Het boek – Marathonloper zonder grenzen Abdi Nageeye

Zondag werd de Rotterdam marathon gelopen. Ik bekeek de volledige uitzending en nadien nog twee compilaties omdat ik nu eenmaal graag in hogere marathonsferen word ondergedompeld. Er was in Rotterdam meer dan één reden om te feesten. De Keniaanse winnaar Marius Kipserem liep met 2:04:11 een nieuw parcoursrecord in de boeken. Onze Belgische trots Koen Naert verpulverde zijn persoonlijke record met ruim twee minuten. Hij finishte als zevende in 2:07:39. Het nationale record van Vincent Rousseau ligt nu binnen handbereik. Ook de Nederlandse topper Abdi Nageeye haalde zijn doel en stelde zijn eigen nationaal record scherper tot 2:06:17. Zijn vierde plaats toont aan dat hij de absolute wereldtop op de hielen zit. Zo graag als ik naar lopers kijk, zo graag lees ik er ook over. André van Kats volgde Abdi Nageeye een jaar. Het resultaat is het boek Atleet zonder grenzen, waarin het uitzonderlijke en met momenten beklijvende verhaal van Nageeyes jeugd in Somalië, Nederland, Syrië en Ethiopië beschreven wordt, alsook zijn sportieve belevenissen in een wisselvallig 2018.

Abdi Nageeyes jeugd laat zich niet samenvatten in enkele zinnen. Hij werd geboren in Somalië en belandde als kind in het Nederlandse Den Helder, waar hij snel integreerde. Vervolgens neemt halfbroer Mohammed Abdi met twee broertjes mee naar Syrië om er te gaan strijden. De kleine Abdi krijgt er een heel ander wereldbeeld voorgeschoteld en leert de kracht van propaganda kennen. Na drie jaar in Syrië belandt Abdi in de Somalische hoofdstad Mogadishu, die op dat moment oorlogsgebied is. Hij wordt er geconfronteerd met een uiterst gewelddadige samenleving die wordt gedomineerd door de strijd tussen verschillende stammen. Wapens en gevechten zijn er schering en inslag, eerwraak de normaalste zaak van de wereld. Abdi laat zich hier echter niet door tekenen. Hij hecht veel belang aan onderwijs en gaat trouw naar de moskee. Uiteindelijk neemt hij als tiener zijn toekomst in eigen handen door met een kalasjnikov op zak een gevaarlijke reis te ondernemen naar Addis Abeba, de hoofdstad van Ethiopië. Als bij wonder bereikt hij zijn bestemming ongedeerd. Van daaruit ligt de weg naar Nederland terug open. Nog voor Abdi achttien is, verblijft hij bij een Nederlands gezin in Gelderland. Op z’n achttiende loopt hij zijn eerste wedstrijd. Twee jaar later wordt hij Nederlands kampioen lange cross.

Abdi Nageeye werd vorige maand 30. Hoewel hij zich op en top Nederlander voelt, woont hij momenteel met zijn gezin in Kenia. Samen met onder andere wereldrecordhouder Eliud Kipchoge traint hij in het spartaanse kamp Kaptagat. Weg van de bewoonde wereld, weg van alle luxe. In 2013 maakte hij nogal impulsief de beslissing om zich volledig op de marathon toe te leggen. Met succes: Nageeye is inmiddels de eerste Nederlandse recordhouder op de vijf lange afstanden. In Atleet zonder grenzen staan ook de sportieve gebeurtenissen van 2018 centraal. Een jaar dat niet zonder slag of stoot verliep. Er is de memorabele editie van de Boston Marathon in april, waar Abdi een zevende plaats en een blessure aan overhoudt. Er is ook het ontgoochelende Europees kampioenschap in Berlijn waar hij na 37 kilometer de strijd moet staken en wederom geblesseerd achterblijft. Het boek geeft je een unieke inkijk in het leven van een professionele loper. Zo kom je meer te weten over de periode waarin Kamiel Maasse het Nederlandse marathonlandschap regeerde en hoe een werkweek van trainingsmakker Eliud Kipchoge eruit ziet. Leuk om te weten: de Kip in Keniaanse namen geeft aan dat iets van het mannelijk geslacht is, wat daarop volgt zijn de omstandigheden waarin iemand geboren is. Kipchoge betekent “geboren nabij graanopslag”.

Hoe aangrijpend het verhaal van Abdi’s jeugd ook is: ik was de draad hier en daar serieus kwijt. Dat komt enerzijds door de ingewikkelde familiale situatie waarin hij zich bevindt. Anderzijds springt het verhaal van de hak op de tak omdat het schippert tussen de jeugdervaringen, het leven van de professionele atleet en korte interviews met Abdi. Naarmate ik vorderde in het verhaal, werkte die cocktail wel. Abdi Nageeye is ook in het echt rad van tong en het leek alsof het boek zo uit zijn mond kwam gerold. Er is immers heel veel om over te vertellen. Ik had gerust meer willen lezen over zijn leven als marathonloper, maar de boeiendste stukken vond ik die waarin Abdi de cultuurverschillen bespreekt tussen Somalië en Nederland. Hij neemt daarbij geen blad voor de mond en hekelt onder andere de berustende houding die zijn Somalische familie aanneemt omdat alles bepaald wordt door het lot. Ook zegt hij onomwonden dat als hij in Syrië was gebleven, hij nu wellicht voor IS had gevochten. Abdi is overtuigd moslim, maar deinst er niet voor terug zich kritisch uit te laten over het geloof. Hij vertelt hoe iemand die varkensvlees eet in Somalië als een grotere misdadiger beschouwd wordt dan iemand die een moord pleegt als vergelding ten opzichte van een andere stam. Abdi heeft nog steeds contact met zijn familie, maar zijn moeder lijkt weinig besef te hebben van het beroep dat haar zoon heeft en het leven dat hij leidt. Het knappe is dat Abdi zowel de voor- als de nadelen van beide culturen in beeld weet te brengen.

Hoewel ik geen fan ben van de typografie van het boek, kon het uitzonderlijke verhaal van Abdi Nageeye mij meer dan bekoren. Uit diens turbulente leven blijkt een enorme drive en overtuiging om verantwoordelijkheid op te nemen voor de keuzes waar iedereen mee geconfronteerd wordt: als loper, maar vooral als mens. Hij durft de lat heel hoog te leggen voor zichzelf zonder voeling te verliezen met de realiteit. Atleet zonder grenzen is een leerrijk en geestverruimend boek over de fenomenale atleet en bovenal mooie mens die Abdi Nageeye is.

