De race – De Hel van Kasterlee december 2018

  • De cijfers: 15 km lopen, 115 km mountainbiken en 30 km lopen in 11:02:48
  • De voorbereiding: ik begon vol goede moed aan mijn voorbereidingen in augustus, kwam echt op dreef in september, bleef fietsen in marathonmaand oktober en deed er nog een schepje bovenop in november: in totaal goed voor ruim 3000 fietskilometers
  • De race: ik liep door de sneeuw, stampte, gleed en ploegde 7 uur lang door de modder om uiteindelijk als een raket naar de finish te snellen
  • De herinnering: de familiebeleving en euforie na de zege van mijn broer, de tocht met Roos tot aan de finish, mijn verrassende derde plaats en de finish van mijn papa en peter

Wat vooraf ging
Er ging een bewogen jaar vooraf aan mijn debuut in Kasterlee. In het begin van het jaar liep ik belachelijk veel. Tot ik me in maart ernstig blesseerde tijdens de CPC Loop in Den Haag. Ik liep met krukken en kon zeven weken niet lopen. Al mijn loopdromen vielen voor mijn neus uiteen in duizend stukken. Dat deed pijn en stemde me diep ongelukkig. Mijn loopcarrière zag ik somber in. In juli liep ik echter weer 20 kilometer in Houffalize. Die dag kondigde mijn papa aan dat hij een nieuwe mountainbike zou kopen en dat ik zijn oude bijgevolg kon gebruiken. Onder de zomerzon ontstond een groots plan. In december zouden wij met drie Odeynen aan de start staan in Kasterlee. Vanaf augustus bouwde ik niet alleen mijn duurlopen verder uit met het oog op een marathon in oktober, maar begon ik ook op regelmatige basis te fietsen. Soms gewoon vlak en rechtdoor, soms op één van de talrijke mountainbikeroutes in mijn nabije omgeving. Er ging een nieuwe sportwereld voor mij open. Het was dik aan tussen Juan (zoals ik mijn fiets al liefkozend noem) en mij en dat is het nog steeds. Met de fiets erop uit trekken betekent vrijheid en avontuur.

Vanaf september begon ik te trainen op de combinatie lopen en fietsen. De nuchtere ochtendloopjes stonden weer in mijn agenda. Ik maakte een – voor mijn doen – bescheiden aantal loopkilometers en stilde mijn sportieve honger met kilometers op de fiets. Ik focuste me op mijn marathon in oktober: als ik die tot een goed eind zou brengen, zou het wel snor zitten met dat lopen in Kasterlee. De marathon in Brussel beviel me verrassend goed en zo werd november een maand met heel veel fietskilometers in minder vrolijke omstandigheden. Regen, wind en duisternis waren mijn deel. Met een duidelijk doel voor ogen hield ik vol: ik was vastberaden om me zo goed mogelijk voor te bereiden op mijn eerste duatlon.

Vlak voor de start
Het had ’s nachts gesneeuwd. Ik suste mezelf met de gedachte dat de impact daarvan op het parcours minimaal zou zijn. Soms ben ik uit zelfbescherming behoorlijk naïef. De stress sloeg hard toe toen ik de andere atleten en hun mountainbikes zag. Ik voelde me de grootste amateur die er rond liep en schaamde me zelfs dat ik daar aan de start durfde staan. In de auto gaan zitten en naar huis rijden, was echter geen optie. Ik probeerde mezelf te vermannen, nam Juan bij de hand en plaatste hem in de wisselzone. Er was geen ontkomen meer aan.

De race
Om 8u weerklonk het startschot voor een eerste loopronde van 15 kilometer. Ik liep behoedzaam door de papperige sneeuw om een slipper te voorkomen. Hierdoor was die eerste run al behoorlijk vermoeiend. Tijdens de wissel probeerde ik me niet te hard op te jagen opdat ik niets zou vergeten. Onder luid gejuich van mijn supporters snelde ik naar mijn fiets. Ik ging ervan uit dat mijn papa en peter voor mij uit fietsten.

DSC02837

Toen ik na amper een kilometer langs de kant ging staan om iets op te bergen in mijn jaszak werd ik uitgekafferd door een andere deelnemer. Super sympathiek. Ik voelde me opgejaagd wild. De zenuwen gierden door mijn lijf en ik deed mijn uiterste best om de kalmte te bewaren. Dat lukte niet. De eerste off-road stukken toonden meteen aan dat de natte sneeuw het parcours onomkeerbaar had veranderd in een glibberige en bovenal modderige omloop. Mijn fiets maakte na enkele kilometers bovendien zoveel lawaai dat ik ervan overtuigd was dat ik eerder vroeg dan laat materiaalpech zou kennen. Die arme Juan kraakte en sleurde langs alle kanten alsof elke kreun zijn laatste adem zou zijn. Ik stopte dus nogmaals met het idee dat er iets vast zat tussen mijn tandwielen of ketting. Dat bleek niet het geval. Ik trok me weer op gang met de moed der wanhoop. Na nog geen 7 kilometer kwam plots mijn voorste spatbord los en moest ik dus weer stoppen. Op een eerste uitdagende helling schakelde ik bruusk waardoor mijn ketting blokkeerde. Ik stond weer te voet en kreeg mijn ketting er niet eigenhandig op. Gelukkig schoot een vriendelijke omstaander me te hulp. Hij deinsde er niet voor terug zijn handen letterlijk vuil te maken en zette me weer op weg. Weer een kilometer later bleek één van mijn overschoenen los te zijn gekomen. Ik had nog geen 10 kilometer gefietst en stond weer maar eens naast mijn fiets.

Plots kwam vanuit de achtergrond de verlossing: mijn papa en peter reden blijkbaar achter mij en haalden me in. Ik sloot aan en luchtte mijn hart. Mijn mechanische bekommernis werd weggewuifd door papa. Het was niet meer dan normaal dat mijn fiets in deze omstandigheden zulke schurende geluiden produceerde. Dat was bij hen niet anders. Ik kon er dus op vertrouwen dat Juan niet meteen zou bezwijken onder de Kastelse modder. Met wat meer zelfvertrouwen stormden we met z’n drieën richting sporthal. Ik kreeg eindelijk een goed ritme te pakken en kon mijn valse start relativeren. Mijn eerste ronde legde ik uiteindelijk nog af in minder dan 1u20. Na een heel korte stop en bevoorrading bij de supporters begonnen we aan de tweede van in totaal vijf rondes. Ik had een goede tred te pakken en fietste voorbij alle plaatsen waar ik de vorige ronde had stilgestaan. De tweede ronde was mijn snelste.

IMG_2708b
Modder, modder, modder: maar we blijven lachen. De bewonderende blik van Peter spreekt boekdelen.

