Het gerief – Mijn ultieme cadeautips

Thank God it’s Christmas! Had Freddie Mercury geen last van cadeaustress of was die juist dermate groot dat hij niet anders kon dan met de kerst een zucht van verlichting slaken omdat het ein-de-lijk gelukt was om voor iedereen een pakje onder de boom te krijgen? Het zal jullie misschien niet verbazen, maar als kind fantaseerde ik hoe ik professioneel cadeaugever zou worden. Ik zag helemaal voor me hoe mensen mij konden contacteren aangaande hun cadeau-situatie. Op een formulier (ik hield van papierwerk) noteerde ik dan belangrijke informatie, zoals voor wie het cadeau was, waar die van hield en wat het budget was (een paar honderd frank). Mijn zaak was gevestigd in het tuinhuis van de buren, dat was namelijk best groot. Ik zou daar een soort van stock aanleggen van cadeaus die je maar beter op voorraad kon hebben. 30 jaar later spreekt het businessmodel me nog steeds aan.

Aan verbeelding heb ik nooit gebrek gehad, ook niet aan inspiratie om een cadeau te bedenken. Die springt gewoon in mijn hoofd of ik dat nu wil of niet. Een cadeau draait net zo goed om het geven als om het krijgen. Ik geef zelf niet graag iets dat ik lelijk vind, zelfs als ik weet dat de ontvanger er blij mee zal zijn. Noem dat gerust koppigheid. Ik heb overigens helemaal niks tegen cadeaulijstjes en -bonnen. Ze zijn hartstikke handig en ik wil niet de dwarsligger zijn die per se iets anders wil geven dan wat op het lijstje staat. Ik kan daarin dus bijzonder gehoorzaam zijn, maar soms heb ik de pretentie om te denken dat ik een cadeau kan geven dat zó goed is dat diegene het zelf niet kon bedenken. Dat kan trouwens ook iets functioneels zijn. Eén van de eerste cadeaus die ik van Hans kreeg was een plakbandrolhouder. Ik was en ben daar nog steeds superblij mee! Het is er namelijk één in mijn lievelingskleur van mijn favoriete kantoorwarenmerk (Leitz) en hij is extreem handig in gebruik. Ook dat kan dus: dik scoren met een plakbandhouder.

Een goed cadeau hoeft niet duur te zijn en ook niet vergezocht. Inspiratie ligt vaak voor het rapen. Waar zijn mensen op dat moment mee bezig? Vergeet dan niet de dagdagelijkse dingen. Een cadeau hoeft ook niet nieuw te zijn: een kringloopvondst schenken geeft dubbele voldoening. Al weet ik dondersgoed aan wie ik wel of niet iets uit de kringwinkel kan geven, want niet iedereen houdt van tweedehands. Natuurlijk word ik wel eens gepakt door mijn eigen enthousiasme. Er is ongetwijfeld iemand die dit nu leest en denkt aan die keer dat ik de bal grandioos missloeg. Nog een laatste disclaimer: ik ben geen kritische cadeau-ontvanger. Ik ben echt oprecht blij met heel veel dingen en die hoeven absoluut niet origineel te zijn.

Genoeg gestoeft. Tijd voor wat concrete tips en inspirerende cadeauvoorbeelden, zowel voor de knutselaars als de kopers onder ons. Hier gaan we!

iets met letters
Boeken! Boeken! Dat spreekt voor zich. Het aanbod is tegenwoordig zo divers dat je plaatselijke boekwinkel heel wat moois in de aanbieding heeft. Misschien zitten mensen niet altijd te wachten op dat ene boek waarvan jij denkt dat zij het goed zouden vinden. De kans bestaat dat het ongeopend ergens blijft liggen. Naïef als ik ben, denk ik dan: ze hebben dit toch bij de hand mochten ze nood hebben aan een boek. Wat ook kan: een prentenboek cadeau geven aan een volwassene, iets dat ze zelf in hun kindertijd vaak gelezen hebben of iets dat jij vroeger heel mooi vond. Prentenboeken blijven bijzonder. Als volwassene lees je ze ook weer met je kinderogen en besef je pas echt hoeveel schoonheid erin verborgen zit. Denk ook aan eigen letters of tekst: een cadeaubon kan je personaliseren met een kaartje of een zelfgeschreven gedicht. Nederlanders zijn hier meer geoefend in door hun traditie met Sinterklaas surprises. Ik geloof dat iedereen een gedicht kan schrijven. Gewoon lekker rijmen en dat verhaaltje komt vanzelf.

iets met een ervaring
Bij mijn metekindje Leah durf ik het wat eigenzinniger aan te pakken. Voor haar verjaardag gaf ik vorig jaar een schetsboek waarin ik het levensverhaal van onze overleden kat Ada opschreef. Daarbij kreeg ze veel foto’s van Ada om in het boek te plakken, maar ook stickers en ander materiaal voor haar eigen Ada-knutselboek. Dit jaar was het thema slaapgerief. Ik recycleerde dekbedovertrekken die ik van mijn meter kreeg zodat ze op Leah’s bed zou passen. Daar hoorden pyjama’s bij, een nachtkastje dat ik zelf niet meer gebruikte en wat decoratie voor op de slaapkamer: een groot cadeau met veel onderdelen (belangrijk voor een kind), dat zowel functioneel als emotioneel is. Voor de kerst ga ik nog een stapje verder. Dan stellen we zelf een adventskalender samen die begint na Sinterklaas. 18 cadeautjes dus! Daar zitten zowel nieuwe boeken bij, als zelfgemaakte kleding, vetbollen voor de vogels en prullen van de kringwinkel. Je geeft cadeaus, maar het draait om meer dan iets krijgen. Voor volwassenen vind ik een Museumpas daarom een tof cadeau: je maakt de drempel om een museum binnen te stappen kleiner en je hebt er een heel jaar lang iets aan.

iets met cafeïne
Een koffie-cadeau, heerlijk! Je geeft een warm en gezellig moment cadeau. Kies je favoriete koffietent, denk aan de koffiesmaak van de persoon in kwestie en informeer hoe die thuis koffie zet. Je maakt dit cadeau zo groot als je zelf wil door de hoeveelheid aan te passen. Door kwaliteitskoffie te kopen, draag je doorgaans ook bij aan een duurzamere wereld waarin koffieboeren eerlijk loon naar werken krijgen. Wie kan daar tegen zijn? Het spreekt voor zich dat je geen koffie geeft aan iemand die dat niet drinkt. Thee of chocolade om warme chocomelk te maken, zijn dan een alternatief. In veel zaken kan je kant-en-klare cadeaupakketten kopen, maar je kan die net zo goed zelf samenstellen door er leuke mokken of zoetigheid aan toe te voegen. Vind je dat allemaal te veel gedoe? Geef dan gewoon een cadeaubon van de favoriete koffiezaak. Support your locals. Altijd belangrijk.

