Het moment – Lang leve de kringwinkel!

Ik heb veel spullen, dat geef ik gewoon toe. Er zijn nu eenmaal veel soorten spullen waar ik van hou. Al zo lang ik me kan herinneren ben ik bezig met mooie dingen bij te houden. In mijn kindertijd waren dat vooral postzegels, kaartjes, briefpapier en kantoormateriaal. Bovendien verzamelde ik schelpen en had ik een poppenhuis waar ik spulletjes voor zocht en knutselde. Toen ik ging studeren, begon ik boeken te kopen. Nog wat later vloog ik helemaal in het creatieve gebeuren. Ik heb nu wat ik zelf als een volwaardig atelier beschouw met alles om kleding te naaien, maar ook om te knutselen en frutselen en ga zo maar verder. Door de jaren heen ging ik steeds wat ruimer wonen (toeval of niet), waardoor die woning steeds meer decoratie kon gebruiken en de aanwezige huisdieren ook weer spullen genereerden. Je zou kunnen denken dat ik (en Hans dus ook) tussen de rommel leef. Objectief is dat misschien wel zo. Voor mij is die rommel echt een deel van wie ik ben.

Spullen organiseren is één van mijn hobby’s. Ik hou echt van een goed rondje opruimen (oprommelen soms ook). Een deel van de hobby is net zo goed dat er wel degelijk ook weer spullen weggaan, een eindeloos proces waar ik me heel graag aan overlever. Met Roos heb ik bijvoorbeeld een continue uitwissel-stroom. Roos geeft mij grote kamerplanten die net niet voldoende ruimte hebben, ik geef haar loopschoenen die ik te weinig gebruik. Hans en ik mogen weer boeken kopen op voorwaarde dat er gelezen wordt en wat niet goed is, gaat weer weg. Ik ben dus een groot voorstander van dingen her- en opgebruiken, van spullen herbestemmen als ze alleen maar je huis vullen. Ik ben kortom een kringloop op zichzelf.

Het is vandaag Dag van de Kringwinkel en, jullie voelen het al komen, ik ben een doorwinterd en gepassioneerd liefhebber van de kringloopwinkel. Ook hier is dat zaadje ooit geplant met Roos in de tijd dat naar de kringwinkel gaan een volwaardige weekendbesteding was. Het gekke is dat ik eigenlijk best snel vies ben van dingen die van iemand anders zijn. Toch zijn er maar weinig spullen die ik niet bij de kringwinkel koop. Ik sliep zelfs een jaar op een tweedehands matras, al was dat aanvankelijk niet echt het plan. Het mooie van een tweedehandsvondst is net dat je die weer helemaal doet opleven door iets in de wasmachine te gooien of met liefde in een sopje te zetten. In de kringwinkel koop ik onder andere meubels, kleding, huisraad, decoratie en boeken. Ik koop er zowel spullen voor mezelf als cadeautjes (niet voor iedereen). Ik zwicht zowel voor een hebbeding zoals die ene leuke vaas als voor dat ene fotolijstje dat net de goede afmetingen heeft voor de prent die je wilde gaan ophangen.

Ik ben een fan van Vinted om kleding te kopen en verkopen. Een zijspoor van mijn spullen hobby, want ook hier geldt: je moet dat alleen doen als je het volledige circulaire proces leuk vindt. Een app is natuurlijk praktisch en heb je altijd bij de hand, maar net daarin schuilt de charme van de kringwinkel: het is een fysieke ervaring waarbij je op schattenjacht gaat en nooit zeker weet wat de vangst zal zijn. En soms haal je dus echt de jackpot binnen. Als je iets bij de kringwinkel koopt of er spullen heen brengt, lever je een bijdrage aan een duurzamere economie en een sociaal tewerkstellingsproject dat kansen biedt aan mensen die moeilijk een plekje vinden op de arbeidsmarkt. Ik zeg: win win win!

De kringwinkel heeft voor ieder wat wils, daar ben ik van overtuigd. Al kan ik ook begrijpen dat sommigen wat drempelvrees hebben. Daarom deel ik mijn gouden kringlooptips:

  • Een kringwinkel kan overweldigend zijn. Verwacht niet dat je meteen alle secties goed kan doornemen, kies een categorie en spit die grondig door. Kijk met een open blik.
  • Wees alert voor beschadigingen of dingen die hun tijd echt hebben gehad. Het is niet omdat het spotgoedkoop is, dat je het moet meenemen.
  • De kunst is om zowel kritisch als onbevangen te zijn. Je moet namelijk in een grijze omgeving tussen heel veel lelijke dingen dat ene stuk vinden dat voor jou waardevol dan wel functioneel is of net voldoende kitsch-gehalte heeft.
  • Koop iets niet alleen omdat het goedkoop is. Concretiseer wat je ermee zal gaan doen: waar ga je het zetten? Hoe ga je het combineren? Zou je het ook kopen als het wat duurder was?
  • Laat je vooral ook inspireren. Kringlopen is net zo goed snuisteren en verwonderd zijn over wat je zoal aantreft. Het is altijd een ervaring met een vleugje nostalgie, een uitstekende plek voor een “weet-je-nog-verhaal”.
  • Ga vaak genoeg langs en bezoek kringwinkels op verschillende plekken. Het aanbod kan heel erg wisselend zijn. Na een tijdje weet je wat voor jou de juiste plek en het goede moment zijn om te kringen.

Ik vertelde al dat wij in Tienen een heel goede kringwinkel hebben. Wat die zo goed maakt? Ik denk eerlijk gezegd dat ik hier in vergelijking met Leuven minder gelijkgezinden heb met mijn smaak voor kringloopspul. Mijn recentste aanwinst is een échte (weliswaar beschadigde) Delfts blauwe vaas uit 1959 die ik voor amper 7 euro mee naar huis nam. Het gaat er mij trouwens niet om of iets écht waarde heeft, maar of het voor mij waarde heeft. Die vaas zal door de beschadiging wellicht niet écht waardevol zijn. Voor mij is het een historisch object omdat ik als fan van Delfts Blauw het museum bezocht en in de rijke geschiedenis ervan dook. Ieder zijn ding. Voor mij is dat blauw.

Ik zou zeggen: neem een herbruikbare tas en ga lekker kringen! Er valt vandaag vast veel te beleven in jouw plaatselijke kringwinkel.

Het moment – De sportieve toerist in Parijs

Mijn 40e verjaardag vierden we in stijl met een weekendje Parijs. Geen gebrek aan redenen tot feest, want na 3 jaar zette ik weer voet op Parijse bodem en wel voor het eerst met Hans. Bij aankomst nam ik de chaos van Paris-Nord heel goed in me op. Dit had ik gemist en nu was ik terug. De uitbundige bruidsmode op de Boulevard de Magenta was niet veranderd en geroosterde maïskolven werden er ook nog à volonté verkocht. De fietser bleek plots alom aanwezig – soms met gevaar voor eigen leven of dat van de onwetende voetganger. Ook een stad doordrongen van de geschiedenis is aan verandering onderhevig. Olympische Spelen of niet. Parijs is mee met zijn tijd. Burgemeester Anne Hidalgo is een vrouw met visie. De stad is bij haar in goede handen.

We verbleven in Hotel Joke – écht waar! – in Rue Blanche, een straatje naar beneden aan de Moulin Rouge die sinds kort weer wieken heeft. Op de 33e verjaardag van Roos (hip hip hoera!) lieten Hans en ik ons gewillig onderdompelen in de Parijse scenery. In Galerie Lafayette baanden we ons een weg door modebeelden en luxejagers. Op het dakterras keken we elkaar met zon en zicht op de Eiffeltoren eens extra diep en romantisch in de ogen. Uiteindelijk streken we neer op een bruisend terras met zicht op de Saint-Eustache (een onderschatte kerk, maar een favorietje van An en mij). Vooral de ononderbroken hip geklede mensenstroom trok onze aandacht. Er is altijd iets te zien in Parijs. We proosten met een glaasje bubbels op mijn laatste dag als dertiger. Elke reden is legitiem om het leven te vieren.

Zaterdag de 13e werd ik als een koningin wakker gezongen en gekroond door mijn koning Hans. Hij had een nietjesmachine meegenomen zodat mijn toepasselijke hoofddeksel ter plekke geassembleerd kon worden en ik in alle waardigheid aan het ontbijtbuffet kon plaatsnemen. Een royale bodem leggen was belangrijk voor onze middagactiviteit: een toertje lopen! Hans kwam daar een paar dagen voor vertrek mee aanzetten: zouden we in Parijs geen duurloopje doen bij wijze van sightseeing? Goed idee! Al lopend kan je immers in relatief korte tijd heel wat hot spots aandoen. Het is ook al lopend dat je een nieuw levensjaar kan vieren. Als jarige, ervaren wandeling-uitstippelaar en triple marathonfinisher in Parijs mocht ik de route bedenken.