Ik wist op voorhand dat de derde fietsronde mentaal de zwaarste zou zijn. Bovendien werd het parcours er alleen maar slechter op. Ik begon wat sukkelig, moest hier en daar voet aan de grond zetten en verloor mijn tred. Het was aftellen tot kilometer 60, want dan zou de helft van het fietsnummer erop zitten. De kilometers kropen tergend traag voorbij. Halverwege kon ik weer aansluiten bij mijn twee compagnons. Ook deze ronde wisten we af te leggen binnen de 1u20. De supporters spraken ons bemoedigend toe. We hadden nog 2 uur om de vierde ronde af te leggen en binnen de tijdslimiet aan de finale fietsronde te mogen beginnen: een heel haalbare kaart. Ik was nu zo ver geraakt, 46 kilometer fietsen klonk niet meer oneindig lang. De vierde ronde kregen zowel mijn papa als peter het lastig. We haalden allemaal de tijdslimiet, maar ik vertrok als eerste en dus alleen voor de laatste ronde. Eindelijk kon ik zeggen dat het de laatste keer was dat ik elke ellendige moddermeter moest overwinnen. Ik voelde me niet leeg, maar nam wel mijn tijd. Daarbij schoof ik nog eens pijnlijk onderuit en viel recht op mijn knie. Het viel op dat het deelnemersaantal sterk was uitgedund. Ik reed in een niemandsland en zag het als een voordeel dat niemand me kon opjagen. Uiteindelijk vond ik nog gezelschap bij helleganger Bram. Hij vertelde me over de opgave van verschillende favorieten. Net op dat moment hoorden we Seppe finishen. Hij won zijn zevende Hel van Kasterlee en had daar minder dan 8 uur voor nodig. Zot!

hel_van_kasterlee_2018_kl._(102)

Mijn geluk kon niet op toen ik de sporthal voor een vijfde keer bereikte. Juan mocht in de wisselzone gaan rusten, voor mij zat het er nog niet op. Ik spurtte richting kleedkamer met Roos in mijn zog. Zij hielp me bij de wissel. Aan de modder en vuile kleren in de kleedkamer te zien, waren de meeste dames al aan het lopen. Als een duveltje uit een doosje vertrokken we voor een tocht van 30 kilometer. Ik wist dat ik die afstand kon afleggen en besefte dus dat ik hoogstwaarschijnlijk een survivor zou zijn in een loodzware editie van de Hel van Kasterlee. De eerste loopkilometers gingen heel vlot. Mijn benen hadden er nog zin in, ik raakte onder stoom en kon heel wat lopers inhalen. Rond kilometer 10 haalde ik een vrouw in. Ik had geen idee in welke positie ik liep en probeerde daar ook niet mee bezig te zijn. Het was nu aftellen naar het einde van de eerste 15 kilometer. Aan de sporthal zag ik terug wat supporters. De grande finale was nu ingezet.

Ook tijdens het tweede deel kon ik een tempo van rond de 11 km/u blijven aanhouden. Het was ondertussen pikdonker en elke kilometer werd zwaarder. Ik trok me op aan de lopers die ik kon inhalen, maar ik was me ervan bewust dat ik alsnog een klop van de hamer kon krijgen. Op 3 kilometer voor de finish haalde ik tot mijn eigen verrassing nog een vrouw in. Zij bleek achteraf gezien nummer 3 in de wedstrijd te zijn. Als ik nu terugdenk aan die finale is het verleidelijk om dat laatste uur te beschouwen als een uur waarop al mijn loopgeluk, frustratie en kracht van het afgelopen jaar samengebald werden. Ik liep niet de snelste, maar wel mijn meest heldhaftige kilometers van 2018. Op het moment zelf is dat echter puur overleven: blijven lopen om niet kopje onder te gaan. Daarin zit weinig heroïek vervat. Ik focuste me op de geweldige muziek van onze playlist en de bemoedigende woorden van Roos. De laatste anderhalve kilometer probeerde ik me bewust te zijn van het feit dat ik nu echt wel de Hel van Kasterlee had overleefd. Mijn verbazing was nog groter toen ik de rode loper opliep en hoorde dat ik derde was geworden, net zoals mijn broer bij zijn Hel-debuut in 2011. Ik kreeg een medaille van Seppe, we pakten elkaar eens goed vast en ik had totaal geen besef van wat me die 11 uur en 2 minuten allemaal was overkomen.

IMG_2724b
Ik won voor het eerst in mijn leven een beker.

De conclusie
De Hel van Kasterlee is nooit voor watjes, maar al helemaal niet op een modderig parcours met koude temperaturen. Ik zag af, maar groeide in de wedstrijd. Tijdens het fietsen heb ik nooit het gevoel gehad dat het op was. Het duurbeest in mij kon zich volledig uitleven. Pas tijdens mijn laatste loopronde voelde ik de inspanningen van de dag doorwegen. Ik presteer telkens goed op de zware marathon van Brussel en ook hier werd ik juist beter door de lengte van de race en de barre omstandigheden. Bizar. Wat deze wedstrijd uniek maakt, is het familiale gevoel dat er heerst. Je lijkt even weg van de gewone wereld te zijn. De laatste fietsronde heb ik dan ook mijn best gedaan om de seingevers te bedanken voor hun urenlange onmisbare inzet. Samen met organisator Ben en commentator Hans zorgen zij ervoor dat je je wel echt een held waant al strijdend in de Kastelse arena. Door al die lovende woorden zou ik haast vergeten dat trainen voor de Hel niet te onderschatten is. Lange trainingen in november staan garant voor herfstig weer en veel donkere, eenzame uren. Uiteraard kan ik nu alleen maar zeggen dat elke trainingskilometer die heroïek helemaal waard was.

Enkele weetjes

  • Sporza maakte een mooie reportage voor Sportweekend over Seppe.
  • Ik had bij het fietsen een geluksbrenger van Seppe op zak: een medaillon van Roger De Vlaeminck dat hij me vroeger eens had gegeven voor de examens.
  • Seppes trainer Stefaan doopte “ons” team om tot Team Doodgaan. Ook hij doorstond zijn Hel-debuut met glans.
  • Papa maakte tijdens het mountainbiken meermaals het grapje dat er een hamster in zijn achterwiel liep en dat die het schurende geluid veroorzaakte.
  • Roos voederde mij banaan en peperkoek in de fietsbevoorrading. Daarnaast kreeg ik niet alleen sportgels en -drank binnen, maar ook heel wat zand.
  • Het ultieme girlpower-moment beleefden Roos en ik toen we een loper voorbij stormden toen P!nk keihard uit de boxen schalde met So What!
  • We beleefden dan weer een mystieke ervaring toen papa-lied Camouflage weerklonk in een mistig en donker stuk. Things are never quite the way they seem.
  • Na afloop bleek dat ik met 2:34 een heel snelle looptijd had neergezet op de 30 kilometer: de snelste tijd bij de vrouwen.
  • Ik voelde mij na afloop nog zo fris dat ik zelf met de auto naar huis ben gereden.
  • Bij thuiskomst van de Hel wacht je een nieuwe modderuitdaging van formaat: al je kleding en materiaal weer proper krijgen. Juan is al weer weg voor een grondig onderhoud.
  • 22 december 2019 staat alvast in mijn agenda gemarkeerd.
IMG_2712b
We are family! Mijn papa, broer en peter: vier hellegangers op een rij.

