De cijfers: mijn 20e marathon liep ik in 3:15:54, een tijd waar ik 10 jaar geleden bij mijn marathondebuut niet eens over durfde dromen
De voorbereiding: de winter kostte me vooral energie, de belofte van de lente bracht heel wat meer kwalitijd in mijn leven, waardoor ik ook weer ouderwets positief naar deze mijlpaal kon toeleven
De race: ik schipperde tussen blijven doorduwen en me overgeven aan het unieke karakter van dit evenement, wat niet altijd gemakkelijk was omdat ik elk van de 267 hoogtemeters gevoeld heb
De herinnering: het verhaal van “wij samen” naar de marathon en de ongeziene sfeer in Leuven die de verwachtingen ruimschoots inloste
Wat vooraf ging
Zo moeilijk als het tegenwoordig is om je tijdig in te schrijven voor een sportief event, zo makkelijk was het voor dit marathon-EK. Zelfs heel last minute was een inschrijving mogelijk voor de 10 kilometer, halve en hele marathon. Een verademing! Ruim een jaar van tevoren schreef ik me in. Andere vroege vogels waren Hans, Sam en Roos die haar startbewijs doorgaf aan Seppe. Een marathon van (ons) Brussel naar (mijn) Leuven: op dat feestje mocht ik niet ontbreken. Stiekem groeide ook een heel klein beetje de hoop dat ik na mijn pijnlijke marathon in Berlijn weer als vanouds zou kunnen vlammen zonder al te veel last van mijn hamstrings. Niet dat ik een sub3 ambieerde, wel dat ik me weer eens onbezonnen in het avontuur zou kunnen storen. Dromen mag, dromen moet zelfs. Ik leefde dan ook heel positief toe naar de wedstrijd omdat het zo bijzonder was om met mijn volledige loopcrew voor dat gezamenlijke doel te trainen, ieder met z’n eigen besognes. Bovendien genoot ik ook heel erg van het zondagse duurlopen samen met Hans. Meer moet dat soms niet zijn.

Vlak voor de start
Een marathon in eigen land: dat was van Antwerpen geleden. Na een auto- en busrit stappen we op een goed gevulde trein. Het is duidelijk dat niet alleen ons clubje erop gebrand is om op tijd aan de start in Brussel te geraken. Leeswaarschuwing: het is begrijpelijk als je in de hierop volgende beschrijving de draad kwijt raakt van wie nu eigenlijk wie is. Samen met Simon & Pieter (onze Siktivity boys) en Joni zijn we op de afspraak met Pieter & Stijn (diens bekende gelegenheidsbroer zal met de fiets volgen) en Sam. Pieter, ons jonkie van het gezelschap, heeft voor de gelegenheid zijn meest comfy Birkenstocks aangetrokken. Zogezegd met één of ander heel praktisch excuus. Te voet gaat het richting een bruisend Warandepark. We zijn op tijd, of wat had u gedacht?


Ondertussen is het zachtjes beginnen regenen. Terwijl we romantisch met z’n allen schuilen in een prieel en ik (tevergeefs, zo zal later blijken) hoop op een opklaring van formaat, bereiden we ons voor op de start. Wachtend op Joni’s pupil Jan, heeft Sam het ideale (hopelijk ook legale) middeltje op zak voor Hans’ pijnlijke bil: een spuitbus met iets dat koud aanvoelt, maar eigenlijk warm is. Begrijpe wie begrijpen kan. Enfin, we geraken elkaar allemaal een beetje fysiek kwijt in de menigte en uiteindelijk zak ik met Hans en Sam af richting startzone op het Paleizenplein. Wat een decor! Een drone hangt boven onze hoofden aangezien we deel uitmaken van een live-uitzending op nationale tv. En dan is het tijd om afscheid te nemen: Sam staat in de box voor mij, Hans in het startvak na mij. Op de lekkere beat van Sean Pauls Temperature hoop ik stiekem toch op wat zon en bij Sweet Dreams durf ik te dromen van de ideale start. Na een plechtig moment inclusief volkslied en koning is het zover. Knal boem! Met vuurspetters en al worden we weggeschoten richting Leuven.