Uiteraard ging het eerst via de Eglise Estienne d’Orves over de Boulevard Hausmann naar de Arc, mijn grote stenen liefde. Lopen in Parijs kent drie grote uitdagingen: de drukte, de verkeerslichten en de oneffen voetpaden die van het glooiende karakter zijn. Ons tempo was dan ook best gezapig. Bij de Arc was het een drukte van jewelste. Toerisme in Parijs is een attractie op zich. Wij sloegen linksaf meezingend met een plaatselijke performer Au Champs-Elysées! Een beetje bergaf in rechte lijn over de zogenaamd plus belle boulevard du monde waar ik in 2022 met Sam stond te klappertanden. Tot onze verbazing was er een Salomon winkel op de Champs. Als je lichtjes bezweet een winkel kan binnengaan in loopkleding (met Hoka petten en schoenen), dan is het wel die van een loopmerk. Hans kon namelijk een nieuwe 12l trailvest gebruiken en had in deze flagshipstore keuze te over aan kleurtjes.

De koning en koningin voor één dag zetten hun tocht verder via de obelisk naar Place de la Madeleine en het iconische Place Vendôme, waar mijn gedachten door het Ritz Hotel altijd een beetje bij Lady Di zijn. Een passage door het gravel van de Jardin des Tuileries kon natuurlijk niet ontbreken. Het was weer goed over de koppen lopen en zo konden we ook nog eens een blik werpen op de luchtballon met de Olympische Vlam. Een aardig spektakelstukje en ook wel typerend voor de Franse trots dat ze dat spel gewoon laten staan als casual souvenir aan hun moment de gloire. Wij gingen verder langs het Louvre over de Rue de Rivoli waar ik nog wat Tour-herinneringen met Roos oprakelde. Via Centre Pompidou en Hotel de Ville liepen we richting Marais. De fietspaden deden trouwens uitstekend dienst als loopstrook.

Een andere leuke herinnering met Roos deelde ik op de Place des Vosges, waar dat arme kleine zusje van mij een keer een dieptepuntje kende. Het kan er soms stevig inhakken om met je grote zus te citytrippen. Een mooie loopherinnering had ik aan de Place de la Bastille: een dubbele passage van de marathon. Waar is de tijd? We gingen de Seine over en belandden in Rive Gauche. Met zicht op de semi-gerestaureerde Notre-Dame zagen we dat er al sterk werk geleverd was. Wij hobbelden verder naar de Jardin du Luxembourg waar het wederom overgezellig druk was. Ook de highlights van Saint-Germain-des-Prés passeerden de revue: de literaire wijk waar ooit Ernest Hemingway en Simone de Beauvoir hun verdriet verdronken.

Aan het Louvre staken we weer de Seine over om onze laatste rechte lijn naar het hotel in te zetten. We hadden een goeie 15 km gelopen en – eerlijk is eerlijk – bij deze prille veertiger was het beste eraf. Mede door de drukte hakte de inspanning er toch behoorlijk in. De laatste etappe was er eentje om door te zetten: langs de drukte van de Opera en Lafayette terug de berg op. Ik timede het zo dat ik exact 19,85 km gelopen had toen we bij het hotel aankwamen. Een streepje symboliek dat mag je nooit laten liggen.

Na het sportieve luik namen we de metro naar Le Bon Marché voor de betere snuister- en shop-ervaring. We zijn weer helemaal mee met de nieuwste fall-winter trends, al miste Hans wel wat mannenmode. Omdat sommige dingen gewoon zo bedoeld zijn, vond ik uitgerekend in Le Bon Marché de ivoorkleurige zonnebril waar ik al lange tijd naar op zoek was. Ik kende Jimmy Fairly niet, maar het is van Parijs, dus helemaal toepasselijk om schijnende zonnetjes te trotseren. Helaas was van vorstelijk weer geen sprake en bleef die zonnebril nog even veilig in z’n poche. Een betrokken lucht veranderde in een dikke vette plensbui. Gelukkig hadden wij onderdak gevonden bij Maison Sauvage (ooit een Instagram-plek) en klonken we nogmaals op een onvergetelijke dag.

Onze Parijse zondag brachten we voornamelijk door op Père Lachaise: de begraafplaats waar je beroemdheden als Jim Morrison, Edith Piaf en Oscar Wilde een laatste groet kan brengen. Het mooie van die plek is dat je ziet hoe de grandeur van het leven ook net zo vergankelijk is. Zelfs de meest megalomane grafstenen, -beeldhouwwerken en -tempels zakken op een dag wat verder in de grond. Er wordt dan al eens een hek gezet of een lint gespannen in een poging om iets aan het verval te doen. Het zijn schattige pogingen om de doden ook tot het allerlaatst met zorg te omringen, maar uiteindelijk wint altijd de kracht van de natuur.

Mijn Parijs! Ik zal er niet snel over uitgepraat zijn. Het is een stad die altijd in de steigers staat en waar mensen altijd onderweg zijn. Een stad van uitersten, waar goor en schrijnend er stevig kunnen inhakken en ook luxe een ongeziene hoogte bereikt. Ik blijf me steeds afvragen wat de achtergrond is van al die mensen: de onvriendelijke vrouw aan het loket van de metro, de hardwerkende uitbater van de krakkemikkige toeristenshop en de verkoper van Chanel die elke dag weer moet geloven dat luxeproducten verkopen van maatschappelijk nut is. Ik dompel me steeds onder in die stad om er verhalen te herbeleven en nieuwe herinneringen te maken. Geloof me maar dat het niet weer 3 jaar zal duren voor ik terug ben. Samen met mijn Hans natuurlijk.

Het moment – Een iconische tas voor een iconische verjaardag

Vanaf vandaag ga ik als veertiger door het leven! Zo makkelijk en licht als dat nu voor mij klinkt, zo lastig heb ik het lange tijd gevonden om op een dag geen dertiger meer te zijn. De afgelopen jaren werd ik een blijer en gelukkiger mens. Ik leerde het leven door het te leven. Dat is een gedachte die ik ergens heb gepikt, maar wat ik bedoel is dat door levenservaring op te doen ouder worden juist veel makkelijker is. Ik weet wat ik wil, ik weet beter wie ik ben. Ik weet wie of wat me blij maakt en wat me raakt. Dat betekent niet dat ik niet meer op mijn bek kan gaan of dat ik me soms niet irrelevant en overbodig voel. Het gevoel dat vrouwen doorgaans harder worden afgerekend op hun leeftijd dan mannelijke leeftijdsgenoten bekruipt me wel eens. In mijn eigen kring zie ik gelukkig heel wat sprankelende mensen die niet plots minder tellen omdat er een viertje staat.

Ook in de wijde wereld zijn er heel wat mooie voorbeelden te vinden van Club 85‘ers die er op hun 40e helemaal staan. Op literair vlak ontdekte ik de stemmen van Marieke De Maré en Maddalena Vaglio Tanet. Bolis Pupul maakt muziek als nooit tevoren en geheel op zijn eigen wijze. Tommy Hilfiger is niet helemaal mijn merk, maar toch wel tijdloos klassiek en established in 1985. Chloe Malle zal in de (symbolische) voetsporen treden van Anna Wintour als hoofd redactionele inhoud van Vogue. Heel recent toonde Courtney Dauwalter tijdens de UTMB wat waar loopgenot betekent, ook als je veertig bent. Ze werd Chamonix binnengehaald als held van de dag. Diep respect!

Ik vier mijn verjaardag in Parijs en dat doe ik met een heel iconische tas, mijn eigen interpretatie van de Birkin bag van modehuis Hermès. Een tas met een verhaal, een goed verhaal. Zo goed dat ik er wel mee aan de slag moest. Begin dit jaar stond dé Birkin bag van Jane Birkin te koop. De tas die pas later haar naam is gaan dragen. In 1984 stapte Jane Birkin op het vliegtuig in Parijs, vloekend op haar tas (een rieten mandje eigenlijk) die veel te klein was. De grote baas van Hermès, Jean-Louis Dumas, zat toevallig naast haar en merkte haar irritatie op. Het verhaal wil dat ze samen op een kotszakje een schets maakten van een prototype voor de ideale tas die aan Birkins wensen voldeed. In 1985 worden de eerste Birkin-bags verkocht. Een stuk modegeschiedenis dat nu dus 40 jaar oud is. De tas die verkocht werd bij Sotheby’s in Parijs was het prototype van de tas die Birkin zelf gebruikte, een tas die duidelijk gebruikssporen heeft. Goed voor een slordige 8,6 miljoen euro.