Duatlonspecial – Een dag na de Hel

De Hel van Kasterlee, de zwaarste winterduatlon ter wereld, 15 kilometer lopen, 115 mountainbiken en 30 kilometer lopen in zware omstandigheden: I DID IT! Vlak voor de start was ik zo onder de indruk van het hele gebeuren dat de twijfel genadeloos toesloeg. Ik gaf mezelf geen schijn van kans om deze uitdaging tot een goed einde te brengen en wilde ergens in een hoekje kruipen en stilletjes verdwijnen. De sneeuw die ’s nachts gevallen was, had het fietsparcours omgetoverd tot een modderige omloop waar het snakken was naar een kilometertje asfalt. Ik klaarde de fietsklus uiteindelijk in 7 uur. Nog nooit zat ik zo lang op mijn mountainbike. Nog nooit zag ik zoveel modder.

In het afsluitende loopnummer kwam de marathonloper in mij naar boven en kon ik een behoorlijk tempo aanhouden. Zonder het te beseffen begon ik aan een inhaalrace. Tot mijn eigen grote verbazing finishte ik als derde. Op het eind van de rode loper stond Seppe me op te wachten om mijn medaille te overhandigen. Voor wie het nog niet zag op Sportweekend: mijn broer Seppe haalde zijn zevende zege in Kasterlee binnen en was al drie uur fris gewassen toen ik aankwam. Mijn papa en nonkel haalden eveneens de finish in wat een historische editie wordt genoemd met meer dan honderd deelnemers die vroegtijdig uit de race stapten.

Ik voel me vandaag verrassend fris, maar heb nog wat tijd nodig om te beseffen wat me gedurende die 11 uur is overkomen. Eén dezer dagen zal hier ongetwijfeld een uitgebreid raceverslag verschijnen waarin ik jullie zal vervelen met een gedetailleerd belevingsverslag per kilometer (of toch zoiets). Dat ik dit heb kunnen waarmaken, heb ik uiteraard in de eerste plaats te danken aan mijn doorgedreven trainingen en soms nogal koppige persoonlijkheid. Achter een sterke vrouw staat in mijn geval een sterke familie en meer. In afwachting van het verhaal over mijn heroïsche strijd wil ik graag een uitgebreid dankjewel formuleren aan zij die hebben bijgedragen aan mijn prestatie en deze memorabele dag.

Roos: voor de mentale coaching en de ongelooflijk persoonlijke begeleiding op topniveau, voor de afleidende praatjes en bemoedigende woorden de laatste zware kilometers, voor het plezier dat ik steeds heb als ik bij jou ben
Marike: voor het logement en zoveel gezelligheid, voor de vakkundige hulp en geruststelling als ik weer eens denk dat ik een vreselijke blessure heb, voor het trotseren van de kou en het zorgen voor de andere supporters
Seppe: voor de wedstrijdtips en het onthaal aan de finish, voor de inspiratie die je me steeds geeft door je sportieve avonturen, voor het vlammetje van de Hel dat je in mij hebt ontstoken
mama: voor altijd het geloof in mijn kunnen, de nooit aflatende steun als ik weer eens met een zot plan op de proppen kom, het enthousiasme en supporteren met hart en ziel
papa: voor de mountainbike die ik kreeg, voor het papa-zijn zelfs tijdens een barre mountainbiketocht, voor de geruststellende en nuchtere opmerkingen, voor je onnozele mopjes die eigenlijk toch altijd grappig zijn
mijn peter Mark: voor de babbeltjes over lopen, voor het gezelschap tijdens de wedstrijd en het warme familiegevoel dat je aanwakkert
Peter: voor de mountainbiketocht naar Kasterlee die we samen maakten als voorbereiding, voor het vertrouwen dat je me toen gaf, voor het ondergaan van onze familiegekte
An: voor de oprechte interesse die je telkens toont in mijn sportieve uitdagingen, voor het intens meeleven en supporteren met heel je familie
Murielle: voor het trouw en enthousiast volgen van mijn avonturen, voor je aanstekelijke en niet te onderschatten eigen sportieve ervaringen
Martin: voor het vakkundige onderhoud van mijn mountainbike en de persoonlijke topservice

Duatlonspecial – Mijn weg naar de Hel #4

Morgen moet ik er dus aan geloven: mijn duatlondebuut in XL-formaat. Ik kan het zelf amper geloven. De afgelopen week hield ik mijn spieren nog een beetje warm met rustige trainingen. Zo zat ik woensdag de laatste keer op de fiets en reed ik voor het eerst in echt koude temperaturen. Mijn tenen waren daar niet zo blij mee, maar de zon scheen en dat maakte veel goed. Ook mijn laatste zonnige looprondje op donderdag stemde me gelukkig. Er moest bovenal vooral gerust worden. Dat lukte behoorlijk, al is ontspannen op bevel geen evidentie. Bovendien vertelde ik vorige keer over de praktische issues die bij een dagje duatlon komen kijken. Kopzorgen en onzekerheden kwamen met andere woorden boven water drijven.

Organisatorisch en logistiek is de Hel van Kasterlee dit jaar een waar huzarenstukje in onze familie. Ik grapte al dat dit meer voorbereidingen vraagt dan ons eigenlijke kerstfeest en dat is dus niet overdreven. Een dagactiviteit op Kastelse grond vraagt zowel van de atleten als van de supporters doordachte voeding- en kledingkeuzes. Het is voor mijn begeleidende zussen en mama evenzeer de vraag wat ze moeten aantrekken en op welke onvoorziene omstandigheden ze zich moeten voorbereiden. We communiceerden daar de afgelopen week uitvoerig over en ons plan staat nu wel op punt. De playlist van Roos en mij telt inmiddels ruim 4,5 uur muziek van de bovenste plank. Roos testte de lijst zelfs al eens uit en kon bevestigen dat hij vlot liep. Weer iets dat afgevinkt kon worden.

