Klein geluk #8 – Op de fiets over de F24

Als je elke werkdag 42,2 kilometer met de fiets aflegt, word je al eens voor gek verklaard. Terecht. Ik fiets dus elke dag een marathon voor mijn woon-werkverkeer. Soms werkt een toevallig getal de symboliek makkelijk in de hand. Ik schreef al meermaals over mijn band met mijn zowel geliefde als vervloekte Tiensesteenweg, een grauwe gevaarlijke strook asfalt die mijn woning in Tienen verbindt met mijn werkplek in Leuven. Het afgelopen schooljaar scheidden onze wegen echter halverwege en deed een nieuw personage zijn intrede: de F24 is de fietssnelweg die is aangelegd tussen Boutersem en Leuven. Langs het spoor, groen, glooiend en lekker bollend. De kilometer extra die ik per rit fiets, betaalt zichzelf terug in veiligheid en comfort. Waar ik aanvankelijk wat weerstand voelde – ik zou écht géén kiloméééters extra gaan maken en mijn steenweggetje aan de kant schuiven – groeide er inmiddels een innige band met mijn F24. Tijd dus om eens stil te staan bij de kleine gelukjes die daar zoal mijn pad kruisen.

  • fietsen is en blijft voor mij de ideale manier om van werk- naar thuismodus te schakelen, een groene omgeving is dan eens zo dankbaar
  • over een fietssnelweg fiets je vooral sneller omdat je niet moet wachten aan de lichten, wachttijd op de steenweg staat gelijk aan een kilometer extra fietstijd op de snelweg
  • die rit dat fietsen als vanzelf lijkt te gaan, zelfs in die mate dat je denkt dat er een motor op je fiets geïnstalleerd werd
  • die rit dat fietsen als een tijdrit aanvoelt, vastberaden om dat ene doel te halen – Tony Martin indachtig
  • die rit dat je met een goed beladen trekkingfiets toch onder het uur kan duiken en een sub1 op de tabellen rijdt
  • die rit dat ik samen fiets met Hans, met de zon in de rug als het kan, door wind en regen als het moet, spraak- dan wel zwijgzaam, maar nooit een gebrek aan sfeer en gezelligheid
  • binnen gluren bij Murrie die langs de fietssnelweg woont, bij deze kan ik haar ook verzekeren dat het echt wel meevalt met de inkijk, ik zie hooguit de contouren van iemand die in de keuken staat
  • binnen gluren bij Rudi Vranckx, althans, voor ons verhaal is het de woning van de journalist, al bewijzen de feiten het tegendeel
  • de statige tweelingvilla’s waar het, ondanks hun ligging naast het kerkhof, een heerlijkheid moet zijn om er koffie te drinken op het slaapkamerterras
  • het spookhuis dat opvalt door potdicht te zijn, met de rolluiken strak naar beneden, wat me zowel beangstigt als fascineert
  • de villa met de dromerige tuin en een eindeloze houtvoorraad, een woning die veel huiselijkheid uitstraalt, maar waarbij ik het onbegrijpelijk vind dat er standaard een droogrek in de leefruimte staat
  • de Sint-Ermelindiskapel die tot de verbeelding sprak, tot Hans eens een ommetje maakte om de kapel te bezichtigen en hij concludeerde dat vooral de naam charmant is
  • de treinen die voorbij rijden, waarbij ik dan toch altijd blij ben dat ik er niet op zit, lang leve de autonomie van de fietser die los van uurregelingen het heft in eigen handen neemt
  • het privé-bos, waarbij ik me afvraag wiens eigendom het is en wie dus de gelukzak is die houten bordjes met “privé-bos” de grond in kon slaan
  • de picknickbanken die vooral dienst doen als rook- of gsm-stop, ook wie met een speed pedelec rijdt, blijkt al eens behoefte te hebben aan een rustmoment
  • de paardenduo’s op de wei, zij aan zij tevreden grazend, bedekt met deken en vliegenmasker als het warm is, met de benen in de modder als het nat is 
  • de bende wit-zwarte koeien op de glooiende wei die een prachtig zicht hebben op de zonsopgang, een idylle die hen ook niet onberoerd laat
  • de 8 bruine stieren die wij de boys noemen, een weitje testosteron waar het er doorgaans vredig aan toe gaat met hooguit een speelse krachtmeting

IMG_4325b

IMG_4356b

IMG_4366b

Een verjaardagsbrief voor Bart Moeyaert

Beste Bart

Ik hoop dat ik gewoon Bart mag zeggen. En ook gewoon jij. Dat deed ik ook toen ik je in maart 2000 een brief schreef. 14 jaar was ik. Een heel grote (naar mijn gevoel de grootste) Bart Moeyaert fan die teleurgesteld was omdat je naast de Gouden Uil greep. Een grote literaire bekroning die alleen jij verdiende. Ik schreef een brief om je op te beuren. Ik dacht namelijk dat je verdrietig zou zijn en ik wilde je laten weten dat je op mijn steun als lezer altijd zou kunnen rekenen. Ik was een fan die haar taak ernstig nam. Ik wist dus dat jij jarig bent op 9 juni. Vandaag schrijf ik om je te feliciteren. Jij wordt op deze zonnige dag namelijk 60 jaar, een feestje waard en een moment om even stil te staan bij 25 jaar Bart Moeyaert in mijn leven.

