Loperspraat – 20 vragen over het voorjaar van Roos

Moeten er nog vragen zijn? Jazeker en maar liefst 20 stuks aan het adres van mijn niet zo kleine zusje Roos. Over haar leven en lopen nu de eerste twee maanden van het nieuwe jaar achter de rug zijn. Over het kleine geluk en de grote dromen. Stof genoeg om al eens te kijken naar wat 2023 bracht en hopelijk nog brengen zal. Ik doe altijd mijn best om mijn familieleden niet té veel te belasten met al die vragenstellerij, maar ik kreeg nu toch weer te horen dat sommige vragen moeilijk waren. Aan de antwoorden is daar in ieder niks van te merken.

Heb je dit jaar al geskeelerd?
Spijtig genoeg nog niet. Je hebt een combinatie van droge en schone wegen nodig. Dus geen bladeren of modder en geen nattigheid. Skeeleren is ook het veiligst in daglicht dus de weekdagen vallen ook al weg. Ik hoop er snel weer mee te kunnen starten.

Hoe gaat het op je werk?
Prima. Weer lekker druk. Ik had sinds januari veel werk met wat extra opdrachten, die zitten er voorlopig op.

Welk loopevenement wil je nooit (meer) missen?
De CPC is altijd zo een leuk weekend, een blijvertje. Maar de loop zelf viel al vaak tegen. Nog nooit echt kunnen schitteren. De 20 kilometer van Brussel blijft mijn lievelingswedstrijd, want daar is alles begonnen. Ook al erger ik me elk jaar blauw aan de wandelaars en buggy’s tussen de lopers, het is zo een fijn evenement!

Op maandag 10 april loop je De Jogclub Ultra van maar liefst 59 kilometer. Waarom?!
Na Parijs vorig jaar wou ik geen nieuwe marathon meer plannen omdat die naar mijn idee boven verwachting goed was geweest. Ik had ook zoveel plezier beleefd aan het supporteren bij de marathon van Berlijn en later Amsterdam dat ik me prima voelde in die supportersrol. Maar anderzijds geeft dat aanschouwen toch altijd een prikkel om er weer zelf voor te gaan. Met dat getwijfel in mijn hoofd kreeg ik aan het einde van het jaar een stevige sinusitis te pakken en een geforceerde tussenribspier, dat bleef maar aansleuren en ik had het gevoel al achterstand te hebben in mijn trainingen alvorens te zijn gestart. Toen ik me uiteindelijk ging inschrijven was de marathon van Rotterdam uitverkocht. Toen besliste ik om de Jogclub Ultra mee te doen. Het voelt nu niet aan als een plan B, maar als een plan A. Het is ook weer een nieuwe uitdaging, je kan het dus niet beter of slechter doen, wat het ook wel minder stresserend maakt.

Wat was je zwaarste training tot nu toe?
Mijn 25 km loop. Niko zijn geweldig pannenkoekenontbijt wierp al na enkele kilometers op, de stukjes bos die ik had gepland, vielen me meteen zwaar. Ik had geen echte route uitgestippeld dus moest vaak stoppen om me op mijn gsm te oriënteren. Toen ik uiteindelijk de weg gevonden had, kwam de wind opsteken en kwam daar nog regen bij. En toen begonnen mijn darmen te rommelen, vreselijk! Ik was zo blij toen ik ons huis zag staan.

Welk type trainingen voelen nooit als een opgave?
Wanneer de zon schijnt, de benen fris zijn en Spotify de perfecte sfeer creëert. Ik kan al lopend DJ’en. Dan dwalen mijn gedachten weg en kan ik over alles dromen, denken, plannen maken… Geweldig!

Wat vind je het leukste en wat het moeilijkste aan trainen voor een groot doel?
Een doel motiveert om weer kilometers te tellen en extra te lopen. Je klaarstomen voor een groot doel is iets bijzonders. Het vraagt toch altijd wat planning en organisatie. Elke zondag is het weer kijken: wanneer ga ik wat lopen en hoeveel? Als je dan eens veel andere bezigheden hebt in een week dan vind ik het echt een uitdaging. Maar uiteindelijk lukt het dan toch altijd om de kilometers te lopen zoals gepland, ook al moet je daar soms vroeg voor opstaan of na het werk nog lang voor lopen.

Loop je soms in gezelschap?
Niko vervoegt me steeds vaker. Sinds kort ook Joni, onze nieuwe loopvriend en voetbalvriend van Niko. Altijd leuk om samen te lopen. Al moeten de tempo’s wel matchen. Sorry meisje, maar lopen met jou is echt afzien!

Liep je al in korte broek?
Nee, wel al in T-shirt.

Wat verwacht je volgende week van de CPC halve marathon in Den Haag?
Ik heb het even opgezocht en ik heb er nog nooit een echte toptijd neergezet. Daar hoop ik verandering in te brengen. Ik heb zin om eens echt te scheuren door die straten van Den Haag. Ik heb zelfs een beetje een wedstrijdplan gemaakt. Al hoop ik dat die tussenribspier niet weer gaat verzuren.

Zien we je ook weer aan de start in Houffalize?
Tuurlijk.

Als tijd, geld en middelen geen probleem zijn, wat is dan je grootste (en stoutste) sportieve droom?
Heel moeilijke vraag. Ik dacht eerst aan meer kleding van Saysky, haha. Weinig ambitieus ben ik precies. Uitdagingen zoals de marathon van New York of Boston zeggen me niks, alsook die extreme uitdagingen zoals Marathon des Sables. Misschien dan eerder een bijzondere natuurloop in de bergen, al heb ik een hekel aan bergop lopen.

Wat eet en drink je vlak na een zware training?
Chocomelk en dan gewoon waar ik heel veel zin in heb. Dat kan variëren. Ik heb nog wel wat te leren qua voeding, denk ik.

Welke songs kleuren het begin van 2023?
Out of My Head van First Aid Kit staat op repeat. Verder probeer ik me in te luisteren op Rock Werchter 2023.

Welke kleur droeg je dit jaar al het vaakst?
Haha, geen antwoord mogelijk. Hetzelfde als altijd denk ik.

Las je dit jaar al een boek?
Ik las heel wat vakliteratuur en begon in een boek. Ik zit toch al 10 pagina’s ver.

Wie zijn je favoriete masked singers?
Champignon en Hippo.

Op welk DIY-project ben je het meest trots?
Onze zelfgemaakte dierenmagneten voor Emils 1e verjaardag vind ik fantastisch goed gelukt. Mijn wilgenhut in de tuin is ook best geslaagd. Verder is mijn jeans broekpak een parel in wording.

Hoe vierde je de 1e verjaardag van Emil?
Met frieten en stoofvlees. Hij was wat slechtgezind op zijn verjaardag, maar dat is helemaal oké. Ik heb geklonken met zijn papfles. Mijn eerste jaar als meter zit er dus op. Ik neem mijn rol best ernstig.

Welke eigenschappen van je familieleden benijd je het meest?
De snelheid, de discipline en de kracht die Joke en Seppe hebben op sportief vlak. Een vat dat nooit leeg kan zijn. Altijd blikken karakter in de berging. Ons Marietje is dan weer specialist in het leiden van een chaotisch leven: ze kan met één schoen aan haar hele huishouden doen en dan pas de tijd nemen om haar tweede schoen aan te doen. Hilarisch, maar uiteindelijk deinst ze daardoor nooit terug voor nog meer chaos en krijgt ze ook alles geregeld. Ze is veel onbevreesder. Mama en papa zijn daar weer echt het voorbeeld van de kleine gelukjes. Hoe je leven geweldig kan zijn als je er samen in slaagt om de perfecte compost te maken.

Het volledige team van Jokeloopt bedankt je en wenst je nog een schitterend voorjaar toe, Roos!

Marathonpraat voor dummies

Als cyclamen en zomerklokjes uit de grond schieten, kan de duurloper de voorjaarsmarathons al ruiken. Mijn liefde voor de marathon is groot, dat wisten jullie al. Inmiddels ook behoorlijk onvoorwaardelijk en nog niet meteen bekoeld. Ik heb de marathon altijd beschouwd als iets dat van mij is. Iets dat mijn leven vorm geeft en structureert. Iets dat altijd weer heel wat teweeg brengt. Ik liep mijn eerste marathon in mei 2015 enkele maanden nadat ik alleen ging wonen na een lange periode van samenzijn. Om die reden heb ik de marathon ook altijd beschouwd als een symbool voor mijn eigen koers (durven) varen, mijn eigen ding doen (met alle angsten die daarbij horen), ook als er tegenwind is (zoals bij die eerste marathon). Drie jaar geleden legde ik al eens uit waarom de marathon het allermooiste atletieknummer is. Als ambassadeur van de marathon beschouw ik het als mijn taak om de minder ingewijden een snelcursus tot de basisbeginselen van de marathon te geven. Marathonpraat voor dummies in 5 vragen en 1 tip.

Hoe lang is dat eigenlijk?
Een marathon is 42,195 kilometer lang. Een meetcertificaat garandeert dat een marathon de vereiste afstand heeft en dat je tijd ook officieel als marathontijd de boeken in gaat. De geschiedenis van het legendarische atletieknummer gaat een jaar of 2500 terug in de tijd. Ene Pheidippides liep van de Griekse stad Marathon naar Athene – een verhaal waarvan de geschiedkundige correctheid met een korrel zout genomen moet worden. Onze dappere Griekse boodschapper liep een kilometer of 40, sprak de woorden Gegroet, we hebben gewonnen waarop hij terstond dood neerviel. De marathonafstand van 40 kilometer (25 mijl) werd voor het eerst gelopen op de Olympische Spelen in 1896 als de ultieme uithoudingstest. In 1908 werd de marathon op de Olympische Spelen in Londen verlengd tot 42,195 kilometer (26,2 mijl) om tegemoet te komen aan een wens van het Britse koningshuis. Na enkele jaren waarin de marathon fluctueerde tussen de 40 en 42 kilometer werd in 1920 de officiële afstand van 42,195 kilometer vastgelegd.

Hoe snel gaat dat eigenlijk?
Het huidige wereldrecord op de marathon is 2 uur 1 minuut en 9 seconden (2:01:09) en staat op naam van de Keniaan Eliud Kipchoge. Hij liep die tijd op de razendsnelle omloop van Berlijn in september 2022. Tussen Kenia en de marathon is het al jarenlang dik aan. De Keniaanse Brigid Kosgei liep in 2019 het 16-jarige wereldrecord van Paula Radcliffe van de tabellen. Met haar 2:14:04 doorbrak ze als eerste vrouw de 2u15 grens. De eerste marathon in 1908 werd trouwens gewonnen door de Amerikaan Johnny Hayes die 2 uur en 55 minuten nodig had om de marathon (min 2 kilometer) af te leggen. In België bevinden we ons momenteel in marathonweelde. Bashir Abdi is onze snelste landgenoot met een besttijd van 2:04:49, maar er zijn natuurlijk ook Hanne Verbruggen, Mieke Gorissen en Koen Naert die onze driekleur met verve verdedigen. Mijn eigen felbevochten 3:01 van Amsterdam was trouwens goed voor een 24e plek op de marathonranglijst bij de Belgische vrouwen, een prestatie waar ik niet anders dan heel erg trots op kan zijn.

