De race – De Hel van Kasterlee december 2022

Oops, I dit it again! finishen in de Hel van Kasterlee.
Zondag 18 december 2022 slaagde Seppe erin zijn 10e overwinning binnen te halen van wat de zwaarste winterduatlon ter wereld wordt genoemd. Een feestdis van 15 kilometer lopen, 125 kilometer mountainbiken met als dessert nog een run van 30 kilometer. Vergeet de zogenaamde voetbalgoden, Seppe is de onbetwiste held van dit epos. Mijn broer kan niet genoeg lauwerkransen om zijn nek krijgen. Elk verhaal heeft ook sympathieke side stories nodig, een rol die ik graag voor mijn rekening neem. Ik liep en fietste namelijk naar mijn vierde finish in een ijzig Kasterlee dat voor de gelegenheid was omgetoverd in Tomorrowland-sferen. Denk: een lasershow met duivel, een imposante/kitscherige hellepoort, een feeëriek landschap, een lekkere beat, stimulerende middelen in gelvorm en vooral ook heel veel ambiance. 9 uur en 14 minuten had ik uiteindelijk nodig om mijn winters sprookje te schrijven. Geen boze stiefmoeder, wel beren op de weg en een happy ending.

Wat voorafging
Ik ben een persoon van uitersten, maar 2022 zal voor mij de annalen in gaan als een jaar van extremen. Mentaal is het een jaar van worstelen, van angst, spanning en stress, van gitzwarte periodes waardoor ik zelfs een tijdje niet kon gaan werken. Zo op als ik me mentaal soms kan voelen, zo lijkt het fysiek soms helemaal niet “op” te kunnen. Ik rijfde de ene na de andere overwinning binnen, verzamelde een kast vol PR’s en tal van prachtige ereplaatsen. Stuk voor stuk herinneringen om te koesteren. Het sportieve geluk dat zegeviert is deels mijn houvast. Mijn jaar staat of valt kortom niet met een goede prestatie in de Hel. Anderzijds wil ik er wel vollen bak voor gaan. Ik heb niet al die uren getraind om op m’n dooie gemak wat rondjes te rijden (daar is overigens niks mis mee). Ik wil alles kunnen geven, mijn pechverhaal van vorig jaar volledig kunnen doorspoelen. Er is kortom een grote drang om het goed te willen doen. Of toch op z’n minst beter dan mijn vorige drie deelnames.

Vlak voor de start
Dagen in de Hel beginnen om 4u15. Zoals de traditie het wil zijn Roos en ik bij Marike blijven logeren, kwestie van al te kunnen acclimatiseren in de Kempenlucht en te wennen aan de lokale tongval. Na een kort nachtje staan we monter op. Klaar om onze buiken te vullen voor wat een lange en vooral ook ijskoude dag zal worden. We doen een beetje lacherig over die temperatuur. Hahaha, het wordt -8 bij de start. Wat een grap! Rond de middag krijgen we een hele graad! Hahaha, wat is het toch plezierig om naar de Hel te gaan! Om 5 uur gaan we over tot de orde van de dag: drinkbussen vullen (die zullen later nog een rol spelen in dit verhaal), spullen verzamelen, alles nog eens controleren (en nog eens) en dan de auto inladen.

Als we rond 6u30 in Kasterlee aankomen lopen we daar meteen onze ouders tegen het lijf. Ook zij zijn er helemaal klaar voor. Het is trouwens heel koud, zei ik dat al? Papa doet nog een laatste check-up van mijn fiets en bevestigt de 504, mijn lucky number van de dag. Voor de trouwe lezers: mijn mountainbike dat is nog steeds Juan. Huh, rijdt ze nu nog steeds met die oude fiets met kleine wielen? Euh ja, het is crisis voor iedereen, dus een nieuwe mountainbike zat er voor mij echt niet in dit jaar. Juan mag dan wel klein(er) geschapen zijn, hij heeft verdorie ervaring! Juan gaat naar de wisselzone, ik naar de kleedkamer waar de sfeer weer erg gemoedelijk is. Iedereen zit toch wat met kledingissues. Wat doe je aan bij de start? Wat ga je wisselen? Hoe wapen je je in duivelsnaam tegen de vrieskou? Ik blijf bij mijn plan om helemaal niks te wisselen en de hele dag in hetzelfde kloffie te slijten. Terwijl Seppe de pers te woord staat, ga ik met Roos richting startvak. Ik ben bang. Ik sta er weer voor. Mijn zin voor avontuur is ver te zoeken.

OKVA2092
De duivel daagt uit met vuur en laserstralen

De race
Om 8 uur weerklinkt een schot et c’est parti. 15 kilometer lopen, dat moet wel lukken. Mijn voeten voelen vreemd aan. Gevoelloos zeg maar. Het is koud, zei ik dat al? Die ijskoude lucht doet ook iets met mijn lichaam: meer dan ooit moet ik op mijn ademhaling letten. Ik wil gemiddeld rond de 4’20” per kilometer lopen zodat ik na een dik uur terug aan de sporthal ben. De eerste kilometertijden zijn geruststellend. Ik kan concluderen dat m’n beentjes er alvast zin in hebben. Als de zon opkomt, zie ik hoe prachtig de omgeving is. De bomen zijn bedekt onder een laagje rijm. Ik zag Kasterlee nooit eerder zo ronduit sprookjesachtig. In mijn hoofd begint meteen Walking in a Winter Wonderland af te spelen. Heerlijk! Al is het in mijn geval dan running aan een stevig tempo. Na een kilometer of 7 haak ik aan bij een gezellig peloton. Ik geniet nog wat van het landschap en de gezelligheid tot ik mijn weg alleen verderzet. Mijn kilometertijden blijven netjes rond de vooropgestelde tijd hangen en in de laatste kilometers word ik al wat nerveus voor de wissel.

cf43bf4c-6162-4c98-8109-613a6d060dcc
Picture perfect dit weertje!

Na 1 uur en 3 minuten duik ik als derde vrouw de kleedkamer in. Daar tref ik Karen Steurs (vorig jaar de winnares) aan. Lotte De Vet is als eerste op de fiets gesprongen. Mountainbike boots aan, helm op en gaan met die banaan! In de sporthal krijg ik een aanmoediging van Pieter, mijn buddy uit Houffalize die naar Kasterlee is afgezakt om samen met zijn vader de waanzin van de Hel te aanschouwen. Zoals steeds ben ik in de wisselzone lichtjes gedesoriënteerd. Overal zie ik fietsen, hekken, lopende én fietsende mannen. Gelukkig herken ik meteen mijn dappere Juan (bedenkt onder een subtiel laagje rijm), met hem aan de hand wisselen we nog snel de drinkbussen, want die zijn natuurlijk keihard bevroren. Over die drinkbussen: Roos en ik beschikken echt over een gemiddeld IQ. We weten dus dat water, en bij uitbreiding ook sportdrank, bevriest bij temperaturen onder het vriespunt. We zijn op alle vormen van materiaalpech voorbereid, maar hier hebben we simpelweg niet aan gedacht. Later zou ik van Seppe horen dat hij twee weken lang samen met zijn vrouw Valerie bezig is geweest om na te denken over die bevroren drinkbussen en hoe dat te vermijden. Ach ja, ik kan er nog steeds om lachen.

Tijdens de eerste kilometers op de fiets word ik altijd terug gekatapulteerd naar vorige edities. Ik fietste inmiddels toch al een kilometer of 350 in en rond Kasterlee. Al 15 keer reed ik dezelfde ronde, met hier en daar wat wijzigingen zoals ook dit jaar. Ik zie flitsen van pure horror in de modder. Van een bocht nemen en wegglijden. Van willen trappen, maar niet vooruit gaan. Eén ding is zeker: vandaag zal ik kunnen doorfietsen. De eerste helling lag er zelfs vorig jaar niet zo goed berijdbaar bij. Ook de eerste afdaling waar ik al meermaals op goed geluk naar beneden glibberde behoeft nu weinig stuurvaardigheid. Ik fiets dus. Ik mountainbike, al is de grond steenhard en zijn er weinig noemenswaardige mountains te bespeuren. Meteen springt ook weer dat prachtige landschap in het oog. Het is nu van je Biking in a Winter Wonderland.

Zoals dat gaat met echte sprookjes is het niet één en al zoetigheid. Integendeel, sprookjes hebben vaak een ondertoon van dreiging, ze zijn geschreven vanuit een waarschuwende kracht met om die reden vaak een dosis gruwel. De dreigende wolk is om te beginnen de kou. Ik fietste nooit eerder in koude van deze orde en dat voel ik aan mijn lijf. Er wordt aan mijn benen getrokken en dwars door mijn handschoenen gestoken. De kou ontneemt me soms echt de adem. Bovendien word ik toch ook weer wat gepakt door de wedstrijd waar ik me in bevind. Bij vorige edities primeerden vrijwel meteen de loodzware omstandigheden of materiaalpech waardoor ik, gedreven door ellende, in survivalmodus kon gaan. Nu nestelen negatieve gedachten van een heel andere aard zich in mijn hoofd. Ik denk elke minuut dat ik lek sta. Ik vind van mezelf dat ik niet goed genoeg kan fietsen om dit uren aan een stuk vol te houden. Goe bezig! roept iedereen mij toe en hoewel het object gezien best lekker bolt, is dat naar mijn gevoel totaal niet het geval.

Ik kom er dus niet meteen in. Je mag dat raar vinden. Zei ik op voorhand niet dat ik met een goed gevoel wilde rondrijden? Mijn eigen ding doen? Dankbaar zijn en genieten van het moment? Jazeker, alleen komt dat gevoel bij mij niet op bestelling. Ik ben te veel onder de indruk van de omstandigheden en de lange rit die ik voor de boeg heb. Er is ook wat stress voor het nieuwigheidje op het parcours: een passage over het cyclocrossparcours in Lichtaart. Ik ging dat in november al eens voorzichtig verkennen met Roos en was toen behoorlijk gerustgesteld. Ook Seppe had op voorhand gezegd dat ik me daar niet al te veel zorgen over moest maken. Eerst zien en dan geloven. De zanderige ondergrond ligt er inderdaad razendsnel bij. Er doemt zowaar iets van een berg op waar je in twee etappes over moet. En dan nog eentje die iets technischer is. Zonder al te veel gedoe lukt dat. Oké, dit is doenbaar.

