na de trainingsarbeid van de afgelopen weken waren onze beentjes allesbehalve fris. Het zonnetje was heerlijk, maar zonder echte bevoorrading, maakte het de onderneming wel eens zo pittig. Hoe dan ook: ik heb ervan genoten, dit smaakt absoluut naar meer! We hebben ruim 3/4 van het parcours gelopen met 217 hoogtemeters. Ik ga er vanuit dat het meest geanimeerde deel zich in Leuven zal bevinden. Ik zie het al voor me hoe de supporters rijen dik staan om ons naar die finish te schreeuwen. Of misschien ook niet, dan wordt het gewoon een kwestie van de omgeving diep in je opnemen. Niks niemandsland of bedrijventerrein: Leuven onthaalt marathonlopers in stijl zoals het een wereldstad betaamt. Een verkenning van het laatste kwart volgt waarschijnlijk nog. Dan is de Tour de Nostalgie helemaal klaar. Nooit eerder zal ik een parcours zo grondig getest en goedgekeurd hebben. 13 april, u bent nu al onvergetelijk.

Loperspraat – Mijn sportieve voorjaar van 2025

Er zijn eigenlijk alleen maar voordelen aan een lopend koppel te zijn of een koppel lopers. Je kan samen gaan lopen en nadien een chocomelk drinken ter recuperatie. Je kan op elk moment van de dag iets delen over alles wat je tegenkomt tijdens het lopen, zowel letterlijk als figuurlijk. Er is altijd iemand die daar net op dat ene pijnlijke plekje op je bil wil duwen om je verkrampte spier los te krijgen. Er is altijd iemand tegen wie je schaamteloos een pijntjesrapport kan afleveren. Je kan vooral ook heel veel plannen maken samen. Zo is mijn hart nog sneller gaan slaan om een toertje te gaan trailen (ook al loop ik nog steeds niet graag bergop) en is Hans makkelijker te verleiden om een marathon op asfalt te lopen. Onze sportieve agenda voor de eerste helft van 2025 is kortom weer goed, maar vooral mooi, gevuld. 

Het leven is aan de rappen en al helemaal als je je wil inschrijven voor een sportief evenement. Terwijl wij dachten dat we in december goed bezig waren met plannen te maken voor over een half jaar, werden we meermaals gepakt op snelheid. De 10 Miles in Antwerpen (27 april 2025) was in amper twee dagen uitverkocht. Een boot gemist, maar geen man over boord: de 10 Miles konden we wel een jaartje overslaan. Een veel pijnlijkere trein die aan ons voorbij raasde was die van de CPC Loop in Den Haag (9 maart 2025). Toch wel mijn favoriete halve marathon, omdat het gewoon altijd goed is daar. Ook de CPC viel dus ten prooi aan de FOMO die onder lopers heerst. We konden geen inschrijvingsbewijs bemachtigen: een pijnlijke noot om te kraken. Dezelfde dag kwamen we ook te weten dat een trail in de Elzas die we in mei wilden lopen helaas uitverkocht was. Even flink balen om dan van koers te veranderen. 

Voor de meeste stadsmarathons is het eerder regel dan uitzondering dat je je ruim van tevoren moet inschrijven. Pakweg een jaar. Het was dan ook in maart 2024 dat we ons inschreven voor toch wel een heel bijzonder evenement: het EK marathon dat gewoon voor iedereen toegankelijk is. 13 april 2025 is de dag waarop het zal gebeuren. In rechte lijn lopen we dan van Brussel naar Leuven om in Leuven de finale in te zetten. Aha, van Brussel naar Leuven lopen! Ik was een trendsetter toen ik me daar in 2018 aan waagde. De organisatie mag gerust beroep doen op mijn ervaring met de lijn Brussel-Tervuren-Leuven. Op dit moment zijn er 11.000 inschrijvingen voor de volledige afstand (er is ook een halve en 10 km race) en zo wordt dit evenement de grootste stadsmarathon van België. Bovendien wordt het mijn 20e marathon en zal het ook 10 jaar geleden zijn dat ik me aan de marathonafstand waag. Een ongezien loopfeest waar ik heel erg naar uitkijk in het jaar waarin ik 40 word.