Ik vind het bijzonder moeilijk om vooruit te blikken op de wedstrijd omdat ik in de verste verte geen idee heb wat ik mag verwachten. Natuurlijk voel ik wel dat die intensieve trainingsperiode conditioneel iets heeft opgebracht. Ik kan alleen niet inschatten welke vruchten ik daar morgen van mag plukken. Misschien zijn het wel heel erg zure citroenen. Voor mijn marathon eind oktober was ik zenuwachtig omdat ik moeilijk kon geloven dat ik die afstand nog in de benen had. Ik kon me toen wel beroepen op mijn ervaring en wist ergens ook wel dat de kans groot was dat ik marathon nr. 9 succesvol zou beëindigen. In het voorjaar had ik niet durven dromen dat ik op het einde van het jaar een sportieve uitdaging van dit niveau aan zou kunnen gaan. De weg naar de Hel leek ook lange tijd belangrijker dan het resultaat. Nu liggen de kaarten heel anders. Het voelt op de één of andere manier alsof dit avontuur mijn sportief jaar kan maken en dat ik dus wel degelijk wat te verliezen heb. Rampscenario’s bedenken voor een wedstrijd die ruim 10 uur duurt, is ook niet zo moeilijk. Die gedachten zijn natuurlijk niet bevorderlijk voor mijn gemoedsrust.

Als ik mezelf nu als buitenstaander bemoedigend zou moeten toespreken, dan zou ik het ongetwijfeld hebben over het belang van doordachte trainingen, grondige voorbereidingen en het geloof in eigen kunnen. Laat het los en vertrouw erop dat je er alles aan hebt gedaan om het een succes te laten worden: ik hoor het me zo zeggen. Hoe de dag ook zal verlopen: ik ga er bovenal van genieten dat ik daar om 8u aan de start sta met mijn broer, papa en nonkel om elk ons eigen verhaal te lopen en fietsen. Ik kan me overigens ook troosten met de gedachte dat de druk die ik voel niets is in vergelijking met de verwachtingen waar mijn broer als zesvoudig winnaar tegenop moet boksen. Hij kan dat, daar twijfel ik geen seconde aan. Ik heb zo’n voorgevoel dat dit een familiedag zal worden om nooit te vergeten.

Duatlonspecial – Mijn weg naar de Hel #3

Mijn weg naar de Hel is geplaveid met goede voorbereidingen. De afgelopen dagen maakte ik nog fiets- en loopkilometers, maar kwam ik vooral op adem van het harde trainingslabeur van de maand november. Er kwam wat tijd vrij om na te denken over heikele sportvraagstukken en praktische voorbereidingen te treffen. Een lange duatlonwedstrijd van dit formaat betekent immers ook dat je heel wat te regelen hebt op organisatorisch niveau, waaronder sportkleding, -voeding en materiaal. Bovendien is er een belangrijke taak weggelegd voor het ondersteunend team, dat natuurlijk ook graag op voorhand weet waar het aan toe is. Ik hoop dat een voorbereid mens er in dit geval meer dan twee waard is.

In Kasterlee zal ik voornamelijk lopen als het nog/al donker is. Daar heb ik ruime ervaring mee dankzij mijn ochtendlijke looptrainingen, maar ik oefende dit ook al eens met Roos op de fiets, aangezien zij mijn persoonlijke begeleider zal zijn tijdens de afsluitende 30 kilometer. We kozen een onverlicht parcours uit met lange stroken om zo onze verlichting te testen. In eerste instantie vonden we dat die volstond. Mogelijk is een extra lamp toch nodig omdat ik me niet wil laten vangen door de verraderlijke putten in Kasterlee. Voor de gelegenheid stelden we natuurlijk een aparte playlist samen die uit de box kan schellen. Variatie en opzwepend zijn de codewoorden van ons repertoire. Avicii en Florence mogen niet ontbreken op ons feestje, maar ook chansons, kleinkunst, een dosis pop en het stevigere werk (Highway to Hell!) zijn van de partij. We bespraken ook enkele rampscenario’s en wat te doen “in geval van”. Ik zei het al: je kan maar beter op werkelijk alles voorbereid zijn.

Een week geleden oefende ik de wedstrijdonderdelen al eens met mijn eigen vagevuur-training. Het was zwaar, maar ik doorstond de beproeving. Ik testte toen onder andere uit of ik vlot kon lopen met mijn fietsbroek (ja) en of de Clif bloks een waardige afwisseling waren met sportgels van Squeezy (ja). Inmiddels heb ik het kledingvraagstuk voor 90% opgelost. Het weer is echter een doorslaggevende factor en voorlopig ziet dat er niet gunstig uit. Zowel koude als regen zullen zondag aanwezig zijn. Mijn regen- en winddichte petje en handschoenen zullen met andere woorden van pas komen. Dan is dat de investering toch waard geweest, denk ik maar. Wat de voeding betreft ben ik er nog niet helemaal uit of ik een hele dag ga overleven op sportvoeding of toch ook iets anders ga proberen weg te werken tijdens het fietsen. Lastig, want ik kan niet inschatten hoe mijn lichaam zal reageren op 120 kilometer mountainbiken.

Dat gure weer boezemt me wel angst in. Ik fietste al vaak in regen en wind, maar vandaag kreeg ik nog iets anders voorgeschoteld: een intense regenbui die wel een kwartier aanhield met als resultaat dat ik meteen doorweekt was. Goed dat mijn fiets al eens voorgespoeld werd, maar het kostte me veel moeite om positief te blijven en dit als een nuttige les te beschouwen. Ik stelde me voor hoe het zou zijn als ik nog uren doorweekt zou moeten fietsen en dat was toch even slikken. Gelukkig heb ik mijn trainingen lichamelijk goed verteerd. Ik heb geen noemenswaardige klachten. Dit werd ook bevestigd door mijn kinesitherapeut. Zij gaf me 100% groen licht om er voor te gaan in Kasterlee. Kijk, dat geeft toch veel vertrouwen. Ik ging deze week nog eens overdag in het bos lopen omdat ik echt behoefte had aan zo’n plezierloop. Aanvankelijk schrok ik van het kale Heverleebos door de vele gekapte bomen, maar uiteindelijk overheerste een triomfantelijk gevoel dat alleen lopen me kan geven. Vooral aan mijn loopvorm voel ik dat al die trainingen hebben geloond. Ook hier geldt weer: geen idee wat ik daar over een week mee ben.

Ik had de afgelopen week ook tijd om orde op zaken te stellen in huis. Weken aan een stuk dagelijks sporten liet wel sporen na. Zo moest ik vaker boodschappen doen om de voorraden op peil te houden. Ik bakte dan ook heel wat havermoutpannenkoeken, at kilo’s pompoenen, bakken plattekaas en joeg er een pot pindakaas door met heel veel volkorenboterhammen. Veel trainen betekent namelijk goed en veel eten. De praktische rompslomp was ook niet van de poes. Mijn wasmachine draaide overuren aan sportkleding en handdoeken. Ik ondernam geen pogingen meer om sportkleding in de kast te leggen, maar sorteerde dit functioneel zodat ik meteen zocht wat ik nodig had buiten de kast. Mijn hal was omgetoverd tot een multifunctionele kleedkamer: allerhande gerief, waaronder handschoenen in verschillende diktes en mijn Stance sokken lagen er uitgestald. Handdoeken en krantenpapier lagen binnen handbereik voor als ik weer eens doorweekt thuiskwam. Niet heel gezellig, maar wel uitermate praktisch. Inmiddels is het sportschoolgehalte van mijn woning weer tot een minimum beperkt en heb ik ook op huishoudelijk gebied de touwtjes stevig in handen.