Jane Birkin was niet zuinig op haar tas. Ze was geen modesnob en had niks met luxe. Haar tas was een gebruiksvoorwerp, beplakt met activistische stickers en al. Een groot deel van haar leven bracht ze in Parijs door. 1985 – inspirerende vrouw – Parijs: ik wilde iets met die iconische Birkin doen. Ik waagde me aan de creatieve uitdaging om een leren luxetas te vertalen naar een handige stoffen tas die subtiel verwijst naar de Birkin. Als grote denim-fan zou ik die maken uit een zwarte jeansstof. Voor de voering gebruikte ik een hemd uit de kringwinkel.

Het initiële idee was om de typerende flap over de tas zo waarheidsgetrouw na te maken. Technisch zou dat niet eenvoudig zijn, maar al doende kreeg ik een beter idee (zo gaat dat eigenlijk meestal). Ik duikelde drie tassen op die ik zou hergebruiken om er mijn Birkin vorm mee te geven. De flap knipte ik uit een gewatteerde tas van Le Coq Sportive (stijlvol Frans). Van een Esprit-tas die meermaals meeging naar Parijs recupereerde ik de (nep)leren hengsels. Mijn klassieke handtas van Fossil, die qua gebruikssporen gewaagd is aan het prototype van de Birkin, bezorgde me enkele mooie fournituren.

Verder wilde ik het nonchalante sticker-idee toepassen en mijn tas decoreren met memorabilia. Het is voor dit soort projecten dat je blij bent dat je één en ander bewaard hebt. In mijn atelier lagen de schatten voor het rapen: broches, pins en enkele eigengemaakte stoffen “stickers” maken het rommelige geheel compleet. Nog een knipoog naar Jane Birkin: aan haar tas hing altijd een nagelknipper omdat ze haar nagels kort wilde hebben. Ik ga zelf ook niet graag op trip zonder nagelknipper, dus die kreeg een mooi hangplekje. Tijdens het maakproces was ik best benieuwd naar het eindresultaat. Het is toch altijd een beetje afwachten hoe die verschillende stoffen samen zullen werken. Ik ben er best tevreden mee. Het is een Birkin bag geworden van Joke Odeyn naar de geest van Jane Birkin. Een tas die, net zoals het leven zelf, handig gebruik maakt van wat al geweest is. Het bewijs dat mooie dingen niet duur hoeven te zijn.

Vandaag flaneer en paradeer ik dus door de straten van Parijs. Op mijn 40e verjaardag. Het is ruim 3 jaar geleden dat ik in mijn geliefde stad was. Nu dus voor het eerst met Hans. We plannen sowieso een sportief intermezzo, want op de eerste dag van mijn nieuwe levensjaar zal er gelopen worden.

Ik zeg santé, lieve lezers! Op weer een jaartje erbij. Met (hopelijk) een coupe champagne in de hand op naar meer verhalen. Maak er een mooie zaterdag van!

Het moment – Zwitserse epiek, lyriek en dramatiek

Vrijdagmiddag 29 augustus – 12:08. Hans en ik rijden Zwitserland binnen met een camper. 22 jaar geleden zette ik voor het laatst een voet in la Suisse. Als 16- en 17-jarige ging ik namelijk skiën met de CM in Maloja en Leysin. Ik zag wel een skiester in mezelf, maar er kwam nooit een vervolg aan mijn leven op latten. Zwitserland bleef tot de verbeelding spreken. Mijn oma en opa waren lyrisch na elke vakantie die ze er door brachten en later hoorde ik nog meer lofgezang over de Zwitserse bergen nadat Seppe er meermaals deelnam aan het WK duatlon in Zofingen. In mijn tienerherinneringen kon ik niet meer oproepen dan de nachttrein (slecht geslapen), sneeuw (heel veel en heel wit), skipistes (liften nemen was net zozeer een kunst) en het CM-hotel (veel tienerplezier). Ik was dus razend benieuwd naar wat het Zwitserland-gevoel echt inhield.

De bestemming: Martigny in het kanton Valais of Wallis, afhankelijk van de taal. De aanleiding: dé UTMB wedstrijd in het Franse Chamonix, aan de voet van de Mont Blanc en aan de andere kant van de bergpas. Een trailwedstrijd in alpien gebied waar de wereldtop samenkomt en Seppe ook één van de poppen in het schouwtoneel zou zijn. Vertrek vrijdagavond met 174 km voor de boeg en 9900 hoogtemeters. Enkel de top 50 kan dat binnen de 24 uur. Het wilde plan van het camperavontuur ontstond in het najaar. We waren het erover eens dat we – met Seppe aan de start – heel graag iets wilden meepikken van die iconische wedstrijd. Op de bonnefooi Chamonix binnenrijden leek een plan gedoemd om te mislukken, aangezien de wedstrijd een evenement op wereldschaal is, zij het met beperkte toegangswegen. Een week lang maken duizenden lopers er hun opwachting voor wedstrijden over verschillende afstanden met de enige echte Ultra Trail Mont Blanc als het ultieme spektakelstuk.

Enter het geniale plan van Hans om naar Martigny in Zwitserland te rijden. Vanuit die bergstad zouden we met een stevig looptochtje (1000 meter stijgen op 9 km!) tot bij het parcours kunnen komen. Kortom een semi-spontaan tripje om de avonturier in onszelf ontdekken, want het was nog steeds best een gek plan om ervan uit te gaan dat Martigny niet overspoeld zou zijn door het UTMB-circus. De belangrijkste insteek van de trip bleef om er eens op uit te trekken met een (gehuurde) camper. Bijkomende wens langs mijn kant was om “echte” bergen te zien. Bergen met grote toppen die je amper kan vatten met het oog. Echte bergen zoals je die ziet op chocoladeverpakkingen en pittoreske postkaarten. Het soort bergen dat mensen doet houden van en smachten naar de grootsheid van de bergen. Hans beloofde me plechtig dat ik hoe dan ook mijn bergen te zien zou krijgen.

Onze rit was in totaal zo’n 750 km. Donderdagnacht brachten we door op een tankstation in Frankrijk. Een goeie keuze, want er was een Starbucks en we zouden onze vrijdag dus kunnen beginnen met een degelijke koffie. Mijn eerste nacht in de camper viel heel goed mee. Ik vergat helemaal dat ik me eigenlijk op een tankstation bevond. Het vervolg van de tocht was werkelijk fenomenaal. We reden op heerlijke snelwegen met zicht op de Vogezen. Basel leek, ondanks de vele wegenwerken, ook een mooie stad te zijn. Toen we Bern voorbij waren, was ik voor het eerst sprakeloos. We reden langs een eindeloos meer met bergen aan weerszijden en huizen rondom rond. Door het kleine GPS-scherm noemde ik het Meer van Genève eerst Lac Léman en ontkende dan dat er een echte stad was. Dat bleek dus Montreux te zijn. Ja hallo zeg! Wat een magische plek!

Even later ging mijn wens in vervulling: ik zag de bergen waar ik om had gevraagd. Ze waren zo groot en indrukwekkend dat ik er – écht waar – weer even sprakeloos van werd. Het bergengevoel nam toe en de weg naar Martigny lag voor ons open. We zouden onze kans wagen op de TCS camping, de enige camping die de stad rijk is. Wonder boven wonder was daar dus plek zat. We konden een plekje uitkiezen met zicht op die indrukwekkende bergen, de wijngaarden en de Col de la Forclaz die we zaterdag zouden gaan trotseren. We trokken Martigny-City in en keken onze ogen uit. De stad was een volwaardige stad te noemen: zowel postkaartproef als hedendaags. Omdat het geluk aan mijn kant stond, had ik nog een laatste wens: een wijntje drinken uit de streek. Bij loungebar l’Adresse 1920 raadden twee heerlijke locals ons de Petite Arvine aan van Nez Noir, een witte prijswinnende wijn van de streek. Wat een topper! Het glas werd lekker vol gegoten en lichtjes in de wind pikten we de start van de UTMB mee op de livestream (die werkelijk nog uuuuren zou doorgaan).

Onze nachtrust in de huiselijke sfeer van de camper had niet geleden onder de wetenschap dat mijn broer enkele tientallen kilometers verder een zware nacht in barre omstandigheden doormaakte. Nog steeds onder de indruk van het decor van onze camping genoten wij met volle teugen van het kampeerleven. We aten havermout om een goede basis te leggen, want vandaag gingen we ook zelf aan de bak. Seppe leek nog steeds als een trein te gaan, eentje in de bergen weliswaar: hij haalde een gemiddelde snelheid van 7,5 km per uur. Op basis daarvan verwachtten we hem rond 14u aan de Col de la Forclaz op een hoogte van ruim 1500 meter.

