De muziek – Quotes om in te kaderen

Ik ben dan wel een paar keer per week met mijn leerlingen buiten de schoolmuren te vinden: het grootste deel van mijn tijd spendeer ik in mijn klaslokaal. Een jaar of 6 geleden begon ik aan opfrissingswerken, want veel was er niet veranderd ten opzichte van 15 jaar geleden toen ik zelf op die schoolbanken zat. De muren waren bedekt met een groene tint die ongetwijfeld ooit heel hip was, maar in combinatie met de bruine tegels niet bepaald een schot in de roos te noemen. Ik gaf de muren dus een neutrale off-white kleur zodat ik me volop kon uitleven met de aankleding. Een klaslokaal mag wat huiselijkheid uitstralen. Op de prikborden zijn allerlei creatieve werkjes van de leerlingen te bewonderen. Door de jaren heen verzamelde ik heel wat kaders uit de kringloopwinkel. Als centraal thema koos ik dan ook voor muziek om in te kaderen. Toen ik eenmaal een compositie op de muur had gecreëerd, was de grote vraag wat er in de kaders zou komen te staan. Uiteindelijk verzamelde ik zelf citaten uit muziek en kregen de leerlingen ook zeggenschap. Dat geldt nog steeds: zij mogen suggesties doen, maar ik kan mijn veto stellen, zij schrijven het uiteindelijk op de muur.  Ik toon jullie graag wat er zoal te lezen is.

We’re all in this togetherHigh School Musical – met dank aan Claire
Ik besloot om enkele geëngageerde leerlingen te laten beslissen welk citaat er in het grootste kader zou prijken. Daar moesten ze niet lang over nadenken. Ik kende het niet (een gat in mijn cultuur volgens hen), zocht het op en stelde vast dat het toch niet zo mijn ding was. Ik vind de dramatiek van het citaat wel mooi: allemaal samen zitten we in die klas!

Viva la vidaColdplay – met dank aan Ihsane en Yousra
Tijdens lessen over poëzie en beeldende kunst bespreek ik in de klas dit lied van Coldplay. De hoes van het gelijknamige album toont namelijk het beroemde schilderij De Vrijheid leidt het volk van Eugène Delacroix dat een tafereel van de Franse revolutie afbeeldt. Viva la vida verwijst eveneens naar een kleurrijk schilderij van de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo waarop watermeloenen zijn afgebeeld. Lang leve het leven, ook in de klas!

IMG_3818

Het leven is te precieus om te zeggen je m’en fousTourist LeMC – met dank aan Ailani
Tourist LeMC scoort goed bij leerlingen. Vorige week hadden we het in de klas over zijn Koning liefde waaruit dit citaat afkomstig is. Een mooie boodschap, maar ook eentje die goed klinkt: zeker als je er de Antwerpse tongval van den Tourist bij denkt.

Life is a movie but there will never be a sequelNicki Minaj – met dank aan Eline
Ook Nicki Minaj is goed voor een portie levenswijsheid. Wat opzoekingswerk leerde mij dat deze zin komt uit All Things Go en ik was opgelucht dat deze zin geselecteerd werd en niet een grofgebekte.

Ohne Musik wäre das Leben ein IrrtumNietzsche – met dank aan Eva
Nee, Nietzsche is niet de nieuwe Avicii. Het gaat hier wel degelijk over de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Eva wilde graag een citaat uit het Duits op de muur vereeuwigen. Ze vond een wijsheid van een groot denker over het belang van muziek. Irrtum wordt vertaald als vergissing. Ook voor onze Friedrich dus geen leven zonder muziek.

IMG_3815

We can be heroes just for one dayDavid Bowie – met dank aan Kaat
Ik gaf Engels in het zesde jaar toen David Bowie overleed. Reden te meer om een generatie in te wijden in het werk van Mr. Bowie. Zijn Heroes bleek het bekendste nummer te zijn onder mijn leerlingen. We kunnen allemaal helden zijn, al is het maar voor een dag.

Nous étions formidablesStromae – met dank aan Lisa
Onze Maestro mocht natuurlijk niet ontbreken op mijn muur. Omdat Formidable een topnummer is en blijft. Omdat Stromae stijl heeft. Omdat alle leerlingen die in mijn klas hebben gezeten op hun manier weer formidabel waren.

In de oranje kaders vroeg ik aan artistiek talent Anaïs om Beatrijs en de vos Reinaert te portretteren: helden van de middeleeuwse literatuur. Ook op de andere muren van mijn klaslokaal zijn muzikale citaten terug te vinden. Er staat natuurlijk ook een boekenkast. Mijn thuis is waar mijn boekenkast staat! Ik prijs me gelukkig dat ik dagelijks in zo’n krachtige werkomgeving les mag geven.

 

 

 

De muziek – Mijn soundtrack van 2018

2018 loopt op zijn laatste benen. Tijd voor lijstjes en overzichten met originele vragen en gevatte antwoorden. Op tv worden filmische jaaroverzichten uitgezonden met de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar. Soms vraag ik me af hoe het zou zijn als je door professionals zo’n compilatie zou laten maken van je eigen jaar, compleet met heroïsche muziek en al. Het nadeel is dan wel dat die mensen je paparazzi-gewijs doorheen het jaar constant op de hielen zouden moeten zitten. Weg privacy. Gedaan met de kluizenarij waar ik al eens van hou. Bovendien ben ik ook niet zo van de beelden. Ik maak wel foto’s, maar bij sportieve gebeurtenissen zijn die erg beperkt. Als ik een marathon loop, dan is het minste van mijn zorgen hoe en of dat wel op de gevoelige plaat vastgelegd wordt. Ik koester mijn ervaring en de plaatjes die ik schiet in mijn hoofd meer dan de actiefoto’s die ter plaatste genomen worden. Mijn jaar laat zich dan ook beter samenvatten in woorden en muziek.