JIKH2983
Team Odeyn!

Na een kilometer of 16 passeer ik voor het eerst achterin het bosje van de sporthal, waar ik mijn supporters zal zien. Normaal heb ik dan veel te zeggen, nu komt er eigenlijk helemaal niks. Het gaat goed ja, maar toch ook niet echt. Ik kan hier wel iets vertellen over één boom in dat bosje die een vermelding verdient. Je maakt daar wat bochtjes, niet heel lastig of moeilijk, maar er is dus een boom waar ik elk jaar (maar dus écht él-lek jaar) bijna tegenaan knal omdat hij voor mij 3 centimeter te veel naar rechts is gepositioneerd. Don’t blame the tree. Het ligt wellicht aan mij. Na 25 kilometer in 1 uur en 6 minuten zit mijn eerste ronde erop. Ik zwaai met een groen lachje naar mijn supporters. Op naar ronde 2.

Nog eens over die drinkbussen: na een dik half uur voel ik al dat mijn sportdrank en water aan het verijzen zijn. Na een uur zijn ze omgevormd tot ijsklompen. Veel tijd om te drinken heb ik dus niet. Bij een temperatuur van -6 voel ik ook niet bepaald de aandrang om iets ijskouds naar binnen te slokken. Ook al weet ik koolhydraten nodig heb als brandstof voor de inspanning en om de thermostaat van mijn lijf op peil te houden. Het koudegevoel op zich valt nog wel mee. Mijn voeten zijn verloren. Totaal gevoelloos. Bij mijn handen komt en gaat de kou. Soms heb ik een wat onbehaaglijk gevoel, maar echt koukleumen doe ik gelukkig niet. Tijdens mijn tweede ronde is er opvallend veel passage langs mij. Ik speel wat haasje over met Floor Martens, een ploeggenote van Bram waar ik in 2018 mijn laatste kilometers op de fiets mee afhaspelde. Bram zwom in de zomer het kanaal over. Hoe zot is dat? Ik word ook voorbij gefietst door Debbie Sanders (zij gaat hard!) en Julie Verlinden (zij gaat eveneens hard!). Mijn tweede ronde is de snelste en stilaan begint er ook wat vertrouwen te komen.

De sfeer in Kasterlee en omgeving is top! Op heel wat plekken langs het parcours verzamelen zich vriendengroepen (denk ik toch) met een vuurtje, drank en heel veel gejoel. Al dat fijnstof zal de luchtkwaliteit in de ruime omgeving rond Kastel niet ten goede komen, maar de aanmoedigingen zijn hartverwarmend. Stilaan begint het besef door te dringen dat ik er toch weer mee bezig ben om die Hel te doorstaan. Wat eveneens hoopgevend is: ik ben nog niet voorbij gevlamd door mijn broer. Doorgaans zie ik hem aan het begin van mijn tweede ronde. Ik denk vaak hoe hij zijn race beleeft. Ik ben een pak eenzamer, maar dat heeft als voordeel dat ik alleen met mezelf rekening moet houden. Hij fietst op het scherpst van de snee in het gezelschap van een groepje mannen die er allen op gebrand zijn om de duivel van zijn troon te stoten. In afwachting van Seppe probeer ik toch maar te genieten van dat winterlandschap. Ik kijk ook naar de namen op de ruggen die mij passeren. Kris rijdt mij voorbij. Raf. Wim. Filip. En ja, mannen, ik ben echt de zus van!

Na 50 kilometer en een korte stop bij mijn team vervolg ik mijn weg weer. Mijn derde ronde is qua gevoel de beste en de leukste. In mijn hoofd maak ik de switch. Fietsen zonder modder is zoveel gemakkelijker. Aangenamer ook. Eigenlijk vlot deze onderneming toch veel beter dan gedacht. En dan is het zo ver: ik hoor wat gemotoriseerd gebrom. Niet van mijn broer, wel van de motorrijder die de koplopers van de race aankondigt. Ik werp snel een blik achter mij en zie een bende snelheidsduivels. Zo goed als het kan maak ik de weg vrij. De eerste fiets die mij passeert is een Orbea, maar de man die erop zit ziet er niet uit als Seppe. Met doorslaande stem moedig ik Seppe aan die mij in tweede positie voorbij rijdt. Hij is goed bezig, zoveel is duidelijk! En ik eigenlijk ook, want ik word nu pas gedubbeld.

9b13d2ee-dde1-4a6d-82aa-df3776d6da1d

Tijdens de vierde ronde staat Marike met haar gezin op post om te supporteren. Ook Sam is onderweg om mij te vergezellen tijdens het afsluitende loopnummer. Heel wat om naar uit te kijken dus. Al eisen de uren op de fiets wel hun tol. Ten eerste wordt mijn rug steeds stijver en pijnlijker. Ten tweede doet ook mijn buik heel raar. Ik voel protest van maag en darmen. Ik voel een enorme weerzin tegen de zoete sportdrank en gels die ik nodig heb om het brandstofniveau op peil te houden. Zo goed als het kan probeer ik die ongemakken te negeren. Ik kies ervoor om (al dan niet tijdelijk) niks meer te eten en drinken omdat ik a) echt geen zin heb om in de kant te staan kotsen of b) met de billen bloot in de bosjes te gaan. Het gaat in tegen elk advies, maar uit ervaring weet ik dat ik lang kan blijven doorgaan met niets of weinig in het lijf.

Ik word nog voorbijgereden door Simon Van Roy, Sikke himself, die mij enthousiast vooruit schreeuwt. Als de vierde ronde erop zit, heb ik 100 kilometer gefietst. Het laatste loopnummer lonkt en ook al voelt het lijf de inspanningen, het voelt bevrijdend dat ik nu alles voor het laatst moet doen. Bovendien stel ik vast dat ik het fietsnummer vlotjes onder de 6 uur zal kunnen afwerken. De laatste ronde is de meest eenzame. De toeschouwers zijn weg of hebben meer aandacht voor het eigen vuurfeestje. Ik kan het hen niet kwalijk nemen. Na 5 uur en 39 minuten kan ik dan uiteindelijk van de fiets. Ik bevind me in zesde positie en heb een minuut of 25 moeten toegeven op de snelste vrouwen. Ik kan daar echt mee leven. Met Coach Roos in m’n zog loop ik naar de kleedkamer. Daar probeert zij de ijsklompen die mijn voeten zijn te voorzien van loopschoenen. Ik heb zoals steeds zin in dit laatste loopnummer. Dit jaar is de begeleiding ook eens zo schoon. Niemand minder dan Sam (The Real Sam) is van de partij om me 30 kilometer lang lopend te vergezellen, samen met Roos en papa op de fiets.

Daar vertrekt het olijke kwartet. De eerste loopkilometers is het altijd weer wennen om een ritme te vinden, om weer voeling te krijgen met mijn lichaam dat van fiets- naar loopmodus moet schakelen. Gelukkig voelt lopen een pak vertrouwder. Ik vertrek hard op de tonen van Highway to Hell. Met een eerste kilometer aan 4’20” lijkt het alsof mijn lichaam de draad van die ochtend weer wil oppikken. Ik zeg tegen Sam dat er dus geen plan is, dat ik gewoon ga blijven lopen en dat we dan wel zien. En ook dat het verval onvermijdelijk is. De eerste kilometers kan ik nog vlotjes lopers inhalen. Zo ook Stijn Van Roy – De Witte – die aan zijn slotronde bezig is (straffe kerels die gebroeders Van Roy). Door mijn buikperikelen voel ik meteen dat het vat behoorlijk leeg is. Ik durf echter te vertrouwen op mijn benenwagen die al woelige watertjes doorzwommen heeft. Bovendien is het eens zo aangenaam dat het nog licht is en dat mijn entourage op die manier ook de kans krijgt om te genieten van het Kastels Winter Wonderland.

a1f474da-67cf-4ff4-935a-b17a150f8443

AOVU8372

Genieten is best relatief. Ik voel aan alles dat ik niet de onoverwinnelijke Joke van vorig jaar ben die met het mes tussen de tanden loopt. Vrij snel begin ik te denken in termen van aftellen, nog zoveel kilometer en dan nog eens zoveel. Ik schreeuw nog wel met Bebe Rexha mee that I’m feeling good en hoppa ook van je Toujours invaincu! En zoals Crowded House het wil zeg ik zelfs nog lachend Don’t dream it’s over, want nadien zal je juist over dit moment dromen. Na 10 kilometer heb ik heel wat minder noten op mijn zang. Aan afleiding nochtans geen gebrek. Eerst is daar het heuglijke nieuws dat de 10e van Seppe binnen is. De peptalk, anekdotes en complimenten van Sam zijn goud waard. Net zoals de flauwe grapjes van papa en de nooit-aflatende steun van Coach Roos. Ik slaag er nog in om Ellen Swaenen voorbij te lopen, de nummer 3 van vorig jaar, nu eveneens bezig aan een sterke race. Dan is het uitkijken naar de passage aan de sporthal. Mijn (2e) 15 kilometer loop ik nog aan een meer dan behoorlijke 1 uur en 7 minuten, net zoals vorig jaar.

NIMB3014
Voor een laatste keer loop ik door de poorten van de hel

Als we dan weer afdraaien voor de laatste 15k moet ik me focussen op het tikken van mijn benen over de weg. Dit is echt bikkelen. Het onpasselijke gevoel in mijn buik neemt toe. Ik word licht in mijn hoofd, alsof de lichten stelselmatig gedimd worden en het een opgave is om mijn hoofd te dragen. Ook mama heeft inmiddels ons pelotonnetje vervoegd. Ze vertelt over de mooie finish van Seppe. We hebben weinig zicht op wat er zich voor ons afspeelt bij de vrouwen, maar ik weet dat het podium niet voor dit jaar zal zijn. Ik probeer me wel echt bewust te zijn van het moment, dat mijn nummer 4 weldra een feit zal zijn. Alleen voelt alles, maar dan ook echt alles, zo oncomfortabel aan. Mijn kilometertijden worden steeds wat trager. Dit is afzien, dit is de hel. Als we voorbij kilometer 20 zijn is het einde echt nabij. Letterlijk en figuurlijk. De laatste zandstrook naar de sporthal lijkt een duinenklim in de Ardennen te zijn. Ik hoor de vertrouwde stem van Hans. Met harken en krabben nader ik de sporthal. Na 9 uur en 14 minuten sta ik op de rode loper waar ik als 140e deelnemer over de finish pikkel. Ik ben vijfde vrouw op 22 minuten van winnares Julie Verlinden. Lotte De Vet en Debbie Sanders vervolledigen het podium.