Over cijfertjes gesproken: een (marathon)loper zal om een bepaalde eindtijd te realiseren altijd rekenen in kilometertijden die worden uitgedrukt in minuten en seconden. Een tempo van 5 minuten per kilometer staat gelijk aan 12 kilometer per uur. Als loper kan je echter accurater tellen als je naar je tijd per kilometer kijkt en niet naar het geheel van een uur. Meten is weten dankzij de GPS-horloges waar ieder loper inmiddels behoorlijk aan verslingerd is (Garmin 4ever). Je kan ook beroep doen op de pacers van de organisatie. Tempomakers, ook wel hazen genoemd, zijn ervaren marathonlopers die je kan volgen om je naar een bepaalde (ronde) tijd te laten loodsen: 4u, 3u45, 3u30 enzovoort. Er zijn ook de zogenaamd magische grenzen. Zo betekent finishen onder de 3u30 dat je een marathon gelopen hebt met een gemiddelde van 12 km/u. De sub-3 (onder de 3 uur finishen) is ook een felbegeerde muur om doorheen te lopen. Je eindtijd begint dan immers met een 2. Voor een marathonloper is het verschil tussen 2u59 en 3u01 zoveel meer dan 2 minuten. Hetzelfde geldt voor 3u59 en 4u01. Grappig toch wel als je weet dat de marathon een eeuw geleden korter was.

Hoeveel kost dat eigenlijk?
Voor de grotere marathons in België, Nederland en Frankrijk betaal je tegenwoordig rond de 100 euro voor een startnummer. Voor dat geld krijg je een verkeersvrij parcours met bevoorradingsposten (ongeveer elke 5 km), een loopshirt en medaille bij de finish. Van het finishershirt ben ik doorgaans geen fan (matige kwaliteit in schreeuwerige kleuren), de medaille en ook mijn borstnummer koester ik wel. Bij je inschrijving kan je heel wat extraatjes aankopen: een pakket met foto’s van je zegetocht of een gegraveerde medaille bijvoorbeeld. Op de marathon expo kan je dan weer behoorlijk wat geld uitgeven aan merchandising. Tijdig inschrijven is wel de boodschap: de marathons van Rotterdam en Parijs die in april worden gelopen, waren medio januari al uitverkocht. Er zijn ook prestigieuze marathons waarvoor je net wat meer moet neertellen. Over die World Marathon Majors en waarom ik er niet zoveel mee heb, schreef ik hier al eens.

Hoe doe je dat eigenlijk?
Wat “een goede marathon lopen” precies betekent, dat mag ieder voor zich uitmaken. Beoogde doelen halen kunnen een bepalende factor zijn, net zoals met een bepaald gevoel lopen. De befaamde runner’s high wordt wel eens overschat, vind ik zelf. Een marathon lopen is geen feestje van begin tot einde. Het vraagt een maandenlange voorbereiding waarbij de heroïek vaak ver zoek is. Graag lopen en graag lang lopen zijn dan ook de belangrijkste eigenschappen van een marathonloper. Je traint je benen en bij uitbreiding je hele gestel, waaronder ook je hoofd. Een marathon lopen is dus niet voornamelijk een mentale kwestie. Je bent niet afhankelijk van goede benen op marathondag, je moet erop durven vertrouwen dat die benen goed zijn omdat jij ze in de juiste vorm hebt gekneed.

Het marathonseizoen situeert zich in het voor- en het najaar om heel warme of koude temperaturen uit te sluiten. Twee marathons per jaar geldt zowel voor toppers als recreanten als een mooi en haalbaar programma: je hebt voldoende tijd om goed op te bouwen en ook weer te herstellen. Bovendien is er dan ook nog ruimte voor andere uitdagingen. Het hoeft trouwens niet te stoppen bij de marathonafstand. Tegenwoordig wint ook ultralopen aan populariteit. Een ultra is elke afstand die langer is dan de marathon. Er zijn legio verhalen van mensen die tientallen marathons per jaar lopen of van ultralopers die duizenden kilometers afwerken op enkele weken tijd. Dat klinkt hallucinant en misschien ook onverantwoord, maar lopers van dat kaliber zijn dan ook echte kilometervreters in hun voorbereiding. Een gevalletje: het is maar net wat je wilt.

Is dat eigenlijk wel gezond?
Jazeker. Ik beantwoordde die vraag hier al uitgebreid.

En tot slot nog een tip.
Als iemand zegt dat ze de marathon gaat lopen, vraag dan niet voor welke afstand de loper in kwestie gaat. Met de marathon lopen bedoel je namelijk altijd dat je voor de volledige afstand van 42,195 kilometer gaat en dus niet voor de halve marathon van 21,0975 kilometer. Je vermijdt er de beteuterde blik van een trotse loper mee.

Loperspraat – Mijn sportieve voorjaar van 2023

Ik zou niet graag als januari door het leven gaan. Geen enkele andere maand krijgt zoveel gesakker te verduren. Er is opvallend veel gezucht aan het begin van dat nieuwe jaar. 31 dagen waarin het onvermijdelijk winter is en de zomer nog lichtjaren ver weg lijkt te zijn. Het kan sneeuwen, regenen en hard waaien. Ik heb het eigenzinnige karakter van januari echter heel erg leren waarderen. Het is een maand die beloftes inhoudt. De maand van Gedichtendag ook en heel wat jarige vriendjes. De maand bij uitstek om plannen te maken, te dromen van meer en een goede basis te leggen voor wat nog komen zal. Januari dat is de draad weer oppikken. De zon die ook gewoon weer gaat schijnen. Het leven dat z’n gangetje gaat.

Op sportief vlak is januari voor mij altijd een maand waarin ik me weer op en top loper voel. Fietsen is dan een leuk extraatje. Een aangename manier om me te verplaatsen tussen Tienen en Leuven of de omgeving te verkennen. Ondanks de soms barre weersomstandigheden voelt fietsen dan niet als training. Zo maakte ik al weer kilometers met de mountainbike (Juan dus) die volledig gerecupereerd is van zijn Hel-avontuur. Mijn eerste rit van het jaar was meteen goed voor 112 kilometer waarvan een 20-tal in het gezelschap van Seppe die ik als bij toeval tegenkwam in Tervuren. Tony kreeg dan weer een noodzakelijk groot onderhoud cadeau om te kunnen shinen op zijn 1e verjaardag. De steenweg vraagt veel van een fiets. Ja, ik fiets dus nog, beleef er ook plezier aan, maar mijn sportieve DNA is en blijft dat van een loper. Januari is overigens ook altijd een maand waarin ik opvallend vaker in gezelschap ga lopen en dan besef hoe fantastisch het is om dat samen te kunnen doen. Aan mijn dierbare loopvriendjes: graag meer van dat!

Mijn eerste wedstrijd van het jaar heb ik ook al achter de rug: de 21 kilometer lange Hageland run in de omgeving van Holsbeek. Met 500 modderige hoogtemeters meteen een stevige binnenkomer. Ik finishte als tweede en hoewel ik trager liep dan vorig jaar (modder!) kon ik wel met volle teugen genieten van het sportieve jaar dat zich weer op gang trekt. De volgende wedstrijd dient zich pas in maart aan. Dan trek ik samen met Roos naar Den Haag voor de CPC Loop die dit jaar weer als vanouds in maart doorgaat. De CPC, wat kan ik er nog over zeggen? Dat het een unieke halve marathon is? Dat Den Haag een geweldige stad is? Dat ik altijd weer blij ben als ik daar naartoe kan gaan? En oh ja, dat ik dankzij mijn snelle tijd van in september (5 cruciale seconden) me als subtopper kon inschrijven? Een absolute primeur! Het wordt vooral ook uitkijken naar Roos die erop gebrand is te knallen in de Haagse binnenstad. Ik hoorde haar al meermaals zeggen dat ze nog iets recht te zetten heeft in Den Haag. Wordt ongetwijfeld vervolgd dus.

Het piekmoment van het voorjaar is traditiegetrouw de maand april (een maand die ik wel graag zou zijn). Op 16 april staat de marathon van Rotterdam op het programma. Mijn 16e marathon, mijn derde keer Rotterdam waardoor die stad zich bij Brussel en Parijs kan voegen om samen mijn illustere Big Three te vormen. Rotterdam herbergt een marathon die tot de verbeelding spreekt. Een bijzonder snel parcours met vooral een ongeziene sfeer. Elke keer weer ook een ongeziene lijdensweg langs de Kralingse Plas en een even onvergetelijke finish op de Coolsingel. Rotterdam is één groot loopfeest. Sam staat er trouwens ook weer aan de start, net zoals de gebroeders Van Roy. Roos wilde zich eigenlijk graag inschrijven, twijfelde door de ziektekiemen die door haar lijf woedden om dan vast te stellen dat de marathon al was uitverkocht. Ze schakelde snel en besloot om voor De Jogclub Ultra te gaan op maandag 10 april: maar liefst 59 kilometer lopen over de mountainbikeroute van Seppe in het Herentse. Ik kijk er naar uit om eens voor haar paraat te staan langs de kant van de weg. Om haar vooruit te schreeuwen en te volgen. Ook dat zijn sportieve plannen waar een mens naartoe kan leven.

Ik ga er de komende weken alles aan doen om dat lichaam van mij in topvorm te kneden zodat ik in Rotterdam een gooi kan doen naar de magische sub-3. Een marathon lopen in minder dan 3 uur dus. Om dat doel te bereiken moet ik per kilometer 2 seconden sneller lopen als in Amsterdam. Dat is veel én weinig tegelijkertijd. Ik trek me op aan het feit dat marathonmeester Eliud Kipchoge op 37-jarige leeftijd een wereldrecord liep op de marathon in Berlijn. Amper een week na de marathon sta ik met mijn twee zussen aan de start van de 10 Miles in Antwerpen. Een plan dat in de koelkast stond sinds 2020 (en waar Marike dat jaar haar eigen invulling aan gaf) zou dus 3 jaar na datum realiteit te worden. Een gezusterlijke Odeyn-trein op Antwerpse bodem, dat moet waanzinnig zijn!

Verder volgt er hopelijk wat trailplezier met echte bergen, een 20 kilometer door Brussel en een stratenloopje hier en daar. Geloof me maar als ik zeg dat elk seizoen een loopseizoen is. Ik verklaar de jacht op avontuur, goede verhalen en snelle tijden bij deze voor geopend.

