Ik liep in de maand juni 352 kilometers bij elkaar. Een daggemiddelde van 11,73 kilometer tussen alle schoolhectiek door: stevig, al zeg ik het zelf. Voor mij is kilometers malen een noodzaak om in het trailgevoel te groeien. De ervaring van vorig jaar heb ik op zak, maar geeft me geen garanties om ook dit jaar die 69 kilometer tot een goed einde te brengen. Ik sta er gelukkig niet alleen voor. Team Trail is een bont allegaartje lopers dat wordt gesteund door hun familie en aanhang ter plaatse. Zaterdag en zondag worden er verschillende afstanden gelopen onder het toeziend oog van de La Chouffe kabouter. Ik loods jullie door de voorbeschouwing aan de hand van heel wat nieuwtjes.
Volgens mijn Garmin liep ik vorig jaar in Houffalize 67,05 kilometer met 2131 hoogtemeters. Dat ik 950 meter minder liep dan de officiële afstand kon mij gestolen worden. Zaterdag staan er ons 69 kilometers trail-plezier te wachten over een gewijzigd parcours. Dat kilometertje extra loop (of strompel) ik met plezier om zo mijn afstandsrecord wat scherper te stellen. Met temperaturen die richting de 30 graden gaan, wordt het hoe dan ook een zwoele editie.
Ik loop een trail en ik neem mee: mijn Salomon rugzak met binnen handbereik Clif bloks, gels met tropische smaken, een drinkbeker en 1 liter water in soft flasks. Op mijn rug draag ik een half litertje extra water, insecten- én ontsmettingsspray. Na mijn valpartijen vorig jaar liep ik een uur of 4 met een bloedende schouder, gehavende knieën en wonden in mijn gezicht. Een eerste ontsmettingsronde was toen welkom geweest. Mijn voeten zal ik hullen in de paarse Nike React Pegasus Trail 4 GTX die ik in de Vogezen al aan een uitgebreide test onderwierp.
Roos staat net zoals vorig jaar ook aan de start van de 69 kilometer. Haar voorjaar kenmerkte zich door een consistente trainingsarbeid. Met een ultra in de benen is zij ultra-voorbereid. De trail in Florenville was de eerste test voor haar nieuwe trailrugzak, samen met een nieuwe pet werd die helemaal goedgekeurd. De boterhammetjes voor onderweg zal ze dit jaar achterwege laten. Als beproefd taperingrecept koos Roos voor een vierdaagse Rock Werchter. Ze is met andere woorden helemaal klaar om deze trail te shinen!
Marike zal zondag de 17 kilometer voor haar rekening nemen en zo – eindelijk – haar langverwachte debuut op een loopevenement maken. Door overmacht miste ze namelijk al 3x de 10 Miles in Antwerpen. Een nieuw doel op korte termijn was nodig: waarom dan geen 10,6 mijl over onverhard en heuvelachtig terrein? Naar eigen zeggen is ze de snelheid kwijt waar ze in april voor getraind had. Ze kan wel rekenen op een paar nagelnieuwe trailschoenen van Nike en de steun van haar voltallige gezin. Als dat haar geen vleugels geeft?
De fans van Seppe zijn er in Houffalize aan voor de moeite. Ze kunnen hem zondag wel aan het werk zien als deelnemer aan de Ironman in het Zwitserse Thun. Ongetwijfeld goed voor weer een straffe prestatie op dat al heel straffe palmares, amper 7 weken nadat hij 15e werd op de Ironman in Lanzarote.
Mijn schoonbroertjes Niko en Peter zullen wel van de partij zijn. Peter (van Marike) fietst naar Houffalize, een rit die hij aan moet kunnen na zijn Granfondo avontuur in de Alpen. Twee weken geleden legde hij daar 186 kilometer af met 5530 hoogtemeters, waaronder een beklimming van de legendarische Alpe d’Huez. Niko (van Roos) kennen jullie dan weer als de voetballende vedette van de Remy Boys. Hij is zondag de gezel van Marike en krijgt met 17 km trailfun meteen een serieuze beproeving voorgeschoteld. Al helemaal als je weet dat Niko bij hoog en laag beweert dat hij echt niet graag loopt. Ik ben benieuwd hoe dat spanningsveld zal uitdraaien.
Last but not least, zal ik zelf in gezelschap van de jonge garde lopen. Allereerst heb ik Pieter aan mijn zij: redder, steun en toeverlaat die ik vorig jaar als bij toeval tegenkwam tijdens de La Chouffe trail. Samen zullen we proberen om die 69 kilometer klein te krijgen. Pieter heeft trouwens iets te vieren, want hij studeerde net af als kinesitherapeut. Toch wel een praktisch beroep als je je aan een sportieve uitdaging waagt. Maatje Sam liep vorig jaar de 28 kilometer in Houffalize en gaat zaterdag voor de 50 kilometer. Zijn marathons loopt hij in minder dan 3 uur en bij ons trailavontuur in de Vogezen waren we samen 3 uur en 45 minuten onderweg. Hij zal dus wat langer bezig zijn dan die atletische benen van hem gewend zijn. De eerste 20 kilometer kunnen we in ieder geval met z’n drieën afwerken. Goed gezelschap is van onschatbare waarde.
Bij deze zijn de zaadjes geplant voor een rijke oogst aan trailverhalen. Alvast bedankt om eens aan Team Trail te denken. Op naar Houffa!
Wie zomer zegt in de familie Odeyn, die zegt ook de La Chouffe trail in Houffalize. We bouwden inmiddels een rijke familiegeschiedenis uit met ons vaste stekje in de Ardennen: dochter-vader momentjes, heroïsche prestaties en supporters die op het scherpst van de snee onherbergzaam gebied moeten trotseren om hun lopers aan te vuren. In Houffa gebeurt het allemaal. Nochtans was het voor mij niet meteen liefde op het eerste gezicht met de La Chouffe trail. Of misschien kan ik beter zeggen dat de trailtak van het lopen altijd een grote aantrekkingskracht op mij heeft uitgeoefend, maar dat ik er ook eens zo hard op foeter. Tot vorig jaar, Roos en ik liepen toen de waanzin voorbij met 68 pittige trailkilometers. We leerden er Pieter en zijn familie kennen, een nieuwe ultratrail-traditie was geboren. Je mag dat gerust ook vermoeiend vinden.
Ik legde al eens uit waarom ik nooit een echte trailloper zal zijn. Eens marathonlopertje, altijd marathonlopertje. Toch bleek de positieve ervaring van vorig jaar een kantelpunt te zijn in mijn relatie met traillopen. Ik voel me zowaar een beetje meer opgewassen tegen het geweld van de bergen. Ironisch genoeg kwam ik door drie valpartijen niet ongehavend uit de strijd, maar kreeg ik toch meer vertrouwen in mijn kunnen op een geaccidenteerd parcours, over mijn vaardigheid om over een rotsblok te klimmen en door een rivier te waden. Ik kan makkelijker in het moment van de trail genieten zonder de berg te verwensen. Ik ben niet meer panisch voor stekende insecten. Ik leerde de onvoorspelbaarheid van een dagtocht te omarmen. Wie daar zeker ook een bijdrage aan geleverd heeft, is Katja. We leerden elkaar kennen in september tijdens de wijnloop in Houwaart. Zoals haar positieve ingesteldheid en enthousiasme aanstekelijk werken, zo ook het plezier dat zij ervaart als ze bergop loopt. Een snelle marathon zit zonder twijfel in haar benen, maar haar adem dat zijn hoogtemeters en de natuur.
De eerste jaarhelft van 2023 bracht mij al twee prachtige trailervaringen. Flashback naar de maand April met de A van Ambitie. De aanloop naar mijn Rotterdam marathon liet zich kenmerken door een gebrek aan vertrouwen, maar op 16 april gebeurde het: ik knalde naar mijn eerste sub-3. Een weekje later liep ik de 10 Miles. Goed voor een nieuwe recordtijd op de kilometer en een blij weerzien met Antwerpen. Nog een week later was ik met Sam in de Vogezen waar we ons waagden aan de Trail du Grand Ballon: 32 kilometer en 1320 hoogtemeters. De gelijkenissen tussen de Vogezen (grote broer) en de Ardennen (kleine broer) zijn treffend, maar de Vogezen zijn net wat imposanter. Je kan er nergens naast de bergen kijken. Je komt ogen te kort om de adembenemende omgeving te vatten. De afstand van 32 km bleek de juiste keuze te zijn: uitdagend genoeg om er voor naar Frankrijk te trekken en de uitzichtloosheid, die voor mij eigen is aan traillopen, te ervaren. Doenbaar om ook als marathonloper mét een marathon in de benen en zonder trailstokken aan te kunnen.