Het portret – Mijn getalenteerde broer Seppe Odeyn

Vandaag is mijn enige echte unieke broer Seppe jarig. Hij wordt 32 jaar. Ik schreef al portretten over mijn beide ouders en zussen, maar na het prachtige tv-portret dat Sammy Neirinck & co in Sportweekend van mijn broer schetsten (naar aanleiding van zijn zevende overwinning in de Hel van Kasterlee), voelde ik toch enige schroom om iets over Seppe te schrijven. De heroïsche reportage toonde aan wat de kracht van beelden is. Ik vertel namelijk al lang welke zotte prestaties mijn broer levert, maar pas als mensen met hun eigen ogen zien hoe hij als een sneltrein de winterse nattigheid trotseert, beseffen ze pas hoe zwaar dat is. Vooral over het eindbeeld – waarin die arme duts de modder van zijn benen spoelt in de invalidendouche – werd ik vaak aangesproken. Ik vertelde hier al over de sport waarin Seppe tot de wereldtop behoort, maar die helaas weinig erkenning krijgt. Aangezien hij ook met enige regelmaat met naam en foto in zowel de papieren als digitale media verschijnt, heb ik niet het idee nog iets portretwaardig te kunnen toevoegen aan het verhaal van de professionele atleet Seppe Odeyn. Mijn broer is echter zoveel meer dan zijn indrukwekkende sportieve palmares. Zijn minder bekende talenten verdienen het net zo goed om eens in de kijker te worden gezet. Seppe is namelijk niet alleen een multisporter, maar een talent tout court.

Als 1,5-jarige koter was ik aanvankelijk op z’n zachtst gezegd not amused met de komst van mijn babybroertje. Ik had een week nodig om te wennen aan mijn gedeelde alleenheerschappij. Vanaf dan was het dikke mik tussen ons. Seppe speelt een rol in al de jeugdherinneringen die ik op mijn blog op tafel gooi. We speelden ontelbaar veel bordspelletjes, bouwden indrukwekkende huizen van Lego en dorpen van Playmobil en we maakten reportages op cassette over de Tour de France. We fietsten heel wat af en begonnen ook samen te mountainbiken. Heel lang geleden dus, in de tijd dat we op sportief gebied nog aan elkaar gewaagd waren. Seppe reed trouwens met een sportieve stadsfiets en ik met een echte mountainbike. Later gingen we samen naar de atletiekclub. Dankzij Seppe heb ik ook heel wat positieve herinneringen aan de examenperiode op de middelbare school. ‘s Namiddags het huis voor ons alleen hebben, dat was dolle pret. Het grote verschil was dat Seppe een aanleg had voor wetenschappelijke vakken en ik totaal niet. Zijn geschiedkundige en geografische kennis staan trouwens nog steeds op punt. Dankzij zijn sportieve carrière verlegt hij nu ook letterlijk zijn grenzen.

In Seppes atletische lichaam huist niet alleen een intelligente, maar ook een creatieve en artistieke geest. Hij is een begenadigd tekenaar. Op zijn chaotische bureau lag steevast een tekening in wording met daarrond heel wat kleurpotloden en een medaille (die hij won met loopwedstrijden) die diende om fietswielen te tekenen. Tot in het kleinste detail kon hij de juiste outfit en fiets tekenen van elke renner uit het wielerpeloton. Zijn meesterwerk hangt in Brussel. Nog niet in het Museum voor Schone Kunsten, maar bij onze Tante Sien: fan van het eerst uur. Langs de zijkant van haar trap prijkt een meterslang rennerspeloton in volle sprintactie.

IMG_1712b
Deze tekening maakte Seppe voor mij. Ik heb het altijd ontroerend gevonden dat hij mij tot Wereldkampioen kroonde en zichzelf in mijn wiel plaatste. Het kan verkeren.

Ook Seppes spitsvondige teksten die hij al enkele jaren op zijn blog schrijft, kennen heel wat fans. Zijn poëtische pen is jullie wellicht minder bekend. Op de middelbare school schreef hij eens een prachtig gedicht voor Nederlands. De leerkracht dacht dat Seppes zus, die literatuurwetenschap studeerde, het geschreven had. Laat het voor eens en altijd duidelijk zijn dat hij de poëet is en niet ik. Seppe was vroeger ook bijzonder creatief met boekopdrachten. Hij verzon eens een volledig boek, waar hij een overtuigende tekst over schreef. Als er dan toch gelezen werd, deed hij dat in gezelschap. Hij hanteerde verschillende leesstrategieën al naargelang de beschikbare tijd, gaande van om en om een pagina wel en niet lezen tot een hoofdstuk wel en niet. De ene formule was al succesvoller dan de andere. Vergis je echter niet: mijn broer is heden ten dage een belezen man. Hij leest boeken nu in hun totaliteit en is niet vies van wat duiding en opinie in de media. Mede daarom zou hij uiterst geschikt zijn als tafelgast in Vive le vélo. Seppe heeft een ongezouten, maar gefundeerde mening en kent het reilen en zeilen van het peloton. Door zijn job als vertegenwoordiger voor fietsenmerk Orbea kent hij de fiets en fietser in al zijn facetten.

Tot slot is er nog mijn broer als familieman. Samen met Valerie vormt hij het trotse ouderpaar van Laurien en Vik. Seppe is een liefdevolle, maar nooit betuttelende vader. Ik vind het ontwapenend om te zien hoe no-nonsense hij met zijn kinderen omgaat. Hij is terecht apetrots op zijn kroost en steekt dat niet onder stoelen of banken. Seppe is eveneens een toegewijde broer: hij wil er altijd zijn voor zijn zussen. Met zijn eigenzinnige humor brengt hij ons nog steeds aan het lachen. Hij inspireert mij niet alleen door zijn grootse sportieve dromen, maar net zo goed met de nuchtere houding die hij daarbij aanneemt. Hij is een toegankelijke kampioen die uitblinkt op verschillende fronten. Het spreekt voor zich dat ik me gelukkig prijs met een broer als Seppe. Gelukkige verjaardag, bro!

 

Marathonpraat – Wat we kunnen leren van iconische marathonvrouwen

Er was eens een Griek met de poëtische naam Pheidippides. Zo’n 2500 jaar geleden liep hij van Marathon naar Athene, sprak de woorden gegroet, we hebben gewonnen om vervolgens dood neer te vallen. Een sterk verhaal, maar historici zijn het er over eens dat we het met een flinke korrel zout moeten nemen of dat er zelfs helemaal niets van aan is. De afstand tussen Marathon en Athene bedraagt bovendien slechts 35 kilometer. Onze mythische 42,195 kilometer is officieel sinds de Olympische Spelen van Londen in 1908. Toen werd de afstand verlengd naar 26 mijl opdat de lopers voorbij de koninklijke tribune in Windsor Castle zouden passeren. Wat Pheidippides al dan niet presteerde is knap, maar niet grensverleggend. De echte helden van de marathon zijn vrouwen: de Amerikaanse Roberta Bobbi Gibb en Kathrine Switzer drukten hun stempel op de geschiedenis door in de jaren 60 illegaal een marathon te lopen. Een rebelse daad die ons heel wat wijze lessen bijbracht.