iets met stof
De cadeaus die het vaakst van onder mijn naaimachine rolden, zijn sweaters en tassen. Twee allround cadeaus die je zowel veilig kan houden qua kleur en ontwerp als heel persoonlijk en zelfs een tikje gewaagd. Ook een stijlvolle keukenschort hoort in dit rijtje thuis. Een sweater, tas of keukenschort vragen geen pasvorm die tot op de millimeter juist moet zijn. Ooit had ik het geweldig ambitieuze plan om voor iedereen een sweater te naaien. Door de examenperiode zat ik heel krap in mijn tijd. Mijn naaimachine ratelde nog een half uur voor ik moest vertrekken naar het kerstfeest: sweaters vers van de pers dus. Een andere keer maakte ik veel te dicht tegen de deadline aan een jas voor mijn nichtje Laurien. Ik had mijn nieuwe naaimachine nog niet lang en het lukte maar niet om een knoopsgat te maken. De klok tikte genadeloos door. Vlak voor de naaiwinkel ging sluiten, belde ik voor wat hulp vanop afstand. Ik was gered en kon een jas afgeven mét knopen en knoopsgaten. Als er aan jou geen crea bea verloren is gegaan, dan koop je gewoon een sweater of tas: je kan er ongeveer iedereen een plezier mee doen en je hebt er nooit genoeg van. Vind ik toch.

iets met gezelschap
Roos kreeg in september een daguitstap cadeau. Je bent op de leeftijd gekomen van de ervaringscadeaus zei ik al lachend. Ik had best wel wat kunnen bedenken om aan Roos te geven, maar ik was egoïstisch en dacht: ik wil tijd met Roos spenderen. Ik ging er maar van uit dat tijd met ons doorbrengen voor haar ook een cadeau zou zijn. Roos mocht de stad kiezen waar we heen zouden gaan, ze werd thuis opgehaald en teruggebracht, een lunch en voldoende koffiemomenten waren eveneens inbegrepen. Haar keuze viel op Gent. Wij zorgden voor een dagprogramma. We begonnen met de expo van Stefan Vanfleteren in het KMSK, iets dat Roos niet zo snel op eigen houtje zou doen. Nadien gingen we lunchen bij Norma (topadres!) om dan de stad in te trekken, waarbij een bezoek aan Het Paard van Troje niet mocht ontbreken. We sloten af bij De Stoffenkamer, een top zaak voor iedereen die van naaien houdt. Kortom: een vol programma met voldoende babbel- en rusttijd. De uitgelezen manier om samen te beleven wat je deelt en te delen wat je beleeft. Ook hier zijn versies te bedenken die wat minder voorbereiding vragen: samen gaan lunchen of ontbijten bijvoorbeeld, al dan niet met cadeaubon. Belangrijk als je een moment samen cadeau geeft: leg zo snel mogelijk een datum vast. Dan blijft het cadeau niet in het ijle zweven.

Ik eindig graag met wijze woorden van een andere kerstsong: All I Want For Christmas Is You! Of je nu wel of geen cadeaus geeft, groot of klein: het grootste geschenk dat je kan geven is tijd. De tijd en moeite die je hebt gedaan om een cadeau te kunnen geven, maar ook kwali-tijd die je schenkt door wat je geeft of de tijd die je simpelweg samen doorbrengt. Als dat geen mooie kerstboodschap van algemeen nut is.

Het gerief – Ik ga 100 km lopen en neem mee

Yes yes, morgen is het zover! Hans en ik beginnen dan aan ons mega trailavontuur in Bouillon. 101 kilometer met 3314 hoogtemeters staan er op het menu. Om 3 uur (!) beginnen we eraan. We zijn gepakt en gezakt, klaar om eraan te beginnen, al klinkt het op dit moment nog heel onwezenlijk. Aan onze voorbereiding zal het niet liggen. In mei liepen we heel veel kilometertjes zij aan zij, waaronder ook een paar mooie trails in de Ardennen. We hadden dus de kans om wat eten en gerief uit te testen. Zo leerde ik van Hans dat er eigenlijk een soort van vuilniszakje in je trailvest hangt. Heel handig! Dan is de vraag van vandaag: wat neemt een mens zoal mee als ze 100 kilometer gaat lopen?

De organisatie legt een lijst op van verplicht materiaal dat elke deelnemer moet meenemen. Daar zitten spullen bij voor in geval van nood, een scenario waar je liever niet aan denkt, maar toch rekening mee moet houden: een overlevingsdeken (zo’n thermisch blinkend geval), een fluitje (hangt standaard aan elke trailvest) en elastische tape (kinesiotape). Elke loper moet bovendien een telefoon en identiteitskaart bij zich hebben. Aangezien we ’s nachts vertrekken, is ook een hoofdlamp verplicht en allesbehalve een overbodige luxe. Tot slot moet je een eigen beker bij je hebben (om te drinken aan de bevoorradingsposten), een waterreserve van 1 liter (wat niet heel veel is gezien het warme weer) en een voedselreserve (die niet verder gespecificeerd wordt).

Mijn trailvest is nog steeds de Advanced Skin 5 van Salomon. Ik kocht die in 2022 voor mijn eerste 70 kilometer in Houffalize. Een absolute aanrader! 5 liter opbergruimte is behoorlijk wat en meer dan genoeg als je geen extra kleding meeneemt. De meeste plaats wordt ingenomen door 4 soft flasks, in totaal 2 liter water. Twee flesjes zitten vooraan, de andere twee zijn extra’s op de rug. Ik drink liefst van al gewoon puur water. Misschien zwicht ik op de bevoorrading ook eens voor een colaatje. Naast drinken herberg je ook een hoeveelheid voeding. Tijdens de trainingen bleken de ISO gels van 6D met appel- en ananassmaak mij goed te bevallen, net zoals de sportrepen van 6D. De bloks (een soort snoepjes) van Clif mogen zeker ook niet ontbreken. Qua voeding reken ik verder op het buffet van de bevoorradingsposten. Voor mij is er geen trail zonder TUC. Heerlijk om het mondgevoel te neutraliseren en ook wat zouten binnen te krijgen. Een stukje peperkoek en wat rijsttaart schuif ik doorgaans ook vlot naar binnen. Mag zeker niet ontbreken “voor het geval dat”: zakdoekjes (de noodzakelijke sanitaire stop), insectenspray (er vliegt en springt daar wel wat rond), ontsmettingsspray (toch wel zo proper na een valpartij) en wat basis medicatie (pijnstiller en allergiepilletje).