De race
We draaien rechts de Wetstraat in en stormen zo op het Jubelpark af. Er vliegt opspattend water tegen mijn benen. Een natte marathonstart is iets dat ik nog niet eerder meemaakte. Het moment van de start pakken: het werd zowat mijn motto de laatste jaren. Ik denk aan Marike die dat daags voordien ook deed en heerlijk onbezonnen het avontuur van haar halve marathon in dook. Wat ik een klein beetje over het hoofd had gezien na mijn lyrische verslag van onze parcoursverkenning: we lopen helemaal niet door het Jubelpark, maar er onderdoor. Dat is nu eenmaal waarom ze tunnels aanleggen. En door tunnels lopen: dat is nooit een lachertje. Na anderhalve kilometer is de toon voor deze marathon meteen gezet. Met zicht op de triomfboog loop ik de tunnel in, het is er eentje die uit twee delen bestaat. Ik heb nooit beseft dat je er gewoon in kan kijken vanaf het Jubelpark.

Als ik naar mijn tweede kilometertijd kijk, valt het vies tegen als ik 4’42” zie staan. Dit wordt een marathon waarbij tussentijden eerder relatief dan indicatief zullen zijn. De komende kilometers kan ik maar beter niet te vaak op de klok kijken. Een echt lekker gevoel heb ik nog niet te pakken. Ik heb de hoogtemeters van het parcours wellicht toch wat geminimaliseerd. De marathon an sich daarentegen heb ik niet onderschat. We lopen de tunnel door onder Montgomery om dan de Tervurenlaan naar beneden te lopen. Ik probeer hier toch snelheid te pakken om dan misschien met wat uitstel echt een lekker gevoel vast te grijpen. Na 6 kilometer ben ik eraan voor de moeite. De klim in Woluwe wacht. Focus op een soepele tred en niet op de tijd! Ik kan me niet van de gedachte ontdoen dat ik meer aan het harken ben dan ik zou willen (achteraf zal blijken hoe relatief dat was). Ik word voorbijgelopen door de Van Roy tandem met aan het stuur Stijn (de witte) en broer Simon (de sikke). Samen zijn ze naarstig op zoek naar hun sub3. Dat ziet er goed uit!
Na 10 kilometer staat het voor mij onomstotelijk vast: ik verkeer niet in supervorm noch beschik ik over superbenen. Ik voel mijn rechterhamstrings en -bil al goed trekken. Het is op naar Tervuren met het besef dat het aartsmoeilijk zal zijn om hier vandaag 3u10 uit de benen te schudden, wat ik als richttempo had vooropgesteld. Het enthousiasme van het publiek biedt gelukkig soelaas aan de innerlijke worstelingen. Een supporter met Ozze John is van beton gaat helemaal door het lint als John, die een paar meter voor mij uit loopt, hem passeert. Wat een toewijding! Ik krijg er zowaar zelf een bescheiden adrenalinestootje van. Al kan dat ook te verklaren zijn door het feit dat we voor de verandering eens in dalende lijn lopen.

We zijn dus in Tervuren en ik word terug in de tijd gegooid naar juli 2019 toen de Tour de France hier passeerde. Er was toen misschien een ietsiepietsie meer volk op de been, maar het publiek is ook hier van het luide en aanmoedigende soort. Yes, kom op, ik kan dit wel degelijk! Vlak voor we afdraaien richting Park van Tervuren word ik ingehaald door Merijn: ultraloper, held en winnaar van de Sportverdienste van het Jaar. Het is mooi om te zien hoe soepel hij loopt. Alsof het niks is. Hij zal dan ook eindigen in een heel knappe tijd van 3u04 en dat voor een loopnummer dat eigenlijk buiten zijn comfortzone ligt. Heel straf! Terwijl ik het park induik, denk ik aan Hans. In “ons park” blijkt het asfalt een pak slechter te liggen dan ik dacht. Het zijn van die kleine, eigenlijk onbenullige dingen die je opvallen als je in je hoofd niet helemaal in de race zit. Ook hier stap ik even in mijn teletijdmachine naar het jaar 2016 toen ik hier voor het laatst liep in wedstrijdverband tijdens de marathon van Brussel.
