Het moment – De magie van sub 3

Dag allerliefste lezertjes

Ik stuur jullie even een bericht vanuit hogere sferen. Mijn beide voetjes staan dan wel nuchter op de Tiense grond (het gewone leven gaat immers verder), mijn hoofd is nog niet geland. Ik zweef ergens tussen de Euromast en de Erasmusbrug. Ik kijk uit over Rotterdam-Zuid, Ahoy en De Kuip. Ik hoor het ritmische getrommel van loopschoenen langs de Kralingse Plas. Ook het gejoel van Rotterdam Blaak tot op de legendarische Coolsingel gonst nog na. Met momenten oorverdovend, zonder volumeknop. Ik proef nog een restje chemische banaan: de eerste sportgel die ik zo rond 10u40 wegwerkte. Er tekent zich een dikke vette glimlach af op mijn rode kop, maar ook een bedenkelijke frons. Is dit echt gebeurd? Zondag 16 april waren de marathonwolken boven Rotterdam voor de gelegenheid niet roze, maar grijs. Ook zonder ideale weersomstandigheden had ik amper 2 uur 58 minuten en 15 seconden nodig om de finish te bereiken van mijn 16e marathon. Ik voel de magie van sub 3.

Intens, dat is het woord dat steeds terugkeert als ik het over de Rotterdam Marathon heb. Ook deze derde keer was het een grensverleggende ervaring. Het voelt behoorlijk onwezenlijk dat ik 37 kilometer lang bulkend van het zelfvertrouwen over dat parcours kon razen. Verbeten en met een enorme focus. Een vrouw met een plan dat wonderwel in de juiste plooi leek te vallen. Marathon mode on en gaan met die banaan! Ik kon afrekenen met mijn kwelduivels in Kralingen. Het gaat lukken! schreeuwde Roos toen ik aan mijn laatste 5 kilometer begon. De sub 3 lag voor het grijpen. Net daarom voelde ik de daver op mijn lijf. Natuurlijk deed alles pijn en sloeg de twijfel genadeloos hard toe. Ik kon de sub 3 ruiken en voelen. Ik was bang om hier en nu ten onder te gaan. Om er op het allerlaatste moment nét naast te grijpen. Het vraagt tijd om die wirwar aan emoties te sussen met Oef, het is gelukt! 

Een marathon lopen in minder dan 3 uur lijkt zowel een handvol seconden als een paar dagen te duren. Ik loop mijn race nog steeds. De droom van de sub 3 was een redelijk prille droom. Hooguit een half jaartje oud. Ondanks alles durf ik nog heel stout te dromen. Dromen zijn een houvast: mooi om na te jagen, maar het is niet per se een noodzaak om ze te verwezenlijken. Uiteindelijk loop ik marathons omdat ik zo graag loop en omdat lopen mij al zoveel moois gebracht heeft. Als dromen werkelijkheid worden, wil je dat moment koesteren, maar is het zwarte gat ook onvermijdelijk. Mijn beentjes zijn verbazingwekkend fris, het hoofd is doodop. Rotterdam heeft mij overdonderd.

Heel even dacht ik dat er weinig te vertellen was over deze race. Haha, niks van dat! Ook in mijn hoofd was het niet bepaald windstil. Jullie willen waarschijnlijk wel weten welke aparte observaties en bedenkingen er gedurende die krappe 3 uur door mijn hoofd schoten. Hoe ik met de druk van de tikkende klok omging. Hoe waanzinnig dit avontuur weer was. Wel, dat verhaal komt eraan: in geuren en kleuren, smaken zelfs, de enige manier waarop ik het kan vertellen. De bedanking krijgen jullie nu alvast. Omdat Team Sis dankzij jullie allemaal sterker dan ooit was. Mijn nummers 13 en 23009 tonen hoe immens gelukkig ik mij mag prijzen deel uit te maken van zo’n straffe equipe. You’re the best. Simply the best.

Met een diepe (ietwat stramme) buiging en een warme groet
Joke X

Het moment – Team Sis naar Rotterdam!

Ik kan heel veel redenen bedenken waarom ik zo graag marathons loop. Mijn marathonavonturen hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat ik ondertussen op verschillende plekken, ver van mijn huisdeur verwijderd, op de één of andere manier thuiskom. In Rotterdam bijvoorbeeld. Het is steeds weer een blij weerzien met de stad die ik even chaotisch, bruisend als inspirerend vind. Ik kom er ook telkens een beetje thuis bij mijn goede vriendin Machteld. Zelf heeft ze helemaal niks met lopen, maar ze zal nu al voor de derde keer herberg spelen voor mij en een deel van mijn entourage. Jawel, het gaat wel degelijk gebeuren: morgen sta ik aan de start van mijn 3e Rotterdam Marathon, de 16e marathon op mijn palmares. Mijn zusjes en mama reizen mee af om me te ondersteunen op elke denkbare manier. En Sam is er ook weer bij. We kennen elkaar nu een dik jaar en dit is al de derde marathon waar we samen naartoe hebben geleefd.

4 jaar geleden zong ik luidkeels I’m still standing bij marathon nummer 10 in Parijs. Het waren turbulente jaren geweest, maar ik stond er nog steeds. Wel, de turbulentie is er niet minder op geworden. Integendeel. Ik durf niet meer luidop te zeggen dat ik er nog sta. Wat ik wel weet, is dat ik mijn beide handjes mag kussen omdat ik me nog steeds in deze avonturen kan storten. Dat die onvervalste loophonger niet is afgenomen. Dat lopen mij nog steeds zoveel geeft. Lopen is een sport voor einzelgängers, dat heb ik lang gedacht. Kilometers malen doe je uiteindelijk toch vooral alleen, net zoals die marathon tegemoet treden. Sinds mijn schoonbroertje Niko bij de Remy Boys voetbalt en Roos dus behoorlijk vaak langs de zijlijn van een voetbalveld staat, snap ik veel beter waarom het zo plezant is om deel uit te maken van een ploeg. Om als een team op dat veld te samen, iets op te bouwen en ergens naartoe te werken. Al helemaal nu de Boys vandaag hun kampioenstitel uitgebreid zullen vieren. Anderzijds besef ik nu meer dan ooit dat ik ook een soortement van team heb. Team Sis is niet alleen een ode aan mijn twee fantastische zussen (sisters, of sisjes zoals wij elkaar noemen), maar bij uitbreiding aan iedereen in mijn omgeving die mij helpt om een gelukkige loper te zijn.