Rond half 12 vertrokken wij op expeditie richting de schattige miniatuurhuisjes tegen de berg die volwaardige huizen zouden worden. De eerste twee kilometers konden we nog lopen, toen brak het hike-werk aan omdat het steil omhoog ging, zowel over verharde als onverharde paden. Ik keek mijn ogen uit. De Zwitsers zijn mensen naar mijn hart. Hun huizen getuigen van goede smaak, ze zijn uiterst charmant en netjes onderhouden. Ze hebben oog voor detail: een leuke houten bank, kleurrijke bloemen in de voortuin en geruite gordijntjes aan alle ramen. Ze schuwen de romantiek niet en frezen maar wat graag hartjes en bloemen in houten luiken. Alles is mooi. Ik leerde hier de ware betekenis van het woord idylle kennen. Het was dus een beklimming met heel veel oooh’s en aaah’s. Ook het zicht achter ons was werkelijk magnifiek te noemen. De koeienbellen klingelden vrolijk op de achtergrond en we vulden ons water bij aan een bron. Sneller dan verwacht bereikten we onze bestemming. We hadden 9 km gehiket in 1 uur en 40 minuten, niet slecht voor noorderlingen die geen echte bergen kennen.

Ik had gelukkig naar Hans geluisterd en dus braaf een jasje meegenomen, want eenmaal op hoogte stond er een fris windje. Koffie to the rescue! Ik had me voorbereid tijd te gaan doorbrengen op een kale vlakte, maar we bevonden ons zowaar langs een straat met horeca en een souvenirshop in het hogere segment. Er was zelfs een hek waar we onze bezwete shirts konden drogen. Op zo’n moment kan je je werkelijk niets meer wensen. Maar goed, we waren hier voor Seppe. Ik kreeg een lichtjes verontrustend berichtje van Geert. Seppe had het zwaar, zag af en had op de vorige post willen opgeven, maar was uiteindelijk toch weer op pad vertrokken. Ondertussen zagen wij dus de lopers vanaf de top 50 passeren. Mensen die het stuk voor stuk zwaar hadden, maar dapper door de pijn heen beten om hun tocht verder te zetten. Met de glimlach. We bevonden ons rond km 143. Nog een 30 km te gaan dus, dat is toch gauw een uur of 6 à 8. Je bent er dan kortom niet bijna.

Omdat Seppes tempo zienderogen zakte, hadden wij meer tijd te spenderen op onze col. Om een stukske taart te eten bijvoorbeeld. Ook hier maakten de Zwitsers hun naam als volk met goede smaak helemaal waar. Als je mij een stuk appeltaart presenteert mét kaneel, zónder rozijnen op een bord met gouden bloemetjes dan ben ik verkocht en betaal ik met plezier 5 Zwitserse franken voor een cappuccino. De spanning begon te stijgen. Vanaf 15u20 waren we in blijde verwachting van Seppe. Aan animatie langs het parcours trouwens geen gebrek. Een koppel uit Luik sprak ons aan, hoorde dat we Belgen waren en kende Tirlemont uiteraard van de sucre, mais je suis diabétique, haha! Eveneens aanwezig: een extreem enthousiaste bende supporters (ik vermoed een vriendengroep) die elke loper trakteerde op een mexican wave annex erehaag. Een Nederlandse vrouw op witte sneakers en totaal niet aangepaste outdoorkleding dacht een stukje bergwandeling te verzetten, maar gleed uit in een koeienvlaai. Jeeeeezes, een koeienstront! Waarop ze wel 10 minuten probeerde om haar besmeurde witte schoenen en broek van de bruine smurrie te ontdoen.

Terwijl de boer zijn koeien verzamelde en naar een andere wei bracht, zat de schrik er plots in dat we Seppe gemist hadden. We waren al bijna 3 uur present en lopers die ons nu passeerden, waren allemaal na hem aangekomen op de vorige post. Het was na 16u toen we hem zagen aankomen. Seppe heeft een heel herkenbare loop- en wandelstijl, ook als hij trailstokken heeft en zijn pet achterstevoren staat. Alles in zijn lijf schreeuwde dat het niet meer ging. Die broer van mij zat in een pain cave waarvan hij de sleutel nog niet eerder ontdekt had. Hij zei meteen dat hij zou stoppen bij de volgende post, een paar kilometer verderop. De nacht was loodzwaar geweest door de aanhoudende regen en koude. Afdalingen waren daardoor modderige glijbanen geworden. Hij was een keer of 5 gevallen en met de schrik verkrampt gaan lopen. Vooral tegen de afdalingen zag hij enorm op. Wij konden niet anders dan hem goede moed wensen en probeerden zijn prestatie te bejubelen. Een hartverscheurend moment: de tranen schoten mij in de ogen, het lood zonk in mijn schoenen. Het deed zoveel pijn om deze lijdensweg te zien.

Foto: Robrecht Paesen

Het was een welkome afleiding dat wij nog wat meer gingen stijgen. We zouden namelijk écht tot de top van een berg gaan. Zo’n echte berg dus, de Mont de l’Arpille. Nog 500 meter omhoog om een dak van 2085 meter te bereiken. Het was een indrukwekkende klim. Ik was al meermaals ontdaan van mijn woorden door dit adembenemende landschap en ook nu had ik weer weinig tekst om te vatten wat ik zag en wat dat met mij deed. Ook dit stuk klimmen ging wonder boven wonder vlot. We gingen over een met stenen bezaaid pad en strooiden nog wat in het rond met oooh’s en aaah’s. Foto’s schieten te kort, het was dus zaak om het moment te capteren. Op de top hadden we een fenomenaal zicht op het Mont Blanc massief en de plaatsen in het dal. Bovendien waren we niet de enige die van een panoramisch zicht hielden. We geraakten aan de praat met een wandelaar die op pad was om paddenstoelen te plukken. Het is de Zwitser ten voeten uit: altijd in voor een babbeltje, rustig doch gedecideerd, apetrots op dat wonderschone land. Terecht.

Het echte afzien is niet het klimmen, maar het dalen. Daar ging uiteindelijk ook Seppe aan ten onder. Als je kilometers lang steil omhoog gaat, dan breekt onvermijdelijk het moment aan dat je kilometers lang terug naar beneden moet. Dalen doet veel meer pijn dan stijgen. De berg dwong me heel even op de knieën toen ik struikelde en met mijn scheen pijnlijk neerkwam op een stuk rots. We liepen over een prachtig pad met zicht op het dal met ieniemienie huisjes. De afdalingen werden steeds steiler en daar heb je dus echt helemaal niks aan, want na een paar honderd meter zijn je spieren verzuurd van het afremmen (daarin onderscheidt de echte alpine trailloper zich). Die huisjes bleven klein, zelfs toen we in bewoond gebied kwamen. Via de wijngaarden ging het dan helemaal naar beneden, door de stad in een rechte lijn naar de camper. Er stond dik 25 km op onze teller en 1697 hoogtemeters. Ik voelde me een klein, maar dapper berggeitje dat tevreden terugblikte op haar missie.

Ons avontuur kreeg een verrassende wending toen we hoorden dat Seppe nog steeds in de race zat. Het ging traag, erg moeizaam en het deed heel veel pijn, maar hij zou de finish halen in de nachtelijke uren na een strijd van 32 uur en 2 minuten. Met zeer grote dank aan het adres van zijn crewleden Bobby en Geert. Wie meer wil weten over hoe dat zo ging, kan naar de ruim 3 uur durende podcast aflevering van De Jogclub luisteren waarin Seppe zelf uitgebreid tekst en uitleg geeft. Terug naar Martigny. Na een deugddoende campingdouche en een kampeerpastaatje doken wij moe maar tevreden in ons camperbedje. Zondag reden we alweer terug naar huis. Uitkijken naar Montreux! Ik moet daar ooit heen! Er werden plannen gesmeed voor andere campervakanties, want jawel: dit smaakte absoluut naar meer (van Genève). Dit meisje van de zee heeft een stevige liefde voor het hooggebergte ontwikkeld. En ook voor de Zwitsers. Ze weten verdorie dondersgoed dat ze in een bloedmooi land wonen en doen er alles aan om dat wondermooi te houden.