In mei dreef ik mijn loopkilometers weer op, maar mijn lijf had een iets rustigere maand voor ogen. Ik werd geplaagd door rugpijn en stijve hamstrings. Lopen hielp om de boel los te krijgen, al waren het ook die inspanningen die ik telkens weer voelde. Kortom een vies vicieus cirkeltje. Conditioneel en tempogewijs had ik niets te klagen. Ook de 20 kilometer van Brussel bewees dat er nog wel degelijk peper in mijn benen zat. Mijn spieren zeiden iets anders. Bij het begin van elk loopje voelde ik me een stijve hark die amper paslengte kon maken. Ik heb op een bepaald moment echt gedacht dat mijn leeftijd me parten begon te spelen. Gelukkig was daar weer mijn geweldige kinesitherapeut Kathelijn die zich vooralsnog geen zorgen maakte. Met wat extra oefeningen en behandelingen zou ook dit wel weer loslopen. En Kathelijn die heeft uiteindelijk altijd gelijk.
De doorstart van mijn voorjaar maakte ik deze maand. Ouderwets kilometers malen en overal duurloopmogelijkheden zien, dat doet mij altijd goed. Dankzij Joni, trotse ambassadeur van Florenville, liepen Roos en ik ook de Trail d’Orval. We kozen voor de afstand van 28 kilometer en 700 hoogtemeters in de hoop vertrouwen te tanken voor ons La Chouffe avontuur van 69 kilometer drie weken later. En of het een succes was! De omgeving was prachtig, maar vooral: ondanks de hoogtemeters was het parcours goed beloopbaar. Ik zou het zelfs een tempotrail durven noemen. Op voorhand had ik mezelf weinig kans gegeven om binnen de 3 uur te finishen. Uiteindelijk bleek dat ik “slechts” 2 uur en 44 minuten nodig had om de finish te bereiken, wat me ook de eerste plek opleverde. Roos kwam eveneens blakend van het zelfvertrouwen als 5e over de meet. Op basis van die positieve ervaring trok ik een aantal conclusies: 1) ik kan best goed een berg op lopen 2) een technische afdaling is minder mijn ding 3) obstakels zijn voor mijn korte benen groter dan voor mensen met lange benen 4) ik struikel al eens 5) als ik kan lopen, ligt mijn basissnelheid hoog.
De afgelopen weken stapelden de duurlopen zich op. Ik kijk dus reikhalzend uit naar de La Chouffe trail op 8 juli. Het gezelschap zal trouwens eens zo schoon zijn. Roos (skeeler-ster en ultra-fenomeen) en Pieter (compagnon de route sinds 2022) tekenen weer present voor de 69 km. Sam (maatje 4ever) waagt zich met de 50 km aan zijn eerste ultra-ervaring. Niko (awesome schoonbroertje) en Marike (the one and only) zullen er debuteren op de 17 km. Om nog maar te zwijgen over het supportersgeweld. Stof genoeg om later deze week nog wat meer voor te beschouwen!
Hoewel ik eigenlijk niet van grote mensenmassa’s hou, kan ik toch intens genieten van het tumult bij een grootschalig sportevent. De massa boezemt mij angst in, maar laat ook de euforie en het loopgeluk door mijn lijf razen. Bij mijn eerste 20 kilometer van Brussel was ik bang dat er paniek zou uitbreken in een tunnel en dat mensen vertrappeld zouden worden. Elke keer als ik tijdens een evenement een tunnel in loop, schiet dat schrikbeeld een seconde door mijn hoofd. Mensen kunnen namelijk rare dingen doen als ze zich in een massa bevinden of voortbewegen. Die grilligheid van de mensenmassa ondervond ik weer eens toen ik op 28 mei voor de 8e keer de 20 van Brussel liep. Met 1u22 liep ik mijn tweede snelste editie (en heb ik dus absoluut geen jankrecht), wat nadien overheerste was toch de frustratie. Ik werd de eerste 5 kilometer zo vaak gehinderd dat ik, die een patent heb op de kanonskogelstart, mijn start helemaal miste.
Een chaotische startfase is deels te wijten aan de organisatie: die moet er immers voor zorgen dat het een fijn en veilig evenement is voor iedereen op elke plaats van het parcours. Net zo goed ligt er ook een verantwoordelijkheid bij elk van de 40.000 deelnemers. Roekeloos loopgedrag, die term schoot door mijn hoofd toen ik het Ter Kamerenbos in liep. Tussen het zuchten en hijgen door begon ik na te denken over loopetiquette. Lopen in Brussel op verkeersvrije wegen leek net zo chaotisch te zijn als het autoverkeer er doorgaans is. Tirer votre plan! Doe maar je ding en zolang we geen brokken maken, is alles pais en vree. Dat werkt dus niet voor mij. Er zijn behoorlijk wat overeenkomsten tussen een loper die zich in de menigte begeeft en hoe een autobestuurder zich in het verkeer dient te gedragen. Ik pleit voor hoffelijkheid in het verkeer. Ook als loper zonder spiegels en richtingaanwijzers, maar met een arsenaal aan andere communicatiemiddelen. Enkele lesjes in loopetiquette dus, zowel tijdens het grote sportevent als voor je dagelijkse training rond de kerktoren.
Respecteer het startvak dat bij jouw tempo hoort. Als jij volgens jouw tijd wordt ingedeeld in startvak 3, dan moet je geen halsbrekende toeren uithalen om koste wat kost in startvak 1 te staan. Wie op de snelweg liever 90 km/u rijdt, blijft ook netjes op de rechterrijstrook. Het is een kwestie van logica dat de snelste lopers vooraan staan. Iedereen is namelijk gebaat bij een vlotte doorstroming. Niemand houdt ervan te moeten zigzaggen tussen de lopers door, niemand houdt ervan om continu voorbij geracet te worden.
Ellebogenwerk hoort niet bij lopen. We halen dan wel geen snelheid vergelijkbaar met een sprinter in de koers, ook een val aan 14 km/u blijft niet zonder gevolgen. Duwen en dringen zijn echt uit den boze. Net zoals de deur dichtdoen als je een bocht aansnijdt. Ook plots remmen of stilstaan (in de bevoorrading bijvoorbeeld) zonder te kijken of er iemand achter je zit, kan erg hinderlijk zijn voor de medelopers. Wie invoegt, geeft voorrang aan de lopers in beweging. Respecteer de natuurlijke looplijnen en anticipeer hierop als je een manoeuvre maakt.
Bumperkleven kan alleen met wederzijdse toestemming. Zowel al fietsend als lopend heb ik een hekel aan ongewenste en onbekende zogklevers. Bij bekenden is dat natuurlijk een heel ander verhaal. Sikke en de stoomtrein van Amsterdam bijvoorbeeld, maar ook hoe Roos tijdens de marathon van Brugge met haar kin op mijn schouder liep: er ontstaat een prachtig verbond als je je laat leiden of iemand vooruit kan trekken. Soms ontstaan zulke coöperaties ook spontaan tijdens een loopwedstrijd. De betrokken partijen moeten dan wel expliciet instemmen: hetzij in beknopte verwoordingen, hetzij met niet mis te verstane lichaamstaal.
Hou je vochtafscheiding privé. De natuur is geen openbaar toilet. Wildplassen kan alleen als het écht niet anders kan. Doe het dan met een minimum aan blootstelling. Hou privé wat privé is door beschutting te zoeken. Spuwen of snuiten kan alleen als je volgens het spiegel-spiegel-schouder -principe rond je kijkt en er zich in een straal van 3 meter niemand in de schietbaan bevindt.
Wees altijd vriendelijk voor je medeloper. Knikken, altijd beleefd knikken! Iedereen die je pad kruist verdient minstens een blik van begroeting, of dat nu bekend dan wel onbekend volk is. Ook een bekende of onbekende supporter die je een persoonlijke aanmoediging geeft, verdient minstens jouw blik en opgetrokken mondhoeken (afhankelijk van de wedstrijdfase waar je je in bevindt). Een loper die met pech langs de kant staat, roep je even toe of alles oké is. Het spreekt voor zich dat iemand die in nood verkeert altijd op je hulp kan rekenen.
De weg is voor en van iedereen. Oh ja, ik kan mij zeker ergeren aan andere weggebruikers. Of ik nu in de auto, op de fiets of in de loopschoenen zit. Wandelaars die met z’n tweeën een weg van 3 meter breed inpalmen en je bel niet horen. Loslopende honden die jou eerder in de mot hebben dan hun baasje. Fietsers die mij onverantwoord dicht en hard voorbij sjezen. Ik heb me al lopend ongetwijfeld ook al schuldig gemaakt aan overdreven snelheid op het voetpad waardoor een ander zich een bult schrok. Uiteindelijk hebben we allemaal evenveel recht om van het bos te genieten of om de weg te gebruiken. Met een hoffelijke houding zou ook de wereld van de actieve of sportieve beweger er heel wat beter uitzien. Amen.