De komende week moet ik dus nog enkele knopen doorhakken. Ik zal ook maar wat kaarsen branden in de hoop zo geen al te rampzalig weer af te kunnen dwingen voor zondag. Bovenal zal ik proberen om de week ontspannen en goed uitgerust door te komen. Examens afnemen en verbeteren beschouw ik dan maar als een welkome afleiding. Ik ben de eerste om te zeggen dat je moet vertrouwen in je voorbereidend werk. De zenuwen omzetten in een positieve focus: dat is de boodschap. Kan een mens ooit klaar zijn voor de Hel?

Duatlonspecial – Mijn weg naar de Hel #2

Mijn voorbereidingen naar de Hel lopen op hun eind. Heel rouwig ben ik daar niet om. In mijn vorige bericht vertelde ik over de zware trainingsmaand november. Ik moest niet heel diep gaan, maar vooral lang in het zadel zitten. Kilometers maken zoals dat heet. Vaak als het donker was of als het weer zich van z’n herfstigste kant toonde. Het was een uitdaging om mijn tijd zo optimaal mogelijk te besteden, aangezien ik ook bergen schoolwerk te verzetten had. De afgelopen week vormde de bekroning van mijn intensieve fietsmaand met een weektotaal van maar liefst 320 fietskilometers. Naar analogie met mijn vorige vergelijking fietste ik dus deze week tot in de banlieue van Parijs. Gelukkig, want ik zou niet kunnen aanzien hoe mijn geliefde Arc de Triomphe vernield werd. Hoe dan ook stond er vandaag een bijzondere training op de planning.

Ik ben van het principe dat je het maar beter zwaar kan hebben op training zodat je op het ergste voorbereid bent. Lastige weersomstandigheden (zon, regen, wind of sneeuw) schuw ik niet. Daarom loop ik dus bijvoorbeeld 33 kilometer als alles tegenzit. Trainen onder zware omstandigheden maakt mij mentaal sterker en daar put ik vertrouwen uit. Sportieve uitdagingen worden namelijk voor een aanzienlijk deel in je hoofd bevochten. Als het op training altijd leuk is en vlot gaat, is dat mentale deel onvoldoende voorbereid. Daarom zou ik twee weken voor de Hel een vagevuur-training afwerken. Die term bedacht ik uiteraard zelf: een training tussen hemel en hel als generale repetitie. Ik zou met andere woorden een halve Hel lopen en fietsen om mezelf en het herfstweer nog eens keihard tegen te komen.

Met een halve Hel bedoel ik dat ik de helft van elk individueel onderdeel zou afleggen. Zo vertrok ik dus vanochtend om 8u met een auto vol fiets- en loopmateriaal naar het park van Tervuren. De echte Hel vertrekt om 8u, maar om nu ook al in het donker te vertrekken, daar had ik even geen zin in. Mijn eerste deel van de generale repetitie bestond uit 7,5 kilometer lopen. Ik had mijn lange fietsbroek al aan om uit te testen of die ook comfortabel zat bij het lopen. Dat scheelt namelijk werk tijdens de wissel. Rond 8u30 vertrok ik voor een eerste rondje langs de vijvers. 7,5 kilometer lopen: dat kan ik ondertussen moeiteloos. Mijn fietsbroek deed prima dienst als loopbroek. De voorspelde regen bleek slechts lichte motregen te zijn, dus ik had er best zin in. Na deze vlotte start was het tijd voor een wissel naar fietskleding. Vervolgens zou ik, net zoals in de Hel, vijf fietsrondes afwerken over voornamelijk off-road terrein.

IMG_3452
Die arme Juan was helemaal besmeurd en had dus een grondige wasbeurt nodig.

De eerste fietsronde viel meteen goed tegen. Op de kilometers vlakke asfalt waar ik normaal vlot zou kunnen rijden, stond een harde tegenwind. Wind is de grootste vijand van de fietser. De moed zonk me in de fietsschoenen. Tot overmaat van ramp begon het ook nog eens harder te regenen en waren mijn voeten al in modderklompen veranderd na amper 10 kilometer. Ik vervloekte mezelf voor dit verduivelde plan. Er was echter geen weg terug: het vagevuur had me opgeslokt. Na één ronde was ik al behoorlijk doorweekt. De tweede ronde werd het gelukkig droger en vond ik mijn ritme. Zoals verwacht liep het minder soepel in de derde ronde. Ik schakelde lomp en zat vaak maar wat te stampen. Het voordeel van dat vermoeiende stuk met de wind op kop was dat mijn jasje inmiddels droog was geblazen. Elk nadeel heeft zijn voordeel! De optimist in mij was terug van de partij. De laatste twee rondes begon ik wat stramheid te voelen, maar ik kon wel vlot blijven ronddraaien. Als gemiddelde wilde ik meer dan 20 kilometer per uur gemiddeld halen. Uiteindelijk legde ik mijn vijf fietsrondes af aan bijna 22 kilometer per uur. Missie 2 was geslaagd.

Het slotstuk van het vagevuur waren twee looprondes van samen 15 kilometer. Weer een wissel, maar mijn broek vol modder en natte sokken hield ik aan. Ik dacht niet te lang na en vertrok als een pijl uit een boog voor de finale. Het geeft een vreemd gevoel in je benen om te lopen vlak nadat je uren op de fiets hebt gezeten. Je lijkt de cadans van het fietsen te willen volgen, die natuurlijk veel hoger ligt. Mijn benen lieten zich echter niet kennen en leken me te willen bewijzen dat ze naast al dat gefiets toch primair gemaakt zijn om mee te lopen. Ik kon nauwelijks geloven dat ik aan mijn marathontempo liep en dat ook volhield. Al snel begon ik echter ook te voelen dat ik te weinig had gedronken op de fiets. Ik zette door, bleef gaan en finishte op een stevige beat van Dimitri Vegas & Like Mike. Het zat erop. Ik had geproefd van de hel en ik heb het gehaald.