Nog enkele leuke wetenswaardigheden

  • Onder de noemer: antwoorden op (domme) vragen die je niet durft te stellen: de Zwitserse frank is 1,07 euro, de bondspresident (baas) van Zwitserland is Karin Keller-Sutter, een berg is gevuld met rots, je kan last krijgen van hoogteziekte vanaf 2500 à 3500 meter hoogte, Martigny VS ligt niet in Amerika, maar in het kanton Valais
  • We huurden een camper via het platform Goboony waar je rechtstreeks bij particulieren huurt. Een aanrader! We doopten “onze” Fiat Benimar Benny. In Den Haag keken we (te vaak) naar Barbapapa, waardoor de zetels in de camper er akelig levend konden uitzien.
  • Het leek me leuk om een Zwitserse playlist op te zetten toen we eenmaal de bergen naderden. Na een half uur werd de alpenhoorn en het gejodel zelfs mij te veel en schakelde ik over op de stilte.
  • Voor deze trip deed ik echt mijn best om geen overdaad aan kleding in te pakken. Een salopette leek me qua vibe een geschikt kledingstuk om de reis aan te vatten. Pas na 24 uur pakte ik iets anders uit mijn valies. Eigenlijk is een salopette allesbehalve een ideaal kledingstuk om van het camperleven te genieten. Te veel gedoe als je naar de wc moet.
  • Deelnemen aan de UTMB kan niet zomaar, je moet running stones verzamelen door trailwedstrijden te lopen (van organisaties die UTMB betalen). Seppe had geluk om met een beperkt aantal stenen ingeloot te worden.
  • De familie in België kon tijdens Seppes eerste nacht de slaap moeilijk vatten en bleef de tweede nacht wakker tot kwart voor 2 om hem over die finishlijn te zien gaan. Over toewijding gesproken.
  • Er stonden 2492 deelnemers aan de start van de UTMB, ongeveer 1/3 haalde de finish niet. Ruth Croft won in 22 uur en 56 minuten, Tom Evans had een schamele 19 uur en 18 minuten nodig. Seppe belandde op een 241e plek in het eindklassement: een ijzersterke prestatie. Al helemaal voor een debutant in de Alpen.
  • Hoka is hoofdsponsor van UTMB. Het waren echter Asics en Adidas die een winnaar afleverden. Hans en ik liepen uiteraard op onze Hoka’s naar boven. Ik op de Mafate 4 en Hans op de gloednieuwe Mafate 5.
Foto: Robrecht Paesen

Het moment – Dit was de Chouffe trail 2025

(de Chouffe trail heeft geen introductie meer nodig)

De cijfers
Op 5 juli startte mijn 6e Chouffe trail om 7 uur bij een temperatuur van 12,8 graden. Met 80,5 km en 2540 hoogtemeters was het meteen ook de pittigste. We liepen met z’n 3en en hadden 12 uur en 37 minuten nodig om de finish te bereiken. Mijn gemiddelde hartslag was 123. Volgens mijn Garmin verbruikte ik 5840 calorieën. Ik dronk ongeveer 6 liter water en 3 liter cola. De temperatuur steeg tot een graad of 23. Ik kwam 1 keer ten val. In totaal liepen er 3430 lopers in en rond Houffalize, verspreid over 10 afstanden.

Het parcours
De organisatie weet elk jaar iets anders uit de trailpet te toveren. Traillopers die houden namelijk van een streepje avontuur, ze deinzen niet terug voor verandering. Voor elk Chouffe-parcours dat ik liep kan ik voor- en nadelen bedenken. Het is telkens zwaar op een andere manier, maar ook altijd mooi en verrassend op weer een andere manier. Ik durf te beweren dat we dit jaar de meest gevarieerde Chouffe trail op ons bord kregen. Er was heel veel variatie in de ondergrond en het klim- en daalwerk. We liepen langs de Ourthe, maar staken die alleen over met behulp van een brug. We zagen heel wat knappe koeien en ook de uitzichten waren zeer de moeite. Ik zeg zonder twijfel: douze points!

De bevoorrading
6 bevoorradingsposten zouden ons door die 80 km loodsen. Dat lijkt veel, maar als je weet dat we ruim 12 uur op pad zijn geweest en dat het toch warm was, is dat geen overbodige luxe. De derde bevoorrading lag traditiegetrouw bij de brouwerij van Achouffe. Daar is het altijd wat drukker omdat er verschillende afstanden elkaar kruisen. Een dieptepunt was de vierde bevoorrading die op 46 km lag. Tegenvaller 1) de cola was op en het water bijna, we hebben er gelukkig niet heel lang op moeten wachten. Tegenvaller 2) de tent stond in de brandende zon, waardoor je zelf een serieuze klop kreeg en al het eten op een heel onaangename manier verwarmd werd. Sam noemde de sandwich met kaas een croque monsieur. De vijfde en zesde bevoorrading waren dan weer helemaal top. Op 62 km kregen we zelfs al felicitaties en konden we ons verfrissen bij een fontein wat verderop. Op 69 km stond het trailbuffet binnen uitgestald, wat als bijkomend voordeel had dat de cola gekoeld was (goddelijk) en ik naar een extreem propere wc kon (net zo goddelijk).

Het gezelschap
Sam, Hans en ik zijn misschien een beetje een gek trio. De advocaat, de bankier en de leerondersteuner samen op pad. De twintiger, dertiger en vijftiger als zorgvuldig uitgebalanceerde cocktail. We vertegenwoordigen met z’n drieën dan ook heel wat partijen in het deelnemersveld. Het voelt alsof wij nooit anders hebben gedaan dan er samen op uit trekken. De verveling heeft amper kans om toe te slaan. Je vult elkaars moeilijke momenten op en er is altijd iemand die lacht met je grappen. Je kan naast of achter elkaar lopen, in duo of in trio. Er bungelt al eens iemand aan de staart (ik) of er hangt er eentje overenthousiast voorop (Sam). We zijn in wezen eigenlijk drie heel verschillende lopers, maar juist daarom pakt de mayonaise tussen ons zo goed.

De gespreksstof
Hans strooide – op vraag van Sam – gul in het rond met zijn kennis van internationale munteenheden. Hij formuleerde ook een antwoord op de vraag in welke mate de Europese en Amerikaanse banken veranderd zijn na de financiële crisis. Sam vertelde wat meer over een burenruzie en het papierwerk van een arbitragegeschil. Ik gaf dan weer wat duiding bij de functiebeschrijving van de leerondersteuner en de specifieke doelgroep van type 2 leerlingen (in het bijzonder kleuters). We vergeleken onze visies op samenwonen en het moderne feminisme om via de brandend actuele materie “princess treatment vs bare minimum” de vraag te beantwoorden of liefde een werkwoord is. Hans beschreef – volgens de mannen die op dat moment in onze buurt liepen met té veel details – enkele pijnlijke medische onderzoeken die hij moest ondergaan nadat hij brufen had genomen voor een inspanning. Belangrijk advies: niet doen! Aan de hand van enkele voorbeelden hielp hij daarbovenop enkele fabeltjes over kleurenblindheid de wereld uit. De jongensschool was voor Hans een realiteit, voor Sam onvoorstelbaar. Naar aanleiding van een kleuter die fake news verspreidde legde Sam uit dat mensen met een donkerdere huidskleur net zo goed kunnen bruinen en verbranden. Passeerden eveneens de revue: collega’s die er de kantjes vanaf lopen, een erfeniskwestie en moeizame relaties in de familiale sfeer (we noemen geen namen). Sam slaagde er ook in om tussendoor updates te geven over de eerste Tourrit. Het scheelt natuurlijk dat Hans en ik samenwonen en Sam mijn blog leest, maar toch kan ik het iedereen van harte aanbevelen: als je eens echt goed wil (bij)praten met je vrienden, ga dan twee dagdelen in de Ardennen lopen.

De beleving
Het venijn zat in het midden. Ik voelde vrij snel dat de benen niet bepaald fris waren, maar dankzij onze praatgroep gingen de eerste 30 km relatief snel voorbij. De temperatuur viel toen ook nog mee. Het middendeel van het parcours zag er op het hoogteprofiel verraderlijk vlak uit. De adder onder de oeversteen was het “pad” langs de Ourthe dat we daar volgden. Eentje van het type waarbij je echt elke keer dat je je voet verzet moet kijken waar en hoe. Het zijn stukken waarbij je elke seconde en elke meter voorbij ziet kruipen, soms letterlijk. Bij ons alle drie zonk toen de moed in de Hoka’s omdat er werkelijk geen schot in de zaak kwam. Wat uiteindelijk heel goed mee viel, was het langste stuk tussen de bevoorradingen op km 46 en 62. We hervonden daar onze goede moed. Aan onze eindtijd kan je ook afleiden dat wij geen haast hadden, ook bij de bevoorradingen namen we de tijd. Sam was uiteraard entertainer en pr-manager van dienst. Hij speelde na elke bevoorrading een toepasselijk liedje en hield de loopvriendjes op de hoogte via filmpjes. Ook een verzoeknummer was mogelijk toen Hans in slaap dreigde te vallen na 66 km. Het was Ich will van Rammstein dat hem wakker hield.

