Het moment – En nu op naar 2025!

Lieve lezers

2024 eindigt op een dinsdag. Laat dat nu net een dag zijn waar ik geen hoge pet van op heb. Op een dinsdag is de kans het grootst dat mijn mentale en fysieke energie in een dip zit. Het zijn dagen die identiteitsloos hangen te bungelen tussen maandag en woensdag. Toeval bestaat natuurlijk niet, het zegt iets over dit jaar. Aan intensiteit geen gebrek, ook niet aan bijzondere gebeurtenissen, maar er waren toch wat dipjes in de curve. Dingen die aansleepten en uitzichtloos leken. Cirkels die vicieus van aard waren, soms werden gerond of opnieuw begonnen. Er werd wat af gebungeld in 2024. Een zuinig jaar zou ik het echter niet noemen. Ik heb heel veel en kreeg alleen nog meer: een overdaad aan liefde, zowel van de man als de zussen van mijn leven. Ik zet dit jaar dus met veel plezier op de stoep op een dinsdag.

Vrouw van het jaar 2024 is zonder enige twijfel Froukje. De Nederlandse alleskunner die prachtige liedjes schrijft en die dan ook nog eens prachtig brengt. Omdat toeval dus echt niet bestaat bleek Zeeën van liefde volgens Spotify mijn nummer 1 van het afgelopen jaar. Froukje is mijn gids in emotioneel moerassig gebied. Ze raakt me keer op keer. Net zo blij word ik van mijn kapper Selma, die ik dit jaar ontdekte. Ze heeft Kroatische roots en weet wat ze wil. Onomwonden stelde ze vast dat mijn kapsel achteraan niet pittig was. Ik onderging en vertrouwde haar advies. Selma had gelijk. Een pittig kapsel is niet braafjes opgeknipt langs achteren. Selma en ik, wij begrijpen elkaar. Een andere vrouw die een diepe indruk naliet was Gisèle Pelicot, hét gezicht voor alle slachtoffers van seksueel geweld die in het openbaar durfde af te rekenen met de schaamte. Zeer veel bewondering. Tot slot verdient ook Stephanie Van Houtven hier een plaats. Ze stierf op 39-jarige leeftijd aan baarmoederhalskanker (slik), maar zorgde ervoor dat vrouwen uitgebreider op die ziekte gescreend zullen worden vanaf 1 januari 2025. Boegbeelden en rolmodellen, we hebben ze allemaal nodig.

Ik werd dit jaar 39 op een vrijdag de 13e. Dat is 3×13 en Hans die werd 4×13. Het is symboliek waar ik goed op ga. Daarbovenop was er nog de 2x 100 mijl die Hans liep, de legendarische 2e plek van Seppe in de Hel, de baby van Roos die onderweg is en het onmeetbaar grote hart van Marike. Ook de levenswijsheden van mijn 5-jarige metekindje Leah wil ik jullie niet onthouden. De dood van Ada was voor Leah een eerste confrontatie met de eindigheid van een (katten)leven. Ze heeft nog steeds af en toe verdriet omdat haar dikke vriend er niet meer is en nooit meer terug komt. Het helpt haar dan om met een ingelijste foto van Ada in bed te kruipen. Sta stil bij je verdriet en geef toe aan de troost. Mogelijk herinneren jullie je het kerstdrama nog dat zich 2 jaar geleden afspeelde: Leah knalde in volle vaart tegen een stoelpoot en hield er een eivormige buil op haar hoofd aan over. Dit jaar was er een salontafel bij het pre-kerstdrama betrokken. Menig salontafel is het lot beschoren om tegen beter weten in een kinderkopje te willen opvangen. Leah moest naar de dokter van wacht en die haalde een grote naald boven om de wonde op haar kin te hechten. Ze had gehuild omwille van die naald en de plakker op haar kin, maar ze vertelde ook parmantig dat ze nadien snoepjes uit de nachtwinkel had gekregen. Voilà, mensen. Onderga je lot, laat alle emoties de vrije loop en beloon jezelf nadien met iets lekkers.

Luisteraars van Radio 1 verkozen sluimervriend tot ontbreekwoord van het jaar. Het is een vriend die je lange tijd niet kan zien, maar waarmee je moeiteloos de gespreksdraad weer oppikt bij een ontmoeting. 2024 leerde me dat het schip niet zinkt als de dingen af en toe eens sluimeren en aanslepen. Het vuur kan niet altijd vollen bak branden, soms smeult en sluimert het wat aan. Er hangen al eens wat losse draadjes te bungelen, net zoals dagen dat doen tussen weken. Niet alles moet op elk moment 100% betekenisvol zijn. Ik heb graag dat er dingen gebeuren in het leven, dat er volop plannen worden gesmeed en met daadkracht gehandeld. Soms is het onvermijdelijk dat het gewoon wat sluimert en broeit. Het tienerwoord van het jaar is noncha. Wel, ik ben fan. Van een meer noncha levenshouding waarbij het soms ook windstil is.

2024 zit er bijna op. Hand in hand met mijn schatjes Roos en Hans ga ik de jaarwisseling vieren. Ik heb heel wat om naar uit te kijken in 2025. De komst van een nichtje in de familie, het EK marathon Brussel-Leuven, een 100 kilometer lange trail, een optreden van mijn tieneridolen en mijn 40e verjaardag: om maar wat te noemen. 2024 was geen gemakkelijk jaar, maar is het dat ooit eigenlijk echt? Liefste lezers, ik wens jullie een schitterend uiteinde en een flitsend dan wel sluimerend begin toe. Ik wens jullie alle goeds en moois, dat de kleinste droom grootse vormen mag aannemen, dat het kleine blijft sluimeren, dat je jezelf de kans kan geven om eens ergens tussen de bungelen. Maak een prioriteit van wat je graag doet. Maak er een feestje van als je daar zin in hebt. Tot slot wil ik jullie nogmaals uitdrukkelijk bedanken voor de trouwe steun en de enthousiaste reacties. Joke loopt ook als ze niet blogt, maar ze doet dat toch het liefst als de blogs gelezen en gewaardeerd worden. Jullie hebben me al zoveel gegeven. Dank daarvoor.

Ik wens jullie een royaal 2025!

Joke
X

Het moment – Nieuw leven in het bijna oude jaar

De eindsprint van 2024 is ingezet. Meer dan ooit is dat een periode waarin ik het afgelopen jaar eens goed doorkauw. Ik ben nu eenmaal een mens van mijmeren en overpeinzen, van terug- en ook vooruitblikken. Een algemene contemplatie op het jaar 2024 (zou het intens zijn?!) volgt traditiegetrouw op de laatste dag van het jaar, als we het samen gezellig kunnen uitzwaaien en een ander verwelkomen. Er is ook iets om nu al bij stil te staan: dit is het 400e bericht dat ik op mijn blog zal publiceren. Een rond en mooi getal dat ik graag wijd aan een verlaat verhaal over nieuw leven in de kerststal. Het betreft een nieuw ding, twee harige huisgenoten en de komst van een klein mensje.  

Het eerste dingetje: er hangt een nieuwe Garmin rond mijn pols. Ik kocht mijn allereerste Garmin Forerunner in het mintgroen in november 2014. Ik liep een half jaar en was al die tijd aangewezen op mijn gevoel om te weten hoe lang ik onderweg was. Over die vuurdoop vertelde ik hier al eens wat meer. Na twee jaar ruilde ik het flashy exemplaar in voor een andere Forerunner. Ik ging steeds langer lopen en de batterij moest dat zien zitten. In juli 2021 kwam mijn derde Garmin er en die luidde het begin in van een nieuw looptijdperk. Tot ook die machinerie begon te haperen met de marathon in Berlijn als absoluut dieptepunt (toen het bij een kilometer niet stak op 200 meter meer of minder). Enter de Fenix 7 die ik cadeau kreeg van Hans. Een parel van een horloge is het! Ik ben momenteel nog een absolute beginner met alle functies die de Fenix biedt. Het display is prachtig (net zoals het prentje dat ik krijg als de ochtend begint), de batterij kan ongezien lang mee en de GPS is instant ready voor vertrek. Ik moet nog een beetje wennen aan alle cijfers en rapporten die mij worden meegedeeld, net zoals de trainingssuggesties die net iets te ambitieus zijn voor de dagplanning van het moment. Ik zie het helemaal zitten om er mee te gaan vlammen in het nieuwe jaar.

Op het dierenfront valt er ook nieuws te melden. In het voorjaar namen we afscheid van Ada, onze eigenzinnige 17-jarige poes. Haar dood betekende het begin van een huisdierloos leven en dat was wennen. Rouwen vraagt tijd. Er gaat geen dag voorbij zonder dat ik mijn dieren mis. Ik heb soms heimwee naar de tijd dat ze bij mij waren. Er vloeien nog tranen om wat niet meer is. Dat er op een dag nieuwe poezen in huis zouden komen, dat stond vast. De donkere dagen van het najaar leken ideaal om nieuw leven in huis te verwelkomen. We wilden graag een thuis geven aan een kattenduo uit een opvang, liefst volwassen katten. Zo kruiste het bijzondere stel Phineas en Babette ons pad. Hij een grote witte kater van 9 jaar met een bang hart. Zij een kleine tijgerpoes van 6 maanden met pit. Samen vormen ze een onafscheidelijk duo als pleegpapapoes en –dochter. Sinds eind november wonen ze bij ons. Ze moeten nog wennen aan hun nieuwe omgeving en thuis voor altijd, maar onze harten hebben ze al veroverd door de innige band die ze met elkaar hebben. Er gaat af en toe eens een plant tegen de grond en er zit al eens een kat in de boekenkast. Leven in de brouwerij dus, heerlijk.

En dan is het vooral heel erg uitkijken naar maart 2025. Roos was hier – uiteraard – de afgelopen maanden niet weg te slaan uit de verhalen. Wat ik echter nog niet vertelde, is dat Roos zwanger is. Jawel! Wij sliepen tijdens de Great Escape dus eigenlijk met z’n drietjes in de kofferbak van de auto en Roos stond er in Berlijn niet helemaal alleen voor tijdens haar skeelerrondes. Ik krijg er een nichtje bij, hoe geweldig is dat. Roos en Niko worden ouders van een klein mensje dat ongetwijfeld een bron zal zijn van verhalen en creatieve uitspattingen. Als dat geen leuk nieuws is waar jullie nog vaak een vervolg op zullen lezen!

Geniet nog van de laatste dagen van 2024. Ik hoor de 5 al op de deur bonzen.