ac295cd2-7492-4d60-bfd3-21270c590c87

Om die zussenliefde in marathonstijl te vieren, maakte ik natuurlijk nieuwe sweaters. Mijn inspiratie haalde ik onder andere bij het ploeggegeven door ons rugnummers te geven. Wie ons een beetje kent, weet waarom ik de trotse 13 ben, Roos als een blij ei de 12 draagt en Marike de onbetwiste 11 is. Er is nog een Odeyntje dat een sweater kreeg: Laurien, ons nichtje, wiens gespiegelde 22 een hartje is. Met mijn rijke verbeelding en liefde voor de metafoor, kost het me geen enkele moeite om heel wat symboliek in de nieuwe sweaters te verwerken. Hun gecolorblockte voorkomen is een bont allegaartje lapjes dat toch een geheel vormt. Er zitten resten sweater in van het Invaincu-project van Amsterdam, maar ook de Parijs-truien van vorig jaar én 2019 (zie het kleine Arcje op de mouw van Laurien). Je neemt immers altijd een stukje van de vorige marathons mee naar het nieuwe plan. Bovendien moest ik wat stukken “tegen de richting in knippen” en tegendraads zijn, daar hou ik wel eens van. De prachtige gezichten-stof in het voorpand staat voor de verbinding. Allemaal door middel van lijnen met elkaar verbonden. Het ene gezicht kan niet helemaal van het andere worden gescheiden.

480f464c-892b-487f-b716-3b2087cb34d7

1f553976-af4c-4b76-9ae1-f89c1c38f1b3

2a6a016d-1ae7-4ea0-a37b-7ceb0f46ff5d

De droom van de sub-3 staat nog overeind. Hoe moeilijk ik het soms ook heb, ik durf te vertrouwen op mijn marathonmodus. Makkelijk is het nooit, moeilijk kan er heel veel. Mijn vorige marathons in Rotterdam kenmerkten zich door de intensiteit. Het waren marathons waarbij ik meer dan ooit moest knokken om recht te blijven. Ik wil er nu ook voor gaan en dat is heel veel waard. Het avontuur lonkt. Bring it on! Ik denk aan Seppe, die in Berlijn op vrijdagavond kreupel uit de auto stapte, zaterdag de marathon skeelerde en zondag de marathon nét onder de 2u30 liep, gewoon omdat hij het zo graag wilde. Ik denk aan de verbetenheid van Roos tijdens haar ultra-avontuur. Aan de pitbull die in Marike huist. Ik denk aan Bashir die hoopt op goede omstandigheden om in Rotterdam zijn Europees record scherper te stellen. Ik denk zeker ook aan Koen, die ik in het najaar in Brussel kon spreken. Inspiratie in overvloed! Ik kan ook niet anders dan denken aan de Joke van 2016 die zichzelf verbaasde door onder de 3u30 te duiken en dacht dat het een verhaaltje “eens maar nooit weer” zou zijn. Daarom denk ik ook aan de Joke van 2021 die met haar 3:07 hoopte ooit eens een 3:05 te kunnen lopen. Dromen mag niet, dromen moet.

De afgelopen tijd heb ik mogen ervaren hoeveel mensen met mij meeleven naar dit avontuur. Hoe omvangrijk Team Sis eigenlijk is. Ieder formuleert op haar of zijn manier woorden ter aanmoediging of steun. Ik heb mijn stinkende best gedaan om dat allemaal ergens in mijn gekke hoofd op te slaan. 42,195 kilometer is lang genoeg om aan al die supporters te denken. Om mij geruggesteund te voelen als ik weer aan de lus des doods begin rond de Kralingse Plas, als ik sterretjes zie, als het vliegen als waggelen aanvoelt. Wat marathondag ook brengt, Rotterdam zal altijd Rotterdam blijven. Team Sis is er klaar voor!

3805e319-4f62-416e-8986-e33ef478d142

Het moment – En Roos die liep 58 kilometer

Paasmaandag 10 april 2023 – 8u10. Aan de sporthal Bart Swings in Herent hangt een ontspannen sfeertje. De 136 deelnemers aan De Jogclub Ultra staan nochtans voor een serieuze beproeving: 58 kilometer lopen over de mountainbikeroute Seppe Odeyn. Onder hen niemand minder dan Roos Odeyn. Met 5 marathons en 1 ultra-trail mag ze zich bij de meer ervaren duurlopers rekenen. Er is een officiële start en finishplek. Er is geen tijdsregistratie en dus geen eersten of laatsten. Het borstnummer vertelt wat de langst gelopen afstand van de loper in kwestie is. Nummer 42 is dan ook erg populair.

IMG_1188b

Roos Odeyn draagt met trots haar nummer 68. Naar aanloop van dit evenement bleek al dat ze in bloedvorm verkeert. Klaar om komaf te maken met elk van die 58 kilometers. Voor dat krachtexploot kan ze niet alleen rekenen op een degelijke voorbereiding en een klaargestoomd lijf, maar ook op goed gezelschap. Al lopend is dat Joni met nummer 42, misschien ook wel gekend als aanvoerder van de Remy Boys. Een voetballer die graag loopt, ze bestaan wel degelijk. Een andere aanwezige Boy is Niko, voor de support op de fiets. En dan is er nog een trio Odeynen, eveneens op de fiets (geen mountainbike). Om 9u weerklinkt het startschot. Weg zijn zij. Seppe zal als koploper de weg tonen (hij ging daags voordien extra pijlen aanbrengen), Ultrahendrik is de man in het midden en Bobby zorgt ervoor dat elke loper veilig thuiskomt.

IMG_1195b

IMG_1203b

IMG_1207b

IMG_1211b

Ultralopen vraagt een groot hart voor lopen, een gezonde dosis doorzetting en veel geduld. Aftellen heeft geen zin. Een dipje is onvermijdelijk, een klopje hier en daar ook. De benen worden steeds wat strammer. De geest steeds wat ijler. Het aantal hoogtemeters van de mountainbikeroute Seppe Odeyn mag dan eerder beperkt zijn, het blijft een hoofdzakelijk off-road gebeuren. Modder dus, veldweggetjes, grint, putten in het wegdek en de Mollekensberg langs elk mogelijk pad op en af. Ondergetekende reed zich met haar trekkingfiets meermaals vast in de modder en ging een keer onderuit in de Herentse klei. Wie wel overeind bleef was die ijzersterke Roos Odeyn. De vrouw van staal bleef er schik in hebben. Geen spierkramp kon haar stoppen. Ain’t no mountain high enough, zeker de Mollekensberg niet. Het venijn zit ‘m vooral in de aanloop naar de staart van het monster. Joni bleef steeds zijn opgewekte zelve, ook toen hij in voetbaltermen aan zijn achtste speelhelft begon. Al trommelend op haar luchtdrumstel ging Roos de laatste kilometer in. Het is weinigen gegeven om met zoveel flair een ultraloop te finishen.