In mei hoop ik weer aan de start te staan van de 20 km door Brussel. De inschrijvingen starten op 12 maart en ik ga nu echt eens heel hard mijn best doen om me meteen die dag in te schrijven. De maand mei zal verder in het teken staan van kilometers maken en ook wel wat hoogte. Ik heb altijd de droom gehad om eens 100 kilometer te lopen en met Hans aan mijn zijde heb ik nu ook de perfecte partner om dat avontuur aan te gaan. Samen trails lopen, geloof me: romantischer dan dat wordt het niet. Een voorlopige streep dus door de UTMB trail in de Elzas (wellicht een plan voor 2026). Om die 100 kilometer rond te krijgen vonden we een waardig alternatief bij de Trail de Godefroy in Bouillon op 14 juni. Een bucketlist trail van de Benelux, aldus de organisatie. Met 3150 hoogtemeters ligt die in lijn met de Chouffe trail en, jullie weten dat al, dat is de trail waar ik alles aan afmeet. En hoe zit het dan met de Chouffe trail in Houffalize? Wel, de organisatie heeft beslist dat het voor mij na drie deelnames aan de (net geen) 70 kilometer tijd was voor wat meer trailfun. De langste afstand is nu 80 kilometer en aangezien de Chouffe amper drie weken na Bouillon komt en het begin juli doorgaans warm is, betekent dat toch aanzienlijk meer zweet en mogelijks ook gesakker op de hoogte. Sam zal trouwens ook weer van de partij zijn.

Aan plannen geen gebrek. Nu alleen hopen dat mijn hamstrings er ook wat meer zin in krijgen de komende tijd. Sinds mijn positieve bericht na de Trail de la Soupe zet die positieve tendens zich voorzichtig verder, al is er nog veel werk aan de winkel. De moed zakt me soms nog in de schoenen, maar diezelfde schoenen voelen ook wel weer dat er meer power in de beentjes zit. Hoop doet leven. Plannen maken doen dat eens zo hard. Hans verkeert trouwens nog steeds in uitstekende vorm na zijn 100 mijl op de Bello Gallico in december en een toptijd op de Eindejaarscorrida in Leuven. Op naar veel sfeer en gezelligheid dus in het sportieve jaar 2025! 

Loperspraat – 10 jaar 20 km door Brussel

Op 25 mei 2014 liepen Roos en ik voor het eerst in ons leven 20 kilometer. De rest is geschiedenis. Ik heb het al heel vaak gehad over die dag en wat die voor ons betekend heeft: we vonden onszelf als loper. 10 jaar later zijn de twintigers van weleer dertigers. We professionaliseerden onze kleding en uitrusting. We leerden nog meer te genieten van het lopen. Maar vooral: we verzamelden tassen vol aan memorabele loopherinneringen. De 20 kilometer door Brussel zal om die reden altijd een iconische wedstrijd blijven. Vandaag sta ik in het Jubelpark aan de start voor mijn 9e 20 kilometer. Voor Hans is het dan weer 10 jaar geleden dat hij de 20 liep en voor Sam is het zijn 10e deelname. Ik geef hen graag alle drie het woord om te vertellen op welke manier deze iconische wedstrijd een ankerpunt vormt in hun loopcarrière.

9691_20230528_075349_284340021_socialmedia

Roos – 140 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan? 
Het was de eerste wedstrijd, het eerste grote doel en ook het beste gevoel dat ik ooit gehad heb nadien. Ik voelde me een week lang onoverwinnelijk. Ik herinner me vooral hoe wij echt niet wisten wat ons overkwam, dat jij (Joke) een wit Spa hoedje aannam en opzette, dat we op het einde waar je eigenlijk pietedood moet zijn, nog konden versnellen. En ook dat ik te kleine loopschoenen aanhad en dat we onze wedstrijd timeden met een CASIO. 

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname?
Ik werd geboren als loper 🙂 

Wat is je PR?
Geen idee. Ik denk mijn verjaardagseditie in 1u32.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
De lange bergaf na Terkamerenbos. Daar staat mama ook altijd om te supporteren. De finish is hoe dan ook legendarisch, voor die boog, die wapperende vlag en dan de medaille met tricolore lintje. 

Wat is je mooiste herinnering aan de start in het Jubelpark?
De allereerste met Simply The Best van Tina Turner! Mijn verjaardag vieren in de startbox is ook een mooie herinnering. 

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan een ander groot loopevenement?
Ik heb een haat-liefde verhouding met de 20 km van Brussel. Het is ergens mijn lievelingsevenement omwille van de sfeer, de trots van onze hoofdstad en de afstand, maar eigenlijk is het ook een merde: te weinig toiletten, drukte en chaos bij de start, geen tassenbewaking. Het is ook een wedstrijd die iedereen al wel eens liep, iedereen heeft er wel een goed verhaal over te vertellen. Julien (haar peter) heeft die vroeger ook zo vaak gelopen. Ik heb zijn medailles en daardoor voelt het alsof ik een traditie verder zet. 