We zullen onderweg 8 bevoorradingsposten passeren. Dat is mooi! Na 55 kilometer ligt op post nr. 4 onze drop bag, een tas met wat extra persoonlijke spullen die de organisatie daar voor je klaarzet. Hans heeft met zijn 100 mijlers al drop bag ervaring, voor mij is dit een primeur. Er gaan sowieso een paar schoenen en wat extra kleding in. Niet dat ik van plan ben om iets te wisselen, maar je weet maar nooit. Een fris washandje lijkt me wel lekker, net zoals iets boterham-achtig om te eten. We zijn van plan om ons daar van een goeie laag zonnecrème te voorzien – voor wat dat waard is met al dat gezweet. Uiteraard is het ook een kans om de voorraad gels en repen in je vest aan te vullen. Voor alle duidelijkheid: ik ben niet van plan om alles wat op de foto staat weg te stouwen. Ik heb niet heel veel brandstof nodig om te blijven gaan.

Hoewel ik het gedoe met gerief aanvankelijk veel gedoe vond bij trails, ben ik er nu van gaan houden. Het is het ultieme padvindersgevoel: vestje op, spulletjes mee en gaan! Denken jullie ergens in de loop van de dag eens aan ons?

Het gerief – Een trailschoenenspecial

Tot voor kort had ik weinig speciaals te vertellen over de trailschoenen waar ik mee liep. Een beetje hetzelfde verhaal als met mijn wegschoenen: ik bleef hangen bij wat ik kende van Nike zonder me daar veel vragen bij te stellen. Ik liep veel en ook lange trails in de Ardennen met de Pegasus trail reeks. Met schoenen van een ander merk zouden die uitdagingen niet plots veel makkelijker geweest zijn. Buiten die keer in Houffalize dat ik de totaal onlogische keuze maakte om met een GoreTex schoen te lopen. In warm weer, uren aan een stuk en een paar keer de rivier door. Het resultaat: blijvend natte voeten én blaren. Mijn trailschoenen van Nike deden het vooral goed als modderschoenen. Als je in een dorp woont richting boerenbuiten, dan loop je in het najaar steevast door modder op een harde ondergrond. Een niet zo bijzondere trailversie van een niet zo bijzondere wegschoen (want dat is de Pegasus trail) is dan een goed compromis: je hebt meer grip, maar boet in aan comfort. Nu ben ik dus samen met een rasechte trailloper, die ook al heel wat meer jaren ervaring met trailschoenen heeft. Bovendien verzeilde ik in de loopschoenenbranche en was het dus onafwendbaar dat ik ook op trailvlak mijn horizon zou verleggen. Een blik op mijn trailschoenenrek.

De Speedgoat 5 van Hoka is voor mij de ideale allround trailschoen. Eentje waar je op divers terrein mee uit de voeten kan. Een modderige loop in Heverleebos of een technischer trailtje in de Ardennen, met de Speedgoat aan je voeten zit je altijd safe. Het is een zachte schoen die voldoende grip geeft. De pasvorm zal vele voetjes blij maken. Dat bleek toch toen ik nog schoenen verkocht: de Speedgoat zit zo lekker als een pantoffel, maar wel één die doet dromen van bos en bergen. In het najaar kwam de Speedgoat 6 uit. Veel veranderde er niet, al zijn lopers met bredere voeten blijer met de 5. Een aandachtspunt is de slijtage van het profiel. Verharde kilometers moet je er echt wel mee beperken om te vermijden dat het profiel wegsmelt als sneeuw onder de zon. Mijn snelle geiten waren het eerste paar Hoka’s dat ik kocht en we zijn nog niet uitgelopen samen.

Liefde op het eerste gevoel had ik met de Xodus Ultra 3 van Saucony, een oerdegelijke trailschoen verpakt als een wegschoen. De eerste keer dat ik hem aantrok, was het meteen raak: dit is de trailschoen die ik nodig had! De zool is wat hoger en bestaat uit twee lichte foams. De Xodus combineert demping dan ook met responsiviteit. Je zakt er kortom minder in weg, waardoor je tempo kan maken als het off-road terrein wat beter beloopbaar is. Ik trek ze vooral aan bij bosloopjes hier in de omgeving. In december liep ik er de Trail de la Soupe mee: een goeie 40 kilometer die modderiger en technischer waren dan verwacht, maar ik betreurde mijn keuze voor mijn bordeauxrode rakkers in geen geval.

De Mafate Speed 4 van Hoka is mijn nieuwste aanwinst en kocht ik met het oog op het echt lange ultrawerk dat er zit aan te komen. Ik was al lichtjes beïnvloed door de complimentenregen van Hans over deze schoen. Voor een gewone bosloop met wat hoogte moet je niet meteen investeren in de Mafate. Het is op alle vlakken immers de meest geavanceerde trailschoen uit de Hoka-stal. Aan de pasvorm merk je meteen dat het een schoen is waar je een huis op kan bouwen. De zool is opgebouwd uit een zachtere foam om voldoende demping en dus comfort te geven, aangevuld met een wat hardere basis zodat de schoen ook stabiel blijft als je er uren aan een stuk mee loopt. Voor het technische werk (denk: steile klimmetjes en afdalingen over een geaccidenteerd terrein) is de Mafate je allerbeste vriend. Na mijn eerste trailtje ermee, kroonde ik mezelf meteen tot trailgodin Maffie. Een schot in de roos dus!

Tot slot nog dit: een trailschoen koop je niet om je voeten droog te houden. Lopende voeten kunnen beter gewoon nat worden in ademend materiaal waarin het vocht uit de schoen kan. Een trailschoen is aan te raden als je meer grip wil houden op een natte, gladde of oneffen ondergrond. De zool van een trailschoen is robuuster, waardoor je niet meteen elke steen voelt waar je over loopt. Bovendien is ook het bovenwerk steviger en zijn je tenen beter beschermd als je ergens tegenaan stoot. Voor de meeste trailschoenen is de algemene richtlijn dat je om het profiel van de zool te sparen niet meer dan een kwart van je kilometers op verharde (asfalt/beton) ondergrond mag lopen. Omdat trailschoenen het doorgaans harder te verduren krijgen door de omstandigheden waarin ze worden gebruikt, gaan ze wat minder lang mee. Door te stijgen en dalen staat het bovenwerk meer onder druk en kan dat sneller scheuren. Ook modder en zand zorgen ervoor dat het materiaal sneller verslijt.

Disclaimer: ik werkte dan wel voor Absolute Run – Vedette Sport in Leuven. Ik betaal mijn schoenen helemaal zelf en word door niks of niemand verplicht om daar een mening over te hebben, laat staan om die te delen.