Het afzien
Zoals gezegd voelde ik me niet kakelfris. Twee zaken speelden me ernstig parten. 1) we liepen amper 3 weken geleden 100 km in Bouillon. Hoewel we in de tussentijd niet heel veel liepen en elkaar goed verzorgden, hakt zo’n inspanning in de reserves. 2) ik had sinds twee dagen veel rugpijn. Mijn rug is al sinds mijn kindertijd mijn zwakke schakel. Sinds een medische molen vorig jaar weet ik dat mijn rugpijn en hamstringlast met elkaar verbonden zijn. Het is op geen enkele manier schadelijk om met die rug te sporten, ook niet als dat eindeloos lang duurt. Lopen op zich deed geen pijn. Bukken ging heel beperkt en vooral steile afdalingen waren lastig. Op kilometer 38 bereikte ik dan ook een dieptepunt toen we heel steil naar beneden liepen en ik mezelf amper recht kon houden. Hoe gezellig we het ook hadden met z’n drieën – en dit kan mogelijk arrogant klinken – het nieuwe van de ultra was er voor Hans en mij eventjes af met Bouillon nog zo vers in ons geheugen. Op de laatste bevoorrading spraken we dan ook de bevrijdende woorden dat we er helemaal klaar mee waren. Hehe! Het laatste uur liepen we trouwens in de regen. Starten en finishen doe ik toch liever droog.

De vriendschap
Je hebt altijd enkele supporters die zo gek zijn om hun lopers gedurende een heel lange dag te volgen. Ergens halverwege riep een sympathieke vrouw ons toe: jullie zijn nog altijd samen! Met z’n drieën een trail lopen is geen verdoken manier om je vriendschap zwaar op de proef te stellen en te kijken hoe die de ultieme vriendschapstest doorstaat. Integendeel, samen een trail lopen is de allermooiste manier om je vriendschap te vieren. Je hebt niks anders bij je dan een vestje met wat gerief, je bent volledig overgeleverd aan dat parcours, aan elkaar en aan alles wat op je pad komt. Je kan niet anders dan in het moment te zijn. Naar het einde toe fladderde Sam met tonnen overschot voor Hans en mij uit. Het gevoel dat je iemand ophoudt, bekruipt je dan wel even. Gelukkig voelde Sam dat niet zo aan, hij vond het juist een geschenk om dit samen met ons te mogen meemaken. Samen uit, samen thuis: het is een waarheid als een bos.

De conclusie
De Chouffe trail blijft een prachtige wedstrijd en ik denk dat ik er nooit echt helemaal klaar mee zal zijn. Ik laat me ook in de toekomst graag verrassen door wat de omgeving en het parcours te bieden hebben. Het is telkens een heel blij weerzien met de familie Van den Borre en hun aanhang. Ook Sam weet inmiddels heel wat schoon loopvolk mee te krijgen en zo blijft onze trailfamilie groeien. Een groot voordeel dit jaar was dat er relatief weinig overlap was met lopers van kortere afstanden. Het eerste deel liepen we nog deels met de lopers van de 56 km, maar vanaf dan hadden we vrije baan. Lopen en trailrunning zijn nog steeds razend populair zijn, dat zie je aan de sterkte van het deelnemersveld. Twee jaar geleden liep ik nog naar de tweede plek in Houffalize. Dit jaar belandden we met z’n drieën net in de top 100 en lieten we nauwelijks 20 lopers achter ons. Ik werd 10e vrouw en in die top 10 staat slechts één andere Belgische vrouw. Trailrunning in België, het brengt iets teweeg. Ik hou de woorden van Roos in gedachten: wij waren de bakermat.

De weetjes

  • Het Chouffe bier onderging een rebranding, de La verdwijnt steeds meer naar de achtergrond, ook het event heet nu niet meer zo.
  • Een primeur met een pijnlijke vaststelling in de Chouffe shop die we daags nadien bezochten: de Chouffe blanche is uit het assortiment verdwenen. Noooo!
  • Tijdens onze laatste uren kruisten we deelnemers van de gravelrace Borderride 400. Jawel, die moesten 400 kilometer afleggen in 40 uur. Gekkenwerk als je ziet over welke onmogelijk wegen ze werden gestuurd.
  • We volgden tijdens onze eigen race ook de Ultra Backyard van Lieven, die liep 28 uur (!) aan een stuk rondjes om zo de Legends Slam binnen te halen. Straf werk!
  • Sam kocht recent een Garmin Fenix 7, exact het horloge dat Hans en ik ook hebben. Voor Sam was het een goede manier om heel wat features af te toetsen bij Hans. Beide hadden ze de gpx op hun horloge staan. Ik weet mij echt altijd te omringen met de juiste mensen.
  • Sintija en Siv liepen op zaterdag hun 25 km. Het werd een heel mooi debuut in de trailwereld. Ze haalden maar liefst 2x de fotospecial. Uitbundigheid wordt altijd beloond.
  • Lisa, Pieter en Stijn namen zondag de 36 km voor hun rekening, de langste afstand die Lisa ooit liep. Volgens Pieter loopt Lisa altijd hetzelfde tempo, zowel de berg op als af. Ze deden dat goed met z’n drieën! Sowieso verdienen ze een medaille voor moed en zelfopoffering omdat het een regelrechte regendag was.
  • Hans trof een bijzondere souvenir aan in zijn schoen. Een scherp takje bleek namelijk de zool van zijn Mafate doorboord te hebben, waardoor ook zijn steunzool beschadigd is. Het zoveelste bewijs dat het onmogelijke mogelijk wordt tijdens een trail.

Hoera, de blog is 7 jaar!

Verjaardagen zijn er om gevierd te worden. Mijn blogbaby is inmiddels een uit de kluiten gewassen kind geworden. 7 jaar geleden begon ik dus op heel regelmatige basis te schrijven over mijn lopende leven. Al gauw werd dat mijn leven in het algemeen waarin lopen een belangrijke rol vervult. Neem nu deze inleiding, de eerste versie vond ik zo beschouwend dat ik er bij in slaap viel. Ik ging een toertje lopen en besefte plots: ik heb Robbie nodig! Het verhaal ging namelijk als volgt. Hans en ik gingen eind juni naar TW Classics. Een afspraak die ik niet wilde missen aangezien ik er mijn twee tieneridolen voor het eerste live aan het werk zou zien: Bryan Adams en Robbie Williams. Het werd een onvergetelijke avond. De muziek van je tienerjaren in het echt horen, is de uitgelezen manier om met je 25 jaar jongere zelf te spreken.

De gitaren loeiden bij Bryan Adams, de Canadese rocker die even oud is als mijn ouders, maar nog altijd kan shaken als een jong veulen. Met zijn raspende zeemzoete stem is hij de ideale zalf voor elk (tiener)kwaaltje. De toon was gezet. Robbie Williams haalde veel meer toeters en bellen van stal. Jullie weten dat ik goed ga op wat drama en theatraliteit: een buiteling vanaf een gouden trap, kleurrijke outfit changes en heel wat ambiance op het podium. Robbie deed zijn naam alle eer aan. Hij is de enige echte King of Entertainment. Het kan onze redding zijn net als de wereld een akelige plek blijkt te zijn. Een tafelspringer of entertainer heeft er nooit in mij geschuild. Als er iets is wat ik met mijn blog wel hoop te zijn, dan is het de Vrouw van het Verhaal. 7 jaar schrijven leerde me dat de goede verhalen overal voor het rapen liggen.

Zelfs als ik er niet naar op zoek ben, kan ik op een verhaal stuiten dat ik wil delen. Zoals een foto helpt om je herinneringen te verankeren, zo doet een tekst dat voor het gevoel. Mijn blog is een mooie steekproef van wat mij bezighoudt in een bepaalde periode. Ik ga al eens grasduinen in mijn eigen bij elkaar geschreven archief. De conclusie is dan steevast: wat ben ik blij met wat ik al heb mogen meemaken. Er is zoveel moois spontaan op mijn pad gekomen. Schrijven helpt om de dingen een plaats te geven. Er zijn de euforische momenten die je een ereplaats geeft in de vitrinekast, maar ook de donkere kantjes die zichtbaar worden en daardoor lucht krijgen. Verhalen kunnen levens redden.

Mijn blog is een project waar ik altijd een beetje mee bezig ben. Ik schrijf mijn teksten in verschillende etappes. Mijn hoofd krijgt daardoor de tijd om woorden en verhalen te genereren opdat een tekst echt af zou zijn. Dat het een tijdrovende hobby is, daar had ik het al vaker over. Ik doe dit niet voor de likes of de bekendheid, wel omdat het zo plezierig is om iets te creëren. Om jullie dus die verhalen te brengen. Ik krijg daar dan ook ontzettend veel voor terug. Ik kan een stukje lopen, maar dat jullie mijn stukjes tekst zo graag lezen, dat raakt me steeds. Mijn blog heeft me al ontzettend veel verhalen van liefde en vriendschap opgeleverd. Dat is dankzij jullie!