Ik was dus 14 jaar toen ik voor het eerst een boek van jou in handen kreeg. Als boekenmeisje ging ik meermaals naar de bibliotheek in Herent waar een medewerker zo vriendelijk was om me wat leestips te geven. Ze duwde me jouw Mansoor of hoe we Stina bijna doodkregen in handen. De titel alleen al verklapte dat dit boek anders zou zijn dan de paardenboeken en sentimenteel dramatische verhalen waar ik aan verslingerd was, maar ook een beetje op uitgekeken. Het verhaal van Nisse en Stina nam mij meteen stevig in z’n greep. Dit was écht iets heel anders. Een nieuwe fascinatie was geboren. Ik wilde meteen andere boeken van je lezen en het was officieel: mijn lievelingsschrijver was Bart Moeyaert.

In 1999 kwam Het is de liefde die we niet begrijpen uit. Een ontroerend mooi boek over graag zien. Een moeilijk boek ook wel. Ik las stukjes opnieuw en opnieuw en ik vroeg me soms af wat je bedoelde. Juist dat vond ik eigenlijk heel leuk. Ik las geen hapklare kost. In tegenstelling tot de andere boeken die ik las, bleven jouw verhalen nazinderen. Ik kon ze voelen tot in mijn kleine teen. Daarom deed het soms ook een beetje pijn om jouw boeken te lezen. Zoals Broere, waarin je vertelt hoe je opgroeide als jongste van 7 zonen. Net die fijngevoeligheid en dat stukje pijn vond ik zo mooi. Ik had grote voelsprieten en door me terug te trekken in mijn hoofd en boeken wilde ik het leven wat beter kunnen begrijpen. Jij hielp me daarbij.

Het was ook in 1999 dat ik voor het eerst een eigen boek van Bart Moeyaert kreeg, een gekoesterd exemplaar van Het is de liefde die we niet begrijpen. Ik liet het signeren op de Boekenbeurs. Een jaarlijkse traditie was geboren. Elk jaar in november (meestal de 1e) stond ik daar weer om de nieuwe Bart Moeyaert uit jouw handen te krijgen. Een bijzonder moment voor een fan natuurlijk. Al voelde ik nooit echt de behoefte om me te opzichtig als fan van het eerste uur op te stellen. Ik bleef een introvert boekenmeisje dat liever de connectie met haar lievelingsschrijver voelde dan dat ze die zou uitspreken. Je kwam steeds hartelijk over, een beetje nerveus soms en ik herinner me ook dat je meestal een donkerblauw overhemd droeg. Ik zag de signeerrij jaar na jaar groeien. Je kreeg het publiek en de waardering die je verdiende en daar werd ik blij van.

In 2019 kreeg je de Astrid Lindgren Memorial Award toegekend. Niemand kan er nog omheen: je behoort tot de crème de la crème van de literatuur. Je schrijft voor mensen, niet alleen maar voor de jeugd of voor jongeren. Je toonde aan dat het label jeugdliteratuur in wezen nietszeggend is. Ik ben al die jaren fan gebleven. Als mens, lezer en als leerkracht. Voor mijn leerlingen heb ik mijn liefde voor Bart Moeyaert nooit onder stoelen of banken gestoken. Het voelde dan ook als een pluim op mijn hoed toen je naar aanleiding van je ALMA in De Standaard verkondigde dat “Leerkrachten die zelf niet lezen geen goede leerkracht zijn”. Helemaal mee eens.

Ik heb nu ongeveer de leeftijd die jij had toen ik jouw fan werd. Ik heb mijn taak als boekenpromotor, leesliefhebber en Bart Moeyaert fan altijd heel ernstig genomen. Dat is het minste wat ik kan doen voor alles wat jij mij gegeven hebt en nog steeds voor mij betekent. Voor de kleine 14-jarige Joke van weleer en de grote 38-jarige Joke van nu. Op levenslang boekengeluk met Bart Moeyaert.

Ik wens je een fantastische verjaardag toe!

Liefs
Joke X

IMG_4263b

Het moment – Een ode aan de gebuur

De kans is groot dat je een buurman hebt die Geert heet. Roos en ik kwamen namelijk tot de vaststelling dat een Geert in de buurt een constante waarde is in onze levens. We bombardeerden Geert daarmee tot dé buurmannennaam bij uitstek. Ik heb al op veel verschillende plekken gewoond en ik heb dus ook al veel buren gehad. In het dorp waar ik nu woon, ben ik gezegend met bijzonder goede en fijne buren. Het is vandaag Dag van de Buren. Reden te meer om mijn lieftallige buurtjes te eren. Het zijn namelijk de buren die je straat een gezicht geven.

Volgens het spreekwoord heb je maar beter een goede buur dan een verre vriend. Enter het grote voordeel van de buur: het is iemand die in de buurt woont, een begrip dat zo rekbaar is als je zelf wil. Met je buren deel je de huiselijkheid van je woonomgeving en ook je ergernissen over de straat. Of over andere buren, dat kan natuurlijk ook. Toen ik nog in het dichtbevolkte Leuven woonde, ervoer ik dat zowel de muren als de buren oren hebben, waardoor je soms net iets te veel inkijk kreeg in andermans leven. Een goede buur is iemand die beseft dat je als buurtbewoners op elkaar bent aangewezen, ook als de neuzen soms in de andere richting staan. Het is vooral ook iemand die er in de eerste plaats waarde aan hecht om een goede buur te zijn. Net dat kreeg ik mee van mijn ouders, die slaagden er decennia lang in om een goede band te onderhouden met de buren die meer hielden van een strakke gazon en coniferenhaag dan van de wildgroei in onze tuin.