Reikhalzend is het uitkijken naar de rijdende koffiebar van Ernesto, ons koffiemoment na een zondags loopje in Tervuren. Voor de gelegenheid is hij wat moeten opschuiven. Helaas staan de mensen niet rijen dik bij hem aan te schuiven. Wel staan ze luid op ons te roepen. Met een goeie 15 kilometer in de benen ben ik nog niet toe aan mijn post-race-koffie. Ook mijn boterhammetje zal nog even op zich laten wachten. We passeren namelijk bij bakkerij Vogelaers in Vossem, dé smaakmaker van de streek. Ik vloek vooral op de Smisstraat waar echt elke meter naar beneden dan wel naar boven gaat. Een soort bmx-parcours voor lopers lijkt het wel. Het prikt allemaal net iets harder dan gedacht (of gehoopt). Het frustreert met dat ik geen steady tempo kan vinden om de cruise control op te zetten. Ik ben trouwens niet helemaal gestopt met op de klok te kijken. Meestal loop ik nog vlot onder de 4’30” per kilometer, maar toch vind ik geen bevestiging dat ik goed bezig ben. Het mooie is dat het me wel langs alle kanten wordt toegeroepen, wat de burger toch moed geeft.
Ik laad me op voor de klim in Leefdaal, de beruchte Mezenstraat die ook wel eens de Muur van Leefdaal genoemd werd, wat zelfs ik met enige zin voor theatraliteit wat overdreven vind. Zoals dat gaat met dingen die je echt vreest: ze vallen doorgaans beter mee dan verwacht. Al helemaal omdat Katja en Dieter me enthousiast de berg opsturen. Vlotter dan gedacht loop ik dus naar boven. Het feest is helemaal compleet als ik eindelijk naar rechts kan afdraaien, de steenweg op en de vriendjes van DCLA onder leiding van Marianne me nog meer aanmoedigingen toeroepen. Ik draai weer naar rechts, in dalende lijn deze keer, verder richting Leefdaal. Het halfway point is een feit. Met 1u34 op de klok zou ik hier in theorie nog mogen hopen om te finishen in 3u10. De zwaarste helft qua hoogtemeters zit er immers op. Ik voel echter aan alles dat dit me krachten heeft gekost. Fysieke en mentale kracht die ik momenteel niet op reserve heb. Ook mijn buik is het niet helemaal eens met het (voor mijn doen) ambitieuze voedingsplan. Mijn 3 gels zitten me niet lekker.

De weg naar Leuven lijkt kronkeliger, heuvelachtiger en langer dan gedacht. Weer maar eens. Ik krijg nog een laatste gelletje weg op kilometer 25, maar ik zie aan mijn kilometertijden dat ik terrein aan het verliezen ben. Aan het publiek ligt dat in geen geval. Jongens toch, wat een sfeer en gezelligheid! Er zijn de luide en jeugdige aanmoedigingen in de bevoorradingen, met als tegenwicht de rustige, bemoedigende woorden. Mevrouw, gij zijt dat hier goed aan het doen! Ik zeg het nog een paar keer tegen mezelf. Ik ben dat hier goed aan het doen. Als ik een bord met Heverlee en vooral ook met Leuven zie, haal ik toch een beetje opgelucht adem. We zijn er nog niet bepaald echt, maar het voelt als een heel klein beetje thuiskomen. Al helemaal als we afslaan over de weg naar IMEC en vlakbij mijn vorige woonplaats in de Celestijnenlaan passeren. De puf is er nu wel echt uit bij mij. Ik word voorbij gelopen door Joni en Jan op weg naar hun 3u10. Goeie sfeer hè! roep ik meer om mezelf op te monteren. Ik klamp me vast aan de beloftevolle woorden van Joni: en het beste moet nog komen!