Op deze verjaardag zeg ik dus nog maar eens: bedankt, mijn allerliefste lezers, jullie maken van jokeloopt zo’n fijne plek. Jullie zijn mijn chips en cola tijdens de trail die mij steeds de kracht geven om te blijven gaan. Net zoals Robbie wil ik jullie dan ook heel graag vragen: willen jullie samen met mij oud worden?

Cheers op de blog! Dat we samen nog vele verjaardagen mogen vieren!

Het moment – Het leven zoals het is in de kleuterklas

De laatste schooldag van het schooljaar 2024-2025 is een feit. Een schooljaar waarbij ik aanvankelijk niet wist dat ik weer deel van het onderwijs-circus zou gaan uitmaken. In februari ging ik namelijk aan de slag als leerondersteuner. Ik begeleidde op drie scholen voornamelijk kleuters met een ontwikkelingsachterstand of verstandelijke beperking. Samen met hen timmerde ik aan een inclusiever schoolpad voor kinderen in het regulier onderwijs. Een heel andere doelgroep en werkomgeving dan wat ik kende van mijn carrière voor de klas in het secundair onderwijs. Het was geweldig! Ik stortte me in een nieuw avontuur en leerde heel veel nieuwe mensen kennen. Ik besefte hoe belangrijk school kan zijn. Ik ervoer ook weer de beperkingen van het onderwijs. Ik zag soms ongelukkige kinderen en hun emotionele ouders die helemaal op waren omdat ze op zoveel muren botsten. Ik werd ingewijd in de wondere wereld van 3- tot 5-jarigen. Ik genoot met volle teugen van hoe mooi en bijzonder het leven kan zijn als je nog zoveel te ontdekken hebt. Wat de toekomst mij brengt, is nog onzeker. We zien wel. Ik geef jullie echter nog graag een inkijk in mijn kleuterklaservaringen van de afgelopen periode.

  • Voltooide deelwoorden zijn niet enkel voor tieners potentiële struikelblokken. Kleuters hebben iets gekiesd, ze hebben water gedrinkt, hun papa heeft dat gebrengd of ze hebben iets gehebd.
  • Een kleuter kan wat verstouwen. Je hebt moeilijke en makkelijke eters, maar doorgaans gaat er qua hoeveelheid wel wat in dat kleine lijf. Een uit de kluiten gewassen banaan wegwerken op een halve minuut? Geen probleem! Boterhammen met choco zijn trouwens nog steeds overal een hit.
  • Ik zag sommige kinderen letterlijk groeien. Op een paar maanden tijd zijn hun schoenen plots te klein of is hun trui cropped geworden.
  • Ik leerde dat een wafel geen koek is, een prinses geen fee en een draak geen dino.
  • Ik kreeg een sticker van Paw Patrol op mijn hand en als iemand daarop zou drukken, zou ik een hondje worden. Het is goed afgelopen.
  • Ouders weten dit al, maar ik ga het toch nog eens zeggen: je kleuter vertelt zonder schroom ALLES in de klas. Mijn papa toont soms zijn blote bil. Mijn papa heeft een tatoeage op zijn buik. Mijn mama is zot in zijn hoofd. Mijn mama had pijn in zijn buik, want die had te veel pintjes gedronken. Vergeet het dus ook om bedgeheimen te hebben: Mijn mama slaapt slecht, want ik hoor haar altijd zoenen met papa.
  • Kleuters zijn bovengemiddeld vaak gewond. We kennen allemaal de geschaafde knie (met of zonder pleister) die te wijten is aan een valpartijtje. Ze deinzen er ook niet voor terug om fysiek aan elkaar duidelijk te maken waar de grens ligt. Er wordt gebeten, gekrabd en gepitst. Bijgevolg wordt er ook heel wat beschuldigd, geschreeuwd en gehuild.
  • Hun gehavende lichaamsdelen tonen ze met een zekere trots, als was het een oorlogswonde. Omgekeerd zien ze het ook meteen als je zelf ergens een wondje hebt en dan is het belangrijk om te weten of er bloed was en of het pijn doet.
  • Kleuters kunnen een goed potje liegen, maar ze houden dat niet langer dan een halve minuut vol, dan zijn het plots de meest oprechte wezens die je kent. Weet je hoe ik dat weet, juf? Ik heb stiekem door de deur gekijkt!
  • Door die eerlijkheid gaan ze ook geen enkele vraag uit de weg. Wat gevraagd moet worden, dat zal je geweten hebben. Ben jij een jongen of een meisje? Ben jij een juf of een mama? Waarom draag jij binnen een sjaal? Wat heb jij aaaaaan? (het was een broekpak)
  • Als volwassene zit je vaak letterlijk gewrongen in een kleuterklas. De stoelen zijn te klein en de tafel is te laag, waardoor je dan maar beter op je hurken of knieën naast hen zit. Niet meteen de beste werkergonomie.
  • Bij werkelijk elke activiteit hoort een liedje op rijm. Of je nu moet opruimen, naar de wc gaat of stil moet zijn. Het zijn liedjes die zich heel makkelijk in je hoofd nestelen. Vooral het liedje over het weer –Goeiemorgen mevrouw, goeiemorgen meneer, kunt u mij vertellen wat is het voor weer? – en dat van de dagen – donderdag gaat de donder rond – zijn hardnekkige oorwurmen.
  • Ik heb een zwak voor educatief kleuterspeelgoed. Er zijn zoveel leuke mozaïekspelletjes, magnetische puzzels of variaties op klassieke blokken. Om nog maar te zwijgen over al het knutselmateriaal!
  • Ik bezocht in plaats van een museum met hangerige tieners nu een binnenspeeltuin en een kinderboerderij met overenthousiaste kleuters. Het is eens wat anders.
  • Met Moeder- en Vaderdag ergerde ik me lichtjes aan de gendernormatieve invulling ervan. Voor mama maak je iets met bloemen en hartjes en zeg je hoeveel je van haar houdt. Papa is natuurlijk je superheld met spierballen die zijn sleutels altijd kwijtspeelt. Gelukkig leren kleuters aan hun juffen dat er toch één en ander verandert. Heb jij die wafels samen met mama gebakken? Nee, met papa!
  • Eveneens een kleine ergernis: het gebruik van verkleinwoorden. Een kleuter is voor mij geen kleutertje, de deur van de klas is echt geen deurtje en laten we het lichtje ook gewoon het licht noemen.

Ik ga in ieder geval wat vaker proberen om mijn innerlijke kleuter naar de wereld te laten kijken!

Het moment – Hartentroef in Bouillon

Het is gelukt! Zaterdag 14 juni liepen Hans en ik 102 kilometer in en rond Bouillon. We overwonnen 3258 hoogtemeters en hadden daar 15 uur en 45 minuten voor nodig. Een afstand met drie cijfers lopen vergt heel wat meer inspanning dan een marathon onder de drie uur. Als kilometervreter heeft het voor mij altijd tot de verbeelding gesproken om ook qua afstand mijn grenzen te verleggen. Het is vooral een kwestie van doen en uitproberen om er beter in te worden en daadwerkelijk dat avontuur aan te gaan. Graag en veel lopen is het allerbelangrijkste, denk ik. De zin om ervoor te blijven gaan volgt dan vanzelf.

Met 26 kilometer op de teller sprak ik – ergens heel vroeg op de ochtend – de woorden: ik denk dat het niet gaat lukken. Ik voelde me belabberd, zowel in buik als benen. Het goede gevoel dat ik op training te pakken had, was totaal afwezig. Dit was een mission impossible. Ik ben dan ook enorm dankbaar dat het mij wel gelukt is om die mythische 100 te overschrijden. Een uitgebreid verslag volgt – uiteraard – nog. Ik zeg het steeds, maar ook nu geldt: er valt wel wat te vertellen over die heel lange dag in Bouillon. Enkele warmmakertjes: we trotseerden de hitte en een onweer met hevige regen. Ik hield mijn motor draaiende met enkel cola en chips. Na een moeizame start brak ik er de tweede helft helemaal door. Ik maakte twee keer noodgedwongen een sanitaire stop. Ik bleef niet teek-, maar wel blaarvrij. Hans is een fantastische man, dat wisten jullie al, bij deze bevestig ik officieel dat het eens zo fantastisch is om samen met hem dit avontuur te kunnen beleven.