Loperspraat – Een toertje trailen met soep

Soms is het beter om onwetend te zijn. Als ik had geweten dat er in de Trail de la Soupe geklommen moest worden met touwen, dan zou ik het namelijk niet hebben aangedurfd. Ik loop natuurlijk wel graag een trailtje, dat mag ook lang zijn, maar liefst niet te technisch. De La Chouffe is om die reden een trail naar mijn hart. Door de jaren heen werd de Chouffe een referentie waar ik trails aan afmeet. Het brute werk van de Trail des Fantômes liet ik in augustus dan ook met plezier aan Roos, Joni en Hans. Sinds de Hel van Kasterlee mijn najaarsprogramma niet langer hypothekeert, kwam er ruimte vrij om een wintertrail te lopen. Hans en Sam hadden ook nog eens zin om samen op pad te gaan in de omgeving van La-Roche-en-Ardenne en zo stonden wij dus op zondagochtend aan de (ijskoude!) start van de 44 km. 

Het was lang geleden dat mijn vlam om erin te vliegen zo hevig brandde. Niks moet en alles mag, dit was een avontuur waar ik me onbezonnen kon instorten. Die ingesteldheid had ik te danken aan het uitmuntende gezelschap, maar ook aan de positieve flow die ik weer te pakken heb. Het heeft wat tijd gekost om mijn marathon in Berlijn op het schap te kunnen plaatsen. Halverwege oktober ging ik nietsvermoedend 10 kilometer lopen door het Tiense platteland en voelde ik dat er iets veranderd was. Ik voelde me sterker en fitter. Ik kon plots weer wat tempo maken en het gaspedaal induwen, ondanks die zeurende hamstrings en bilspieren. Alsof al die maanden training en inspanningen om te herstellen op dat eigenste moment hun vruchten afwierpen. Ik kwam tot de conclusie dat de Berlin Marathon mij deugd had gedaan. 

SZTJ6529

De start van een trail is altijd goed voor een spontane ontmoeting. Ik leerde trouwe bloglezer Lobke kennen die zich in goed gezelschap warm hield voor de start van de 33 km. Sam zou – met dank aan de vrije start – 7 minuten na Hans en mij vertrekken om zo meteen aan een inhaalrace te beginnen. Veel wist ik niet van wat ons op het parcours te wachten stond. Aangezien ik alles met de Chouffe trail vergelijk, wist ik dat 1500 hoogtemeters op 44 kilometer best wel wat is. De eerste kilometers gingen meteen goed omhoog. We kregen een prachtig uitzicht gepresenteerd, de zon brak erdoor en ik besefte weer dat het zo leuk is om samen met Hans te lopen. 

Niks dan goed nieuws dus. De stijging was beloopbaar, de ondergrond gevarieerd: hier en daar modderig, soms nog keihard bevroren. Ook de omgeving stelde niet teleur. Na 8 kilometer bereikten we het hoogste punt en een kilometer later werden we bijgebeend door Sam die ook tijdens een trail niet vies is van wat sprintwerk. Tijd dus om bij te praten. Na 18 kilometer en net geen 2 uur op de klok bereikten we met z’n drieën de eerste bevoorradingspost in Maboge. Naast het standaard trailbuffet stond daar uiteraard ook soep op het menu. Terwijl Hans aan de cola zat en Sam aan de soep ging, koos ik voor de TUC koekjes. Geen trail zonder TUC! 

SDUR5526

Mijn muts had ik al ingewisseld voor een pet, maar ik bleef er bijzonder goedgemutst bij lopen. Ik vloekte niet op de hoogte, ik zat helemaal in het moment en genoot ten volle van het samenzijn met mijn trailcompagnons. Zelfs toen het steeds steiler omhoog ging, er geklommen en gesprongen moest worden. Ook toen ik dus touwen zag hangen die een noodzaak waren om boven te geraken. Ik hing nog steeds aan de rekker van die twee klasbakken voor mij, maar ik voelde me 10x beter dan in Houffalize enkele maanden geleden en dat was zonder meer een reden om heel blij van te worden. Het had letterlijk wel wat voeten in de aarde om de tweede bevoorradingspost op kilometer 35 te bereiken. Daar schoof ik nog wat TUC’s naar binnen om opgeladen de finale te kunnen inzetten.  

De Muur van Maboge wachtte nog op ons, een beklimming die zijn naam niet gestolen heeft. Ruim een kilometer ging het steil omhoog. Met als hoogtepunt 500 meter stijgen aan 20%: het is niet van de poes. Al klauterend naar boven besloten we een groepsportret te laten vastleggen door de fotograaf van dienst, wat maar net goed afliep voor Sam. De laatste kilometers gingen in dalende lijn back to the city, het charmante La-Roche-en-Ardenne dus. Na 5 uur en 30 minuten bereikten we hand in hand de finish. Een beetje moe maar voldaan, zoals dat heet. We konden ons verwarmen aan het soepbuffet. Het was een stralende dag in La Roche. Net zoals de soep smaakte het naar meer.  

IMG_5398b

Het moment – Welkom in de winkel!

Ik koos dus voor een ander carrièrepad. In september ruilde ik mijn vertrouwde klaslokaal in voor een winkel waar alles rond lopen draait. Ik word al eens winkelmanager genoemd, ook wel sales advisor of store manager. Eigenlijk komt het erop neer dat ik met lopers praat en hen help om een goede loopschoen te vinden. In essentie is mijn carrièreswitch vooral een verandering van decor. Zoals ik vroeger in de klas iets kon delen dat mij nauw aan het hart ligt, zo doe ik dat nu in de winkel. Ik mag uitleg geven, mensen soms eens streng toespreken, maar vooral ook enthousiast zijn. Het helpt bovendien dat ik over de gave beschik om intens gelukkig te worden van een goed georganiseerd rek vol sokken. Na drie maanden in de winkel deel ik graag enkele observaties met jullie.   

  • Je oude loopschoenen meenemen naar de winkel is een goed idee, dat weten ook de meeste klanten. Soms gebeurt dat bewust niet omdat er toch enige schroom is omwille van de slijtage of kwaliteit van de huidige schoen. Ik zie behoorlijk wat retro-versies van loopschoenen. Zo is de Kayano 22 een collector’s item tegenover de huidige versie met nummer 31. Mijn voeten krimpen in elkaar bij de gedachte om te lopen op schoenen van 10 jaar oud.  
  • Met iets minder fascinatie kijk ik naar schoenen die zo vuil zijn dat de modder eraf valt als ze uit de tas komen, al helemaal als ze nog nat zijn van het loopje diezelfde dag. Deze week kreeg ik schoenen in de hand gedrukt die nog dampten van de wasverzachter: een liefdevol gebaar van een klant die haar oude loopschoenen speciaal voor het winkelbezoek in de wasmachine deed onder het mom van “ik kan niet met vuile schoenen komen aanzetten en ze zijn toch versleten”. 
  • Het is erg dankbaar om een loper die op oude of gewoonweg brol-schoenen loopt een nieuw paar te laten passen. Lopen op wolkjes of kussens is een vergelijking die vaak terugkeert. Vaak gaat dat gepaard met heel wat oooh’s en aaah’s, ook wel met de opmerking dat die dikke zool zo groot oogt. Ik heb toch niet zo’n grote voeten? Alles went, dat kan ik je verzekeren. 
  • Ik dacht dat er niet echt een ander woord bestond voor loopschoenen – buiten hardloopschoenen dan. Toch is er een groep Leuvenaars die het heeft over loopsloefen of loopsloefkes. Lopen moet je dan ook eerder uitspreken als lèupen. Ja, wij verkopen dus ook loopsloefen voor wie dat wil. 
  • Er bestaat al eens verwarring over de naam van een merk. Het logo van Asics zorgt ervoor dat het merk ook wel Oasi(c)s of Basics wordt. Ik kan ook begrijpen dat ON niet meteen leesbaar is en het QC of OC wordt. De vaakst voorkomende spraakverwarring is het Amerikaanse Saucony dat volgens sommigen Sauwsoonie is of Sosonie. Het merk dankt zijn naam aan de Saucony Creek, op z’n English dus graag. 
  • Fans die met spanning uitkijken naar een release zijn niet enkel voorbehouden voor de boeken van Sally Rooney. De lancering van de Adrenaline GTS 24 van Brooks deed menig loper de nachten aftellen tot het eindelijk 5 november was en een kersvers schoentje in de Brooks familie voor het grote publiek te beschikbaar was. Kampeerders hadden we niet voor de winkel, wel een klant die drie dagen op rij kwam vragen of de nieuwe Adrenaline er al was. 
  • Nieuwe loopschoenen kopen dat betekent vaak plannen maken. Het EK marathon dat in april plaatsvindt en in lijn van Brussel naar Leuven loopt, doet veel Leuvenaars dromen van die eerste marathon. Ik hoor dan ook vaak: we zijn zoals iedereen in Leuven aan het trainen voor de marathon in april. Het is in dit geval geen overdrijving. 
  • Aan de andere kant van het spectrum hoor ik ook wel eens “ik haat lopen”. Het is met een klein beetje pijn in het hart dat ik schoenen meegeef aan iemand die ze ziet als een noodzakelijk kwaad om in conditie te blijven. Evenzeer meelijwekkend vind ik schoenen die nooit de buitenlucht zullen voelen en gedwongen zijn om hun kilometers op de loopband te slijten. 
  • Wie schoenen past, moet veters strikken. Ondertussen weet ik dat er ontelbaar veel manieren zijn om je veters te binden. Wat dacht je bijvoorbeeld van het zijwaartse strikje, dat ik tot dusver enkel mannen zag maken? Er zijn ook mensen die weinig veters gebonden hebben in hun leven. Dat leid ik toch af aan het dermate trage tempo waaraan ze dat doen en de hoge mate van concentratie die bij de handeling komt kijken. Ergens kan heeft dat ook iets schattigs. 
  • Even aandoenlijk vind ik de zachte hand die sommige klanten hanteren als ze een schoen vastnemen en die voorzichtig teruggeven of – nog mooier – heel behoedzaam de veters in de schoen stoppen voordat die terug de doos in gaat. Dat zijn sowieso mensen die een heel ordelijke kledingkast hebben, denk ik dan.

Het gerief – Een bonte schoenenspecial #2

In mijn voorbereiding richting Berlijn had ik dus een complementair kwartet samengesteld: vier paar schoenen dat mij goed beslagen aan mijn trainingsarbeid zou helpen. Ondanks mijn gebrekkige benenmolen genoot ik volop van die ontdekkingsfase. Er waren zoveel nieuwe schoenen en merken te ontdekken. Als je aan de bron zit, als je vaak loopt en als het niet bij die marathon blijft, dan is het de logica zelve dat het kwartet zich uitbreidt. Ah ja, ik kon mezelf helemaal heruitvinden! Argument van praktische aard: ik had een assortimentje schoenen om in mijn thuisomgeving te lopen en één voor mijn city runs in Leuven, vlak voor ik aan mijn werkdag begin. Met trots stel ik jullie dan ook deel 2 van mijn schoenenfamilie voor.