We lopen richting Heverlee city, een plek die ik heel goed ken en waar ik 10 jaar geleden mijn basis legde als duurloper. De zon doet heel soms eens van bonjour, maar het is wel een graad of 18. Ik ben dan ook best hard aan het zweten. En dorst dat ik heb! Aan elke bevoorrading probeer ik twee bekertjes water aan te nemen zodat ik toch telkens een minimum aan vocht binnenkrijg. Iedereen weet dat al lopend een bekertje aannemen en uitdrinken relatief weinig water oplevert. Ik begrijp waarom de trailvest ook in marathonmiddens z’n entree heeft gemaakt. De hele Memory Lane in Heverlee ontgaat me wat door het toenemende ongemak. In de voorbereiding was het allemaal net iets plezanter. Toen liepen we aan een tempo rond de 4’55”, nu is dat toch een 20-tal seconden sneller.
Richting Arenberg neemt de ambiance weer toe. Ontelbare keren liep ik daar omhoog lang het park. Nooit eerder deed dat onbeduidende bultje zoveel pijn. Nooit eerder deed ik het dan ook met 30 kilometer en ruim 200 hoogtemeters in de benen. Leuven wordt steeds luider. Op Den Dreef neemt het gejoel toe. Er is nu echt geen ontkomen meer aan: de finale op Leuvens grondgebied is ingezet. Ongetwijfeld wordt het er één met hoogtes en laagtes. Aan Parkpoort de ring op om te beginnen. Een stevig klimmetje op z’n Brussels waar ik nog maar eens concludeer dat ik niet bepaald fris in de race zit. Het plan van 3u10 zit nu definitief achter slot en grendel in de kast. Hoog tijd om de sfeer echt tot in elke (pijnlijke) spiervezel te absorberen. Te beginnen in de Parkstraat die bijna onherkenbaar is door de menigte die er zich verzameld heeft. Wel herkenbaar uit de duizend: Katja! Het valt op dat het Leuvense publiek doorgaans jong is en dat ik als vrouw toch een streepje voor heb bij de aanmoedigingen. Ik laat het me welgevallen.
Ik geniet van de duik naar beneden door de Naamsestraat richting Grote Markt. Héérlijk! Of ik echt kippenvel heb, weet ik niet, maar dat ik dit niet zal vergeten dat staat buiten kijf. We draaien rond de Sint-Pieterskerk langs Brasserie Notre Dame waar ik heel wat werkende uren heb doorgebracht. Op naar de Vaart! Ik voel ergens een klein vlammetje dat is gaan branden. Ik loop dan ook naar mijn zusje toe. Als een magneet word ik naar haar toegezogen, net zoals naar mijn geliefde Vaart. Weer maar eens een plek waar ik oh zo veel kilometertjes gelopen heb. Ik kan de Vaart al ruiken als ik Roos in de menigte zie staan. Ik herken haar meteen, uit de tienduizend als het moet. Het helpt ook dat ze een stapje in de goot heeft gezet zodat we maximaal dit moment kunnen pakken met z’n tweeën. Haar geschreeuw geeft me vleugels. I’ve got this! De adrenaline raast door mijn lichaam. Uit mijn Garmin-analyse nadien zal blijken dat mijn aanloop naar Roos effectief een rode opflakkering was en dat ik dus ook daadwerkelijk sneller ben gaan lopen dat moment.