Vrouwen mogen ook groots dromen
Zowel Bobbi Gibb als Kathrine Switzer zijn twintigers in de jaren 60. Het pad dat voor hen is uitgestippeld is dat van de onderdanige huisvrouw. In 1964 ziet de avontuurlijke Bobbi Gibb voor het eerst anderen lopen tijdens de Boston Marathon. Dat raakt haar: something deep inside fell in love with it. Een vonk ontspringt, de droom ontstaat. Daags na die ervaring begint ze te trainen voor de marathon. In tijden waarin het niet gebruikelijk is dat je op straat loopt, trekt Bobbi de bergen in. In tijden waarin er amper informatie beschikbaar is over verantwoorde trainingsopbouw, laat staan Start to Run, loopt Bobbi meermaals ruim 40 mijl op training: een heel vette marathon dus. Ze bewijst hiermee tegenover zichzelf dat ze de afstand aan kan en ze laat haar droom niet verwoesten door het feit dat alleen mannen officiële marathons mogen lopen.

Vrouwen kunnen ook een marathon lopen
Twee jaar later schrijft de 23-jarige Bobbi de organisatie van de Boston Marathon aan. Die is onverbiddelijk: vrouwen mogen in wedstrijdverband maximaal 1,5 mijl lopen. De marathonafstand kunnen vrouwen fysiek niet aan. Bobbi krijgt geen startnummer. Dat sterkt haar overtuiging dat ze een statement moet maken voor alle vrouwen die niet hun eigen leven mogen leiden. Op 19 april 1966 verstopt Bobbi zich in een struik aan de start van de Boston Marathon in Hopkinton. Ze draagt een zwart badpak met daarover een veel te grote bermuda en een blauwe sweater van haar broer. Ze glipt mee met de menigte, maar zelfs met een kap over haar hoofd wordt ze na enkele minuten herkend als vrouw. Bobbi vreest dat ze uit de race gezet zal worden. Niets is minder waar: ze wordt aangemoedigd door de mannelijke lopers en die willen haar vooral niet beletten om te finishen. Halverwege de race krijgt ook de pers notie van de vrouwelijke deelnemer.

In zware omstandigheden kan je boven jezelf uit stijgen
Bobbi finisht uiteindelijk in een verbluffend snelle 3:21:40. Ze dronk onderweg geen druppel water en durfde pas op het einde haar veel te warme trui uit te trekken. Bovendien liep ze nooit eerder lange afstanden op asfalt. Haar veel te stugge schoenen veroorzaken bloedende blaren. Ze wordt onthaald als een heldin en pronkt op de hoofdpagina van de krant. Een jaar later mogen vrouwen echter nog steeds niet deelnemen aan marathons. De 20-jarige Kathrine Switzer schrijft zich in 1967 met een genderneutrale naam in om toch aan de start in Boston te kunnen staan. Een official die haar bedrog tijdens de race opmerkt wil haar hardhandig aan de kant houden, maar Kathrines vriend Tom tackelt hem. Een foto die toont hoe er geduwd en getrokken wordt, maakt van Kathrine een beroemdheid. Ze haalt de finish als eerste officiële vrouw. Ook Bobbi liep dat jaar de Boston Marathon, zij koos weer voor een niet-officiële deelname. Het duurt uiteindelijk tot 1972 tot vrouwen mogen deelnemen aan marathons.

Lopen stimuleert je geest
Zowel Bobbi als Kathrine zijn intelligente vrouwen. Kathrine heeft een diploma journalistiek op zak, schreef in 2007 het boek Marathon Woman (shame on me dat ik het nog niet las) en ze becommentarieert loopwedstrijden op televisie. Bobbi werd na haar marathondebuut met een diploma filosofie en wiskunde geweigerd om een opleiding aan de medische school aan te vatten omdat ze te knap was. Haar aanwezigheid zou de uiteraard mannelijke medestudenten afleiden. Ze haalde uiteindelijk nog een diploma rechten en werkte als advocaat. Inmiddels bouwde ze ook een carrière uit als kunstenares. Het zal niemand verbazen dat ze strijdt om een beeldhouwwerk van een lopende vrouw langs het parcours van de Boston Marathon te krijgen, waar nu enkel mannelijke lopers te zien zijn.

Lopen is voor het leven
In 2017 liep Kathrine opnieuw de Boston Marathon, welgeteld 50 jaar na haar debuut. Jawel, op 70-jarige leeftijd dus. Ze kreeg startnummer 261 toegewezen, dat ze ook droeg bij haar deelname in 1967. De organisatie besliste dat jaar om het nummer 261 in de komende edities niet meer uit te reiken. Ook de 76-jarige Bobbi loopt nog. Misschien wordt niet iedereen als loper geboren. Misschien zijn we wel allemaal lopers. Ik kan alleen maar hopen dat er een beetje Bobbi en Kathrine in mij zit.

Marathonpraat – De Mooiste Marathon van Michel Butter

Vlak voor mijn derde marathon raadde Seppe een documentaire aan over de Nederlandse topatleet en marathonloper Michel Butter. Om alvast in de sfeer te komen, zei hij. Ik verheugde me op euforische beelden en motiverende praatjes over het koningsnummer van de atletiek zodat ik me helemaal klaar zou voelen. Seppe heeft een verfijnde en uitgesproken smaak. Hij durft tegen de stroom in te gaan. Dat is ook wat De Mooiste Marathon (2Doc) typeert. Centraal staat de Amsterdam marathon die Michel Butter liep in oktober 2015. Butter was vastbesloten om zich op die bewuste 18 oktober te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2016. Om dat doel te realiseren mag hij niet trager dan 2:11:00 lopen. In mensentaal: hij moet de marathon van zijn leven lopen.

