Duatlonspecial – Mijn voorbeschouwing op de Hel

Gisterenochtend was ik veel te vroeg klaarwakker van de adrenaline. Die is niet meer gaan liggen. Vlak voor mijn ontbijt merkte ik ook een knoop in mijn maag op. Wees gerust, ik kan eten, maar ik moet me telkens ergens overheen zetten. Bovendien leid ik ook aan de meest uiteenlopende (hoogstwaarschijnlijk) imaginaire pijntjes. Het ene moment denk ik dat mijn knie naar de vaantjes is, het andere moment dat mijn longen het gaan begeven. Al die symptomen wijzen in dezelfde richting: ik leid aan PHS, het pre-hel-syndroom. Morgen moet ik er echt aan geloven.

De afgelopen week was behoorlijk gevuld met werk, wat ontspanning en slechts een minimale dosis sport. Maandagavond deed ik in de motregen nog een laatste generale repetitie met Roos: ik liep, zij fietste. Het was donker en we zochten bewust de paden op met een hoog Kasterlee-gehalte: asfalt, weinig bebouwing, eentonig en quasi onverlicht. De dag nadien bevestigde kinesitherapeut Kathelijn dat mijn lichaam helemaal klaar is voor een Hel(se) ervaring. Verder ging ik nog eens fietsen en lopen. Mijn benen voelden niet anders dan anders aan. Tussen het laatste schoolwerk door probeerde ik al wat kerstcadeaus te maken of toch de creatieve mise-en-place in orde te brengen. Mijn opperste moment van ontspanning beleefde ik toen ik sinds heel lange tijd nog eens een bad nam.

In mijn hoofd passeerden al honderden scenario’s de revue voor mijn tweede Hel van Kasterlee. Vooral doemscenario’s doen het goed. In vergelijking met vorig jaar ben ik veel onrustiger. Enerzijds omdat ik toen beter getraind leek. Anderzijds omdat ik me geen volwaardig duatleet voel. Ik kan me nu al perfect voor de geest halen hoe ik me vorig jaar vlak voor de start voelde: geïntimideerd tot en met. Beschaamd dat ik aan de start stond. Klaar om terug in de auto te stappen en thuis een boek te gaan lezen. Gelukkig deed ik dat niet, want ik werd onverwacht derde. Natuurlijk voel ik daardoor wat meer druk. Als zus van de zevenvoudig winnaar verschijn ik ook niet helemaal in cognito aan de start. Ik wil me echter niet bezighouden met mijn plaats in de ranking. De Hel van Kasterlee is een knoert van een wedstrijd, de weg naar de Hel is lang, fit aan de start geraken is al een prestatie, finishen in de Hel is dat nog meer. Mijn ambitie is dus om, liefst met een goed gevoel, de eindmeet te halen. Bij een wedstrijd van dit kaliber vallen de maskers sowieso af. Ik kan eindigen in de top 3, maar net zo goed in de top 12 (het aantal vrouwen dat aan de start staat).

Het regenachtige weer dat voorspeld wordt, baart me niet heel veel zorgen omdat ik een editie overleefde met sneeuwval die zowel koud, modderig als nat was. Ik heb me in de eerste plaats voorgenomen om ten alle tijden de kalmte te bewaren. Mijn papa doet helaas niet mee, dus ik zal zelf het hoofd koel moeten houden. Vorig jaar duurde het even voordat ik het juiste ritme vond op de fiets en kreeg ik pas wat vertrouwen toen ik me in familiaal gezelschap bevond. Ik kijk het meest op tegen de eenzaamheid tijdens het fietsen. Gezelschap of niet, ik zat vorig jaar 6 uur en 57 minuten op mijn mountainbike en al die tijd wordt de grootste strijd in je hoofd gevoerd. Een strijd met de eindeloosheid en de eentonigheid. Er was zelfs een moment dat ik tegen mijn fiets begon te praten. Waar ik het meest naar uitkijk, dat is het afsluitende loopnummer. Ik herinner me nog hoe groot de ontlading was toen ik eindelijk van de fiets kon. Tegen alle verwachtingen in bleek ik zelfs nog over een cartouche energie te beschikken die me heel goed van pas kwam bij de laatste loopkilometers. En er was natuurlijk de steun van mijn familie en van Roos in het bijzonder. Waardoor zelfs die laatste 30 kilometers voorbij waren voor ik het goed en wel besefte en ik een rode-loper-moment beleefde om u tegen te zeggen.

Ondanks de stress en zenuwen die door mijn lijf gieren, probeer ik toch ook uit te kijken naar de unieke beleving. De Hel staat namelijk voor ambiance, familiaal samenzijn en sportplezier. Ik prijs me gelukkig met de schare supporters die live of vanop afstand met mij zullen meeleven en -voelen. Mentaal moet ik de strijd dus aankunnen en dat is heel veel waard: met benen die op zijn kan je nog heel wat, met een hoofd dat op is, ben je ten dode opgeschreven. Morgen weten we of mijn broer zijn achtste zege mag vieren, of mijn peter Mark voor de derde keer zal finishen en of 503 mijn nieuwe geluksgetal wordt.

Het lopersleven zoals het is

Lopers: ze zijn niet moeilijk te herkennen in hun sporttenues, de ene al gekleurder dan de andere. Bovendien betrap ik mezelf vaak op uitspraken als “ah ja, ik heb daar al eens gelopen” als iemand het heeft over een bepaalde plaats of “ik ga eerst nog lopen” als iemand me vraagt naar mijn planning. Er zijn echter ook andere aspecten in mijn dagelijks leven waaraan je merkt dat ik leef als een loper.