Anna Mae Bullock is niet meer, de powervrouw die sinds de jaren 60 door het leven ging als Tina Turner. Grote mensen vragen om grote woorden. De wereld verliest een icoon: Tina Turner was om veel redenen een rolmodel. Ze laat een schatkist aan klassiekers na. Ik mag nu dan wel naar What’s Love Got to Do with It luisteren, je gaat me niet horen beweren dat ik een kenner ben van de Queen of Rock ’n Roll. De afgelopen dagen luisterde ik ter compensatie urenlang naar de muziek die ze ons schonk. Wat een stem! Tina had geen man nodig om muzikaal of ander succes te boeken. Toch hadden heel wat mannen het geluk om eens met haar achter de microfoon te mogen staan.
Mijn geboortejaar 1985 was een grand cru jaar voor La Turner. Ze bracht het album Private Dancer uit, haar debuut en doorbraak als solo artiest. Er volgde een wereldtournee met optredens in België en Nederland. De song Private Dancer is trouwens geschreven door Mark Knopfler, frontman van Dire Straits met wiens muziek ik wat vertrouwder ben. In 1985 acteerde Tina aan de zijde van Mel Gibson. We Don’t Need Another Hero werd de titelsong van die film. Eveneens in 1985 volgde een duet met Bryan Adams, It’s Only Love (and that’s all). Bryan Adams, mijn jeugdidool! Een paar jaar later mocht ook David Bowie zich toevoegen aan het rijtje gelukzakken. Het prachtige Tonight was het resultaat van die samenwerking.
Aan het begin van de jaren 90 deed Tina het aanvankelijk wat rustiger aan. Er verscheen een verzamelalbum en een film over haar levenswandel. In 1995 zong ze zich weer helemaal op de kaart met Goldeneye, de titelsong van de gelijknamige James Bond film. Je hoeft geen grote Bond-fan te zijn (zoals ik wel ben) om te kunnen genieten van de grandeur van filmmuziek. You’ll never know how it feels to be the one who’s left behind. Later volgde een duet dat eveneens tot de verbeelding spreekt. Eros Ramazotti (de man die ons het betoverende Gente Di Mare schonk) bracht met Tina Cose Della Vita uit. Te vertalen als “dingen des levens”, of hoe Italiaans en Engels harmonisch kunnen blenden.
Tina staat sowieso op de soundtrack van mijn leven. Er zijn verhalen die alleen maar epischer worden, zo ook de eerste keer dat Roos en ik in het Jubelpark aan de start stonden van de 20 kilometer van Brussel. We schrijven het jaar 2014, een warme dag ergens eind mei. Zo fier als een gieter staan we daar te blinken in onze fonkelnieuwe loopkleding. Simply The Best van Tina schalt door de boxen als openingslied van ons startvak, een moment dat ons voor altijd zal bijblijven. Wisten wij veel dat ze muziek draaien bij de start van een loopwedstrijd! Als ik Simply The Best hoor, voel ik altijd weer de euforie na die eerste 20 kilometer. Dankzij Tina kreeg dat gevoel tekst en muziek.
Morgen sta ik voor de 8e keer aan de start van de 20 kilometer van Brussel. De vlag hangt uit, de zon zal schijnen. Thank you so much, Tina.
De cijfers: met een nieuw PR van 2:58:15 was mijn 16e marathon een absolute knaller De voorbereiding: een lange zoektocht naar het goede gevoel dat zich slechts sporadisch liet opmerken De race: 37 intens positieve kilometers die steeds meer vertrouwen gaven om dan toch die gevreesde tijdsdruk te voelen, door op safe te lopen kon ik de sub3 binnenrijven De herinnering: een weekend onder vrienden en familie die het beste in mij naar boven haalden, hoe 3 uur zowel kan aanvoelen als 3 minuten dan wel 3 dagen, kortom een sub3 om never ever te vergeten!
Wat vooraf ging Ik wist al ongeveer een jaar van tevoren dat ik in april 2023 voor de derde keer de marathon van Rotterdam zou lopen. Als marathonloper is het niet heel origineel om te zeggen dat je “iets” met Rotterdam hebt. In oktober 2021 kon ik er bij de post-corona editie een nieuw tijdskader uitzetten door 3:07 op de tabellen te lopen: een bevestiging van mijn sportieve renaissance. Op een dag, ooit, later als ik groot ben, zou ik wel eens wat minuten van die 3:07 kunnen afpingelen. Ik had toen oprecht nooit durven vermoeden dat een sub3 tot de mogelijkheden zou behoren. Samen met Sam en Roos kwamen er nieuwe marathonplannen. Na de Amsterdam Marathon in het najaar wist ik het zeker: ik zou in het voorjaar durven uitspreken dat ik zou durven strijden voor die sub3. Het nieuwe jaar (dat geheel toepasselijk eindigt op een 3) trok zich echter weinig overtuigend op gang. Er was constant tegenwind, zowel letterlijk als figuurlijk. Puur objectief gezien wist ik dat ik er alles aan had gedaan om goed voorbereid mijn sub3 poging aan te gaan. Gevoelsmatig daarentegen gaf ik mezelf weinig kans om dat doel te halen. Ik voelde het niet. Helaas bleek dat fit aan de start van de marathon staan niet alleen voor lopers een uitdaging is. Simon – Sikke – Van Roy moest als starter forfait geven door blessureleed. Mijn zus Marike zag haar supportersweekend door het trommelvlies geboord worden en bleef noodgedwongen thuis met een fikse oorontsteking. Gelukkig kent Team Sis geen grenzen.
Vlak voor de start
Om 5u30 opstaan om een marathon te lopen voelt als uitslapen. Ik ontwaak op een luxueuze luchtmatras in de herberg van Machteld. Ook Sam is van de partij. Marathonontbijten dat wil zeggen: witte boterhammen wegstouwen, een banaan mag niet ontbreken, net zoals een koffietje en wat peperkoek om het brandstofvat af te sluiten. Buiten is het grijs, miezerig zelfs. Met een graad of 10 mogen we echter niet klagen, zeker omdat er geen regen voorspeld is. Als we aankomen bij de startzone valt het me meteen op dat het een pak drukker is dan bij mijn vorige deelname in Rotterdam. Er staan maar liefst 17.000 enthousiastelingen aan de start van de marathon. We ontmoeten ons live supportersteam Roos en mama bij de Leuvehaven (dat wij liefkozend Het Haventje noemen). Pietenerveus ben ik inmiddels. Ik geef mezelf 30% kans om de sub3 binnen te halen. Samen met Sam in het startvak staan (nu al voor de 3e keer op rij) is altijd een moment om dankbaar te zijn dat we die marathonmanie met elkaar kunnen delen. Sam durft trouwens net zo goed ambitieus te zijn. Hij gaat resoluut voor een sub 2:50.
“Mama, ga eens in dat bootje zitten”
Op elkaar gepakt wachten in zo’n startvak went dus echt niet. Oog in oog staan met het marathonbeest lijkt telkens weer een mission impossible. Het is dan dat ik ten volle besef dat een marathon maar liefst 42,2 kilometer lang is. Eindeloos lang dus. Prestaties uit het verleden zijn geen garanties voor de toekomst. Misschien is dit wel de marathon van de deceptie, de marathon waarin ik vooral mezelf heel erg zal ontgoochelen. Sub3 hoe realistisch is dat eigenlijk? Constant lopen met hangen en wurgen, met een tikkende klok die in je nek hijgt, misschien een vreselijke sprint op de Coolsingel om nét wel of niet onder die 3 uur te duiken. Brrr… waar begin ik aan? Ik doe kortom nog een potje doemdenken vooraleer ik de benen aan het woord laat. Lee Towers zet traditiegetrouw You Never Walk Alone in. Het gaat nu echt beginnen.
De race Om 10u worden we met geknal en rook de imposante Erasmusbrug op gejaagd. Sam roept me toe dat ik moet durven vertrouwen op mezelf. Een cliché misschien, maar omdat hij het oprecht meent, weet ik dat hij gelijk heeft. Ik moet in mezelf durven vertrouwen. Ik heb zelfs een raceplan. In Amsterdam liep ik zowel mijn 1e als 2e marathonhelft in 1u30. Als ik nu mijn eerste helft aan 1u28 loop, kan ik de tweede helft bevestigen wat ik al eens deed. Bovendien heb ik dan nog marge. Ik wil met een vrij hoofd lopen zonder te rekenen op een versnelling op het einde. Ik wil ook niet continu hetzelfde tempo moeten lopen met slechts enkele seconden op reserve. In de aanloop naar zijn Rotterdam Marathon zei Bashir Abdi dat nederig starten de boodschap was. Daags voordien werd die quote mij nogal ingewreven. Starten doe ik meestal kanonskogel-gewijs. Hard en snel, of zoals Seppe zegt: het moment van de start pakken. Het is de aard van het beestje. Ook nu, mijn eerste kilometer loop ik in 3’58”. Oeps. Het voelt echter alsof ik nog maar 10% van mijn krachten benut. Mijn blitzstart is een vertrouwensboost van jewelste: net wat ik nodig heb! Vandaag zal ik ambitie tonen. Hoe dan ook zal dat een boeiend verhaal opleveren: het wordt De magie van sub 3, dan wel plus 3.