De race – Amsterdam Marathon oktober 2022

  • De cijfers: mijn 15e marathon was een knaller van 3:01:03
  • De voorbereiding: een buitengewoon jaar, een bewogen sportieve zomer met ook heel wat getwijfel, veel wedstrijden en intervaltrainingen in september: ik kon fysiek heel veel aan
  • De race: het ging hard, oh zo hard, en het bleef hard gaan
  • De herinnering: hoe mijn benen over het asfalt bleven malen, hoe ik deze marathon zo bewust beleefde en hoe het toch altijd weer die verbindende verhalen zijn die de marathon zo bijzonder maken

Wat vooraf ging
Ik val in herhaling als ik zeg dat 2022 voor mij nu al een waanzinnig sportief jaar is. In januari was het meteen prijs en won ik mijn eerste wedstrijd in Holsbeek. En dan was het op naar de marathon van Parijs met Roos en Sam. Een geweldige ervaring, maar voor mij een marathon van harken en krabben om een minuutje van mijn PR te lopen. Nadien ging het steil bergop met mijn vorm. Ik veroverde een plek in de top 20 van de 20 km van Brussel. Er waren nog meer overwinningen en natuurlijk de ongelooflijke 68 kilometer lange La Chouffe trail die Roos en ik met trots op ons palmares konden schrijven. In de zomer ondernam ik verwoede pogingen om tot ontspannen te komen: zowel mijn hoofd als benen bleven echter op volle toeren draaien. In augustus en september zat ik volop in de marathonfocus, voelde ik me fysiek steeds beter worden en kreeg ik ook technische loopscholing van mijn kinesitherapeut Kathelijn. 3 weken voor Amsterdam was er mijn PR op de CPC Loop, een week later veroverde ik een derde plek in de halve marathon van Brussel. Crazy! Ik had nooit gedacht dat ik dit allemaal zou meemaken op krap een jaar tijd.

04e233a2-da13-4871-b7f7-6eccded78090B

Vlak voor de start
Roos, Sam en ik stappen iets na zevenen op de metro naar de start nabij het Olympisch Stadion. Tot onze verbazing begint het te regenen. Hm, dat was niet het plan. De sfeer is echter goed: we bespreken wat muzikale hoogtepunten van het jaar en rond half 8 komen we aan bij de startzone. Geen regen meer, voorzichtig breekt de zon door. Over de temperatuur hebben we helemaal niks te klagen. We schuiven aan bij de dixi’s, leveren onze tassen in en krijgen nog een motivational speech van coach Roos. Zij gelooft in ons, zoveel is zeker. Sam en ik gaan via de hoofdingang van het stadion elk naar ons startvak. Op de beats van Tsunami voel ik aan alles dat ik er zin in heb. Ik ben razend benieuwd wat Amsterdam voor ons in petto heeft.

De race
Als ik om 9:03 over de startlijn loop is het echt begonnen. Eerst het stadion uit en dan richting Vondelpark. De eerste kilometers van deze marathon zijn niet de bijzonderste, maar ze moeten zoals steeds ook gelopen worden. Niet te snel vertrekken (het advies van Roos en Sam), wel het moment pakken (het advies van Seppe): het resulteert in een ideale eerste kilometer van 4’16”. Netjes! De eerste passage door het Vondelpark flitst me meteen terug naar 2017: ik herken het hier! Ik zie ook de borden van kilometer 38 en 39, de laatste kilometers zijn namelijk identiek aan de eerste. Het lijkt nog zo oneindig ver weg, alsof ik hier pas over een dag weer zal doorlopen (in realiteit is het dik 2,5 uur, naar mijn gevoel effectief een dag later). Ik heb een goede tred te pakken die steeds net onder de 4’15” blijft. Ideaal om zo dicht mogelijk tegen die drie uur aan te schurken bij de finish. Amsterdam blijkt ook wakker te zijn. Er zijn al behoorlijk wat supporters op de been. Ik kan niet anders dan concluderen dat deze eerste kilometers me een pak beter bevallen dan 5 jaar geleden.

AMSW0535-originalb

Als de zon prachtig tussen de gebouwen door schijnt, je snelle tempo ontspannen aanvoelt en je van dit alles kan genieten dan weet je dat je goed vertrokken bent. Dit belooft een mooie dag te worden! Na een kilometer of 5 ontwaar ik plots in de massa het bekende blauwe shirt met witte sterretjes van Team Siktivity. Het is Stijn Van Roy (roepnaam De Witte), broer van Simon (roepnaam De Sikke) die samen met z’n broer van start is gegaan in het sub3 startvak voor mij. Ik loop Stijn voorbij en kruis ook de toplopers van de race: ronduit indrukwekkend! Het lijken atleten van een andere planeet te zijn, tenger, maar oh zo krachtig en snel. Op kilometer 7 zal Roos op haar eerste supporterspunt staan. Het parcours maakt daar één van de eerste gekke uitlopers naar beneden. Ik ben hypergeconcentreerd om op rechts Roos niet te missen en op links mogelijk een glimp van Sam op te vangen. Roos schreeuwt me met veel decibels verder op weg. Mijn benen tikken nog steeds mooie tempo’s af onder de 4’15” zonder dat ik er echt moeite voor lijk te doen. Wie weet, wie weet kan ik wel onder de 3:03 finishen.

Na 9 kilometer zie ik nog een loper met het Siktivity-shirt: Sikke himself. Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Ik zit helemaal in mijn lekkere marathontempo en ik zou hem kunnen inhalen, maar ik besluit dat niet meteen te doen. Sikke gaat immers voor een sub3 en startte voor mij. Hem nu voorbij lopen, betekent wellicht dat ik als vanouds te hard van stapel loop en dat ik mogelijk wederom een slag bij de Amstel zal verliezen. Aangezien hij ook mijn beoogde tempo loopt, blijf ik een paar meter achter hem hangen zonder me kenbaar te maken. Het klinkt raar, maar ik wil hem niet storen tijdens zijn race. Bovendien gaat er ook een grote rust uit van de lopende Sikke die een kop groter is dan ik. Ik volg zijn gezwinde pas en moet daardoor niet te veel meer nadenken. Als we de Amstel naderen rond kilometer 14 besluit ik dat ik uit de anonimiteit moet treden. Ik had eigenlijk kunnen weten dat de altijd aimabele Sikke erg blij is met mijn gezelschap. We wisselen wat ervaringen uit en kijken met gemengde gevoelens uit naar de lus langs de Amstel.

CDBP0297b

Ik voel me nog steeds fris. Het is nu mijn beurt om aan het stuur te gaan zitten. Sikke zet zich in mijn voeten en zal de komende 13 kilometer op mijn rug kijken. Ja, het was de juiste keuze om mezelf wat in toom te houden, want ik kan nu aan hetzelfde stevige tempo blijven doorgaan met tegenwind en Sikke in mijn zog. Ik lijk een inhaalrace te lopen: van de ene loper fladder ik naar de andere, niet tegen de wind in, maar er tussendoor. Sikke zou later in zijn verslag schrijven dat hij zo fier als een gieter achter een ervaren marathonrot als ik aanloop. Wel, ik ben eveneens trots dat ik een atleet van Sikkes kaliber aan boord kan nemen. Mijn benen blijven gaan aan een steady pace. Ik voel me zo machtig en besef nog maar eens dat dit een hemelsbreed verschil is met 2017. Ik kan dan ook amper geloven dat we al zicht hebben op het keerpunt over de Amstel (de Mont Ventoux aldus Sikke). Als we over de brug lopen, kruisen de broertjes Van Roy elkaar en dat gaat uiteraard gepaard met een stevige kreet.

Yes, we zijn na 19 kilometer het water over en de wind zit nu in de rug. Het tempo blijft goed aanvoelen. Als we het halfway point overschrijden, zie ik 1u30 en een handvol seconden op mijn horloge verschijnen. Op zich liep ik die tijd ook tijdens mijn vorige twee marathons, maar het grote verschil is dat ik nu zonder één spat verval gelopen heb en me nog steeds heel sterk voel. Ik zie mezelf niet meteen instorten. We passeren een bende trommelaars die tot Sikkes ongenoegen niet aan het trommelen zijn (erg vervelend). De kilometers floepen voorbij. Over de sfeer en beleving heb ik ook nog steeds niets dan lof. Amsterdam en Sikke blijven zich van hun meest enthousiaste kant tonen. Ik kan alleen maar hopen dat Sam, die voor mij in de race loopt, het net zo naar z’n zin heeft.

AMTN2422-originalB

Na 25 kilometer draaien we weg van de Amstel. Het is nu uitkijken naar kilometer 27 waar Roos ons weer zal aanmoedigen. Mijn passagier kondigde al aan om na de passage bij Roos zijn wagon los te koppelen van de stoomtrein (zoals hij me tijdens en na de race noemt) zodat hij zijn eigen tempo kan vinden. Onder luid geroep passeren we bij Roos. Nog een laatste aanmoediging van mijn compagnon en dan zet ik tgv-gewijs mijn tocht alleen verder. Jongens toch, wat is dit al ongelooflijk geweest! Doorgaans heb ik mijn dip tussen kilometer 25 en 30: het moment dat ik de inspanning voel en besef dat ik nog een end te gaan heb. Waar ik in Parijs op dit moment dacht: oh nee, nog een kilometer, denk ik nu: laat die volgende kilometer maar komen! Ik loop nog steeds als een jekko. Natuurlijk voel ik de inspanning wel. Mijn rug trekt een beetje, mijn hamstrings zijn wat stijver en ook mijn rechterkuit is al frisser geweest, maar er zit nog steeds veel schwung in mijn pas. This girl is on fire. Wat is lopen toch een fantastische sport! Zelfs als je door een bedrijventerrein in Amsterdam Oost scheurt met 30 kilometer in de benen.

Vanaf kilometer 30 lijkt het alsof ik wekelijks door Amsterdam loop. Elke meter komt me zo bekend voor. En dan vooral de worsteling die ik destijds had met elk van die 12.000 meters. Hoe ik mezelf heel de tijd moed moest inpraten om te blijven gassen. De ene marathon is al eindelozer dan de andere. Er zit nog steeds amper verval op mijn kilometertijden rond de 4’15”. Enerzijds loop ik heel verbeten en gefocust, anderzijds ben ik omhuld door een wolk van lichtheid. Vanuit mijn marathonbubbel heb ik veel oog voor wat er rond mij gebeurt. Elke aanmoediging komt binnen (en het zijn er veel). Mijn hoofd registreert wel wat pijntjes en ongemakken, maar die klachten worden eenvoudigweg geseponeerd. Het dringt niet door. Ik ben vastberaden om met deze mindset kilometer 35 in te gaan, als ik kan volharden wordt dit een marathon om in te kaderen. Hoe zou het eigenlijk met Sam gaan? Ik ga er maar van uit dat hij ook de flow te pakken heeft waar hij hoopte.

9bc24e59-d30d-43f7-80bb-d14bda7ece27B

Ik ga niet beweren dat ik vanaf kilometer 35 van elke meter geniet. Ik tel af, maar ik voel aan alles dat het nog steeds goed zit. Als die benenmolen maar kan draaien, dat zei Marike mij de afgelopen tijd vaak om aan te geven hoe wonderlijk het is dat mijn lichaam over een soort van marathonstand lijkt te beschikken, de cruise control waar ik op kan terugvallen. Stilaan begint het door te sijpelen dat ik heel dicht tegen die drie uur kan finishen. Zeker omdat ik weer langs de rand van de binnenstad loop en de aanmoedigingen toenemen. Ik kijk uit naar het laatste supporterspunt van Roos op kilometer 37. Ze heeft haar plek wel gekozen: de enige tunnel waar je je serieus in kan verslikken. Ik zie haar staan en het lijkt alsof ze me met een elastiek naar zich toe trekt. Echte woorden wisselen we niet uit met elkaar. Ik lach, ik roep. Roos brult me nog iets toe en geeft me een tik op mijn kont (daar waar mijn power button zit). Ondanks mijn hyperfocus probeer ik me ook heel bewust te zijn van het moment. Juist dit is de marathon. Dit is waar je voor traint.