Ik bevind me echter niet meteen in de zevende sporthemel. Integendeel, ik sta wankel op m’n benen. Marike staat me aan de finishzone op te wachten en het lukt me amper om te lachen. Ik voel me zo ellendig. Helemaal leeg. Opgebrand. De koude die ik de hele dag heb kunnen weren overmant me in alle hevigheid. Met een fris colaatje to the rescue kikker ik weer een klein beetje op. Ik heb suiker nodig. Voedsel liefst ook. Een echt warme douche zit er helaas niet in. Als ik klappertandend onder het lauwe water sta, vraag ik me af of ik me ooit weer normaal zal voelen (enig gevoel voor dramatiek is mij niet vreemd). En kijk, met droge en warme kleren, een boterham en een pijnstiller voel ik me weer semi-herboren. Ook dit venijnige staartje van de Hel heb ik doorstaan.

De conclusie
Van 2018 tot 2022 werden de weersomstandigheden bij elke editie van de Hel wat gunstiger en het parcours ook sneller. Bij mijn eerste deelnames was ik een uur of 11 in de weer. Ruim 2 uur meer dan wat ik dit jaar nodig had. Je zou dan kunnen denken dat een Hel zonder een spat modder minder hels is. Of dat ik inmiddels wel weet hoe dat voelt en gaat tijdens zo’n extreme inspanning. Niet echt dus. Dit jaar kostte mij ongetwijfeld de kleinste hoeveelheid bloed, zweet en tranen, maar de Hel is altijd weer op een andere manier strijden en afzien. Je weet nooit wat je op je bord zal krijgen: wat er zal meevallen, wat er zal tegenzitten en hoe de balans dan uiteindelijk overhelt. Mijn vijfde plek is niet mijn beste resultaat ooit, maar toch kan ik niet anders dan tevreden terugblikken. Er was eenvoudigweg een handvol vrouwen sneller en sterker. Ik ben nooit in de running geweest voor het podium en dat is ook helemaal niet erg. Dat ik voor de vierde keer kon starten én finishen had ik in 2014, aan het prille begin van mijn sportcarrière, pure science-fiction gevonden. Wat volgend jaar ook moge brengen, Kasterlee zal altijd een bijzondere plek in mijn hart hebben. Omdat ik er altijd weer iets van mezelf tegenkom en op die manier ook altijd weer gesterkt word in het feit dat ik in staat ben om zowel fysiek als mentaal door te zetten.

NBPW6457
Iedereen wilde met Seppe op de foto, wij natuurlijk ook!

Woorden van dank
Om af te sluiten haal ik mijn loftrompetje weer eens boven.
Een heel grote dankjewel aan:
– mijn oudertjes, broer, zussen en hun aanhang om altijd aan mijn zijde te staan, me aan te vuren als het kan en te temperen als het moet
– Katja, voor de fantastische kilometers die we samen liepen en die me steeds met zoveel plezier vervulden
– Sam, voor heel veel en in het bijzonder natuurlijk het ondergaan van deze helletocht
– Debbie Gabriëls, Natalie Franken en Debbie Sanders voor de aanmoedigingen en inspirerende verhalen.
– mijn kinesist Kathelijn, wereldtop in haar vak, voor de gouden woorden en handen
– Martin en de mannen van Bike Sportive, om mijn stalen Juan in topvorm te brengen en houden
– Pat van en met De Haventrappers om op post te staan in Lichtaart
– al mijn trouwe lezertjes, volgers, sympathisanten en leden van de framily, jullie steun blijft een baken van licht voor mij!

Nog enkele weetjes:

  • Nadat de auto weer was volgeladen restte mij nog een laatste etappe: terug naar huis rijden met Roos als co-piloot. Op enkele spekgladde wegen in Kasterlee had ik meer stuurmanskunsten nodig dan eerder die dag op de fiets.
  • Ook daags na de Hel volgde een strijd. Om 7 uur ’s ochtends zat ik terug op de fiets (niet Juan) op weg naar school om daar een examen af te nemen. Na een nacht van amper 4,5 uur was dat één langgerekt gevecht met de vermoeidheid.
  • Om hier correcte informatie te verschaffen, zocht ik op wat het verschil is tussen sneeuw, ijzel en rijm.
  • Mijn voorkeur gaat uit naar een droge Hel in de vrieskou in plaats van een warme Hel in de regen. Bovendien zorgt een Hel zonder modder ook voor beduidend minder gedoe bij de opruim van het gerief thuis en heb ik geen kosten door schade aan de fiets.
  • Ik zei het al vaker, maar hoe absurd veel spullen heb je nodig als duatleet? Roos en ik waren er erg trots op dat we niks kwijtspeelden en slechts één paar spullen per vergissing bij elkaar achterlieten.
  • Ik fietste mijn 125 kilometer aan een gemiddelde van 22,1 km/u. Slechts eenmaal moest ik een voetje aan de grond zetten. Ik kwam ook geen enkele keer ten val. Stuk voor stuk primeurs in mijn Hel-carrière.
  • Wat at en dronk ik nu uiteindelijk tijdens de wedstrijd? Bijzonder weinig dus: 1 banaan, 6 sneetjes peperkoek, 1 gelletje, 2 liter sportdrank en 1 liter water. Tja.
  • Ik zag een overdosis plassende mannen. Pieter heeft echt gelijk: mannen kunnen blijkbaar altijd plassen (ongeacht de temperatuur). Zelf moest ik geen enkele sanitaire stop maken.
  • Mijn fietsvest werd meermaals bestempeld als “opvallend geruit”. Kenners herkenden natuurlijk meteen het klassieke pied-de-poule patroon. Zeg geen ruitjes tegen pied-de-poule!
  • Ik liep mijn laatste 30 kilometer uiteindelijk in 2 uur en 23 minuten, 2 minuutjes trager dan vorig jaar, maar wel wederom goed voor de snelste tijd bij de vrouwen.
  • Nog meer cijfers: mijn tweede wisseltijd bleef beperkt tot 2 minuten en 58 seconden, goed voor een plek in de top-50, met dank aan de doortastendheid van Coach Roos.
  • Net zoals vorig jaar werd ook nu ABBA’s The Winner Takes It All gespeeld tijdens de podiumceremonie. Beste dj, dat lied gaat niet over winnen in de sport, maar over een pijnlijke break-up (zogenaamd fictief, aldus ABBA).
  • Les lacs du Connemara kon natuurlijk niet ontbreken in onze Hell Yeah playlist en het was weer een sfeermakertje!
  • The Devil Wears Hoka and Drives an Orbea. Ook zilveren Geert Lauryssen en bronzen Simon Stevens rijden met een Orbea.
  • Met dank aan Roos Odeyn die als manusje-van-alles ook nog eens voor fotografisch bewijs van deze onvergetelijk dag zorgde.

Het moment – Ik ben een zus van

Ja, ik ben een zus van Seppe Odeyn, de man die op 18 december 2022 voor de 10e keer de Hel van Kasterlee won. Een groots sportman die altijd nederig en oprecht blijft. Een broer met antwoorden en twee luisterende oren. Een bijzonder inspirerende mens om in je omgeving te hebben. Iemand die heel veel durft. Soms ook een beetje provoceert. Misschien daarom ook wel de rol van het kleine, doch schattige duiveltje op mijn schouder aanneemt.

Ik draag de titel Zus Van met trots, al moet ik er bijzonder weinig voor doen. Ik ben anderhalf jaar ouder waardoor ik me in de positie bevind om (al dan niet gênante) kinderverhalen over Seppe op te dissen. Om hier een volledig fictief verhaal uit mijn mouw te schudden over hoe de 15-jarige Seppe hoorde over de Hel van Kasterlee en uitriep: die wedstrijd wil ik ooit winnen, liefst zelfs 10x! De waarheid is wel dat Seppe en ik 20 jaar geleden al eens samen gingen mountainbiken. Ik overdrijf ook echt niet als ik zeg dat Seppe toen al groots durfde te dromen, dat hij een enorme sympathie had voor underdogs in de sportwereld (op Lance Armstrong na dan). Samen konden wij helemaal in de ban zijn van sportieve verhalen. Zoals het echte nineties-kinderen betaamt, maakten wij met de cassetterecorder onze eigen sportprogramma’s. Het was absoluut een voorrecht om met Seppe Odeyn aan mijn zijde te mogen opgroeien.

Maar. Ik ben ook een zus van Marike en Roos Odeyn. Samen worden we al eens de Zusjes Odeyn genoemd. Een soort heilige drievuldigheid die de boel net zo goed in vuur en vlam kan zetten. Mijn zusjes zijn er altijd. Voor mij, voor Seppe en onze ouders. Voor iedereen die hen nodig heeft. Ze presteren net zo goed op het allerhoogste niveau. Als zuszijn een vak was, dan zouden zij als experts overal ter wereld gevraagd worden om op congressen te spreken over wat zuszijn behelst. Dat het zowel in de kleine als in de grote gebaren zit. Een fingerspitzengefühl dat verder dan hun vingers reikt. Ik voel me net zo geprivilegieerd om Zus Van die twee te mogen zijn.

Ik was zondag voor de vierde keer finisher in de Hel van Kasterlee. Wat was het weer een spektakel! Voor nu is mijn verhaal van de Hel er één in de marge van die grootse prestatie van Seppe. Maar wees gerust: ik heb natuurlijk weer belachelijk veel meegemaakt in die 9 uur en 14 minuten dat mijn Hel duurde. Ik heb daar zo mogelijk nog belachelijk veel meer over te vertellen. Bijvoorbeeld dat mijn snelste Hel toch weer hels was op een heel andere manier. Dat een vijfde plek dan wel mijn minste resultaat is, maar toch mijn beste prestatie. En weten jullie eigenlijk wel dat 125 kilometer mountainbiken echt heel lang is? Ah ja, en ook nog dat ik buiten mijn familie zo ontzettend veel mensen dankbaar ben die een bijdrage hebben geleverd aan dit crazy avontuur? Ik ga dus een vierde raceverslag over de Hel schrijven. Dat op zich vind ik al behoorlijk onwezenlijk. Wordt vervolgd dus.