Het bevreemdende beginbeeld van de documentaire zet meteen de toon: je ziet een zwaar ademende Michel Butter die al zittend voor de camera tegen een witte achtergrond zijn gloriemoment op de Amsterdam marathon in 2012 herbeleeft. Hij liep toen een toptijd van 2:09:58, de derde snelste Nederlandse marathontijd ooit. Niets minder dan sportgeschiedenis. Drie jaar later hoopt Butter zich tijdens diezelfde marathon te kwalificeren voor de Spelen in Rio. Hij heeft dus een minuut speling op zijn recordtijd. Als gewone mens denk je dan dat een heel haalbare kaart is. Butter heeft echter een bewogen jaar van blessureleed achter de rug, waardoor het maar de vraag is of hij fit genoeg zal zijn om in de buurt te komen van zijn record. En voor wie het nog niet wist: de marathon is een verraderlijk ding waarbij 60 seconden over 42,195 kilometer in een vingerknip zijn kwijtgespeeld.

In De Mooiste Marathon wisselt regisseur Geertjan Lassche beelden van die bewuste oktoberdag in 2015 af met fragmenten uit een interview met Michel Butter en diens coach Guido Hartensveld. Ieder afzonderlijk doen ze het relaas van de voorbereiding op en ervaring van die dag. Als kijker lijk je in het hoofd van de atleet te kunnen duiken. Je kruipt mee in de marathontunnel en hyperfocus. Butter is oprecht en neemt zijn tijd om na te denken alvorens vragen te beantwoorden. Die stiltes sneuvelden niet in de montage en juist dat maakt deze docu zo uniek. Het isolement van de topsporter springt er in dit portret uit. Butter bevestigt dat je als topsporter egoïstisch moet zijn. Zijn vriendin Inge is eveneens een atlete. Buiten de sport heeft hij geen vrienden. Dit leventje past hem als een jas om het met de woorden van coach Guido te zeggen. We zien hoe Butter zich op zijn Mooiste Marathon voorbereidt. Hoe hij obsessief de drinktuiten van zijn bidons uittest. Hoe hij tot op de gram zijn ontbijtgranen en yoghurt afmeet. Ook het onvermijdelijke blessureleed komt ter sprake. Butter beschrijft hoe pijnlijk het was om door een stressfractuur aan zijn heup weken niet te kunnen lopen. Hij kan niet doen wat hem intens gelukkig maakt.

We maken ook kennis met de wonderboy in z’n jonge jaren. Ruim 10 jaar geleden maakte hij furore in de veldlopen: een jochie met oorbelletjes, geblondeerde piekjes en vooral heel veel attitude. Volgens zijn coach kan je talent bij een atleet herkennen zonder hen een pas te zien lopen. Een kampioen is een persoonlijkheid die zelfvertrouwen uitademt. Butter geeft onomwonden toe dat hij altijd al de beste wilde zijn in alles. Op de vraag of hij dacht dat hij God was, is het antwoord dat hij dacht onoverwinnelijk te zijn. Waarop hij schamper lacht: dat is nu even anders. De tijden veranderen. Door de jaren heen is de klootzakkerige vedette volwassen en minder stoutmoedig geworden, aldus de coach. Als kijker knap je niet af op het arrogante imago van de jonge Butter. Je kijkt naar een intelligente kampioen van vlees en bloed. Topatleten mogen dan een ras apart zijn, uiteindelijk zijn het ook maar mensen.

In blokken van vijf kilometer zie je hoe Butter aanvankelijk vlot op schema ligt om zijn doel te halen. Coach Guido volgt hem minutieus op via de motor. Het begint te motregenen. De marge wordt steeds krapper. De nervositeit neemt toe. Voor dit soort situaties is het woord bloedstollend bedacht. Nog meer nervositeit. Op drie kilometer voor de finish schreeuwt de coach zijn pupil toe 3 x 3″04′ en we hebben hem! Een verschroeiend tempo dat Butter nét niet kan aanhouden. Zijn laatste kilometer moet hij afleggen in 2″59′. Voor de goede verstaander: dat is 20 kilometer per uur en dat na 2 uur strijd op het allerhoogste niveau. De finish in Amsterdam ligt, net zoals de start, in het Olympisch stadion (oh symboliek!). Butter komt de arena binnengestormd en perst werkelijk alles uit zijn tengere loperslijf. Geen ereronde, maar een lijdensweg. De klok tikt onverbiddelijk verder richting 2:11. Je blijft met elke vezel van je lijf hopen dat hij het wonder boven wonder nét wel gaat halen. Butter finisht in 2:11:08. Acht seconden. Acht seconden weerhouden Butter van Rio. Hij stort in elkaar en weet dat hij te traag was. Acht seconden. De marathon was 45 meter te lang.

De vraag is dan waar en hoe die acht seconden verloren zijn gegaan. Nergens volgens Butter. Hij heeft zichzelf en zijn trainer niets te verwijten, dat zegt hij na de eerste emotie en ontgoocheling. Sterker nog: hij bestempelt deze marathon prompt als zijn Mooiste Marathon. Hij schat zijn comeback-marathon dus hoger in dan zijn snelste en historische tijd uit 2012. Er is meer. ’s Avonds brengt Butter met zijn entourage een toost uit. Hij heeft heuglijk nieuws: in april zal hij vader worden. Of hoe het belang van topsport ook meteen gerelativeerd kan worden. Coach Guido reageert emotioneel. Butter is inmiddels 33 jaar (mooie leeftijd) en leeft nog steeds volop voor zijn sport. Hij volgt trainingsstages in Kenia en hanteert ook in zijn Nederlandse woonplaats Castricum de Keniaanse trainingsprincipes en levensstijl. Zijn Olympische droom is nog levend. Tokyo 2020 is zijn laatste kans. Hij gelooft dat hij nog eens onder de magische grens van 2:10 kan duiken. Dochter Milou is zijn trouwste supporter. Op beelden van de Amsterdam marathon 2018 is te zien hoe ze in een reflex haar papa gaat troosten die uitgeteld aan de finish ligt.

Afgelopen weekend won Seppe voor het derde jaar op rij het combi-klassement in de Nederlandse badplaats Egmond. Hij reed op zaterdag heel hard met de mountainbike over het strand in de beachrace en wist op zondag zijn directe belagers af te houden tijdens een halve marathon met fikse windvlagen. Hoe dat verliep kan je hier lezen. Twee jaar geleden kwam Seppe in Egmond voor het eerst oog in oog te staan met zijn idool Michel Butter. Die is doorgaans nog een stukje sneller dan hij, maar hij rijdt natuurlijk niet met de fiets. Ik weet niet in welke mate er woorden zijn uitgewisseld. In ieder geval liet Seppe me weten dat Butter afgelopen zondag heeft opgegeven. Toen ik in oktober 2017 zelf de Amsterdam marathon liep, kon ik natuurlijk niet anders dan denken aan Butters finish. Het stak voor mij niet op acht seconden meer of minder. Bekijk De Mooiste Marathon eens als je een keer echt tijd hebt om er goed voor te gaan zitten. Als ik iemand de Olympische Spelen van harte toe wens (mijn broer buiten beschouwing gelaten) dan is het Michel Butter wel. Om hem het laatste woord te geven: dit is wie ik ben, dit maakt mijn leven bijzonder.