In januari had ik een duidelijk doel voor ogen: in april zou ik een snelle marathon van Rotterdam lopen. Ik trok lessen uit 2017 waarin ik maar liefst vier marathons liep: dat was om verschillende redenen niet ideaal. Bovendien liep ik te vaak vanuit een frustratie en boosheid. Ik verloor mezelf wat en daarmee ook het initiële geluk dat lopen mij schenkt. De rust keerde weer in mijn hoofd en daarmee ook een grote drive om hard te trainen. Te hard eigenlijk. Tijdens mijn duurlopen eindigde ik altijd met het prachtige album Cleopatra van The Lumineers. Net zoals de Egyptische koningin waande ik me onaantastbaar. Ik staarde me blind op de kilometers die ik moest lopen en de tempo’s die ik moest halen. De kroniek van een aangekondigde dood: in maart stond ik na amper drie kilometer van de halve marathon in Den Haag langs de kant. Ik kon niet meer op mijn linkerbeen steunen. Drie weken liep ik met een kruk. Weg marathondroom. This is the end, my only friend the end: zoals wijlen Jim Morrison het zong. Met pijn in het hart keek ik vanaf de zijlijn toe hoe het loopproject dat ik op school had opgestart verder liep. Ik luisterde toen heel vaak naar Dreamer van Axwell ^ Ingrosso, waarin zowel mijn loopgeluk als -verdriet werden vervat. Mijn dromen werden aan diggelen geslagen, maar de dromer in mij was niet morsdood.

Op 20 april overleed Avicii. Ik stapte mankend verder door het leven en ontdekte Hey Brother. Zoals ik hier al vertelde, raakte dat een gevoelige snaar. Ik dacht aan mijn broer die op sportief vlak ook al de nodige woelige watertjes had doorzwommen (letterlijk en figuurlijk zelfs, check zijn triatlonverhalen maar). Eind april ging ik met school naar Parijs. Ik miste niet alleen mijn maatje An, maar ook de ochtendloopjes die ik daar normaal gezien afleg. Er was echter licht aan het einde van mijn weemoedige tunnel. Op 30 april liep ik voor het eerst weer in gezelschap van Roos. Maar liefst vijf keer een volle minuut. Het was toen niet toevallig stormachtig weer: revalideren en opbouwen gaat namelijk met ups en downs. I was a king under your control om het met Years & Years te zeggen: de koning te rijk dat ik weer aan het open was, maar de angst voor een blessure domineerde. In de maand mei overheerste uiteindelijk wel de zon en de energie die ik haalde uit mijn werk. Big God, de nieuwe single van Florence + The Machine, deed me nadenken over welke god ik nodig zou hebben. In juni ging de zon nog harder schijnen. Ik leerde steeds meer te vertrouwen op mijn lichaam en besefte dat het me niet in de steek had gelaten. De loper in mij beleefde een revival die werd gekenmerkt door het opzwepende Patricia van Florence’ nieuwe plaat High as Hope, dat kan geen toeval zijn.

In de zomervakantie gingen mijn loopkilometers in stijgende lijn en zo ook mijn loopgeluk. Dankbaar voor elke kilometer die ik liep, nam ik Rebel Heart van de nieuwe plaat van First Aid Kit nogal letterlijk: I don’t know what it is that makes me run. Juli bood mij heel wat mooie looprondjes op verplaatsing en ik overschreed weer eens de kaap van de 20 kilometer. Het plan voor de Hel van Kasterlee werd geboren in Houffalize. Mijn blog zag het daglicht. Ik maakte fietstochten naar Tervuren en Brussel met mijn nieuwe stadsfiets. De boeken vlogen erdoor en de koffie ook wel. Als ik in het bos was, kon ik helemaal opgaan in My Wild Sweet Love van First Aid Kit. Het bos als geliefde: het moet niet gekker worden. Ik sloot het einde van de maand af in Parijs, waar ik de dag weer lopend kon beginnen. Hoera! In augustus zette ik me voor het eerst op een mountainbike en kreeg ik de klikpedaal onder de knie. Het begin van een mooi avontuur: mijn status als fietsende loper beviel me meteen erg goed. In september begon een nieuw schooljaar en ging ik verder op mijn sportieve elan. De zon bleef schijnen. Behalve toen ik er daags voor mijn 33e verjaardag op uit trok om een XL duurloop af te leggen. Die sloot ik muzikaal af met Florence’ The Girl With One Eye: een behoorlijk gestoord lied wat meteen ook mijn beproeving samenvatte.