Het moment – Een blik op de Hel

December is een maand van tradities. De kerstboom staat. The Pogues zingen over hun sprookje in New York. Mijn leerlingen maken examens waar ik dan weer met een flitsende pen over ga. Ik sorteer mijn handschoenen. Ik trotseer de kou. Ik tel reserve binnenbanden (volstaat drie?). Ik denk na over Clif bloks en vervallen sportgels. Over bandendruk zelfs (het moet niet gekker worden). Ik bedenk elk uur een ander hels scenario. Catastrofaler dan ooit: een gebroken fietskader, ijs, sneeuwstorm. Ik bevind me kortom in de laatste rechte lijn naar de Hel, een weg die geplaveid is met goede voorbereidingen. Alleen laat een wedstrijd van 170 kilometer zich ook in de voorbereiding verduiveld lastig temmen.

Ik werd geboren op een vrijdag de 13e, eigenlijk ben ik dus niet zo van het bijgeloof. Toch betrapte ik mezelf er deze week op dat ik in alles een voorteken wilde zien. Dinsdag knalde ik eerst mijn Hel-beker van 2018 tegen de grond tijdens een iets te brute stofzuigbeurt (gelukkig zonder schade). Vervolgens scheurde ik tijdens het lopen letterlijk mijn broek aan een gft-bak. ’s Avonds sneed ik in mijn vinger. Om de dag in schoonheid af te sluiten bezeerde ik mijn voet toen ik tegen een stapel slecht gepositioneerde mappen aan botste. Telkens dacht ik: yes, dit is al een portie pech waar ik zondag gespaard van zal blijven. De meest plausibele en meer down to earth verklaring is dat ik moe ben. Ik heb veel aan mijn hoofd. Zoveel dat ik soms echt geen blijf weet met de stress die door mijn lijf raast. Naast de angst voor materiaalpech is er ook de vrees dat het misschien de wedstrijd te veel is dit jaar. Dat ik mijn sportieve geluk van 2022 al heb opgesoupeerd. Dat de tank misschien leger is dan gehoopt. Kortom, dat mijn vierde Hel-deelname een Processie van Echternach wordt.

De 20e Hel van Kasterlee belooft hoe dan ook een bijzondere editie te worden. Seppe staat voor de 11e keer aan de start en gaat voluit voor zijn 10e overwinning. De rest van de familie staat weer op post voor een dag supporteren voor gevorderden: uren koukleumen terwijl ze hun stembanden kapot schreeuwen, intens meeleven én paraat staan voor eender welke calamiteit. In mijn nerveuze lijf brandt er gelukkig ook een groot vuur dat uitkijkt naar het ongetwijfeld waanzinnige avontuur dat de Hel altijd is. Een sprankelende vonk die ervan uit durft gaan dat the girl on fire nog niet is uitgelopen. De vlam nog niet geblust. Bij een marathon kan ik inmiddels behoorlijk inschatten wat ik waard ben. Bij de Hel vind ik het veel lastiger om te vertrouwen op mijn goede voorbereiding. De race duurt makkelijk een uur of 9 à 10. Hard labeur dus met een behoorlijke marge van onvoorspelbaarheid. Mijn vorige drie deelnames waren elk op hun manier een uitdaging van jewelste. De enige zekerheid is dat ik mezelf een paar keer zal tegenkomen.

Wat ik al op zak heb, is een artikel in de krant samen met mijn broer. Het is dat ik geen bucket list heb, anders kon ik dit afvinken. Waarom wilde ik eigenlijk zo graag eens deelnemen aan de Hel? De eerste keer dat ik voor Seppe ging supporteren was in 2014: het jaar dat ik een loper werd en plots ook meer belangstelling kreeg voor de sportieve exploten van mijn broer. Wat een magische ervaring! Ik werd overdonderd door wat ik zag, ook door de te harde beats van DJ Infinity in de sporthal die daags nadien nog door mijn lichaam gonsden. Toen mijn leven in 2015 een andere wending nam, werd ook de kriebel om in Kasterlee ooit eens zelf in “het bosje” rond te rijden alleen maar groter. Al helemaal toen mijn pappie op 56-jarige leeftijd zijn Hel-debuut met glans doorstond. Uiteindelijk stond ik in 2018 voor het eerst zelf aan de start. Ik was helemaal doordrongen van het feit dat ik iets aan het doen was waar ik al lang van droomde (nee, ik heb dus echt geen bucket list). Dankzij Seppe is de Hel van Kasterlee een memorabel evenement in onze familie, iets dat tot de verbeelding blijft spreken.

Als vrouw van het gevoel wil ik zoveel mogelijk mijn eigen ding doen, me niet laten opjagen door de omstandigheden (al is dat onvermijdelijk) en vooral op zoek gaan naar dat goede gevoel. Een mix van de Joke van 2018 die als een blij ei rondfietste omdat ze meedeed aan de Hel en de strijdende mountainbiker die ik vorig jaar in mezelf ontdekte. Om af te sluiten haal ik mijn dankbaarheidsplaat maar weer eens boven (die kan je nooit grijs genoeg draaien). Hoe kan het anders dan dat Invaincu van Stromae volgens Spotify mijn topnummer van 2022 was?! Team Invaincu bestaat voor deze uitdaging uit een ijzersterke equipe: ouwe getrouwen en ook nieuwe gezichten. Een team dat met momenten net zoveel stress ervaart, dat ook net zo uitgelaten is en mij doet stuiteren van geluk. Samen sterk en onoverwinnelijk. Dwars door de Hel en als het moet nog eens terug. Kasterlee, here we come!

IMG_0200b

Het moment – De zon scheen weer eens in Kasterlee

Kasterlee, 16 november 2014. De 29-jarige Joke Odeyn staat aan de start van de halve marathon. In mei liep ze voor het eerst in haar leven 20 kilometer zij aan zij met haar zusje Roos. Een week lang was ze euforisch. De zusjes hadden de smaak van het afstandslopen stevig te pakken. Hun loopplannen groeiden weelderig in het rond. In oktober liep Joke zowaar 1u43 op de halve marathon in Brussel. Met een croissant en chocoladebroodje als ontbijt, in slechte sportkleding met lelijke loopschoenen en een Casio als enige tijdsindicator. Het was daar in Brussel dat de marathondroom van de zusjes ontstond. Een maand later op die grijze novemberdag in Kasterlee bulkte de piepjonge Joke van het zelfvertrouwen. Haar ervaren broer had haar nochtans gewaarschuwd voor het off-road karakter van het parcours, maar dat zou deze Joke niet deren. Als een speer zou zij over de Kastelse grond razen. Ze had bovendien een enorme troef om haar pols: een nagelnieuwe mintgroene Garmin Forerunner waar ze nu voor het eerst een wedstrijd mee zou lopen. Wie of wat zou dit enthousiaste lopersgeweld in hemelsnaam kunnen tegenhouden om een topprestatie neer te zetten?

Het werd een deceptie van jewelste. Tijd en snelheid meten leek vooral te resulteren in meteen te hard doorduwen, in stress en een gevoel van tekortschieten. Met een eerste kilometer aan 4’44” startte Joke als een kanonskogel om zich kilometer per kilometer meer vast te lopen in het parcours. Haar kilometertijden zakten zienderogen als een pudding in elkaar. Het regende. Joke vloekte en dacht dat een cola in de bevoorrading haar erdoor zou helpen. Niks van dat. Het werd een halve marathon van afzien. Van aftellen en de gedachte bannen Misschien kan ik beter stoppen! Met de regen spoelde ook haar laatste restje positivisme weg. Na 1u56 strompelde Joke als een verzopen waterkieken over de meet. Haar gemiddelde hartslag van 165 toonde aan dat ze diep was gegaan. Gelukkig was haar familie van de partij. Roos kwam een minuutje later binnen. Seppe mocht op het podium als tweede. Pater familias Jan finishte in een snelle 1u37. Zus Marike en Mama Alma namen de nazorg op zich. Het duurde een paar uur voordat de verkleumde Joke haar goede humeur teruggevonden had. Ook dit was lopen, dat zou ze later wel begrijpen.

315253659_159682303426666_2897166837654491909_n
Foto: Peter Vanleuven

Kasterlee, 13 november 2022. De 37-jarige Joke Odeyn staat voor de 8e keer aan de start van de halve marathon van Kasterlee. Haar 8-jarige relatie met de halve marathon van Kasterlee is woelig te noemen. In november lijkt het er altijd regenachtig koud te zijn. Het parcours heeft dan niks met de Hel te maken, maar die verduivelde venijnige staart van 9 kilometer hakt er altijd stevig in. Joke kon wel steeds sneller lopen in Kasterlee. Er ontstonden ook heel mooie herinneringen. Vorig jaar was haar 1u33 zelfs goed voor een derde plek. Onverwacht en toch was er toen ook een vleugje teleurstelling. Onze inmiddels niet meer zo piepjonge Joke had zich weer een klein beetje vergaloppeerd en werd in de laatste kilometer nog voorbij gesneld. Wederom een bewijs dat haar relatie met de halve marathon van Kasterlee zich in een spanningsveld bevond. It’s complicated.

Vandaag is er echter hoop. De zon schijnt weer eens! Het parcours ligt er relatief snel en droog bij. Joke is in vorm. Ze heeft er bovenal heel veel zin in. Voor de vierde keer maakt deze halve marathon deel uit van haar voorbereiding op de Hel van Kasterlee. Vandaag mag ze doen wat ze het liefste doet: gewoon een lang stuk lopen. Met een eerste kilometer aan 3’56” start Joke als een kanonskogel om zich kilometer per kilometer meer thuis te voelen op het parcours. Ze vindt een goed tempo. Ze geniet en heeft er nog steeds zin in. Ze krijgt zelfs het gezelschap van een persoonlijke begeleider op de fiets omdat ze in eerste positie loopt. Daar is dan eventjes wat stress en de angst om voorbij gesneld te worden door meervoudig winnares en thuisloopster Jolien Boonen. Joke slaagt er echter in het hoofd koel te houden. Ze woekert niet met haar krachten. Ze durft te vertrouwen op haar benenmachine. De zon schijnt, hoe geweldig is dat! Dankzij haar positie in de race krijgt ze veel aanmoedigingen. Zelfs als ze deze wedstrijd niet op haar naam zal schrijven, heeft ze gestreden om hem te kunnen winnen.