 

Marathonpraat – Hoe Eliud Kipchoge het wereldrecord aan flarden liep

Wahnsinn! Unglaublich! 2:01:39. Het wereldrecord op de marathon ging eraan op 16 september 2018. Ik ben er nog niet goed van. De Keniaan Eliud Kipchoge liep zichzelf nog verder de geschiedenisboeken in met een onvoorstelbare race in Berlijn. Op indrukwekkende wijze won hij zijn negende marathon: ruim een minuut sneller dan de 2:02:57 van Dennis Kimetto uit 2014. Alleen Wilson Kipsang slaagde er ooit in Kipchoge van de marathonwinst te houden. In 2013 had hij op de marathon van Londen een wereldrecord nodig om af te rekenen met zijn landgenoot. Een winstpercentage van 90%: het is zonder meer een straf cijfer.

Eliud Kipchoge liet zich misschien inspireren door Koen Naert, die op het EK in augustus al toonde dat je geen hazen nodig hebt om een topprestatie neer te zetten op dé marathon der marathons. Na 25 kilometer viel Kipchoges laatste tempomaker al weg. 17 kilometer als een dolle alleen lopen is zowel een mentale als fysieke uitdaging. Het ultrasnelle parcours in Berlijn stelde wederom niet teleur. In Wereldrecord legde Maarten Van Gramberen haarfijn uit waarom de omstandigheden in de Duitse hoofdstad zo gunstig zijn. Het vlakke, windluwe parcours zonder al te scherpe bochten vormt namelijk het perfecte decor voor een toptijd en de programmering in september vergroot de kans op geschikt marathonweer. De zon was afgelopen zondag geen spelbreker, maar gaf meer glans aan de historische prestatie van Kipchoge. Breedlachend knalde hij door het finishlint.

Ik leerde Eliud Kipchoge kennen door Breaking 2: het groots opgezette project van Nike om de magische 2 uur barrière op de marathon te doorbreken. Na een intensieve voorbereidingsperiode ondernamen drie zorgvuldig geselecteerde marathonlopers in mei 2017 op het Formule 1 circuit van Monza een poging om de elasticiteit van de menselijke grenzen nog verder op te rekken. Door de gemanipuleerde omstandigheden zou de eindtijd nooit als een officieel wereldrecord gelden, maar onder de 2 uur duiken zou hoe dan ook een stunt van formaat zijn. Dat lukte nét niet: Kipchoge finishte in een hallucinante 2:00:25. No human is limited, zei hij achteraf en zo had Nike er een nieuwe catch phrase bij voor hun najaarscollectie.

In de documentaire wordt ook duidelijk waarom de 33-jarige Kipchoge de filosoof wordt genoemd. Vergis je niet: marathons lopen op het hoogste niveau is een lucratieve bezigheid. Kipchoge blinkt echter uit in bescheidenheid. In zijn jeugd was lopen een noodzaak om zich van en naar school te verplaatsen. Inmiddels is hij zelf vader van drie kinderen. Hij woont nog steeds in Kenia en staat elke dag om 5 uur op. In zijn trainingen springt hij spaarzaam om met zijn krachten. Nog nooit had hij een ernstige blessure of een smet op zijn blazoen. Hard werken en doorbijten typeert de marathonloper, dat bewijst zijn zelf bedachte formule Motivation + Discipline = Consistency.

Als marathonliefhebber van het ergste soort zat ik natuurlijk voor de tv gebeiteld om niets te missen van dit spektakelstuk dat, godzijdank, live werd uitgezonden op ARD. Bij de start voelde ik het kriebelen alsof ik zelf aan de bak moest. Ik krijg een niet te stillen loophonger door naar andere marathonlopers te kijken, alsof ik de kunst van hen kan afkijken. Waar ik continu zat te rekenen en besefte dat het echt zou gaan gebeuren, bleven de Duitse commentatoren aanvankelijk redelijk rustig. Toen Kipchoge een fenomenale eindsprint uit zijn benen schudde, (alsof hij een 1500 meter loper was) schreeuwde ik hem naar de finish. Ein besonderer Moment! Wir sind sprachlos! Ook de Duitse beheersing maakte plaats voor ongebreideld enthousiasme. Het is onmogelijk kalm te blijven als er sportgeschiedenis wordt geschreven.

Eliud Kipchoge is een fervent lezer. Het zal niet verbazen dat The Seven Habits of Highly Effective People van Stephen R. Covey één van zijn favoriete boeken is. Als hij spreekt is dat doordacht en steeds met de glimlach. Hij is geen man van veel woorden, maar wel van de juiste woorden. Door zijn compacte taal heeft alles wat hij zegt potentieel om een inspirational quote te zijn. Vlak na zijn heroïsche finish werd hij de hero of the day genoemd. De filosoof lachte dat weg en relativeerde: I’m really grateful. Thank you to everybody! Een dankbare marathonheld die excelleert in menselijkheid. Ik ben heel benieuwd wat voor moois Eliud Kipchoge ons in de toekomst nog zal tonen.

De gedachte – Over duatlon

Mijn broer strijdt op dit moment voor de wereldtitel lange afstand duatlon. Een voorbeschouwing kan je hier terugvinden. Ongeacht het resultaat vind ik het bijzonder jammer dat de nationale media amper aandacht besteden aan dit kampioenschap. Je zou haast denken dat we in België struikelen over de (vice-)wereldkampioenen. Enkele weken geleden berichtte Het journaal op Eén nochtans over de kersverse wereldkampioene garnalen pellen. Ja, serieus. Er moeten blijkbaar prioriteiten worden gesteld. Vorig jaar vond ik het dus hoog tijd voor een lezersbrief. Die werd niet gepubliceerd. Of wat had je gedacht?

Beste redactie

Een jaar geleden haalde Seppe Odeyn deze krant. Welgeteld zes zinnen wijdde De Morgen aan de wereldtitel duatlon die mijn broer behaalde op 4 september 2016 in het Zwitserse Zofingen. Jawel, duatlon. Hij moest hiervoor 10 km lopen, 150 km fietsen en nog eens 30 km lopen. Hij kreeg uitgebreide aandacht op 3athlon.be, slechts een korte vermelding op de website van Sporza en een interview op Radio 1. Daarin werd onder andere vermeld dat hij een jaar eerder reeds vice-wereldkampioen duatlon werd. Gisteren behaalde hij een tweede zilveren medaille op de meest prestigieuze aller duatlonwedstrijden. Zijn palmares bevat daarnaast nog Belgische titels en podiumplaatsen op internationale wedstrijden. Het moge dus duidelijk zijn dat mijn broer wereldtop is in zijn sport.