In de bevoorradingen is het opletten geblazen voor de gekke manoeuvres van lopers die zonder nadenken de kortste weg nemen naar een bekertje water. Ik ben ook op m’n hoede voor de tramsporen. In normale omstandigheden vormen die geen noemenswaardig obstakel, met 38 kilometer op de teller voelt het alsof ze mijn voet zomaar zouden kunnen opslokken. Mijn kilometertijden schommelen nu tussen de 4’15” en 4’20”. En jawel hoor, ik loop weer door het Vondelpark. Sporadisch staat er een loper tegen een boom geparkeerd, maar verder doet niets vermoeden dat de finale van een marathon hier gelopen wordt. Onder de boog van de 40 km pak ik nog eens mijn moment. Nu ben ik er echt bijna, gewoon blijven gaan, niet strijden, maar lopen. Ik geef een high five aan een man met een microfoon die een applaus vraagt voor de moedige lopers die gevochten hebben voor de sub3 maar het net niet gehaald hebben. Euh, excuseer? Ik ben niet de verliezer van de dag. Mijn kilometer 42 loop ik in 4’10”. Vlak voor ik het stadion induik voor een halve ereronde kijk ik op mijn horloge en zie ik nog een 2 staan. Onder de drie uur lopen is niet mogelijk, maar een groot getal zal er niet achter staan. Ik doe een poging om alles uit mijn benen te persen op de piste. Ik kan nog wat mannen voorbij lopen. Ja, ik zie de finish! Daar stopt dit marathonavontuur. Op mijn horloge staat 3:00:59, maar mijn officiële netto tijd van 3:01:03 is de spiegeling van mijn lucky number 13. Ik liep met een gemiddelde snelheid van 4’15” per kilometer. Wat is hier allemaal gebeurd?

AMUN1728-original

Er is iets bevreemdends aan de finish van een marathon: je werkt maandenlang toe naar het moment dat je in dat startvak staat om aan je race te beginnen. Je vertrekt, doet je ding en vooral, je doet wat je het liefste doet: lopen. Tot je gaat uitkijken naar het moment dat je kan stoppen met lopen, dat de strijd gestreden is en je op adem kan komen. Maar dan overvalt je ook heel snel het besef: het zit erop, dit was het dan. Drie uur lang heb je je voeten over het asfalt horen kletsen. Heb je je ademhaling gehoord. Je eigen stem in je hoofd. Was er geroep en tumult langs alle kanten. Overal om je heen zag je lopers. Drie uur lang leef je mentaal in een andere dimensie. Heel abrupt komt dat allemaal tot stilstand. In mijn hoofd werd het toen heel erg stil. Blanco zelfs. Zowel fysiek als mentaal had ik alles gegeven. Hoe geweldig is het dan als een bekend gezicht je staat op te wachten: Sam! Hij kon zijn derde marathon finishen in 2:55, waar hij terecht erg tevreden mee was. Vooral omdat hij het uiterste uit deze dag had kunnen halen zonder opspelende maag- of knieproblemen. Wat een prestatie weer! De broers Van Roy finishten allebei in 3:08, net niet samen. Hoe dan ook een toptijd, al helemaal voor een marathondebuut.

17483f65-fcea-4f6e-b573-1d086ca12a7eB

De conclusie
Amsterdam zal nooit mijn stad zijn, maar ik ben de stad wel eeuwig dankbaar voor deze marathonervaring. Het parcours is – ondanks de vreemde vorm – echt snel. Je maakt er amper hoogtemeters. De supporters zijn talrijk en enthousiast. Ook het Amsterdamse decor heeft zeker wat moois te bieden. Het vertrek in het stadion en de dubbele passage door het Vondelpark zijn wat mij betreft de hoogtepunten. De finish vond ik een tikje tegenvallen omdat er relatief weinig publiek aanwezig is in het stadion, de kilometer ervoor was dan wel weer sfeervol te noemen. Het grote minpunt was de app die een uur achterliep en dan nog foutieve informatie gaf. Als supporter die de race op de voet wil volgen, heb je daar dus eigenlijk helemaal niks aan. Ook de marathon expo was een tegenvaller. Voor een marathon van dit niveau mag het net ietsje meer zijn dan een verouderde sporthal met dito stands.

Soms denk ik dat ik bij elke marathon of race in principe hetzelfde verhaal vertel. Oh, wat was het zwaar! Oh, wat was het ook leuk! Oh, wat was het weer een doldwaas avontuur met iedereen die erbij was! Deels is dat ook zo: omdat net dat is waarom lopen zo’n prachtige sport is. En toch is elk verhaal weer uniek omdat de beleving zo anders is. Hoe meer marathons ik loop, hoe meer ik ook besef hoe bijzonder het is dat ik dit kan doen. In eerste instantie omdat het geen prestatie is die je elke dag levert: telkens weer is het een uitdaging. Zowel fysiek als mentaal ga je door barrières. Sam zei daar iets heel mooi over, dat je de rauwheid van emoties die een marathon losmaakt met niks kan vergelijken. Je komt iets van jezelf tegen waar je anderen dan weer in vindt. Bij deze neem ik dus nogmaals mijn petje af voor iedereen die deel uitmaakte van dit avontuur, voor iedereen die heeft meegeleefd, van dichtbij of veraf. Roos en Sam, jullie haalden het beste in mij naar boven. Op naar de volgende met Team Invaincu!

Enkele weetjes

  • Ik slaagde erin om maar liefst 4 sportgels weg te werken tussen kilometer 10 en 27. En jawel, het zijn nog steeds die vervallen gels met lichte brokvorming. Dit was écht de laatste keer.
  • Een primeur: ik kocht voor het eerst mijn marathonfoto’s (of loopfoto’s van een organisatie tout court) omdat ze erin slaagden om het moment weer te geven.
  • Liefst van al loop ik met een korter en losser shortje, maar voor de marathon kies ik altijd voor een strakke versie. Met mijn favoriete short liep ik tal van marathons. Zaterdagavond onderwierpen Roos en ik het bewuste broekje aan een kruisnaadcontrole. Onze conclusie: zichtbare slijtage, maar het kan nog wel wat marathonnetjes mee.
  • De frustratie over de disfunctionele marathon-app maakte Roos zowel woedend als radeloos. Ze belde tijdens de marathon met Marike, onze ouders en Niko om de schaarse informatie die ze bezat toch te delen met het thuisfront.
  • Mijn metekindje Leah maakte een supportersschilderij met waterverf, maar dat liep wat uit de hand, als in: meer water dan verf.
  • Jullie weten al dat ik fan ben van het creatieve taalgebruik van onze noorderburen. Supporteren en enthousiast zijn is hen op het lijf geschreven. De mooiste aanmoediging die ik kreeg was Joke, jij koningin!
  • Nog een uitspraak van Sikke: als ik er niet door de ene Odeyn afgelopen wordt, dan is het wel door de andere!
  • Sikke plaatste zelf amper een paar uur na zijn race een verslag op Facebook getiteld Met stoomtrein Odeyn. Ik hou van zijn schrijfsels, lezen dus! Vandaag gaat hij trouwens van start in de duatlon Reuzen van Wetteren. In december komen we elkaar weer tegen in de Hel (waar we in 2018 allebei als derde eindigden).
  • Ik leefde ook mee met Tessa (die hier over haar masterpiece van 3:19 schreef) en Christelle (goed voor een ijzersterke 3:09). Het afgelopen jaar geraakte ik met hen aan de babbel in het loopwereldje.
  • Zaterdag deden Roos en ik niet veel sightseeing in Amsterdam. We kwamen wel toevallig uit bij de nieuwe rechtbank en werden geraakt door het imposante standbeeld Love or Generosity van Nicole Eisenman.

IMG_9892b

Het moment – Een meesterlijke marathon

Amsterdam – zondag 16 oktober, 12:05. Ik ben nog aan het snikken terwijl er een medaille rond mijn nek wordt gehangen. Sam is bij mij. Today, I ran my masterpiece staat er op het blauwe lint rond mijn nek. We verlaten samen het Olympisch Stadion, terug naar de wereld buiten onze marathonbubbel. Ik kan heel moeilijk bevatten wat er de afgelopen uren is gebeurd. Ik liep mijn 15e marathon in 3 uur en 1 schamele minuut. 181 minuten voelde ik me zo sterk. Invaincu. Ik heb zoveel meegemaakt, zoveel gezien, gedacht, beleefd, gehoord en ervaren. Gelachen én gestreden. Ik kan niet geloven dat het erop zit en dat de hallucinant snelle tijd op mijn horloge echt mijn nieuwe PR op de marathon is. Drie uur, één minuut en drie seconden. 03:01:03.

Mijn marathon speelt nog steeds in mijn hoofd als een film van Quentin Tarantino of Martin Scorsese die een schouwspel van een uur of 3 wel aandurven. Het is een film waarin ik eerst met Sam in het stadion sta. Een moment van reflectie en dankbaarheid voor het afgelopen half jaar. Het volgende shot sta ik in de drukte van het startvak. Door de geluidsbox vlak naast mij voel ik de adrenaline door mijn lijf drillen. Een voice-over zou hier op z’n plaats zijn. Pak het moment! En dan loop ik. Vrij snel vind ik een tempo waarvan ik voel dat het mijn marathontempo wordt. Roos schreeuwt me een eerste keer iets toe. De soundtrack krijgt hier epische allures. Fast forward naar de volgende scène. Ik loop een paar kilometer semi incognito verscholen achter Simon – Sikke – Van Roy om hem nadien op sleeptouw te nemen voor een doldwaze tocht langs de Amstel. Eén langgerekt shot: het komische intermezzo van het script, iets met een losgeslagen stoomtrein. En dan een flashback naar 2017 toen ik ten onder ging na 25 kilometer. Vandaag niet. Mijn benen en hoofd blijven onverzettelijk gaan. Roos is de rode draad van mijn film. Als supporter, steun en toeverlaat duikt ze op langs het parcours om zoals steeds het beste in mezelf naar boven te halen. De soundtrack wordt overstemd door het gejoel en de aanmoedigingen. Pak het moment! De film nadert zijn ontknoping. Ik kom aan in hetzelfde stadion. Vogelperspectief om aan te tonen hoe nietig je als loper bent. De eerste meters na de streep voel ik de stilte in mijn hoofd. Geen voice-over. Ik sta daar weer samen met Sam. Een filmeinde dat ook het begin is.

In de stad van Rembrandt, Vondel en Ramses Shaffy klinkt een slogan als Run Your Masterpiece behoorlijk intimiderend. Ik kan niet anders dan zeggen dat ik mijn marathonmeesterwerk afleverde. Hoe kwetsbaar ik me soms ook voel, dit was de marathon die mij niet aan het wankelen kon brengen. Ik durfde erop te vertrouwen dat het goed komt (want komt het niet altijd goed uiteindelijk?). Ik vertrouwde erop dat ik dit kan, dat ik gemaakt ben om te lopen ook al zie ik er met mijn korte stevige benen niet uit als een typische afstandsloper. Elke kilometer bracht me dichter bij mijn doel. En oh ja, het deed ook pijn! Het kostte me verdorie zoveel kracht! Ik ben een mens, geen machine, maar dat lijf wilde ervoor blijven gaan. Elke keer wilde ik het moment pakken tot ik besefte dat het moment mij had gepakt.