Wat verwacht je van de komende editie?
Op het moment dat je kon inschrijven had ik juist zoveel wedstrijden gelopen dat ik het gevoel had even te moeten bekomen. Nu het kortbij komt en het een 10-jarige editie is voor ons, voel ik wel spijt. Al is mijn rechterheup blij met de keuze om niet deel te nemen. Ik plan een fietstocht richting Brussel om te gaan supporteren. 

09b9ffa0-044d-4e22-93e9-5e9abd285c15

Hans – 60 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan?
Ik liep mijn eerste in 2007, het was ook meteen mijn allereerste loopwedstrijd ooit. Het is al even geleden, dus ik herinner me er eerlijk gezegd niet meer zoveel van. Wat ik wel nog weet is dat ik binnen de twee uur wilde finishen en dat dat ook gelukt is. En het was ook warm meen ik me te herinneren. De blog die ik toen bijhield op skynetblogs bestaat intussen niet meer, maar dankzij het geheugen van het internet heb ik toch nog een post kunnen terugvinden. Enkele interessante feiten:

  • De grote drukte vond ik toen al het grote minpunt bij dit soort wedstrijden 😊. Onderweg heb ik vrij veel hinder ondervonden van “tragere” lopers en stappers, niet alleen in het begin, maar ook vooral tijdens de laatste kilometers bij de “beklimming” van de Tervurenlaan.
  • Ik ging voor een tijd onder de 1u55. Dat werd uiteindelijk 1:51:47, maar door de drukte moest ik twee minuten aanschuiven om over de finish te geraken, waardoor mijn officiële tijd 1:53:56 werd. Dus nog steeds onder de beoogde 1u55. Gelukkig!
  • In het Terkamerenbos heb ik zoveel mogelijk langs de kant gelopen op het onverharde deel. Er zat toen blijkbaar al een trailrunner in mij, al wist ik dat toen zelf nog niet.
  • En last but not least, ik blijk me zelfs geamuseerd te hebben tijdens die wedstrijd 😉

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname?                             
Niet eigenlijk, of toch niet meteen. Mijn eerstvolgende wedstrijd liep ik namelijk pas 3 jaar later. Opnieuw de 20 kilometer van Brussel, in 2010. Daarna ben ik “meer” wedstrijden beginnen lopen, ongeveer één per jaar. Vanaf 2013 ben ik dan mijn aantal loopkilometers gevoelig beginnen opdrijven, met een PR op de 20 in 2014 en de marathon van Eindhoven in 2015. Dan kwam eigenlijk pas de echte grote verandering toen ik besloot om geen stratenlopen meer te doen, maar enkel nog trails (hoewel ik die eed intussen weer gebroken heb, maar daarover kan je lezen in een andere post). Sinds die beslissing heeft het lopen ook een veel prominentere plaats in mijn leven ingenomen.

Wat is je PR?
Mijn PR liep ik tijdens mijn derde deelname in 2014. Het doel was om te finishen binnen de 1u40, wat met een tijd van 1:36:18 ruimschoots gelukt is.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
Tja, Terkamerenbos zeker, want daar kan je met een beetje moeite onverhard lopen

Wat is je mooiste herinnering aan de start in het Jubelpark?
De drukte in zo’n startvak en de luide muziek zullen nooit echt helemaal mijn ding zijn, dus echte herinneringen kan ik me dan ook niet meteen voor de geest halen.

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan andere grote loopevenementen?
Kan ik eigenlijk niet echt vergelijken. Ik liep in die jaren enkel de 20 kilometer van Brussel en Dwars door Mechelen (10 kilometer), wat niet echt een groot loopevenement is. Ik heb dus enkel de marathons van Eindhoven en Milaan als referentie.