Het gerief – Mijn marathon essentials zoveel jaren later

Zondag loop ik mijn 20e marathon: een specialleke van Brussel naar Leuven. Alsof het zo moest zijn. Iets bijzonders voor mezelf en mijn vriendjes, waarover later meer. Het meest essentiële om een marathon te lopen? Een degelijke voorbereiding en een grote loophonger. Ik beleef dat moment heel bewust in het startvak: het besef dat je, na maanden toe te leven naar dat ene moment, heel weinig nodig hebt om die marathon te finishen. Je moet gewoon lopen, zoals je dat al kilometers en kilometers vaak gedaan hebt. In de beginjaren van mijn bestaan als marathonloper schreef ik al eens over mijn marathon essentials. In tegenstelling tot mijn lijstje met benodigdheden uit 2018 ben ik nu wel echt van het running light type geworden. De Stance sokken, de vaseline, de Clif bar en de chocomelk zijn gebleven. Tijd voor een update.

Ik heb mijn wedstrijden jarenlang met dezelfde Nike-outfit gelopen: een short – ik dacht elke keer dat het de laatste zou zijn gezien de slijtage in de kruisnaad – en een donkerblauw singlet. Een outfit die op talloze foto’s vereeuwigd werd. Mijn foto’s met het lint in Antwerpen bijvoorbeeld, maar ook mijn calvarietocht in Milaan. Om nostalgische redenen zullen die stuks niet snel in de kledingcontainer belanden. Na mijn schoenencollectie onderging ook mijn sportgarderobe een grondige make-over. En of dat nodig was, ik had letterlijk geen shorts meer zonder gebreken. Mijn favoriete short van het moment is van New Balance: een 2-in-1’tje met het best zittende binnenbroekje ooit. De short doorstond de duurlooptest met glans.

Waren ook dringend aan vervanging toe: mijn sportbh’s van Shock Absorber. Ik droeg ze jarenlang en ze deden goed hun werk, maar het waren marteltuigen die me soms nekpijn bezorgden en ik hield er heel vaak schuurplekken aan over. Vervanging vond ik bij de Zwitserse kwaliteit van ON. Hun endurance bra is werkelijk de beste sportbh die ik ooit heb gehad. Het ontwerp is geniaal (dit heeft een vrouw bedacht): de bh is gemaakt uit licht en ademend materiaal, biedt veel steun en heeft de perfecte pasvorm. Marathons loop ik (bijna) altijd in een singlet. Zondag zal dat niet anders zijn. Blauw blijft trouwens mijn favoriete kleur. Mijn outfit is pas compleet met een pet. Sinds de zomer ben ik helemaal fan van de Hoka caps. Ze zijn lekker licht met een handige elastiek én het goede petgevoel.

In 2019 zwaaide ik mijn belt met drinkbushouder uit. Ik heb ondertussen een belt van Compressport die ik draag als ik klein gerief wil meenemen. Voor de marathon heb ik die niet nodig. Ik consumeer ook een pak minder gels dan in mijn beginjaren. Nadat ik in Brugge geteisterd werd door vreselijke buikkrampen besloot ik niet langer een flesje met koolhydratendrank mee te slepen. De gels beperkte ik tot 3 à 4 stuks op een volledige marathon. Met 21 gram koolhydraten per stuk is dat helemaal niet volgens het boekje, maar het werkt voor mij. Uit gewoonte heb ik heel lang de gels van Squeezy gebruikt tot het steeds moeilijker werd om die te vinden (de trouwe lezers weten dat ik jarenlang marathons liep op ruim vervallen gels). De gels van SiS vond ik geen succes. Inmiddels zit ik bij 6D. Hun sports gels bevatten 30 gram koolhydraten en wat sodium. Die zoute nasmaak is niet mijn ding. Ik ben meer fan van de 6D isogels: vloeibaarder qua substantie en smakelijker. Ze bevatten “slechts” 20 gram koolhydraten, maar ik wissel ze af met de (zoute) sports gels. In Berlijn testte ik trouwens voor het eerst een gelleke met cafeïne. Voor mij was het geen wondermiddel. En drinken? Dat doe ik gewoon aan de bevoorrading.

Na de race zweer ik nog steeds bij chocomelk en een Clif bar. Daarna volgt meestal een boterham om alle kunstmatige fruitsmaken weg te werken. Goed (= voedzaam) eten na de marathon wordt trouwens vaak over het hoofd gezien in een voedingsplan, maar het blijft één van mijn belangrijkste tips. Eveneens niet te vergeten: een proper shirt en een warme trui, zelfs als de zon schijnt. Ik neem ook altijd een nat washandje mee in een plastic zakje. In afwachting van de douche is dat de meest deugddoende verfrissing die je je kan voorstellen. De tijd dat ik in een sporttas mijn hele hebben en houden meesleurde, ligt achter mij. Ik hou het tegenwoordig bij een rugzak. Als het kan, neem ik wel andere schoenen mee. Snelle schoenen zijn doorgaans niet gemaakt om er aangenaam mee te wandelen als je al wat wankel op je benen staat. Ziezo, bij deze heb ik ook voor mezelf een handig lijstje gemaakt van wat ik zeker niet mag vergeten. Heel handig tot ik over zoveel jaar weer denk: hoe kwam ik erbij in 2025?!

Het gerief – Hans en de Hoka’s

Hans is fan van Hoka. Aanvankelijk als trailschoen, inmiddels ook als wegschoen. Ik bleef niet achter. Mijn intermezzo in de loopschoenenwereld deed een heel frisse wind waaien door mijn loopschoenenassortiment. Ik had het hier en hier al uitgebreid over die broodnodige upgrade. Nike maakte plaats voor Hoka, Asics, Brooks en Saucony. De favorietenrol gaat naar Hoka: voor elke training hebben ze een topschoen. De pasvorm stelt nooit teleur en ook het design mag er wezen. Door die gedeelde liefde noem ik Hans wel eens mijn Bondi Boy. Buiten de trailschoenen zijn er drie toppers van Hoka die we allebei hebben. Samen gaan lopen met matching schoenen: als dat geen romantiek is. Het woord is aan Hans.

Ik neem jullie graag even mee voor een rondje langs de wegschoenen van Hoka waar ik vandaag het leeuwendeel van mijn kilometers op het asfalt mee loop; de Bondi 9, de Skyward X en de Mach X 2.

Hoe positioneert Hoka deze schoenen zelf? De Bondi 9 “biedt optimaal comfort tijdens je dagelijkse kilometers”, de Skyward X is “nog zachter en soepeler met een stabiele basis voor je fijnste kilometers” en de Mach X 2 “tilt snelheidstraining naar een hoger niveau”. Dit vat het trio erg goed samen en zo ervaar ik ze ook in de praktijk.

Wat fijn is aan het hebben van verschillende loopschoenen is dat je kan kiezen in functie van je looptraining – of wedstrijd; ga je voor een snelle workout op de piste of voor een lange, rustige duurloop, plan je intervallen langs de Vaart of een fartlek training in het bos… Voor elke omstandigheid is er wel een gepaste schoen te vinden.