In totaal heb ik vandaag vijf uur gesport. Conditioneel kon ik dat perfect aan. Ik heb geen spierpijn, maar voel wel in mijn lichaam dat ik lang bezig ben geweest. De grootste uitdaging voor de echte Hel zal zijn om goed in te delen en niet te veel vooruit te denken. Het werkt niet bepaald motiverend als je gaat uitrekenen hoeveel uren of tientallen kilometers je nog te gaan hebt. Nu ik dit in mijn eentje heb gepresteerd, durf ik te zeggen dat mijn hoofd alvast klaar lijkt te zijn voor het grote werk. De komende week zal een overgangsweek zijn waar ik me nog moet bekommeren om enkele praktische voorbereidingen. De druk zal sowieso wat van de ketel gaan zodat er minder moet. Wat rust en ontspanning zijn meer dan welkom.

Loperspraat – Door regen en wind in november

Er was de afgelopen maand geen ontkennen meer aan: het is nu echt herfst en ik ga echt een lange duatlon lopen en fietsen in december. November 2018 gaat officieel de geschiedenis in als de maand waarin ik de kaap van de 1000 fietskilometers overschreed. Ik fietste exact 1002 kilometer en liep nog een bescheiden 147 kilometer. Om me daar iets bij te kunnen voorstellen, zocht ik wat afstanden op. Google Maps zegt me dat ik tot in Parijs 345 kilometer zou moeten fietsen (dat zou me 18,5 uur kosten). Ik ben dus naar Parijs gefietst om er een Tour etappe af te leggen, nog enkele plaatselijke rondes te fietsen om te kunnen finishen aan de Arc de Triomphe en dan terug naar huis te peddelen. Jammer genoeg was november ook de maand van het snertweer en de duisternis. De heroïek was dus vaak ver te zoeken.

Begin november was het nog heerlijk toeven op mijn warme marathonwolk. Ik mocht dan wel wat verblind zijn door de marathonliefde, ik was ook verstandig en gaf mijn lichaam de nodige rust om te bekomen van die 3u24 in Brussel. Een volledige week, dat zijn dus zeven (7!) dagen, ging ik niet lopen. Een unicum in mijn carrière als marathonloper. Ik kroop wel de fiets op en maakte een mooie start voor wat de maand van de mountainbike zou worden. De zon scheen, het gras was nog wat groen, de bomen droegen een kleurrijke bladerjas en ik genoot met volle teugen van mijn fietstochtjes. Goh, wat was het leven toen mooi.

Op zaterdag 10 november stond er een eerste belangrijke afspraak in Kasterlee op de agenda. Samen met mijn papa en nonkel zou ik het parcours van de Hel gaan verkennen. De groepsverkenningen maken officieel deel uit van de organisatie. Er wordt eerst 15 kilometer gelopen en vervolgens een mountainbikeronde van 23 kilometer afgelegd zodat je een idee hebt wat je mag verwachten op de Grote Helledag. Ik was op voorhand gewaarschuwd: voor velen is dit een toonmoment van explosiviteit op de fiets. Met die wetenschap besloot ik mij (met een serieus ei in mijn broek) volledig te verschuilen achter mijn status als vrouw. Ik posteerde mij achteraan de tweede groep in de hoop daar iet of wat mijn eigen tempo te kunnen rijden. Mijn twee bodyguards offerden zich gewillig op om mij te vergezellen. Al bij al ben ik niet ontevreden over mijn verkenning. De stress raasde door mijn lichaam, maar toch slaagde ik erin om de kalmte te bewaren, goed te schakelen en elke heuvel en bocht naar behoren te nemen. Ik viel niet stil en knalde niet tegen de grond. Missie geslaagd.

IMG_3337b

Het weekend daarna trok ik er niet met Juan op uit. Hij was namelijk enkele dagen weg voor onderhoud. Even wat me-time voor Juan en zijn tandwielen, hij had het nodig. Ik miste hem heel erg toen ik met mijn klassieke damesfiets twee dagen na elkaar naar Brussel fietste voor een bijscholing. Wat een leuk idee en nuttige training leek in mijn hoofd, bleek in de praktijk een loodzware taak en uitputtingsslag te zijn. Daags nadien liep ik de halve marathon in Kasterlee, een tweede positieve ervaring met de Kempische zandgrond en een fijn familiemoment.

Vorig weekend kon ik mijn nieuwe fietskleding voor het eerst uittesten. Ik investeerde namelijk in een paar degelijke handschoenen en echt regengerief. Voor die gelegenheid kwam het dus mooi uit dat het regende. Het begon veelbelovend. Met de Lage Landenlijst 3 in mijn oren en mijn uitmuntende regenkleding zat ik met wat verbeelding in een tent waarop zachtjes de regen tikte. Alleen een koffie ontbrak, maar het was best gezellig daar in mijn waterdichte cocon. De regen stopte echter niet. Na ruim twee uur op de fiets moest ik concluderen dat mijn kleding wat klam begon aan te voelen. Na drie uur kon ik niet meer ontkennen dat ik doorweekt was. Na vier uur was ik thuis en redelijk onderkoeld. Wat als een klein feestje begon, eindigde toch in een serieuze beproeving.

Op zondag kon mijn geluk dan ook niet op toen ik kon trainen in gezelschap. Ik zakte wederom af naar de Kempen, waar Marike woont. Zij zou me vergezellen tijdens mijn looptraining. Het was de eerste keer dat ik samen met haar liep. Met gezwinde pas loodste ze me langs de lokale highlights om me na een eerste ronde verder te begeleiden op de fiets. Intussen was haar vriend Peter zich al aan het klaarstomen voor de mountainbiketraining die hij voor mij in petto had. Na een pauze hees ik me in het zadel en trokken Peter en ik naar de mountainbikeroute in Herentals. Van daaruit fietsten we door de bossen naar Kasterlee. Dit was zonder twijfel de meest geslaagde training van de maand. De Kempen bieden een afwisselend parcours met niet al te veel hoogtemeters, maar toch voldoende uitdaging. Peter is de ideale compagnon de route. Hij heeft niet alleen fietservaring te over en een coole mountainbike met hoog retrogehalte, maar hij geeft me ook nuttige tips en aanmoedigingen. Wat wil een mens nog meer?

November was een grensverleggende maand van hard labeur, zowel op professioneel als sportief vlak. Mijn organisatie liet me niet in de steek. De menselijke machine of machinale mens bleef draaien. Hoewel dat zeker ook voldoening geeft, beginnen de trainingen wel door te wegen. Die intensieve voorbereiding blijkt namelijk best een eenzame missie. Naast werken en trainen staat mijn leven on hold. De vele trainingsuren in de duisternis, wind en regen maakten het voor de optimist in mij niet gemakkelijk om sportplezier te ervaren met elke gefietste of gelopen kilometer. Ik ging maar liefst 10x ’s ochtends lopen en snak nu dus echt naar een ontspannen loopje in het bos bij daglicht. Gelukkig is het maar één keer per jaar november. December brengt ongetwijfeld wat meer rust, ontspanning en familiemomenten.