Na 5 uur en 19 minuten tikten Roos en Joni het bord aan, daarmee waren ze officieel gefinisht in deze waanzinnige looptocht. 58 kilometer lopen, hallelujah wat een ongelooflijke straffe prestatie! Wat een dag! Wat een inspirerend avontuur! Jullie wisten het al, maar ik zeg het nog maar eens: Roos Odeyn is een bikkel en ik haar trotse zus.

IMG_1215b

IMG_1219b

Tegenwind, wegenwerken en een streepje muziek

Maart 2023 was niet mijn maand. Er was de belofte van het sportieve voorjaar en een zonnige lente. Plannen om naar toe te leven. Genoeg klein geluk om mijn hartje aan op te halen, om eens goed mee te lachen ook. Ik besef dat ik ergens onderweg de licht- en luchtigheid ben verloren. Misschien viel die geruisloos uit mijn broekzak tijdens een looptraining. Mogelijk waaide ze met een ruk weg als een pet waarbij de wind onder de klep schiet. Donkere wolken pakken zich samen boven mijn gemoed. Ik bevind me al langer in turbulente tijden. In het najaar was er geen ontkennen meer aan en zette ik stapjes terug. De voet moest van het gaspedaal. Weg met de vermijding, ik leerde hulp te aanvaarden. Mijn houvast was de doldwaze sportieve flow waar ik me in bevond. De ene na de andere unieke ervaring diende zich aan. Mits wat moeite leek het onmogelijke mogelijk. Ik trek gelukkig nog steeds met plezier mijn loopschoenen aan. Lopen is nog steeds wat mij blijer en frisser maakt, zoveel meer dan een uitlaatklep. Het vraagt echter steeds meer om mezelf staande te houden. Op 16 dagen voor de Rotterdam Marathon had ik dat liever anders gezien, al besef ik ook dat het nu eenmaal niet anders is.

Hét nieuws van de maand was dat onze Frank Deboosere met pensioen ging. De eeuwig optimistische weerman die er een halszaak van maakte om zich nooit, maar dan ook echt nooit, negatief uit te laten over het weer. De natuur kon immers regen gebruiken, jeej! De windmolens zijn toch zo blij met die wind, joepie! Ik liet mezelf wel eens een oogrol ontvallen als Frank weer overdreven enthousiast een barslecht weerbericht de wereld in stuurde. Nochtans zou ik mezelf ook omschrijven als een meteorologisch positivist. Als grote fan van de Vier Seizoenen (en dan vooral Vivaldi’s Summer in G Minor) ben ik ervan overtuigd dat elk seizoen z’n voordeel heeft. De maat is echter vol: ik ben helemaal klaar met de grilligheid van maart. Sinds mijn CPC-strijd is met name de wind mij een doorn in het oog. Kan het nu alsjeblieft eindelijk eens stoppen met waaien?! Zowel tijdens mijn looptrainingen als mijn dagelijkse steenwegritten op de fiets word ik geteisterd door wind. Of het nu strakke winden, dan wel rukwinden of windstoten zijn: ik ondervind daar last van. Zo ook afgelopen zondag tijdens de halve marathon in Gent waar ik samen met Roos en Sam aan de start stond. Het was een regenachtige dag en als het regent, lieve mensen, dan waait het doorgaans ook. Neem daarbij een parcours met behoorlijk wat draaien en keren, lastige steentjes incluis, een Gent dat grijs afstak tegen de koninklijke allures van Den Haag en je begrijpt dat ik er niet de halve marathon van m’n leven liep. Dankzij de lead-out van Sam kon ik nog afklokken op een 1:25, maar een echt goed gevoel hield ik er niet aan over. Roos daarentegen, die ging weer als een speer. Ze verbeterde haar amper 2 weken oude PR van de CPC met weer een minuutje. She’s on a roll! Volgend jaar gaat ze Karel Sabbe achteraan in de Barkley Marathon, let op mijn woorden.

SQQH0117

Ik word ook geplaagd door wegenwerken. Op mijn fietsroute naar school liggen drie stukken weg open. De situatie: mobiele lichten die altijd op rood staan, autobestuurders die zich ergeren, wachten, nog wat wachten en dan over een geïmproviseerd fietspad voorbij de werf. Het wegdek wordt weer wat opgelapt, fundamenteel wordt de mobiliteit op de steenweg er zelden beter van. Lastig, maar niks waar ik van wakker lig. De echte terreur zijn de wegenwerken die in mijn hoofd plaatsvinden. Sinds een paar maanden volg ik een intensief therapeutisch traject om de PTSS aan te pakken waar ik al veel te lang mee leef. Enerzijds is er de opluchting dat ik mijn verregaande angst en stress gerelateerde klachten bij de wortels aanpak, anderzijds betekent dat ook teruggaan naar de oorzaak ervan. Dat maakt heel veel los. Er worden diepe kraters in het wegdek geslagen. De imposante brokstukken liggen ernaast en ik vraag me af hoe dat ooit weer zal passen. Wat bloot komt te liggen is onontgonnen terrein. Pure chaos. Uitzichtloos, moeilijk voor te stellen dat daar ooit weer een strakke asfaltstrook zal liggen met slechts enkele subtiele breuklijnen die verwijzen naar de bouwval die ooit was. Mijn werk is zowel een afleiding als een vlucht. Sporten is dat ook. Er is op dit moment geen gulden middenweg. Het is wachten bij die wegenwerken (soms geduldig, soms met een vloek), wetende dat ze op een dag minder hinderlijk zullen zijn en ook erop durven vertrouwen dat ze op een andere dag tot de verleden tijd zullen behoren.