Na 12 km dienen de eerste meer uitdagende kilometers zich aan. Off-road dus, wat draaien en kronkelen, omhoog en naar beneden, de Hoge Mouw, Muur van Kastel en Col Roger, hier en daar wat duinenzand. Joke knows the drill. Het is wat moeilijker om de goede cadans te behouden, maar ze recupereert goed en kan tempo blijven maken op de tussenstukken. De nummer 2 lijkt nog steeds op een veilige afstand te zitten, maar wat is uiteindelijk echt veilig? Als Joke op anderhalve kilometer van de meet weer asfalt onder haar voeten heeft, weet ze dat de winst zo goed als zeker binnen is. Vlak voor de garage van Ben Van De Water wordt onze heldin-van-één-dag luid aangemoedigd door haar beide ouders en zus Marike mét kroost. Joke Odeyn zal deze halve marathon winnen. De rode loper richting finish is in zicht. Ze hoort het nooit-aflatende enthousiasme van speaker Hans in de micro. Joke kan niet anders dan lachen. Ze steekt haar handen in de lucht. Met een knal sneeuwt het confettisnippers in Kasterlee. 8 jaar na haar moeizame debuut wint Joke Odeyn de halve marathon van Kasterlee in 1u30. Halleluja! Haar 10e overwinning van 2022 is een heel bijzondere om aan de erelijst toe te voegen.

XVJX9154
Foto: Roos Odeyn

Gelukkig is haar familie van de partij. Seppe zet een ijzersterke tijd neer die net niet snel genoeg is voor een podiumplek, Roos loopt met 1u41 een PPR (persoonlijk parcoursrecord). De overige familieleden zijn er voor de felicitaties, de foto’s en de complimenten. Ongelooflijk, kind toch, ge hebt gewoon gewonnen! Er wordt nog wat nagepraat aan de sporthal. Een foto gemaakt. Iets gezegd over het kerstfeest. De wegen scheiden weer. Joke en Roos hebben zich nog een paar uur te vermaken in Kasterlee voor de podiumceremonie plaatsvindt. Dat is gelukkig geen probleem, want de zon scheen weer eens in Kasterlee.

Het moment – Een meesterlijke marathon

Amsterdam – zondag 16 oktober, 12:05. Ik ben nog aan het snikken terwijl er een medaille rond mijn nek wordt gehangen. Sam is bij mij. Today, I ran my masterpiece staat er op het blauwe lint rond mijn nek. We verlaten samen het Olympisch Stadion, terug naar de wereld buiten onze marathonbubbel. Ik kan heel moeilijk bevatten wat er de afgelopen uren is gebeurd. Ik liep mijn 15e marathon in 3 uur en 1 schamele minuut. 181 minuten voelde ik me zo sterk. Invaincu. Ik heb zoveel meegemaakt, zoveel gezien, gedacht, beleefd, gehoord en ervaren. Gelachen én gestreden. Ik kan niet geloven dat het erop zit en dat de hallucinant snelle tijd op mijn horloge echt mijn nieuwe PR op de marathon is. Drie uur, één minuut en drie seconden. 03:01:03.

Mijn marathon speelt nog steeds in mijn hoofd als een film van Quentin Tarantino of Martin Scorsese die een schouwspel van een uur of 3 wel aandurven. Het is een film waarin ik eerst met Sam in het stadion sta. Een moment van reflectie en dankbaarheid voor het afgelopen half jaar. Het volgende shot sta ik in de drukte van het startvak. Door de geluidsbox vlak naast mij voel ik de adrenaline door mijn lijf drillen. Een voice-over zou hier op z’n plaats zijn. Pak het moment! En dan loop ik. Vrij snel vind ik een tempo waarvan ik voel dat het mijn marathontempo wordt. Roos schreeuwt me een eerste keer iets toe. De soundtrack krijgt hier epische allures. Fast forward naar de volgende scène. Ik loop een paar kilometer semi incognito verscholen achter Simon – Sikke – Van Roy om hem nadien op sleeptouw te nemen voor een doldwaze tocht langs de Amstel. Eén langgerekt shot: het komische intermezzo van het script, iets met een losgeslagen stoomtrein. En dan een flashback naar 2017 toen ik ten onder ging na 25 kilometer. Vandaag niet. Mijn benen en hoofd blijven onverzettelijk gaan. Roos is de rode draad van mijn film. Als supporter, steun en toeverlaat duikt ze op langs het parcours om zoals steeds het beste in mezelf naar boven te halen. De soundtrack wordt overstemd door het gejoel en de aanmoedigingen. Pak het moment! De film nadert zijn ontknoping. Ik kom aan in hetzelfde stadion. Vogelperspectief om aan te tonen hoe nietig je als loper bent. De eerste meters na de streep voel ik de stilte in mijn hoofd. Geen voice-over. Ik sta daar weer samen met Sam. Een filmeinde dat ook het begin is.

In de stad van Rembrandt, Vondel en Ramses Shaffy klinkt een slogan als Run Your Masterpiece behoorlijk intimiderend. Ik kan niet anders dan zeggen dat ik mijn marathonmeesterwerk afleverde. Hoe kwetsbaar ik me soms ook voel, dit was de marathon die mij niet aan het wankelen kon brengen. Ik durfde erop te vertrouwen dat het goed komt (want komt het niet altijd goed uiteindelijk?). Ik vertrouwde erop dat ik dit kan, dat ik gemaakt ben om te lopen ook al zie ik er met mijn korte stevige benen niet uit als een typische afstandsloper. Elke kilometer bracht me dichter bij mijn doel. En oh ja, het deed ook pijn! Het kostte me verdorie zoveel kracht! Ik ben een mens, geen machine, maar dat lijf wilde ervoor blijven gaan. Elke keer wilde ik het moment pakken tot ik besefte dat het moment mij had gepakt.

Zoals steeds volgt er later deze week een uitgebreider raceverslag, want ook deze keer valt er zoveel meer te vertellen over dit marathonavontuur. Eveneens traditiegetrouw zijn de woorden van dankbaarheid die ik hier en nu wil uitspreken. Voor de hoofdrolspelers van mijn film. Voor de crew en de regie, voor de catering en de kostuums. Voor de toeschouwers en de fans. Weet dat jullie allemaal op jullie eigen manier een bijdrage hebben geleverd aan mijn eigen kleine meesterwerkje. Mijn dank daarvoor is oneindig groot!

Marathonpraat – Team Invaincu naar Amsterdam!

Stromae, wat een held! De man van bouwjaar 1985 die fantastische muziek maakt, de meest waanzinnige outfits draagt en als geen ander het donkere en het lichte van het leven laat samenvloeien. Zijn jongste album begint met Invaincu of hoe je toch onoverwinnelijk kan zijn ondanks zware mentale dobbers. Een topnummer waar zo’n aanstekelijke vreugde vanuit gaat dat het onmisbaar werd tijdens mijn ochtendroutine. Kwestie van de dag met een oppepper in te zetten. Meer nog, Invaincu inspireerde me om een mini-collectie uit te werken voor mijn Amsterdams marathonavontuur met Roos.

IMG_9855b

De Amsterdam Marathon dus. Roos en ik liepen die al eens in 2017. Voor ons allebei was het de marathon van “net niet”. We vonden Amsterdam te druk, het parcours vervelend. Oneindig lang ook. Hoe dan ook beleefden we er een prachtig marathonweekend in familiaal gezelschap. Met een valies vol straffe verhalen en weer een ervaring rijker verlieten we de Nederlandse hoofdstad. Ik wist toen niet dat er 5 jaar later een part II zou volgen. Dat ik als 37-jarige een PR zou hebben dat maar liefst 20 minuten sneller is dan mijn 3:26 van 2017. Bredero zei het al: het kan verkeren. De Amsterdam Marathon is mijn 15e marathon. Ik kon bij 7 marathons mijn PR verbeteren, bij de andere 7 lukte dat niet. De vraag is dus naar welke kant de weegschaal zal overhellen op zondag 16 oktober.

Genoeg over de cijfers. Ik zou hier nu een doordacht raceplan aan jullie kunnen voorleggen. Sam heeft immers gelijk: je moet je hoofd erbij houden als je een marathon loopt. De waarheid is dat ik elk uur van plan lijk te switchen. Ik wil zo graag die onverzettelijke vrouw met het plan zijn, maar ik denk dat mijn plan is: we zien wel hoe het loopt. Ik kan niet ontkennen dat ik in uitstekende vorm verkeer. Ik ben beter en sterker dan in Rotterdam en Parijs. Inmiddels ben ik ook meer ervaren met de tempo’s die ik sinds een jaar loop. En toch. Toch blijf ik de loper van het gevoel. Hoe onoverwinnelijk ik me vorig jaar in Rotterdam voelde: dat is goud waard! Ik wil het moment van de start pakken om het met Seppes woorden te zeggen. Ondanks mijn mentale problemen voel ik gelukkig ook een enorme kriebel om me in dit avontuur te storten. Ja, ik ben dus gedreven om mijn PR van 3:06 scherper te stellen. Of en hoe dat zal gebeuren, dat weten we morgen.

IMG_9763b

IMG_9756b

Ik heb dit jaar al zo ongelooflijk veel sportieve hoogtepunten mogen beleven. Het ging van sneller en harder ook naar trager en langer. Ik babbelde met zoveel toffe lopers. Ik kreeg er vrienden bij. Volgers en lezers hier op mijn blog. Ik won trofeeën en flessen wijn. Ik besef echt hoe een waanzinnig sportief jaar dit is, nu al. Invaincu dat ben ik niet omdat ik wedstrijden kan winnen. Invaincu dat ben ik omdat ik zoveel samen mag beleven. Die kleine fijne fantastische zus zal weer aan mijn zijde staan. Die andere fantastisch lieve zus zal weer intens meeleven. Die fantastisch inspirerende broer leerde me om juist op dat gevoel te durven lopen. Net in deze tijden van donkere wolken en dekens van ellende ervaar ik ook zoveel warmtegolven om me heen. Toujours invaincu!