In oktober waren mijn beide ogen gericht op de marathon in Brussel. Ik luisterde veel Spinvis en dan vooral Kom terug. De dag voor mijn marathon verhuisden Roos en Niko. We zijn nu niet langer buren, maar moeten in plaats van enkele tientallen meters enkele kilometers overbruggen om elkaar te zien. Voor alle duidelijkheid: Roos moet niet terugkomen. De tekst zegt dat je in het leven moet durven doen en ontdekken als je wel steeds terugkeert naar jezelf of je thuis. Met die gedachte liep ik een formidabele marathon. Mijn laatste weken richting de Hel werden gekenmerkt door slecht weer en trainen in de duisternis. Ik stemde mijn muziekkeuze daarop af om het gebrek aan sfeer te compenseren. Zo was ik meteen gewonnen voor Hoziers nieuwe single Movement: toepasselijk. November is ook altijd een beetje de maand van Leonard Cohen. There’s a crack of light in everything, that’s how the light gets in. Ik luisterde bovendien ook veel naar Franse muziek, onder andere van de in oktober overleden Charles Aznavour. Het was echter toch vooral Gérard Lenorman die de nagel op de kop sloeg toen hij mij op de fiets toezong Voici les clés de ton bonheur, il n’attend plus que toi. De fiets bleek inderdaad een sleutel tot mijn geluk te zijn. De maand eindigde muzikaal met een klepper van formaat: het optreden van Tamino in de AB. Diens Sun May Shine raakt steeds weer een gevoelige snaar. Ook hij had gelijk: de zon ging stilaan weer schijnen.

December was niets minder dan duatlonmaand. Ik deed al uitgebreid verslag over mijn avontuur in de hel. De muziek die ter plaatse door DJ Infinity wordt gespeeld bleef de afgelopen jaren nog lang nazinderen. Wat me van deze editie zal bijblijven, is het succes van Leef. Toen ik na ruim 100 kilometer op de fiets aan de sporthal passeerde, schalde dit door de boxen en ik kon niet anders dan denken dat ik nu inderdaad echt wel aan het leven was. Het muzikale en ook wel sportieve hoogtepunt was echter het afsluitende loopnummer. De playlist die ik met Roos voor de gelegenheid samenstelde, bewees zijn nut. Het ijzersterke begin met Counting Stars van OneRepublic zette meteen de toon. We bespraken al uitvoerig hoe de shuffle erin slaagde om het juiste lied op het juiste moment af te spelen. Het enige minpuntje was dat onze playlist ruim 4,5 uur aan muziek bood en ik slechts 2,5 uur nodig had om mijn 30 kilometer af te leggen. We misten dus enkele pareltjes: dat heet dan een luxeprobleem.

2018 was zoals steeds een jaar met dalen en pieken over een hobbelig en vaak off-road terrein. Soms verlang ik naar meer snelle en veilige asfaltwegen in mijn leven die voorzien zijn van een duidelijke bewegwijzering. Dat zou me meer gemoedsrust geven, want ik kwam mezelf een paar keer goed tegen. Ik ben benieuwd welke paden ik in 2019 zal bewandelen en welk uitzicht ze me zullen bieden.

Het boek – Mijn cadeautips voor cultuurminnaars

Na ons jaarlijkse familiefeestje in Kasterlee naderen de feestdagen met rasse schreden. Allemaal heel gezellig, maar net zoals de Hel vragen de kerstdagen ook de nodige voorbereidingen. Alle hens aan dek dus. Ik gaf mijn familieleden al vaak boeken cadeau, want een boek is altijd een goed idee. In het ruime boekenaanbod kan je tegenwoordig voor ieders gading wat vinden. Sterker nog: je kan het onderwerp zo gek niet bedenken of er is een boek over verschenen. Zo is niet alleen de kattenhype een feit, maar stelde ik op de Boekenbeurs vast dat het moeilijk is om een gewoon kookboek te vinden. Cultuur kent vele verschijningsvormen. Ik geef jullie dan ook graag enkele culturele cadeautips in boekvorm.

In de categorie humor en herkenbaarheid stel ik jullie graag voor aan twee bewonderenswaardige vrouwen. Eva Mouton bracht een bundeling uit van haar wekelijkse cartoons in De Standaard en nog een paar dingskes, zoals de ondertitel luidt van Het leukste van Eva. Ik hou niet van roze, maar wel van dit boek. Eva Mouton is een bijzonder grappige vrouw die zich in haar doorgaans vrolijke tekeningen kwetsbaar durft op te stellen. Met de nodige zelfspot slaagt ze erin om dagelijkse beslommeringen en muizenissen herkenbaar weer te geven zonder dat het een klaagzang wordt. Ik gniffel dagelijks om haar grapjes. Net zo vermakelijk vind ik de boeken van Paulien Cornelisse, een Nederlandse cabaretière die in 2009 debuteerde met Taal is zeg maar echt mijn ding. Recent verscheen Taal voor de leuk, wat ik nog niet in mijn bezit heb. Paulien Cornelisse analyseert onze (on)geschreven taalgewoontes en probeert die op ludieke en droogkomische wijze te begrijpen zonder met het vingertje te zwaaien. Een must have voor de taalliefhebbers onder ons die zich al eens bezondigen aan talige ergernisjes.

Als je het wat serieuzer wil, dan kan ik je Pieter Steinz’ Gids voor de wereldliteratuur van harte aanbevelen. Dit standaardwerk moet elke boekenliefhebber op de plank hebben staan. Pieter Steinz durfde het aan om verbindende lijnen te trekken in het wereldwijde web van de literatuur. Tussen de schat aan informatie over canonliteratuur en het eerder populaire genre, vind je ook literaire quizzen. De bundel is een gids in die zin dat je tips krijgt over welke boeken je zoal kan lezen als je bijvoorbeeld fan bent van Arnon Grunberg of Vladimir Nabokov. Hebben, hebben, hebben! Wie tot slot fan is van die hard literatuurgeschiedenis (ik!) zal zijn literair hart helemaal kunnen ophalen aan Ontluikende letteren. In 500 pagina’s schetst Jan Herman een beeld van de Europese literatuur van Homerus tot Goethe. Opgelet: dit is serieuze kost. Consumeren met mate dus of je dreigt te bezwijken aan een literaire indigestie.