Ik heb heel veel lieve mensen om me heen die me met zorg omringen, maar ook in de muziek vind ik troost en afleiding. Mijn Spotify playlists werden weer wat uitgebreid met respectievelijk De Janklijst, De Troostlijst en De Vechtlijst. Bovendien maakte ik ook een 90’s Throwback lijst die mij helemaal terug katapulteert naar mijn jeugdjaren. De tijd dat ik keihard Self Esteem van The Offspring meebrulde (I’m just a sucker with no self esteem), wij met z’n allen Britney Spears en Christina Aguilera leerde kennen, Aqua muzikaal hoge toppen scheerde met Barbie Girl, maar Seppe en ik ook fan waren van Krezip, Nirvana, The Radios en Eminem. Kortom een gezellig bont allegaartje.

Begin februari gingen Roos en ik naar het concert van First Aid Kit in de AB. Johanna en Klara Söderberg zijn Zweedse zussen met een gitaar die fantastisch zingen, een folkduo wordt dat blijkbaar genoemd. We waren het erover eens dat ik eerder Klara was en Roos Johanna (we zagen het al helemaal voor ons hoe wij samen een band zouden vormen). Je zou hun songs wat melancholisch en triestig kunnen noemen. Toch behoren ze wat mij betreft absoluut tot de troostende hoopgevende categorie. Hun recentste album Palomino bevat alleen maar pareltjes, vooral het meeslepende Out of My Head luisterde ik al honderden keren. Dezelfde vibe vind ik ook bij een heel wat ouder album: Temple Of Low Men van Crowded House. Niet toevallig de plaat van Four Seasons in One Day, wat ik vorig jaar bombardeerde tot voorjaars-janklied. Voor de French touch heb ik dan weer Zaz, wiens stem nooit verveelt, of ze nu over Parijs of over de liefde zingt. Tot slot kleurt ook I Don’t Live Here Anymore van The War On Drugs mijn voorjaar. Wat een topplaat! Als het echt tijd is voor wat licht- en luchtigheid in het leven, dan is er gelukkig nog The Masked Singer. Dankzij Minotaurus ben ik weer helemaal verslingerd aan Queen en dan vooral The Show Must Go On. Drama doet het altijd goed, ongeacht de tijd of het moment.

Ziezo, het is paasvakantie. Tijd om rust te nemen. Ik ga de verbinding en vriendschap opzoeken. Koffie drinken, lezen en lopen. Wat creatieve projecten hervatten. Wind mee of tegen, de kriebel om helemaal naar die Rotterdam Marathon toe te leven komt eraan. On a river, I’m floating down the stream and back again om het met de zusjes Söderberg te zeggen. Zussen hebben eigenlijk altijd gelijk.

Het moment – Klein geluk #5 met een kat in huis

Er is er één jarig. Hoera! Hoera! Mijn mooie witte Teresa werd vandaag 17. Wat de jarige miep deed op deze heuglijke dag? Genieten van haar leven, zoals alleen zij – en bij uitbreiding een aanzienlijk deel van de kattige bevolking – dat kan. Boeken over en met katten als lifestylegoeroes en zenmasters zijn nog steeds razend populair. Begrijpelijk ook. Er zijn weinig dieren die zo’n enorm je m’en foutisme uitstralen en zich daar geen seconde slecht bij voelen. Mijn Libanese prinsessen Ada en Teresa kwamen 14 jaar geleden bij mij wonen. Al die tijd deelden we stoel, bank, bed, lief en leed. Een mooie aanleiding voor een nieuwe opsomming van kleine gelukjes. Hoewel, met het ego van een kat in gedachten, kan ik het maar beter hebben over grootste geluksmomenten. Want, met een kat in huis:

  • gaat geen milligram warmte verloren – kortom, een zegen in tijden van energiecrisis, werkelijk elke zonne- en verwarmingsstraal wordt optimaal benut, of dat nu is door urenlang op de verwarming te liggen, op het venstertablet, op een uitgelichte plek op de planken vloer of nét dat ene plekje op bed waar de zon neerstrijkt
  • leer je echt wat een gewoontedier is – in die mate dat ze mij wijzen op mijn eigen onbewuste gewoontes, blijkbaar zijn er verschillende manieren waarop ik mijn stoel onder de tafel schuif en loop ik met een specifieke tred door de keuken als het etensmoment is aangebroken
  • heb je geen alarmsysteem meer nodig – je neemt geen kat in huis omwille van de afschrikwekkende verschijning, toch is Teresa mijn waak-kat: als ik er niet ben, houdt zij burcht en buurt nauwlettend in de gaten, de buren durven amper voorbij te lopen als de Generaal op haar troon zit
  • weet je je meubilair echt naar waarde te schatten – er zijn tig manieren om in een zetel te liggen – al dan niet slapend, maar ook om in bed te luieren zonder te slapen, ook blijkt het ene stoelkussen al wat meer ingezakt te zijn dan het andere
  • durf je niet veel te weigeren – mijn katten vragen geen aandacht, ze eisen die meestal op een dermate dwingende manier dat je hun die aai niet kan ontzeggen omdat je bang bent dat je een aangetekend schrijven van de FOD Dierenwelzijn mag verwachten als je hun wens niet inwilligt
  • ga je anders naar dozen kijken – katten en dozen dat is heel grote liefde, of de doos nu groot of klein is: er is een doos voor elke kat en een kat voor elke doos, kartonnen dozen genieten natuurlijk de voorkeur, maar ook plastic exemplaren hebben zo hun voordeel
  • kan je ook mooie spullen kopen – mijn duurste interieurstuk was lange tijd mijn hoogwaardige krabpaal, Duitse kwaliteit in 100% natuurhout, ik werkte de kattenbak netjes weg in een kastje van Ikea en ik ben dolgelukkig met de huisdierenlijn van Le Creuset waardoor mijn dames nu eten uit azuurblauwe kommen met cachet
  • weet je dat het ene zacht niet het andere is – mijn katten zijn geen kieskeurige eters, wel hebben ze uitgesproken voorkeuren voor de ondergrond waarop ze slapen, de ene dekbedovertrek is de andere niet, een gebreide sprei is niet hetzelfde als een geweven: zacht en volumineus dat blijkt de ideale combo te zijn
  • prijs je je gelukkig dat het geen mensen zijn – ik vraag me wel eens af hoe mijn katten als mens zouden zijn: eigenzinnig excentriek, achteloos achterdochtig, neurotisch narcistisch en wellicht behoorlijk onuitstaanbaar
  • besef je dat je nooit echt alleen bent – het mooie aan huisdieren hebben die ook letterlijk altijd in je huis wonen, is juist dat het dieren zijn met hun eigenheid en vaak onbevattelijke momenten, maar dat er toch raakvlakken zijn waardoor je kan samenleven in een harmonieus gezinsverband

IMG_8152b

Gelukkige Gedichtendag!