Voor het marathonweekend maakte ik een set tasjes (je kan er echt nooit genoeg hebben!) en twinning + winning sweaters (zeg: swetter). Het kleurenpalet lavendel-bordeaux-pruim belichaamt die heerlijke retro-vibe. Zoals het een echt Flat White kledingstuk betaamt wordt het geheel afgetopt met a touch of leopard. Het is een sweater geworden die ik een leven lang wil koesteren. Team Invaincu op avontuur in Amsterdam dus. Samen maken we er iets formidable van!

TYCQ3131

Het moment – Roos en Seppe op kruissnelheid door Berlijn

Het laatste weekend van september regende het sportieve verhalen. Ik vertelde al uitgebreid over Den Haag met Sam, maar er was ook Berlijn van Roos met Seppe en Bobby. Roos liet de CPC Loop namelijk niet zomaar aan zich voorbij gaan: op zaterdag 24 september zou ze deelnemen aan haar eerste skeelerrace ooit. En wat voor één: de iconische Berlin Marathon. 42,2 kilometer op wielen dus. Ook Seppe en Bobby trokken hun driewielers aan om door de Berlijnse straten te sjezen. Seppe liep daags nadien, in de schaduw van het wereldrecord van Eliud Kipchoge, ook nog de marathon. Hier spreekt een trotse grote zus. Needless to say dat ik behoorlijk onder de indruk was van de belevenissen van mijn zus en broer. Ik vind het zo dapper dat ze zich aan een skeelerrace durfden te wagen! Hoe dat Berlijnse avontuur hen beviel? Dat vertellen ze jullie zelf.

Roos: Toen Seppe in de zomer aankondigde dat hij de marathon van Berlijn zou skeeleren omdat Bart Swings hem en Robrecht – Bobby – Paesen had uitgedaagd in de podcast van De Jogclub dacht ik: leuk, dat wil ik volgend jaar ook doen. Er kwam echter een plaats vrij in de auto en het hotel. Ik twijfelde, maar Niko zei: waarom niet, wat kan er misgaan? Ik schreef me eind augustus in en kocht nieuwe skeelers: de Roces EGO 3×110 TIF. Skeelers met drie grote wielen waar ik nog nooit mee had gereden. Ik had me goed ingelezen voor ik ze kocht. Ze kwamen aan op 1 september. De testrit was meteen superleuk. Niko fietste met mij mee. Ik merkte wel dat ik met die drie wielen meer techniek nodig had om m’n bochten te nemen, maar ik maakte ook veel meer snelheid. Ik vloog echt!

7982_20220924_172948_250523432_original

Het probleem van skeeleren is dat je er goede asfalt voor nodig hebt en dat je het niet kan doen als het regent. De tweede week van september regende het elke dag, werden de dagen korter en had ik dus geen tijd om te trainen. Ik bleef wel fietsen en lopen. Na die week kon ik nog wat skeelertrainingen afwerken. Zo ging ik langs de Demer rijden om goede bochten te kunnen maken. Seppe gaf mij nog techniektips: dat je eigenlijk altijd een M achter je moet maken bijvoorbeeld. M’n langste skeelerrit was 25 kilometer. Ik was er niet echt moe van, maar had er wel 1u18 voor nodig gehad en in Berlijn is de tijdslimiet voor 42,2 kilometer 2u30. Dat leek haalbaar, maar zonder veel marge.

7982_20220924_173414_250558294_original

De beleving in Berlijn was uniek! Ik voelde helemaal die grote evenementensfeer, het festivalgevoel, maar ik was wel veel ontspannener dan voor een loopmarathon. De start van de skeelerrace was om 15u30. Het was best een internationaal deelnemersveld, ook veel verklede mensen. Bij het vertrek was ik meteen diep onder de indruk. Het ging ook meteen goed: heerlijk gevoel om over dat perfecte asfalt die snelheid te kunnen genereren! Eens goed kunnen doorperen, dat gevoelde kende ik niet van mijn trainingen. Ik heb niet in een treintje gereden, zo op elkaar gaan hangen durfde ik niet aan. Wel sprong ik moeiteloos over de tramsporen. Mijn race ging zo vlot dat ik wist dat ik een goeie tijd zou kunnen neerzetten. Ik wilde dus niet verzwakken – het is uiteindelijk wel een wedstrijd – maar er ook heel erg van genieten. Ik reed al glimlachend door Berlijn. Op zo’n parcours moet je gewoon hard gaan. Mijn enige angst was dat één van m’n wielen los zou komen. De laatste kilometer voor de Brandenburger Tor heb ik nog gesprint, vlak voor het monument rij je over kasseien waardoor je snelheid verliest en voor de laatste 200 meter heb ik nog een keer goed opgetrokken. Na de finishlijn kom je trouwens ook zonder rem verbazingwekkend gemakkelijk tot stilstand omdat de tijdsmatten een gigantisch obstakel zijn die voor geen meter bollen. Ik finishte uiteindelijk in 1u48. Ik had nooit gedacht dat ik zo ruim onder die 2 uur zou kunnen aankomen. Volgend jaar wil ik zeker nog eens deelnemen!

7982_20220924_173500_250569100_original

Ook de marathon op zondag als supporter van Seppe was indrukwekkend. We waren wel best moe en voelden ook de ontlading, maar de hele beleving in het hotel met al die marathonlopers en Seppe die op de startlijst van de elite stond, maakten weer adrenaline los. Ik maakte al vaker grote marathons mee, maar dit was m’n eerste Major. Ik keek er natuurlijk naar uit om Eliud Kipchoge in het echt te zien. Heel bijzonder was dat! Bobby en ik zagen Seppe voor het eerst op kilometer 2,5 en dan op 24. Hij was hard aan het afzien, maar lachte wel naar ons. 

KYVW9823

Seppe: Ik had er al drukke weken opzitten met veel buitenlandse wedstrijden. We kwamen vrijdagavond pas laat aan in Berlijn na een vermoeiende autorit. Ik stapte mankend uit de auto: zo fris was ik dus. Omdat ik bij de elite mocht vertrekken, stond zaterdag de officiële briefing op het programma en was het best nog een gedoe met nummers ophalen. In totaal namen er een zestigtal deelnemers deel aan het combinatieklassement van de skeeler- en loopmarathon. Bij de skeelerrace vertrok ik in een groepje, wat toch wel spannend was. Pas halverwege de race kon ik er wat van genieten. De kunst is om lange slagen te maken door je twee skeelers dicht bij elkaar te zetten, wat heel onstabiel aanvoelt, je moet dus wat relaxed zijn om dat te kunnen. Een zere rug moest ik er bij nemen. Ik reed mijn tweede helft sneller dan de eerste. Eerlijk gezegd heb ik toen niet veel meegekregen van het parcours. Er waren veel supporters, voornamelijk marathonlopers die al in de stad waren. Ik finishte in 1u35, een mooie tijd. Bobby kwam 2 minuten voor mij binnen.

Zondag stond ik op met een pijnlijke rug en voelde ik de inspanning van het skeeleren in m’n bovenbenen. Ik had me niet specifiek voorbereid op deze marathon. De laatste duurloop die ik liep was mijn zware run tijdens het Wereldkampioenschap Duatlon in Zofingen. Ik liep nog niet vaak een individuele marathon, maar ik was er toch op gebrand om mijn PR van 2u32 te verbeteren en onder die 2,5 uur te duiken. Mijn coach Stefan had op voorhand gezegd: het zal er van afhangen hoe graag ge het wilt. In het startvak stond ik twee rijen achter Eliud Kipchoge, heel speciaal. Ik vertrok in het pak en liep mijn eerste kilometer aan 3’15”. Om onder de 2u30 uit te komen zou ik gemiddeld 3’33” per kilometer moeten lopen. Al snel liep ik in een groepje, maar het is altijd lastig om de groep te vinden die jouw tempo loopt. Ik voelde meteen dat ik slechte benen had. Gelukkig duurde het lang voor ze écht slecht werden. Na een stuk vals plat op kilometer 25 viel mijn groep wat uiteen en vanaf kilometer 27 heb ik afgezien als de beesten. Met de woorden van mijn coach in mijn hoofd, dacht ik de hele tijd: ik wil het echt graag! Kilometer 33 was de eerste kilometer die ik boven de 3’33” liep. Het begon toen te dagen dat het nipt zou worden. Met zicht op de Brandenburger Tor heb ik alles moeten geven terwijl de klok doortikte. Ik had al zo hard afgezien, dit kon er nog wel bij. Ik was dan ook heel tevreden toen ik in 2:29:40 over de finish liep en als winnaar van het combi-klassement, zo bleek later.

JWNY4895

Het was uniek om dit te kunnen meemaken als elite-atleet. Ik kreeg ook best veel reacties op mijn prestaties in Berlijn. Een marathontijd is voor veel mensen toch een soort referentietijd, meer dan de andere wedstrijden waar ik aan meedoe. Ik heb geen verdere ambities voor de marathon. Veel sneller zal ik ook met een specifieke voorbereiding niet kunnen lopen. Misschien zit een 2u26 er wel in, maar dat is geen doel voor mij. Vrijdag ga ik naar Italië voor het eerste WK gravel, een wedstrijd over 190 kilometer die voor 75% uit gravelpaden bestaat. Ik ben er een ploegmaat van Greg Van Avermaet. Ook hier heb ik niet heel specifiek voor kunnen trainen. Ik hoop dus niet dat dit de wedstrijd te veel zal worden!

BJQS9397

De race – Het ging hard in Den Haag

Je hoeft geen zonnebril te zijn om dolgelukkig te worden van een zondag die zijn naam eer aan doet. Al helemaal als die week gekenmerkt wordt door herfstweer en je die dag een snelle halve marathon wil lopen als voorbereiding op je marathon. Zondag 25 september was een sportieve hoogdag waarvan de prelude zaterdag werd ingezet door Roos en Seppe in Berlijn (waarover later meer). Zelf was ik samen met mijn maatje Sam in Den Haag om er deel te nemen aan de eerste post-corona editie van de CPC Loop in Den Haag: een halve marathon van de Haagse binnenstad, richting de kust over de boulevard tot aan de pier en dan weer terug de stad in. De CPC is voor mij persoonlijk een wedstrijd met een beladen geschiedenis. Ik zag er af terwijl ik met volle teugen genoot van kakelverse PR’s, maar ik beleefde er ook pure loophorror toen ik in 2018 na 3,15 kilometer moest opgeven met een kapotte enkel. Bovendien is Den Haag me als stad om tal van redenen erg dierbaar. Het zou dus hoe dan ook een bijzondere dag worden.