  • Ik heb veel loopschoenen in huis. Echt veel. Hierdoor ben ik altijd op zoek naar handige opbergsystemen om die schoenen te bewaren. Ik vind het namelijk moeilijk om schoenen weg te doen die hun tijd hebben gehad en waar ik graag mee gelopen heb. Ik denk dan dat ze ooit nog van pas zullen komen. Geen idee bij welke gelegenheid ik afgedragen loopschoenen (waarmee ik een marathon liep!) zou kunnen dragen, maar ondertussen blijven mijn darlings wel mooi bij mij.
  • Als ik nieuwe loopschoenen heb, duurt het meestal eventjes vooraleer ik die effectief in gebruik neem. Net zoals ik mijn ongelezen boeken zorgvuldig op stapels leg en herorganiseer, zo koester ik ook mijn nieuwe loopschoenen in de doos (in de woonkamer). Ongedragen loopschoenen houden net zoals ongelezen boek een belofte in. Ik open de doos dan een paar keer per dag om mijn nieuwe aanwinsten te bewonderen en eens vast te houden om ze dan weer heel voorzichtig in het papier te wikkelen en de doos te sluiten.
  • Mijn kat Ada is de Koningin van de Schoendozen. Ze vindt het heerlijk om op schoendozen te zitten of liggen. Leeg of gevuld, daar doet ze niet moeilijk over. Als je die gelukzalige blik op haar snoet ziet, is het onmenselijk haar dit plezier te ontzeggen. Ada krijgt er dus een nieuwe loungeplek bij als mijn schoenen eenmaal in roulatie zijn. In het belang van haar welzijn maken schoendozen deel uit van mijn interieur.
  • Ik voer een nooit aflatende strijd te voeren tegen sportwas. De grootste uitdaging is om die fatsoenlijk op te bergen. Opruimgoeroe Marie Kondo zwijgt hier wijselijk over. Een stapel maken met sportkleding lijkt immers onmogelijk te zijn en resulteert gegarandeerd in een grabbelbak. Ophangen is dan weer belachelijk. Daarom heb ik vaak een centrale verzamelplaats (een hoop dus) als wachtplaats tussen wasmachine en kleerkast, waar ik het nodige gerief kan uitnemen. Niet netjes, wel praktisch.
  • Je zal mij zelden betrappen op stijfheid na duurlopen. De echte war zone bevindt zich doorgaans onder mijn kleding, waar schuurplekken van ondergoed en hartslagmeter zich thuis voelen. Om die te voorkomen smeert de loper vaseline. Er blijkt een taboe te rusten op die blauwe potjes omdat ze met andere wrijvingsvormen in verband worden gebracht. Aangezien ik op jaarbasis drie potjes verbruik, durf ik het inmiddels zonder schroom in mijn winkelwagen te gooien. Daarbij jaag ik er op een jaar ook twee tubes Flaminal hydro door om pijnlijke schuurwonden te verzorgen.
  • Zondag dat is duurloopdag en de weersvoorspellingen van het weekend zijn belangrijk. Zelfs van levensbelang als er een wedstrijd op het programma staat. Ik kan het dan niet laten om al veel te vroeg op voorhand het weer in de gaten te houden, wetende dat dit op het allerlaatste moment nog kan omslaan. Ik stel me dan voor hoe dat weer juist zal zijn en ik denk terug aan andere situaties waarin diezelfde weersomstandigheden zich voordeden. Ik weet wel dat zelfs het ellendigste weer geen ellendig loopweer is, maar die obsessie met het weerbericht kan ik moeilijk loslaten.
  • In een straal van 10 kilometer rond mijn woning weet ik exact waar de kilometerpunten liggen. Ik weet ook hoe ver mijn familieleden van mij wonen in loop- of fietskilometers. Afstanden inschatten kan ik dus behoorlijk goed. Andere steden ken ik vooral door de loopevenementen die er hebben plaatsgevonden. Zo heb ik nu echt het idee dat ik Brugge en Zeebrugge ken omdat ik er in oktober de marathon liep met Roos. Als ik in Brussel ben, dan associeer ik bepaalde plaatsen automatisch met het kilometerpunt van de halve of hele marathon. Dat parcours vormt voor mij de basis van heel wat aanknopingspunten om me er te oriënteren.
  • Ik vertelde het al: ik zweet veel en snel. Een eigenschap die me niet stoort in een sportieve context, maar waar ik me daarbuiten wel aan kan ergeren. Ik heb dan ook bijna altijd het nodige verfrissingsmateriaal op zak. Andere mensen die zweten in het dagelijks leven vind ik meteen sympathiek. Samen zweten: het smeedt een band.

Duatlonspecial – Mijn tweede weg naar de Hel #2

Over een week openen de poorten van de Hel. Letterlijk, want aan de sporthal van Kasterlee staan dan gates to hell met vlammen en een duivel die er behoorlijk angstaanjagend uitziet. Al weet elke deelnemer dat de gevaarlijkste duivel zich in zijn eigen hoofd bevindt. Om die strijd aan te gaan is het dus belangrijk om je in de weg naar de Hel voor te bereiden op de mentale ontbering. Net zoals vorig jaar zakte ik dus twee weken voor Helledag af naar het park van Tervuren om al eens te proeven van de hellevlammen. De weersomstandigheden deden mijn vagevuurtraining alle eer aan. Verder gebeurde er de afgelopen week bitter weinig met mijn benen, maar des te meer in mijn hoofd. Of hoe de weg naar de Hel nooit een walk in the park is.

Ik zei het al vaker: als ik gepland heb om te gaan lopen (of fietsen), dan zal dat gebeuren. Of het nu sneeuwt of bloedheet is. Daarbij ben ik ook van het principe dat je het maar beter zwaar kan hebben (en maken) op training om ook je mentale weerbaarheid te testen. Met die wetenschap moest ik eigenlijk dolgelukkig zijn dat het vorige zondag ellendig weer was: wind en regen eisten een hoofdrol op. Het weercijfer voor lopen was een 8 op 10, fietsen scoorde slechts een 2, slechts één punt meer dan barbecueën of een terrasje doen. Een optimistische inschatting voor beide sporten, want ik denk dat het nog best gezellig kan zijn op een verwarmd terras met een warme chocomelk of winterbarbecue. Vorig jaar beschouwde ik mijn vagevuurtraining als een generale repetitie. Ik liep, fietste en liep telkens de halve afstand van elk onderdeel in Kasterlee. Bovendien fietste ik vijf rondes om de omstandigheden zo goed mogelijk te simuleren. Dankzij dat lumineuze idee was ik een halve dag zoet in Tervuren. Aangezien ik nu toch al wat meer ervaring heb als mulitsporter besloot ik de afstand te beperken, maar wel voor de combi lopen-fietsen-lopen te gaan.

IMG_1757b
Hoe somber kan een dennenboom zijn?

Vijf (korte) rondes fietsen leek me aanvankelijk een leuk idee tot ik doorhad welk smerig spel de wind speelde. Omdat zelfs een koppigaard als ik flexibel kan zijn, besloot ik er een intensieve training van te maken en geen rondes te rijden. Ik zocht werkelijk elke modderstrook op die er in het Zoniënwoud te vinden is (en dat zijn er behoorlijk wat). Mijn training werd een cross-duatlon: niet lang, maar wel pittig. Ik deed dat op de tonen van de MNM 1000. Vooral Elton Johns Circle of Life vond ik symbolisch voor dat moment. Uiteindelijk fietste ik 30 kilometer door de modder en dat ging me beter af dan verwacht. De glibberige hellingen boezemden me geen angst in en bergop kon ik behoorlijk doorstampen. Mijn stalen man Juan mag dan wel zuiderse roots hebben, hij kan ook uitstekend ploeteren in herfstweer. Ook mijn loopbenen stelden me niet teleur.