Poëzie is taal die feestviert en om die reden is Gedichtendag niets minder dan een feestdag. Dit jaar is vriendschap het thema van de Poëzieweek met besties Miriam Van Hee en Hester Knibbe als boegbeelden. Op school is er nooit een tekort aan vriendschap én poëzie. Mijn vijfdejaars namen een dichtbundel naar keuze mee om in te grasduinen, zich te verwonderen en eens achter de oren te krabben, want wat wordt hier nu eigenlijk mee bedoeld?! Korte gedichten die quote-achtig aanvoelen vallen dan ook in de smaak. Ze dachten nog eens goed na en formuleerden zelf een uitspraak over poëzie.

IMG_0541b

Poëzie is therapie
Poëzie is niet in hokjes denken
Poëzie is het enige dat de taal kan verslaan
Poëzie is je kleine zusje dat (te) veel vragen stelt
Poëzie is een canvas en jij bent de kunstenaar
Poëzie is een rimpel die kan denken, fronsen en lachen
Poëzie is een sprint in slow motion
Poëzie is als praten met vrienden: het gaat over niets en alles tegelijkertijd
Poëzie is als een sleutel, je moet gewoon nog de juiste deur vinden
Poëzie is zoals de Mona Lisa: mooi, maar niemand weet waarom
Poëzie is als een optische illusie: prachtig, maar niet te begrijpen
Poëzie is net zoals een uil: met grote ogen naar de wereld kijken
Poëzie is de kleine wegen nemen om de gebaande paden te vermijden
Ik weet dat poëzie onmisbaar is, ik weet alleen niet voor wie
Alles wat ik voel en zie wordt met de juiste woorden poëzie
Wriemeldiertjes zijn de poëzie van de wereld

IMG_0536b

Zelf werd ik geraakt door een gedicht van Jef Aerts. Hij bracht in 2006 de dichtbundel Voor je er bent uit die hij opdroeg aan het kind dat op komst was. Inmiddels is zij een meisje van 16 jaar dat een boek van haar papa mee naar school nam. Een ode aan mijn favoriete boom, de berk en de fantasie. Hopelijk liggen er vanavond takken in mijn bed. Cheers op de poëzie!

Middag in het bos

Ik leek wel op bezoek, die middag
in het bos, toen een berk vroeg of ik nog wist
hoe wij ooit samen zaten

toe, ruisten haar blaadjes, zeg dat je
me eerder zag en ik voelde dat ze het meende
onder haar zilverwitte bast

vertel me nog een keer, zei ze, oktober
in de mist, ik fluisterde wat over niets
zocht naar woorden tussen gras

er is een berk die ik al heel lang ken, dat zei ik
thuis aan tafel en merkte toen ik ging slapen
dat het bed vol takken lag.

Jef Aerts

IMG_0556b

Het moment – En nu op naar 2023!

Lieve lezers

Ik dacht de afgelopen dagen vaak na. Aangezien ik nogal van het beschouwende type ben is dat op zich niks nieuws onder de zon. De kerstgedichten die ik voor mijn familieleden schreef, begonnen telkens met de zin Wat was dit een bijzonder jaar! Een makkelijke opener: elk jaar is immers bijzonder op z’n eigen manier. Bijzonder dekt ook heel wat ladingen. Het kan zowel duiden op pieken als dalen, als op het eigenzinnige karakter van een jaar. Ik zou ook elk jaar woelig durven noemen. Bewogen zou eveneens passend zijn. Of intens, nog zo’n woord waar ik van hou. Ik denk dat ik dit jaar tot het besef ben gekomen dat het geen zin heeft om labels op jaren te plakken. Alsof ze dan netjes gecategoriseerd in je archief geplaatst kunnen worden. Afgehandeld en op naar het volgende. Een jaar is fluïde. Het geeft en neemt.

Ik weet ook nog steeds niet zo goed wat ik met het cliché je bent maar zo oud als je je voelt moet aanvangen. Soms voel ik me stokoud. Bejaard. Klaar om achter de sanseveria’s te gaan zitten. Met één been in m’n graf zelfs. Vaker voel ik me als herboren (wat dat dan ook weer moge betekenen). Ik kan hier wel staan schreeuwen dat ik nog jong van geest ben en dat ik fysiek in topvorm verkeer. Helemaal klaar om te wedijveren met de jonge garde. Mee met mijn tijd zelfs, want het jeugdige geweld houdt mij jong. De nuchtere ik houd het er toch liever bij dat ik zowel in lichaam als geest 37 jaar ben. Een soort tussenleeftijd. Ik zit op een wipplank die soms naar de ene dan weer naar de andere kant overhelt. Ik moet het ermee doen, zo simpel is het.

De overige cijfers van mijn jaar tonen wederom aan dat er behoorlijk wat gebeurde. Ik liep en fietste 15.375 kilometer bij elkaar. Ik luisterde 315x naar Invaincu. Ik las 50 boeken. Ik won 7 flessen drank, 4 waardebonnen, 4 blikjes Hoegaarden, 2 boeketten, een kilo appels, een kist vol groenten, een trofee van de kitscherige soort, een stofzuiger, een Spikeball-set en een enveloppe met 40 euro. Er waren behoorlijk wat uitstapjes over de landsgrenzen heen, waaronder mijn 10 dagen in Den Haag. Er was mijn 3:01 van Amsterdam, de 3:26 van Roos in Parijs, de 2e van Marike en de 10e van Seppe.

2022 was ook een jaar van oorlog, afscheid en crisis. Op school werd ik vaker geconfronteerd met schrijnende situaties. Mijn ouders gingen dan wel met pensioen, maar ervoeren ook dat hun carrosserie niet meer die van een jong veulen is. Zo ongeveer iedereen lag wakker van z’n energierekening of van het feit dat een knolselder (toch één van de saaiste groenten) de hallucinante prijs van 1,59 euro heeft bereikt. De realiteit van de dag kwam met momenten zo hard binnen dat ik liefst van al met oogkleppen door het leven zou gaan. 2022 was voor mij persoonlijk een jaar van overleven. Ik durfde soms niet meer dromen, speelde de voeling met de zorgeloze Joke helemaal kwijt. Ik ben de eerste om mijn persoonlijke leed te relativeren in het perspectief van het grotere geheel. Om te zeggen dat het allemaal niet zo erg is. Ik leerde dit jaar om dat juist héél serieus te nemen, te zeggen dat dat juist wél erg is.