Size doesn’t matter, een maatje 40 versus 48
Ik had me ook ingeprent om te denken aan alle tips die ik van mijn kinesitherapeut Kathelijn kreeg. Zij is de vrouw met de gouden handen die tot de wereldtop in haar vak behoort en aan de benen van de koplopers in deze race mag zitten. Ik heb het geluk om inmiddels al een jaar of 7 bij haar op tafel te mogen liggen. De afgelopen maanden gaf ze me technische loopscholing op de piste. Niet gemakkelijk, maar ik merkte wel dat er iets veranderde in mijn passen en dat hogere tempo’s daardoor comfortabeler gingen aanvoelen. Kathelijns geloof in mijn kunnen betekent veel voor mij, die sub3 zou wel eens gaan gebeuren. Ik werd gecomplimenteerd met de vooruitgang die ik had geboekt: mijn pivot was er echt op vooruitgegaan. Ik kon een tempo van 4’10” aan, daar was ze van overtuigd.
De eerste kilometers bevind ik me in een looppeloton. Samen vormen we een grote loopmachine met ontelbare voeten die over de grond roffelen. Als één blok, militair en machinaal. Ik vertrouw op mijn eigen tempo en zal daarbij handig gebruik maken van de massa. Zo min mogelijk energie verspillen door beschutting te zoeken waar het kan. Me niet laten opjagen of meeslepen. Wat is dit een fantastisch gevoel! Ik heb amper een kwartier gelopen en mijn geluk kan niet op. Al het vertrouwen dat ik de afgelopen maanden zo hard moest missen, lijkt opgespaard te zijn voor dit ene moment. Dat ik vandaag de sub3 zal binnenhalen lijkt geen droom meer, maar een realiteit. Hoe arrogant dat ook mag klinken. Ik voel me ijzersterk en hypergefocust. Marathonmodus: aan. Enkele rekensommetjes later weet ik wat mijn tussentijden op 5, 10, 15 kilometer en het halfway-point moeten zijn om mijn eerste helft af te werken met een gemiddeld tempo van 4’10”. Naast die cijfers denk ik vooral weer aan Kathelijn: loop met ease, het moet gemakkelijk aanvoelen. Dat doet het ook! Op deze grijze zondag kan ik me geen leukere bezigheid bedenken dan een marathon te lopen.
Rond kilometer 10 lopen we langs het water, een weg die ik voor het gemak de Vaart van Rotterdam-Zuid noem. Zonnestralen zullen we vandaag niet te zien krijgen, maar het zelfvertrouwen straalt nog steeds van me af. Ik ben omringd door heel wat ambitieuze lopers. In het startvak voor mij zijn namelijk alle vrouwen gestart die deelnemen aan het Nederlands Kampioenschap. Ik kan daar alleen maar profijt van hebben. Het betekent immers dat er heel wat snelle vrouwen voor mij zijn uitgestrooid waar ik zo nu en dan mijn karretje bij kan aanhangen. Ik beschouw het als een heel flexibel pacer-systeem. Hun vastberadenheid werkt aanstekelijk. Bij het minste zuchtje wind dat ik voel (of denk te voelen) zoek ik dekking. Tegen de wind in beuken deed ik de afgelopen maanden al meer dan genoeg. Als een orkest langs de kant Leef! van André Hazes speelt, vraag ik me af of ik een marathon zou lopen als ik zou weten dat mijn laatste dag was aangebroken. Ik ben er nog steeds niet uit.
Over loopplezier gesproken!
Daar loop ik dan op cruise control met mijn Vaporfly’s. Bestemming: Coolsingel. Mijn rug voelt wat stijf aan, net als mijn hamstrings, maar dat is op zich niks nieuws (en nee, het ligt ook niet aan mijn leeftijd). Het valt me op dat ik minder registreer van wat er langs de kant van de weg te zien is. Soms voelt mijn looptocht aan als één grote trip down Memory Lane. Een terugblik op het archief van mijn leven. Och ja, hier redde papa in 2016 een peuter die in het midden van het parcours stond. En jawel, we naderen nu de ambiance van Slinge, waar Roos anderhalf jaar geleden wat meters meeliep. Kilometer 13 is een feit en ik begin aan de lange U-turn na een eerste aanmoediging van mama en Roos. Die hebben er duidelijk ook zin in! Kilometer 15 zegt me dat ik nog steeds perfect op schema lig. De benen zeggen nog steeds dat ze er zin in hebben. Bij elke passage over de tijdsmat denk ik ook aan de volgertjes die via de app mijn tussentijden te zien krijgen. Ik hoop dat ze niet al te veel zullen panikeren als mijn tempo, geheel volgens plan, wat terugvalt. Mama en Roos kunnen me nog eens aanvuren. Op het halfway point is het goede gevoel onveranderlijk. Ik klok daar af net onder de 1:28.
Vlak na de eerste wedstrijdhelft breekt het meest cruciale deel van de race aan. Volgens het gezegde begint de marathon pas op kilometer 35. Ik ben het daar zeker mee eens: de verzuring is dan onvermijdelijk, het lichaam sputtert hoe dan ook tegen. Uit ervaring weet ik echter dat ik mentaal overeind moet blijven tot kilometer 30. Als ik die met een frisse, strijdvaardige kop kan aanvatten, dan komt het goed. Bij mijn 3 marathons in Parijs en ook bij mijn vorige deelnames in Rotterdam kreeg ik tussen kilometer 25 en 30 steevast een rekeningetje gepresenteerd. Lopen mag dan nog geen knokken zijn om het onderste uit de kan te kunnen halen in de echte finale. Er moet nog loophonger in de tank zitten als ik aan kilometer 30 begin. Ik concentreer me dus nog meer op de ontspanning in mijn tred. Het moet easy aanvoelen. Als ik naar de 25 kilometer toe loop, voel ik voor het eerst de wind pal op mijn gezicht. Van het peloton schiet niets meer over. Ik verlies wat terrein. Hier mag ik zeker niet gaan doorduwen. Tak-tak-tak. Focus op de eigen pace. Ik mag de sub3 hier niet verliezen. Hier kan ik niet ongestraft met mijn krachten woekeren. Ik heb marge. Ik loop perfect op schema. Ik heb al 4 gels kunnen wegwerken en die zijn niet slecht onthaald door maag of darmen. Dit komt goed. Dit moet goed komen.
Actiefoto van het jaar met model Sam en fotograaf Roos.
Na 27 kilometer loop ik weer over de Erasmusbrug. Wauw! De mensenmassa schreeuwt me toe. Wat een sfeer. Ik heb amper door dat de weinige hoogtemeters van het parcours hier gemaakt worden. Bij mijn laatste stukje over de brug kan ik niet anders dan lachen. Wat ben ik toch een enorme gelukzak dat ik deel kan uitmaken van dit evenement. Vandaag is Rotterdam ook een heel klein beetje van mij. Dit is een moment om nooit te vergeten. Ik loop langs de startvakken, terug de stad in. Het is niet te vatten hoeveel supporters er langs de kant van de weg staan. Ze zijn ook ongezien luid, aangezien ik richting de 30 kilometer ga en langs de andere kant van de weg de koplopers van de race hun opwachting zullen maken om richting finish te gaan. Oké, genoeg chaos, nu moet ik me terug focussen op mijn benen. Ik heb een plan en dat lijkt helemaal te gaan uitpakken zoals ik het niet eens had durven dromen.
Kilometer 30 dient zich aan: de passage langs de Boezemstraat, waar het après-ski gevoel overheerst, een volksfeest in de stijl van Bocht 7 op Alpe d’Huez. Bijna 2 kilometer lang kruisen we hier de lopers die rond kilometer 40 zitten. Zij kunnen echt beginnen aftellen naar de Coolsingel. Omdat ik zelf ook behoorlijk vooraan loop, zie ik slechts af en toe een buitenaards snelle loper voorbij flitsen. Ze zijn zo dun bezaaid dat ik me niet geïntimideerd voel. Wie hier al langer leest, weet dat ik zowel de Kralingse Plas als het Bois de Boulogne ernstig vervloekt heb. Het zijn plekken waar ik al meermaals gestorven ben. Om die reden liep ik er in het verleden met een ei in mijn broek naartoe. Vandaag is alles anders. Geloof het of niet, maar ik heb gewoon zin om de lus langs de Kralings Plas te maken. Joepie! Lekker vlakke rechte stukken, tempo vinden en maken, consolideren. Hier kan ik de sub3 echt naar me toe trekken.