Het muzikale boek is al enkele jaren aan een opmars bezig. Elke zichzelf respecterende artiest laat tegenwoordig zo snel mogelijk een biografie publiceren om te vertellen over de moeilijke weg naar het sterrendom. Ja, ik schrijf dit met enige ironie omdat de haast en het commerciële belang van zulke boeken afdruipen. Niet mijn ding. Gelukkig zijn er ook muzikale kunstenaars die dicht bij hun stiel blijven en een boek uitgeven dat samenvalt met hun persoonlijkheid. Ik val in herhaling, maar Leonard Cohens postuum verschenen The Flame behoort tot die categorie. In deze bundeling vind je zijn laatste gedichten die hij ook nog zelf samenbracht voor hij overleed. Ik ben heel zuinig met dit boek, als in: ik consumeer niet meer dan twee gedichten per dag om er telkens het maximale uit te kunnen halen. In dat rijtje mocht ook Useless Magic van muzikale heldin Florence Welch niet ontbreken in mijn collectie: een verzameling van al haar lyrics, die zich als ware power poems laten lezen. Of zoals Florence het zelf zegt in het voorwoord I don’t know what makes a song a song and a poem a poem. Dit prachtig vormgegeven boek is rijkelijk voorzien van krabbels, kladversies en kleurrijke foto’s die de intrigerende gingerhead typeren. Het voelt alsof je in even in haar dagboek mag piepen en dat is op z’n zachtst gezegd een overweldigende ervaring.

Wie poëzie pur sang prefereert, vindt ongetwijfeld zijn gading in de toegankelijke verzamelbundels van Jozef Deleu. Zijn Groot Verzenboek ligt standaard op mijn salontafel. In 555 gedichten over leven, liefde en dood verzamelde Deleu Vlaamse en Nederlandse poëzie die over de grote thema’s des leven handelt. Ik lees regelmatig iets voor uit dit boek in de klas omdat het een ideale kennismaking is met de grote dichters van de Lage Landen. Stof tot nadenken voor het puber- en volwassenenbrein. Je vindt er onder andere Ilja Leonard Pfeijffer in terug, één van mijn favoriete Nederlandstalige schrijvers. Hij verwierf op zijn beurt faam met de bloemlezing De Nederlandse poëzie van de twintigste en de eenentwintigste eeuw in 1000 enige gedichten. Een gewichtige titel voor een ambitieus werk om eindeloos in te grasduinen. Als ik het poëtische noorden dan even kwijt ben, kan ik terecht bij Olijven moet je leren lezen, een cursus genieten van poëzie van Ellen Deckwitz. Op begrijpelijke wijze legt zij uit waarom de dichter niet gewoon zegt wat hij bedoelt, maar precies zegt wat hij bedoelt. Aan de hand van verhelderende voorbeelden illustreert Deckwitz dat poëzie voor iedereen kan bestaan. Voila, meer kan ik daar niet aan toevoegen.

 

 

De muziek – Een heel diepe buiging voor Leonard Cohen

Het is vandaag twee jaar geleden dat Leonard Cohen overleed op 82-jarige leeftijd. Ik stond op het punt om naar de Boekenbeurs te vertrekken toen ik vernam dat mijn idool der idolen niet langer onder ons was. Het is veelzeggend dat ik me dat moment nog levendig herinner. Hoewel ik hem nooit live aan het werk zag en weinig overeenkomsten heb met de Canadese singer-songwriter, dichter, schrijver en zenboeddhist voelde het toch alsof ik een dierbare vriend verloor uit mijn naaste omgeving. De wereld draait nog zonder Leonard Cohen. Hij laat een rijkdom aan muziek en poëzie na. Zijn oeuvre omvat wijsheid om een mensenleven lang over na te denken en bovenal van te genieten. Leonard Cohen is pure detox voor de geest, een innige vriendschap over alle grenzen heen.

Ik was een jaar of 10 toen ik voor de eerste keer een cd van Leonard Cohen in mijn handen kreeg. Mijn papa gaf het album I’m Your Man als romantisch cadeau aan mijn mama en schreef naast de cover Zeer toepasselijk, Jan. Een droge, maar tegelijkertijd innige liefdesverklaring. Geen seconde zou ik twijfelen als ik zo’n cadeau kreeg. Ik was een praktische schakel tussen de geliefden omdat ik nu eenmaal excelleerde in cadeautjes inpakken en ook nog eens goed mijn mond kon houden. Om die reden vertrouwde mijn mama me enkele maanden later toe dat ze van die cd maar één liedje goed vond en dat de rest op niks trok. Harde woorden van een Leonard Cohen fan die nog wat moest wennen aan die andere stijl. Ze durfde dat toen uiteraard niet tegen papa te zeggen. Het bekende Take This Waltz beluisterde ze bijgevolg in repeat-modus.

In 2001 maakte ik dankbaar gebruik van die bewuste cd toen ik voor Engels een protest song moest bespreken. In de nasleep van 9/11 vond ik mezelf een meesterlijk analyticus toen ik ontdekte dat Leonard Cohen profetische woorden had gezongen met First we take Manhattan, then we take New York. De wijze man had niet minder dan de aanslagen op de Twin Towers voorspeld! In pre-internettijden besloot ik er voor de zekerheid toch de lyrics uit het cd-boekje op na te slaan. Mijn teleurstelling was groot toen bleek dat hij niet New York, maar Berlin zong. Duidelijk te horen, maar mijn enthousiasme had het overstemd. Ik gaf dus een creatieve draai aan mijn presentatie. Aan protest en opstand geen gebrek in dat lied. Je zit altijd goed als je met Leonard Cohen op de proppen komt in de klas.