Een mens kan op verschillende manieren omgaan met de builen en klappen die het leven je sowieso af en toe uitdeelt. Neem nu mijn metekindje en oogappel Leah. Op ons kerstfeest knalde ze met volle snelheid op een stoelpoot zoals alleen een 3-jarige dat kan. Er was eerst blinde paniek, een gejammer van jewelste in de armen van haar mama om zich vervolgens op de schoot van haar papa te laten troosten met een zak ijs tegen het voorhoofd, waar zich toch een stevige zwelling begon af te tekenen. Een kwartier later pakte ze geïnteresseerd een cadeau uit en een uur later zat ze, geflankeerd door haar neefje en nichtje, met de meest stralende glimlach ooit op een foto te pronken. Zich totaal niet bewust van het ei dat zich inmiddels pontificaal op het midden van haar voorhoofd had gevormd. Geen tijd om bij de pakken te blijven neerzitten.

Mijn oudejaarsrede nadert zijn einde. Tijd voor een laatste confessie. Een paar keer per jaar denk ik dat ik uitverteld ben. Dan worstel ik met een joekel van een writer’s block, de angst dat ik niks zinnigs meer heb om over te schrijven. Misschien is het welletjes geweest met die blog. Telkens weer kon ik die barricade doorbreken. Plots dient inspiratie zich weer aan in overvloed. Altijd weer zijn er die blijken van waardering, jullie enthousiasme en aanmoedigingen om wat ik meemaak en wat ik hier publiceer. Dat mijn teksten smaken en raken, dat jullie mijn verhalen toch altijd weer de moeite vinden, doet mij heel veel deugd. Schrijven is een tijdrovend, maar ook een heilzaam proces. Toen ik 4,5 jaar geleden met deze blog begon had ik nooit kunnen vermoeden wat die mij voor moois zou opleveren.

Laat dat nieuwe jaar maar komen dus! Ik zie 2023 zowel met een glimlach als met angst en beven tegemoet. Het kondigt zich aan met luide trom en trompetgeschal. Laat het fanfaregewijs zijn intrede doen. 2023 zal niet geruisloos passeren. Ik wens jullie een waaier aan mooie herinneringen toe. Een flinke dosis creatieve inspiratie. Afgekruid met wat gezonde ambitie, avontuur en doorzettingsvermogen, afgetopt met a touch of magic. Ik wens jullie mentale rust, mildheid en een troostende schouder. Maar net zo goed een rijkelijk gevuld glas, een brood van je favoriete bakker, een doos met kakelverse loopschoenen, een tweedelig lila kostuum met frisse snit en een goed verhaal. Ga ervoor. Of ook niet, want soms is het gewoon goed zoals het is.

Joke
X

Het moment – Ik ben een zus van

Ja, ik ben een zus van Seppe Odeyn, de man die op 18 december 2022 voor de 10e keer de Hel van Kasterlee won. Een groots sportman die altijd nederig en oprecht blijft. Een broer met antwoorden en twee luisterende oren. Een bijzonder inspirerende mens om in je omgeving te hebben. Iemand die heel veel durft. Soms ook een beetje provoceert. Misschien daarom ook wel de rol van het kleine, doch schattige duiveltje op mijn schouder aanneemt.

Ik draag de titel Zus Van met trots, al moet ik er bijzonder weinig voor doen. Ik ben anderhalf jaar ouder waardoor ik me in de positie bevind om (al dan niet gênante) kinderverhalen over Seppe op te dissen. Om hier een volledig fictief verhaal uit mijn mouw te schudden over hoe de 15-jarige Seppe hoorde over de Hel van Kasterlee en uitriep: die wedstrijd wil ik ooit winnen, liefst zelfs 10x! De waarheid is wel dat Seppe en ik 20 jaar geleden al eens samen gingen mountainbiken. Ik overdrijf ook echt niet als ik zeg dat Seppe toen al groots durfde te dromen, dat hij een enorme sympathie had voor underdogs in de sportwereld (op Lance Armstrong na dan). Samen konden wij helemaal in de ban zijn van sportieve verhalen. Zoals het echte nineties-kinderen betaamt, maakten wij met de cassetterecorder onze eigen sportprogramma’s. Het was absoluut een voorrecht om met Seppe Odeyn aan mijn zijde te mogen opgroeien.

Maar. Ik ben ook een zus van Marike en Roos Odeyn. Samen worden we al eens de Zusjes Odeyn genoemd. Een soort heilige drievuldigheid die de boel net zo goed in vuur en vlam kan zetten. Mijn zusjes zijn er altijd. Voor mij, voor Seppe en onze ouders. Voor iedereen die hen nodig heeft. Ze presteren net zo goed op het allerhoogste niveau. Als zuszijn een vak was, dan zouden zij als experts overal ter wereld gevraagd worden om op congressen te spreken over wat zuszijn behelst. Dat het zowel in de kleine als in de grote gebaren zit. Een fingerspitzengefühl dat verder dan hun vingers reikt. Ik voel me net zo geprivilegieerd om Zus Van die twee te mogen zijn.

Ik was zondag voor de vierde keer finisher in de Hel van Kasterlee. Wat was het weer een spektakel! Voor nu is mijn verhaal van de Hel er één in de marge van die grootse prestatie van Seppe. Maar wees gerust: ik heb natuurlijk weer belachelijk veel meegemaakt in die 9 uur en 14 minuten dat mijn Hel duurde. Ik heb daar zo mogelijk nog belachelijk veel meer over te vertellen. Bijvoorbeeld dat mijn snelste Hel toch weer hels was op een heel andere manier. Dat een vijfde plek dan wel mijn minste resultaat is, maar toch mijn beste prestatie. En weten jullie eigenlijk wel dat 125 kilometer mountainbiken echt heel lang is? Ah ja, en ook nog dat ik buiten mijn familie zo ontzettend veel mensen dankbaar ben die een bijdrage hebben geleverd aan dit crazy avontuur? Ik ga dus een vierde raceverslag over de Hel schrijven. Dat op zich vind ik al behoorlijk onwezenlijk. Wordt vervolgd dus.