Ik denk weer aan de raad van Kathelijn en neem nog een laatste gel op kilometer 30. Ze vertelde me ook over adaptieve intelligentie. Toppers onderscheiden zich door op moeilijke momenten het hoofd boven water te houden, door snel te kunnen schakelen en hun mindset aan te passen al naargelang de omstandigheden. Ik ben geen topper, maar ik moet nu eventjes denken dat ik het wel ben. Ik moet en zal het hoofd boven water houden. Mijn benen zullen blijven draaien. Mijn loopmachine mag niet stokken. Mijn sub3 marathon zal vandaag gelopen worden. Vandaag voel ik me sterk. De benenwagen draait nog steeds vlotjes. Er zit amper verval op mijn kilometertijden. De trein is onder stoom. Het geeft weer zo’n enorme boost dat dit in mijn lijf zit en dat het er nu ook uitkomt. Voor ik het goed en wel besef bereik ik kilometer 35, waar de marathon dus echt begint.
Tijdens deze marathon loop ik voor elk van mijn levensjaren een kilometer die semi-moeiteloos aanvoelt. Althans, dat kon ik mezelf toch wijsmaken. Ik hoop dat het niet exemplarisch is voor mijn leven, maar nadat ik het bord van de 37 zie, ervaar ik in alle hevigheid dat ik een marathon aan het lopen ben. Voor elk van die kilometers krijg ik een gram melkzuur in elke spiervezel. Au zeg! Ik moet moeite doen om mijn ademhaling onder controle te houden. Enerzijds lijkt het alsof er heel veel gebeurt op en rond het parcours, anderzijds gebeurt er helemaal niks. Ik ben dan ook dolblij als ik Roos en mama zie op kilometer 37,5. Ook Roos is duidelijk in de ban van de adrenaline als ze een stukje met mij mee loopt. Ik weet niet meer wat ze juist zegt, maar het raakt me om haar zo intens te zien meeleven. Ik voel haar enthousiasme, ik zie dat ze mijn pijn en afzien ook voelt, dat ze weet dat ik het kan binnenhalen en dat dit toch nog 5 angstige kilometers zullen zijn. Ik wil haar geruststellen dat het zal lukken, maar er komt weinig over mijn lippen. De enige weg is die vooruit. Go go go!
Echt genieten zit er niet in tijdens mijn laatste kilometers. Ik weet dat ik het zal halen, maar er mag nu ook niets mislopen. Een minuut of twee marge is veel en weinig tegelijk. Ik voel dat ik wat tempo verlies, ik weet ook dat het nog steeds hard genoeg gaat. De beats van de Boezemstraat stuwen mij vooruit. Blaak is in zicht. Gaaaaaan! Niet twijfelen! Ik had me voorgesteld dat ik de laatste twee kilometers ofwel zou genieten dat het geen naam had ofwel de sprint van mijn leven zou lopen. Geen van beide scenario’s wordt werkelijkheid. Een fractie van een seconde lijkt het alsof mijn linkerbeen aan het asfalt blijft kleven als ik een kramp in mijn kuit voel. Nee! Niet nu! Ik durf niet voluit te gaan. Ik wil genieten, maar ik heb zoveel schrik dat het mij hier nog zal ontglippen dat ik me vooral concentreer op de weg voor mij. Kan ik nu alsjeblieft die bocht maken richting Coolsingel? Laat mij die finishboog zien! Er volgt een bocht en nog eentje. En jawel, ik zie zowaar de finish opdoemen in de verte. Het gaat gebeuren. Het gaat écht gebeuren. Vandaag word ik een sub3 loper. Ik ben daarin trouwens absoluut niet de enige. Het is druk als ik over de finishlijn loop, maar dat maakt niet uit. Bam! Ik ben over de mat. 2:58:15 is een dikke vette sub3 op mijn palmares. Het feestje is helemaal compleet als ik Sam zie die me staat op te wachten. Ook hij beleefde een memorabele dag door af te klokken in een heel straffe 2:47:50, een verbetering van zijn PR met maar liefst 8 minuten. Wat een topper!
Vlak achter de finishlijn zie ik in mijn ooghoek een man die met enige zin voor dramatiek voorovergebogen staat. Er staat een camera op hem gericht en hij krijgt een microfoon onder zijn neus geduwd. Het is Arjen Robben, ex-topvoetballer en Nederlands trots. Hij is meer dan tevreden met zijn sub3, lees ik nadien in de media: Het moest, zo zegt hij. Ik hoop dat hij ermee kan leven dat ik 18 seconden sneller ben. Uit zijn split times blijkt dat hij quasi dezelfde tussentijden heeft laten registreren. We hadden dus eigenlijk samen kunnen lopen. Vlak voor Sam en ik een medaille rond elkaars nek hangen, word ik nog aangesproken door de Ierse Neasa in wiens gezelschap ik heel wat kilometers heb doorgebracht. Ze finishte vlak achter mij en verbeterde haar PR met 15 seconden. It’s my first sub3, zeg ik, om maar duidelijk te maken hoe uniek dit voor mij is. Haar antwoord: Many more to come!
Als we na de finishzone mama en Roos terugzien overheerst eerst de euforie. Mannekes toch, wat hebben jullie vandaag gedaan?! De powervrouw die 3 uur lang door de marathon denderde is verdwenen. Ik ben van de kaart. De kou overvalt me, ik sta te bibberen op mijn benen. Ik kan me amper nog vooruit bewegen, met de twee betonnen blokken die mijn benen zijn. Ik lach en jank tegelijkertijd. Ik weet het allemaal niet meer. Een marathon lopen is naast een straffe sportieve prestatie ook een emotioneel gebeuren. Ik voel een mix van trots, opluchting en ongeloof. Het is op. Ik was tijdens mijn race zo overtuigd van mijn sub3, maar net nu het officieel is lijkt het onwerkelijk.
De conclusie
Je kan heel veel mooie marathons lopen en het goede nieuws is dat je daar niet ver voor hoeft te reizen. De Rotterdam Marathon mag zich met recht en reden #demooiste noemen. Het is één groot feest, zowel voor lopers als supporters. Je voelt dat de Rotterdammers (terecht) trots zijn op dit evenement. Heel warm aanbevolen dus. Misschien stond het wel in de sterren geschreven dat ik hier een sub3 zou lopen. Ik liep in Rotterdam ook mijn eerste sub 3u30 en 3u15. Nederigheid is absoluut op z’n plaats. Uiteindelijk begon ik als 28-jarige te lopen omdat ik dan gezellig met mijn zus kon samenzijn. Ik had nooit kunnen voorzien dat die bezigheid zulke grootse proporties zou aannemen en mij zoveel meer in het leven zou brengen dan een steengoede conditie. Laat staan dat ik tot een select groepje snelle marathonvrouwen van mijn land zou gaan behoren. Juist omdat ik dit nooit als ultieme doel heb nagestreefd, ben ik lopen zo gaan koesteren en staat het voor mij niet gelijk aan louter presteren.
Wat ik eveneens nooit had durven vermoeden is dat deze sub3 zo moeiteloos leek te verlopen. Al helemaal omdat de maanden in aanloop naar deze marathon zowel op mentaal als fysiek vlak veel van mij hebben gevraagd. Ik stond niet fris aan de start, wel fit. Ik denk dat de verklaring eenvoudig is. De marathon vormt inmiddels al 8 jaar een belangrijk deel van mijn leven. Bij elk nieuw marathonplan laat ik wat achter van de vorige marathon en neem ik iets anders mee. Ik leef niet voor mijn sport zoals een topatleet, maar lopen is wel een fundamenteel onderdeel van mijn leven geworden. Ik train hier zo goed als elke dag keihard voor. Hoewel mijn leven niet volledig in het teken staat van de marathon (en ik dat ook niet zou willen), laat ik er zeker wel wat voor schieten. Ik heb niet 8 jaar lang toegewerkt naar dit ene moment. Die gedachte zou al mijn voorgaande marathons oneer aandoen. Het is juister om te zeggen dat 8 jaar aan marathonervaring en -training samenkwamen in dit waanzinnige Rotterdamse avontuur. Ik kan alleen maar hopen dat ik de magie van deze marathon nog zal mogen ervaren. Of er nog sub3’s zullen volgen? Dat weet ik niet. Eén ding is zeker: many more adventures to come! Ik ben nog lang niet uitgelopen (en -geschreven).
Nog enkele weetjes
Bashir Abdi haalde met 2:03:47 de overwinning binnen van deze 42e editie. Zijn 2e winst in Rotterdam dus. Koen Naert bezette knap de zesde plaats met 2:06:51. Met een straffe 2:31:28 was Astrid Verhoeven de eerste Belgische vrouw.