Zoals steeds volgt er later deze week een uitgebreider raceverslag, want ook deze keer valt er zoveel meer te vertellen over dit marathonavontuur. Eveneens traditiegetrouw zijn de woorden van dankbaarheid die ik hier en nu wil uitspreken. Voor de hoofdrolspelers van mijn film. Voor de crew en de regie, voor de catering en de kostuums. Voor de toeschouwers en de fans. Weet dat jullie allemaal op jullie eigen manier een bijdrage hebben geleverd aan mijn eigen kleine meesterwerkje. Mijn dank daarvoor is oneindig groot!

Marathonpraat – Team Invaincu naar Amsterdam!

Stromae, wat een held! De man van bouwjaar 1985 die fantastische muziek maakt, de meest waanzinnige outfits draagt en als geen ander het donkere en het lichte van het leven laat samenvloeien. Zijn jongste album begint met Invaincu of hoe je toch onoverwinnelijk kan zijn ondanks zware mentale dobbers. Een topnummer waar zo’n aanstekelijke vreugde vanuit gaat dat het onmisbaar werd tijdens mijn ochtendroutine. Kwestie van de dag met een oppepper in te zetten. Meer nog, Invaincu inspireerde me om een mini-collectie uit te werken voor mijn Amsterdams marathonavontuur met Roos.

IMG_9855b

De Amsterdam Marathon dus. Roos en ik liepen die al eens in 2017. Voor ons allebei was het de marathon van “net niet”. We vonden Amsterdam te druk, het parcours vervelend. Oneindig lang ook. Hoe dan ook beleefden we er een prachtig marathonweekend in familiaal gezelschap. Met een valies vol straffe verhalen en weer een ervaring rijker verlieten we de Nederlandse hoofdstad. Ik wist toen niet dat er 5 jaar later een part II zou volgen. Dat ik als 37-jarige een PR zou hebben dat maar liefst 20 minuten sneller is dan mijn 3:26 van 2017. Bredero zei het al: het kan verkeren. De Amsterdam Marathon is mijn 15e marathon. Ik kon bij 7 marathons mijn PR verbeteren, bij de andere 7 lukte dat niet. De vraag is dus naar welke kant de weegschaal zal overhellen op zondag 16 oktober.

Genoeg over de cijfers. Ik zou hier nu een doordacht raceplan aan jullie kunnen voorleggen. Sam heeft immers gelijk: je moet je hoofd erbij houden als je een marathon loopt. De waarheid is dat ik elk uur van plan lijk te switchen. Ik wil zo graag die onverzettelijke vrouw met het plan zijn, maar ik denk dat mijn plan is: we zien wel hoe het loopt. Ik kan niet ontkennen dat ik in uitstekende vorm verkeer. Ik ben beter en sterker dan in Rotterdam en Parijs. Inmiddels ben ik ook meer ervaren met de tempo’s die ik sinds een jaar loop. En toch. Toch blijf ik de loper van het gevoel. Hoe onoverwinnelijk ik me vorig jaar in Rotterdam voelde: dat is goud waard! Ik wil het moment van de start pakken om het met Seppes woorden te zeggen. Ondanks mijn mentale problemen voel ik gelukkig ook een enorme kriebel om me in dit avontuur te storten. Ja, ik ben dus gedreven om mijn PR van 3:06 scherper te stellen. Of en hoe dat zal gebeuren, dat weten we morgen.

IMG_9763b

IMG_9756b

Ik heb dit jaar al zo ongelooflijk veel sportieve hoogtepunten mogen beleven. Het ging van sneller en harder ook naar trager en langer. Ik babbelde met zoveel toffe lopers. Ik kreeg er vrienden bij. Volgers en lezers hier op mijn blog. Ik won trofeeën en flessen wijn. Ik besef echt hoe een waanzinnig sportief jaar dit is, nu al. Invaincu dat ben ik niet omdat ik wedstrijden kan winnen. Invaincu dat ben ik omdat ik zoveel samen mag beleven. Die kleine fijne fantastische zus zal weer aan mijn zijde staan. Die andere fantastisch lieve zus zal weer intens meeleven. Die fantastisch inspirerende broer leerde me om juist op dat gevoel te durven lopen. Net in deze tijden van donkere wolken en dekens van ellende ervaar ik ook zoveel warmtegolven om me heen. Toujours invaincu!

Voor het marathonweekend maakte ik een set tasjes (je kan er echt nooit genoeg hebben!) en twinning + winning sweaters (zeg: swetter). Het kleurenpalet lavendel-bordeaux-pruim belichaamt die heerlijke retro-vibe. Zoals het een echt Flat White kledingstuk betaamt wordt het geheel afgetopt met a touch of leopard. Het is een sweater geworden die ik een leven lang wil koesteren. Team Invaincu op avontuur in Amsterdam dus. Samen maken we er iets formidable van!

TYCQ3131

Marathonpraat – Voorbeschouwing op Amsterdam van Sam

Helemaal aan het begin van dit jaar schreef ik voor het eerst over ene Sam. We leerden elkaar beter kennen in voorbereiding van de Paris Marathon en inmiddels lijkt het alsof we way back gaan. Het is lastig om Sam in een notendop te vatten omdat hij zoveel is. Sam Niyonzima is een 26-jarige advocaat. Een snelle én verstandige loper. Een man met een missie. Een avonturier. Iemand die kan vertellen en kan luisteren. Een lezer van mijn blog. Een loopmaatje waar ik meer mee over lopen praat dan dat we samen lopen. En vooral: een heel goede en dierbare vriend. Zondag staan we samen aan de start van de Amsterdam Marathon. We hopen allebei om daar het onderste uit de kan te kunnen halen. Voor Sam is Amsterdam na Antwerpen (3:01) en Parijs (2:59) marathon numero 3. Hij vertelt jullie graag hoe hij naar zondag 16 oktober heeft toegewerkt.

Ik heb gekozen voor een persoonlijk trainingsschema omdat ik, los van alle loopdoelen, al langer eens een conditietest wilde afleggen om te kijken waar mijn limieten liggen. In juni kreeg ik een schema voor 16 weken met als einddoel de Amsterdam Marathon. Het bestond uit 5 trainingen per week: een nuchtere loop, een herstelloop, een intervaltraining, een extensieve duurloop aan een hoger tempo en een lange tragere duurloop. Een training werd uitgedrukt in loopminuten en met één of meerdere hartslagzones. In het begin was het wel aanpassen omdat ik nog nooit op hartslag had gelopen. Zeker de trainingen aan een relatief lage hartslag waren naar mijn aanvoelen echt traag. Het gaf me wel vertrouwen dat ik altijd wat sneller kon lopen dan de inschattingen van het schema.

ee0baa9d-ee9f-4d3c-a298-96419f9cf288

Het was echt een heel goede zomer. De eerste twee maanden bouwde ik vooral aan een stevige basis, wat heel vlot ging. Op twee trainingen na heb ik tijdens de zomermaanden al mijn trainingen kunnen volgen. Het gaf me veel vertrouwen en voldoening om elke week de combinatie te kunnen maken met werken en trainen. Achteraf gezien besef je dan pas hoeveel gedoe dat soms was, maar je zit wel altijd in een bepaalde structuur. Toen ik in juli op vakantie in Zweden was, had ik schrik dat mijn ritme gebroken zou worden, maar het gaf me juist nog meer motivatie om ’s ochtends voor het ontbijt te gaan lopen in een supermooie omgeving. Eerst in Stockholm en dan wat noordelijker, met veel hoogtemeters ook wel. Na die vakantie begonnen de intervaltrainingen pittiger te worden.

Een eerste echte test was de 16 km van Dwars door Zaventem op 15 augustus. Ik won die wedstrijd met 2 minuten voorsprong en was, zeker gezien de omstandigheden, ook heel blij met mijn tijd ruim onder het uur. Dat stemde me heel gelukkig! De dag erna had ik spierpijn en eigenlijk had ik die week rustiger aan moeten doen, maar ik ben blijven doortrainen. Tijdens een intervaltraining voelde ik iets in mijn hamstrings en een dag later heb ik mijn hamstring echt verrekt toen ik een sprintje trok bij een teambuilding van het werk. Ik heb toen 10 dagen rust genomen om dan weer voorzichtig op te bouwen. Ik kon dan nog 3 weken mijn schema volgen. De CPC Loop in Den Haag was een goede graadmeter. Mijn hamstring was oké, maar ik begon wel last te krijgen van mijn knie. 2 oktober liep ik de halve marathon van Brussel met daaraan vooraf nog eens de 10 kilometer: in totaal dus een lange training van 31 km, met daarin twee blokken aan marathontempo. Ik had daar echt last van mijn knie, niet leuk, maar gelukkig begon de taperperiode. Afgelopen zondag deed ik nog een laatste test en liep ik 16 kilometer waarvan 12 aan mijn marathontempo. Dat ging heel vlot, mijn knie hield zich goed, maar ik blijf er wel wat paranoïde over. Ik vertrouw op mijn heel goede basis van de zomer, want ik heb nooit eerder zoveel getraind tout court.

NIZD3861

Mijn doel voor Amsterdam is om sub 2:55 te lopen. Ik wil voorzichtig van start gaan aan 4’09” per kilometer zodat ik me zeker niet opblaas. De marathon is humbling, het is een beest dat je niet zomaar kan bestormen zonder je hoofd erbij te houden. Halverwege ga ik dan kijken hoe ik me voel en of mijn hartslag nog oké is. Die zal dan normaal rond de 165 liggen, maar eigenlijk mag ik tot 180 gaan. Als het nog goed gaat, ga ik proberen versnellen naar 4’05” en dan ga ik weer kijken hoe ik me voel op km 30. Als ik dan rond de 4’00” zou lopen, zou dat ideaal zijn. Vanaf km 35 is het niet meer te veel nadenken en gewoon gaan, zien wat er nog in de tank zit om hopelijk onder die 2:55 te eindigen. Het parcours is in ieder geval geschikt om een snelle marathon te lopen, we zullen zien wat het weer geeft. Qua voeding ben ik overgeschakeld van de gels van Maurten naar SiS. Ik neem er 6 mee en hoop er minstens 4 te kunnen wegwerken. Tijdens de halve marathon van Brussel testte ik mijn voeding al, zowel voor als tijdens de race.

TKLR5652

Waar ik het meeste schrik voor heb is dat ik zoals in Parijs last krijg van mijn maag en dat het een calvarietocht wordt vanaf km 13. Bij mijn eerste marathon was het tot km 25 à 30 een aangename looptocht en dat is ook waar ik nu op hoop: dat het begin voelt als een ochtendloopje, dat ik echt kan genieten van de sfeer en die kan opnemen. Vanaf km 30 is het logisch dat je begint af te zien, maar ik kijk ernaar uit om in die flow te zitten van de marathon en dan te beseffen dat ik hier maanden voor heb getraind en dat het gewoon goed gaat.  Naar een marathon kan je nog harder uitkijken dan naar een reis. De voorbereiding is gigantisch in verhouding met de tijd die je spendeert aan het lopen van die marathon. Daardoor heb je ook veel meer zenuwen en verwachtingen dan voor een reis. Een marathon is een heel korte reis van hopelijk minder dan 3 uur en je weet nooit wat er kan gebeuren. Dat maakt het heel exciting.