IMG_5275b

Hoka Clifton 9 – 150 euro
De klassieker van Hoka, dat is deze Clifton. Een no-nonsense schoen met een beperkte zool volgens Hoka normen. Toch voelt de Clifton nog steeds zacht aan. Net zoals de Bondi is het een polyvalente schoen. Hoewel ik hem doorgaans eerder kies voor kortere afstanden, zal ik er morgen de halve marathon in Kasterlee mee lopen. Buiten het echte trailwerk kent hij namelijk geen grenzen en lijkt het mij de aangewezen schoen om mee over een modderig, deels verhard, deels onverhard parcours te lopen. Een degelijk schoentje voor alle seizoenen waar je op heel wat terreinen mee uit de voeten kan en dat bovendien voor een mooie prijs.

IMG_5227b

Brooks Ghost Max 2 – 160 euro
Hier is ie dan… de grote comeback van de Ghost in mijn leven! Het vlaggenschip van Brooks is al aan z’n 16e editie toe. Omdat een beetje meer soms ook de max is, kreeg de Ghost een geüpgradede variant die je herkent aan de dikkere zool. Ik kreeg een paar cadeau van Brooks en een gegeven paard, dat ga je natuurlijk extra kritisch in de bek kijken. Eerste indruk: wat een lelijke schoen is dit! Tweede indruk: hij zit een beetje raar aan m’n voet. Derde indruk: wat loopt hij lekker! De Ghost Max heeft me dan ook positief verrast met een fijn evenwicht tussen stabiliteit, comfort en responsiviteit. Toch wel de max eigenlijk, al zal je er dus geen schoonheidsprijzen mee winnen.

IMG_5282b

Hoka Skyflow – 170 euro
Een schoen die qua geometrie in de sandwich zit tussen de Clifton en Bondi, maar de zool werd uit een ander, veerkrachtiger materiaal gemaakt. Skyflow stelt niet teleur als liefdesbaby uit de Hoka-stal. Hard asfalt zal licht aanvoelen. Ik zal eerlijk zijn: ik kocht deze schoen in eerste instantie omwille van de geweldige kleurcombinatie (over smaak en kleur valt niet te twisten). Om nog eerlijker te zijn: qua gevoel verschilt hij nu ook weer niet heel veel van zijn ouders Clifton en Bondi, die net iets meer identiteit hebben. Een compromis-schoen is de Skyflow allesbehalve. Met een positie in het middenveld zorgt hij voor heel wat vinkjes op het lijstje met loopwensen.

IMG_5235b

Asics Glideride Max – 180 euro
Liefde op het eerste gevoel, het bestaat! Toen de Glideride Max binnenkwam, trok ik de schoen uit nieuwsgierigheid meteen aan. Wat een ervaring! Enerzijds kan je hem met best veel andere schoenen vergelijken door er “zachter” of “sneller” voor te zetten. Een snelle Nimbus bijvoorbeeld, of een zachte Bondi. Anderzijds gaat die vlieger totaal niet op en laat de Glideride Max zich niet zomaar in een hokje proppen. Asics zet de schoen in de markt als een comfortabele duurloopschoen, zelf loop ik er liefst kort en pittig mee. Een bijzondere schoen met een uitgesproken karakter. Ook bij mijn zusjes viel hij in de smaak. Sinds kort kunnen we op onze Gliderides trinnen. Als dat niet geweldig is!

IMG_5296b

Het gerief – Een bonte schoenenspecial #1

De allereerste echte loopschoen die ik kocht was de Ghost van Brooks. Een klassieker der klassiekers, een schoen zonder franjes en pretentie. Ik liep er een paar marathons mee en schakelde over naar Adidas’ Ultraboost, maakte via de Triumph een uitstapje naar Saucony en belandde uiteindelijk bij Nike, wat ik bombardeerde tot “mijn merk”. Ik vond het mooie schoenen, ze zaten mij eigenlijk altijd goed en ik kon ze online goedkoper op de kop tikken. Tot het een beetje op was tussen Nike en mij. Ik vond steeds minder mijn gading in het aanbod. De Pegasus vond ik te weinig schoen, de Zoom Fly wel goed, maar te hoog geprijsd voor wat hij was. Ik verzamelde een leger aan trailschoenen van Nike, echte compromis-schoenen om in landelijk modderig betongebied te lopen, maar eigenlijk veel te hard voor mijn stramme lijf. Het kan dan ook geen toeval zijn dat die carrièreswitch eraan kwam. Ook op schoengebied was het hoog tijd om het roer drastisch om te gooien.

IMG_5003b

IMG_5107b

Het grappige is dat je als ervaren loper denkt wel iets te weten over loopschoenen. Helemaal niks dus als je uit gewoonte altijd bij hetzelfde merk blijft hangen. Geometrie, foams, rockerprofiel, en teensprong. Megagrip, pebax en Vibram. Het duizelde toen ik me professioneel ging verdiepen in de wondere wereld van de loopschoen. Ik kreeg natuurlijk ook de kans om heel veel schoenen te passen en proberen. Zo trok ik weer eens een Ghost aan om meteen te voelen waarom ik er destijds klaar mee was. Mijn schoenenuitzet onderging een renaissance. Op een paar versleten Nikes na had ik werkelijk geen enkele degelijke schoen meer om over de weg te lopen. Daar kwam snel verandering in. Ik deel graag met welke schoenen ik nu loop.

Disclaimer: dit is geen gesponsorde reclame. Ik krijg van mijn werkgever een aantal loopschoenen per jaar: ik heb daarbij volledig vrije keuze, de rest koop ik zelf (met korting). Wat je hier leest, is dus mijn ongefilterde en onafhankelijke mening.

IMG_4545b

Asics Gel Nimbus 26 – 200 euro
Mijn allereerste paar Asics en ik viel er als een blok voor. Vlak voor we op vakantie gingen in Den Haag nam ik de schoen mee om ermee langs de zee te kunnen hollen. Mijn hamstrings en bil waren erg pijnlijk, mijn benen allesbehalve fris. Wat ik nodig had was een comfortabele, zachte schoen: een loopschoen als een wolk. Bovendien had ik hem net voor de aftrap van de Olympics in de flashy kleuren van de Paris edition. De Nimbus is rijk afgewerkt met een gevoerde hielkap en prachtig bovenwerk. Dat maakt hem ook behoorlijk aan de prijs, daar moeten we niet flauw over doen, maar als comfy duurschoen kent hij zijn gelijke niet. Uitkijken dus naar januari, want dan verschijnt de Nimbus 27! Benieuwd of dat net zo’n beauty zal zijn.

IMG_4958b

“Comfortabel en veerkrachtig asfalt verslinden met de Bondi” – Hans

Hoka Bondi 8 – 170 euro
De Bondi is een topschoen die multi-inzetbaar is. Of het nu is voor een kort ontspannen loopje over een veldweg, een wat langere beton-run of wat snelheidswerk op de piste: de Bondi kan het allemaal. Dankzij de flared stand en het rockerprofiel is het een uiterst stabiele schoen met een vloeiende afrol. Dat is ook de reden waarom hij zo populair is als comfortabele schoen in het dagelijks leven voor wie makkelijke dan wel moeilijke voeten heeft. Laat je niet misleiden door z’n plompe uiterlijk. De Bondi is best licht en biedt een excellent evenwicht tussen demping en responsiviteit. Ik ben dus een Bondi-girl met een blije Bondi-boy aan haar zijde, want ook Hans is fan. Nog iets om naar te reikhalzen: in januari komt de 9e editie uit van deze hartenbreker. Ik kan niet wachten!

IMG_4991b

Brooks Hyperion Max 2 – 170 euro
Naast een comfortschoen en een allrounder was ik ook op zoek naar een snel schoentje voor wat tempo- en intervalwerk. Ik twijfelde lang tussen de Endorphin Speed van Saucony en de Hyperion Max van Brooks. Allebei schoenen met een hoge responsiviteit (of misschien zelf agressiviteit) die je een extra push geven om snel te lopen. De pasvorm en de stabiliteit van de Hyperion Max gaven voor mij de doorslag. Dankzij de pebax-plaat (dat is gewoon plastic) sjees je ermee over de piste of over een strook asfalt, maar zak je niet in als het wat gezapiger gaat. Een schoen die mij nog niet heeft teleurgesteld en die qua looks hoge toppen scheert.

IMG_5101b

Hoka Cielo X1 – 275 euro
Voor de marathon in Berlijn kon ook een wedstrijdschoen niet ontbreken in mijn nieuwe collectie. Met mijn Vaporfly van Nike liep ik toptijden, maar met 200 kilometer op de teller was die wel echt op. De Cielo X1 mag dan wel ietsje zwaarder zijn, zijn extra grammetjes resulteren in een carbon-schoen met een waanzinnige geometrie die een pak meer stabiliteit garandeert dan de smalle leest van een Vaporfly én die heel wat langer zou meegaan. Daarenboven is ook het springveer-effect zoveel meer voelbaar. De Cielo X1 katapulteert je met kracht naar voren. Hoe sneller je loopt, hoe sneller de schoen wordt. De lintachtige veters zijn een minpuntje, maar dat compenseert hij ruimschoots met zijn kleurrijke voorkomen. Een echte eyecather is het. Eentje waar je verduiveld snel mee richting hel en hemel kan lopen.

IMG_5099b

Wordt vervolgd… en je raadt het nooit: de Ghost van Brooks komt nog eens piepen.

De race – Berlin Marathon september 2024

De cijfers: ik finishte mijn 19e marathon in 3:17:31 – met wat verbeelding is dat 2x een 13
De voorbereiding: in één woord moeizaam: loper in crisis
De race: een strak en hoopvol begin, halfweg ging de dimmer aan en liep het al wat stroever en besefte ik dat focussen op tempo en tijd zinloos was en simpelweg de finish halen het doel
De herinnering: een topweekend in héél goed en bijzonder gezelschap, een marathon van mixed feelings all over the place

Wat vooraf ging
Een startnummer voor de Berlin Marathon bemachtigen is geen sinecure. Je kan het geluk hebben uitgeloot te worden, je kan via een organisatie of marathonclub een heel duur plaatsje kopen (al dan niet met een royale bijdrage voor het goede doel) of je kan je als het ware kwalificeren met een snelle tijd. In mijn leeftijdscategorie betekende een Berlin Qualifier lopen onder de 3 uur duiken. Toen ik heel geleidelijk aan steeds dichter naar die magische 3 uur grens begon op te schuiven, begon stilletjes ook de droom van Berlijn te ontstaan. Samen met Sam trouwens: hij moest een tijd onder de 2u45 neerzetten. Vorig jaar bereikten we allebei dat doel, toen ook bleek dat de Qualifiers waren bijgesteld en een sub 3u10 voor mij volstond. Hoe dan ook was samen aan de start staan in Berlijn de bekroning van een prachtig marathonparcours.

Helaas bleek dat het dit jaar sportief gezien bij mij allemaal wat lastiger bolt. Met zware benen en dito gemoed leefde ik daarom toe naar die 29e september. Tot een paar dagen voor vertrek de zin naar avontuur en een goed verhaal doordrong. Ik zou het weekend bovendien spenderen in uitmuntend gezelschap: met Roos en Seppe plus hun skeeleraanhang, maatje Sam en mijn liefste Hans. Ik moest ervan genieten dat was het advies dat ik langs alle kanten te horen kreeg. Geen verwachtingen koesteren en het gewoon allemaal maar laten gebeuren. Een marathon zonder echt plan dus. Ik vroeg me af of dat wel kan.