 

Loperspraat – Wat ik zoal kan leren van mijn katten

Ik deel al ruim negen jaar mijn woning met Teresa en Ada, mijn allerliefste harige huisgenootjes. Hoewel we alle drie gesteld zijn op onze rust, vormen we op onze eigen manier een oerdegelijk driespan. Voor wie het nog niet wist: er heeft altijd een dierenmens in mij gehuisd. Vroeger had ik konijnen en cavia’s. Toen ik op kot zat waren hamsters Tony en Rudy mijn maatjes. Nu stel ik het zonder knaagdieren, maar kan ik me geen leven zonder katten meer voorstellen. Katten zijn tegenwoordig trouwens helemaal in. Een blik op de goedgevulde cadeaurekken van boekwinkels bewijst dat de veelzijdige (vaak ludieke) zelfhulpboeken met katten als toonaangevend rolmodel de serieuze literatuur overschaduwen. De kat als personal life coach dus. Met maar liefst twee stuks in huis betekent dat met andere woorden een rijkdom aan wijze levenslessen binnen handbereik.

Huisdieren lijken op hun baasjes en omgekeerd. Daar is wel iets van aan. Teresa en Ada zelf zijn ongetwijfeld de mening toegedaan dat ze meer op een mens lijken dan op elkaar. Heel dikke vriendinnen zijn die twee namelijk niet. Er heerst een opportunistisch samenlevingsverbond tussen de feline partijen. Voor een alleenheerser als de kat is zo’n ménage à trois dan ook niet vanzelfsprekend. Wat ons drieën verbindt is de neiging tot overdrijven. Het is bij ons alles of niets: als wij een doel voor ogen hebben, dan gaan we er de volle 100% voor. Als Ada bijvoorbeeld vindt dat het tijd is voor een stinkend bakje natvoer, dan plaatst ze dit item stante pede op de huisagenda. Dit dagelijks terugkerende proces start met een staat van hyperfocus: elke beweging die ik maak wordt nauwlettend in de gaten gehouden door twee paar kattenogen. Vervolgens worden op vocaal niveau alle registers open getrokken. Ada’s neiging tot overdrijven mondt uit in schaamteloos dramatiseren. Het doel heiligt de middelen. CEO Ada bereikt haar targets dagelijks zonder enig probleem.

IMG_1147b

Luieren is een kunst waar katten grootmeesters in zijn. Rust is niet minder dan een zaak van staatsbelang. Het is een topprioriteit om de dagelijkse slaapquota te halen. Dankzij hun uitstekende slaapconditie kunnen mijn katten uren aan een stuk in dezelfde houding liggen. Sterker nog: ondanks hun leeftijd excelleren ze in souplesse. Ze sparen hun krachten om eenmaal per dag in slechts enkele minuten een explosieve show op te voeren die zijn gelijke niet kent. Een zot moment waarbij werkelijk alle remmen los gaan. Van Teresa’s veerkracht en sprongtechniek zou zelfs Nafi Thiam nog iets kunnen opsteken. Een heikel punt voor mij, want enkele weken geleden kreeg ik bij de kinesitherapeut te horen dat ik weinig veerkracht in mijn enkels heb. Ik moet nu oefeningen doen op de trap waarbij ik vinnig en explosief met verschillende pasjes de treden moet opspringen. Dat is op z’n zachtst gezegd geen sinecure. Ik ben veel, maar niet vinnig en explosief. Het lijkt alsof ik geen voeten, maar zwemvliezen heb. Ik begrijp dus niet hoe het mogelijk is dat mijn katten zonder enige vorm van training vanuit stilstand en op elegante wijze ruim een meter hoog kunnen springen. Stikjaloers ben ik op dat atletisch vermogen.

Een expert zei ooit: katten zijn alles wat mensen zouden willen zijn. Laat ik dan maar zeggen dat ik niet eender welke kat zou willen zijn. De realiteit is dat er in België jaarlijks om en bij de 30.000 katten in een asiel belanden en dat zo’n 30% daarvan euthanasie krijgt. Helaas leidt dus niet elke kat het ideale leven. Zij dit dat wel hebben zijn absoluut te benijden. Mijn Teresa en Ada hoeven geen mindfulness of slaaptraining te volgen om op hoog niveau te kunnen rusten. Hun leven is één en al me-time. Genot zit in een klein hoekje. Ze kennen de plekjes in huis waar net op dat moment die ene zonnestraal hun snoet kan verwarmen. Tot na de middag in bed blijven liggen is de normaalste zaak van de wereld. Ze hebben geen complexen over hun uiterlijk en willen vooral de wereld niet zien om gelukkig te zijn. In hun universum zijn zij heer en meester. Ze regeren met harde hand als het nodig is, maar hun gracieuze verschijning maakt hen ook ultieme verleiders. Bovendien hebben ze een hoge aaibaarheidsfactor. Ze bepalen zelf wanneer ze iets nodig hebben en nemen dan resoluut het heft in eigen handen. Wat anderen van hen denken kan hen geen f*ck schelen. Dit alles verklaart de aantrekkingskracht van boeken als Catfulness, How To Live Like Your Cat en Be More Cat die adviseren dat we ons wat meer als een kat moeten gedragen om gelukkig te zijn. In principe zijn katten opportunisten en egoïsten. Dat klinkt niet sympathiek, maar de boodschap van een leven als kat is eenvoudig: wees tevreden met jezelf en maak tijd voor de kleine dingen des levens. Amen.

IMG_1858b

Duatlonspecial – Mijn weg naar de Hel #1

Een onheilspellende titel, maar over drie weken is het zo ver: de Hel van Kasterlee. Een duatlon waarin ik opeenvolgend 15 kilometer lopen, 118 kilometer mountainbiken en nog eens 30 kilometer lopen zal afwerken. Althans, dat is toch de bedoeling. Ik kan een marathon lopen, maar of ik dan nog eens ruim zes uur kan fietsen? Dat is een vraag die me de laatste weken bezighoudt en de nodige stress bezorgt. Het plan werd gesmeed in augustus, toen ik mijn papa’s mountainbike kon gebruiken. Fietskilometers waren meer dan welkom in een post-blessure periode waarin ik zuiniger omsprong met mijn loopkilometers. Inmiddels zijn we drie maanden verder. Tijd om een eerste balans op te maken over mijn nieuwe bezigheid.