IMG_1770b

Je zou denken dat je het Zoniënwoud voor jezelf hebt als het ellendig weer is. Niets is minder waar. Het leek alsof iedereen dit barre weer had afgewacht voor een uur natuur. Er startte een mountanibiketocht in Vossem, ik passeerde hordes lopers die duidelijk schik hadden in hun weekendloop en ook de nordic walkers waren vrolijk babbelend van de partij. De grootste hoofdrol was echter weggelegd voor de hondeneigenaars. Terwijl ik op de fiets al op keek tegen de onvermijdelijke schoonmaakbeurt van mezelf, mijn kleding en mijn fiets, realiseerde ik me dat het lastiger is om je hond na een modderwandeling schoon te krijgen. Honden blijken echt in hun element te zijn als het regent. Ik zag er eentje uitgelaten door de modder rollen, ik werd achtervolgd door een pitbull die niet meer luisterde naar zijn baasjes en ook een dartele poedel zag in mijn fietsverschijning een speelmaatje. En dan was er nog een hond met jachtinstinct die ging lopen met mijn handschoen die ik per ongeluk liet vallen toen ik even gestopt was. Mijn dierenliefde werd kortom op de proef gesteld.

Ik hield gemengde gevoelens over aan mijn generale repetitie. Het besef dat ik nu niets meer kan veranderen aan mijn vormpeil maakt me onrustig. Ik kan alleen maar vertrouwen op wat geweest is. De afgelopen week probeerde ik in te zetten op rust: sportrust welteverstaan. De doemdenker in mij kreeg daardoor vrij spel. Ik probeerde hem te verschalken door examens te verbeteren, mijn hobbykamer te herorganiseren, een Ikea-roltafel te monteren (een primeur), Leonard Cohen te luisteren en eindelijk weer eens een boek te lezen. Gisteren ging ik een lange toer in het bos lopen. Het werd een plezierloop met enkele onverwachte zonnestralen en frisse benen. Na die intensieve trainingsperiode ondervond ik plots weer aan den lijve wat de essentie van lopen is. Ik ontdekte het groenste mos in een bos dat voorts bruin, nat en kaal is. De komende week ga ik op groot onderhoud bij de kinesitherapeut, wordt het eerste semester op school afgesloten, zal ik eindelijk mijn kerstboom zetten en ook wat kaarsjes branden in de hoop dat het over een week niet de hele dag regent. Berusting in het kwadraat en hopen op veel groen mos.

 

Over mijn luxueuze koffiemomenten

Koffie en ik: wij zijn heel goede vrienden. Ik dronk mijn eerste koffie toen ik een jaar of 16 was op kampeervakantie met de familie in Engeland omdat de wind er al eens voor zorgde dat ik achter mijn boek zat te koukleumen. Ik dronk dus koffie met veel melk om me te verwarmen. Nu begint mijn dag altijd met koffie. Niet omdat ik een shot cafeïne nodig heb om wakker te worden of de dag aan te kunnen, maar omdat mijn uitgebreide ontbijt gewoonweg niet compleet is zonder koffie. Ook later op de dag heb ik nood aan koffiemomenten. Koffie drinken dat is namelijk een rustmoment inbouwen: eventjes zitten en tot jezelf komen. Zonder overdrijven, dankzij mijn sacrale koffiemomenten kon ik de afgelopen maanden het hoofd koel en boven water houden.

Ik zet mijn koffie op de ouderwetse manier: met een voorverwarmde filter waar je heet water over giet in een voorverwarmde mok. Slow coffee heet dat in hippe middens. Dangerous coffee zou ook een geschikte benaming kunnen zijn, want ik verbrandde me al eens lelijk door een wankele filteropstelling. Er was een tijd dat ik in de supermarkt koos voor merken waarvan ik dacht dat ze kwalitatief hoogwaardige koffie afleverden. Die koffie smaakte, maar gaf me ook een klef mondgevoel achteraf. Alsof de cafeïne zich had vastgezet op mijn tong. Dit is waar de échte kwaliteitskoffie zijn intrede doet in mijn verhaal. Ik leerde namelijk dat die verbrande smaak in je mond te wijten is aan de (te) hoge temperatuur waaraan zulke koffies worden gebrand. Producenten doen dit om kosten uit te sparen bij het selectieproces. Hun geoogste koffiebonen worden minder streng beoordeeld, waardoor ook slechte bonen de selectie halen. De aanwezigheid van één slechte koffieboon kan de smaak van een grote hoeveelheid verpesten. De koffie wordt bijgevolg aan een hogere temperatuur gebrand opdat je dit niet zou proeven.

IMG_1773b

De beste koffie koop je bij koffie (& thee) Onan in Leuven. Ik stapte er eens binnen voor een cadeautje en kocht toen ook voor mezelf een zakje kwaliteitskoffie. In de eerste plaats omdat ik niet onbewogen bleef bij de uitleg van Chloé over hun nauwe samenwerking met lokale koffieboeren in onder andere Brazilië en India. Bij Onan weten ze exact waar hun koffiebonen vandaan komen, hoe die groeien en in welke omstandigheden ze geoogst worden. Het oogst- en selectieproces verloopt manueel, waardoor de lokale boeren een correcte prijs krijgen en een topproduct kunnen afleveren. Vervolgens worden de koffiebonen verscheept naar België, alwaar ze door Chloé ter plaatse worden gebrand. Heel veel liefde voor een product en net zoveel vakmanschap: een gouden combinatie. Je moet ook geen kenner zijn om het verschil te proeven. Al bij mijn eerste Onan-koffie proefde ik een groot verschil. De smaak van de koffieboon overheerst en niet de verbranding daarvan. Sindsdien kies ik resoluut voor de enige echte koffiekwaliteit: die van Onan.

Een andere en even belangrijke reden om een bezoek te brengen aan koffie & thee Onan is de altijd (al-tijd) hartelijke bediening van Chloé en het personeel dat ze tewerkstelt. Met de glimlach serveren ze de heerlijkste koffies en voorzien ze je van professioneel advies. Chloé en ik delen overigens hetzelfde geboortejaar. Dat schept uiteraard een band. Bovendien ken ik haar ook al van toen ik nog studeerde en zij als student werkte bij de bakker waar ik vaak kwam. We go way back dus. Ik bewonder haar ondernemerschap en de vakkennis die ze bezit. Koffie is niet zomaar een product dat ze verkoopt. Koffie zit in haar hart. Dat merk je als ze bijvoorbeeld vertelt over de verschillende smaken die je kan waarnemen in een bepaalde variëteit, over haar reizen naar de koffieplantages en de problemen waar de boeren mee kampen (olifanten die van een berg sleeën om er maar één te noemen). Alsof dat nog niet volstaat, lijkt Chloé ook over een onuitputtelijke bron energie en enthousiasme te beschikken. Nergens smaakt de flat white dan ook zo goed.