Wat verwacht je van de komende editie?
Ik deel mijn ambities liefst niet in ruime kring, kwestie van geen onnodige druk te leggen 😃

9691_20230528_100115_284357374_socialmedia

Sam – 180 kilometer door Brussel

Wanneer liep je je eerste 20 door Brussel? Wat herinner je je ervan? 
De 20 km is voor mij de moeder aller loopwedstrijden omdat het de eerste loopwedstrijd is waar ik aan deelnam. Ik was toen 12 jaar. De eerste 8 kilometer heb ik samen met mijn mama gelopen, vanaf het Terkamerenbos mocht ik alleen verder. Heel speciaal! Ik was ook nog letterlijk een kleine jongen en kreeg daarom heel veel aanmoedigingen, dat zal ik nooit vergeten. Het jaar erna verwachtte ik dat er evenveel op mij geroepen zou worden, maar omdat ik een pak groter was, viel ik minder op. Die eerste in 2008 was niet het begin van mijn loopcarrière, want ik liep al sinds mijn 8e bij een atletiekclub, maar ik heb toen wel beseft dat lange afstanden echt mijn ding zijn. Het was dus mijn begin als langeafstandsloper.

Hoe ben je als loper veranderd sinds die eerste deelname? 
Ik ben als persoon heel erg veranderd, maar ook als loper. Sinds de corona-periode ben ik heel regelmatig beginnen lopen en besliste ik ook om een eerste marathon te lopen. Ik weet niet meer met welke schoenen ik liep bij mijn eerste 20, waarschijnlijk Nikes die mijn mama voor mij had gekocht. Nu is alles helemaal afgestemd: mijn outfit, trainingen, hartslagmeter en horloge. Een serieuze verandering dus. Ik loop nu ook met meer interne druk. Het is niet meer van: ik ga gewoon lopen en zal blij zijn als ik het uitloop. Er speelt altijd een tijdaspect mee, ook al blijft de 20 gewoon een heel mooie wedstrijd.

Wat is je PR?
Vorig jaar liep ik 1u13.

Wat vind je het mooiste of leukste deel van het parcours?
Terkamerenbos is toch echt heel mooi. Na 7 km kijk je over de vijver en dan zie je aan de andere kant ook lopers: een heel mooi beeld! Hetzelfde heb je in de Belliardstraat en de Regentschapsstraat bij de stukken bergop en -af. Als je daar achterom kijkt zie je een mensenzee. Als kind vond ik dat heel impressionant, al is het nu wat minder omdat ik redelijk vooraan loop en het pak daar wat meer uitgestrekt is. De finish aan de triomfboog is natuurlijk ook heel bijzonder. Dit jaar komt die 200 meter eerder waardoor je niet meer rond de fontein moet. Er kwam een stukje bij in Terkamerenbos, een steil stuk, dus dat gaat pikken.

Wat is je mooiste herinnering aan de finish in het Jubelpark?
Toen ik mijn mama haar record van 1u37 brak bij mijn derde deelname. Ik ontdekte daar een nieuwe dimensie van mezelf als loper: wauw, ik loop nu sneller dan één van mijn ouders! Het volgende doel was om de 1u20 van mijn papa te breken, ook dat is ondertussen gelukt.

Wat maakt de 20 km van Brussel anders dan andere grote loopevenementen?
Alles en iedereen komt er samen: de supergoeie lopers, maar ook de wandelaars die vanuit een eigen box starten. Het is bovendien één van de weinige wedstrijden waarbij er geen livetracking is en je naam niet op je nummer staat. De organisatie huurt geen lopers is en niemand kent de winnaar echt. Het is nog een wedstrijd van en voor het volk. Ook zot dat een hoofdstad helemaal wordt platgelegd voor de grootste loopwedstrijd van België, want nergens anders lopen 40.000 mensen één afstand. De 20 lopen voelt telkens als thuiskomen. Nu ook letterlijk omdat ik sinds kort in Brussel woon en ik wekelijks, soms zelfs bijna dagelijks, ga lopen in Terkamerenbos. Het nadeel is dat ik nu nog beter weet waar het op en neer gaat.

Wat verwacht je van de komende editie?
Ik loop weer voor Run for Hope, een organisatie die zich inzet om kinderen met kanker te steunen. Het is inspirerend om al die lieve mensen te zien en dat geeft een extra zetje om je best te doen. Vorig jaar liep ik 1u13, maar ik denk dat ik sneller kan omdat ik mijn laatste wedstrijden ook gemiddeld sneller liep. Ik hoop op 1u11. Ik kijk er in ieder geval heel erg naar uit! Er lopen veel mensen mee die ik ken en het is zo mooi om zoveel liefde voor het lopen te voelen en om één van de dingen die mij het meest passioneren met zoveel mensen te kunnen delen.