Verder vind ik het een belangrijke eigenschap van een buur dat die je enthousiast kan begroeten, als het moet meermaals per dag. Een goede buur is nieuwsgierig, maar ook discreet en slaagt er dus in om zowel een oogje in het zeil te houden als een oogje dicht te knijpen. Een goede buur heeft bij voorkeur een hart voor dieren en dus ook een huisdier waar altijd wel een verhaal over te vertellen is. Een goede buur kent je gewoontes en rituelen zonder zich daar te veel vragen bij te stellen. Een goede buur heeft niet altijd iets te vertellen, maar is wel altijd in voor een babbel op de stoep. Een goede buur is iemand waar je op kan rekenen. Of je nu ducttape nodig hebt of een spoedritje naar de dierenarts. Het staat onomstotelijk vast dat goede buren goud waard zijn.

Nergens voel ik me zo thuis als in de straat waar ik nu woon. Ik gooi dus niks dan lof richting mijn buren. Dat we nog lang en gezellig met z’n allen mogen samenleven. Cheers op de buurt en de buren!

Het moment – Een toertje trailen in Stavelot

Een jaarlijks terugkerende traditie is een blogpost naar aanleiding van een trail waarin ik uitleg waarom ik nooit een echte trailloper zal zijn. De steeds terugkerende conclusie is dan dat ik traillopen heb leren omarmen. Vorig jaar had ik tijdens de 69 kilometer lange La Chouffe trail voor het eerst het gevoel dat ik het eigenlijk best goed verdroeg: hoogte overwinnen, het ellenlange karakter en het gevarieerde parcours. Ik omschrijf mezelf echter nog steeds als een wannabe trailloper. Hans daarentegen, die stel ik altijd vol trots voor als een échte trailloper (en daar is helemaal niks van gelogen). 10 jaar geleden koos hij resoluut voor het trailrunning-pad. Hij is er bovendien ook heel goed in (daar is net zo goed niks van gelogen). Jullie voelen het al: dit is de jaarlijkse bijdrage waarin ik mijn loftrompetje bovenhaal voor de trail, maar tegelijkertijd zal toegeven dat er nog steeds voornamelijk marathonbloed door mijn lijf stroomt.

Begin juli staat de La Chouffe trail weer met stip genoteerd. Voor de derde keer zal ik in Houffalize present tekenen voor de langste afstand. Een gebrek aan familieleden aan de start en langs de zijlijn wordt gecompenseerd door de deelnames van Hans, Sam en Pieter. Trailen in juli dat betekent dat ik na de voorjaarsmarathon weer een hoop kilometers bij elkaar hoop te lopen ter voorbereiding van het echte werk in de Ardennen. De afgelopen maanden werd ik geplaagd door rug- en hamstringpijn. Mijn lichaam protesteerde als ik bergop liep over een onverhard en geaccidenteerd parcours, maar het weerhield me er niet van om met Hans in het weekend ergens op een groene plek te gaan lopen. Als je als wannabe met nen echte op pad bent, hang je wel al eens aan de rekker als het terrein lastiger wordt en de hellingsgraad toeneemt. Ondanks het aanharken, kan ik er echt van genieten om samen op pad te zijn. En waar Hans mijn liefde voor de trail aanwakkert, heb ik hem die voor Tervuren bijgebracht.

IMG_4062b

Een primeur in mijn trailvoorbereiding is dat ik al een training in de Ardennen afwerkte. Voor een wannabe kan dat tellen. Hans koos voor de zwarte ExtraTrail route die vertrekt aan de abdij in Stavelot en goed is voor 40 km trailplezier met 1360 hoogtemeters, een toer die hij 2x eerder liep. Rond 10 uur gaven we onszelf het startschot in Stavelot, een plek die ik zeker pittoresk zou durven noemen. Meteen was het ook pittig. Met mijn tong ergens tegen de grond hobbelde ik over kasseien en dan meteen hoppa! de hoogte in. Een kilometer of 2 stevig omhoog. Meteen stappen dus en meteen de confrontatie dat bergop lopen of stappen niet mijn ding is. Mijn trail-mindset was ver zoek. We hadden dik 18 minuten nodig om 2 kilometer af te leggen. Ik kon niet anders dan denken hoe lang we nog onderweg zouden zijn.

Na 14 kilometer leek het allemaal net ietsje vlotter te gaan. Ik zag voor het eerst in mijn leven de watervallen van Coo. Indrukwekkend! Eens zo imposant was echter de beruchte vertical track die we daar op moesten. Een naam die niets aan de verbeelding overlaat. Telkens als ik dacht dat het einde in zicht was, bleek er nog een weggetje omhoog te zijn. En nog één. Naar adem happend besefte ik nog maar eens dat dit echt mijn ding niet was. Ondertussen ging Hans met strakke pas en stokken gezwind omhoog. Ruim 35 minuten had ik nodig om de klim te overwinnen. Ik zag gelukkig nog net geen sterretjes toen we het dak bereikten en nam de beloning in dank aan: een prachtig uitzicht.