Helaas voor hem is duatlon het kleine, ongekende broertje van triatlon. Een sport die net iets meer bekendheid heeft, maar op zijn beurt ook maar een garnaaltje is in de grote sportzee. Mijn broer leeft en traint als een professionele atleet, maar heeft daarnaast ook gewoon een job om de kost te verdienen. Je wordt met andere woorden geen duatleet om geld te verdienen. Juist daarom is het bijzonder jammer dat een klein land als België een volwaardig (vice)wereldkampioen niet eens het vermelden waard vindt in een programma als Sportweekend. Ironisch, als enkele dagen voordien het zendschema wordt omgegooid omwille van kwalificatiewedstrijden waarin onze nationale voetbalploeg het opneemt tegen voetbaldwerg Gibraltar met de (on)nodige voor- en nabesprekingen. Wikipedia leert mij dat het team van Gibraltar slechts één professionele speler heeft.

Als “zus van” ben ik uiteraard bevooroordeeld. Ik begrijp heus dat duatlon minder spektakelwaarde heeft in vergelijking met sporten die wel volop in de belangstelling staan. Ik ben ook een trouwe volger van de Tour, waar dit jaar volop steen en been werd geklaagd over (veel) te lange en saaie ritten. We vinden het met z’n allen echter niet meer dan logisch dat ook die ritten wel uren zendtijd krijgen met daarbovenop (uitgebreide) samenvattingen en besprekingen omdat het nu eenmaal de Tour is.

Enkele keren per jaar slechts één minuut aandacht op de nationale televisie zou heel wat betekenen voor de professionele duatleten die op het scherpst van de snee met hun sport bezig zijn. Ze zullen niet met champagne in het rond spuiten en ze zullen ook geen luxe auto winnen (ze rijden nadien gewoon zelf naar huis in een geleende mobilhome), want daar doen ze het niet voor. Wel om een klein beetje waardering te krijgen voor het harde labeur dat ze leveren om onze nationale driekleur met glans te vertegenwoordigen.

En als er dan toch geen media aandacht aan deze sport wordt geschonken: geef die atleten dan gewoon een standbeeld.

Met vriendelijke groeten

Joke Odeyn

Duatlonspecial – Wat je moet weten over duatlon, Seppe Odeyn en het WK

Zondag 2 september 2018 is het zover: dan vindt het wereldkampioenschap lange afstand duatlon plaats in Zofingen (Zwitserland). Mijn broer Seppe zal dan opnieuw een gooi doen naar de wereldtitel. In september 2016 bracht hij de titel al eens naar België. Vorig jaar werd hij, net zoals in 2015, vice-wereldkampioen. Hij staat dit jaar voor de vijfde keer aan de start van dit WK. Redenen genoeg dus om jullie een korte inleiding te geven over de – helaas onbekende – duatlonsport, mijn broer die hierin tot de wereldtop behoort en het komende wereldkampioenschap.

De olympische sport triatlon zal bij velen bekender in de oren klinken met de Ironman-competitie als bekendste wedstrijdenreeks over de volledige afstand. De atleten zwemmen 3,8 kilometer, fietsen er 180 en sluiten af met een marathon, goed voor 42,2 kilometer lopen. Mijn broer nam dit jaar deel aan maar liefst drie Ironmans: Texas in april, Lanzarote in mei en Tallinn in augustus. Hij eindigde telkens nét buiten de top 10. Dat is heel straf voor iemand die zegt dat hij nog wedstrijdervaring moet op doen in de grote triatlons en die niet geboren werd als waterrat. Duatlon wordt ook al eens verward met de olympische wintersport biatlon, een langlaufwedstrijd waarbij de atleten onderweg met een geweer op doel moeten schieten. Mijn broer zou hier waarschijnlijk goed in zijn, maar bij gebrek aan sneeuw en een wapenvergunning kan hij zich hier niet op toeleggen.

seppe2

Duatlon bestaat uit drie onderdelen: de atleten lopen eerst, springen dan op de fiets en sluiten weer af met een loopnummer. Net zoals er ook kwart- en halve triatlons georganiseerd worden, verschillen ook de afstand en aard van het parcours van een duatlon. Zo is het Belgisch kampioenschap bijvoorbeeld een cross duatlon over de korte afstand, waar dus met een mountainbike wordt gefietst. Er bestaat ook een Belgisch en Europees kampioenschap over de lange afstand (10-60-10). Seppe behaalde al titels in beide disciplines en is ook zesvoudig winnaar van de Hel van Kasterlee. Een wedstrijd die zich niet voor niets de zwaarste winterduatlon ter wereld noemt. Op de Kempische bodem van Kasterlee wordt 15 kilometer gelopen, 118 kilometer gemountainbiket, om de benen nog eens finaal los te gooien met een run van 30 kilometer. Aangezien er gestreden wordt in december zijn de weersomstandigheden onverbiddelijk: kou, ijs en nattigheid behoren dan ook tot het vaste repertoire.

seppe3

Het is overigens op die Kastelse grond dat mijn broer zijn eerste stapjes (en trapjes) in de duatlonsport zette. Als ik juist kan tellen, was het op 24-jarige leeftijd dat hij de overstap maakte van het wielrennen naar de duatlon. In dit oprechte portret van Vojo Magazine dat vorig jaar over hem verscheen, kan je daar meer over lezen. Ik vertelde hier al dat hij naast zijn professionele topsportleven als duatleet en triatleet ook nog een job als vertegenwoordiger voor fietsenmerk Orbea heeft. Dat betekent trainen in vrije momenten en dus in alle vroegte of donkerte: over toewijding gesproken. Duatlon is een kleine wereld die weinig bekendheid geniet in het medialandschap, maar het is niet zomaar een opstapje naar de triatlon. Het prijzengeld ligt daar echter hoger, de sport kent meer prestige en triatleten hebben bijgevolg een grotere sterrenstatus dan mijn broer. Jammer, want Seppe Odeyn is een naam die klinkt als een klok in het duatlonmilieu en zijn wereldtitel in 2016 leverde hem ook een nominatie op de longlist voor sportman van het jaar op.