36 kilometer staat er inmiddels op de teller. De passage langs de Vaart is een dubbele. Enerzijds is het lastig omdat we van de finish weglopen naar een keerpunt. We zullen lopers passeren die al een kilometer of 2 à 3 verder in hun race zitten. Anderzijds is dit hét punt bij uitstek om bekenden te spotten. Heel waarschijnlijk zal ik hier ook de toetie van Hans zien als ik gedraaid ben. De eerste bekende die ik kruis (en die dus voor mij loopt) is Stijn. Hij moet werken, maar ziet er nog sterk uit. Wat verderop zie ik dan de nog steeds intacte tandem van de Remy Boys. Joni wilde Jan met wat drama naar de finish loodsen: wel, het ziet ernaar uit dat dat hier aan het gebeuren is. Jan moet even stappen, maar pikt meteen weer in. Er is wind, maar ik weet eigenlijk niet meer of die eerst tegen dan wel mee zit. Vierkant draaien doet het sowieso. Met of zonder keerpunt. Hans is die andere persoon die ik uit een miljoen zou herkennen. Ook zonder flashy shirt zie ik meteen zijn blije gezicht. Wat ziet hij er goed uit! Die is ook bezig aan een sterk nummer. We geven elkaar een high five en dan is de finale nu voor echt ingezet.
De passage onder de brug aan de Vaart blijft nog lang nazinderen. Dit is ongezien! Hier kan zelfs Rotterdam niet tegenop, wat een sfeer! In de Vaartstraat kan ik dan echt beginnen dromen van die finish. Een blik op de klok leert me dat een 3u15 nog moet lukken. Het lijkt me de moeite waard om mijn benen daarvoor draaiende te houden. Je moet overigens geen Leuvenaar zijn om te weten dat ook Leuven allesbehalve vlak is. Gisteren stonden we zelf nog te supporteren bij de oplopende doorkomst in de Vital De Costerstraat. Het doet pijn, maar ach wat: de finish ligt nu echt binnen handbereik. Over de Bondgenotenlaan gaat het voorbij Absolute Run waar Geert en Stefanie enthousiast staan te zwaaien. Ook aan het station is de menigte behoorlijk uitzinnig. Een dj met een vette beat, soms heb je niet meer nodig om een soort van lach op je snoet te krijgen. We lopen nu een stuk van het Eindejaarscorrida-parcours. Wat op en af voor de verandering. Bij de passage langs de Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein hebben we nog anderhalve kilometer te gaan. Tijdens de verkenning slaagde ik er heel wat beter in om het moment hier te pakken.

De Blijde Inkomststraat is de laatste straat die me naar de lange lijn richting finish leidt. Lijden is het nog steeds ook een beetje. De allerlaatste bocht is een feit. Ik ben degelijk voorbereid en weet dat de voetgangersbrug aan de gevangenis niet de finish is. Met nog maar eens een blik op de klok besef ik dat ik hier verdorie nog iets van een sprint uit de benen zal moeten schudden wil ik onder de 3u16 blijven. Wonderwel lukt dat. Voor een bescheiden zegegebaar is geen tijd, laat staan energie. Ik wil gewoon over die lijn binnen zijn. Yes, dit was het dan: marathon nummer 20! Ik ben weer een avontuur rijker. De medaille is een heel mooie om aan de collectie toe te voegen. Ik zie meteen Joni en Jan. Ze hebben hun doel gehaald en zo hoeft Jan officieel geen marathon meer te lopen. Zoals verwacht laat Hans niet lang op zich wachten. Met 3:21:45 loopt hij een prachtig PR. Al is het ook wel schrikken om hem met runner’s nipples aan te treffen, wat hij zelf pas doorheeft als hij mijn gezicht ziet. We zijn verenigd. Het zit erop, we kunnen nu uitgebreid gaan napraten over een bewogen dag.