Onze zondag begint vroeg zodat we kunnen zien hoe Remco Evenepoel zich in Australië tot wereldkampioen wielrennen kroont. Vervolgens voelen we de marathonvibes in Berlijn en kijken we vol bewondering hoe loopmachine Eliud Kipchoge zijn eigen wereldrecord op de marathon met maar liefst 30 seconden scherper stelt. Als klap op de vuurpijl zien we live op de Duitse televisie hoe Seppe zich een weg richting de finish knokt om er zijn PR op de marathon te verbeteren. Als Sam en ik om 13u richting het Malieveld vertrekken voor de start van de CPC hebben we dus al heel wat sportieve emoties doorstaan. De omstandigheden voor onze eigen race zijn best ideaal: de temperatuur is gunstig, er staat een voorzichtig zonnetje en weinig wind. Het is kortom mogelijk om mijn 1u27 van in Rotterdam te verbeteren, drie weken voor de marathon zou dat een heel mooie opsteker zijn. Terwijl Sam in het startvak nog een bijdrage levert aan de aftermovie (hij moet onder de startboog op zijn horloge kijken), gieren de zenuwen door mijn lijf.

SYFX7296

Als het startschot weerklinkt en ik me op gang trek, vind ik vrijwel meteen een goede tred. De benenwagen heeft er zin in. Mijn hoofd is dolblij dat ook dit evenement eindelijk weer plaatsvindt. De eerste kilometers vliegen zoals steeds voorbij. Ik loop kilometertijden rond de 3’50” waarvan ik weet dat ik ze geen halve marathon kan volhouden. Ik probeer vooral ontspannen te lopen, niet meteen hard door te duwen en me zeker niet op te blazen. 5 kilometer heel snel lopen deed ik al vaker, de kunst is om het nu 21,1 kilometer vol te houden. Ik hoop uiteindelijk om met een gemiddelde onder de 4’03” te kunnen finishen om zo 1u25 op de klok te zien verschijnen. Lekkâh bezag zie ik op een aanmoedigingsbord van een toeschouwer en ik besef dat het ook echt lekker gaat. Wat zijn er trouwens ontzettend veel supporters langs de kant en wat zijn ze enthousiast! Elke Joke die me wordt toegeroepen geeft me een boost. Het gaat goed, het gaat echt goed! Halverwege de wedstrijd malen mijn benen nog steeds onverzettelijk door. Ik weet dat het erin zit. Vandaag ben ik de Warrior waar Oscar and the Wolf over zingt.

Ik kijk uit naar de passage langs het strand in Scheveningen, maar de weg ernaartoe is verraderlijk. Bovendien loop ik alleen en voel ik dus ook het minste zuchtje wind. Als ik puffend afdraai richting de boulevard word ik voorbijgelopen door een man met een plan. Hij geeft me wijze raad: Keep breathing, you’re doing well. Just breathe deep down to your toes. En, braaf als ik ben, doe ik dat. Hij heeft gelijk. Ik moet gewoon goed en diep blijven ademen. Tot in mijn tenen, waarom ook niet? Ik krijg het desondanks erg lastig. De supporters op de boulevard zijn dun bezaaid. Hoe geweldig het ook is om met zeezicht te kunnen lopen, je kan hier echt je tanden op stukbijten. Ik voel me opgelucht als ik uiteindelijk weer rechts afdraai en wind in de rug heb. De benenwagen heeft wat aan snelheid ingeboet, maar hij draait nog. Ik blijf gefocust in mijn cocon zitten. Ik blijf lopen. En ademen. Mijn neef Maarten kan mijn laatste kilometers op de fiets volgen. Het is nu echt strijden om zo dicht mogelijk bij die 4 minuten te blijven. De laatste rechte lijn richting finish lijkt eindeloos. Ik werp een blik op mijn horloge en besef dat ik nét wel of nét niet onder de 1u25 kan duiken als ik écht alles geef. Dat doe ik. Ik finish in 1:24:54 met een gemiddelde snelheid van maar liefst 3’59” per kilometer. Waanzin!

FFHF6737

Hoe meer wedstrijden ik loop en hoe sneller ik ook ben gaan lopen, hoe meer ik besef wat lopen voor mij betekent. Het doet iets met mij, telkens weer. Ik ga momenteel mentaal door een heel moeilijke en donkere periode, waardoor ik het eens zo moeilijk vind om te vatten dat ik sportieve hoogtepunten van deze aard kan en mag beleven. Het is niet vanzelfsprekend dat lopen mij nog steeds zo blij kan maken. Dat heb ik niet zo zeer te danken aan mijn getrainde benenmolen. Lopen dat is ervaren en intens beleven. Soms helemaal gefocust vanuit mijn loop-cocon, maar toch vooral om die loopvreugde te delen met dierbaren om me heen. Voor nu dus een heel grote shout-out naar mijn goede vriend Sam die op korte tijd een heel waardevolle rol is gaan spelen in mijn verhalen. Ere wie ere toekomt: Sam krijgt daarom het laatste woord in dit raceverslag waarin hij vertelt hoe hij zijn eerste CPC beleefd heeft.

GBDN2837

Mijn initiële idee was om de halve marathon in Brussel op 2 oktober als tune-up race te lopen, een laatste race voor de marathon in Amsterdam. Den Haag was nieuw voor mij en ik dacht: waarom ook niet? Het is een vlak parcours waar ik minstens mijn PR van 1u19 zou kunnen verbreken dat ik dit voorjaar gelopen heb op de halve marathon in Gentbrugge. Mijn A-goal was zelfs om gemiddeld 3’40” per kilometer te lopen en onder de 1u18 te finishen, maar dat zou ik laten afhangen van mijn hartslag. Het begin van de race ging heel vlot. Als je op hartslag loopt, kom je niet meteen aan je beoogde hartslag. Ik wist dat die rond de 185 moest blijven om me niet op te blazen, na een kilometer zat ik daar al aan. Mijn eerste kilometertijden schommelden tussen de 3’30” en 3’35”, dat ging vlot en voelde heel gemakkelijk. 

Toen ik aansluiting vond bij een groepje, was mijn hartslag weer wat lager en zakte ook mijn tempo wat. 100 meter voor ons liep nog een groepje en ik kon dus de keuze maken of ik hier zou blijven lopen of de oversteek zou maken naar de andere groep. Ik dacht: kijk, het is een halve marathon en het is niet meteen een ramp als je wat tijd verliest, het is geen marathon waarbij je dan nog 10 kilometer volledig leeg moet doorlopen. Het leven is aan de dapperen, dus ik heb de oversteek proberen maken. Mijn hartslag steeg weer tot 187, wat ik wel aan zou moeten kunnen voor de rest van de race. Rond kilometer 10 vond ik aansluiting bij het groepje waar ook de vierde vrouw van de race liep. Daar kon ik 4 à 5 kilometer bijblijven. Vlak voor de boulevard begon de groep te versnellen op een lastig punt in de race. Mijn hartslag steeg nog wat en uiteindelijk heb ik moeten lossen. Die vrouw is uiteindelijk ook gefinisht in 1u16. Mijn tempo zakte tot 3’50” per kilometer wat ik ook voelde aan mijn cadans. Het venijnige stuk van het parcours liep wat bergop naar de boulevard. Daar stond ook veel minder publiek dan in de stad.

IUFH9841

Na 16,5 kilometer draaide ik terug naar de stad en was het doorbijten tot aan de finish. Maarten heeft nog een stuk met mij kunnen meefietsen, wat heel leuk was en ook echt hielp. De laatste 3 kilometer waren lang. Je ziet de gebouwen van Den Haag centrum al liggen, maar je bent er nog niet. Ik wist dat ik niet onder de 1u17 zou kunnen lopen, mijn PR verbeteren zou wel lukken. Ik heb me op het einde niet helemaal kapot gelopen omdat ik mezelf niet meer pijn wilde doen om er nog wat seconden af te krijgen. Ik finishte uiteindelijk in 1:18:25, waar ik tevreden mee ben. Dat ik wat ben stilgevallen, komt denk ik omdat ik in het begin toch iets te veel heb gepusht. Ik ben wel echt diep gegaan. Toen ik op adem was gekomen, keek ik op de tracker en zag ik dat Joke nog maar een kilometer moest lopen en ik wist dat zij heel blij zou zijn met haar tijd.

Ik liep deze race met dezelfde schoenen als waar Kipchoge die ochtend in Berlijn zijn wereldrecord op de marathon liep. Daar werd ik ook een paar keer op aangesproken voor de wedstrijd. Ik ga ze wel niet dragen bij mijn marathon omdat ze net wat smaller aanvoelen dan de vorige versie. De sfeer van de CPC vond ik top! Het was mijn eerste wedstrijd in Nederland en ik werd nog nooit zoveel aangemoedigd tijdens een race (behalve toen ik als 12-jarig jongetje de 20 km van Brussel liep samen met mijn mama). Ik voelde het nu echt elke keer als mijn naam geroepen werd, onbewust versnelde ik dan en dat deed deugd. Dit evenement is ook echt supergoed georganiseerd. Met een 7000 deelnemers aan de halve marathon is de start ook niet zo overwhelming als bij de 20 kilometer van Brussel. Organisator NN heeft duidelijk veel kennis van zake, het is een geoliede machine die weet hoe een evenement georganiseerd moet worden. Ik ben wel benieuwd naar de sfeer van de marathon in Amsterdam, al denk ik dat die wat minder zal zijn vanwege het vroege vertrekuur en het herfstweer. Ik kijk er naar uit!

IFSG8883

Loperspraat – Mijn sportieve najaar van 2022

Ik weet niet meer wat ik juist verwachtte van 2022. Of ik het überhaupt aandurfde om verwachtingen te koesteren nadat we de afgelopen jaren lesjes in nederigheid moesten ondergaan. Corona was het zwaard van Damocles boven ons hoofd. Een dreiging aan een paardenhaar. Je wist nooit echt goed hoe je leven er over een paar weken zou uitzien. In ieder geval is 2022 het jaar waarin ik weer à la carte en als vanouds aan loopevenementen kan deelnemen. Sterker nog: het bleek een jaar te zijn waarin ik de ene na de andere loopwedstrijd kon winnen en PR’s weer wat scherper stellen op diverse afstanden. Het begrip lange afstand kreeg bovendien een extra dimensie door de trail in Houffalize die Roos en ik liepen. Behoorlijk grensverleggend allemaal. Ik ga het najaar echter niet dartend doorbrengen geïnspireerd door het succes van Dancing Dimi. Er zal gelopen worden, gefietst ook, door de wind door de regen, door de modder en liefst ook door alles heen. Mijn sportieve honger is nog niet gestild.