Vlak voor de start
Om 7 uur stipt hebben we afgesproken om ons in groep naar de start te begeven. Je kan veel zeggen over ons hotel (dat het qua faciliteiten en publiek eerder een jeugdherberg is, dat de kamer van postzegelformaat is voor de prijs van een penthouse met zwembad bijvoorbeeld), maar locatie is alles. Een wandeling van slechts 20 minuten brengt ons via de Spree naar de startzone aan de Bundestag. De sfeer in de groep is verdacht ontspannen. Er is ruimte om de actualiteit van de dag te bespreken, net zoals de nakende presidentsverkiezingen in de VS. Het imposante plein voor de Bundestag is voor de verandering het verzamelpunt voor lopers van heinde en verre. We kiezen een verkeersbord dat ons meeting point zal zijn na afloop van de marathon. Roos vormt met Bobby, Dave en Hans het supportersteam van de dag. Team Marathon bestaat uit Bart, Seppe, Sam en mezelf. Het afscheid doet een beetje pijn, maar omgeven door mijn crew en tienduizenden andere lopers is er geen reden tot eenzaamheid. Sam en ik starten in vak B. Voor de vijfde keer staan we daar zij aan zij te stuiteren van de loophonger, een beetje emo ook wel. Vandaag zal ik mijn 19e marathon lopen en met Sam aan mijn zijde heb ik een bondgenoot om het momentum vast te grijpen.

GVAP3986

De race
Weg zijn wij! De aanloop naar het startmoment mag er wezen. Wauw, dit is groots! Van middenin Tiergarten worden we op de brede allee losgelaten. Als een gigantische kudde dolle beesten stormen we af op Großer Stern, de rotonde waar we daags voordien onze skeeleraars voorbij zagen sjezen. Ik voel me goed. Het doet deugd om te lopen en ik heb er zin in. Ik heb er het raden naar wat er in mijn benen en lijf zit. Focus op een soepele tred, niet als een Malle Mina vertrekken, maar wel het moment van de start pakken (uiteraard: altijd doen). Met een fijn zonnetje en een graad of 9 krijgen we op het snelste marathonparcours ook nog eens het beste marathonweer voorgeschoteld. Na 2,5 kilometer zal ik mijn crew voor het eerst zien. Maar mensen, wat is het druk op dit parcours! Het lijkt een chaotische start van de 20 kilometer van Brussel. Nooit eerder liep ik zo knal in de menigte bij een marathonstart. Het is dan ook niet evident om me te tonen aan mijn supporters. Ik loop helemaal rechts, zij staan langs links. Ik kan ze nog iets toeroepen, maar dan ben ik alweer voorbij gedenderd in mijn razende peloton.

Na 5 kilometer bevind ik me nog volop in de overweldigend aanwezige massa. Ik haal continu lopers in en word zelf ingehaald. Hierdoor is het onmogelijk om een tempo af te stemmen of aan te voelen op basis van anderen rondom je. Er is geen go with the flow, want de stroom watert naar alle kanten uit en bestaat uit tig verschillende snelheden. Het devies van de dag is dus om te focussen op souplesse. Ik moet het gaspedaal met beleid induwen. Ook al moet er vandaag niks, ik wil natuurlijk wel wat. Er is de stiekeme hoop dat ik – zelfs gezien de omstandigheden – een klein beetje boven mezelf kan uitstijgen en in de buurt van mijn 3u09 in Milaan kan komen. Mijn aanslepende hamstrings-malheur is een bezwarende factor, maar er zijn ook verzachtende omstandigheden. Ik loop op de fantastische Cielo X van Hoka, een schoen die zoveel comfortabeler en sneller aanvoelt dan de Vaporfly. Bovendien is en blijft dit de snelste marathon ter wereld. Ook aan ambiance langs het parcours is er geenszins gebrek.

LQYN9440

Via Alt Moabit lopen we na 8 kilometer door de Friedrichstraße de Torstraße in, vlak langs het hotel. Als je van huis bent, gaat er toch een zekere vertrouwdheid uit van de hotelomgeving. De sfeer is opperbest. Mijn benen voelen behoorlijk aan en het belangrijkste: ik heb er nog steeds zin in. Mijn tempo situeert zich tussen de 4’20” en 4’25”. Behoorlijk strak en wellicht te strak om het de volle 42,195 kilometer vol te houden. Voor nu gaat het best goed. En ja hoor, mijn hamstrings en bil voelen als vertrouwd stram aan. Met 11 kilometer op de teller schampen we langs Alexanderplatz om dan nog eens de Spree over te steken richting Kreuzberg. Ik probeer me nog steeds bewust te zijn van mijn cadans. Het einde zal snel nabij zijn als ik geforceerd ga lopen. Aangezien iedereen me heeft ingepeperd om ervan te genieten, is dat ook wat ik probeer te doen. Gek genoeg kan ik hier geen ludiek verhaaltje of lollige anekdote opdissen over wat er zoal rond mij gebeurt. Het lijkt mij allemaal wat te ontgaan: door de drukte, maar ook omdat ik behoorlijk in mezelf gekeerd loop.

Met 18 kilometer op de teller kijk ik reikhalzend uit naar het halfway point. Ik heb het idee dat ik behoorlijk stand kan houden. Ik loop al eens een kilometertje boven de 4’25”, maar dat zou ik nog geen verval durven noemen. De snelheid van het parcours is trouwens een relatief iets. Geloof me, er zijn heus wel enkele metertjes die omhoog gaan en die ook meteen prikken in mijn pijnlijke hamstrings. Er is ook hier en daar echt wel eens een stukje asfalt dat wat minder bolt. Er staat al eens een paaltje in het midden van de weg. Echt bijzonder is het ook niet wat er allemaal te zien is. 42,2 kilometer is nu eenmaal lang en een ideale weg van start tot finish bestaat niet. Het publiek is echter in grote getalen aanwezig en ook luid. Altijd goed!

Ik tik mijn eerste helft af in 1u34. Een snelle rekensom inclusief schaderapport leert me dat onder de 3u15 finishen niet evident zal zijn. Uitkijken naar kilometer 24, waar ik mijn supporterscrew voor de tweede keer zal zien. Ik hoop een frisse indruk op hen te kunnen maken (niet echt, zo zal later blijken). Onderweg naar mijn persoonlijke cheer zone ben ik meer aan het harken en krabben dan ik wil toegeven. Ik ben terrein aan het verliezen, dat staat als een paal boven water. Het is knokken geblazen om niet al te hard terug te vallen. De aanmoedigingen van mijn supporters neem ik dankbaar in ontvangst. Heel even krijg ik een boost, een soort laatste opleving en dan is het onherroepelijk gedaan met de pret. Na 25 kilometer valt het doek over de semi-goed-nieuws-show. Mijn benenwagen stokt, de motor werkt maar op halve kracht. Ik val terug naar een tempo van 4’50”. Zowel fysiek als mentaal kan ik het niet meer opbrengen om te blijven geven. Dikke vette error. Mijn stijve bil en hamstrings zijn aanweziger dan ooit en ook mijn rug mengt zich in het feestje. Dit is een reality check van jewelste.

OIRR4153

Omdat ik noodgedwongen een pak trager loop, neemt de intensiteit van de inspanning af. Een heel bevreemdende gewaarwording. Ik voel in mijn lijf een stuk spanning dat lost. Ik voel dat het mij ontbreekt aan kracht. De tempoloper is een losloper geworden. Hup en nu genieten! Ik loop de Berlin Marathon! Ik denk aan de ontroerende woorden van Sam in het startvak. Hij zei me dat of het nu goed of slecht gaat, ik altijd mensen zal inspireren omdat ik als geen ander het leven kan omarmen. Slik. Genieten op bevel is lastig. Het staat onomstotelijk vast dat ik vooral voorbij gelopen word. Ik ben het slakje tussen de hazen. Mijn strijdlust heb ik achtergelaten op kilometer 25. Ik weet niet meer hoe ik me voel, hoe ik me wil voelen en met welke mindset ik mijn laatste uur zal ingaan. You run better than the government, lees ik op een stuk karton. Ik weet niet of dat echt een geruststelling is.

Ondertussen loop ik door Wilmersdorf richting Kurfürstendamm. Naar het Westen dus. Ik kan relatief weinig vertellen over mijn laatste 15 kilometer. Ik beleef het in een roes. De omgeving ontgaat mij. Ook een gelletje met wat cafeïne geeft mij geen oppepper. Het enthousiasme van de toeschouwers hoor ik in gedempte versie. Alleen een uitzinnige Mexicaanse delegatie aan KaDeWe met sombrero’s en puntige snorren kan mij nog min of meer wakker schudden. Vanaf kilometer 35 staat het huilen me nader dan het lachen. Ik heb rugpijn. Mijn benen lijken amper van de grond te komen. Ook mijn Garmin is het noorden kwijt. Hij is letterlijk voor geen meter te vertrouwen. De kilometers bestaan eerder uit 800 dan 1000 meter, wat mijn trage kilometertijden wel enigszins verbergt. Genieten behoort niet meer tot de mogelijkheden. Ik zal blij zijn als ik een punt kan zetten achter mijn 19e marathon.

AEME9547

Op kilometer 40 gaat het dan eindelijk naar links richting Unter den Linden. Het einde van mijn calvarietocht is in zicht. Ik zal vrede nemen met een tijd onder de 3u20. Er schiet wel wat door mijn hoofd die laatste 2 kilometers. 5 jaar geleden dacht ik met een marathon PR van 3u21 ooit – als ik echt eens een heel goede dag heb – onder die 3u20 te kunnen duiken. Dat zou het summum zijn, een ongeziene prestatie. Ik kan dus niet anders dan dankbaar zijn. Vandaag loop ik op halve kracht onder wat ooit mijn eigen magische grens van 3u20 was. Ik zie de Joke van 5 jaar geleden voor mij en ik besef wat voor waanzinnig marathonparcours ik heb afgelegd. En dus kan ik met de Brandenburger Tor in zicht niet anders dan lachen. 10 jaar geleden begon ik te lopen en nu loop ik hier gewoon mijn 19e marathon. Eentje die verdorie veel pijn heeft gedaan, waarbij ik er nog niet uit ben of hij nu net veel of weinig krachten heeft gekost, maar hoe dan ook onvergetelijk. Na een allerlaatste aanmoediging van Hans ligt de finish voor me. Na 3 uur en 17 minuten zit het erop. Volgens mijn geheel onbetrouwbare Garmin was de marathon 43,74 km lang. Als ik met krop in de keel mijn medaille in ontvangst neem, komen de tranen. Het is een mengeling van opluchting, ontgoocheling en dankbaarheid. Van gemis ook. Ik kan niet wachten om mijn schatjes weer in de armen te sluiten en eens goed uit te janken. Tijd om te bekomen van dit doldwaze avontuur. Wat een leven! Wat een leven!