Voor al wie mij nu net heel graag op de koffie wilde vragen: ik ben geen koffiesnob, dus nodig me maar gewoon uit. Niets is zo gezellig als samen koffie drinken. Ik beschouw koffie wel als een luxeproduct. Als je beseft hoe arbeidsintensief de productie van een zakje kwaliteitskoffie is, dan is het niet meer dan normaal dat die dubbel zoveel kost als een pakje uit de supermarkt. Het is juist omgekeerd: gewone koffie is te duur voor wat het product eigenlijk is. Koffie is een edele drank die je met liefde moet maken en met aandacht moet drinken. En cafeïne is echt niet des duivels. Integendeel, niet alleen binnen een sportief kader wordt vaak gewezen op de weldadige effecten van cafeïne. Alles met mate. Tot slot geef ik jullie nog de ultieme cadeautip mee: koffie of thee van Onan! Check snel hun website voor de mooiste giftboxen!

IMG_1749b

Je vindt Onan in de Parijsstraat 28 in Leuven. Maandag tot zaterdag open van 8u30 tot 17u45. Op zondag vanaf 12u. Ook bij het warm aanbevolen Noordoever aan de Vaartkom wordt de koffie van Onan geserveerd en verkocht. Allen daarheen!

 

Duatlonspecial – Mijn tweede weg naar de Hel #1

De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen, zo ook die naar de Hel van Kasterlee. Ik bedoelde het allemaal heel goed, maar ondanks die puike voornemens begon de maand met een kwakkelstart. Daar waar oktober een relatieve rustmaand was, zou ik er in november stevig in vliegen om de duatleet in mezelf te herontdekken. Dat was toch het plan. Mijn stalen vriend Juan dacht daar anders over. Door zijn Baskische grillen volgde het ene technische probleem het andere op. Ik werd er moedeloos van. Vaker zat ik met mijn mountainbike in de auto dan op het zadel. Het nodige vakmanschap later (en heel wat euro’s lichter) was Juan herboren en verlost van al zijn kwaaltjes. Oef!

Ik mag vooral niet klagen over het weer van de afgelopen maand. Vorig jaar leek ik elke training regen en wind te trotseren. Nu werd ik elk weekend getrakteerd op een royale dosis zon. Tijdens mijn eerste fatsoenlijke trainingsweekend besefte ik dan ook dat het geen zin had om te kijken naar de trainingskansen die voorbij waren en wat ik (zogenaamd) had gemist. Gedane zaken nemen geen keer. De enige weg naar de Hel is die vooruit. Ik zou me dus focussen op de trainingskansen die nog voor het grijpen lagen. Dat betekent naast veel lopen en fietsen, vooral ook de omstandigheden opzoeken die de Hel van Kasterlee zo loodzwaar maken. In eerste instantie is dat het afsluitende loopnummer van 30 kilometer na ruim 100 fietskilometers. Ik ging dus vaak lopen nadat ik eerst een goed stuk had gefietst. Mijn lichaam lijkt daar ondertussen al behoorlijk aan gewend. Ook lopen met een lege tank, bij voorkeur als het donker is, behoort tot de specifieke trainingen. Ik stond dus (vaker dan me lief was) in alle vroegte op om nuchter te gaan lopen. In de zomer vind ik dat heerlijk. In drukke en donkere maanden is dat een opgave. De drempel van mijn bed naar mijn loopoutfit leek met de week groter te worden.

IMG_1673b

Van de nood een deugd maken of het nuttige aan het noodzakelijke koppelen: daar ben ik ondertussen een kei in. Toen ik mijn fiets nogmaals moest binnenbrengen voor een geplande vervanging besloot ik me ’s avonds op de mountainbike te verplaatsen naar de fietsenmaker om dan 17 kilometer naar huis lopen. Na een lange werkdag dus, in het donker, met een fluohesje over een slecht voetpad langs een steenweg. Kortom een nuttige training voor zowel benen als hoofd. Twee dagen later deed ik hetzelfde in omgekeerde volgorde. Heel recent ontdekte ik trouwens dat mijn drinkbushouder ook prima dienst kan doen als pistolethouder (mits een klein deukje in de onderste pistolet). Een fietstraining kan dus gecombineerd worden met een tussenstop bij bakkerij Vogelaers in Vossem.

IMG_1724b

Gelukkig was er dus de zon. En nog gelukkiger was er mijn familie. De halve marathon in Kasterlee was een mooie les in loopplezier. Een week later trok ik weer naar de Kempen om met Peter en mijn peter Mark (eveneens helleganger) nog meer voeling te krijgen met de Kastelse zandgrond. We fietsten de mountainbikeroute vanuit Herentals naar Kasterlee. De bossen lagen er verdacht goed bij. De dag nadien liep ik in het gezelschap van Roos op de fiets tot bij Marike en Peter in de Kempen. Voor de aandachtige volgers: ja, dat deed ik al vaker dit jaar. Het is de ideale route voor een lange duurloop. Welgeteld 30 vlakke kilometers in het aangenaamste gezelschap met de hartelijkste ontvangst die een mens zich kan voorstellen. Voor het eerst werd ik met open armen (min of meer toch) ontvangen door mijn metekindje Leah, die ondanks haar prille leeftijd al helemaal wordt ingewijd in de rol van supporter.

Ik ben geen klager. Echt niet. De afgelopen maand had ik het echter heel zwaar. Al van in september lijk ik letterlijk en figuurlijk achter de feiten aan te lopen. Ik word overspoeld door schoolwerk. Het voelt als aanmodderen, maar dan aan een duizelingwekkend hoog tempo. Mijn dagen zitten zo tjokvol dat ik van de ene shift in de andere tuimel. Ik snak naar ademruimte en dat is soms beklemmend. Hoewel ik vorig jaar heel wat meer kilometers aflegde in november (in slechtere omstandigheden), wogen die minder op mijn gemoed. Vooraleer ik me volgend jaar dus weer halsoverkop in een nieuw Hel-avontuur stort, zal ik toch eens goed nadenken of ik me er nogmaals voor wil en kan opladen. Lopen en fietsen doe ik gelukkig nog altijd heel graag. In de toekomst moet dat ook zo blijven.

IMG_1646b

Vandaag is het nog 2,5 week tot de Hel. De examenperiode staat voor de deur. Het grootste schoolwerk en de zwaarste trainingen zitten erop. De tol die ik daarvoor heb betaald is zwaar. Mijn katten staan op het punt een bezwaarschrift in te dienen bij de FOD Dierenwelzijn vanwege een ernstig en structureel gebrek aan zeteltijd. Mijn huishouden is een puinhoop. Mijn lezersbestaan ver zoek. Hoog tijd om schoon schip te maken zodat ik met een opgeruimd gemoed de laatste weken van het jaar in kan gaan. Vannacht had ik trouwens mijn eerste stressdroom over de Hel. Ik stond in de kleedkamer en ik bleek bijna geen sportkleding bij me te hebben. Ik zou lopen in hoge basketbal-achtige schoenen, een veel te ruim blauw shirt en een veel te korte short. Een fietsbroek had ik niet mee. Terwijl ik dus in de kleedkamer mijn lange veters stond te binden, weerklonk het startschot. Op zondag 22 december kan dat alleen maar beter verlopen. Ik beschouw die droom als een teken dat ook mijn hoofd zich stilaan in de juiste modus aan het nestelen is.