9691_20230528_111403_284779889_socialmedia

Loperspraat – Mijn debuut in de cross

Zaterdag 9 december liep ik mijn eerste cross. Bij de masters welteverstaan, dat zijn de 35plussers onder de lopers. Bovendien was dit niet alleen mijn eerste veldloop, maar was het meteen ook het Belgisch Kampioenschap. Ik heb dus voor het eerst in mijn leven een wedstrijdlicentie op mijn naam staan. Plaats van gebeuren was het park van Laken. Je hoeft geen kenner te zijn om te weten dat in onze hoofdstad geen meter vlakke grond te bespeuren is. Lopen in Brussel is altijd een uitdaging. De voet van het Atomium was het prachtige decor voor wat eigenlijk de generale repetitie was voor het Europees Kampioenschap veldlopen van de “echte atleten”. Daags nadien zouden zij op datzelfde parcours rondes door de modder lopen. Ik leg jullie graag in 12 stappen uit wat ik allemaal heb meegemaakt op die druilerige zaterdagnamiddag.

De coach
Niemand minder dan mijn broer Seppe Odeyn sleurde me mee in dit cross-avontuur. Hij vroeg of ik deel wilde uitmaken van het mixed relays team (4×1000) van DCLA, de Leuvense atletiekclub waar ik mijn eerste stappen in het lopersleven zette. Er bleken in de club namelijk geen vrouwen bereid te zijn om hun zaterdagnamiddag op te offeren voor een kilometertje modderlopen. Ik beschouwde het als een eer om ergens voor gevraagd te worden – al was het bij gebrek aan beter – en zei dus volmondig ja. Een Borlée-momentje in onze familie, dat zag ik wel zitten. Helaas weerhield een hamstringblessure Seppe ervan om zelf te lopen en nam hij dus de rol van coach Jacques Borlée voor zijn rekening, een rol die hij met veel toewijding vervulde.

De opwarming
Opwarmen is doorgaans niet aan mij besteed. Voor een explosieve race van 5 kilometer is dat wel aangewezen. Ik volg dus gedwee het advies van Seppe om in de regen met een jasje wat op en neer te lopen, want dat is blijkbaar wat opwarmen inhoudt. Ik doe dat met mijn trailschoenen langs het parcours. Warm lopen is geen overbodige luxe. Het regent hard, de lucht is grijs en de wind van de partij. Volgens mijn coach is dit het ideale cross-weer en wie ben ik om hem tegen te spreken.

De callroom
Vooraleer de 48 vrouwen van mijn reeks op de startzone worden losgelaten, moeten we wachten in een callroom. Een grote witte tent, waar officials spikes controleren, je je chip aan je schoen bevestigt en je vervolgens officieel geregistreerd wordt door over een mat te lopen. De callroom-tent is hermetisch afgesloten. Je moet op tijd aanwezig zijn en de klok telt af tot je er weer uit mag. Nagelbijten voor mij, want ik ben behoorlijk onder de indruk van het hele gebeuren. Zo dadelijk zou ik voor het eerst op spikes gaan lopen. Zou ik dat wel kunnen? Tot overmaat van ramp blijk ik ook willekeurig geselecteerd te zijn om bij wijze van test (die generale repetitie voor het EK dus) samen met 4 andere vrouwen officieel voorgesteld te worden aan het (op dat moment afwezige) publiek. Een mens zou voor minder stress krijgen.

De startzone
De flappen van de tent gaan open. We mogen eruit! Aan de startzone krijgen we nog de kans om wat warm te lopen. Eindelijk kan ik dus voelen hoe die spikes lopen op een drassig grasveld. Het gevoel zit gelukkig meteen goed. Ik kan gewoon lopen zoals ik dat gewend ben, de spikes geven me alle grip die ik nodig heb op de zompige ondergrond. Tijd voor mijn acte de présence als zogenaamde topper (ahum) die op een officiële aankondiging mag rekenen. Ik krijg instructies van de cameraman hoe ik naar het grote scherm toe moet lopen en waar ik halt moet houden om goed in beeld te komen. Op dat moment wil ik er juist alles aan doen om helemaal niet op te vallen, om op te gaan in de menigte en te verdwijnen in de anonimiteit. Helaas. Ik voel me zowel diep gegeneerd als vereerd en ik probeer toch het moment te pakken.