Mijn sub3 is een garantie op een startbewijs voor de iconische marathon van Berlijn in september 2024. Een unieke kans om in het spoor van de absolute wereldtop door Berlijn te racen. Berlin, ich liebe dich!
Ik liep deze marathon met een gemiddelde snelheid van 4’11” per kilometer, exact hetzelfde tempo dat Seppe 6 dagen eerder haalde op De Jogclub Ultra. Verschil moet er zijn.
Mijn race-outfit testte ik de voorbije jaren al uitvoerig. Traditiegetrouw onderwierp ik mijn short de avond voordien nog eens aan een grondige kruisnaadcontrole. Ik vrees dat het voor dit broekje de laatste marathon was.
Mijn blauwe Vaporfly’s stelden niet teleur. Wonderschoenen zou ik het niet willen noemen. Ze zijn vooral heel licht en bieden een excellente demping. Van “de ribbel” aan de hiel had ik geen last.
Gelukkig liep ik deze marathon niet voor de prachtige finishermedaille, want ik vind het een lelijk ding.
Het supportersplan van mama en Roos was tot in het kleinste detail uitgewerkt. Helaas werden ze het slachtoffer van de drukte op de metrolijnen en moesten ze daardoor een supporterspunt laten schieten. Ze stonden er hoe dan ook als het nodig was. Het blijft heel bijzonder om vertrouwde gezichten te zien tijdens zo’n evenement.
Sam had het voor de race over tramsporen in het wegdek. Ik had daar weinig herinneringen aan. Tot ik tijdens mijn laatste kilometers opmerkte hoeveel tramsporen we voor de voeten kregen.
Mijn foto’s van de organisatie zijn niet veel soeps. Erg chaotisch, grijs ook, weinig sfeer en herkenbaarheid van de stad. Ik zou er nog geen euro voor geven.
Daags voor de marathon hadden we het met Machteld en Jelle over het verschil tussen “borrelen” en “pimpelen”. Het heeft beide te maken met in een amicale sfeer (alcoholische) drankjes drinken. Twee woorden om op te nemen in mijn vocabulaire.
Een raceverslag schrijven neemt aanzienlijk meer tijd in beslag dan het lopen van die marathon. Hoe kon ik denken dat ik hier weinig over te vertellen had?! Voor jullie neemt het (hopelijk) nog steeds minder tijd in beslag om dit verslag te lezen dan de marathon te lopen.
Ik stuur jullie even een bericht vanuit hogere sferen. Mijn beide voetjes staan dan wel nuchter op de Tiense grond (het gewone leven gaat immers verder), mijn hoofd is nog niet geland. Ik zweef ergens tussen de Euromast en de Erasmusbrug. Ik kijk uit over Rotterdam-Zuid, Ahoy en De Kuip. Ik hoor het ritmische getrommel van loopschoenen langs de Kralingse Plas. Ook het gejoel van Rotterdam Blaak tot op de legendarische Coolsingel gonst nog na. Met momenten oorverdovend, zonder volumeknop. Ik proef nog een restje chemische banaan: de eerste sportgel die ik zo rond 10u40 wegwerkte. Er tekent zich een dikke vette glimlach af op mijn rode kop, maar ook een bedenkelijke frons. Is dit echt gebeurd? Zondag 16 april waren de marathonwolken boven Rotterdam voor de gelegenheid niet roze, maar grijs. Ook zonder ideale weersomstandigheden had ik amper 2 uur 58 minuten en 15 seconden nodig om de finish te bereiken van mijn 16e marathon. Ik voel de magie van sub 3.
Intens, dat is het woord dat steeds terugkeert als ik het over de Rotterdam Marathon heb. Ook deze derde keer was het een grensverleggende ervaring. Het voelt behoorlijk onwezenlijk dat ik 37 kilometer lang bulkend van het zelfvertrouwen over dat parcours kon razen. Verbeten en met een enorme focus. Een vrouw met een plan dat wonderwel in de juiste plooi leek te vallen. Marathon mode on en gaan met die banaan! Ik kon afrekenen met mijn kwelduivels in Kralingen. Het gaat lukken! schreeuwde Roos toen ik aan mijn laatste 5 kilometer begon. De sub 3 lag voor het grijpen. Net daarom voelde ik de daver op mijn lijf. Natuurlijk deed alles pijn en sloeg de twijfel genadeloos hard toe. Ik kon de sub 3 ruiken en voelen. Ik was bang om hier en nu ten onder te gaan. Om er op het allerlaatste moment nét naast te grijpen. Het vraagt tijd om die wirwar aan emoties te sussen met Oef, het is gelukt!
Een marathon lopen in minder dan 3 uur lijkt zowel een handvol seconden als een paar dagen te duren. Ik loop mijn race nog steeds. De droom van de sub 3 was een redelijk prille droom. Hooguit een half jaartje oud. Ondanks alles durf ik nog heel stout te dromen. Dromen zijn een houvast: mooi om na te jagen, maar het is niet per se een noodzaak om ze te verwezenlijken. Uiteindelijk loop ik marathons omdat ik zo graag loop en omdat lopen mij al zoveel moois gebracht heeft. Als dromen werkelijkheid worden, wil je dat moment koesteren, maar is het zwarte gat ook onvermijdelijk. Mijn beentjes zijn verbazingwekkend fris, het hoofd is doodop. Rotterdam heeft mij overdonderd.
Heel even dacht ik dat er weinig te vertellen was over deze race. Haha, niks van dat! Ook in mijn hoofd was het niet bepaald windstil. Jullie willen waarschijnlijk wel weten welke aparte observaties en bedenkingen er gedurende die krappe 3 uur door mijn hoofd schoten. Hoe ik met de druk van de tikkende klok omging. Hoe waanzinnig dit avontuur weer was. Wel, dat verhaal komt eraan: in geuren en kleuren, smaken zelfs, de enige manier waarop ik het kan vertellen. De bedanking krijgen jullie nu alvast. Omdat Team Sis dankzij jullie allemaal sterker dan ooit was. Mijn nummers 13 en 23009 tonen hoe immens gelukkig ik mij mag prijzen deel uit te maken van zo’n straffe equipe. You’re the best. Simply the best.
Met een diepe (ietwat stramme) buiging en een warme groet
Joke X
Ik kan heel veel redenen bedenken waarom ik zo graag marathons loop. Mijn marathonavonturen hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik ondertussen op verschillende plekken, ver van mijn huisdeur verwijderd, op de één of andere manier thuiskom. In Rotterdam bijvoorbeeld. Het is steeds weer een blij weerzien met de stad die ik even chaotisch, bruisend als inspirerend vind. Ik kom er ook telkens een beetje thuis bij mijn goede vriendin Machteld. Zelf heeft ze helemaal niks met lopen, maar ze zal nu al voor de derde keer herberg spelen voor mij en een deel van mijn entourage. Jawel, het gaat wel degelijk gebeuren: morgen sta ik aan de start van mijn 3e Rotterdam Marathon, de 16e marathon op mijn palmares. Mijn zusjes en mama reizen mee af om me te ondersteunen op elke denkbare manier. En Sam is er ook weer bij. We kennen elkaar nu een dik jaar en dit is al de derde marathon waar we samen naartoe hebben geleefd.
4 jaar geleden zong ik luidkeels I’m still standing bij marathon nummer 10 in Parijs. Het waren turbulente jaren geweest, maar ik stond er nog steeds. Wel, de turbulentie is er niet minder op geworden. Integendeel. Ik durf niet meer luidop te zeggen dat ik er nog sta. Wat ik wel weet, is dat ik mijn beide handjes mag kussen omdat ik me nog steeds in deze avonturen kan storten. Dat die onvervalste loophonger niet is afgenomen. Dat lopen mij nog steeds zoveel geeft. Lopen is een sport voor einzelgängers, dat heb ik lang gedacht. Kilometers malen doe je uiteindelijk toch vooral alleen, net zoals die marathon tegemoet treden. Sinds mijn schoonbroertje Niko bij de Remy Boys voetbalt en Roos dus behoorlijk vaak langs de zijlijn van een voetbalveld staat, snap ik veel beter waarom het zo plezant is om deel uit te maken van een ploeg. Om als een team op dat veld te samen, iets op te bouwen en ergens naartoe te werken. Al helemaal nu de Boys vandaag hun kampioenstitel uitgebreid zullen vieren. Anderzijds besef ik nu meer dan ooit dat ik ook een soortement van team heb. Team Sis is niet alleen een ode aan mijn twee fantastische zussen (sisters, of sisjes zoals wij elkaar noemen), maar bij uitbreiding aan iedereen in mijn omgeving die mij helpt om een gelukkige loper te zijn.