De gedachte – En nog bedankt voor de cultuur!

Het zijn barre, bittere ijskoude tijden voor het culturele landschap in Vlaanderen. Nadat minister-president Jan Jambon bekendmaakte dat er duchtig gesnoeid zal worden in de subsidies voor de culturele sector barstte er hevig protest los. Terecht. Jambon is immers ook cultuurminister. De grootste bezorgdheid is een besparing van 5 miljoen of maar liefst 60% op projectsubsidies. De impact daarvan is enorm. Volgens acteur Michael Pas wordt het voor jonge kunstenaars vrijwel onmogelijk om aan de slag te gaan omdat net die projectsubsidies een kweekvijver vormen voor aanstormend artistiek talent. Vergeet niet dat ook gevestigde gezelschappen ooit klein begonnen. De duimschroeven worden aangehaald en de kaasschaaf vakkundig gehanteerd. De culturele sector bloedt en dat raakt mij.

Naast onderwijs en zorg moet er, wat mij betreft, ook overheidsgeld gebruikt worden opdat ons culturele leven zou floreren. Ik kan mij geen cultuurloos leven voorstellen. Dit jaar ging ik naar de opera (voor het eerst), bezocht ik theatervoorstellingen, concerten en comedyshows. Altijd brengt dat iets teweeg. Ik vind daarin een vorm van ontspanning die ik niet uit sport of mijn dagelijks leven kan halen. Cultuur is voor mij verlichting en een stukje schoonheid. Het geeft mijn leven zowel diepgang als luchtigheid. Ik zie en hoor iets bijzonder, word geraakt, denk na, denk nog wat verder na en ben dan verrast over een gevoel dat uitgesproken is. Je mag dat raar of zelfs belachelijk vinden. Het getuigt echter van geen stijl om mij dan als een elitaire linkse trut te bestempelen, want dat is hoe overtuigde cultuurfanaten dezer dagen worden afgeschilderd. De culturele sector zou slechts een uiterst selecte groep van de Vlaamse bevolking bereiken.

Niemand is verplicht om deel te nemen aan het culturele leven, maar de cijfers liegen er niet om. Cultuur kent een brede waaier aan verschijningsvormen. Je hoeft niet naar de opera of het ballet te gaan om aan cultuur te doen. Ook naar de bioscoop gaan, een monument bezoeken of een musical bijwonen, valt onder de algemene noemer cultuur. Daarenboven tonen de cijfers aan dat cultuur beleven los staat van een politieke voorkeur. Met andere woorden: niet alleen linkse rakkers zijn cultuurliefhebbers. Je kan het daar niet mee eens zijn en de besparingen terecht vinden. Volwassenen kunnen namelijk van mening verschillen. Ze kunnen daar dan over spreken en naar elkaar luisteren. Wat ik echter tenenkrommend vind, is de bagger die theatermakers en acteurs de afgelopen dagen over zich heen kregen. Filip Brusselmans van Vlaams Belang beet op Radio 1 de spits af door acteurs af te schilderen als een stelletje onbekwame speelvogels die zich bij voorkeur naakt op een podium God wanen. Hij beriep zich op de provocatieve voorstelling Mount Olympus van de al even omstreden theatermaker Jan Fabre. Allemaal de schuld van de linkse pamperpolitiek dat dit soort verderfelijk amusement gefinancierd wordt met overheidsgeld. Hoog tijd dus om daar paal en perk aan te stellen.

Ik viel achterover van zoveel klinkklare nonsense. Weet die mens eigenlijk wel wat cultuur inhoudt? Waar haalt hij het lef vandaan om op basis van één ongegronde aanname de volledige theaterwereld door de mangel te halen? Helaas was hij niet de enige die zich laatdunkend uitliet. De denigrerende toon waarop er via diverse media gesproken wordt over acteurs is stuitend en ronduit choquerend. Theater maken is een ambacht. Toneel spelen is een vak. Het is een stiel die onmetelijk veel oefening en toewijding vereist. Aan een theatervoorstelling gaat een maandenlange en vooral ook intensieve voorbereiding vooraf. Acteurs passeren niet royaal langs de kassa nadat ze ocharme twee uur in de spotlights smoelen staan trekken. Ze draaien lange werkdagen op niet-reguliere tijdstippen omdat ze iets mooi en uniek willen geven aan hun publiek. Iets dat vluchtig, maar echt is. Dag na dag, in goede en slechte tijden. Iedereen die daar anders over denkt, zou eens een paar dagen mee op tournee moeten gaan om het het reilen en zeilen van de theaterwereld te ervaren. Vel dan je oordeel.

Laat mij geen vakken vullen in de supermarkt, straten aanleggen, longen transplanteren of de Europese Commissie leiden. Laat mij voor de klas staan. Ieder zijn vak en ook ieder zijn hobby. Elke mens heeft uiteindelijk behoefte aan ontspanning (en ontroering) op zijn eigen manier. Zo heb ik helemaal niets met voetbal, maar betaal ik net zo goed onrechtstreeks voor de veiligheidsmaatregelen die bij zulke wedstrijden genomen moeten worden. Mij goed. Het is echter problematisch dat we een minister van Cultuur hebben die (op Bokrijk na) weinig affiniteit lijkt te hebben met die bevoegdheid. Hij heeft de deur hard dicht geknald terwijl onze vingers er nog tussen zitten en roept pro forma: seg en nog bedankt he! Besparen op cultuur, dat is besparen op ons gevoel. Het is een stukje schoonheid dat verzwolgen wordt in het donkere woud van de verzuring. Omarm de rijke Vlaamse cultuur in al zijn facetten. Koester het acteertalent van onze vruchtbare eigen bodem. Grootmeester Leonard Cohen liet deze week nog postuum van zich horen met zijn nieuwste album Thanks for the dance. In eigen land kan ik alleen maar rechtstaan, hard in mijn handen klappen en vanuit het diepst van mijn hart zeggen: bedankt voor de cultuur. Het is een genoegen om jullie publiek te mogen zijn.

 

Het portret – Mijn gouden maatje An

Op 22 november 1982 steeg er ongetwijfeld een warme gloed op boven het druilerige herfstlandschap. Ofwel blonk het goud aan de rand van de zon zo hard dat het pijn deed aan je ogen. Die dag werd immers mijn collega en beste vriendin An geboren. Vandaag mag ze dus 37 kaarsjes uitblazen: één voor elk jaar dat ze met haar stralende persoonlijkheid over alles en iedereen een gouden gloed kan werpen, al had ik dat niet meteen in de gaten toen we elkaar zo’n 9 jaar geleden ontmoetten op school. We leerden elkaar pas echt kennen toen bleek dat we tijdens de opruim van een opendeurdag om dezelfde flauwe grappen moesten lachen. Enkele dagen later deelden we een kamer tijdens een schoolreis naar Parijs en de basis van een hechte vriendschap was gelegd. An is niet minder dan een zacht en kostbaar edelmetaal: een gouden vriendin van 24 karaat.