De CPC Loop in Den Haag zal altijd een bijzonder plekje in mijn hart hebben. Nu is in mijn hart best wel een grote ruimte gereserveerd voor loopevenementen en is dat plekje dus niet exclusief voor de CPC voorbehouden. Den Haag is Den Haag: altijd een goed idee, altijd weer leuk om er tijd te kunnen doorbrengen in familiale sferen. De CPC is daarenboven een prachtige halve marathon waar je nooit echt weet wat je kan verwachten. Op 8 maart 2020 liepen Roos en ik onze laatste CPC voor de wereld even op slot ging en het onvoorstelbaar leek dat mensen ooit nog in een grote massa zouden mogen samenkomen. Gek genoeg is de CPC ook de wedstrijd waar we het langst moesten wachten op een revival-editie. 25 september gaat het dan echt weer gebeuren en raas ik (hopelijk toch) over dat ongelooflijke parcours van de city-pier-city, in gezelschap van de zeebries die mee dan wel tegenwerkt. Naast de plaatsing op de kalender is deze editie ook anders omdat Roos er niet aan de start zal staan. Zij zal een avontuur van een heel andere orde beleven met Seppe, waarover later meer. Gelukkig zullen haar schoenen gevuld worden door die van Sam, waarover ook later meer.

Oktober dat is marathonmaand. Ik ben er nog steeds niet over uit of ik nu eerder het type voorjaars- dan wel najaarsmarathonloper ben. Op 16 oktober sta ik hoe dan ook aan de start van de Amsterdam Marathon. De marathon waar ik mezelf in 2017 een beetje kapot liep langs de Amstel, waar ik een keer door het Vondelpark vloog en er een keer door strompelde en me ook realiseerde dat Amsterdam over veel bedrijventerrein beschikt. De start- en finishzone in het Olympisch stadion konden me wel bekoren. Uiteraard ga ik voor een verbetering van mijn 3:06 in Parijs. Het is mogelijk, maar dat is nooit een garantie dat het ook echt zal gebeuren. Ik vertel later ongetwijfeld nog eens wat uitgebreider over mijn voorbereidingen en verwachtingen van Marathon N°15. Wie eveneens in Amsterdam aan de start zal staan is mijn maatje Sam. We leerden elkaar kennen tijdens de voorbereiding van de Paris Marathon en sindsdien deelden we loop- en ander vreugde en leed. Voor Sam is het z’n derde marathon en met een PR van 2:59 gaat ook hij resoluut voor een verbetering van z’n besttijd. Hij kan dat, daar ben ik heel zeker van.

Na de najaarsmarathon begint dan weer het betere ploeg- en modderwerk voor mijn decemberdoel. Ik ben nog steeds van mening dat mountainbiken een zomersport is, maar blijkbaar ben ik nog steeds zo gek te krijgen om ook in de kille maanden met Juan op pad te gaan. Mijn lopersbenen zullen dus heel wat extra kilometers op de fiets malen. Op 13 november staat de halve marathon van Kasterlee op het programma (waar ik vorig jaar als derde eindigde). Het regent doorgaans die dag, net zoals de andere 29 dagen van november meestal het geval is. En jawel, op 18 december neem ik dan weer deel aan de Hel van Kasterlee. Zoals verwacht krijgt het drieluik dus een sequel. De editie van 2021 was om heel wat redenen erg bewogen, waardoor ik tot de conclusie kwam dat ik nog niet klaar ben om het Hel-hoofdstuk af te sluiten. Bovendien belooft deze 20e editie een bijzonder feestelijke te worden: omwille van dat ronde getal en omdat Seppe zijn 10e overwinning kan binnenrijven. Hoe vet zou dat zijn?! De zomer geeft ons vandaag al een voorproefje van de herfst: I say yes to the regenjas, want er is immers genoeg om naar uit te kijken!

Het moment – Op de mountainbikeroute Seppe Odeyn

Ik kan om heel veel redenen jaloers zijn op mijn broer. Op zijn podcast en geweldige kinderen bijvoorbeeld. Of op het feit dat hij heel veel durft en altijd zichzelf kan blijven. Het allercoolste is toch wel dat hij sinds kort een eigen mountainbikeroute heeft in en rond zijn Herent. Drie lussen (eentje voor elke zus) die samen goed zijn voor 59 kilometer mountainbikeplezier. Als eeuwige Zus Van die ook mountainbiket stond Seppes route natuurlijk hoog op mijn sportieve like to do lijstje. Het duurde uiteindelijk toch nog 5 maanden voor ik me eraan waagde. Daar zat Frans voor iets tussen. Ergens op een druilerige dag in november was ik namelijk zo gek om een stevig mountainbikeavontuur aan te vatten. Met name door het speurwerk naar de pijltjes en als gevolg daarvan een heleboel omwegkilometers door een grijs niemandsland werd dat een onderneming van formaat. Bovendien ben en blijf ik een loper. Zelfs na drie deelnames aan de Hel van Kasterlee moet ik toch een drempeltje over om aan een nieuwe mountainbikeroute te beginnen. Omdat ik in het najaar altijd denk: mountainbiken in de zomer: hoe fantastisch is dat! bleek een zonnige dinsdag in augustus het ideale moment om me door Seppes route te laten leiden.

IMG_9355b

De officiële start van de mountainbikeroute Seppe Odeyn vind je aan de nagelnieuwe sporthal Bart Swings in Herent. De groene, blauwe en rode lus kunnen gecombineerd of afzonderlijk worden gereden. Ik was ook meteen gerustgesteld toen ik op het infobord las dat de route geschikt is voor zowel de beginnende als de meer geoefende mountainbiker. Aangezien ik vanuit Tienen kwam aangefietst, pikte ik ergens op de groene lus in, een afslag van de mij bekende F3-fietssnelweg tussen Leuven en Brussel. Ik was meteen aangenaam verrast door waar ik terecht kwam. Nochtans dacht ik Herent behoorlijk goed te kennen. Ik belandde op de Mollekensberg, een naam die ik altijd zie passeren bij de Garmin-activiteiten van mijn broer en die een eigen leven was gaan leiden. Een prachtig stukje natuur, zo bleek! Waar ik me bij Frans Claes heel vaak een visualisering probeerde te maken van hoe hijzelf als een speer over zijn route fietste, kon ik me dat van mijn eigenste broer zo goed voorstellen dat ik me met momenten wel echt een slak op een fiets voelde. Maar goed, het was dinsdagvoormiddag, niet meteen het moment dat je half Vlaanderen op een mountainbike in Herent aantreft.

Aangezien Herent niet op een groen eiland ligt, vond ik het vooral verrassend hoe er langs drukkere wegen heel vaak een off road weggetje bleek te zijn dat ik dus nog niet kende. Langs de afrit van de E314 bijvoorbeeld (voor de Herentenaars ook wel bekend als het windgat). De groene lus bleek daardoor ook echt de groenste te zijn als in: veel bomen en wat meer stijg- en daalwerk. De passage door Bertembos vond ik eveneens erg geslaagd omdat mijn favoriete afdaling erin was opgenomen. Vanuit daar ging het verder naar Veltem-Beisem en dan weer richting Herent. Mijn avontuur met Frans leerde me dat je vandaag de dag als fietser niet meer meetelt als je old school op de pijltjes rijdt, want een digitale fossiel als ik heeft natuurlijk niks met gpx-bestanden. Wel, ik wil bij deze een heel groot compliment geven voor de bewegwijzering. Het is onvermijdelijk dat je eens iets verkeerd interpreteert of dat een pijltje verstopt zit achter een struik, maar eigenlijk miste ik amper iets.

IMG_9360b

Na de groene lus volgde de rode lus die via Tildonk terug naar Herent kronkelde. Minder hoogtemeters, veel niet-geasfalteerde paden waar je snelheid op kan maken. Love it! Bovendien bleek de rode lus ook een trip down memory lane te worden. Vroeger, heel vroeger voor ik een loper was, reed ik namelijk paard samen met mijn zussen. We gingen wekelijks een wandeling maken in het Herentse. Over al die paden dokkerde ik nu een jaar of 10 later met mijn fiets. Zo kwamen er dus twee werelden samen. Ik ben er heel lang van overtuigd geweest dat er qua beleving niks op kon tegen een wandeling te paard maken: met je paard op weg zijn, wapperende manen, hoefgeklop op de grond, een drafje hier en een galopje daar. Galopperen in de open lucht stond voor mij lange tijd gelijk aan het oppergevoel van geluk. Als loper kan ik eveneens van die ultieme geluksmomenten ervaren, die liggen dan in de eenvoud van de activiteit. Je benen die de grond tikken alsof het niks is of samen met anderen iets beleven. En ja, ook op de mountainbike overvalt mij soms het gevoel van hoe geweldig is dit! Je zit bovendien een stuk geruster op je mountainbike dan op je paard. Paarden zijn vluchtdieren die al eens iets in hun bol kunnen krijgen waardoor je tijdens het idyllische galopperen in de buitenlucht altijd op scherp moet staan. Al die herinneringen en bedenkingen schoten dus door mijn hoofd terwijl ik de laatste kilometers van de route aflegde. Met ruim 100 kilometer op de teller kwam ik als een tevreden mens aan in Tienen.

IMG_9375b

Ik ben uiteraard geen neutrale partij, maar neem het toch maar gewoon van mij aan: de Mountainbikeroute Seppe Odeyn is absoluut een fietstochtje waard. Toegankelijk zonder al te makkelijk te zijn, uitstekend bewegwijzerd, variatie troef en dé uitgelezen manier om groene stukjes rond Leuven beter te leren kennen zonder meteen naar de gekende bossen in de omgeving te trekken. Seppe bevindt zich momenteel in het Zwisterse Zofingen. Morgen vertrekt hij daar namelijk om 9 uur om zijn wereldtitel duatlon op de lange afstand te verdedigen. Dat wordt dus tegen de sterren op duimen en heel hard naar de livestream roepen. Als er iemand dit kan, dan is hij het wel. Go, go, go, Seppe!