BFGL4148

De conclusie
De Berlin Marathon is één van de World Marathon Majors. Een prestigieus manneke onder de marathons dus. Voor mijn startnummer betaalde ik 210 euro, dat is ongeveer het dubbele van een “gewone” marathon. Toch een stevig bedrag. Hoe dan ook was de 50e editie van de Berlin Marathon met 58.000 deelnemers goed voor een recordaantal deelnemers. Dat vraagt om nog eens het woord wahnsinn van stal te nemen. Voor mij hoeft het niet allemaal zo groots te zijn met toeters en bellen. De organisatie is behoorlijk feilloos. Het metroverkeer liep volgens de supporters in de soep en dwarsboomde hun plannen. De app is dan weer de beste in zijn soort, aldus Hans. Berlijn is een geweldige stad met enthousiaste en luide toeschouwers. Van het parcours ben ik niet helemaal wild. Ja, het is functioneel, maar toch ook wel heel veel van hetzelfde. De Berlin Marathon blijft hoe dan ook een icoon. Ik ben blij om eens een klein deeltje te zijn geweest van de Berlin Legend. Misschien komt er ooit een vervolg. Misschien ook niet. Eén ding weet ik wel zeker: je zal mij er nooit, maar dan ook nooit, op skeelers zien.

LXIT0186

Nog enkele weetjes

  • Sam (2:38:36) en Seppe (2:27:10) slaagden er allebei in om hun PR scherper te stellen. Wat een tijden! Seppe won bovendien het combiné-klassement, oftewel het klassement van de gekken.
  • Lid van de skeelercrew en ultraloper Bart zette alle zeilen bij om met een sterke 3:59:26 te finishen op zijn marathondebuut. Zijn conclusie was dat hij toch liever langer en off-road loopt.
  • Bij de elite was het Ethiopië boven. Tigist Ketema won in 2:16:42. Haar landgenoot Milkesa Mengesha had 2:03:17 nodig om de overwinning achter zijn naam te zetten.
  • Vico Merklein en Francesca Porcellato gingen als eerste handbikers over de finish. Marcel Hug en Catherine Debrunner waren dan weer outstanding rolstoelatleten.
  • Onze supporters kregen de onmogelijke taak voor de kiezen om vier lopers aan te vuren die niet bepaald in elkaars buurt liepen. De U-bahn liet hen in de steek, zij ons nooit.
  • Ik probeerde weer eens wat sportgels van 6D. Conclusie: de ISO gels werken voor mij het best. Mijn vier gels gingen behoorlijk vlotjes binnen en veroorzaakten geen gerommel in de onderbuik.
  • Op kilometer 27 was er een Maurten Gel depot. Op dat moment was mijn buik niet toe aan een experimentje. Ik trok wel grote ogen toen ik zag hoe sommigen de bevoorrading aangrepen om hun thuisvoorraad aan te vullen.
  • Mijn vertrouwde marathonshort stuurde ik met pensioen. Ik keek al te vaak met een bezorgde blik naar de naden in het kruis met de hoop dat ze er nog eens een marathon tegenaan konden. Mijn nieuwe short van Asics is 100% goedgekeurd. Een zakje op je bovenbeen voor gels is zoveel praktischer.
  • Beroepsmatig ontwikkelde ik inmiddels een bovengemiddelde interesse voor loopschoenen. Het is overduidelijk: Nike is het aller-populairste merk. Sponsor Adidas was ook behoorlijk vertegenwoordigd. Hoka is in Duitsland duidelijk minder een ding. Onbegrijpelijk.
  • Het was sterker dan mezelf dat ik op de terugweg naar het hotel een analytische blik wierp op de pronatie van Seppe, Sam en Bobby die voor ons uit wandelden (waggelden).
  • Sam had als enige van ons gezelschap de moed en het doorzettingsvermogen om met de trein naar Berlijn te komen. Ergens langs het parcours las ik: You run better than DB!
  • Bart en Seppe kozen bij hun inschrijving (per ongeluk) voor een luxeponcho bij de finish in plaats van een tas om bagage af te geven aan de start. En of het een luxe exemplaar was!
  • Mijn complimenten voor het ontwerp en de uitvoering van de medaille, een prachtexemplaar! De skeeleraars kregen daags voordien dezelfde medaille met aangepaste datum. Bart en Seppe trokken dus dubbel gelauwerd huiswaarts.
  • Over de muur van Klein Orkest blijft voor mij hét lied over de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn. Alleen de voooowgels vliegen van Oost naar West Berlijn, worden niet teruggefloten ook niet neergeschoten!

WWKZ4686

MBAL9057

Loperspraat – De legendarische Great Escape van Hans

Jullie weten al dat Hans een bijzondere man is. Een man die van vele markten thuis is. Een echte trailloper die niet bang is voor een grensverleggend avontuur dat op een mission impossible lijkt. Zo bracht ik hem op vrijdag 13 september naar Maboge waar hij de bus zou nemen naar Ettelbrück in Luxemburg om van daaruit in (een niet zo heel rechte) lijn terug naar Maboge te lopen. Goed voor een trailrun van zo’n 100 mijl, ofte een dikke 160 kilometer. Kortom, een missie die wel wat voeten in de aarde had en ook van het lange type zou zijn. Roos toverde haar auto voor de gelegenheid om tot een camper zodat wij Hans vanaf zaterdagavond van controlepost naar controlepost konden volgen. Op het koudst van de nacht was het een graad of 2. We konden toch wat uurtjes slaap meepikken en slaagden er ook in om de sfeer erin te houden. Hans was duidelijk beter bestand tegen de ontbering. Hij zette en pakte door. Zondagmiddag zagen we hem net na de middag finishen. Na 32 uur en 51 minuten zaten zijn 164 kilometers erop. Ik zei het al: wat een man! Hoe hem dat alles verging? Hij vertelt het jullie zelf.

FHHO3873

Toen ik in 2017 besloot me op trailrunning toe te leggen en de stratenlopen links te laten liggen had ik geen duidelijk omlijnd plan of doel. Ik wilde deze “discipline” rustig ontdekken; zo vaak mogelijk in de natuur lopen, over onverharde paden, het liefst zo ver mogelijk van de drukte en het lawaai. Ik liep dus af en toe eens een trailwedstrijd in de Ardennen, maar nog vaker trok ik er gewoon in mijn eentje op uit om ergens in de natuur een mooie trail te lopen.

Ik begon ook steeds vaker langere afstanden te lopen en zoals ik altijd gedaan heb bouwde ik dat rustig op. Hoewel ik na verloop van tijd ook steeds vaker verder dan de marathonafstand liep, en dus theoretisch gezien een ultraloper werd, vond ik het wat overdreven om mezelf dat predicaat toe te kennen.

In 2023 ontmoette ik Joke tijdens de La Chouffe Trail 70 km en wat er daarna allemaal gebeurde, kan je uitgebreid lezen elders in deze blog, maar het gaf sowieso een boost aan mijn loopambities en meer bepaald met betrekking tot het “ultratrailen”. Toen ik het er met haar eens over had om me in te schrijven voor een 50 mijl wedstrijd was haar reactie: “Waarom ga je niet meteen voor 100 mijl?” Dat was het zetje dat ik nodig had om eens iets gek te doen en zo geschiedde… Ik schreef me in voor de Bello Gallico 100 mijl in december 2023. Helaas sloeg in volle voorbereiding het noodlot toe. Eind november verstuikte ik tijdens een rustig trainingsloopje mijn enkel. Met de moed der wanhoop en tegen beter weten in verscheen ik toch aan de start, maar mijn enkel liet het onderweg meer en meer afweten en na 14 uur en 101 kilometer moest ik noodgedwongen de strijd staken hoewel ik me verder nog prima voelde. Ik stapte uit met een dubbel gevoel; een DNF in deze wedstrijd, maar wel mijn afstandsrecord op 101 kilometer gebracht. Ik kon me al wat beter verzoenen met het label ultraloper.

Mijn herstel van die blessure werd eind februari helaas nog eens doorkruist door een spierscheur in mijn kuit die ik opliep tijdens een trailwedstrijd in Binkom en terwijl ik het loopjaar 2024 al compleet de mist zag ingaan, bleef Joke bij hoog en bij laag beweren dat 2024 een top-loopjaar zou worden voor mij. En ze heeft echt wel gelijk gekregen; achtereenvolgens verzamelde ik in de volgende maanden PR’s op de marathon (in Milaan) en de 20 km van Brussel, zette ik samen met Roos een mooie tijd neer tijdens de 10 miles in Antwerpen, liep ik in juli samen met Joke en Sam de La Chouffe Trail 70 km en in augustus samen met Roos en Joni de Trail des Fantômes 48 km, ging ik tijdens een weekend in de Ardennen 60 km hiken en liep ik 44 kilometer tijdens de 4 uur van de Mollekestrail. Kon ik er meer klaar voor zijn om een nieuwe poging te wagen om die 100 mijl te verslaan? Ik denk het niet…

Het weekend van 13 tot 15 september stond al heel lang in mijn agenda met stip genoteerd: the Great Escape. Ik citeer even de website: “Escape from the Ardennes! 160 km doorheen het mooiste dat de Ardennen te bieden hebben. Trek je stoute schoenen aan, stap uit de dagelijkse sleur, en begin te dromen van wijdse open vlaktes en de mooiste landschappen. Je zal 160 km aan trails ontdekken, aan beide zijden van de Belgisch-Luxemburgse grens, in het hart van de Ardennen. Onderweg tal van kleine ontdekkingen – een historisch kruis, oude muren, kleine beekjes en rivieren – en grootse uitzichten. Feërieke mist, een vluchtige glimp van een hert, de geur van vers gemaaide velden, je zal overdonderd worden met indrukken die je ‘Great Escape’ tot een memorabele ervaring zullen maken.”

Het concept kort samengevat: je start op zaterdagochtend om 4 uur samen met 199 andere lopers in het Luxemburgse Ettelbrück, om na meer dan 160 kilometer in de loop van zondag aan te komen in het Ardense dorpje Maboge. Onderweg overwin je meer dan 6.000 hoogtemeters, zie je twee keer de zon opkomen, passeer je 8 controleposten en beleef je het mooiste van wat de Ardennen te bieden hebben.

Een wedstrijd van die omvang loop je niet zomaar, ook logistiek is dit een ingewikkelde operatie. In 3 van de 8 controleposten (na 40, 80 en 120 kilometer) kan je een “dropbag” laten plaatsen met daarin allerhande spullen; droge kleding en schoenen, verzorgingsmateriaal, voeding en drank enz… Je moet op voorhand goed nadenken wat je waar en wanneer denkt nodig te hebben, rekening houdend met het geschatte tijdstip, de weersvoorspellingen, het terrein en noem maar op.