Pas in mijn twintiger jaren besefte ik dat mijn mama’s oordeel onterecht was. Had ze die andere liedjes wel een eerlijke kans gegeven? Ik luisterde ernaar met andere oren en kwam tot de conclusie dat het album een onvervalst pareltje is met gouden songs als Ain’t No Cure For Love en I’m Your Man. Zo begon ik ook naar ouder werk van de Ladies’ Man te luisteren. Dat verraste me, want geen album is identiek. Luchtige melodieën worden afgewisseld met poëzie van de donkerste soort. Leonard Cohen zwiert en huppelt soms door het leven, maar valt evengoed soms in een eenzame put waar zijn poëtische hersenspinsels eens zo hard galmen. Hij wordt niet toevallig zowel de King of Misery als de Poetic Playboy genoemd. Alleen Leonard Cohen kan de zwaarte en lichtheid van het leven zo harmonieus met elkaar verweven.

Met de jaren wordt Leonard Cohens stemgeluid dieper en doorleefder. So Long, Marianne klinkt heel anders dan Dear Heather. Over de vrouwen heeft hij zijn leven lang nagedacht, gepraat en gezongen. Monnik of niet: het andere geslacht bleek een onuitputtelijke bron van inspiratie. Er ging dan ook zowel een casanova als een romanticus schuil achter de immer charismatische Canadees. Zeg nu zelf: hoeveel mooier kan de liefde worden dan Dance me to the end of love? De Noorse Marianne Ihlen was één van de vrouwen waar hij al in de jaren 60 over zong. Vlak voor Mariannes dood op 29 juli 2016 stuurde haar oud-geliefde nog een brief: Well Marianne it’s come to this time when we are really so old and our bodies are falling apart and I think I will follow you very soon. Know that I am so close behind you that if you stretch out your hand, I think you can reach mine. Leonard Cohen voelde zijn einde naderen en gaf de wereld een prachtig afscheidscadeau. Zijn album You Want It Darker gaat recht naar je hart. Een au revoir (zoals hij het zelf zingt) dat alleen de Poet of Love kan brengen. Elke song is een darling om te koesteren. Treaty en Leaving the Table laten mij nooit onberoerd.

Ik vertelde hier al over The Flame van Leonard Cohen: een bundeling van zijn laatste gedichten (die hij zelf nog selecteerde) met een voorwoord van zijn zoon Adam. Ook Book of Longing (2006) is een prachtige bloemlezing van Cohens poëzie. Beluister zeker eens Jennifer Warnes’ album Famous Blue Raincoat. Warnes stond jarenlang letterlijk in Cohens schaduw als achtergrondzangeres toen ze toestemming kreeg om een album met covers van haar leermeester uit te brengen. Ik vind haar versie van Famous Blue Raincoat zelfs beter dan het mannelijke origineel. Ook wijlen Yasmine ging de uitdaging aan om haar Canadese idool te coveren en dan nog wel in het Nederlands. Een geslaagd experiment. Helaas is haar tribute album Yesterday’s Tomorrow niet meer te koop. Laat je met de feestdagen in het vooruitzicht trouwens niet vangen. De puberale uithalen van Jeff Buckley’s Hallelujah zijn slechts een schim van de oorspronkelijke versie van Leonard Cohen. De enige echte schrijver en zanger van dit weergaloze lied. There’s a blaze of light in every word: vergeet dat vooral niet deze donkere dagen.

De muziek – Mijn helden op De Lage Landenlijst van Radio 1

Morgen zou ik me van 9 tot 18 uur aan de radio willen kluisteren om niets te missen van de Radio 1 Lage Landenlijst 2018. Laat het buiten lekker guur weer zijn. Ik nestel me in de zetel met een boek (en waarschijnlijk kat) op schoot, een koffie erbij en rusten maar. Wie mij een beetje kent, weet dat ik mij slechts sporadisch kan overgeven aan zulke luilekkerdagen. Morgen gaat dat niet gebeuren. Desalniettemin ga ik mijn uiterste best doen om zoveel mogelijk mee te krijgen van wat de Lage Landen ons muzikaal te bieden hebben. Een bloemlezing van ruim 70 jaar Nederlandstalige muziek toont aan dat er naast de klassiekers ook heel wat verborgen pareltjes te ontdekken zijn binnen een gevarieerd scala aan genres.

Als ik in de klas peil welke Nederlandstalige muziek gekend is, dan valt het op dat jongeren Nederlandstalig vooral associëren met muziek voor ouderen. Iedereen kan zich aangesproken voelen, want voor de doorsnee leerling ben je per definitie bejaard als je ouder dan 25 bent. Radio 1 is in hun ogen dan ook specifiek ontworpen voor ouders die in de auto naar de radio luisteren. Clouseau en Bart Peeters vallen zonder enig mededogen onder de noemer alleen geschikt voor ouders. Dankzij Bazart kunnen jongeren inmiddels wel uit de bol gaan op Nederlandstalige muziek. Al zijn de meningen over de popgroep verdeeld: je hebt die hard fans en fervente haters. Rap doet het altijd goed onder de jeugd. Boef, Lil Kleine en De Jeugd van Tegenwoordig hebben hun aanhang, al vinden mijn leerlingen (4e en 5e jaar) hen al vaak te kinderachtig. Tja.