IMG_4068b

Halverwege de route bleken we 2,5 uur gelopen te hebben. Mijn vermelding van de tijd verraadt dat ik nog niet in the zone was. Je moet het concept van tijd loslaten als je aan het trailen bent. Ik denk altijd dat tijd en afstand mij houvast geven, maar niks is zo relatief in de Ardennen. Na die duivelse verticale klim en een overdosis modder won de trailloper in mij het van de asfaltlover. Ik gaf me over aan de trail. Hoe lang en hoe ver deden niet meer ter zake. De ene idyllische brug na de andere volgde. Ik genoot van de gevarieerde paden langs het water, terwijl het ene na het andere verzicht zich opdrong. Ik nam al eens een fotootje en kroop over een omgevallen boom met een lijf dat toch steeds wat strammer ging aanvoelen. De zon liet zich af en toe voorzichtig zien en wij waren samen op pad.

Na 4 uur en 57 minuten en 41 kilometer op de teller bereikten we onze imaginaire finish. Ondanks de moeizame start kan ik niet anders dan Hans gelijk geven: ik liep dan wel 2 uur langer dan de marathon, toch voelde de inspanning lichter aan dan het constante gas geven op asfalt. We aten een pistoletje vanuit de kofferbak, bevrijdden onze voeten, fristen ons wat op en deden nog een terrasje aan de abdij. Waar 5 uur lopen aan het begin eindeloos lang leek te zijn, was daar nu niks meer van te voelen. Kortom, deze wannabe heeft weer een trailervaring in de rugzak op weg naar Houffalize. En komende zondag scheur ik weer lekker vlot over het asfalt in Brussel.

IMG_4086b

Het moment – Een roze wolk in Milaan

Ik ga niet beweren dat de Milano Maratona de marathon van het dolce far niente was. 42,195 kilometer lopen laat zich moeilijk rijmen met de kunst van het zalige nietsdoen en de gelukzalige ontspanning. En toch is de gedachte van het goeie leven in Italië de herinnering die ik levendig wil houden als ik terugdenk aan het prachtige verhaal dat ik met Hans mocht beleven in Milaan. Op sportief vlak laat het verslag zich samenballen tot de vaststelling dat we allebei afzagen onder de Italiaanse zon en over de Milanese straatstenen. Hans verpulverde zijn PR en liep een knappe 3u27 op de tabellen. Zelf sleepte ik een 3u09 uit mijn, zoals al eerder gezegd, stramme lichaam. De conclusie is dat we niet anders dan met voldoening kunnen terugblikken op onze marathon en de volledige omkadering waar die deel van uitmaakte.

Een terugkerend thema is het fuchsia roze waar de Italianen zo van houden om een sportief evenement aan te kleden. Mijn 18e marathon leverde mij voor het eerst een roze medaille op. Ook het witte finishershirt met roze details zou ik eerder bestempelen als “niet mijn smaak”. Anderzijds zag ik zelden zo’n mooie zonsopgang als de roze lucht aan Castello Sforzesco vlak voor de start en zorgde de roze finishboog aan de majestueuze Duomo voor een stijlvolle omlijsting. De uitdrukking van de roze marathonwolk is hier dus letterlijk te nemen. We leefden braafjes toe naar zondagochtend. Geen wijntjes tijdens die eerste dagen in Milaan, wel voldoende koolhydraten en een poging om het aantal stappen te beperken. Al blijft dat een lastig evenwicht als je in een stad bent waarin je ondergedompeld wil worden.

Milaan bracht ons de marathon en de marathon bracht ons Milaan. Wat een stad! Ik kan jullie nu al zeggen dat ik mijn thuis in Italië gevonden heb. We verloren beiden ons hart aan de bruisende, kleurrijke en sympathiek chaotische stad waar het wemelt van de verhalen. Ik mis de cappuccino die er straffer is dan bij ons. Ik mis de terrasjes op Brera. Het Italiaans galmt nog na in mijn hoofd. Milaan smaakt vooral naar meer, er is nog zoveel te beleven en ontdekken. Ik heb een stukje van mezelf achtergelaten in Milano, maar ik heb ook een stukje Milaan meegenomen naar Tienen.

In afwachting van het volledige raceverslag is het hoog tijd voor de bedankingen. In de eerste plaats aan jullie, mijn dierbare bloglezertjes, die mijn avonturen zo trouw volgen en me de zin geven om mijn ervaringen en gedachten neer te schrijven. Dankzij jullie heeft mijn blog me al zoveel gebracht. Ik maak eveneens een diepe buiging voor mijn vriendjes die aan het thuisfront intens hebben meegeleefd. Door te duimen en te denken of als een malle te volgen in de marathon-app. Een eervolle vermelding is hier weggelegd voor mijn maatje Sam. We stonden 4 marathons na elkaar zij aan zij in het startvak en telkens werd ik door hem opgewacht aan de finish. Sam deed nu hetzelfde vanop afstand: na een uitgaansnacht bleef hij op om mij op de app te kunnen volgen en aanvuren. En of ik dat gevoeld heb!

Het was de eerste marathon die ik liep zonder familielid langs de zijlijn. Het voelt een beetje alsof ik op 38-jarige leeftijd nu plots een volwassen vrouw ben wiens handje niet meer vastgehouden moet worden, die sterk genoeg is om op haar eigen benen te staan. Ik zou nooit 18 marathons hebben kunnen lopen zonder de steun van mijn gouden familie, mijn rotsen in de branding en een onuitputtelijke bron van inspiratie. In het bijzonder Roos was in gedachten heel dichtbij: mijn sisje dat de afgelopen jaren zo goed voor mij heeft gezorgd. Dankzij haar ben ik nu de vrouw die weer op avontuur durft te gaan. Mijn laatste woorden zijn uiteraard voor Hans, mijn allerliefste en allerbeste. De man die me zoveel liefde en vertrouwen geeft, die zo gek is om met mij marathons te lopen en die me vooral laat voelen hoe mooi het leven is.