Het wereldkampioenschap lange afstand duatlon behoort tot de Powerman-competitie, zeg maar de Ironman van de duatlon. Seppe won in februari nog een Powerman-wedstrijd op Mallorca. Op de Powerman-ranking eindigde hij in 2016 op nummer 1. Seppe Odeyn is met andere woorden dus de Rafael Nadal van zijn sport, maar dan zonder Aston Martin. Het Zwitserse Zofingen is de vaste locatie voor het WK duatlon lange afstand. De wedstrijd is een klepper van formaat en omvangt 10 kilometer lopen, 150 kilometer fietsen en een afsluitend loopnummer van 30 kilometer. In 2016 volbracht Seppe dat kunstje in 6u23. Wie durft nu nog te beweren dat duatlon het kleine of minderwaardige broertje is van triatlon? België heeft overigens een stevige reputatie in de duatlon. De betreurde Benny Vansteelant schreef vijf wereldtitels op zijn naam, diens broer Joerie haalde er drie binnen en Rob Woestenborgs was goed voor één zege in Zofingen.

seppe1

Naast Seppe Odeyn worden ook Søren Bystrop (Denemarken), Gaël Le Bellec (Frankrijk) en Felix Köhler (Duitsland) tot de kanshebbers op de wereldtitel gerekend. Bij de vrouwen is het de vraag of de Britse Emma Pooley haar vijfde kampioenschap op rij kan winnen. Om alvast wat in de sfeer te komen, kan je hier een uitgebreid videoverslag van de race in 2016 bekijken: de editie die mijn broer dus won. Vanaf 1:14:00 zie je hoe hij op de finish afstormt, applaus in ontvangst neemt van enthousiaste Zwitsers en letterlijk door het lint mag gaan. Andere aanwezige elementen zijn: een Belgische vlag, een vreemde hond als mascotte, zonnebloemen en zelfs cheerleaders. Stand up for the champion! In het interview met de kersverse wereldkampioen kan je zien en horen dat mijn broer ook welbespraakt is in het Engels. Om het met de samenvattende woorden van de interviewer te zeggen: You started like a rocket, you finished like a champion!

Wie zich bij wijze van voorbereiding nog verder wil verdiepen in de sportieve carrière en avonturen van mijn broer, kan zich inlezen op Seppes website en blog. Jullie willen nu natuurlijk helemaal niets missen van dit wereldkampioenschap. Er is helaas geen plaats meer in de auto’s van de familieleden en supporters die naar Zofingen afzakken en Sporza beseft nog niet dat deze race uitzendwaardig is. Niet getreurd: je kan de wedstrijd volgen via livestreaming op de gloednieuwe Powerman Zofingen site. Ik zeg: kijken en supporteren!

Marathonpraat – Waarom het EK-goud van Koen Naert zo hard blinkt

We beleven niet alleen zonnige hoogdagen, maar ook sportieve. Wat een zomer! Onze nationale voetbalploeg beet de spits af en zorgde voor een overdaad aan tricolore vlaggen, gadgets en tous ensemble. Geraint Thomas won verrassend genoeg een boeiende Tour de France die ontsierd werd door asociaal supportersgedrag. Op de Europese Kampioenschappen volgde voor ons land het ene sportieve hoogtepunt na het andere. Nafi Thiam, de Belgian Tornados (4x 400 meter), Kevin en Jonathan Borlée en de immer sympathieke Bashir Abdi zorgden voor maar liefst vijf medailles in de atletiek. Marathonloper Koen Naert voegde daar gisteren een gouden medaille en Europese titel aan toe.

Het zal niet verbazen dat ik een boon heb voor de lange afstandslopers. Gentenaar Bashir Abdi nam afscheid op de 10.000 meter met een zilveren medaille. Hij wil zich volledig toeleggen op de langste afstand nadat hij in april dit jaar zijn marathondebuut maakte in Rotterdam. Hij kwam daar ten val vlak na de start, maar schudde toch nog een fenomenale 2:10:43 uit zijn benen: de 9e beste tijd ooit door een Belg gelopen. Dat belooft voor de toekomst! Gisteren was het dus aan Koen Naert om zich te meten met de Europese top en te strijden voor de medailles op de marathon in Berlijn. Hij zette de race volledig naar zijn hand en zegevierde met een persoonlijke recordtijd. Een prestatie waar ik niets dan bewondering voor kan hebben.

DSC03238
De finishlijn lag aan de Gedächtniskirche op Kurfürstendamm.

Koen Naert was tot 2015 verpleger in het brandwondencentrum van Neder-over-Heembeek. Tot dan combineerde hij zijn sport met een fulltime job, nachtdiensten inbegrepen. Vlak na de aanslagen in Brussel sprong hij zijn collega’s vrijwillig bij. Hij studeert nu opnieuw: een postgraduaat wondzorg en weefselherstel. Na zijn sportcarrière wil hij immers terug aan de slag gaan als verpleger. Naert kreeg geen topsportcontract bij de Vlaamse federatie, maar bij de Waalse. Ik schreef al over topsport als beroep en de grote opofferingen die dan gemaakt moeten worden. Geld is zelden de drijfveer van een topatleet. De meeste topsporters in ons land kunnen amper leven van hun inkomen, voor Naert is dat niet anders. De passie voor zijn baan als verpleger maakt er hem alleen maar een knappere atleet op.

Vorig jaar liep Naert zijn snelste marathon in Rotterdam. Hij kwam toen over de finish in 2:10:16. Gisteren liep hij in Berlijn pas zijn 7e marathon als topsporter. Zijn schitterende 2:09:52 was meteen goed voor de 2e snelste marathon ooit door een Belg gelopen. De straten in Berlijn vormen het snelste marathonparcours ter wereld. Dennis Kimetto vestigde er in 2014 het nog steeds heersende wereldrecord van 2:02:57. Gisteren waren de omstandigheden echter minder gunstig. De temperatuur steeg tot ver boven de 20 °C en het parcours bevatte meer bochten dan het traditionele parcours van de race die in september wordt gelopen. Naert schreef met andere woorden sportgeschiedenis en had daar geen ideale omstandigheden voor nodig.

Tot slot is er nog de manier waarop Naert de titel binnenhaalde. Hij geloofde in zijn eigen kunnen en wist dat de titel een mogelijkheid was. Met dat besef liep hij ook zijn wedstrijd. Tot kilometer 30 hield hij zich schuil in de groep der favorieten. Toen die uiteen viel en Naert met de Zwitser Abraham en de Italiaan Rachik vooraan liep, zette hij een versnelling in op 10 kilometer voor de finish. Als je weet dat een marathon doorgaans wordt beslist in de laatste 2 à 3 kilometer, dan is dat een heel gedurfde aanval. Naert ging uit van zijn eigen kracht, liep met lef en kreeg geen inzinking. In de laatste rechte lijn kon hij nog een Belgische driekleur bemachtigen die hij vervolgens ook nog op de juiste manier om zijn schouders sloeg. Hij had uiteindelijk ruim anderhalve minuut voorsprong op Abraham. De marathon kan met andere woorden wel een sensationele wedstrijd zijn.