Slaap is ook een “dingetje” tijdens deze wedstrijd; je weet dat je sowieso de nacht van zaterdag op zondag al lopend zal doorbrengen, maar omdat de start plaatsvindt op zaterdagochtend om 4 uur is de nacht daarvoor ook al gehypothekeerd. Je kan dit op verschillende manieren proberen op te lossen die allemaal gemeen hebben dat er in de praktijk van slapen niet zoveel in huis komt.

Ik heb op vrijdag vakantie genomen om in de loop van de dag nog zoveel mogelijk te slapen. Wel, ik heb veel in mijn bed gelegen maar nauwelijks geslapen. ’s Avonds hebben we dan nog samen thuis gegeten en rond half tien bracht Joke me naar Maboge voor het ophalen van mijn startnummer en de afgifte van mijn dropbags. We kwamen daar aan rond 23 uur, deden het nodige en probeerden daarna nog enkele uren onder een dekentje in de auto een beetje te rusten, wat ook niet echt lukte. Om 2 uur vertrok dan de bus die de lopers naar de start in Ettelbrück zou brengen en ook hier was een poging om de ogen te sluiten tevergeefs. Je komt dus eigenlijk al aan de start met een nacht slaapachterstand.

En dan de start… eigenlijk voel je je al een beetje zielig en ellendig na die slapeloze nacht, gepakt en gezakt met een best wel zwaar trailvest op je schouders. Je lichaam heeft op dat tijdstip eigenlijk helemaal geen zin om het op een lopen te zetten. Het is koud en donker en de stationsbuurt in een Luxemburgs stadje is ook niet meteen een opbeurende plek. Na een korte briefing zet de kudde zich in beweging om de komende pakweg 30 uur in beweging te blijven, een lange kolonne lichtjes die je op de hellingen voor en achter je ziet voortbewegen.

Start

Zaterdag 04u00 – start Ettelbruck – km 0,0

Ik begin aan het avontuur met een klein hartje, geïntimideerd door de eindeloosheid van wat nog komen gaat, meer dan 160 kilometer en waarschijnlijk meer dan 30 uur onderweg. Je verstand kan dit onmogelijk vatten en begint hier heel erg tegen te protesteren. “Ik wil hier eigenlijk helemaal niet zijn”, is een gedachte die meermaals door mijn hoofd flitst.

Toch moet je trachten jezelf tot bedaren te brengen en die gedachten te bannen; je probeert enkel nog in het moment zelf te zijn, je te concentreren op de ene stap na de andere zetten en niet verder te denken dan de volgende controlepost. Je kijkt in het begin ook uit naar de zonsopgang die je hopelijk een beter gevoel zal geven en je probeert aansluiting te vinden bij groepjes lopers die jouw tempo lopen omdat samen toch makkelijker lijkt dan alleen op dit moment.

IMG_3942b

Een eerste mentale opsteker is het moment waarop we vanop een hoogte door de nevel in het dal de lichtjes van Bourscheid-Moulin zien, een prachtig feeëriek zicht dat een bevoorrecht gevoel geeft deze mooie dingen te kunnen beleven tijdens dit uitzonderlijk avontuur.

Kort na een prachtige zonsopgang komt dan eindelijk de eerste controlepost in zicht. We lopen net op een heuvelrug op dat moment, beneden in het dal hangt er mist, wij zien de zon opkomen in een heldere staalblauwe lucht. Het is nog erg koud, ik heb een jasje en handschoenen aan maar ben van plan om die uit te doen in de controlepost.

IMG_3946b

Zaterdag 07u37 – CP8 Bourscheid – km 23,7

Ik eet hier twee sandwiches met choco en vul mijn drank aan. Ik schud ook het vuil en de steentjes uit mijn schoenen, iets wat ik later nog vaak zal herhalen om blaren zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer ik opnieuw vertrek en we vanop de hoogte waar de controlepost zich bevindt naar beneden lopen stel ik vast dat het toch nog te koud is om mijn jasje uit te doen. Ik trek zelfs opnieuw mijn handschoenen aan.

IMG_3947b

Het uitzicht is wondermooi en wanneer we afdalen in de vallei lopen we via een prachtige route langs een ravijn in de buurt van Dirbach. We passeren de “Doigt de Dieu”, een indrukwekkende rotsformatie die hoog boven de vallei uittorent. Enkele kilometers verder wordt het dan toch echt te warm en trek ik alsnog mijn jasje uit. De warme zon op onze rug tijdens de beklimmingen vormt een groot contrast met de koude nacht tijdens de eerste uren na de start.

Op naar Hoscheid dan, waar we over een “graat” uit de vallei zullen klimmen. Ik zag deze al op heel wat foto’s en het is een hoogtepunt waar ik al geruime tijd naar uitkijk. En de realiteit stelt ook echt niet teleur. Samen met enkele andere lopers pauzeren we hier even om de omgeving in ons op te nemen en enkele foto’s te maken. Van hieruit is het nog slechts enkele kilometers tot het volgende controlepunt, het eerste met een dropbag.

IMG_3955b

Zaterdag 9u57 – CP7 Hoscheid – km 37,6

Op deze controlepost drink ik wat soep en cola, controleer ik mijn materiaal en vul aan wat nodig is. Ik wissel ook mijn kousen en doe een “grote boodschap” na wat aanschuiven. Het vergt best wel wat concentratie, zo’n uitgebreide bevoorrading; foute keuzes of beslissingen hier kunnen in een later stadium van de wedstrijd leiden tot opgave zoals later nog zou blijken. Goed nadenken en zorgvuldig en methodisch te werk gaan is dus de boodschap, maar tegelijk wil je ook niet té veel tijd verliezen.

Ik vertrek hier opnieuw met een klein hartje, we hebben tenslotte nog altijd meer dan 120 kilometer voor de boeg. Gelukkig kan ik aansluiten bij een groepje luidruchtige Nederlanders. Onder andere omstandigheden zou ik dit misschien niet zo leuk vinden maar nu vormt het een welgekomen afleiding en schuiven de kilometers haast ongemerkt voorbij.

Zaterdag 13u54 – CP6 Kautenbach Chateau – km 57,5

Enkele kilometers voor de volgende controlepost loop ik wat weg van het groepje en ik kom net voor hen aan bij een middeleeuws kasteel. Ook hier tank ik weer routineus bij. Ik eet (een sandwich met choco) en drink (cola) wat en maak mijn schoenen leeg. Ik heb een goed gevoel en voel me sterk. Nog “slechts” een dikke 20 kilometer tot het halfweg punt waar ook een warme maaltijd wacht. Dat geeft een burger moed; vanaf de helft kan je beginnen aftellen en “gaat het alleen nog bergaf”. Ik ga dus goedgezind opnieuw op pad.

Zaterdag 17u27 – CP5 Clervaux – km 78,8

De warme maaltijd die de organisatie voorzien heeft in deze controlepost moet je wel eerst verdienen; we wijken hier enkele steile en technische kilometers af van de route en hoewel deze kilometers uiteraard ook meetellen valt het psychologisch toch zwaar om dit heen-en-weertje te moeten doen.

Ook hier maak ik weer een stand van zaken op van mijn materiële en fysieke toestand; ik laad mijn horloge op aan mijn powerbank, controleer mijn materiaal voor de nacht die eraan komt, wissel mijn shirt, vul mijn eten en drank aan… Bij het wisselen van mijn kousen stel ik vast dat ik ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch blaren begin te krijgen. Gelukkig heb ik Compeed pleisters mee en een van de vele fantastische vrijwilligers die deze wedstrijd rijk is, knipt ze tot het gewenst formaat en brengt ze aan.

Vervolgens eet ik een groot bord pasta met lekkere veggie saus en veel kaas. Een ultra trail wedstrijd is ook een eetwedstrijd zegt men wel eens en dat is niet gelogen; je verbruikt gigantisch veel energie en je moet die voorraden eigenlijk permanent aanvullen, het liefst zoveel mogelijk met “echt” eten, aangevuld met wat snelle energiebronnen zoals gelletjes (al dan niet met cafeïne). Niet meer kunnen eten, bijvoorbeeld omdat je misselijk wordt, is een van de grootste oorzaken van problemen tijdens dit soort wedstrijden. Niet eten = geen energie = game over. Gelukkig beschik ik over een zeer welwillend maagdarmstelsel dat prima blijft functioneren en kan ik de ganse wedstrijd met goesting en smaak blijven eten.

Ik heb hier in mijn dropbag ook een lange broek maar ik besluit die niet mee te nemen omdat het droog zal blijven en ik niet verwacht dat het té koud zal worden. Dat zou later een tactische fout blijken te zijn die ik gelukkig niet duur zal betalen.

Na een grote boodschap ga ik opnieuw op pad richting Asselborn waar Joke en Roos me een eerste keer zullen opwachten. Ze hebben de wagen van Roos ingericht als kampeerplek en zullen mij in de volgende controleposten telkens opwachten om te supporteren en me de nodige moed in te spreken (meer mogen ze ook niet doen volgens het wedstrijdreglement).

De nacht valt nu heel snel en het koelt al behoorlijk af maar omdat ik een stevig tempo kan aanhouden blijf ik zelf lekker warm. Ik voel me ook heel erg goed en kijk ernaar uit Roos en Joke te zien binnen enkele uren.

Zaterdag 22u00 – CP4 Asselborn – km 98,4

Wanneer ik aankom in de controlepost spot ik Roos en Joke meteen. Ook hier weer maak ik mijn schoenen leeg en neem ik een wrap met kaas (die Roos maar niks vond, maar ik vind hem heerlijk). Ik eet de helft op en neem de rest mee voor later. Ik spendeer hier niet zoveel tijd en wil graag snel opnieuw op pad voor wat het zwaarste deel van de wedstrijd zou blijken te zijn.

8cf13271-c68f-478c-b750-8530d4552cd0

Op weg naar Vissoule nu. Ik keek eigenlijk uit naar deze etappe omdat die voor een groot stuk over voor mij heel bekend terrein loopt door de vele vakanties in deze regio. In de praktijk viel het helaas best tegen omdat het heel erg zwaar was. Het wordt nu heel erg koud en mistig en de temperatuur daalt richting vriespunt. Tijdens deze etappe steken we de Belgisch-Luxemburgse grens over die zich boven de 500 meter bevindt in open en dus onbeschut terrein. Hier en daar is het ook erg modderig wat een vlotte doortocht niet echt makkelijk maakt.

Onderweg vervang ik de batterij van mijn hoofdlamp en beluister ik een podcast van De Jogclub om de tijd te doden.