Grazie mille a tutti!

DNPK3006

Het moment – Een vaarwel en tot ziens

Ik noemde maart de maand van de magnolia, de maand van de bloei, van de belofte van de zomer en een nieuw begin. Maart heeft echter ook een donker randje. Op de eerste dag van de lente verloor ik mijn kat Ada. Ze werd 17 jaar. Door de dood van Ada was ik in één klap huisdierloos. Op 18 oktober namen we namelijk afscheid van mijn witte poes Teresa. In december en januari stierven mijn cavia’s Batoul, Bouchra en Loubaba die ook een heel respectabele leeftijd bereikten. Ik verknip geen dozen meer tot huisjes. Ik kan geen vachtjes meer aaien of een kattig lijfje tegen me aandrukken. Het valt me zwaar om te wennen aan het leven zonder huisdieren.

Ada was een rasechte straatkat en volbloed opportunist. Haar leven is geëindigd op een absoluut hoogtepunt. Van één baasje delen met één andere kat ging ze van twee baasjes helemaal voor haar alleen. In Hans vond ook Ada namelijk de man van haar leven. De ooit zo eenkennige Aadje was op slag verkocht en de liefde was wederzijds. Haar schoottijd schoot door het dak. Waar ze bij mij wel eens anoniem een online oudercontact of klassenraad mocht bijwonen, mocht ze van Hans actief deelnemen aan meetings: in beeld met een lichtjes ongeïnteresseerde blik. Ada zocht steeds vaker slaapplekjes op waar ze eigenlijk niet mocht liggen. Haar honger was net zo onverzadigbaar als haar drang naar aandacht en warmte. Je ging niet in de zetel zitten zonder een bezoek te krijgen van Ada De Mensbeklimmer. Vanaf een uur of 5 ’s ochtends kon haar luchtalarm afgaan als een etensmoment tot de mogelijkheden behoorde. Zo lang Ada er was, bleven ook de herinneringen aan mijn andere huisdieren levend. Ze maakte hun gemis draaglijk en hun afwezigheid minder definitief.

Tot ook het kaarsje van Ada stilaan uitging. Ze was niet meer zo gebrand op zetel- of schoottijd. Ze trok zich vaker terug. Toen haar eetlust afnam werd pijnlijk duidelijk dat Ada zelf aangaf dat ze klaar was met het leven. Haar laatste avonden bracht ze door op de radiator in de keuken, achter het gordijn. Zo konden we heel voorzichtig wennen aan avonden zonder Ada. Het is bikkelhard om 5 geliefde dieren op 4 maanden tijd te verliezen. Als collectief leken ze min of meer te beslissen dat hun taak volbracht was. Dat ze een prachtig leven hebben gehad waarin ze graag gezien werden is een troostende gedachte, maar maakt het gemis er niet minder om. Ze zijn niet onopgemerkt gebleven. Ik ben dus niet de enige die hen mist, hoe diep ze ook verankerd waren in mijn leven. De leegte die ze achterlaten voelt op dit moment duizelingwekkend groot. Alles in huis doet me aan hen denken. Ik kom overal relikwieën tegen van vervlogen tijden. Ik had nooit gedacht dat wat verloren kattenbakgrit of een plukje haar me zo verdrietig zou kunnen maken. Voorlopig blijft het kattenhaar aan het gordijn in de keuken dan ook gewoon hangen.

Ik heb 14 jaar van mijn leven met Ada en Teresa samengeleefd. Hoe langer mijn dieren bij mij waren, hoe onwaarschijnlijker het leek dat ik ooit zonder hen zou verdergaan. Vorige week besprak ik in de klas het Egidiuslied, een middeleeuws lied waarin de achtergebleven vriend van Egidius zijn knagende gemis bezingt. De Nederlandse dichter en bloemlezer Gerrit Komrij schreef daarover: niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn. Afscheid nemen op zich is verdrietig, maar je kan je ook heel erg richten op wat er gebeurt. Je neemt je dier in je armen tot ze in slaap vallen. Je wil ze nog even heel dicht bij je voelen en in hun oor fluisteren dat ze zo geweldig zijn geweest, dat je ze vreselijk zal missen en nooit zal vergeten. Je kan ze nog bedanken voor alles wat ze gebracht hebben. Maar dan begint het pas echt. Ik voel nu pas hoe ik afgesneden ben van de maatjes die jarenlang kleur en richting aan mijn leven gaven. En dat snijdt langs alle kanten.

Rouwen om een dier lijkt minder voor echt mee te tellen. De wereld draait onherroepelijk hard verder en ik zou soms willen roepen: ho stop! Beseffen jullie wel dat ik de dag moet beginnen zonder mijn katten?! Het voelt elke ochtend nog steeds onwezenlijk om wakker te worden met stilte. Geen ongeduldig getrippel, geen bakjes vullen onder luid gemiauw. Het besef dat de periode waarin wij samen een gezin waren definitief voorbij is, dringt stilaan door. Wat wel helpt is de gedachte dat mijn dieren weer als team herenigd zijn. Ze liggen samen begraven met zicht op bomen en vogels. Mijn gebrek aan spiritualiteit is niet bepaald helpend om me een poezenhemel te visualiseren. Eén ding weet ik wel zeker: mocht die bestaan, het zou er oorverdovend luid zijn.