Het moment – Een blik op de Hel

December is een maand van tradities. De kerstboom staat. The Pogues zingen over hun sprookje in New York. Mijn leerlingen maken examens waar ik dan weer met een flitsende pen over ga. Ik sorteer mijn handschoenen. Ik trotseer de kou. Ik tel reserve binnenbanden (volstaat drie?). Ik denk na over Clif bloks en vervallen sportgels. Over bandendruk zelfs (het moet niet gekker worden). Ik bedenk elk uur een ander hels scenario. Catastrofaler dan ooit: een gebroken fietskader, ijs, sneeuwstorm. Ik bevind me kortom in de laatste rechte lijn naar de Hel, een weg die geplaveid is met goede voorbereidingen. Alleen laat een wedstrijd van 170 kilometer zich ook in de voorbereiding verduiveld lastig temmen.

Ik werd geboren op een vrijdag de 13e, eigenlijk ben ik dus niet zo van het bijgeloof. Toch betrapte ik mezelf er deze week op dat ik in alles een voorteken wilde zien. Dinsdag knalde ik eerst mijn Hel-beker van 2018 tegen de grond tijdens een iets te brute stofzuigbeurt (gelukkig zonder schade). Vervolgens scheurde ik tijdens het lopen letterlijk mijn broek aan een gft-bak. ’s Avonds sneed ik in mijn vinger. Om de dag in schoonheid af te sluiten bezeerde ik mijn voet toen ik tegen een stapel slecht gepositioneerde mappen aan botste. Telkens dacht ik: yes, dit is al een portie pech waar ik zondag gespaard van zal blijven. De meest plausibele en meer down to earth verklaring is dat ik moe ben. Ik heb veel aan mijn hoofd. Zoveel dat ik soms echt geen blijf weet met de stress die door mijn lijf raast. Naast de angst voor materiaalpech is er ook de vrees dat het misschien de wedstrijd te veel is dit jaar. Dat ik mijn sportieve geluk van 2022 al heb opgesoupeerd. Dat de tank misschien leger is dan gehoopt. Kortom, dat mijn vierde Hel-deelname een Processie van Echternach wordt.

De 20e Hel van Kasterlee belooft hoe dan ook een bijzondere editie te worden. Seppe staat voor de 11e keer aan de start en gaat voluit voor zijn 10e overwinning. De rest van de familie staat weer op post voor een dag supporteren voor gevorderden: uren koukleumen terwijl ze hun stembanden kapot schreeuwen, intens meeleven én paraat staan voor eender welke calamiteit. In mijn nerveuze lijf brandt er gelukkig ook een groot vuur dat uitkijkt naar het ongetwijfeld waanzinnige avontuur dat de Hel altijd is. Een sprankelende vonk die ervan uit durft gaan dat the girl on fire nog niet is uitgelopen. De vlam nog niet geblust. Bij een marathon kan ik inmiddels behoorlijk inschatten wat ik waard ben. Bij de Hel vind ik het veel lastiger om te vertrouwen op mijn goede voorbereiding. De race duurt makkelijk een uur of 9 à 10. Hard labeur dus met een behoorlijke marge van onvoorspelbaarheid. Mijn vorige drie deelnames waren elk op hun manier een uitdaging van jewelste. De enige zekerheid is dat ik mezelf een paar keer zal tegenkomen.

Wat ik al op zak heb, is een artikel in de krant samen met mijn broer. Het is dat ik geen bucket list heb, anders kon ik dit afvinken. Waarom wilde ik eigenlijk zo graag eens deelnemen aan de Hel? De eerste keer dat ik voor Seppe ging supporteren was in 2014: het jaar dat ik een loper werd en plots ook meer belangstelling kreeg voor de sportieve exploten van mijn broer. Wat een magische ervaring! Ik werd overdonderd door wat ik zag, ook door de te harde beats van DJ Infinity in de sporthal die daags nadien nog door mijn lichaam gonsden. Toen mijn leven in 2015 een andere wending nam, werd ook de kriebel om in Kasterlee ooit eens zelf in “het bosje” rond te rijden alleen maar groter. Al helemaal toen mijn pappie op 56-jarige leeftijd zijn Hel-debuut met glans doorstond. Uiteindelijk stond ik in 2018 voor het eerst zelf aan de start. Ik was helemaal doordrongen van het feit dat ik iets aan het doen was waar ik al lang van droomde (nee, ik heb dus echt geen bucket list). Dankzij Seppe is de Hel van Kasterlee een memorabel evenement in onze familie, iets dat tot de verbeelding blijft spreken.

Als vrouw van het gevoel wil ik zoveel mogelijk mijn eigen ding doen, me niet laten opjagen door de omstandigheden (al is dat onvermijdelijk) en vooral op zoek gaan naar dat goede gevoel. Een mix van de Joke van 2018 die als een blij ei rondfietste omdat ze meedeed aan de Hel en de strijdende mountainbiker die ik vorig jaar in mezelf ontdekte. Om af te sluiten haal ik mijn dankbaarheidsplaat maar weer eens boven (die kan je nooit grijs genoeg draaien). Hoe kan het anders dan dat Invaincu van Stromae volgens Spotify mijn topnummer van 2022 was?! Team Invaincu bestaat voor deze uitdaging uit een ijzersterke equipe: ouwe getrouwen en ook nieuwe gezichten. Een team dat met momenten net zoveel stress ervaart, dat ook net zo uitgelaten is en mij doet stuiteren van geluk. Samen sterk en onoverwinnelijk. Dwars door de Hel en als het moet nog eens terug. Kasterlee, here we come!

