Ik kan om heel veel redenen jaloers zijn op mijn broer. Op zijn podcast en geweldige kinderen bijvoorbeeld. Of op het feit dat hij heel veel durft en altijd zichzelf kan blijven. Het allercoolste is toch wel dat hij sinds kort een eigen mountainbikeroute heeft in en rond zijn Herent. Drie lussen (eentje voor elke zus) die samen goed zijn voor 59 kilometer mountainbikeplezier. Als eeuwige Zus Van die ook mountainbiket stond Seppes route natuurlijk hoog op mijn sportieve like to do lijstje. Het duurde uiteindelijk toch nog 5 maanden voor ik me eraan waagde. Daar zat Frans voor iets tussen. Ergens op een druilerige dag in november was ik namelijk zo gek om een stevig mountainbikeavontuur aan te vatten. Met name door het speurwerk naar de pijltjes en als gevolg daarvan een heleboel omwegkilometers door een grijs niemandsland werd dat een onderneming van formaat. Bovendien ben en blijf ik een loper. Zelfs na drie deelnames aan de Hel van Kasterlee moet ik toch een drempeltje over om aan een nieuwe mountainbikeroute te beginnen. Omdat ik in het najaar altijd denk: mountainbiken in de zomer: hoe fantastisch is dat! bleek een zonnige dinsdag in augustus het ideale moment om me door Seppes route te laten leiden.
De officiële start van de mountainbikeroute Seppe Odeyn vind je aan de nagelnieuwe sporthal Bart Swings in Herent. De groene, blauwe en rode lus kunnen gecombineerd of afzonderlijk worden gereden. Ik was ook meteen gerustgesteld toen ik op het infobord las dat de route geschikt is voor zowel de beginnende als de meer geoefende mountainbiker. Aangezien ik vanuit Tienen kwam aangefietst, pikte ik ergens op de groene lus in, een afslag van de mij bekende F3-fietssnelweg tussen Leuven en Brussel. Ik was meteen aangenaam verrast door waar ik terecht kwam. Nochtans dacht ik Herent behoorlijk goed te kennen. Ik belandde op de Mollekensberg, een naam die ik altijd zie passeren bij de Garmin-activiteiten van mijn broer en die een eigen leven was gaan leiden. Een prachtig stukje natuur, zo bleek! Waar ik me bij Frans Claes heel vaak een visualisering probeerde te maken van hoe hijzelf als een speer over zijn route fietste, kon ik me dat van mijn eigenste broer zo goed voorstellen dat ik me met momenten wel echt een slak op een fiets voelde. Maar goed, het was dinsdagvoormiddag, niet meteen het moment dat je half Vlaanderen op een mountainbike in Herent aantreft.
Aangezien Herent niet op een groen eiland ligt, vond ik het vooral verrassend hoe er langs drukkere wegen heel vaak een off road weggetje bleek te zijn dat ik dus nog niet kende. Langs de afrit van de E314 bijvoorbeeld (voor de Herentenaars ook wel bekend als het windgat). De groene lus bleek daardoor ook echt de groenste te zijn als in: veel bomen en wat meer stijg- en daalwerk. De passage door Bertembos vond ik eveneens erg geslaagd omdat mijn favoriete afdaling erin was opgenomen. Vanuit daar ging het verder naar Veltem-Beisem en dan weer richting Herent. Mijn avontuur met Frans leerde me dat je vandaag de dag als fietser niet meer meetelt als je old school op de pijltjes rijdt, want een digitale fossiel als ik heeft natuurlijk niks met gpx-bestanden. Wel, ik wil bij deze een heel groot compliment geven voor de bewegwijzering. Het is onvermijdelijk dat je eens iets verkeerd interpreteert of dat een pijltje verstopt zit achter een struik, maar eigenlijk miste ik amper iets.
Na de groene lus volgde de rode lus die via Tildonk terug naar Herent kronkelde. Minder hoogtemeters, veel niet-geasfalteerde paden waar je snelheid op kan maken. Love it! Bovendien bleek de rode lus ook een trip down memory lane te worden. Vroeger, heel vroeger voor ik een loper was, reed ik namelijk paard samen met mijn zussen. We gingen wekelijks een wandeling maken in het Herentse. Over al die paden dokkerde ik nu een jaar of 10 later met mijn fiets. Zo kwamen er dus twee werelden samen. Ik ben er heel lang van overtuigd geweest dat er qua beleving niks op kon tegen een wandeling te paard maken: met je paard op weg zijn, wapperende manen, hoefgeklop op de grond, een drafje hier en een galopje daar. Galopperen in de open lucht stond voor mij lange tijd gelijk aan het oppergevoel van geluk. Als loper kan ik eveneens van die ultieme geluksmomenten ervaren, die liggen dan in de eenvoud van de activiteit. Je benen die de grond tikken alsof het niks is of samen met anderen iets beleven. En ja, ook op de mountainbike overvalt mij soms het gevoel van hoe geweldig is dit! Je zit bovendien een stuk geruster op je mountainbike dan op je paard. Paarden zijn vluchtdieren die al eens iets in hun bol kunnen krijgen waardoor je tijdens het idyllische galopperen in de buitenlucht altijd op scherp moet staan. Al die herinneringen en bedenkingen schoten dus door mijn hoofd terwijl ik de laatste kilometers van de route aflegde. Met ruim 100 kilometer op de teller kwam ik als een tevreden mens aan in Tienen.
Ik ben uiteraard geen neutrale partij, maar neem het toch maar gewoon van mij aan: de Mountainbikeroute Seppe Odeyn is absoluut een fietstochtje waard. Toegankelijk zonder al te makkelijk te zijn, uitstekend bewegwijzerd, variatie troef en dé uitgelezen manier om groene stukjes rond Leuven beter te leren kennen zonder meteen naar de gekende bossen in de omgeving te trekken. Seppe bevindt zich momenteel in het Zwisterse Zofingen. Morgen vertrekt hij daar namelijk om 9 uur om zijn wereldtitel duatlon op de lange afstand te verdedigen. Dat wordt dus tegen de sterren op duimen en heel hard naar de livestream roepen. Als er iemand dit kan, dan is hij het wel. Go, go, go, Seppe!