An en ik geven allebei les in het vierde jaar en werken dus nauw samen. Hoewel we elk onze eigen stijl hebben, vullen we elkaar in teamverband perfect aan omdat we intuïtief dezelfde ideeën hebben over onze lessen en wat we met onze leerlingen willen bereiken. Ook in de klas is An eindeloos geduldig en toegewijd. Ze biedt een luisterend oor aan elke leerling die dat nodig heeft. Tijdens haar carrière loodste ze al menig jongere met raad en daad door het oerwoud van de puberteit. Dankzij haar gevoel voor humor en haar oprechte interesse in de leefwereld van haar leerlingen breekt ze in no time het ijs. Haar organisatorische talent is om jaloers op te zijn. An loopt nooit achter de feiten aan, maar dirigeert die feiten netjes de pas zodat ze steeds strak in het gelid lopen. Elke vorm van chaos is haar vreemd.

GRBZ3881b

Ook buiten de schoolmuren is An een gouden collega. Inmiddels deelden we al heel vaak een hotelkamer in Parijs in het kader van een schooluitstap. Dankzij dat jaarlijkse uitje (in het bijzijn van 120 leerlingen en 10 collega’s) bleek al snel dat we allebei om dezelfde redenen van de Parijse sfeer houden. Liefst van al wandelen we er uren rond met de stiekeme hoop Bent Van Looy eindelijk eens tegen het lijf te lopen. Als dat niet gebeurt, is er altijd nog Le Bon Marché of een lekker stuk taart om ons hart aan op te halen. Winkelen met An is overigens een les in stijl. Wat zij kiest, is er altijd boenk op omdat ze een aangeboren gevoel heeft voor alles wat mooi is. Tijdens die vermoeiende Parijs-reis kunnen we het niet laten om nog tot veel te laat ’s nachts door te praten. Onze gesprekken hebben dan vaak niet meer niveau dan die van de gemiddelde vijftienjarige. Aanvankelijk dacht ik dat Roos en ik door onze genetica dezelfde rijke fantasie hebben, maar gek genoeg lijkt An over diezelfde hersenkronkels te beschikken. Zo moet ik nog steeds gniffelen bij de gedachte dat we ervan overtuigd waren dat onze Kipling-tassen ’s nachts op de hotelkamer een mini Kiplingkindje op de wereld zouden zetten met bijhorende ritsgeluiden.

CFYC3844

An en ik mogen aan de oppervlakte schijnbaar verschillende karakters hebben, onze gevoelige zielen zijn vanbinnen dezelfde. Ik deel lief en leed met haar, geen bergtop of vallei blijft onbesproken. Ondanks mijn bedachtzame en soms gereserveerde aard weet ik dat mijn onzekerheden, twijfels en beslommeringen veilig zijn bij haar. Op school hebben we zelden de tijd en ruimte om in alle rust een gesprek te voeren. An beschikt echter over de superkracht om een gemoedstoestand feilloos aan te voelen. Haar sensor voor menselijke emoties is heel fijn afgesteld. Meestal heeft ze aan een blik genoeg om vast te stellen of er mij iets dwarszit. Daarenboven is ze oprecht geïnteresseerd in wat mij bezighoudt en neemt ze mijn advies (hoe futiel ook) ter harte. Ze geeft geen compliment voor de vorm, maar omdat ze het echt meent. Samen met haar gezin is ze dan ook een trouwe volger en supporter van mijn sportieve ondernemingen. Ik vertelde hier al over haar motivatie en doorzettingsvermogen als loper. Eindeloos respect heb ik daarvoor. Ik mag dan wel de marathonloper zijn en zij de start-to-runner, in wezen is er geen verschil tussen ons.

IMG_4977b

Tot slot excelleert An ook in haar rol als moeder van mijn favoriete tweeling en als vrouw van Wim. De 9-jarige Lieselore en Reinout zijn natuurlijk genetisch bevoorrecht, maar dat ze zulke aangename en intelligente kinderen zijn, hebben ze toch vooral te danken aan hun opvoeding en het warme nest waar ze opgroeien. Met z’n vieren vormen ze een liefdevol gezin waarin er ook veel gelachen en gefeest wordt. Ik ben de gelukzak die daar af en toe ook in ondergedompeld mag worden.

Lieve An, mijn beste bestie: ik wens je een prachtige verjaardag toe. Laat je verwennen, eet taart (heel belangrijk) en klink op jouw gezondheid!

IMG_0664b

 

 

Loperspraat – De zon scheen in Kasterlee

In Kasterlee is een hotel met de naam Kempenrust. Ik kan me er iets bij voorstellen: dat mensen naar de Kempen trekken voor wat ongedwongen toerisme in eigen land: bos, duinen, pompoenen, het sappige Kempische accent en voldoende etablissementen voor een pannenkoek met koffie en meer. Hotel Kempenrust (met zwembad!) ligt echter vlak aan start en finish van de (halve) marathon van Kasterlee. Op zondag 17 november 2019 was het er omstreeks 10u dus even niet heel rustig omdat 1500 lopers zich verzamelden voor één of twee rondes door de streek. Als ik (of bij uitbreiding mijn familie) in Kasterlee ben, is dat allesbehalve om te rusten. Meestal loop of fiets ik er veel kilometers. Team Odeyn stond dit jaar met een driekoppige delegatie aan de start: Seppe, Roos en ik zouden de klus klaren. Hoog tijd dat Marike, die nota bene in de Kempen woont, ons kwartet eens vervolledigt en haar debuut maakt in Kasterlee!

Het was mijn zesde editie van de halve marathon op Kastelse bodem. Halverwege november mag je er doorgaans modder, regen en grijzigheid verwachten. Niet dit jaar. De zon scheen hard en het bleef kurkdroog: een schitterende dag om een halve marathon in de natuur te lopen. De temperatuur was aan de heel frisse kant en zo trokken Roos en ik naar de warmte van het startvak, waar we nog een laatste aanmoediging vanaf de zijlijn kregen van onze hoogsteigen pappie. Het startschot weerklonk en het confettikanon deed het even sneeuwen. Seppe snelde er vanop de eerste rij als een haas vandoor. Hij zou die koppositie niet meer lossen en won 1 uur en 13 minuten later de halve marathon. Ik vertrok ook best snel. Al leek ik door de koude niet op benen te lopen, maar op stokken. Na een kilometer of twee en een eerste off-road passage voelde ik weer dat ik voeten had. Nog twee kilometer later kwamen ook mijn tenen weer dag zeggen. Ik had er zin in, liep snel en dat leek me relatief weinig moeite te kosten. Op de stukken asfalt kon ik zelfs nog extra tempo maken en dankzij de zon liep het zweet al snel over mijn gezicht. Voor ik het wist had ik 11 kilometer als een malle gelopen en was ik klaar voor de tweede helft. Het bos wachtte op mij.