IMG_0200b

Het moment – De zon scheen weer eens in Kasterlee

Kasterlee, 16 november 2014. De 29-jarige Joke Odeyn staat aan de start van de halve marathon. In mei liep ze voor het eerst in haar leven 20 kilometer zij aan zij met haar zusje Roos. Een week lang was ze euforisch. De zusjes hadden de smaak van het afstandslopen stevig te pakken. Hun loopplannen groeiden weelderig in het rond. In oktober liep Joke zowaar 1u43 op de halve marathon in Brussel. Met een croissant en chocoladebroodje als ontbijt, in slechte sportkleding met lelijke loopschoenen en een Casio als enige tijdsindicator. Het was daar in Brussel dat de marathondroom van de zusjes ontstond. Een maand later op die grijze novemberdag in Kasterlee bulkte de piepjonge Joke van het zelfvertrouwen. Haar ervaren broer had haar nochtans gewaarschuwd voor het off-road karakter van het parcours, maar dat zou deze Joke niet deren. Als een speer zou zij over de Kastelse grond razen. Ze had bovendien een enorme troef om haar pols: een nagelnieuwe mintgroene Garmin Forerunner waar ze nu voor het eerst een wedstrijd mee zou lopen. Wie of wat zou dit enthousiaste lopersgeweld in hemelsnaam kunnen tegenhouden om een topprestatie neer te zetten?

Het werd een deceptie van jewelste. Tijd en snelheid meten leek vooral te resulteren in meteen te hard doorduwen, in stress en een gevoel van tekortschieten. Met een eerste kilometer aan 4’44” startte Joke als een kanonskogel om zich kilometer per kilometer meer vast te lopen in het parcours. Haar kilometertijden zakten zienderogen als een pudding in elkaar. Het regende. Joke vloekte en dacht dat een cola in de bevoorrading haar erdoor zou helpen. Niks van dat. Het werd een halve marathon van afzien. Van aftellen en de gedachte bannen Misschien kan ik beter stoppen! Met de regen spoelde ook haar laatste restje positivisme weg. Na 1u56 strompelde Joke als een verzopen waterkieken over de meet. Haar gemiddelde hartslag van 165 toonde aan dat ze diep was gegaan. Gelukkig was haar familie van de partij. Roos kwam een minuutje later binnen. Seppe mocht op het podium als tweede. Pater familias Jan finishte in een snelle 1u37. Zus Marike en Mama Alma namen de nazorg op zich. Het duurde een paar uur voordat de verkleumde Joke haar goede humeur teruggevonden had. Ook dit was lopen, dat zou ze later wel begrijpen.

315253659_159682303426666_2897166837654491909_n
Foto: Peter Vanleuven

Kasterlee, 13 november 2022. De 37-jarige Joke Odeyn staat voor de 8e keer aan de start van de halve marathon van Kasterlee. Haar 8-jarige relatie met de halve marathon van Kasterlee is woelig te noemen. In november lijkt het er altijd regenachtig koud te zijn. Het parcours heeft dan niks met de Hel te maken, maar die verduivelde venijnige staart van 9 kilometer hakt er altijd stevig in. Joke kon wel steeds sneller lopen in Kasterlee. Er ontstonden ook heel mooie herinneringen. Vorig jaar was haar 1u33 zelfs goed voor een derde plek. Onverwacht en toch was er toen ook een vleugje teleurstelling. Onze inmiddels niet meer zo piepjonge Joke had zich weer een klein beetje vergaloppeerd en werd in de laatste kilometer nog voorbij gesneld. Wederom een bewijs dat haar relatie met de halve marathon van Kasterlee zich in een spanningsveld bevond. It’s complicated.

Vandaag is er echter hoop. De zon schijnt weer eens! Het parcours ligt er relatief snel en droog bij. Joke is in vorm. Ze heeft er bovenal heel veel zin in. Voor de vierde keer maakt deze halve marathon deel uit van haar voorbereiding op de Hel van Kasterlee. Vandaag mag ze doen wat ze het liefste doet: gewoon een lang stuk lopen. Met een eerste kilometer aan 3’56” start Joke als een kanonskogel om zich kilometer per kilometer meer thuis te voelen op het parcours. Ze vindt een goed tempo. Ze geniet en heeft er nog steeds zin in. Ze krijgt zelfs het gezelschap van een persoonlijke begeleider op de fiets omdat ze in eerste positie loopt. Daar is dan eventjes wat stress en de angst om voorbij gesneld te worden door meervoudig winnares en thuisloopster Jolien Boonen. Joke slaagt er echter in het hoofd koel te houden. Ze woekert niet met haar krachten. Ze durft te vertrouwen op haar benenmachine. De zon schijnt, hoe geweldig is dat! Dankzij haar positie in de race krijgt ze veel aanmoedigingen. Zelfs als ze deze wedstrijd niet op haar naam zal schrijven, heeft ze gestreden om hem te kunnen winnen.

Na 12 km dienen de eerste meer uitdagende kilometers zich aan. Off-road dus, wat draaien en kronkelen, omhoog en naar beneden, de Hoge Mouw, Muur van Kastel en Col Roger, hier en daar wat duinenzand. Joke knows the drill. Het is wat moeilijker om de goede cadans te behouden, maar ze recupereert goed en kan tempo blijven maken op de tussenstukken. De nummer 2 lijkt nog steeds op een veilige afstand te zitten, maar wat is uiteindelijk echt veilig? Als Joke op anderhalve kilometer van de meet weer asfalt onder haar voeten heeft, weet ze dat de winst zo goed als zeker binnen is. Vlak voor de garage van Ben Van De Water wordt onze heldin-van-één-dag luid aangemoedigd door haar beide ouders en zus Marike mét kroost. Joke Odeyn zal deze halve marathon winnen. De rode loper richting finish is in zicht. Ze hoort het nooit-aflatende enthousiasme van speaker Hans in de micro. Joke kan niet anders dan lachen. Ze steekt haar handen in de lucht. Met een knal sneeuwt het confettisnippers in Kasterlee. 8 jaar na haar moeizame debuut wint Joke Odeyn de halve marathon van Kasterlee in 1u30. Halleluja! Haar 10e overwinning van 2022 is een heel bijzondere om aan de erelijst toe te voegen.

XVJX9154
Foto: Roos Odeyn

Gelukkig is haar familie van de partij. Seppe zet een ijzersterke tijd neer die net niet snel genoeg is voor een podiumplek, Roos loopt met 1u41 een PPR (persoonlijk parcoursrecord). De overige familieleden zijn er voor de felicitaties, de foto’s en de complimenten. Ongelooflijk, kind toch, ge hebt gewoon gewonnen! Er wordt nog wat nagepraat aan de sporthal. Een foto gemaakt. Iets gezegd over het kerstfeest. De wegen scheiden weer. Joke en Roos hebben zich nog een paar uur te vermaken in Kasterlee voor de podiumceremonie plaatsvindt. Dat is gelukkig geen probleem, want de zon scheen weer eens in Kasterlee.