Zondag 1u40 – CP3 Vissoule – km 118,0

Verkleumd kom ik aan in een troosteloos en ijskoud Vissoule. Joke en Roos mogen gelukkig mee binnen in de controlepost waar we een soort slagveld aantreffen van lopers, zittend en liggend, gewikkeld in dekentjes. Achteraf zou blijken dat de koude, en dan vooral het hier niet op voorbereid zijn, tot het gros van de opgaves geleid heeft. Ik eet een hotdog en drink een tas koffie, en met een dekentje om me heengeslagen evalueren we de situatie. Ik heb spijt dat ik die lange broek niet meegenomen heb in Clervaux maar maak het beste van wat ik wel mee heb, waaronder mijn regenjas en wat extra buffs.

Na een grote boodschap en wat “anti-chafing creme” op enkele strategische plekken verman ik me en ga opnieuw op pad, de koude nacht in.

cce95ce4-e6d8-4d23-bb33-c54fcb14b0bd

De uren die volgen lijken eindeloos te duren. Het stuk van Houffalize naar Bonnerue is best ellendig, het zijn de moeilijkste uren van de nacht en ik heb het gevoel dat alles bergop gaat. Door het slaaptekort in combinatie met het schijnsel van mijn hoofdlamp maak ik ook voor de allereerste keer in mijn leven kennis met hallucinaties. Iets waar je ervaren ultralopers wel eens over hoort vertellen en nu maak ik dit dus zelf mee, zij het in milde vorm. Af en toe zie ik in het bos dus grote gebouwen en dieren die er uiteindelijk niet blijken te zijn. Vreemd en ook best wel grappig.

Zondag 5u35 – CP2 Bonnerue – km 133,3

Ik arriveer in Bonnerue op wat waarschijnlijk het koudste moment van de nacht is, net voor de ochtend. Joke en Roos mogen hier helaas niet binnen omdat het er al erg vol zit. Hier ligt opnieuw een dropbag, dus ik doorloop voor de derde keer de intussen vertrouwde routine. Ik eet ook twee lekkere croques maar durf mijn kousen niet meer te vervangen omdat ik bang ben dat ik de pleisters op mijn blaren los zal trekken. De pijn valt nog erg goed mee en dat zou ik zo lang mogelijk zo willen houden.

Grote boodschap, zalf aan de poep en weer op pad. Stevig het tempo erin om het warm te krijgen, al is dat na meer dan 130 kilometer gemakkelijker gezegd dan gedaan. Gelukkig is er het vooruitzicht op de tweede zonsopgang.

IMG_5051b

Ik  kom nu aan in de vallei van “les deux Ourthes” in de buurt van Nisramont en wie deze regio kent weet dat je hier vooral heel erg moeilijk bewandelbare paden vindt door de ontelbare rotsblokken en boomwortels. Intussen kan ik door de bomen en de mistslierten heen de opgaande zon zien schitteren in het water van de Ourthe, al heb ik door de fysieke en mentale vermoeidheid al mijn concentratie nodig om hier niet te struikelen zodat de magie van dit moment helaas een beetje aan me voorbijgaat.

Het draaien en kronkelen van het pad langs de meanderende Ourthe desoriënteert je zodanig dat je op den duur geen idee meer hebt in welke richting de volgende controlepost ligt. Gelukkig loopt het parcours hier geregeld samen met dat van de Trail des Fantômes die ik in augustus liep zodat ik hier en daar toch wat herkenningspunten vind.

BXTL2942

Zondag 9u10 – CP1 Le Hérou – km 148,9

Ook hier staan Joke en Roos weer paraat; ik zie ze nu voor de eerste keer bij daglicht. Ik neem hier een korte pauze, trek mijn regenjas uit, eet en drink een beetje en neem een chocolade wafel mee voor onderweg. Even rusten en dan op weg voor de laatste etappe. Minder dan 20 kilometer nog, maar zoals vaak zit het venijn in de staart.

4a35dd1c-89c2-4a98-9acb-7bd640ba2662

Het is een traditie bij de Legends trails dat het “beste” tot het laatste bewaard wordt. Een heel moeilijk en technisch stuk, de hele tijd steil klimmen en dalen, wortels, rotsblokken… Van de oever van de Ourthe naar Le Cheslé op handen en voeten klimmen op een bijna verticale helling. Voor ik aan die klim begin trek ik eerst nog even mijn warme kleding uit aangezien het intussen toch weer best warm begint te worden.

Boven aangekomen hang ik dan mijn karretje aan een groepje lopers uit de Kempen (denk ik) wat ook weer wat afleiding biedt. Ik heb nu een heel dubbel gevoel; enerzijds heb ik het erg zwaar, mijn benen en voeten doen pijn, dalen wordt steeds moeilijker, maar anderzijds weet je gewoon dat je gaat finishen, al is het moeilijk om dat nu al te laten doordringen.

In de allerlaatste 4 kilometer krijgen we dan nog een helling van 2 kilometer voorgeschoteld waarin we 120 meter moeten stijgen, gevolgd door een even lange afdaling terwijl je benen en voeten het nu echt wel gehad hebben. Het uitzicht onderweg op Maboge maakt gelukkig een en ander goed.

IMG_3961

Zondag 12u50 – Finish Maboge – km 164,6

Eindelijk is het zover. Ik kom aan onder luid gejuich van Joke en Roos over een niet echt duidelijk aangegeven finishlijn om dan de zo begeerde medaille in ontvangst te mogen nemen samen met een blikje Kerel bier dat er meteen aan moet geloven. Heerlijk is dat!

Ik ben superblij en ook erg opgelucht dat ik het gehaald heb, dat alles goed verlopen is en dat ik bovendien ook wat heb kunnen genieten van dit prachtig avontuur, want dat was het echt wel. Eindelijk durf ik nu ook zonder schroom te zeggen dat ik een ultraloper ben, en omdat ik voor mezelf graag wil bewijzen dat dit geen toevalstreffer was, staat – opnieuw met stip – in mijn agenda in het weekend  van 13 tot 15 december genoteerd: de Bello Gallico 100 mijl, waar ik toevallig nog wat “unfinished business” mee te regelen heb.

Last but not least zou ik graag Joke en Roos heel erg willen bedanken. Meer nog dan een fysieke uitdaging is een ultra een mentale beproeving. Hoe hard je het wil speelt een grotere rol dan je lichamelijke grenzen. Als je na eindeloze uren doorheen de koude en donkere Ardense bossen en velden bij een controlepost dan eindelijk twee lieve bekende gezichten ziet die je verzekeren dat je goed bezig bent en dit zeker aankan, dan geeft dat een enorme boost om door te blijven gaan. Dit fantastische zussenteam heeft heel wat koude nachtelijke uren doorstaan, geduldig wachtend tot ik eindelijk opdook bij een controlepost en tussendoor pogend wat te slapen in de koffer van een ijskoude auto. Dankjewel, lieve schatten!

Einde 1

Einde 2

Einde 3

Het moment – Waanzin op wielen in Berlijn

Ik ging naar Berlijn en nam niet mee: skeelers met grote wielen, bescherming voor hoofd en ledematen, een vloeiende techniek en heel wat durf. De skeelermarathon op wielen van Roos en haar mannen leverde al straffe verhalen op. Zaterdag 28 september was het skateteam van De Jogclub dan ook voor de derde keer op de afspraak. Toch met hier en daar een klein beetje angstzweet onder de oksels. Hans en ik zouden voor het eerst aanschouwen hoe de durvers van dienst zich aan hoge snelheid door Berlijn waagden. In tegenstelling tot de vorige edities van dit evenement volgde de skeelermarathon niet het parcours van de marathon op zondag. De organisatie koos ervoor om de skeeleraars vijf rondes te laten afleggen met start en finish aan de Brandenbürger Tor. Wij namen als toeschouwers plaats aan de Siegessäule om ons team aan te vuren. En of we onder de indruk waren.

Allereerst verdient de uitrusting van onze delegatie ter plekke een vermelding. Een kamer delen met vijf, inclusief uitrusting en materiaal: ik kan jullie verzekeren dat je daardoor een stevige hoop spullen bij elkaar ziet. Zo snel en waaghalzerig als je skeeleren met snelheid voorstelt, zo is het ook echt. We hadden amper tijd om de eerste doorkomst van Bart Swings (veelvuldig winnaar van de skeelermarathon) te verwerken en daar denderde het ene na het andere peloton van topatleten aan ons voorbij. In spanning wachtten we af tot de eerste doortocht van ons team. Seppe en Bobby vormen niet alleen een hecht podcast-duo, ze zijn ook brothers in arms op wielen. Roos behoeft geen introductie meer, ze is de vrouw en stuwende kracht van het gezelschap. Dave was getooid in zijn werkbroek zonder de twijfel de coolste. Na een pijnlijke val in het voorjaar was hij op tijd in vorm om door Berlijn te jassen. Bart, een trail- en ultrarunner die eigenlijk niets met asfalt heeft, maakte het gezelschap compleet. Geheel tegen zijn lopers-DNA in, koos hij er – net zoals Seppe – voor om deel te nemen aan de combiné. Dat wil zeggen: de marathon skeeleren op zaterdag en de marathon lopen op zondag. Gekkenwerk.

WIGJ4177

TWJT8191

Fun fact: er was een tijd dat ik overwoog om de Berlin Marathon te skeeleren. Wie de finish van de marathon op wielen haalt, kan zich namelijk zonder loting inschrijven voor de lopersmarathon. Wat ben ik blij dat ik inmiddels snel genoeg loop om een startnummer voor Berlijn te kunnen bemachtigen. We zagen Seppe en Bobby werken in hun tandem. Roos mocht dan één en al plezier en souplesse uitstralen op haar skeelers, mijn zusterhart kon het amper aan om haar aan dik 30 km/u voorbij te zien sjezen. Das ist wahnsinn! om het met de gevleugelde woorden van Wolfgang Petry te zeggen. Door het aangepaste parcours en een venijnige wind werden er geen PR’s neergezet. Seppe, Bobby en Roos vertrokken in een vroegere startwave, maar misten daardoor ook wat aansluiting bij het pak. Het was dus heel hard werken tegen de wind in. Meer een tactische race dan een spel met treinen. Wat een schouwspel, wat een avontuur. Hoedje af voor onze skeelerhelden!

IMG_5169b

Marathonpraat – Op een sukkeldrafje naar Berlijn

Ik liep nooit eerder een marathon in september. Jammer, want september is een mooie maand die zich uitstekend leent om marathons te lopen. Altijd maar dat eindeloze wachten tot oktober! Samen met de laatste zomerzon voelde ik mijn goede vorm verdwijnen – dacht ik toch. Er ging geen uur voorbij zonder dat ik aftelde naar die ene dag in oktober dat het weer zou gaan gebeuren. Dit jaar loop ik wel een marathon in september: dé Berlin Marathon! Jawel! De jubileumeditie van die ene iconische wedstrijd met het allersnelste parcours en de allerbeste toppers aan de start. De marathon waarvoor je best een qualifying time kan lopen om zeker te zijn van een startbewijs. Een marathon waar je niet omheen kan, maar op dit moment naar mijn gevoel vooral een marathon die veel te vroeg komt. Een beetje ongelegen zelfs. Het hele pijnpunt van mijn sportieve jaar 2024 is dat het voor geen meter bolt. Hoe hard ik ook mijn best doe om daar verandering in te brengen, ik lijk steeds weer op dezelfde muren te botsen.