De modder 
Veldlopen of crossen in België dat wil zeggen in de modder lopen, vechten tegen de blubber op een stuk grond of veld waar je geen grasspriet meer in herkent. Nu heb ik behoorlijk wat ervaring met modder in een bos, maar modder in een park is toch van een heel andere orde. Het is vooral heel veel nattigheid waar je enkeldiep in wegzakt. Vettige modder die zo nat is dat je na een paar passen volledig besmeurd bent. Een pap die er alles aan doet om je lichaam naar beneden te trekken. Een zware beproeving die ook het kind in je wakker maakt.

TWUJ5341

De spike
Door modder lopen doe je dus op spikes: minimalistische loopschoentjes waarin je vier pinnen draait die houvast geven in een zompige ondergrond. Ik kan jullie vertellen dat het een systeem is dat echt werkt. Een klassieke loopschoen met wat profiel in de zool kan die stabiliteit niet evenaren. Ik liep met best veel vertrouwen, maar wel net ietsje behoedzamer door de bochten. Hoogmoed kan al eens voor de val komen. Seppe regelde trouwens spikes voor mij en, toeval of niet, hij koos voor Nikes. De Nike Zoom Rival Distance zijn bij deze getest en goedgekeurd!

De start
Het moment van de start pakken, ik hou daar van. Niks doseren dus de eerste kilometers van een duurloop, maar gewoon meteen fors het gaspedaal indrukken om dan een goed bollend tempo te vinden. De startstrook die we hier voorgeschoteld krijgen is er eentje om in te kaderen: tientallen meters breed, lichtjes naar beneden hellend om dan meteen omhoog te knallen. Mijn explosiviteit is duidelijk een werkpunt. Ik moet harken om de eerste 100 meter aansluiting te blijven houden met het pak. Gelukkig merk ik na ongeveer 200 meter en een eerste helling dat mijn motor goed aanslaat. Ik ben gelanceerd en het enige wat ik nu moet doen is blijven doorduwen. Alles geven! Dat is wederom de raad van Coach Seppe.

De race
Mijn individuele race bestaat uit 5 kilometer met veel draaien en keren, pittige hoogtemeters en modder dus. Veel modder. De eerste ronde is er eentje van een kilometer. Ik ga hard. Bergop kan ik wat vrouwen inhalen. Die eerste kilometer loop ik aan 4’10”, wat me vertrouwen geeft. Ook de tweede ronde kan ik behoorlijk goed tempo blijven maken. Ik loop in 8e positie. De derde en vierde ronde zijn elk 1,5 km lang en bevatten dus nog wat extra venijnige lusjes en klimmetjes. Na 3,5 km zie ik sterretjes. Dit is zo hard niet mijn afstand! 5 kilometer is te lang om mijn kruissnelheid op een zwaar geaccidenteerd parcours te blijven aanhouden en te kort om in een gelijkmatig tempo te kunnen vallen. Bovendien wordt het parcours meter per meter zwaarder. De laatste anderhalve kilometer is echt sterven, maar ik slaag erin om mijn 8e plek te behouden. Een top 10 plaats op een Belgisch Kampioenschap: ik kan er alleen maar heel tevreden mee zijn.

De chip
Na de finishzone worden we terug naar de tent geleid waar we de chip van onze schoen moeten losmaken. Ik heb mijn veters stevig gestrikt. Logisch toch? Een spike moet blijkbaar goed strak zitten en je wil echt geen schoen verliezen in de modder. Met mijn modderige en verkleumde handen probeer ik mijn dubbele knoop los te peuteren. Na heel wat gewrik kan ik alleen maar concluderen dat er geen beweging in te krijgen is. Mijn veters en dus mijn chip zitten muurvast. Een volgende stresspiek dient zich aan. Ik word verwacht in die vervloekte callroom voor het aflossingsnummer! Iemand van de organisatie probeert mij te helpen, maar ziet als enige oplossing “couper”. Niet dus, met de moed der wanhoop blijf ik 10 minuten lang pulken en trekken aan mijn veters tot er schot in de zaak komt en ik de chip kan inleveren.