Mijn favoriete schoen aller tijden is de Bondi 9. Ik vermeed de voorbije jaren zoveel mogelijk het lopen op verharde wegen omwille van de impact en de belasting. Dankzij de Bondi is dit verleden tijd. Nog meer dan de versie 8 is dit een schoen die heel erg comfortabel aanvoelt en de schokken van het lopen op beton en asfalt perfect opvangt, maar tegelijk ook erg ondersteunend is en zorgt voor een stabiel looppatroon. Hij is ook best “responsief” en voelt dus niet té zacht aan zodat je er zeker ook een mooi tempo mee kan lopen.

Ik dacht dus met de Bondi het walhalla van comfort gevonden te hebben, maar dat was tot ik de Skyward leerde kennen. Maar liefst (net geen) 5 centimeter zool zit er onder je voeten waardoor het begrip demping een nieuwe betekenis krijgt; met deze schoen heb je echt het gevoel dat je op wolkjes loopt. Je zou verwachten dat dit dan weer nefast is voor de stabiliteit en de veerkracht, maar niets is minder waar. Door het verwerken van een carbon plaat in de zool wordt dit op een verrassend effectieve manier opgelost. Het resultaat is verbluffend; een super comfortabele schoen waar je talloze kilometers mee kan malen, zonder echter in te boeten aan de nodige ondersteuning en stabiliteit. Al vind ik persoonlijk dat hij toch het best tot zijn recht komt op een mooi vlak stuk asfalt. Wordt de ondergrond wat hobbelig of ongelijk (kasseien…), of wil je er korte snelle bochten mee nemen, dan word je wel gewaar dat je met de Skyward best hoog boven de grond staat.

Last but not least hebben we dan de Mach X 2. Waar de Bondi en de Skyward dingen naar de titel van de beste duurloopschoen, is de Mach X 2 een totaal ander verhaal. Hij vormt de missing link tussen de allround duurloopschoen en de wedstijdschoen (die vaak uitgerust is met een carbon plaat). De Mach X 2 slaagt erin een voldoende mate van comfort en stabiliteit te verzoenen met de lichtheid en responsiviteit van een wedstrijdschoen. Voor mij, als trailloper die af en toe ook eens een wedstrijd loopt op de weg, is dit de ideale bondgenoot. Je vindt ze dus steevast aan mijn voeten wanneer ik snelheidswerk doe op de piste, en ik liep er intussen ook al twee wedstrijden mee; de Corrida in Leuven en de CPC halve marathon in Den Haag, telkens met een mooi resultaat.

Disclaimer: ik werkte dan wel voor Absolute Run – Vedette Sport in Leuven. We betalen onze schoenen helemaal zelf en worden door niks of niemand verplicht om daar een mening over te hebben, laat staan om die te delen.

Het gerief – Een bonte schoenenspecial #2

In mijn voorbereiding richting Berlijn had ik dus een complementair kwartet samengesteld: vier paar schoenen dat mij goed beslagen aan mijn trainingsarbeid zou helpen. Ondanks mijn gebrekkige benenmolen genoot ik volop van die ontdekkingsfase. Er waren zoveel nieuwe schoenen en merken te ontdekken. Als je aan de bron zit, als je vaak loopt en als het niet bij die marathon blijft, dan is het de logica zelve dat het kwartet zich uitbreidt. Ah ja, ik kon mezelf helemaal heruitvinden! Argument van praktische aard: ik had een assortimentje schoenen om in mijn thuisomgeving te lopen en één voor mijn city runs in Leuven, vlak voor ik aan mijn werkdag begin. Met trots stel ik jullie dan ook deel 2 van mijn schoenenfamilie voor.

IMG_5275b

Hoka Clifton 9 – 150 euro
De klassieker van Hoka, dat is deze Clifton. Een no-nonsense schoen met een beperkte zool volgens Hoka normen. Toch voelt de Clifton nog steeds zacht aan. Net zoals de Bondi is het een polyvalente schoen. Hoewel ik hem doorgaans eerder kies voor kortere afstanden, zal ik er morgen de halve marathon in Kasterlee mee lopen. Buiten het echte trailwerk kent hij namelijk geen grenzen en lijkt het mij de aangewezen schoen om mee over een modderig, deels verhard, deels onverhard parcours te lopen. Een degelijk schoentje voor alle seizoenen waar je op heel wat terreinen mee uit de voeten kan en dat bovendien voor een mooie prijs.

IMG_5227b

Brooks Ghost Max 2 – 160 euro
Hier is ie dan… de grote comeback van de Ghost in mijn leven! Het vlaggenschip van Brooks is al aan z’n 16e editie toe. Omdat een beetje meer soms ook de max is, kreeg de Ghost een geüpgradede variant die je herkent aan de dikkere zool. Ik kreeg een paar cadeau van Brooks en een gegeven paard, dat ga je natuurlijk extra kritisch in de bek kijken. Eerste indruk: wat een lelijke schoen is dit! Tweede indruk: hij zit een beetje raar aan m’n voet. Derde indruk: wat loopt hij lekker! De Ghost Max heeft me dan ook positief verrast met een fijn evenwicht tussen stabiliteit, comfort en responsiviteit. Toch wel de max eigenlijk, al zal je er dus geen schoonheidsprijzen mee winnen.

IMG_5282b

Hoka Skyflow – 170 euro
Een schoen die qua geometrie in de sandwich zit tussen de Clifton en Bondi, maar de zool werd uit een ander, veerkrachtiger materiaal gemaakt. Skyflow stelt niet teleur als liefdesbaby uit de Hoka-stal. Hard asfalt zal licht aanvoelen. Ik zal eerlijk zijn: ik kocht deze schoen in eerste instantie omwille van de geweldige kleurcombinatie (over smaak en kleur valt niet te twisten). Om nog eerlijker te zijn: qua gevoel verschilt hij nu ook weer niet heel veel van zijn ouders Clifton en Bondi, die net iets meer identiteit hebben. Een compromis-schoen is de Skyflow allesbehalve. Met een positie in het middenveld zorgt hij voor heel wat vinkjes op het lijstje met loopwensen.

IMG_5235b

Asics Glideride Max – 180 euro
Liefde op het eerste gevoel, het bestaat! Toen de Glideride Max binnenkwam, trok ik de schoen uit nieuwsgierigheid meteen aan. Wat een ervaring! Enerzijds kan je hem met best veel andere schoenen vergelijken door er “zachter” of “sneller” voor te zetten. Een snelle Nimbus bijvoorbeeld, of een zachte Bondi. Anderzijds gaat die vlieger totaal niet op en laat de Glideride Max zich niet zomaar in een hokje proppen. Asics zet de schoen in de markt als een comfortabele duurloopschoen, zelf loop ik er liefst kort en pittig mee. Een bijzondere schoen met een uitgesproken karakter. Ook bij mijn zusjes viel hij in de smaak. Sinds kort kunnen we op onze Gliderides trinnen. Als dat niet geweldig is!