Voor nu wil ik jullie deze niet geheel vrijblijvende boodschap meegeven: ga alsjeblieft eens naar Bouillon! Het is een prachtige stad die tal van troefkaarten op tafel kan leggen. Om te beginnen ligt het in een lusvormige bocht van de Semois. Steden met een stevige rivier hebben altijd een streepje voor. Bovendien is de Semois buiten de stad een rivier zoals je die uit de boekjes kent. Ik zeg hier en nu gewoon: de Semois is voor de Ardennen wat de Nijl voor Egypte is. Denk hierbij nog wat loofbossen en wandelpaden langs de oevers en je bent mee in de idylle. Eveneens aanwezig in Bouillon: een middeleeuwse burcht, meer bepaald die van onze vriend Godfried. Burchten en kastelen zijn altijd goed voor wat extra drama en heroïek. Een vermelding waard is ook de Eglise des Saints Pierre et Paul, een kerk met kathedraal-allures. In Bouillon en omgeving liggen de uitzichten voor het rapen. Het is een prachtig stukje België in Franse sferen. Een stukje buitenland in eigen land. Ik had me geen mooier decor voor dit avontuur kunnen wensen. Bouillon heeft mijn hart veroverd!

Het moment – Hoe gaat het met Roos?

Op vrijdag 28 maart 2025 ergens laat op de avond kwam Marilou ter wereld. Een prachtige naam voor de nu al fantastische dochter van Roos en Niko. Een nichtje erbij dus in de familie. Reden tot feest! Net zo bijzonder is het dat mijn zussen en broer nu allemaal een ouderrol op zich nemen. En zoals dat gaat met Roos: ook dit is een rol die ze in alle authenticiteit invult. Eerlijk en recht-door-zee, vanuit de buik en met een positieve blik. Nu vind ik Marilou natuurlijk al helemaal geweldig gewoon omwille van het feit dat ze Roos en Niko als ouders heeft. Maar – geloof het of niet – Marilou lijkt op mij! Verschillende bronnen hebben dat onafhankelijk van elkaar vastgesteld. Ernstige denkrimpel en altijd in voor een overpeinzing: check! Gevoel voor drama en mogelijk wat overprikkeling: jawel! Het kan dan ook geen toeval zijn dat ze op een vrijdag ergens laat op de avond geboren werd. Tijd om wat vragen op Roos af te vuren.

Hoe bevalt het moederschap je?
Heel goed, al waren de eerste weken best overrompelend. Je weet uiteindelijk niet echt wat je te wachten staat tot het zover is. Ondanks dat Marilou 9 maanden in mijn buik zat, moet je elkaar echt leren kennen. Gelukkig was Niko er en konden we samen zoeken. 

Wat is Marilou voor een mensje?
Marilou kan een pittige dame zijn, ze maakte zelfs indruk op de vroedvrouwen in het ziekenhuis. Haar favoriete activiteit is luisteren naar wat je te vertellen hebt, nog liever heeft ze liedjes. Zodus hebben Niko en ik al verschillende songs bedacht voor haar. Dan kan ze hard lachen en soms ‘praat’ ze al een beetje terug. 

Mis je het lopen een beetje of heel erg?
Heel erg, zonder twijfel. 
Ik heb nog kunnen lopen tot week 34 in de zwangerschap en toen kreeg ik te veel last van mijn rug. Dat is op zich nog niet zolang geleden, maar toch lijkt het al een eeuw geleden dat ik liep. Er wordt zoveel gezegd over wat het moederschap met je doet en dat het je zo kan veranderen, dat ik soms vreesde dat lopen me misschien niks meer zou zeggen, dat ik er geen nood meer aan zou hebben, maar het tegendeel is waar. Ik snak ernaar om terug te kunnen lopen, die hartslag eens goed de hoogte in te jagen. Dat gevoel kan je niet evenaren met een wandeling, fietstocht of zwemmen. Om optimaal te herstellen mag ik van de kine nog even niet lopen. Ik mag wel al terug skeeleren. Terug kunnen sporten doet heel veel deugd. 

Heb je al sportieve plannen voor het najaar?
Nog niet. Het is ook moeilijk plannen omdat ik niet goed kan inschatten hoe snel ik het allemaal kan opbouwen. Ik heb van mezelf geleerd dat ik vooral loop omdat ik het zo leuk vind en niet altijd met een hoger doel. Tegenwoordig hoor ik iedereen maar doelen stellen en trainingsschema’s afhaspelen, maar het plezier van het lopen op zich is toch het belangrijkste.   

Waar kijk je de komende tijd naar uit?
Er staan nog heel veel leuke dingen gepland, minder sportief maar wel even plezierig: een trouw van goede vrienden, Rock Werchter 2025 en vooral veel avonturen met Marilou. 

Uit goede bron hebben we vernomen dat je een boek herlezen hebt. Verklaar u nader!
Met een kleine baby breng je meer tijd door in de zetel. Naast dat ik zowat alle huis- en verbouwprogramma’s kijk, ben ik ook terug een beetje beginnen lezen. De verwarde cavia, is een perfect boek om te lezen met een vermoeid hoofd: kleine hoofdstukjes, luchtig en vooral heel erg grappig. Ik ben nu aan het tweede boek bezig, De verwarde cavia terug op kantoor. Ook heel goed!

Bedankt, Roos, voor deze update en tot heel snel weer!

Het moment – 42,195 km later

Brussel en Leuven hebben niet teleurgesteld. 3u15 stond er op de klok toen ik over de finish kwam. Marathon numero 20 is daarmee officieel binnen! 42,195 kilometer lang schipperde ik tussen onverschrokken de strijd aangaan met de klok en het besef dat marathons lopen zoveel meer is dan de tijd die in je nek hijgt. Ik hapte naar adem. Gaf soms plankgas. Om dan te zoeken naar iets dat ergens comfortabel aanvoelde. Ik kon de marathonwetten deze keer niet overstijgen. Ik was niet onoverwinnelijk en had ook behoorlijk wat verval. Een marathon lopen is een les in omgaan met ongemak.

Pain is just a French word for bread: ik las het meermaals op een stuk karton bij wijze van ludieke aanmoediging, een woordspeling die ik stiekem zelf had willen bedenken. Ik las ook Gek zijn doet zeer en Therapy was also an option. Laat me eerst vooropstellen dat de doorsnee supporter bovenmatig enthousiast is. Bovendien denk ik dat de gemiddelde toeschouwer langs het parcours liever niet al te veel en te lang loopt. De perceptie is immers dat je wel gek moet zijn om jezelf zoveel pijn aan te doen om een marathon te lopen. Ik zal niet ontkennen dat er behoorlijk wat gekte in mij schuilt. Loopgekte onder andere. Ik kan soms in elke vezel van mijn lichaam voelen dat ik gemaakt ben om te lopen. Ik loop niet omdat ik mezelf graag pijn doe. Wel omdat er op de één of andere vreemde manier juist iets heel krachtigs van mezelf naar boven komt als ik loop.

Toen Hans en ik ons startnummer gingen ophalen, hadden we het erover in welke mate marathons lopen een vorm van pijn opzoeken is. Is het zo dat marathonlopers in wezen kicken op pijn lijden? Wat je voelt als je 30 kilometer gelopen hebt, zou ik niet beschrijven als pijn, maar als een groeiend ongemak. Het Engelse discomfort is hier op z’n plaats. Je loopt en loopt en blijft lopen ook als je lichaam zegt dat het steeds meer moeite kost, als het ongemak niet alleen in je benen, maar ook in je buik en in je hoofd zit. Als je dat ervaart, besef je ten volle wat het betekent om een marathon te lopen. Het is waar de marathon zich onderscheidt van een andere loopdiscipline. De ironie is ook dat als je dan eindelijk stopt met lopen, je pas echt voelt hoe dat ongemak zich verspreid heeft in je lichaam. Opluchting neemt het dan over van het ongemak.

Geen nood, na deze korte bespiegeling ben ik nog lang niet uitgepraat over mijn 20e. Een uitgebreid raceverslag hebben jullie nog van mij te goed. Het zal ook deze keer niet ontbreken aan geuren en kleuren om een impressie te geven van hoe Brussel-Leuven mij beviel. Het is een verhaal waarin de marathon de hoofdrolspeler is en wij samen met z’n allen de nevenpersonages. Rest er mij voor nu nog een dikke vette dankjewel uit te spreken aan het adres van al wie die dag deel uitmaakte van ons team. Samen aan de start met Hans, Sam, Pieter (x2), Joni, Jan, Simon en Stijn. Samen over het parcours met heel veel dierbare supporters waarvan in het heel bijzonder Roos.

Oh ja trouwens, wat ik ook leerde van al die originele aanmoedigingen: Beyoncé never ran a marathon! Aha!