Om die zussenliefde in marathonstijl te vieren, maakte ik natuurlijk nieuwe sweaters. Mijn inspiratie haalde ik onder andere bij het ploeggegeven door ons rugnummers te geven. Wie ons een beetje kent, weet waarom ik de trotse 13 ben, Roos als een blij ei de 12 draagt en Marike de onbetwiste 11 is. Er is nog een Odeyntje dat een sweater kreeg: Laurien, ons nichtje, wiens gespiegelde 22 een hartje is. Met mijn rijke verbeelding en liefde voor de metafoor, kost het me geen enkele moeite om heel wat symboliek in de nieuwe sweaters te verwerken. Hun gecolorblockte voorkomen is een bont allegaartje lapjes dat toch een geheel vormt. Er zitten resten sweater in van het Invaincu-project van Amsterdam, maar ook de Parijs-truien van vorig jaar én 2019 (zie het kleine Arcje op de mouw van Laurien). Je neemt immers altijd een stukje van de vorige marathons mee naar het nieuwe plan. Bovendien moest ik wat stukken “tegen de richting in knippen” en tegendraads zijn, daar hou ik wel eens van. De prachtige gezichten-stof in het voorpand staat voor de verbinding. Allemaal door middel van lijnen met elkaar verbonden. Het ene gezicht kan niet helemaal van het andere worden gescheiden.
De droom van de sub-3 staat nog overeind. Hoe moeilijk ik het soms ook heb, ik durf te vertrouwen op mijn marathonmodus. Makkelijk is het nooit, moeilijk kan er heel veel. Mijn vorige marathons in Rotterdam kenmerkten zich door de intensiteit. Het waren marathons waarbij ik meer dan ooit moest knokken om recht te blijven. Ik wil er nu ook voor gaan en dat is heel veel waard. Het avontuur lonkt. Bring it on! Ik denk aan Seppe, die in Berlijn op vrijdagavond kreupel uit de auto stapte, zaterdag de marathon skeelerde en zondag de marathon nét onder de 2u30 liep, gewoon omdat hij het zo graag wilde. Ik denk aan de verbetenheid van Roos tijdens haar ultra-avontuur. Aan de pitbull die in Marike huist. Ik denk aan Bashir die hoopt op goede omstandigheden om in Rotterdam zijn Europees record scherper te stellen. Ik denk zeker ook aan Koen, die ik in het najaar in Brussel kon spreken. Inspiratie in overvloed! Ik kan ook niet anders dan denken aan de Joke van 2016 die zichzelf verbaasde door onder de 3u30 te duiken en dacht dat het een verhaaltje “eens maar nooit weer” zou zijn. Daarom denk ik ook aan de Joke van 2021 die met haar 3:07 hoopte ooit eens een 3:05 te kunnen lopen. Dromen mag niet, dromen moet.
De afgelopen tijd heb ik mogen ervaren hoeveel mensen met mij meeleven naar dit avontuur. Hoe omvangrijk Team Sis eigenlijk is. Ieder formuleert op haar of zijn manier woorden ter aanmoediging of steun. Ik heb mijn stinkende best gedaan om dat allemaal ergens in mijn gekke hoofd op te slaan. 42,195 kilometer is lang genoeg om aan al die supporters te denken. Om mij geruggesteund te voelen als ik weer aan de lus des doods begin rond de Kralingse Plas, als ik sterretjes zie, als het vliegen als waggelen aanvoelt. Wat marathondag ook brengt, Rotterdam zal altijd Rotterdam blijven. Team Sis is er klaar voor!
Paasmaandag 10 april 2023 – 8u10. Aan de sporthal Bart Swings in Herent hangt een ontspannen sfeertje. De 136 deelnemers aan De Jogclub Ultra staan nochtans voor een serieuze beproeving: 58 kilometer lopen over de mountainbikeroute Seppe Odeyn. Onder hen niemand minder dan Roos Odeyn. Met 5 marathons en 1 ultra-trail mag ze zich bij de meer ervaren duurlopers rekenen. Er is een officiële start en finishplek. Er is geen tijdsregistratie en dus geen eersten of laatsten. Het borstnummer vertelt wat de langst gelopen afstand van de loper in kwestie is. Nummer 42 is dan ook erg populair.
Roos Odeyn draagt met trots haar nummer 68. Naar aanloop van dit evenement bleek al dat ze in bloedvorm verkeert. Klaar om komaf te maken met elk van die 58 kilometers. Voor dat krachtexploot kan ze niet alleen rekenen op een degelijke voorbereiding en een klaargestoomd lijf, maar ook op goed gezelschap. Al lopend is dat Joni met nummer 42, misschien ook wel gekend als aanvoerder van de Remy Boys. Een voetballer die graag loopt, ze bestaan wel degelijk. Een andere aanwezige Boy is Niko, voor de support op de fiets. En dan is er nog een trio Odeynen, eveneens op de fiets (geen mountainbike). Om 9u weerklinkt het startschot. Weg zijn zij. Seppe zal als koploper de weg tonen (hij ging daags voordien extra pijlen aanbrengen), Ultrahendrik is de man in het midden en Bobby zorgt ervoor dat elke loper veilig thuiskomt.
Ultralopen vraagt een groot hart voor lopen, een gezonde dosis doorzetting en veel geduld. Aftellen heeft geen zin. Een dipje is onvermijdelijk, een klopje hier en daar ook. De benen worden steeds wat strammer. De geest steeds wat ijler. Het aantal hoogtemeters van de mountainbikeroute Seppe Odeyn mag dan eerder beperkt zijn, het blijft een hoofdzakelijk off-road gebeuren. Modder dus, veldweggetjes, grint, putten in het wegdek en de Mollekensberg langs elk mogelijk pad op en af. Ondergetekende reed zich met haar trekkingfiets meermaals vast in de modder en ging een keer onderuit in de Herentse klei. Wie wel overeind bleef was die ijzersterke Roos Odeyn. De vrouw van staal bleef er schik in hebben. Geen spierkramp kon haar stoppen. Ain’t no mountain high enough, zeker de Mollekensberg niet. Het venijn zit ‘m vooral in de aanloop naar de staart van het monster. Joni bleef steeds zijn opgewekte zelve, ook toen hij in voetbaltermen aan zijn achtste speelhelft begon. Al trommelend op haar luchtdrumstel ging Roos de laatste kilometer in. Het is weinigen gegeven om met zoveel flair een ultraloop te finishen.
Na 5 uur en 19 minuten tikten Roos en Joni het bord aan, daarmee waren ze officieel gefinisht in deze waanzinnige looptocht. 58 kilometer lopen, hallelujah wat een ongelooflijke straffe prestatie! Wat een dag! Wat een inspirerend avontuur! Jullie wisten het al, maar ik zeg het nog maar eens: Roos Odeyn is een bikkel en ik haar trotse zus.
Mijn zus Marike is een onmisbare schakel in onze familie. Ze is even zorgzaam als dat ze een doorzetter is. Ze loopt dan wel geen marathons, maar ze moet op geen enkel vlak voor ons onder doen. Onderschat haar dus vooral niet. In april 2020 liep ze al eens een 10 Miles op eigen houtje. Over toewijding gesproken. Eén zwangerschap en drie jaar later zal het over twee weken dan echt gebeuren: met drie zussen aan de start van de echte 10 Miles in Antwerpen. Momenteel leidt Marike bij haar thuis de ziekenboeg, maar ze vond toch nog even tijd om wat te vertellen over haar (sportieve) voorjaar.
Leah (3 jaar) heeft nieuwe schoenen waar ze volgens haar heel snel mee kan lopen. Ze doet regelmatig een wedstrijd tegen zichzelf. We moeten haar aanmoedigen en natuurlijk wint ze altijd. Emil (1 jaar) zet al een paar stappen. Volgens Kind en Gezin kan je pas stappen als je 10 stappen achter elkaar zet, echt stappen kan hij dus nog niet. Ik hoop dat het hem snel zal lukken, want het lijkt me vervelend als je altijd moet kruipen. Ik lees nu trouwens het boek Ouders onder hoogspanning van Marie-Anne Vanderhasselt.Het gaat over stress, wat het in je lichaam teweeg brengt en waarom kinderen zo een reacties kunnen uitlokken. Heel boeiend. In mijn kine-praktijk (Kine Odeyn in Voortkapel) gaat het goed. Mijn collega Eva is echt top! Het is leuk om samen met haar over de problemen van patiënten na te denken. We komen heel goed overeen, zowel op persoonlijk als professioneel vlak.