IMG_5296b

Het gerief – Een bonte schoenenspecial #1

De allereerste echte loopschoen die ik kocht was de Ghost van Brooks. Een klassieker der klassiekers, een schoen zonder franjes en pretentie. Ik liep er een paar marathons mee en schakelde over naar Adidas’ Ultraboost, maakte via de Triumph een uitstapje naar Saucony en belandde uiteindelijk bij Nike, wat ik bombardeerde tot “mijn merk”. Ik vond het mooie schoenen, ze zaten mij eigenlijk altijd goed en ik kon ze online goedkoper op de kop tikken. Tot het een beetje op was tussen Nike en mij. Ik vond steeds minder mijn gading in het aanbod. De Pegasus vond ik te weinig schoen, de Zoom Fly wel goed, maar te hoog geprijsd voor wat hij was. Ik verzamelde een leger aan trailschoenen van Nike, echte compromis-schoenen om in landelijk modderig betongebied te lopen, maar eigenlijk veel te hard voor mijn stramme lijf. Het kan dan ook geen toeval zijn dat die carrièreswitch eraan kwam. Ook op schoengebied was het hoog tijd om het roer drastisch om te gooien.

IMG_5003b

IMG_5107b

Het grappige is dat je als ervaren loper denkt wel iets te weten over loopschoenen. Helemaal niks dus als je uit gewoonte altijd bij hetzelfde merk blijft hangen. Geometrie, foams, rockerprofiel, en teensprong. Megagrip, pebax en Vibram. Het duizelde toen ik me professioneel ging verdiepen in de wondere wereld van de loopschoen. Ik kreeg natuurlijk ook de kans om heel veel schoenen te passen en proberen. Zo trok ik weer eens een Ghost aan om meteen te voelen waarom ik er destijds klaar mee was. Mijn schoenenuitzet onderging een renaissance. Op een paar versleten Nikes na had ik werkelijk geen enkele degelijke schoen meer om over de weg te lopen. Daar kwam snel verandering in. Ik deel graag met welke schoenen ik nu loop.

Disclaimer: dit is geen gesponsorde reclame. Ik krijg van mijn werkgever een aantal loopschoenen per jaar: ik heb daarbij volledig vrije keuze, de rest koop ik zelf (met korting). Wat je hier leest, is dus mijn ongefilterde en onafhankelijke mening.

IMG_4545b

Asics Gel Nimbus 26 – 200 euro
Mijn allereerste paar Asics en ik viel er als een blok voor. Vlak voor we op vakantie gingen in Den Haag nam ik de schoen mee om ermee langs de zee te kunnen hollen. Mijn hamstrings en bil waren erg pijnlijk, mijn benen allesbehalve fris. Wat ik nodig had was een comfortabele, zachte schoen: een loopschoen als een wolk. Bovendien had ik hem net voor de aftrap van de Olympics in de flashy kleuren van de Paris edition. De Nimbus is rijk afgewerkt met een gevoerde hielkap en prachtig bovenwerk. Dat maakt hem ook behoorlijk aan de prijs, daar moeten we niet flauw over doen, maar als comfy duurschoen kent hij zijn gelijke niet. Uitkijken dus naar januari, want dan verschijnt de Nimbus 27! Benieuwd of dat net zo’n beauty zal zijn.

IMG_4958b

“Comfortabel en veerkrachtig asfalt verslinden met de Bondi” – Hans

Hoka Bondi 8 – 170 euro
De Bondi is een topschoen die multi-inzetbaar is. Of het nu is voor een kort ontspannen loopje over een veldweg, een wat langere beton-run of wat snelheidswerk op de piste: de Bondi kan het allemaal. Dankzij de flared stand en het rockerprofiel is het een uiterst stabiele schoen met een vloeiende afrol. Dat is ook de reden waarom hij zo populair is als comfortabele schoen in het dagelijks leven voor wie makkelijke dan wel moeilijke voeten heeft. Laat je niet misleiden door z’n plompe uiterlijk. De Bondi is best licht en biedt een excellent evenwicht tussen demping en responsiviteit. Ik ben dus een Bondi-girl met een blije Bondi-boy aan haar zijde, want ook Hans is fan. Nog iets om naar te reikhalzen: in januari komt de 9e editie uit van deze hartenbreker. Ik kan niet wachten!

IMG_4991b

Brooks Hyperion Max 2 – 170 euro
Naast een comfortschoen en een allrounder was ik ook op zoek naar een snel schoentje voor wat tempo- en intervalwerk. Ik twijfelde lang tussen de Endorphin Speed van Saucony en de Hyperion Max van Brooks. Allebei schoenen met een hoge responsiviteit (of misschien zelf agressiviteit) die je een extra push geven om snel te lopen. De pasvorm en de stabiliteit van de Hyperion Max gaven voor mij de doorslag. Dankzij de pebax-plaat (dat is gewoon plastic) sjees je ermee over de piste of over een strook asfalt, maar zak je niet in als het wat gezapiger gaat. Een schoen die mij nog niet heeft teleurgesteld en die qua looks hoge toppen scheert.

IMG_5101b

Hoka Cielo X1 – 275 euro
Voor de marathon in Berlijn kon ook een wedstrijdschoen niet ontbreken in mijn nieuwe collectie. Met mijn Vaporfly van Nike liep ik toptijden, maar met 200 kilometer op de teller was die wel echt op. De Cielo X1 mag dan wel ietsje zwaarder zijn, zijn extra grammetjes resulteren in een carbon-schoen met een waanzinnige geometrie die een pak meer stabiliteit garandeert dan de smalle leest van een Vaporfly én die heel wat langer zou meegaan. Daarenboven is ook het springveer-effect zoveel meer voelbaar. De Cielo X1 katapulteert je met kracht naar voren. Hoe sneller je loopt, hoe sneller de schoen wordt. De lintachtige veters zijn een minpuntje, maar dat compenseert hij ruimschoots met zijn kleurrijke voorkomen. Een echte eyecather is het. Eentje waar je verduiveld snel mee richting hel en hemel kan lopen.

IMG_5099b

Wordt vervolgd… en je raadt het nooit: de Ghost van Brooks komt nog eens piepen.

Het gerief – In de ban van de ruit

Mijn papa is veel, maar een fashionisto is hij nooit geweest. Ik had het dan ook nooit voor mogelijk gehouden dat uitgerekend hij zich als trendsetter zou ontpoppen. Het zit namelijk zo: al zo lang ik me kan herinneren draagt hij in de winter een geruite flanellen vest als jas. Hij had een rood-zwarte en een groen-zwarte versie met groot ruitpatroon. Merkloos uiteraard. Papa was daardoor erg herkenbaar. Lang voor de wereld er klaar voor was droeg Jan Odeyn met andere woorden een shacket. Helemaal hip en trendy dezer tijd. Een wat? Een shacket is een samentrekking van shirt en jacket: een wat oversized blouse, vaak geruit, die je als jas draagt. Een houthakkershemd wordt dat ook wel eens genoemd. Tegenwoordig zie je ze overal opduiken in alle kleuren, vormen en geheel uniseks. In december kon ik Sam overtuigen van de veelzijdigheid van het shacket en toen ik zag hoe hij in korte tijd helemaal verknocht raakte aan zijn vintage versie kon ik echt niet achterblijven.