Flashback naar september 2021. De covid-houdgreep wordt steeds minder nijpend. Ik verbaas mezelf met een PR op de 20 km van Brussel die doorgaat in september en hetzelfde gebeurt op de uitgestelde editie van de 10 Miles in Antwerpen. Het staat in de sterren geschreven dat ik mijn PR op de marathon naar de maan zal lopen. En dat gebeurt ook. De marathon van Rotterdam is de plaats van afspraak. Ik vertrek boven mijn stand, bekoop dat met een zeer pijnlijke rondje Kralingse Plas, maar ik finish wel in een hallucinante 3:07. Ik kan nog sneller, weet ik vlak na de finish. Uit het niets lijk ik een heel grote stap voorwaarts te hebben gezet. In het voorjaar van april 2022 leer ik Sam kennen op weg naar Parijs. Met veel moeite schud ik daar een 3:06 uit de benen. Hoe vlot het op fysiek vlak gaat, zo moeizaam gaat het in mijn hoofd. In het najaar van 2022 ben ik een paar weken thuis: op en overspoeld, ik moet op krachten komen. Het weerhoudt me er niet van om in Amsterdam een meesterwerkje bij elkaar te lopen en 3:01 te laten optekenen. Sub3 lopen is nooit mijn ambitie geweest, maar nu kan ik er niet meer om heen: die sub3 wordt een doel in 2023.

Mentaal ben ik nog steeds een wrak, maar in april 2023 sta ik wel op de afspraak in Rotterdam. De sub3 is een feit met een verbazingwekkend vlotte 2:58. Ik spartel verder in het donkere gat waarin ik me bevind. Ik blijf ook hard trainen. De zomer is het moment van de grote ommekeer. Ik loop begin juli een sterke Chouffe trail in tropische temperaturen, maar – eigenlijk veel belangrijker – ik leer Hans kennen. Mijn leven staat totaal op z’n kop. Ik ben verliefd en zonder dat ik het echt besef loop ik op training met een ongezien gemak. Alles lijkt vanzelf te gaan. Wat ik van de marathon in Antwerpen dat najaar mag verwachten, weet ik niet. Mijn sub3 heb ik al op zak. Ik weet dat ik er nog wel wat tijd van kan af pitsen, al is dat geen must. Ik leef geheel ontspannen toe naar die dag en beleef daar een droom die ik nooit bij elkaar had kunnen fantaseren: ik win de marathon van Antwerpen in 2:54. Op die marathonwolken drijf ik nog wat verder in het najaar. Ik win de halve marathon van Kasterlee en ook op de Eindejaarscorrida in Leuven zet ik een mooie tijd neer.

Hans en ik maken samen heel wat loopplannen, waaronder de marathon van Milaan in het voorjaar. Samen naar Italië voor een marathon: hoe geweldig is dat! Het is moeilijk om in die marathonvoorbereiding een punt aan te wijzen waarop het minder begint te gaan. Beetje bij beetje krijg ik steeds meer last van de hamstringblessure die al jaren sluimerend aanwezig is. Hoe semi-moeiteloos ik de afgelopen jaren leek te lopen, er was wel één en ander gaande, daar heb ik het ook over in bijna elk raceverslag uit die periode: een stijve hamstrings maakt altijd deel uit van het feest. Ook in Antwerpen was die van de partij. In 2024 lijkt het alsof de peesaanhechting van mijn hamstrings beslist heeft om een prominentere rol te spelen. Het kost me meer moeite om mijn tempo’s te halen, ik herstel steeds wat minder goed. Dit gaat wel weer voorbij, hou ik mezelf voor.

Ik word nog steeds begeleid door mijn wonderkine Kathelijn en er lijkt niet meteen reden tot ongerustheid. Tot ook mijn rug steeds vaker stijf en heel pijnlijk is. De marathon van Milaan wordt er eentje van afzien en veel gas terugnemen, een worsteling zoals ik die al lang niet meer heb meegemaakt op mijn geliefde afstand. Maar ach, het was een geweldige ervaring en je kan niet altijd top zijn. Met mijn rug en hamstrings gaat het inmiddels steeds meer bergaf. Ook in mijn dagelijks leven ervaar ik behoorlijk wat pijn. Tijd om actie te ondernemen. Er volgt een consult bij de sportarts en een MR-scan van de rug, later ook het bovenbeen. Daaruit blijkt dat ik niets onder de leden heb wat mij ervan weerhoudt om kilometers te maken. Het mindere nieuws is dat er wel degelijk wat schort aan mijn peesaanhechting en de nabijgelegen zone, een blessure die niet eenduidig te behandelen is en zich ook niet laat labelen.

Ik richt mijn pijlen op de Chouffe trail die ik begin juli samen met Hans en Sam zal lopen. Twee mannen in topvorm en dat zal ik geweten hebben. Op een vlak stuk asfalt heb ik het minste last van mijn pijntjes, alles wat off-road is en hoogte heeft, kost moeite. Ik zie dus serieus af in en rond Houffalize. Maar, er is nog steeds een medisch plan van aanpak: na de trail volgt een echogeleide infiltratie om mijn pees tot rust te brengen. De harde randjes van mijn pijn trekken wat weg, het hardnekkige is er eventjes af. We trekken 2 weken naar Den Haag om vakantie te nemen. Rust, zeelucht en het goede leven samen zullen me ongetwijfeld goed doen. In goed gezelschap hobbel ik af en toe eens over een duinpad of over het strand. Ik heb nog steeds pijn, maar probeer het even te laten voor wat het is. Na de vakantie vlieg ik er weer in en dan zet ik alles op alles om optimaal voorbereid aan de start te staan in Berlijn.

Het is helaas niet vanzelfsprekend om te trainen. Ik werk 4 dagen per week bij Vedette Sport in Lier. Dat betekent vroeg opstaan om de verplaatsing met de auto te maken. Op werkdagen kan ik alleen gaan lopen om 5 uur ’s ochtends. Echt geen lachertje. Ik ben niet vooruit te branden. Mijn hele lijf is stijf. Met de beste wil van de wereld kan ik dit geen training noemen. Ik hou wel vol. Ik moet en zal kilometers maken. Het zit soms ook serieus tegen. Op 1 augustus ga ik keihard onderuit op een onverwacht modderstuk en knal ik met de achterkant van mijn hoofd op het asfalt. Een doktersbezoek en 8 hechtingen in mijn hoofd later weiger ik nog steeds om dit als een slecht voorteken te beschouwen. Ik mag lopen met mijn wonde, maar dat geeft wel een vervelend trekkerig gevoel aan mijn hoofd. Het is niet bepaald bevorderlijk voor het loopplezier.

Terwijl ik naarstig op zoek ben naar iets van snelheid in mijn benen, blijft het schipperen tussen wat praktisch en lichamelijk haalbaar is op training. Ik kan niet ongestoord kilometers vreten. Het is zaak om nu zo efficiënt mogelijk te trainen. Ik kom tot het besluit dat ik het mezelf in mijn trainingen niet onnodig lastig moet maken. Dat doe ik door 1) zo min mogelijk hoogtemeters te maken 2) een makkelijke ondergrond te kiezen 3) in te zetten op snelheid, meer dan op lange duurtrainingen 4) de moed erin te blijven houden. Niet gaan lopen of niet kunnen lopen is nog altijd veel erger, dan niet vlot kunnen lopen. Ik trek ook vaker naar de piste, want als het gaat over een goedbollende ondergrond dan ben je op de prachtige atletiekpiste van Tienen aan het juiste adres.

Er zijn in augustus zeker goede loopmomenten. Ik voel soms dat mijn motor als vanouds kan aanslaan, dat mijn benen mooie tempo’s kunnen lopen en dat alles wat ik heb opgebouwd de afgelopen jaren niet volledig is weggeveegd. Het zit nog in mij, het komt er nu alleen moeizaam en wat sporadischer uit. Er zijn ook genoeg mindere momenten. Trainingen dat ik geen deuk in een pak boter loop, dat ik veel pijn heb en nadien ook moet bekomen. Op die momenten zie ik het allemaal niet meer zitten en weet ik niet hoe ik in godsnaam de afstand van 42,2 kilometer kan uitlopen. De pijnlijke conclusie is dat dit niet de marathonvoorbereiding op Berlijn was waar ik op gehoopt had.

Elke medaille heeft twee zijdes, ook in dit verhaal. Ik weet dat het niet meer dan normaal is dat de positieve flow die ik de afgelopen jaren beleefde nu is weggeëbd. Ik wil heel dankbaar zijn voor alles wat ik tot nu toe al heb mogen meemaken in mijn sport. Ik besef ten volle dat ik nog steeds een behoorlijk stuk kan lopen, dat ik überhaupt nog kan lopen. Er is geen reden tot paniek. De rebelse pees die mij nu in een sukkelstraatje duwt, zal op een dag weer een toontje lager gaan zingen, aldus de kine die nog steeds wonderwerk verricht. Mijn broer beleefde vorig jaar een sportief baaljaar met blessureleed en kon zich ook niet voorstellen dat hij een jaar later vice-wereldkampioen duatlon zou worden. Er is voldoende hoop, geen reden om te zitten kniezen in een hoekje.

En toch is dat wat ik doe. Balen, sakkeren en diep zuchten. Omdat lopen beladen is geworden. Ik word zowel tijdens mijn trainingen als in het dagelijks leven geplaagd door die zeurende pijn in mijn hamstrings. Net nu lopen ook mijn werk is, voel ik me slechts een schim van de loper die ik was. Er is een onevenwicht tussen de in- en output. Lopen geeft mijn hoofd wat rust, maar vult het ook weer met onzekerheden. Een klassiek verhaaltje over een vicieuze cirkel die zich moeilijk laat doorbreken.

It will be a great day and your training will be worth it schreef de organisatie in het bericht met mijn startnummer 26238. De marathonmodus in mijn hoofd is ontregeld. Ik durf niet meer te vertrouwen op mijn lichaam. Ik weet wel dat als dat startschot klinkt, ik ervoor zal gaan. Net zoals ik het maximale uit mijn trainingen heb proberen te persen – gezien de omstandigheden – wil ik nu kijken wat erin zit – gezien die vervloekte omstandigheden. Niet door per se met het mes tussen de tanden te willen lopen, wel door het moment te pakken. Bovendien kijk ik heel erg uit naar de trip. Samen met Hans naar Berlijn. Samen ook met Seppe en Roos die de marathon op zaterdag zullen skeeleren. En natuurlijk met Sam die (net zoals Seppe trouwens) zondag ook aan de start zal staan om van die 50e Berlin Marathon een feest te maken. Ik ben nog steeds een enorme gelukzak. Een marathon in september dus, het is eens iets anders, zo blijkt wel.