De conclusie
Het was mijn allereerste marathon in lijn, een verbindende lijn tussen twee steden die voor mij heel belangrijk zijn in mijn (lopende) leven. Niet alleen symbolisch, maar ook mentaal was het heel fijn om mezelf lopend (op de één of andere manier functioneel) te verplaatsen van punt A naar B. Omdat het ook een EK was, konden we nadien de volledige uitzending integraal herbekijken. Ideaal om alles te herbeleven. Het geeft nog net wat meer grandeur aan de marathon. Daarbovenop was het met een dikke 12.000 deelnemers de grootste marathon in België. De organisatie was dan ook van een hoog niveau. Op enkele kleine praktische dingetjes na liep alles gesmeerd. Ook de Leuvense politici lieten zich opmerken in het deelnemersveld. De stad vraagt, roept en schreeuwt in ieder geval om een eigen marathon. Het zal geen evidentie zijn om die – zelfs met het betere ellebogenwerk – een plekje te geven op de drukbezette marathonkalender. Een dikke vette stempel met “goedgekeurd” dus.
Nog enkele weetjes
- Hoe verging het Team Siktivity? Simon moest Stijn lossen na 12 kilometer, een blessure speelt hem al enkele weken parten. Hij finishte uiteindelijk in een heel verdienstelijke 3u13. Stijn liep 2u59. Hij slaagde erin om zijn tweede helft sneller te lopen dan de eerste. Pieter klokte af op 2u46. Sterk werk van de mannen in het blauw!
- Hoe verging het Sam en Pieter? Sam vergezelde Imana Truyers bij haar marathondebuut en deed dat in 2u46. Pieter rijfde met 2u53 ook een eerste dikke vette sub3 binnen.
- Die andere Stijn (op de fiets) liep 2 weken eerder 3u02 op de marathon in Gent. Pieter en Stijn zullen samen aan de start staan van de 36 kilometer van de Chouffe trail.
- Run with the champions! De Spaanse Fatima Ouhaddou werd Europees kampioen in 2u27, bij de mannen was de titel voor de Italiaan Iliass Aouani met een tijd van 2u09. Maar zijn we niet allemaal kampioenen?!
- Een pluim voor de bevoorradingen! Er waren er meer dan genoeg en de ambiance was er top. Ik spotte er behoorlijk wat oud-leerlingen. Een mooie kennismaking voor de jeugd met wat lopen kan betekenen voor een mens.
- Na de finish kregen we een half litertje water dat gerantsoeneerd bleek te zijn. Veel te karig wat mij betreft. Ander aandachtspuntje: de bagage afhaling had net wat gestroomlijnder kunnen verlopen.
- Over mijn snelle schoen, de Cielo X van Hoka, was ik niet onverdeeld positief. Ze lopen fantastisch als het snel genoeg gaat, maar op een nat wegdek bieden ze een minimum aan grip. Niet dat ik echt onderuit ging, maar soms voelde ik mezelf toch een beetje doorslippen. Hans had dezelfde ervaring met zijn Mach X 2.
- Ik liep in Leefdaal op een bepaald moment met twee andere Cielo-lopers voor mij uit. Toch wel een stil momentje van verbinding. Nike heeft nog steeds een onverzettelijk bastion als het om carbonschoenen gaat.
- Ik gebruikte niet eerder zo vaak de woorden klimmen, stijgen en bergop in een marathon-raceverslag. De ironie is dat we feitelijk meer meters bergaf liepen. Oeps. Het voelde anders, geloof me.
- Mijn nichtje Marilou was er wel degelijk bij. Het was meteen haar eerste ervaring met een hoofdtelefoon om de overprikkeling te beperken.
- Met de tepels van Hans is alles in orde, geen zorgen. Zelf had ik een schuurwonde aan mijn buik en hals. Ook nieuw voor mij. We droegen allebei iets van Brooks waarvan we nu dus kunnen concluderen dat het bij echt zweetweer te veel vocht vasthoudt.
- Ook voor Hans was de passage onder de brug langs de Vaart het kippenvelmoment bij uitstek. Hier hebben ongetwijfeld mensen gehoorschade opgelopen.