Mijn voorbereiding voor de 10 Miles verliep eerst heel vlot. Het is leuk als je voelt dat je steeds fitter wordt. Deze week kon ik niet veel lopen omdat ik alleen thuis was. Gisteren was ik bij mam en pap en kon ik daar gaan lopen terwijl zij op de kinderen babysitten. Heel grappig om mijn looproute van vroeger nog eens te lopen, maar ik was echt niet in vorm. Ik liep 3 kilometer en stapte toen naar huis. Dat doe ik normaal nooit! Vroeger liep ik trouwens altijd met muziek, maar nu heb ik liever wat rust aan mijn hoofd. Ik vind een looptraining niet altijd leuk. Als het mooi weer is kan ik er wel van genieten. Vertrekken vind ik het moeilijkste. Daarom leg ik mijn sportkleding (allemaal oude of gekregen spullen) altijd klaar, dat helpt om de drempel te verlagen.
Als kinesitherapeut behandel ik van de beenspieren het vaakst de kuitspier. Het voordeel is dat je daar makkelijk aan kan omdat die niet te diep ligt. Voor lopers zou ik qua core stability sowieso bruggetjes aanraden: eindeloos veel variaties, dus voor ieder wat wils. Ook oefeningen voor de gluteus medius mogen niet ontbreken. Dat is een spier langs de zijkant van je billen die heel belangrijk is voor de stabiliteit. Tot slot is dit ook nog een goede oefening: je staat op één been en houdt je andere been gestrekt achter je om het vervolgens voor je lichaam gebogen te houden.
Ik was al vaak supporter bij sportevenementen in de familie, maar ik nam zelf nog nooit deel aan een evenement zoals de 10 Miles. Ik ken Antwerpen eigenlijk ook niet zo goed. Tijdens ons zussenweekend in Antwerpen toonden Joke en Roos wel waar we zouden lopen. Ik ben benieuwd wat dat zal geven! Ik vind het vooral tof om zo eens iets met mijn zussen te doen. Met de tijd ben ik niet echt bezig. Soms kijk ik eens hoeveel minuten ik heb gelopen per kilometer (dat doen echt sporters blijkbaar), maar dat valt toch tegen als je een sportieve familie hebt. Ze dagen je natuurlijk wel uit, want ik zou anders nooit meedoen aan de 10 Miles. Anderzijds zie je ook hoeveel opofferingen er moeten gebeuren om straffe prestaties neer te zetten. Ik loop omdat ik me dan beter of fitter voel, maar niet voor die extreme prestaties. Momenteel heb ik dus geen ambitie om een marathon te lopen. Misschien als mijn kinderen wat groter zijn.
Ik hoop te kunnen gaan supporteren voor Roos en Seppe bij De Jogclub Ultra in Herent. Voor het marathonweekend in Rotterdam hebben Roos en mama de planning gemaakt. Ik ben chauffeur van dienst. Zowel zaterdag als tijdens de marathon op zondag volg ik gewoon. In 2016 was ik er ook bij in Rotterdam toen Joke, Roos en papa er aan de start stonden. Ik durf die marathonervaringen al eens te verwisselen, dus ik moet goed nadenken om die herinnering weer op te halen. Ik weet nog dat ze papa eerst kwijtraakten in het startvak (en hem weer vonden) en ook dat mama en ik een heel strak schema hadden om alles met de metro te kunnen volgen. Ik kijk er sowieso naar uit!
Het volledige team van Jokeloopt bedankt je en wenst je nog een schitterend voorjaar toe, Marike!
Ik zit met een schoenendilemma dat er eigenlijk geen is. Vier paar loopschoenen zijn namelijk potentiële marathonkandidaten. Eigenlijk is het een uitgemaakte zaak, ik zal mijn Rotterdam Marathon lopen met de schoen waarvan bewezen is dat het de snelste is: de bekende Nike Vaporfly. Gevoelsmatig zou ik liever voor een andere schoen kiezen. Hoe dat zo komt leg ik graag uit aan de hand van een tripje in de wondere wereld der loopschoenen.
Eerst een stukje context. Zoals ik bij mijn FAQ uitleg, loop ik sinds een jaar of 6 uitsluitend met Nike loopschoenen. Simpelweg omdat Nike mij zelden heeft teleurgesteld. Het is een merk dat mij steeds aangenaam weet te verrassen. Natuurlijk ben ik soms wel eens nieuwsgierig naar wat andere merken te bieden hebben (Hoka bijvoorbeeld), maar de noodzaak om die uit te testen is er vooralsnog niet. Voor nu vind ik alles wat mijn loophartje begeert bij Nike. Het basismodel van Nike is de Pegasus, die binnenkort zijn feestelijke 40e editie uitbrengt. Wat mij betreft is dat de perfecte standaardschoen waar heel wat lopers content mee zullen zijn. Mijn zussen bijvoorbeeld. De Pegasus bestaat ook in een Shield versie: die is water- en windafstotend, een slecht-weer-schoentje dus. In 2019 zag de Pegasus Trail het levenslicht: het comfort van de Pegasus in de vorm van een degelijke off-road schoen. Een echte trailloper zal wellicht eens hartelijk lachen met die schoenen, maar ik was meteen fan. Het zijn voor mij de ideale winterschoenen: licht, maar stevig aan de voet met voldoende grip om Vlaamse modderige toestanden de baas te kunnen. Zomerse Ardense omstandigheden behoren ook tot de mogelijkheden. Mijn favoriete schoen van het moment is de React Pegasus Trail 4. Ik ben nog nét niet gek genoeg om daar een wegmarathon mee te lopen.
Dan presenteer ik jullie nu de vier (acht dus) schoenen waar ik wel een marathon mee zou willen lopen. Ik koop al mijn schoenen zelf, sterk afgeprijsd dat wel, maar voor het schoenenspecial-idee vermeld ik ook de prijs én het gewicht (zelf gewogen op mijn keukenweegschaal – measured in the lab, zoals ze bij Nike zeggen). Hoe lichter de schoen, hoe meer je betaalt: de Vaporfly heeft een kiloprijs van 702 euro. Au.
De Zoom Fly 4 toen nog kakelvers uit de doos
Nike Zoom Fly 4 – 159,95 euro – 245 gram
Voordelen: de veelzijdige rots in de branding! Met zijn drie voorgangers liep ik al heel wat marathons. Ik ben een fan van het eerste uur. Een loopschoen die dus vertrouwd aanvoelt. Alsof je een turnpantoffeltje draagt, maar wel met een heel goede demping.
Nadelen: ik liep er geen wedstrijden mee, waardoor ze voor mij ook niet aanvoelen als écht snel. Het zijn de perfecte schoenen om gevarieerde trainingen mee af te leggen. Dit paar is bovendien een jaar in de roulatie (wel met een winterstop), maar heeft dus al wat kilometers op de teller.
De Tempo Next% bovenaan rechts, omringd door z’n vriendjes
Nike Air Zoom Tempo Next% – 199,95 euro – 238 gram
Voordelen: de knaller van 2022! Een heerlijke schoen waar ik heel wat records op liep. Keer op keer het gevoel had ik het gevoel dat ik vloog, zo ook bij mijn laatste marathon.
Nadelen: aan de zijkant van de zolen is de slijtage zichtbaar, logisch met het aantal wedstrijdkilometers dat ik ermee liep. Bovendien zijn ze ook best zwaar omdat er dus geen carbon in zit. Met pijn in het hart voelt dit paar voor mij toch te veel als een af- en uitgelopen zaak. I am so sorry, darlings.
De Vaporfly vliegmachines
Nike Zoom X Vaporfly Next% 2 – 249,95 euro – 178 gram
Voordelen: wetenschappelijk bewezen de snelste! Elke marathonloper, ongeacht stijl of niveau, heeft profijt bij deze ultrasnelle schoen met carbonplaat. Ook bij mijn eerste piste- en intervaltraining met deze schoen kon ik niet om de ongelooflijke responsiviteit heen. Traag lopen behoort niet tot de mogelijkheden.
Nadelen: bij de twee halve marathons die ik ermee liep, merkte ik helemaal niks van de aanvankelijke wauw-factor, uiteraard valt dat te verklaren door de gure omstandigheden van die races. Ook ondervind ik lichte hinder van het kussen in de hiel (dat ook andere Zoom Fly modellen hebben) dat over een eeltplekje schuurt.
De Infinity React met wit en rood: nooit een echt geslaagde kleurcombinatie
Nike Infinity React 3 – 159,95 euro – 272 gram
Voordelen: ongeëvenaard draagcomfort! Het zijn schoenen die altijd heerlijk zitten, of je er nu mee loopt, wandelt of op de trein zit. Ze bieden heel wat demping en voelen stabiel aan. Op mijn aanraden kocht Roos ze ook. Mét resultaat, zowel in Den Haag als in Gent ging ze er heel hard mee.
Nadelen: ik liep er nog geen echt lange afstanden of snelle trainingen mee. Het comfort dat ze bieden heeft ook een prijs in het gewicht: het zijn relatief zware schoenen. Ook het bovenwerk is eerder dik te noemen. Totaal irrelevant, maar toch: schoonheidsprijzen zal je er niet mee winnen.