IMG_0727b

Dankzij een prachtige rood-roze mantelstof mét ruit die ik bij LanaLotta zag, kreeg mijn shacket-droom uiteindelijk vaste vorm. Het was liefde op het eerste gezicht met die stof. Gek eigenlijk, aangezien ik rood en roze niet meteen als mijn lievelingskleuren zou bestempelen en ik er lang van overtuigd was dat de tijd van de felle kleuren voor mij passé was. Smaak en stijl veranderen. Vroeger kon ik ook niet begrijpen wat mensen zagen in de kleur bordeaux, terwijl burgundy nu een kleur is waar ik steevast voor zwicht. Net zoals lila en pasteltinten trouwens. De cyclamen in mijn tuin tonen aan dat je dit alles ook perfect kan combineren. Om die reden rolde er ook nog een sportieve sweater vanonder mijn naaimachine: een restprojectje van mijn (en Roos’) geliefde Invaincu-sweater. Ik moest creatief omspringen met de patroondelen en zo verdween het laatste stukje bordeaux in een mouw net zoals een stukje van de leopardstof. Als symmetrie geen optie is, dan kies ik resoluut voor de chaos. Colourblocking heet dat in modetermen.

IMG_0761b

Een shacket naaien vraagt net wat meer tijd dan een sweater, zeker als je met mantelstof werkt. Juist daarom was het een heel fijn project om mee bezig te zijn. Het eindresultaat overtrof mijn verwachtingen. De pasvorm is perfect (het ene oversized is het andere niet), de grote kraag is zowel stoer als elegant, net zoals de ronde vorm van de panden. Ook nu vormden de resten ruitstof een nieuw project. Naast jassen en sweaters ben ik namelijk ook een grote liefhebber van tassen. Ik zei het al vaker: er is een tas voor elke gelegenheid (én een jas én een sweater). Ik maakte al een tas die perfect in mijn fietstas past, zowel qua vorm als kleur. Een eenvoudige tote bag met grote hengsels om over de schouder te dragen. Mijn ultieme tip: een verstevigde bodem van stylevil zorgt ervoor dat je tas staat als een huis. De zoete, doch stoere ruit combineerde ik met vaste waarden van het Flat White huis: denim, een washed canvas in marineblauw, streepjes en een toets van zebra. Streepjes zijn echt altijd goed. De benjamin van de mini-collectie en familie Ruit is een fanniepack. Klein, maar verdorie arbeidsintensief, zoals ik hier al uitlegde.

IMG_0740b

Mijn pappie draagt een heuptasje enkel functioneel op de fiets. Ik besef nu dat hij profetische gaven had om modetrends te voorspellen. Zo droeg hij al een joggingbroek lang voor de grote modehuizen het hadden over sweatpants of athleisure wear om fashion statements te maken. Papa’s vaste tenue als molenaar en modelbouwpiloot was bovendien een overall, waar het nu al jumpsuit is wat de klok slaat. Zijn geliefde kabas is dan weer helemaal volgens de regels van utility wear of cargo style, dat kan ook. Het enige item uit zijn collectie dat nooit echt is doorgebroken moet zijn caban zijn, oftewel een regenponcho in legergroen voor op de fiets. Ik zeg: daddies and shackets for the win!

IMG_0730b

Patroondetails: Indy shacket van Bel Etoile, Didi sweater uit Fibre Mood 17, Faye fanniepack van WISJ Design. Patronen, stoffen en fournituren voornamelijk van LanaLotta in Leuven.

Het moment – Stijlvol en sportief met Flo in Brussel

Mijn leven verzamelt zich tegenwoordig in een hoop tassen en zakken. Fietsen, lopen, werken en altijd een beetje onderweg zijn: het vraagt wel wat organisatie. Om de juiste sleutels op zak te hebben, het gepaste schoeisel en ook de kleding voor de modus van het moment. Zo kleed ik me dus makkelijk een keer of 5 per dag om en sta ik net zo vaak spullen van de ene tas naar de andere over te hevelen. Nu ik ook weer vaker op een sportevenement ben, kwam ik tot de vaststelling dat ik als tassenfan van het eerste uur nood had aan een classy sporttas. Ik mag dan wel een coole sportzak van Nike hebben, als DIY-er kom je pas echt thuis in een zelfgemaakte tas. Hoog tijd voor weer wat onversneden creativi-tijd in mijn Flat White atelier.

Ik vertelde al vaker over mijn kledingcollectie van Flat White. Jassen, tassen en sweaters blijven de key-items van mijn zelfontworpen garderobe. Ik kan echt niet naar Parijs gaan zonder één of meerdere sweaters en liefst ook een jas van eigen hand. Geen Parijs ook zonder Maurice (bij de marathon was hij er als vanouds weer bij). Maurice had echter een elegant zusje nodig, net zo praktisch en fashionable, maar een maatje kleiner. Enter de Flo sporrtas volgens een patroon van WISJ. De handtas-versie maakte ik al 2 jaar geleden. Je weet wel: in de tijd dat we met z’n allen inhuizig moesten blijven, dat er stiekem ook best veel tijd was voor eigen dingen en dat online stoffen shoppen een volwaardige hobby was voor mij.

IMG_8196b

IMG_8197b

IMG_8199b

Wat altijd terugkeert als ik een tas maak is dat ik net zoveel uren nadenk over de perfecte stoffencombinatie als dat ik daadwerkelijk achter de naaimachine zit. Net zoals dat er altijd een moment aanbreekt dat ik denk: doorbijten en werken! Het is dan worstelen om al die lagen stof netjes onder de persvoet te krijgen zodat het resultaat niet alleen mooi is, maar ook stevig. Het binnenstebuiten gekeerde gevaarte dat voor mij ligt lijkt dan in de verste verte niet op een tas. Toch is het ook hoe mijn kleine Flootje geboren werd. Instant verliefdheid, ook dat is een terugkerend gevoel als die tas dan eigenlijk staat en als het nog meer geworden is dan waar je op gehoopt had.