De aflossing
De mixed relays worden gelopen in teams van 2 mannen en 2 vrouwen die elk 1 kilometer voor hun rekening nemen. Aan teamgeest geen gebrek bij DCLA, ook al ontmoet ik mijn teamgenoten voor het eerst. Vanuit de callroom gaan we weer richting startzone. De sfeer is ontspannen. We worden verwacht bij het grote scherm om als team voorgesteld te worden. Een echte team-move hebben we niet, dus ik stel voor om gewoon overtuigend te zwaaien. Er staan slechts 7 teams aan de start, een podiumplaats zou tot de mogelijkheden behoren. Startloper Loïc loopt meteen hard van stapel en geeft in tweede positie het spreekwoordelijke stokje door aan Mona die eveneens als een kanonskogel haar kilometer als tweede aflegt. En dan is het aan mij om de eer van DCLA te verdedigen. Ik geef alles wat erin zit. Het parcours ligt er weer wat zwaarder bij en, eerlijk is eerlijk, ik zie af. Ik word voorbij gelopen door Caroline die me ook versloeg op het individuele nummer. Uiteindelijk kan ik als derde wisselen met Steven, een man met tonnen ervaring die de bronzen plaats voor team DCLA kan consolideren.

De podiumceremonie
En zo behaal ik dus als lid van een team een bronzen medaille op een Belgisch Kampioenschap. Voor het slotakkoord van deze regenachtige zaterdag gaat het weer richting callroom. Ik kan die tent inmiddels echt niet meer zien of ruiken. We worden in formatie verwacht voor de podiumceremonie. Hier hebben we al die jaren keihard voor getraind, zou je dan kunnen zeggen, maar bij ons ligt het net ietsje anders. Het zijn de teams van Rieme en Lokeren die beslag leggen op het goud en zilver. Hoe dan ook klinkt het Belgische volkslied. We zetten onze petjes af en vooral Loïc en ik zingen luidkeels mee. Wat een dag!

OFNX4827

De conclusie
Ik wist op voorhand niet wat ik ervan zou mogen verwachten, maar ik kan alleen maar positief terugblikken op dit avontuur. De cross is als (marathon)loper een leuke uitlaatklep: eens iets helemaal anders, goed om kracht en explosiviteit te trainen. De meeste veldlopen zijn trouwens wat langer dan 5 kilometer, wat mij net wat beter zou moeten liggen. Mede door de zware omstandigheden – die eerder in mijn voordeel spelen – was ik stikkapot aan de finish, maar voelde ik me ook verbazingwekkend snel weer hersteld. Ik zat ’s avonds niet met loden benen in de zetel, wel met benen die door de modder hebben gewroet. Papa, Hans en Roos testten trouwens de supportersbeleving. Hoewel een cross door het compacte parcours heel wat spektakel kan bieden, viel dat hier toch tegen. De organisatie had in de generale repetitie weinig aandacht voor de supporter, wat resulteerde in een namiddagje koukleumen voor gevorderden. Ik heb in de cross niet mijn nieuwe roeping als loper gevonden, maar aangezien ik nu een wedstrijdlicentie, CrossCup-startnummer en spikes heb, is de kans reëel dat ik me in 2024 nog eens aan wat crossen in de buurt waag.

Het moment – Hoe het de afgelopen tijd liep

Ik dacht dat als ik niet zou trainen voor de Hel van Kasterlee ik in november zeeën van tijd zou hebben. Ik had gehoopt dat ik absoluut geen last zou hebben van kou en nattigheid. Dat ik bespaard zou blijven van het leed dat wintertenen heet. Ik zou elke novemberdag fris en monter aanvatten. Ik zou boeken lezen aan de lopende meter. Ik zou zenner dan zen zijn. Ik zette de maand hoog in met een heel ontspannende herfstvakantie. Geen mountaibikestage om kilometers te malen, wel veel zeteltijd en een tripje naar Oostende. Ik kwam écht tot rust. Ook zonder voorbereiding op de zwaarste winterduatlon bleek november echter een pittige maand te zijn, ongetwijfeld de natste sinds 1985. Ik zag af tijdens mijn woon-werkverkeer op de fiets. Op school was het als vanouds koud waar niet tegenop te kleden valt en alle hens aan dek om het werk rond te krijgen. Lopen deed ik ook vaak in gure omstandigheden. Gelukkig was er voldoende tegengewicht om het najaarsleed te verzachten, in de vorm van sportief plezier en herfstige gezelligheid.