IMG_1689b

Al vijf jaar na elkaar mispak ik mij aan dat verduivelde bos. Elk jaar opnieuw lijk ik er mijn voortvarende start te bekopen. Dan vloek ik binnensmonds en hou ik me voor om het jaar nadien wat over te houden voor die verraderlijke staart. Lichtjes bevreesd liep ik dus het bos in met de angst er de Kastelse boeman tegen te komen die mij er elk jaar een klein tikje met zijn trollenknots uitdeelt. Ik wachtte dus af tot dat zou gebeuren. Er gebeurde echter helemaal niets. Integendeel, de kilometers flitsen voorbij. Het bos leek vlakker dan de voorbije jaren. Alsof ze het met een gigantische pletwals wat hadden uitgevlakt om het loopcomfort te vergroten. Ik kreeg dus helemaal geen klop of tik. Hooguit af en toe een déjà-vu naar mijn eindeloze passages in de Hel van Kasterlee, waar ik heel alleen kilometer na kilometer door de modder stampte. Ik prees me dan ook gelukkig dat ik me nu zo snel door dat bos kon voortbewegen. Wat ongewijzigd bleef, was mijn onvermogen om me te oriënteren in en rond Kasterlee. Het parcours van de (halve) marathon van Brussel zou ik geblinddoekt kunnen lopen. In wereldstad Kasterlee legde ik ondertussen al heel veel kilometers af, maar alles lijkt er op elkaar. Drop me er niet, want je ziet me niet meer terug.

Mede dankzij de duidelijke bewegwijzering kwam ik dus voor ik het goed en wel besefte terecht in mijn laatste kilometer richting finish. Hoewel ik voor de start absoluut geen ambitie had om een heel snelle tijd te lopen, zag ik plots dat die er wel in zat. Dankzij mijn eindsprint (die naam niet waardig) finishte ik uiteindelijk in 1:39:48 als zesde vrouw. Met een gemiddelde snelheid van 4’40” liep ik zelfs mijn snelste halve marathon ooit in Kasterlee. Ook Roos zette een sterke chrono neer en is bij deze volledig hersteld van onze marathon in Brugge. Ze gaf wel toe dat ze mijn gezelschap een beetje had gemist. Wat de dag zo mooi maakte, was niet mijn snelle tijd, maar wel het pure loopplezier dat ik beleefd had tijdens mijn 21 kilometer. Kasterlee voelde inderdaad aan als een stukje Kempenrust.

IMG_1683b

Het moment – Schrijftalent gespot in de klas #1

Schrijver, journalist, avonturier, Lost Generation, Nobelprijswinnaar. Het is onmogelijk en zelfs ronduit oneerbiedig om Ernest Hemingway te beschrijven in amper zes woorden: welgeteld één woord per decennium dat Hemingway de literatuur van de 21e eeuw gestalte gaf. In zes woorden kan je het turbulente leven van de in Chicago geboren Amerikaan niet vatten. Geen woord over zijn bewogen leven in Parijs tijdens de roaring twenties. Geen woord over zijn twee huwelijken en drie zonen. Geen woord over zijn betrokkenheid tijdens de wereldoorlogen en de Spaanse Burgeroorlog. Geen woord over zijn trieste levenseinde dat getekend werd door alcohol en depressies. Geen woord over zelfdoding. Nochtans was het Ernest Miller Hemingway himself die – zo wil het verhaal – op café een weddenschap met vrienden afsloot omdat hij beweerde een verhaal van slechts zes woorden te kunnen schrijven. For sale, baby shoes, never worn krabbelde hij neer en de weddenschap was gewonnen.

Ik legde Hemingway’s ver doorgedreven vorm van flash fiction voor aan mijn leerlingen van het vijfde jaar. De eerste vraag was: is dit wel een verhaal? De meningen waren verdeeld. Langs de ene kant hoorde ik een duidelijke nee omdat er geen personages zijn, je helemaal niets weet en die zes woorden net zo goed een betekenisloos zoekertje in de krant zouden kunnen zijn. Langs de andere kant gingen er ook heel wat stemmen op voor de verhalende waarde van deze korte zin. Hemingway’s zes woorden roepen een beeld op: een vader en moeder verliezen een kind en bieden de voorziene schoentjes te koop aan. Je voelt de leegte en het verdriet, ook al staan die er niet. Een leerling concludeerde dat zes woorden geen verhaal vormen, maar dat ze wel een verhaal kunnen vertellen. Laat net dat de kern zijn van een six word story ofte zes-woorden-verhaal.

Ik daagde de vijfdejaars leerlingen uit om een verhaal van exact zes woorden te schrijven. Omdat je ware creativiteit niet aflevert op bevel was het een vrijblijvende taak en een bescheiden wedstrijd onder het mom: wie is de Hemingway van onze school? Om een verhaal te vertellen met zes woorden moet je vertrekken vanuit een groter verhaal. In de klas bedachten leerlingen dus een overdaad aan dramatische situaties. Dat grotere verhaal werd vervolgens steeds kleiner en korter tot er een minimum aan woorden overbleef. Een schrijfoefening waarbij je meer moet schrappen dan schrijven, zonder dat de lezer het gevoel krijgt dat er betekenisvolle woorden zijn weggelaten. Het is een delicaat evenwicht tussen net genoeg vertellen om je lezer te prikkelen zodat die een concrete situatie voor ogen krijgt en voldoende mysterie behouden zodat de verbeelding het verhaal kan vormen. Een zes-woorden-verhaal overstijgt ook de gevatte quote.

Er bevindt zich duidelijk heel wat creatief schrijftalent onder mijn leerlingen en daar kan ik niet anders dan heel gelukkig van worden. Kiezen tussen 22 parels was een aartsmoeilijke opdracht. Uiteindelijk mochten alle leerlingen van het vijfde jaar hun stem uitbrengen, net zoals mijn collega’s Nederlands en de directie. Schrijven is schrappen en kiezen is ook verliezen. Het viel meteen op dat enkele verhalen er bovenuit staken en afgetekend de leiding namen. De nummer 1 liet zich niet van de troon stoten. Voor de ereplaatsen ging het lang haasje over. Gisteren werden de prijzen uitgereikt en de winnaars bekend gemaakt. Ga nu goed zitten en geniet van de beste verhalen. Winnaars Staf en Lucas staan uiteraard bovenaan.