Het moment – De Druivenmarathon van Roos

Zondag 25 februari 2024 – 8u. Het zonnetje schijnt in Tervuren. In het bijzonder voor mijn zusje Roos en haar loopmaatje Joni belooft dit een mooie dag te worden. Samen zullen ze de Druivenmarathon lopen: 42,2 kilometer in en rond de omgeving van Tervuren en Overijse. Een prachtige streek – dat moet je mij niet vertellen – maar ook wel eentje in de categorie uitdagend. Er lijkt geen metertje vlak te zijn, 3/4 van het parcours is onverhard en het natte weer heeft ervoor gezorgd dat het ook een moddermarathon zal worden. Roos en Joni zijn als duurlopers echter niet bepaald aan hun proefstuk toe. De geoliede looptandem uit het gezegende jaar 1992 finisht uiteindelijk in een knappe 3 uur en 50 minuten, goed voor een zilveren plak voor Roos. Zelf was ik erbij als uitbundige supporter en ook wel een tikkeltje uit opportunisme omdat ik een mooie toer in het Zoniënwoud kon gaan lopen. Voor het betere sfeerverslag geef ik het woord aan Roos.

Ik heb geen idee waar het idee voor dit marathonplan ontstaan is. Ik denk dat Joni erover begon en wat later enkele collega’s die daar in de buurt wonen. De uiteindelijke inschrijving was best wel impulsief: ik was op dat moment in januari niet zo heel veel aan het trainen en ik had ook niet meer heel veel tijd om te gaan “bijtrainen”. De Druivenmarathon leek me een goede voorbereiding op de 58 km van De Jogclub Ultra die we op 1 april zullen lopen.

Dit was zonder twijfel mijn meest ontspannen marathon. De kilometers gingen snel voorbij omdat het parcours zo afwisselend was. Alleen sportgels wegwerken was voor mij geen pretje. Ik begon er nochtans weer enthousiast aan, maar na 20 kilometer had ik al oprispingen en een vervelend gevoel in mijn maag. Op kilometer 25 heb ik dan ook beslist om mijn voeding te laten voor wat het is. Toch liever helemaal leeggelopen aankomen dan al kotsend in de berm. Joni bleef trouwens wel dapper gels eten en kon zelfs pannenkoek en rijsttaart wegwerken. Heel knap. Op kilometer 35 was ik nog heel fris, echt opmerkelijk. Uiteindelijk ging na 40 kilometer dan toch het licht uit. We liepen toen een lang stuk over asfalt, lichtjes oplopend en met tegenwind. Gelukkig kon ik achter Joni lopen en gewoon zijn voeten volgen. Treintjes maken, daar hou ik wel van. We hebben onderweg helaas geen druiven gezien, maar er was wel een bevoorrading door een druivenserre. 

IMG_3661b

Het was echt een geweldige totaalervaring: maximaal plezier en minimale schade aan het lichaam nadien. Ik ben heel fier op onze prestatie! De organisatie was ook erg goed, zoals steeds bij Sport Events. Bijkomend pluspunt was de kaastaart van Au Flan Breton die we aan de finish kregen. Ook een extra meerwaarde dat Joke er was. Je hoeft geen heel peloton aan supporters te hebben, maar eentje die overenthousiast is, dat is wat telt. Ik wens ook iedereen een loopmaatje als Joni toe. Ik mag bijvoorbeeld altijd het tempo bepalen, heerlijk is dat. We hebben onderweg altijd genoeg te vertellen: van oorlogsreportages tot Taylor Swift. En soms puffen we gewoon in stilte verder. Ik mag ook elk pijntje bespreken. We geven tussentijds punten aan hoe onze benen voelen en evalueren dan of het al zwaar was of eerder een makkie. Omdat ik niet kan rekenen als ik loop, neemt Joni de calculaties en navigatie op zich. 

Bedankt, Roos en Joni! Absoluut een prestatie om met trots op terug te blikken. Jullie zijn bikkels! We kijken uit naar jullie 58 kilometer op Paasmaandag. Wordt vervolgd…

IMG_3665b

Een verjaardagskaart voor Marike

Liefste sisje

34 jaar geleden werd jij geboren op een zondag, de dag dat Nelson Mandela werd vrijgelaten na 27 jaar gevangenschap. Ik zei het al eerder, maar het kan geen toeval zijn dat wij uitgerekend op die historische dag een zusje kregen dat in zorgzaamheid en vredelievendheid haar gelijke niet kent. Inmiddels ben je mama van Leah & Emil en een ervaren kinesitherapeut met een specialisatie in de neurologische revalidatie die een eigen praktijk runt. Je bent de lijm van onze familie. Een luisterend oor voor al wie het nodig heeft. Een sportieve doorzetter ook, die hopelijk dit jaar haar langverwachte debuut op de 10 Miles zal maken na een succesvolle trail-passage in Houffalize. Je bent een zus uit de duizend die heeft geleerd om te lachen en te relativeren, om haar chaotische inborst te omarmen en het leven als een wervelstorm te nemen zoals het komt.