IMG_2714
De laatste kilometer van de Berlin Marathon loopt over de Pariser Platz, vlak voor de Brandenburger Tor.

Ik heb genoten van de atletieknummers op deze overkoepelende Europese kampioenschappen, maar ook van de gemengde triatlonaflossing (brons voor de Belgian Hammers) en de wielerwedstrijd op de weg (brons voor Wout Van Aert). Dat overkoepelende concept wekte bij mij in ieder geval een Olympische Spelen-gevoel op. Duimpje omhoog dus. De volgende sportieve afspraak in Berlijn is op zondag 16 september: dan wordt de 45e Berlin Marathon gelopen. De Keniaan Eliud Kipchoge zal weer een gooi doen naar het wereldrecord. Vorig jaar regende het en strandde hij op 35 seconden van Kimetto’s chrono. De Berlin Marathon is integraal te volgen via de Duitse televisie: gewoon kijken.

De gedachte – Over topsport als beroep

Ik ben een ambitieuze, maar bovenal recreatieve loper. Marathons lopen is niet mijn werk, het is mijn hobby. Een hobby die weliswaar een belangrijke plaats in mijn leven inneemt. Op sommige momenten mijn leven zelfs een beetje domineert. Soms vraag ik me af wat mij drijft als loper. Waarom kan ik er zo in opgaan en is het zo belangrijk voor mij? Dezelfde vragen kan ik ook stellen over mijn beroep. Het antwoord is dan namelijk niet simpelweg omdat ik er mijn geld mee verdien. Voor het gros van de topatleten zal het financiële aspect ook niet de grootste motivatie zijn om op het hoogste niveau te presteren. Als geld je enige drijfveer is, dan is elke job een zwaar beroep. Mijn broer Seppe is professioneel du- en triatleet, maar hij kan niet leven van zijn sport. Hij heeft dus ook nog een gewone job als vertegenwoordiger. Trainen doet hij met andere woorden in zijn vrije tijd. Het maakt er zijn motivatie niet minder om, integendeel.

Ik heb mezelf ook al de vraag gesteld of ik mijn leven zou willen ruilen voor dat van een betaald topatleet. Begrijp me niet verkeerd: ik heb in de verste verte niet het talent om het te maken als topsporter, ook 15 jaar geleden had ik dat niet. De vraag is dus puur hypothetisch, maar het antwoord erop is telkens volmondig nee. Oké, er zijn al momenten geweest dat ik het lastig vond dat lopen niet mijn core business is. Om praktische redenen bijvoorbeeld: als ik op een warme zondagnamiddag met een marathon in de benen uren in de auto moest zitten, om dan de volgende dag amper uit mijn bed te kunnen, maar dan wel een hele dag op mijn benen te moeten staan in een klaslokaal. Of omdat “niet gaan lopen” niet betekent dat je ook daadwerkelijk rust als je fulltime werkt. Ook toen ik geblesseerd was, dacht ik dat het wel voordeliger zou zijn als ik een andere naam zou hebben. Borlée om maar iets te noemen. Ik zou dan niet ruim een week in onzekerheid hebben moeten leven met allerlei rampscenario’s die zich in mijn hoofd afspeelden, om dan te worden weggestuurd met de boodschap dat ik mijn been moest ontlasten. Met een andere naam kon ik zondagavond nog bij de specialist terecht en zou tot op het bot worden uitgeplozen wat er juist scheelde.

De keerzijde van die praktische voordelen is groot. Topsporters maken immense opofferingen om hun sportieve doelen na te streven. Hun sociale leven lijdt onder de strakke trainings- en voedingsschema’s. Rusten is een noodzaak. Een kerstfeest bij de familie Borlée zal waarschijnlijk minder gezellig zijn dan in een andere niet-topsportende familie. De agenda van een topsporter is tot in de puntjes georkestreerd. Je sport dan niet voor je leven. Je leeft voor je sport. Een blessure kan je inkomen hypothekeren. Je bent niet getroost met een eenvoudige volgende keer beter als een wedstrijd niet uitdraait zoals verhoopt. Een tegenvaller op sportief gebied heeft een grote impact op je hele leven en je kan je gedachten niet verzetten door je op je werk te storten.

Een professionele omkadering betekent ook dat je niet alles zelf kan bepalen. Omringd zijn door specialisten wil zeggen dat je ook naar die mensen moet luisteren. Chris Froome mocht in 2012 de Tour niet winnen omdat zijn bazen Bradley Wiggins hadden betaald om de eindzege binnen te halen. Froome was wellicht sterker, maar mocht zijn eigen kans niet gaan. Afgelopen weekend besliste de coach van onze Belgische turnploeg dat ze de ploegenfinale op het EK niet zouden turnen om de dames te sparen met het oog op het nakende WK. Het zijn rationele beslissingen die gemaakt worden binnen een groter plan, maar die ingaan tegen het instinct van de sporter. Topsport betekent jezelf voor een stuk uit handen geven. Ook aan de media en het publiek. Je wordt dan als persoon gemeengoed en voor je het goed en wel beseft, gaan dingen hun eigen leven leiden. In de afgelopen Tour de France werd gedemonstreerd hoe het publiek zich tegen een ploeg en groep atleten kan keren. Het feest dat sport kan zijn, kreeg plots een grimmige invulling.

Aan mij zou een leven als topsporter dus niet besteed zijn. De eentonigheid van een topsportersbestaan zou mij op lange termijn weinig voldoening schenken. Toen ik geblesseerd thuis zat, werd ik het ongelukkigst van het feit dat ik niet eens kon gaan werken. Naast lopen zijn er veel andere uiteenlopende dingen die mij boeien en bezighouden. Ik kan en wil ook niet kiezen om me op één iets te focussen. Mijn interesses zijn met elkaar verbonden en door te lopen krijg ik ideeën en maak ik plannen. Ik word geprikkeld om eens iets anders te proberen. Een blog beginnen bijvoorbeeld. Laat mij dus maar ver uit de spotlights mijn kilometers lopen. Ik zoek mijn grenzen op binnen de mogelijkheden die ik nu heb en ben mijn eigen coach. Dat is van onschatbare waarde.