Laatste halte, laatste regen, eerste tranen – Staf & Lucas
Ik en jij, maar nooit wij – Firdaous
Eén sms, schreeuwende banden, akelige stilte – Dante
Enkel mijn ogen zagen de waarheid – Amber
Wil niet weten wie me vasthoudt – Wica
Edelachtbare, u hebt de verkeerde voor – Maud
Hij traint elke dag, toch ontspoord – Ben
Jouw ogen, mijn blik, een ogenblik – Sarie & Seppe
Beroofd: kindertijd – Syrië – Oeganda – India – Zweden – Emely
Dromend zag ik hoe jij stierf – Lucas

IMG_1654b
Kasper (plaatsvervanger van Amber), Staf, Lucas, Wica, Dante en Maud: de top 5!

Wil je nog meer lezen en weten over Ernest Hemingway? Groot gelijk! Lees dan een echt boek van de meester. A Farewell to Arms is één van die boeken die mij tot tranen toe beroerd heeft: een verhaal dat heel diep sneed en waar ik nog vaak aan terugdenk. Ook de unieke sfeer van Fiesta: The Sun Also Rises kan ik zo weer oproepen. Als het iets luchtiger mag zijn, kijk dan vooral naar Woody Allens Midnight in Paris (al is het voor de Parijse scenery). Een (mislukte) schrijver met een romantische ziel is met zijn verloofde in Parijs. Vol weemoed verlangt hij naar de literaire wereld van de jaren twintig tot hij op een avond nietsvermoedend belandt in die roaring twenties. Hij ontmoet er kleurrijke sleutelfiguren waaronder Scott F. Fitzgerald (schrijver van The Great Gatsby), Gertrude Stein, Pablo Picasso en een baldadige Ernest Hemingway. Warm aanbevolen!

 

Het boek – Herfsttijd, leestijd, boekenbeurstijd!

Zoals mijn sportieve leven cyclisch de seizoenen doorloopt, zo gebeurt dat ook met mijn lezend leven. Deze periode loop ik dus niet alleen door de bladeren in het bos, maar (weliswaar aan een iets bescheidener tempo) ook over de sjofele tapijten van de Boekenbeurs in Antwerpen. Vorig jaar vertelde ik al over die tijdelijke en periodieke terugkeer naar het boekenvak als medewerker op de stand van Exhibitions International. Mijn allereerste werkgever is topleverancier van de mooiste boeken die op de Boekenbeurs te vinden zijn. Ondertussen ben ik al toe aan mijn twaalfde editie als werkkracht op de Boekenbeurs. Tijd om de balans op te maken van de eerste boekenbeursweek.

Laat er geen twijfel over bestaan: bij Exhibitions International vind je het meest gevarieerde en uitgebreide boekenaanbod: kunst, lifestyle, architectuur, Engelse ficite en non-fictie, film en muziek zijn slechts enkele onderwerpen. Een boek over fartology, tatoeages of kalligrafie behoort eveneens tot de mogelijkheden. Alle wegen leiden kortom naar Exhibitions International. De trends van vorig jaar zijn nog niet op hun retour. Het aantal katgerelateerde items lijkt weer wat toegenomen en valt nog steeds erg in de smaak. Ook de tote bags met opschrift hebben niet aan populariteit ingeleverd, net zoals de Disney scheurkalender die een must blijkt te zijn voor menig huishouden. Harry Potter is in al zijn verschijningsvormen eveneens erg geliefd bij jong en oud. Engelstalige fictie doet het in het algemeen goed met een glansrol voor Margaret Atwoord en haar Booker Prize winnende The Testaments. Het mannelijke publiek zwicht nog steeds voor dure boeken over nog duurdere Porsches of zeldzame horloges. Enkele kamerplanten fleuren sinds dit jaar de stand op, want stijlvolle boeken over groen in huis zijn ook helemaal in.

img_1623b.jpg

Dat ik al vier dagen tussen al die parels mocht vertoeven, heeft een groot voor- en tegelijkertijd ook nadeel: het is onmogelijk om zelf niets te kopen. Allereerst schafte ik me heel wat Engelstalige fictie aan. Ik ben onder meer razend benieuwd naar het bejubelde On Earth We’re Briefly Gorgeous van debutant Ocean Vuong. Ook Normal People van Sally Rooney staat inmiddels hoog op mijn leeslijst, samen met The Overstory van Richard Powers en Asymmetry van Lisa Halliday. De meest intrigerende titel is die van de Japanse bestseller Before the coffee gets cold van Toshikazu Kawaguchi. In de categorie non-fictie werd Factfulness me warm aanbevolen door tijdelijke collega Thomas en schoonbroer Peter. En omdat ik The Subtle Art of Not Giving a F*ck zo vaak over de toonbank zag gaan, ging ik ook voor die niet mis te verstane boodschap overstag.

Om een beetje in te spelen op die literaire overdaad in het najaar voer ik een boekenkoopstop in vanaf augustus. Het is dan uitkijken naar de nieuwigheden die strategisch in oktober verschijnen. Bij de andere stands is er dus ook heel wat moois te vinden. Zo kan ik niet wachten om te beginnen in Zwarte schuur, de nieuwe roman van Oek de Jong en Zonder liefde van Stefan Brijs. Ik kocht ook Zomervacht van Jaap Robben omdat ik deze zomer diens Birk in één ruk heb uitgelezen. Bij de buitenlandse literatuur maakte ik een vreugdesprongetje omdat mijn favoriete Deense auteur Jens Christian Grøndahl een nieuw boekenkind op de wereld zette. Alleen al omwille van de cover wil ik zijn De storm liefst nu lezen. Hetzelfde geldt voor De uitzichtlozen van Nicolas Mathieu, die vorig jaar de prestigieuze Prix Goncourt won. Dankzij de successen van de Paolo’s Cognetti en Giordano zetten uitgevers nu ook veeleer onbekende Italiaanse auteurs in de kijker. Ik ben niet moeilijk te overtuigen en kocht redelijk impulsief De menselijke maat van Roberto Camurri omdat het door Cognetti wordt omschreven als een ingetogen, gevoelig lied dat we nooit eerder hebben gehoord. Zo mogelijk nog impulsiever belandde Trocadéro van John-Alexander Janssen in mijn boekenzak. Simpelweg omdat het zich in Parijs afspeelt.

De goede verstaander leest hier dat ik graag boeken koop. Ik heb echter geen gebrek aan leesvoer in huis. Nadenken over welke boeken ik wil lezen, die vervolgens kopen, in huis hebben en alles organiseren: ook dat is deel van het boekenplezier. De heel goede verstaander leest hier dat mijn eigen woning momenteel ook een beetje op de Boekenbeurs begint te lijken. Zonder de muffe lucht en dure broodjes uiteraard.

De Boekenbeurs gaat door in Antwerp Expo en loopt nog tot en met maandag 11 november. Je vindt Exhibitions International in zaal 1, stand 109. Welkom!

IMG_1617b