Jij blijkt dus een zondagskindje te zijn, al zijn wij vooral geluksvogels met jou in onze buurt. Een zondag biedt een zee aan mogelijkheden voor de immer bedrijvige Marike Odeyn. Zondag bakdag. Zondag loopdag. Zondag familiedag. Zondag tuinwerkdag. Behalve zondag rustdag, want jij werd niet geboren met een zittend gat. Er moet altijd iets gebeuren, er is altijd iets op til. Ik krijg wel eens de vraag of jij het niet erg vindt dat Roos en ik vaak samen op pad zijn. Nee dus, zo werkt dat niet bij zussen. Je bent niet jaloers op elkaar omdat je weet dat ze elk belangrijk zijn op hun eigen manier. Een zus is iemand die een stukje van jezelf meedraagt en je daarom altijd zal begrijpen. Iemand die altijd het goede in je ziet, je onvoorwaardelijk zal steunen en je nooit in de kou zal laten staan.

Over kou gesproken. Jij leerde ons dat mensen allergisch kunnen zijn voor de kou en dat is echt geen pretje, zelfs als je in de Kempen woont en niet in Siberië. Ik kan veel daden van jouw zussenliefde benoemen: meefietsen tijdens een ellelange duurloop in barre omstandigheden bijvoorbeeld. In dezelfde categorie valt ook: je verjaardag vieren in de tuin bij een temperatuur rond het vriespunt. Enter het corona-tijdperk. Gezellig met z’n allen rond het vuur, want vieren zouden we je! Gelukkig kunnen we vandaag warmer en dichter van elkaars gezelschap genieten. Met een loopje, een lunch en een stukje taart. Zondag zussendag. Die was ik nog vergeten. Voor ons de allerbelangrijkste.

Liefste Rikkie, ik wens jou een schitterende verjaardag toe. Laat je maar eens goed vieren en geniet van Leah die zal zingen van de koe die zegt I love you en happy birthday to joe! Op naar nog veel meer zondagen samen. Een heel grote cheers op jouw gezondheid!

Joke X

Gelukkige Gedichtendag!

Jawel, het is weer Gedichtendag! De aftrap voor de Poëzieweek 2024 is daarmee een feit: een week waarin alle talige registers worden opengetrokken, de taal zegeviert en we onze voelsprieten kunnen afstellen. De deur openzetten voor een gedicht dat betekent namelijk lucht door je hoofd laten stromen en eens goed rondkijken. Het thema van de Poëzieweek is “thuis”. De Nederlandse dichter en auteur Edward Van de Vendel schreef het Poëziegeschenk Kom nog even naar mij kijken straks, 10 gedichten over je thuis voelen.

Ik liet mijn leerlingen van het vijfde jaar in de klas nadenken over wat een thuis is. Wat telkens terugkeerde, was dat het een plek is waar je jezelf kan zijn en waar je veilig bent met daarbij een resem herkenbare familietaferelen. Met die insteek vulden ze op een beeldende manier “Mijn thuis is waar” aan. Restte mij enkel nog om een compilatie te maken van hun woorden en beelden.

Mijn thuis is waar

het stil mag zijn
stilte nooit awkward is
we samen kunnen zwijgen
drukte rustig wordt
mijn gedachten pauzeren
ik vrij ben

ik kan ademen
ik aan niks moet denken
ik zowel zing als vloek
ik kan kiezen en verliezen
ik geen rol hoef te spelen
ik als een zwerver kan rondlopen
ik mijn gênantste pyjama draag

Den Dreef is
mijn Playstation staat
mijn spullen rondslingeren
mijn bed me in slaap wiegt
mijn kat ijsbeert tot ik er ben

mijn tandenborstel vrolijk zoemt

ik geen Nederlands moet spreken
ik boterhammen met choco eet
ik mijn roots kan proeven
ik “ya vengo” roep als het eten klaar is
ik elke dag moet afwassen
ik veel te vaak de tafel dek
kraanwater het beste smaakt

we pistolets eten op zondag
we de dag beginnen in kamerjas
de keukentafel iedereen kent
en er soms ruzie is

de zomers beginnen in de tuin
de muren mij beschermen
de muren geen oren hebben
de wanorde welig tiert

het normale bijzonder is
alleen zijn niet eenzaam is
eenzaamheid aangenaam is
de realiteit niet bestaat

altijd iemand op me wacht
altijd ergens een lamp brandt

Mijn thuis is waar ik steeds weer thuiskom.

Onthoud dat iedereen zich in poëzie kan thuis voelen. Ik zeg: cheers op de poëzie!

Het moment – En nu op naar 2024!

Lieve lezers

De laatste dag van het jaar is een zondag, hoe mooi is dat? We zeggen dit jaar vaarwel op de laatste dag van de week en verwelkomen een nieuw jaar op een maandag. Het is het soort structuur waar ik blij van word. Een oudejaarsbericht schrijven zou ik inmiddels een traditie kunnen noemen, ook daar hou ik van: een moment om even stil te staan bij wat is geweest. Een plechtig afscheid dat tegelijkertijd een begin is. Ik zal echter niet proberen om het jaar te vatten in een woord of het te voorzien van een label. Wat dan weer niet wil zeggen dat er niks te zeggen valt over 2023. Oh ja, wat was het intens! Oh ja, wat was het een bewogen en bijzonder jaar! Dat schoot ook door mijn hoofd toen ik vandaag tijdens mijn laatste kilometer van de Eindejaarscorrida over de Grote Markt liep. De zon scheen en de klokken begonnen te luiden. Ik had 12 kilometer geknald door de bochtige Leuvense straten. Voor het eerst sinds lang dacht ik: wat kijk ik uit naar wat het nieuwe jaar me zal brengen.