Ik kom vrijdagnamiddag samen met mijn vriendin Jona aan in Amsterdam. Dan kan ik mijn nummer gaan afhalen en zaterdag rustig aan doen, ik ga proberen niet te veel te wandelen. We slapen weer in hetzelfde hotel als Joke, die ik blindelings vertrouw in haar hotelkeuzes. Ik ben benieuwd om wat van Amsterdam te zien. Er zullen een paar vrienden en een collega zijn om me aan te moedigen tijdens de marathon. Ik kijk er naar uit om het marathonavontuur samen te beleven. Misschien geef ik wel weer een radio-interview, deze keer voor de NOS?

Liefste Sam, als iemand dit kan, dan ben jij het wel! Ik hoop heel hard op die ideale marathonflow waar ik dan een paar kilometer achter jou ook nog van kan genieten. Op naar het avontuur in Amsterdam!

Het moment – Roos en Seppe op kruissnelheid door Berlijn

Het laatste weekend van september regende het sportieve verhalen. Ik vertelde al uitgebreid over Den Haag met Sam, maar er was ook Berlijn van Roos met Seppe en Bobby. Roos liet de CPC Loop namelijk niet zomaar aan zich voorbij gaan: op zaterdag 24 september zou ze deelnemen aan haar eerste skeelerrace ooit. En wat voor één: de iconische Berlin Marathon. 42,2 kilometer op wielen dus. Ook Seppe en Bobby trokken hun driewielers aan om door de Berlijnse straten te sjezen. Seppe liep daags nadien, in de schaduw van het wereldrecord van Eliud Kipchoge, ook nog de marathon. Hier spreekt een trotse grote zus. Needless to say dat ik behoorlijk onder de indruk was van de belevenissen van mijn zus en broer. Ik vind het zo dapper dat ze zich aan een skeelerrace durfden te wagen! Hoe dat Berlijnse avontuur hen beviel? Dat vertellen ze jullie zelf.

Roos: Toen Seppe in de zomer aankondigde dat hij de marathon van Berlijn zou skeeleren omdat Bart Swings hem en Robrecht – Bobby – Paesen had uitgedaagd in de podcast van De Jogclub dacht ik: leuk, dat wil ik volgend jaar ook doen. Er kwam echter een plaats vrij in de auto en het hotel. Ik twijfelde, maar Niko zei: waarom niet, wat kan er misgaan? Ik schreef me eind augustus in en kocht nieuwe skeelers: de Roces EGO 3×110 TIF. Skeelers met drie grote wielen waar ik nog nooit mee had gereden. Ik had me goed ingelezen voor ik ze kocht. Ze kwamen aan op 1 september. De testrit was meteen superleuk. Niko fietste met mij mee. Ik merkte wel dat ik met die drie wielen meer techniek nodig had om m’n bochten te nemen, maar ik maakte ook veel meer snelheid. Ik vloog echt!

7982_20220924_172948_250523432_original

Het probleem van skeeleren is dat je er goede asfalt voor nodig hebt en dat je het niet kan doen als het regent. De tweede week van september regende het elke dag, werden de dagen korter en had ik dus geen tijd om te trainen. Ik bleef wel fietsen en lopen. Na die week kon ik nog wat skeelertrainingen afwerken. Zo ging ik langs de Demer rijden om goede bochten te kunnen maken. Seppe gaf mij nog techniektips: dat je eigenlijk altijd een M achter je moet maken bijvoorbeeld. M’n langste skeelerrit was 25 kilometer. Ik was er niet echt moe van, maar had er wel 1u18 voor nodig gehad en in Berlijn is de tijdslimiet voor 42,2 kilometer 2u30. Dat leek haalbaar, maar zonder veel marge.

7982_20220924_173414_250558294_original

De beleving in Berlijn was uniek! Ik voelde helemaal die grote evenementensfeer, het festivalgevoel, maar ik was wel veel ontspannener dan voor een loopmarathon. De start van de skeelerrace was om 15u30. Het was best een internationaal deelnemersveld, ook veel verklede mensen. Bij het vertrek was ik meteen diep onder de indruk. Het ging ook meteen goed: heerlijk gevoel om over dat perfecte asfalt die snelheid te kunnen genereren! Eens goed kunnen doorperen, dat gevoelde kende ik niet van mijn trainingen. Ik heb niet in een treintje gereden, zo op elkaar gaan hangen durfde ik niet aan. Wel sprong ik moeiteloos over de tramsporen. Mijn race ging zo vlot dat ik wist dat ik een goeie tijd zou kunnen neerzetten. Ik wilde dus niet verzwakken – het is uiteindelijk wel een wedstrijd – maar er ook heel erg van genieten. Ik reed al glimlachend door Berlijn. Op zo’n parcours moet je gewoon hard gaan. Mijn enige angst was dat één van m’n wielen los zou komen. De laatste kilometer voor de Brandenburger Tor heb ik nog gesprint, vlak voor het monument rij je over kasseien waardoor je snelheid verliest en voor de laatste 200 meter heb ik nog een keer goed opgetrokken. Na de finishlijn kom je trouwens ook zonder rem verbazingwekkend gemakkelijk tot stilstand omdat de tijdsmatten een gigantisch obstakel zijn die voor geen meter bollen. Ik finishte uiteindelijk in 1u48. Ik had nooit gedacht dat ik zo ruim onder die 2 uur zou kunnen aankomen. Volgend jaar wil ik zeker nog eens deelnemen!

7982_20220924_173500_250569100_original

Ook de marathon op zondag als supporter van Seppe was indrukwekkend. We waren wel best moe en voelden ook de ontlading, maar de hele beleving in het hotel met al die marathonlopers en Seppe die op de startlijst van de elite stond, maakten weer adrenaline los. Ik maakte al vaker grote marathons mee, maar dit was m’n eerste Major. Ik keek er natuurlijk naar uit om Eliud Kipchoge in het echt te zien. Heel bijzonder was dat! Bobby en ik zagen Seppe voor het eerst op kilometer 2,5 en dan op 24. Hij was hard aan het afzien, maar lachte wel naar ons. 

KYVW9823

Seppe: Ik had er al drukke weken opzitten met veel buitenlandse wedstrijden. We kwamen vrijdagavond pas laat aan in Berlijn na een vermoeiende autorit. Ik stapte mankend uit de auto: zo fris was ik dus. Omdat ik bij de elite mocht vertrekken, stond zaterdag de officiële briefing op het programma en was het best nog een gedoe met nummers ophalen. In totaal namen er een zestigtal deelnemers deel aan het combinatieklassement van de skeeler- en loopmarathon. Bij de skeelerrace vertrok ik in een groepje, wat toch wel spannend was. Pas halverwege de race kon ik er wat van genieten. De kunst is om lange slagen te maken door je twee skeelers dicht bij elkaar te zetten, wat heel onstabiel aanvoelt, je moet dus wat relaxed zijn om dat te kunnen. Een zere rug moest ik er bij nemen. Ik reed mijn tweede helft sneller dan de eerste. Eerlijk gezegd heb ik toen niet veel meegekregen van het parcours. Er waren veel supporters, voornamelijk marathonlopers die al in de stad waren. Ik finishte in 1u35, een mooie tijd. Bobby kwam 2 minuten voor mij binnen.

Zondag stond ik op met een pijnlijke rug en voelde ik de inspanning van het skeeleren in m’n bovenbenen. Ik had me niet specifiek voorbereid op deze marathon. De laatste duurloop die ik liep was mijn zware run tijdens het Wereldkampioenschap Duatlon in Zofingen. Ik liep nog niet vaak een individuele marathon, maar ik was er toch op gebrand om mijn PR van 2u32 te verbeteren en onder die 2,5 uur te duiken. Mijn coach Stefan had op voorhand gezegd: het zal er van afhangen hoe graag ge het wilt. In het startvak stond ik twee rijen achter Eliud Kipchoge, heel speciaal. Ik vertrok in het pak en liep mijn eerste kilometer aan 3’15”. Om onder de 2u30 uit te komen zou ik gemiddeld 3’33” per kilometer moeten lopen. Al snel liep ik in een groepje, maar het is altijd lastig om de groep te vinden die jouw tempo loopt. Ik voelde meteen dat ik slechte benen had. Gelukkig duurde het lang voor ze écht slecht werden. Na een stuk vals plat op kilometer 25 viel mijn groep wat uiteen en vanaf kilometer 27 heb ik afgezien als de beesten. Met de woorden van mijn coach in mijn hoofd, dacht ik de hele tijd: ik wil het echt graag! Kilometer 33 was de eerste kilometer die ik boven de 3’33” liep. Het begon toen te dagen dat het nipt zou worden. Met zicht op de Brandenburger Tor heb ik alles moeten geven terwijl de klok doortikte. Ik had al zo hard afgezien, dit kon er nog wel bij. Ik was dan ook heel tevreden toen ik in 2:29:40 over de finish liep en als winnaar van het combi-klassement, zo bleek later.

JWNY4895

Het was uniek om dit te kunnen meemaken als elite-atleet. Ik kreeg ook best veel reacties op mijn prestaties in Berlijn. Een marathontijd is voor veel mensen toch een soort referentietijd, meer dan de andere wedstrijden waar ik aan meedoe. Ik heb geen verdere ambities voor de marathon. Veel sneller zal ik ook met een specifieke voorbereiding niet kunnen lopen. Misschien zit een 2u26 er wel in, maar dat is geen doel voor mij. Vrijdag ga ik naar Italië voor het eerste WK gravel, een wedstrijd over 190 kilometer die voor 75% uit gravelpaden bestaat. Ik ben er een ploegmaat van Greg Van Avermaet. Ook hier heb ik niet heel specifiek voor kunnen trainen. Ik hoop dus niet dat dit de wedstrijd te veel zal worden!

BJQS9397

Loperspraat – Mijn sportieve najaar van 2022

Ik weet niet meer wat ik juist verwachtte van 2022. Of ik het überhaupt aandurfde om verwachtingen te koesteren nadat we de afgelopen jaren lesjes in nederigheid moesten ondergaan. Corona was het zwaard van Damocles boven ons hoofd. Een dreiging aan een paardenhaar. Je wist nooit echt goed hoe je leven er over een paar weken zou uitzien. In ieder geval is 2022 het jaar waarin ik weer à la carte en als vanouds aan loopevenementen kan deelnemen. Sterker nog: het bleek een jaar te zijn waarin ik de ene na de andere loopwedstrijd kon winnen en PR’s weer wat scherper stellen op diverse afstanden. Het begrip lange afstand kreeg bovendien een extra dimensie door de trail in Houffalize die Roos en ik liepen. Behoorlijk grensverleggend allemaal. Ik ga het najaar echter niet dartend doorbrengen geïnspireerd door het succes van Dancing Dimi. Er zal gelopen worden, gefietst ook, door de wind door de regen, door de modder en liefst ook door alles heen. Mijn sportieve honger is nog niet gestild.