Ik laat geen leerkans onbenut en bestookte mijn leerlingen al meermaals met Nederlandstalige muziek. Vorig jaar kondigde ik in de klas met spreekwoordelijk tromgeroffel aan dat het een grote dag was omdat de nieuwe cd van Spinvis in de winkel lag. Ik werd vooral vreemd aangekeken, maar de nieuwsgierigheid was geprikkeld. Spinvis? Oh ja, Spinvis: de eenmansband van Erik de Jong. Ik vind het aangenaam toeven in de bizarre, vrolijke en tegelijkertijd melancholische wereld die Erik en zijn muzikanten weten te creëren. Hun recentste album Trein, vuur, dageraad raakte meteen de juiste snaar en laat zich beluisteren als een idyllische treinrit. Er passeert heel wat langs je netvlies en de gekste associaties kronkelen door je bovenkamer. Ook ouder werk barst van de geniale vondsten: het hilarische en pijnlijk herkenbare Koning Alcohol, het overdreven goedgeluimde Wespen op de appeltaart, de klassieker Voor ik vergeet en het krachtige Kom terug. Ga vooral ook eens live kijken om je nog meer thuis te voelen in Eriks universum. Het verdict van mijn leerlingen: hij zingt niet, maar zegt gewoon zijn tekst.

Voor ik een Spinvis-fan werd, was ik in de ban van Ramses Shaffy. In mijn prille twintiger jaren luisterde ik dagelijks naar de grootmeester. Het is inmiddels misschien al duidelijk dat ik wel hou van muziek met een gezonde of overdosis drama en theatraliteit. Wie kan zich niet vinden in een lijfspreuk als Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder? Ook Laat me (laat me mijn eigen gang maar gaan!) vind ik bijzonder herkenbaar en zelfs Pastorale laat me niet onberoerd. Ramses Shaffy’s stem gaat door merg en been. Hij zou bij wijze van spreke een kookboek kunnen voorlezen en ik zou in trance zijn. Al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat ik bij Ramses Shaffy ook altijd aan de Nederlandse acteur Pierre Bokma denk, die in de schitterende KRO-reeks Het schaap met de vijf poten ooit een geheel eigen versie van Pastorale ten berde bracht.

Ik waagde me in de klas nog niet aan Ramses Shaffy, maar liet de leerlingen wel al luisteren naar twee andere toppers. Jan De Wilde schreef een liedje over een naamgenote van mij, maar deze Joke is helemaal weg van zijn ontroerende Eerste sneeuw, waar zelfs mijn leerlingen wat stiller van werden en dat wil toch iets zeggen. Ik koppel er bovendien ook een herinnering aan: toen ik een jaar of 8 was en naar dwarrelende sneeuwvlokjes stond te kijken, mogelijk de eerste sneeuw van dat seizoen. Ik zag mezelf al sleeën en een sneeuwman maken met mijn broer, maar het pijnlijke was dat ik besefte dat die petieterige sneeuwvlokjes niet zouden blijven liggen en al helemaal niet de sneeuwmat zouden vormen die nodig was om mijn plannen uit te voeren. Een tweede lied dat ik al heel vaak beluisterde en dat mij steeds blijft raken is Rozane. De situatie is op geen enkele manier herkenbaar voor mij, maar toch voel ik elke keer weer de pijn en liefde die door Wim De Craene worden bezongen. Absolute klasse!

Wie nu denkt dat ik Nederlandstalige muziek enkel binnen een culturele context beluister, heeft het grondig mis. Ik zet mijn duurlopen vaak in met een album (of twee) van Spinvis. Het zet meteen de juiste toon en creëert die gekke cocon waar het zo aangenaam verblijven en vlot lopen is. De ervaring heeft mij geleerd dat drama ook opzwepend kan werken. Niet alleen Avicii loodst mij door moeilijke momenten, ook de klassiekers Malle Babbe, Arme Joe, Zij gelooft in mij, Je veux de l’amour, Kronenburg Park en Ik voel me zo verdomd alleen hebben mij al helemaal laten losgaan tijdens het lopen. In die mate dat ik het zou willen uitschreeuwen en grote armgebaren zou maken. Muziek kan een mens tot vreemde dingen bewegen.

Luister morgen dus naar 9 uur geweldige muziek van de Lage Landen. Laat je verrassen en zet vervolgens de dubbel-cd op je kerstlijstje. Je zal het je niet beklagen.

De muziek – Hartjes voor Florence + The Machine

Florence Welch werd vanochtend misschien wat katerig wakker. Van het feestgedruis welteverstaan, niet van de drank. Gisteren blies ze immers 32 kaarsjes uit. Ik vraag me af hoe ze haar verjaardag heeft gevierd. Ongetwijfeld in stijl of beter gezegd: volgens haar eigen unieke stijl. Misschien stonden die kaarsjes op een treacle tart en werden er ook scones geserveerd. Er was ongetwijfeld thee. Heel veel thee voor haar Machine, familieleden en andere inspirators die ze bezingt op haar nieuwste album High as Hope. Ik telde niet af tot het einde van het schooljaar, maar wel tot de laatste vrijdag van juni: de dag dat haar jongste telg in de winkel zou liggen. Mijn zomervakantie kleurde helemaal Florence en mijn liefde voor de ravissante gingerhead heeft weer een boost van jewelste gekregen.