Mijn 2023 laat zich netjes in tweeën breken zoals ik daar erg kundig in ben met mignonettes van Côte d’Or. De eerste helft ging verder op het donkere pad waar de afgelopen jaren me hadden gebracht. Bonjour tristesse in het kwadraat. Elke dag zat er een ongenode gast bij mij aan tafel om me te confronteren met mijn angsten. Ik moest knokken om het hoofd boven water te houden. Er waren absoluut sportieve hoogtepunten en mooie familiemomenten, maar de duistere ondertoon was knagend en zeurend aanwezig. Het ging meestal niet goed met mij. Daar kwam stilaan verandering in toen de zomer losbrak. Om die reden zou ik 2023 onvergetelijk en bevrijdend durven noemen. 2023 bleek een jaar te zijn waarin minder meer werd. De cijfers van mijn jaar illustreren dat. Ik liep en fietste “slechts” 12.419 kilometer bij elkaar, ik las “amper” 35 boeken en dit is “maar” mijn 42e blogpost. 2023 was echter een topjaar. Ik kon een stadsmarathon op mijn naam schrijven en 2x onder die magische 3 uur marathongrens duiken. Maar vooral: de kleine en grote Joke vonden in Hans hun vriendje voor het leven. Door te lezen, te schrijven én te dromen vond ik de liefde. Beter wordt het niet, geloof me.

Mijn Spotify Wrapped bevestigde dat ik het afgelopen jaar weer wat meer lucht en licht in mijn leven kreeg. Mijn topnummer bleek Out of My Head van First Aid Kit te zijn, ik beluisterde het maar liefst 311 keer. Een song zoals alleen de Zweedse zusjes Söderberg het kunnen brengen: hoop verpakt in een melancholisch jasje, net waar ik behoefte aan had. Ik luisterde het vaakst naar hun muziek in februari. Ook George Ezra bleek – toch wel verrassend – één van mijn best beluisterde artiesten te zijn. Hallo ongedwongen popsong! Vooral het aanstekelijke Dance All Over Me luisterde ik erg vaak. Juli bleek dan weer de maand van Mumford & Sons te zijn. In september was het al Crowded House wat de klok sloeg en oktober was voorbehouden voor good old Leonard Cohen.

Over de sportieve staart van 2023 valt ook nog wel wat te vertellen. Een week na mijn debuut op de cross liep ik de 44 kilometer van de Meerdaalwoudtrail. Man, wat zag ik daar af! Vanaf kilometer 15 voelde ik dat het niet mijn dag zou worden. Het was harken en krabben, bergop taffelen en door de modder ploeteren in het zog van mijn maatje Sam, die gelukkig heel wat boeiende verhalen te vertellen had. Zelfs voor een ervaren afstandsloper is 30 kilometer nog lang als het pijn doet. Enfin, ik haalde de finish en moet niet te hard zeuren, want ik werd tweede achter de bijzonder sympathieke Babette. Roos en Joni, die andere looptandem, beleefden veel plezier aan hun 30 kilometer. Mijn jeugdvriendin Elizabeth stond bovendien aan de finish en zo kwamen er heel wat lijntjes van mijn leven samen. Na een warme douche en een boterham voelde ik weer wat leven door mijn lijf stromen en begonnen we aan onze supportertocht van Hans, die maar liefst 101 kilometer bij elkaar liep tijdens de Bello Gallico. Een inspirerende tour de force om heel trots op te zijn!

Voor nog meer inspiratie en de betere levenswijsheid kan ik altijd terecht bij mijn 4-jarige oogappel en metekindje Leah. Dit jaar kwam ze het kerstfeest door zonder builen of blutsen. Ze kreeg bovendien een kinderfototoestel van Bomma, wat een echte hit bleek te zijn. Foto’s van mensen maken is leuk, maar foto’s van het meubilair maken zo mogelijk nog leuker. Sta eens stil bij de kleine dingen in je omgeving en beschouw het alledaagse niet als vanzelfsprekend. Check. Leah zegt vaak “subiet” als je haar vraagt om iets te doen. Laat de dingen wat meer op hun beloop. Take it easy. Check. En tot slot, toen ze op de wc zat zei ze plots uit het niets “privacy”. Ik dacht eerst dat ik het niet goed begrepen had en vroeg haar het nog eens te herhalen. Pri-va-cy, zei ze, nog net ietsje luider. Je grenzen aangeven en bewaken in het leven. Check.

Ik mocht het afgelopen jaar mijn 5e blogverjaardag vieren. Mijn allerliefste en dierbaarste lezers, wat ben ik jullie dankbaar! Dat zeg ik niet voor de eerste keer, maar ik kan het niet genoeg benadrukken. Jullie zijn de vlam in de pan van deze blog, het kloppende hart, mijn drijfveer om te blijven schrijven over wat mij zoal bezighoudt. Dankzij jullie heb ik van deze plek een volwaardige hobby kunnen maken die me zo ontzettend veel gebracht heeft. Mijn laatste woorden zijn dan ook – traditiegetrouw – voor jullie. Ik wens jullie een schitterend 2024 toe. Dat het jullie veel geborgenheid en genegenheid mag brengen, veel slaap- en sportplezier met dromen groot en klein. Ik wens jullie de allerlekkerste koffie of gewoon veel gezelligheid en een spinnende kat op schoot of gewoon een hartverwarmend moment. Neem het jaar zoals het komt, maar bovenal: blijf dromen.

Joke
X