Voor Flo koos ik als basisstof resoluut voor een lichte denim. In april liet ik me in Le Bon Marché namelijk inspireren door het onbetaalbare IRO Paris waar ze werkelijk fenomenale stukken hadden ontworpen met lichte jeans die zowel stug als soepel oogde. Voor het colour-block effect met de onderkant koos ik een washed canvas (een alternatief voor oilskin). De voering is dan weer een dekbed uit de kringwinkel dat ik verknipte. Flo is ook een ode aan mijn streepjesliefde. Mijn motto is niet voor niets: een dag geen streepjes gedragen, is een dag niet geleefd. Omdat de duivel in de details zit, mochten knipogen naar mijn vorige collecties niet ontbreken: yes, a touch of leopard! Ik heb nu eenmaal graag dat de dingen bij elkaar passen, dat creëert rust en harmonie in de chaos die het leven vaak is.

IMG_8201b

IMG_8217b

Flo was nog geen dag oud toen ze al mee mocht op de fiets en trein voor het loopfeest der loopfeesten: de 20 km van Brussel. Zowel voor Roos als voor mij was het de 7e keer dat we in Brussel aan de start stonden. De 20 van Brussel: dat is een iconische wedstrijd voor ons. Omdat we onszelf daar vonden als lopers. Omdat lopen en Brussel ons al zoveel gebracht heeft. We hadden nog een openstaande vacature voor zakkendrager, een taak die mama dit jaar met verve op zich nam. En of het weer een feestdag was! Roos bevestigde haar toptijd van het najaar met 1u32 en ik ging als een speer naar 1u20 (en 57 seconden) waarmee ik eindigde in de top-20. En bovenal: het was genieten! Flo was erbij en keer ernaar. Net zoals Maurice van Parijs is, zo is Flo van Brussel. Waar blijft die tas voor Tervuren en Den Haag?

b318b96e-b5cb-48ed-9076-9f0530a12384

Ik kocht al mijn stoffen en fournituren bij LanaLotta in Leuven: the place to be voor al je naaiprojecten groot en klein.

Loperspraat – Een nieuw vriendje aan de pols

Op 28 juli nam ik afscheid van een trouwe vriend, mijn Garmin Forerunner 230 waar ik vier jaar lang sportief lief en leed mee deelde. Aan onze intense samenwerking kwam behoorlijk abrupt een einde. De “wijzerplaat” kwam los en dus was het laatste rondje samen er één met een stuk plakband. Al waren er ook andere tekenen van aftakeling: het bandje stond op barsten en – veel erger – de batterijduur had het steeds lastiger met de duursporter die ik ben. Een waardige opvolger vond ik in de Garmin vívoactive 4. En zo kwam het dus dat er een nu een smartwatch aan mijn pols prijkt.

Ik ben aan mijn derde sporthorloge toe, zoals ik de Vivoactive 4 (ik doe ook niet aan dat gekke accent) nog steeds noem. Een smartwatch kopen stond nochtans niet op mijn wensenlijstje. Ik zag online een aanbieding voor de Forerunner 45. Lekker klassiek en basic, echt iets voor mij, dacht ik. Tot ik hem in het echt zag. Zo hard niet mijn ding: ik stoorde me aan de groene cijfers van de klok (serieus: groen?!) en verder deed het design me denken aan de Casio-horloges die ooit hip waren in de jaren 90. De Forerunner ging dus retour. De Garmin-goden waren me echter gunstig of ongunstig gezind (het is maar hoe je het bekijkt), want amper een dag later zat ik dus met een kapot afdekplaatje. Een nieuwe Garmin werd plots een zaak van staatsbelang. Ik deed wat onderzoek en haastte me naar een echte winkel. Daar werd me meteen duidelijk dat het Forerunner-era op z’n eind loopt. Weldra volgt een oerknal van smartwatches.

Ik ben al gewend aan het feit dat ik altijd achter ben met trends en evoluties. Mijn apparaten gebruik ik lang, heel lang, omdat ik er zo aan gewend ben. De laptop die ik vorig jaar – met pijn in het hart – verving had een minuut of 10 nodig om op te starten en daar zag ik eigenlijk echt geen graten in, want hij typte zo fijn. Bovendien sta ik nogal kritisch tegenover het nut van allerlei snufjes. Ik heb bijvoorbeeld echt niet de behoefte om via een app mijn vaatwasser te bedienen, laat staan om gebeld te worden via een horloge of er WhatsApp-conversaties te kunnen lezen. Mijn sportieve leven en bij uitbreiding mijn hele leven is daar gewoon niet spannend genoeg voor. Ik voel me bijna schuldig tegenover mijn Vivoactive dat ik nooit op een golfbaan te vinden ben, dat ik niet peddelsurf of aan yoga doe. En toch werd ik dus meteen helemaal verliefd op de knappe jongen rond mijn pols. Goh, wat werkt dat gemakkelijk zo’n touchscreen! Hoe leuk is het om je muziek in huis te kunnen bedienen via je pols! Geweldig zeg die auto-pause functie als je loopt of fietst! En ja, hartslagmeting aan de pols is toch ook wel een heel groot voordeel.

In de Garmin Connect app wordt mijn dag nu herleid tot een opsomming van kleurrijke cijfers en grafieken. Mijn stressniveau en body battery worden nauwgezet opgevolgd (zo voelt het toch). Hoewel ik aanvankelijk echt niet van plan was om met een horloge te slapen, vond ik juist mijn slaapgrafieken best interessant: mijn hartslag daalt dan soms tot 39 slagen per minuut. Mijn Garmin vriendje rapporteert niet alleen maar, hij stelt ook doelen op. Ik moet dagelijks voldoende hoogtemeters maken en stappen zetten. Ik mag niet te lang stilzitten of ik krijg een bewegingsmelding aangesmeerd, zelfs als je een paar uur hebt gesport. Hij is streng, maar rechtvaardig, want als je een doel haalt word je beloond met een flitsende animatie. Het zegt veel over hoe we met beweging omgaan: een natuurlijke actieve levensstijl is allesbehalve een evidentie geworden. Getallen zijn de Heilige Graal. Zelfs met al mijn relativeringsvermogen ben ook ik niet immuun voor de voldoening van het groene vinkje.

Laat het duidelijk zijn dat ik superblij ben met mijn aankoop. Mijn sportieve leven maakte een doorstart, al is dat niet alleen de verdienste van de Vivoactive. Toen ik vorige week (samen met Roos, hoe kan het ook anders?) deelnam aan een stratenloop voelde ik een stukje van mezelf weer wakker worden. Ik waan me plots een andere sporter. Ik ben weer een vrouw met een missie, een loper met een doel. Geen 10.000 stappen per dag of 150 minuten intensieve training per week, maar toeleven naar sportieve puntjes in de agenda, iets ondernemen en erop uit trekken. Het afgelopen anderhalf jaar zocht ik sportieve prikkels door op eigen initiatief een marathon en twee keer 50 kilometer te lopen. Toch leek ik in de wachtkamer te zitten. Ik wist niet dat ik de deining op het water zo gemist had.