Het is een understatement om te zeggen dat Florence Welch een bijzondere madame is. Door middel van haar muziek creëert ze een eigen universum waarin ze volledig zichzelf kan zijn. Florence is een zingende paradox. Ze staat soms mijlenver af van het gewone leven, maar draagt ook een grote herkenbaarheid met zich mee. Haar verschijning wekt nostalgie op, maar toch beschrijft ze de worstelingen van het moderne leven. Ze hunkert naar allesomvattende liefde, maar verafschuwt die op hetzelfde moment. Een powerwoman en fragiel meisje in hetzelfde lichaam. Het mag dan ook niet verbazen dat haar badkamer (jawel) volledig gewijd is aan de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo. Die slaagde erin om, ondanks de vele tegenslagen in haar korte leven, toch met een enorme positiviteit in dat leven te staan. Kahlo’s kunstwerken stralen zowel levensvreugde als -angst uit. Zelden was een zelfportret zo vrolijk, kleurrijk en tegelijkertijd luguber. Viva la vida volgens Frida en Florence.

Florence’ woning in Londen toont ons hoe haar universum eruit ziet. In haar charmante huis (of moet ik zeggen museum) zijn de muren bedekt met allerhande kaders, teksten, religieuze verwijzingen en vergeelde prenten: levendige herinneringen aan een turbulent artistiek leven. In haar dressing schitteren florale prints, vintage vondsten en extravagante gewaden zij aan zij. Haar tuin (jawel, in Londen!) is zonder twijfel de meest feeërieke van Groot-Brittannië. Misschien very British, maar vooral very Florence. De vrouw des huizes valt helemaal samen met haar omgeving. I like the past in objects, I’d say the past in my mind less. Geen wonder dat ze haar huis vergelijkt met een scrapbook of giant notebook. Zelfs Marie Kondo zal daar in een ijverige bui geen verandering in kunnen brengen.

Naar aanleiding van de release van High as Hope vertelt Florence in een interview met De Morgen openhartig over het ontstaan van haar vierde album. Twee jaar geleden stortte ze naar eigen zeggen in. Ze zwoer drank en drugs af en besefte dat ze eerlijk met zichzelf moest leren zijn. Dat betekende niet langer enkel communiceren via de muziek over de zwaarte van het leven, maar ook in het echt. Hierdoor ging er ook een andere wind waaien door haar artistieke carrière. Zo vertelt ze in South London Forever over haar bewogen tienerjaren en is Hunger het pijnlijke relaas over haar eetstoornis. In Grace verontschuldigt ze zich dan weer tegenover haar jongere zus voor de aandacht die ze jarenlang opslorpte in het gezin. Mijn favorieten zijn het meeslepende Patricia, een overweldigend bedankje aan het adres van icoon Patti Smith, en Big God, waarvoor ze samenwerkte met jazzsaxofonist Kamasi Washington. Bekijk vooral ook de clip en vul dan zelf maar in wie of wat die grote god is en waarom we die nodig hebben.

In december 2015 zag ik Florence + The Machine live aan het werk in het Sportpaleis. Niet meteen de meest intieme zaal, maar van zodra Mrs Welch langs haar fans naar het podium trok, gebeurde er iets. Een slechte zitplaats kon niet verhinderen dat we onophoudelijk naar die frêle gestalte met de imposante stem en soms wat bevreemdende choreografieën bleven kijken en luisteren. Florence lijkt zich soms in een andere wereld te bevinden, ver weg van alles en iedereen, maar toch is ze er helemaal voor het publiek. Ze creëert betrokkenheid en je kan niet anders dan haar geloven als ze zegt dat How Big, How Blue, How Beautiful een cadeautje is dat je langzaam moet uitpakken. Dat doe ik dan ook telkens weer als ik het beluister.

Florence’ muziek is één en en al emotie. In het artikel van De Morgen worden “emotionele chaos en drama” bestempeld als haar handelsmerk. Dat neemt niet weg dat ik heel vaak luister naar Florence + The Machine als ik ga lopen. Ook op haar voorgaande album How Big, How Blue, How Beautiful lijkt haar krachtige stem een emotioneel kompas te zijn. Je mag hard janken en roepen over het ongeluk dat je is aangedaan of de miserie die je jezelf op de hals hebt gehaald, maar dan gaan we gewoon weer verder met het leven. Ook geluk kan je van de daken schreeuwen. Hoop zit in een klein hoekje. Schouders recht, borst vooruit en gaan. Ik voel me altijd sterker als ik het magistrale Queen of Peace heb beluisterd. Doodzonde dat de intro ervan op de radio werd weggeknipt. Ik hou van de wie-doet-mij-wat-attitude in What Kind of Man. In mijn ode aan Avicii vertelde ik al over mijn zwak voor songs die de broeder- en zusterliefde bezingen. Wel, als Florence in Dog Days Are Over zegt dat ik snel moet lopen voor mijn moeder, vader, zussen en broer, dan kan ik niet anders dan daar gehoor aan geven. Florence + The Machine is een meeslepend feestje in een sfeervolle setting waar de gemoederen al eens hoog kunnen oplopen. Dat er nog heel veel cadeautjes en parels voor haar publiek mogen volgen. Cheers!

De muziek – Ode aan Avicii

Vrijdag de 20e is het nieuwe vrijdag de 13e, dat zei ik toen in april. De voortekenen waren duidelijk: Marike sloot zichzelf buiten en werd zwaar afgezet door de slotenmaker. Tot overmaat van ramp werden ook de gehaalde frieten koud en kwamen ze bijna te laat op een theatervoorstelling van onze tante. Zelf had ik een uitermate deprimerend bezoek aan de kinesitherapeut achter de rug. Net op het moment dat we dit bijna allemaal een plaatsje hadden gegeven en toch nog iets van de avond probeerden te maken, hoorde ik in het journaal dat Avicii overleden was. Tim Bergling liet op 20 april 2018 het leven in Oman. Hij was 28 jaar.