De CPC Loop in Den Haag zal altijd een bijzonder plekje in mijn hart hebben. Nu is in mijn hart best wel een grote ruimte gereserveerd voor loopevenementen en is dat plekje dus niet exclusief voor de CPC voorbehouden. Den Haag is Den Haag: altijd een goed idee, altijd weer leuk om er tijd te kunnen doorbrengen in familiale sferen. De CPC is daarenboven een prachtige halve marathon waar je nooit echt weet wat je kan verwachten. Op 8 maart 2020 liepen Roos en ik onze laatste CPC voor de wereld even op slot ging en het onvoorstelbaar leek dat mensen ooit nog in een grote massa zouden mogen samenkomen. Gek genoeg is de CPC ook de wedstrijd waar we het langst moesten wachten op een revival-editie. 25 september gaat het dan echt weer gebeuren en raas ik (hopelijk toch) over dat ongelooflijke parcours van de city-pier-city, in gezelschap van de zeebries die mee dan wel tegenwerkt. Naast de plaatsing op de kalender is deze editie ook anders omdat Roos er niet aan de start zal staan. Zij zal een avontuur van een heel andere orde beleven met Seppe, waarover later meer. Gelukkig zullen haar schoenen gevuld worden door die van Sam, waarover ook later meer.

Oktober dat is marathonmaand. Ik ben er nog steeds niet over uit of ik nu eerder het type voorjaars- dan wel najaarsmarathonloper ben. Op 16 oktober sta ik hoe dan ook aan de start van de Amsterdam Marathon. De marathon waar ik mezelf in 2017 een beetje kapot liep langs de Amstel, waar ik een keer door het Vondelpark vloog en er een keer door strompelde en me ook realiseerde dat Amsterdam over veel bedrijventerrein beschikt. De start- en finishzone in het Olympisch stadion konden me wel bekoren. Uiteraard ga ik voor een verbetering van mijn 3:06 in Parijs. Het is mogelijk, maar dat is nooit een garantie dat het ook echt zal gebeuren. Ik vertel later ongetwijfeld nog eens wat uitgebreider over mijn voorbereidingen en verwachtingen van Marathon N°15. Wie eveneens in Amsterdam aan de start zal staan is mijn maatje Sam. We leerden elkaar kennen tijdens de voorbereiding van de Paris Marathon en sindsdien deelden we loop- en ander vreugde en leed. Voor Sam is het z’n derde marathon en met een PR van 2:59 gaat ook hij resoluut voor een verbetering van z’n besttijd. Hij kan dat, daar ben ik heel zeker van.

Na de najaarsmarathon begint dan weer het betere ploeg- en modderwerk voor mijn decemberdoel. Ik ben nog steeds van mening dat mountainbiken een zomersport is, maar blijkbaar ben ik nog steeds zo gek te krijgen om ook in de kille maanden met Juan op pad te gaan. Mijn lopersbenen zullen dus heel wat extra kilometers op de fiets malen. Op 13 november staat de halve marathon van Kasterlee op het programma (waar ik vorig jaar als derde eindigde). Het regent doorgaans die dag, net zoals de andere 29 dagen van november meestal het geval is. En jawel, op 18 december neem ik dan weer deel aan de Hel van Kasterlee. Zoals verwacht krijgt het drieluik dus een sequel. De editie van 2021 was om heel wat redenen erg bewogen, waardoor ik tot de conclusie kwam dat ik nog niet klaar ben om het Hel-hoofdstuk af te sluiten. Bovendien belooft deze 20e editie een bijzonder feestelijke te worden: omwille van dat ronde getal en omdat Seppe zijn 10e overwinning kan binnenrijven. Hoe vet zou dat zijn?! De zomer geeft ons vandaag al een voorproefje van de herfst: I say yes to the regenjas, want er is immers genoeg om naar uit te kijken!

De race – Paris Marathon april 2022

  • De cijfers: mijn 14e marathon tikte ik af in een nieuw PR van 3:06:33 (het kan geen toeval zijn dat ik dat deed met nummer 3067), goed voor een 86e plaats en een 17e plaats in mijn leeftijdscategorie
  • De voorbereiding: het ging zoals altijd hard met fietsen-lopen-werken, maar bovenal deed het deugd om me weer helemaal old-school op de marathon te kunnen storten
  • De race: bij gebrek aan frisse benen en een onbezonnen hoofd moest ik vertrouwen op de overschakeling naar marathonmodus, ondanks de verraderlijke hoogtemeters en dankzij een adembenemend Parijs lukte dat behoorlijk
  • De herinnering: de verbondenheid, verbroedering & verzustering, Parijs dat écht altijd Parijs zal zijn
IMG_7753b
Aan kleur geen gebrek met Roos in je leven.

Wat voorafging
Surfend op mijn marathongolf van oktober en met de heropleving van het competitieve sportleven beslissen Roos en ik in een somber november om ons in te schrijven voor de marathon van Parijs. Kwestie van een mooi vooruitzicht te hebben. Ik passeerde eerst nog langs de Hel, waardoor ik in januari opgelucht ademhaalde omdat ik me weer enkel op het lopen kon focussen. Niet dat ik de fiets links liet liggen, integendeel, maar afstandslopen is en blijft mijn core business. Mijn voorbereidingen verliepen naar wens, hoewel ik meer meer dan eens aan mezelf voorbij liep. Ik voelde dat de combinatie hard werken en sporten met daarbij de nodige stress een tol begon te eisen. Parijs kroop dichterbij en de onzekerheid sloeg genadeloos hard toe. Een eerste tik van de vrouw met de hamer was een feit. Dat had ik geheel aan mezelf te wijten: ik moest en zou in de buurt van die ongelooflijke 3:07 van Rotterdam komen om aan mezelf te bewijzen dat dat geen toevalstreffer was. Of hoe een mens zich onnodig veel druk kan opleggen.

IMG_7786b
Op zaterdag zochten en vonden wij de magische groene lijn die Roos meteen aan een test onderwierp.

Vlak voor de start
In het holst van de nacht gaat de wekker op kamer 304 van Hotel Joke. Twee dappere marathonlopertjes hebben een eerste missie: op dit belachelijk vroege uur boterhammen eten. Ontbijten voelt eerder aan als nachtelijk snacken. Roos eet voor het eerst sinds lang nog eens confituur op de boterham. Er is bovendien een peperkoek van de beste bakker en gelukkig ook koffie. Om 6 uur treffen we Sam aan beneden in het hotel. Met z’n drietjes trekken we naar de metro, wellicht net iets te uitgelaten voor dit onchristelijke uur op een zondagochtend. We stappen uit bij de Arc de Triomphe en wauw: wat ziet die er magnifiek uit bij het ochtendlicht. Sam geeft en passant nog een interview aan de radio. We trekken richting finishzone om onze bagage af te geven en we maken om de beurt gebruik van de heel propere dixi’s (stressplasjes). Voor we echt helemaal ontspannen worden, is het tijd om richting start te gaan. Sam en ik vertrekken helemaal vooraan in startvak rouge met objectif 3u. Roos moet met 3u30 net wat meer geduld hebben om aan haar 42,2 te mogen beginnen. Het afscheid van Roos is onvermijdelijk. We geven elkaar een dikke pakkerd, roepen wat in elkaars oor en gaan dan elk onze weg. Er zijn slechtere plaatsen om te wachten dan op de Champs Elysées. Al is het wel steenkoud! Zelfs een warmbloedige persoon als ik moet z’n mond dichthouden om niet te staan klappertanden. Als ik om 8u23 over de startlijn loop is daar het besef dat het begonnen is.

IMG_7811b
Sam, rijzende ster van de Franse radio.

De race
Ik had Sam in het startvak alvast succes gewenst, maar hij sprak toen de profetische woorden dat ik nog niet zo snel van hem af zou zijn. Sam is naast een snelle ook een heel intelligente loper waar ik nog veel van kan leren. Ik vertrek eigenlijk standaard te snel, Sam houdt zich in om dan te versnellen. Wij lopen dus zij aan zij over de Champs Elysées, voorbij de Obelisk die in de stellingen staat, richting Place Vendôme, rond de opera over Rue de Rivoli. De eerste kilometers van de Paris Marathon zijn ongelooflijk mooi, al helemaal met de zon die haast verblindend tussen de gebouwen straalt. Mama en Tante Hilde hebben postgevat op kilometer 5. Vertrouwde gezichten onder de supporters zien geeft altijd een adrenalineboost, zelfs als je die nog niet echt nodig hebt. We lopen naar Bastille (wederom: wauw!), waar Jona staat, de vriendin en eerste supporter van Sam. Onze weg gaat verder richting het Chateau en Bois de Vincennes. We lopen rond de 4’15”, wat voor mij eigenlijk 5 seconden te snel is, maar in vergelijking met mijn eerste 10k in Rotterdam voelt het alsof ik met de rem op loop. Het is leuk, het is gezellig en Parijs is prachtig, maar ik voel na een kilometer of 8 al een stramme achillespees én hamstrings in mijn rechterbeen. Mijn benen zijn duidelijk niet fris. Als ik vandaag een goeie marathon wil lopen, dan zal ik het ironisch genoeg niet van die benen moeten hebben. Er is nog iets dat me wat dwarszit. In Rotterdam liep ik ontspannen, zorgeloos en naïef (daar gaan we weer), maar nu is het dus eerder gespannen, bezorgd en bedenkelijk. Ik heb het echt wel naar mijn zin, maar ik voel aan alles dat het geen dag is waarop ik ongestraft met mijn krachten kan woekeren (als dat al ooit kan bij een marathon). Ik moet zuinig lopen, wat ik duidelijk niet aan het doen ben. In deze fase van de marathon ben ik eigenlijk al veel te hard aan het nadenken.

Na 12 kilometer naderen we het indrukwekkende Chateau de Vincennes. Sam gaat versnellen en is zo galant om dat aan mij mee te delen. Tot over 30 kilometer! zegt hij. Vreemd genoeg klinkt dat op dat moment niet eens zo heel ver weg. In het Bois de Vincennes valt het mij vooral op hoe selectief mijn geheugen het parcours gememoriseerd heeft. Ja, het is daar mooi groen, maar ook wel saai en de eerste oplopende stukken dienen zich aan. Ik blijf er nog steeds een stevig tempo op na houden, aan dat stijve rechterbeen probeer ik niet te veel aandacht te schenken. Kilometer 15 zou zowel voor Sam als voor Roos een verrassend en venijnig tikje uitdelen. Sam wordt dan misselijk en moet daar een kilometer of 10 mee verder lopen, Roos krijgt er een acute en best wel verontrustende kniepijn die op wonderbaarlijke wijze gelukkig weer wegtrekt na een paar kilometer. Om maar te zeggen: het venijn van een marathon zit ‘m niet alleen in de staart, ook de eerste helft moet je altijd lopen.

Ik ben alvast opgelucht als ik halverwege op mijn horloge zie dat ik geen nieuw PR op de halve marathon gelopen heb zoals ik dat in Rotterdam deed. 1u31 is eigenlijk nog steeds te snel als split time, maar ik probeer het positief te bekijken: er is nog ruimte voor verval (hoe oneerbiedig dat ook klinkt). Ik begin af te tellen naar kilometer 25, waar mama en Tante Hilde zullen staan. We lopen ook weer helemaal het echte Parijs in. De ambiance langs het parcours begint ondertussen op gang te komen, want het eerste uur was die toch eerder bescheiden van aard te noemen. Letterlijk met het nodige tromgeroffel maak ik mijn opwachting langs de kade van de Seine. Jawel, dit is prachtig lopen! Als ik mijn supporters nader, ga ik onbewust altijd sneller lopen, dat is nu niet anders. Mama en Tante Hilde staan geconcentreerd tegen de zon in te kijken. Ik zie hen eerder dan zij mij, maar het enthousiasme is er niet minder om.