Laat ik jullie meteen maar geruststellen: Juan leeft nog, maar sinds de maanden eindigen op -ber hebben we samen helemaal niets meer ondernomen. Ik zou het kunnen wijten aan de lekke achterband waar hij nu al een maand of 2 mee in de veranda staat te staan. De waarheid is dat mijn mountainbikehonger momenteel onbestaande is. Bovendien kan ik die lekke band niet anders dan als een teken van bovenaf beschouwen: een herinnering aan mijn bewogen Hel-editie van 2021 en nog maar eens het bewijs dat het materiaalgedoe van de fietser niet aan mij besteed is. Ik heb het me met andere woorden nog geen seconde beklaagd dat ik niet deelneem aan de Hel. Al fiets ik natuurlijk nog heel wat kilometers bij elkaar. Tony, mijn trekkingfiets, ziet er dan ook uit alsof we dagelijks in het bos gaan crossen, de modderduivel in hoogst eigen persoon die geen meter off-road aflegt. De nieuwe fietssnelweg tussen Boutersem en Leuven (waarover later meer) heeft mijn fietsritten naar een hoger niveau getild, maar Tony ziet zonder meer af.

Een tweede geruststelling: ik loop nog. Uiteraard! Ik heb zo lang mogelijk proberen na te genieten van die ongelooflijke dag in Antwerpen: de winst in een marathon en een nieuw PR. De weken nadien probeerde ik het wat rustiger aan te doen. Niet trainen, gewoon gaan lopen. Mijn hamstrings- en bilspieren bleven hardnekkig hun best doen om zich te laten voelen. Het leek hallucinant dat ik zo’n lang stuk had kunnen lopen aan zo’n stevig tempo. Ik probeerde het allemaal wat meer te nemen zoals het komt. We zien wel. Al wilde ik er wel staan bij die andere highlight van het najaar: de halve marathon van Kasterlee, een vaste waarde op de loopkalender van Team Odeyn. Vorig jaar scheen de zon en kon ik er de overwinning op mijn naam schrijven, toch wel mijn mooiste van 2022. Dit jaar was eens zo bijzonder omdat we met een heel uitgebreide familie-delegatie aan de start stonden.

SLWK3348

WIQA9914b

IMG_2895b

Op voorhand kon ik me niet voorstellen dat ik 21,1 kilometer lang snelheid zou kunnen maken op een verraderlijk off-road parcours. 3 weken na de marathon was ik redelijk hersteld, maar trok er wel nog één en ander. Ik had dus geen idee wat ik mocht en kon verwachten. Veel zo bleek. Ik denderde door de modder op mijn ooit citroengele Nikes. Ik schoof ook heel wat af omdat ik niet met trailschoenen liep. Uiteindelijk won ik in een tijd van 1u29! Marike maakte haar debuut in Kasterlee, net zoals Hans die een ijzersterke tijd liep. Roos genoot met volle teugen van haar debuut als haas. Papa maakte dan weer zijn comeback, eentje die naar meer smaakte. Seppe werd in stijl tweede. En ik besefte nog maar eens wat een gelukzak ik ben om zo goed omringd mijn sportieve avonturen te kunnen delen.

Inmiddels voelen mijn hamstrings weer wat soepeler aan dankzij een groot onderhoud bij mijn kinesitherapeut. Een opluchting, want er staat nog behoorlijk wat op de sportieve planning om de staart van 2023 in te vullen. Om te beginnen is morgen een bijzondere dag in mijn loopcarrière. Ik maak namelijk mijn debuut op spikes, in de cross, met een wedstrijdlicentie op een Belgisch Kampioenschap én een aflossingsnummer. Op vraag van Seppe ben ik deel van het mixed relays team van DCLA en zal ik dus 1000 meter lang alles geven in het park van Laken om de clubkleuren te verdedigen. Aangezien ik dan toch ter plaatse ben, heb ik me meteen ook ingeschreven voor het individuele BK cross bij de masters: rondjes lopen door de modder met wat hoogte en dat over een afstand van 5 kilometer. Het wordt een klein beetje sterven, dat weet ik nu al. Een nieuwe loopuitdaging waar ik zowel met angst en beven als met een gezonde honger naar avontuur tegenaan kijk.

Iets minder ver buiten mijn comfortzone ligt dan weer de Meerdaalwoudtrail waar ik volgende zaterdag aan de start zal staan. 44 kilometer door het bos lopen past net iets meer in mijn straatje. Zij aan zij met Sam trouwens, die altijd in is voor een trailavontuurtje. Roos is ook van de partij en loopt de 30 km met ultra-loopmaatje Joni. Blijkbaar kan en wil ik de modder van december toch niet helemaal missen. Op de laatste dag van het jaar hoop ik weer eens ouderwets te knallen op asfalt. Na enkele jaren afwezigheid loop ik dan de 12 km van de Eindejaarscorrida in (mijn semi-hometown) Leuven. Aan decemberplannen geen gebrek dus. Wordt vervolgd!