IMG_2652

Er was een tijd dat ik al lachend zei dat ik ook wel naar van die slechte commerciële muziek met een stevige beat luisterde als ik ging lopen. Ah ja, want ik – madame cultuur – kon Avicii toch niet op hetzelfde niveau plaatsen als een Leonard Cohen of Ramses Shaffy? Ik heb echter nooit geweten dat er een progressive house liefhebber in mij schuilt, want dat is volgens Wikipedia hoe de muziek van Avicii gecatalogeerd moet worden. Inmiddels vind ik het flauw om minachtend te doen over muziek die cultureel minder hoog staat aangeschreven. Muziek kan een mens heel diep raken, maar dat kan op veel manieren: de ene al wat subtieler dan de andere. Zo zat ik een keer wat sip in de auto toen Roos de gevleugelde woorden sprak Jij hebt wat Avicii nodig. Er is muziek voor elk moment en elke gemoedstoestand. Gelukkig maar. Alleen Spinvis kan de wereld niet redden.

Ik luister dus niet naar Avicii als ik thuis rustig in de zetel zit met een boek. Avicii is inherent verbonden met mijn loperscultuur. Zijn doorbraakhit Levels wordt op elk groot loopevenement gespeeld. Een euforische kick gegarandeerd als je in de massa op het startschot staat te wachten. Tijdens de marathon van Rotterdam schalde Wake Me Up hard door de boxen toen mijn papa en ik rond kilometer 30 terug de stad in liepen. Kippenvel tot mijn kleinste teen. Avicii is een vaste waarde in mijn Duurloop-playlist. Ik krijg energie van die beats en word er gewoon blij van. Als dat geen emotie is?

Vlak na Avicii’s dood luisterde ik naar Hey Brother, een nummer dat mij altijd minder heeft aangesproken. Plots raakte het mij. David Bergling reisde zijn broer Tim achterna naar Oman omdat de familie ongerust was. David kwam te laat. Een paar dagen na het overlijden publiceerde de Berglings een emotionele open brief. Voor hen was de doodsoorzaak duidelijk: “Tim kon niet langer verder en wilde rust vinden. Hij was niet gemaakt voor de zakelijke machine waarin hij zich bevond.” Een realiteit waar je niet om heen kan in de documentaire True Stories. We zien hoe een verlegen knul met pet en ruitjeshemd in recordtempo de wereld verovert. Tot zijn 19e speelde Tim Berglings leven zich af binnen vijf straten in Stockholm. Twee jaar later ligt de wereld aan zijn voeten als hij een eerste concert draait in New York. Manager Arash “Ash” Pournouri wil er het financiële maximum uit halen. Het is ontnuchterend om te zien hoe Avicii’s volledige entourage enkel oog heeft voor de commerciële machine die moet blijven draaien. Als een doodzieke Tim Bergling met ernstige buikpijn in het ziekenhuis wordt opgenomen, gaan ook de dokters helemaal op in het product Avicii. Hij wordt opgelapt en met zware medicatie verder op tour gestuurd.

Er zijn ook veel lovende woorden voor de artiest Tim Bergling. Alle zangers waar hij mee samenwerkte, hebben niets dan respect voor zijn muzikale brein. Producen of dj’en wordt beschreven als een volledig orkest in je hoofd componeren. Je focust je niet op één instrument, maar creëert een muzikaal geheel. Het is een andere manier van muziek maken, maar daarom geen slappe oplossing voor wie geen talent heeft. Ondertussen gaat het niet alleen bergaf met Berglings fysieke gezondheid, hij wordt ook angstiger en kan geen rust vinden. In de spotlights staan is niets voor hem, net zo min als het touren. Hij slaat in paniek als de agenda nog maar ter sprake komt. Alcohol consumeren wordt een gewoonte om de zenuwen tegen te gaan. Zijn vrienden herkennen hem niet meer. Bergling moet grote inspanningen leveren om zijn entourage duidelijk te maken dat hij echt wil stoppen met de optredens. Uiteindelijk speelt hij zijn laatste concert op Ibiza in 2016 en stopt ook de samenwerking met zijn manager. Avicii gaf van 2012 tot 2016 maar liefst 813 shows over de hele wereld.

In april was ik dus geblesseerd en kon ik niet lopen. Toegegeven, dat maakte mij emotioneel wat labiel. Ik zocht de sentimentaliteit op en luisterde heel vaak naar Hey Brother. Wat een song, wat een waarheid. Het werd mijn ultieme lied over de broeder- en zusterliefde. If the sky comes falling down, for you, there’s nothing in this world I wouldn’t do. Ik kon niet anders dan aan mijn eigen broer en zussen denken. What if I’m far from home? Oh brother, I will hear you call. Zij zouden ook hemel en aarde bewegen en desnoods de wereld rond reizen als ik in de problemen zou zitten. Aangezien wij geen doorwinterde globetrotters zijn, betekent dat echt heel veel. Fans van Avicii vereeuwigden hun idool met de twee Avicii driehoekjes op hun lichaam. Via de muziek zou hij altijd met hen blijven praten. Het is een magere troost. Waarschijnlijk helemaal geen troost voor wie met Tim Bergling een broer of kind verloor.