2995306f-8eac-422f-9831-72875dbc7fb5
Met supporteren kan je echt niet vroeg genoeg beginnen in onze familie. Leah had ook een vlaggenstok met aanmoedigingen, maar ze ging daar nogal wild mee tekeer.

Wat je als toerist in Parijs niet weet, is dat er tunnels zijn langs de Seine. Tot vier keer toe moeten we een tunnel in met dan telkens weer een stevig klimmetje. Met ruim 26 kilometer op de teller hakt dat er goed in. Jongens toch, wat een ellende! Ik krijg flashbacks naar 2017 en 2019, waar het licht in mijn hoofd toch eventjes uitging met die tunnelmiserie. Ik voel me ook schuldig dat ik deze cruciale parcourskennis niet gedeeld heb met Sam en Roos (al zal achteraf blijken dat zij de tunnels beter konden verteren dan ik). Net zoals bij mijn vorige deelnames krijg ik het zwaar te verduren op dit deel van het parcours. Zelfs al loop je op kilometer 30 langs de Eiffeltoren en is dat best een indrukwekkend zicht. Mijn tempo loopt wat terug. De vermoeidheid is voelbaar en het is nu echt duidelijk dat die benen van mij geen al te beste dag hebben. In mijn bovenbenen voel ik de verzuring toeslaan. Wat me wel hoop blijft geven is dat mijn tempo niet zo hard terugvalt als in Rotterdam. Ook voel ik me mentaal sterker dan toen ik rond die dodelijke Kralingse Plas liep. Ik probeer me, ondanks die twee stijve harken, te concentreren op een soepel loopritme, ik zoek afleiding in mijn omgeving, ik blijf tegen mezelf zeggen dat ik dit kan, dat dit er nu eenmaal bij hoort. Ik denk aan iedereen die met mij meeleeft. Ik denk aan Sam die voor mij loopt, aan Roos die achter mij loopt. Ik denk aan de finish, maar nog niet te veel. Ik probeer kortom om het hoofd in strijdmodus te houden.

Ik denk dat één van mijn sterktes als loper is dat ik, ongeacht de omstandigheden, heel lang kan blijven lopen met alle ongemakken die daarbij horen. Ik durf wel te zeggen dat mijn lichaam gemaakt is om duurinspanningen te leveren. Ja, ik kan dus halsstarrig blijven lopen als elke vezel in mijn lichaam zegt dat het mooi is geweest. Helaas is dat geen kwestie van een knop om te schakelen. Op karakter blijven lopen mag dan heel eenvoudig klinken, het kost mij ook elke meter weer heel veel energie en doorzetting om te volharden, zelfs al deed ik dat al heel vaak. Rond kilometer 34 volgt een pittig klimmetje vlak voor we het Bois de Boulogne indraaien. Na de horror van de tunnels is dit eigenlijk maar een onnozel muggenbeetje in het wegdek. Ik kan het er nog wel bij hebben. De eerste kilometers door dat beruchte Bois verlopen best goed. De zon schijnt nog steeds. Er zijn heel veel aanmoedigingen en in mijn hoofd kan ik een paar mooie plaatjes schieten.

Na 35 kilometer voel en denk ik van alles door elkaar. Ondanks de toenemende verzuring voel ik ergens ook nog iets van souplesse in mijn loopbeweging. Ik moet mezelf nog steeds continu blijven aandrijven om die benen draaiende te houden. Met gezwinde pas gaat het niet, maar de terugval blijft binnen de perken en dat geeft me moed, al is het nog steeds ook loodzwaar. Ik probeer niet meer naar mijn kilometertijden te kijken, maar me vooral te concentreren op mijn tred. Als je in de kop van de race loopt, zie je amper miserie om je heen. Iedereen loopt nog aan een behoorlijk tempo. Het lijkt alsof ik de enige ben die zo zwaar aan het afzien is. Iedere loper is heel erg in zichzelf gekeerd, gefocust op de eigen strijd om dat lichaam in beweging te houden. Ook met 38 kilometer in de benen is “blijven lopen” het enige wat je kan doen om de finish zo snel mogelijk te bereiken.

Eindelijk is daar kilometer 40. Ik probeer van het moment te genieten, maar dat is lastig met mijn verzuurde pikkels. Ik snak naar de finish. Ik wil een bewijs zien dat het er echt bijna op zit. We moeten nog een rotonde nemen en het voelt alsof ik noch de kracht, noch de coördinatie heb om een bocht te nemen. Waar oh waar is die finish? Er volgt nog een laatste krappe bocht over kleine steentjes en jawel hoor: de groene boog doemt op. Ik kijk op mijn klok en zie dat mijn marge beperkt is. Onder luid gejoel sleep ik me naar de finish. Mijn rechtervoet (die van dat tegenwerkende been) landt op de finishmat en dat was meteen de laatste stap die ik vandaag kan zetten. Incroyable! Ik ben er weer geraakt. Ik heb mijn PR met een minuut scherper gesteld en breng daarmee mijn recordtijd terug naar Parijs.

528dcdd5-44fd-444c-930f-3709a679ccba
Sam en ik, of moet ik zeggen: The Real Sam en ik?

Ik ben een tevreden mens, maar het is eigenlijk nog mooier om de vreugde te kunnen delen met bekende gezichten. Eerst is er een blij weerzien met Sam, onze superman, die zijn missie volbracht en 2:59:32 liep. Terwijl we op Roos wachten, spreken we met Sams supporters en horen we hoe zij de race hebben beleefd. Via de tracking zien we dat Roos perfect op schema ligt om haar sub 3:30 binnen te halen. We halen onze bagage op en gaan dan terug zo dicht als we bij de finish mogen komen. En daar komt ze dan, onze supervrouw, dat kleine, waanzinnig straffe zusje van mij. Gehuld in een groene plastic poncho als wondercape en helemaal in tranen van de ontlading. Ze kan niet geloven dat ze 3:26:35 gelopen heeft. Ik knijp heel hard in haar arm, want het is echt zo. Wat een dag!

IMG_7823b
Supervrouw Roos met haar wondercape
IMG_7838b
Parijs, stad van de zussenliefde. 2×2 zussenduo’s met elk 7 jaar leeftijdsverschil. We misten Marike wel heel hard.

De conclusie
Het is een understatement om te zeggen dat ze in Frankrijk trots zijn op hun hoofdstad. In het startvak weergalmde elke minuut wel eens Paris, la plus belle ville du monde. Als je de marathon van Parijs loopt, dan kan je niet anders dan hen gelijk geven. Het parcours is indrukwekkend mooi. De “maar” zit in de niet te onderschatten hoogtemeters en de pavés die je her en der voor de voeten krijgt. De organisatie is top, al viel het me wel op dat er in vergelijking met pre-coronatijden amper beveiliging of seingevers langs het parcours stonden. Dat leidde soms tot gevaarlijke oversteekmanoeuvres van voorbijgangers. Twee jaar geleden had je in Frankrijk het juiste papier met stempel nodig om je buitenshuis te begeven, nu is het van laissez-faire en à l’aise. De supporters in Parijs kunnen nog wat leren van de Rotterdammers. Aan sfeer is er echter geen gebrek: die zit simpelweg in de stad zelf. Tot slot formuleerde Roos na afloop een prachtige marathonwijsheid. Ze zei dat hoe hard je ook probeert om voorbereid te zijn op elk scenario van een marathon, je altijd iets onvoorspelbaars tegenkomt. De marathon staat kortom altijd garant voor verrassingen. Het is ook de kunst om daarmee om te gaan.

IMG_7891b

IMG_7874b

Enkele weetjes

  • Op de marathon expo kochten Roos en ik nieuwe sokken van Incylence in bleu-blanc-rouge, waar we allebei onze marathon mee liepen.
  • Zo koud als het was aan de start, zo warm was het in het hotel, zelfs met de verwarming op 18°. Je zou haast denken dat energie gratis is in Frankrijk.
  • We keken ’s avonds in onze kamer naar Mask Singer en The Voice op TF1. Fransen hebben een heel groot gevoel voor dramatiek en theatraliteit, op het smakeloze af.
  • Op zaterdag kreeg Roos, net zoals in Rotterdam, een duivenkak over zich heen. We beschouwen dit nu als een gunstig voorteken van hierboven.
  • Bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal weet ik niet of ik de Champs Elysées echt la plus belle avenue du monde vind, sowieso wel la plus iconique.
  • Ik hield me bij deze marathon weer aan een minimaal voedingsschema met 3 sportgels: eentje op 7, 14 en 22 kilometer. En ja, het waren nog steeds die vervallen gels waar ik ook Rotterdam en de Hel mee doorstond.
  • Het is fantastisch dat de fiets stilletjes aan terrein wint in Parijs. Ik vind het alleen onbegrijpelijk dat die kleine gevaarlijke paaltjes van de fietspaden niet ingepakt waren op het marathonparcours.
  • Roos dacht tijdens de race veel aan haar kersvers petekindje Emil (die supporteren voor zijn meetje al heel ernstig neemt) en aan Julien, haar eigen peter en een fanatieke loper die een paar weken geleden overleed.
  • Naast mijn marathon PR brak ik ook twee andere records: een weekrecord aan stappen (137.601) en aan slaapgebrek. Hoezo een gebrek aan frisheid?
  • De Keniaanse Judith Jeptum schreef met 2:19:48 de overwinning op haar naam, evenals de Ethiopiër Deso Gelmisa die 2:05:07 afklokte. Ik herbekeek de race van de profs inmiddels en herbeleefde alles opnieuw. Heerlijk!
  • Op Medal Monday spendeerden Roos en ik tijd in Le Bon Marché. We voedden er onze innerlijke mens bij de boulangerie (ik nam een kaneelbroodje, Roos een madeleine) en we lieten onze creatieve geesten volop inspireren door de nieuwste modetrends. Het was vooral IRO Paris dat veel oooh’s en aaah’s van ons kreeg. Helaas onbetaalbaar.
  • Voor de gelegenheid maakte ik twinning sweaters (grijs/luipaard/goud) die ook matchten met de medaille. IRO Paris mag me altijd een job aanbieden.
  • Drie jaar geleden maakte Tante Hilde voor het eerst onze marathongekte mee in Parijs. Ze sprak toen de legendarische woorden “het was een eer om erbij te mogen zijn”. Omdat ik dat zo mooi vond, kreeg ik deze keer een plechtige brief waarin ze het nog eens zwart op wit schreef. Eentje om te koesteren!
  • Naast de ervaringen van je eigen eerstelijns crew, is het na afloop ook fantastisch om te horen hoe anderen ons vanop afstand hebben gevolgd. Een bijzondere vermelding gaat naar Dirk, fan en inspirator van het eerste uur. Hij volgde onze tracking op de voet en keek simultaan naar de live-beelden voor een optimale supportersbeleving van thuis uit.

IMG_7867b