Mountainbiken is een geweldige sport! Allereerst is het een buitensport die je mogelijkheden om (groene) plekken dichtbij en wat verder weg te ontdekken uitbreidt. Dankzij de talrijke goed bewegwijzerde mountainbikeroutes die je quasi overal kan terugvinden moet je je hoofd niet breken over hoe je gaat fietsen. Handig voor iemand met een oriëntatievermogen als het mijne. Bovendien kan je kiezen hoe zwaar je het jezelf wil maken. Hard en onbesuisd vlammen is een optie. Op het gemakje naar boven peddelen kan net zo goed. Sommige afdalingen vallen onder de categorie uitdagend, andere kan je bij wijze van spreken met de ogen dicht naar beneden rijden. Als je geen zin meer hebt in het off-road gebeuren dan leent een mountainbike zich perfect tot kilometers malen op het vlakke. Er is een fietstraining voor elk weerstype en elke gemoedstoestand.

De afgelopen weken probeerde ik dagelijks kilometers af te leggen al lopend, fietsend of een combinatie van beide. Ik ontdekte heel wat voordelen van fietsen ten opzichte van lopen. Een training met de fiets voelt als een kleine uitstap. Je kan je immers verder verplaatsen en bent minder gebonden aan vaste routes. Het steekt niet op een handvol kilometertjes meer of minder. Bovendien kan je ook meer meenemen op de mini-reis. Bagage zou ik het niet noemen, maar als je niet weet of een jasje nodig is, dan stop je dat dus gewoon ergens weg. Een korte pauze nemen om iets te eten of om een sanitaire stop te maken, is de normaalste zaak van de wereld. Je hebt nooit dorst als fietser. Als ik na mijn werk nog anderhalf uur ga fietsen, vind ik dat minder vermoeiend dan als ik dezelfde tijd zou gaan lopen. Op de mountainbike springen is laagdrempeliger. Met vermoeide benen fiets je gewoon wat gezapiger. Met vermoeide benen lopen blijft lastig, zelfs als je traag loopt.

Ik heb het geluk dat ik van mijn ouders een prachtige startuitzet voor de mountainbiker in de schoot geworpen kreeg. Dat ik niet zelf heb moeten beslissen welke fiets ik nodig had, beschouw ik dan ook als een groot voordeel. Ik heb namelijk niets met het technische aspect. Voor alles wat verdergaat dan een band oppompen en een ketting smeren, wend ik me maar wat graag tot het kennis- en expertiseteam van onze Orbea-familie. Het scheelt natuurlijk ook dat mijn papa mijn mountainbike (Juan dus) door en door kent. Dat specifieke materiaal ervaar ik dan ook als een nadeel van fietsen tegenover lopen. Mountainbiken is duurder. Niet alleen de fiets en het onderhoud zelf, maar ook fietskleding kan behoorlijk geprijsd zijn. Ik kreeg heel wat kleding van mijn mama en had natuurlijk ook loopgerief dat kon dienen. Intussen wordt het kouder en natter en investeerde ik in een goed regenjasje (duur!), een lange fietsbroek (duur!) en degelijke handschoenen (duur!). Als je wil weten of lopen iets voor jou is, dan kan dat met een beperkte sportoutfit. Bij mountainbiken ligt dat veel moeilijker.

Na jaren intensief lopen kroop ik dus op de mountainbike. Mijn lichaam was daar erg tevreden mee: mijn duurhonger werd gestild zonder de impact van het lopen bij elke pas te moeten opvangen. Voor de marathon in Brussel liep ik voor mijn doen een bescheiden aantal kilometers, maar conditioneel stond ik er helemaal dankzij mijn duurtrainingen op de fiets. Dat neemt niet weg dat mijn lichaam ook wel een beetje begint tegen te sputteren door die combinatie lopen-fietsen en de vele trainingen die het moet ondergaan. Zo heb ik me laten vertellen dat een loper kortere spieren heeft in de billen en bovenbenen in vergelijking met een fietser. Dat voel ik dus. Het is binnenin nog wat zoeken naar een evenwicht. Dat neemt niet weg dat de mountainbike voor mij de ideale aanvulling is op mijn looptrainingen.

Voel ik me nu al mountainbiker of duatleet? Nee, niet bepaald. Ik voel me nog steeds een fietsende loper. Voel ik me nu op drie weken klaar voor de Hel? Nee, niet bepaald. Ik begeef me namelijk op onbekend terrein en vulde mijn trainingen in op goed gevoel. Uiteraard kreeg ik tips van mijn broer en papa. ’s Ochtends op nuchtere maag lopen bijvoorbeeld om te wennen aan lopen met een lege tank en zware benen. De omvang van deze uitdaging is echter zo groot dat ik nooit het idee zal hebben dat ik voldoende heb getraind. Om het in zakelijke termen uit te drukken: lopen blijft mijn core business waar ik me helemaal thuis voel. Ik mis mijn duurlopen langs de Vaart. Ik mis mijn vaste looprondjes in het bos. Van tapering is voorlopig dus nog geen sprake. De komende week wordt er nog eentje van hard trainingslabeur. Wie weet voel ik me over een week wel in topvorm?

Het moment – De halve marathon in Kasterlee met Team Odeyn

In november trotseert Team Odeyn maar wat graag de Kastelse zandgrond tijdens een halve (of hele) marathon. Voor de Hellegangers is dit een eerste stiekeme krachtmeting met de concurrentie. Voor andere lopers een groene gelegenheid om nog eens een halve uit de benen te schudden. Afgelopen zondag was ook letterlijk een zon-dag te noemen. Lopers die voor de modder kwamen, waren er aan voor de moeite en konden maar beter een vergrootglas mee op pad nemen. Ook in ideale weersomstandigheden is het parcours in Kasterlee zwaar. De eerste helft loopt nog over rechte stukken asfalt. Hierna wordt het betere off-road werk geserveerd: op en neer door bos en duinen (zand!), waaronder twee venijnige beklimmingen met dito afdaling. Variatie dus, dat wel. Wie deelneemt aan de marathon krijgt twee keer hetzelfde rondje voorgeschoteld.

Team Odeyn stond aan de start van de halve marathon met een stevige delegatie. Seppe als onbetwiste aanvoerder van het team, aangezien hij ondertussen wellicht enige bekendheid geniet als Mr. Kasterlee of simpelweg de Duivel. Ook papa kent met vier Hel-finishes de Kastelse grond als geen ander. Roos en ik zorgden voor de vrouwelijke touch in het team en gingen voluit voor de underdog-positie. Mama was vakkundig fotograaf,  jassenbewaarder en supporter van dienst. Seppes dochter Laurien stal de show op haar gepersonaliseerde Orbea-regenboogfiets. Jong geleerd is oud gedaan. Om deel uit te maken van Team Odeyn is een bloedband trouwens geen noodzaak. Vriend Birger en coach Stefaan waren de nonkels van dienst.

Mijn geschiedenis met Kasterlee gaat terug tot 2014. In die eerste editie mispakte ik me serieus aan het modderige parcours. Ik had toen net een GPS-horloge en vertrok als een duveltje uit een doosje, vastberaden om een toptijd te lopen. Een onbezonnen start die me duur kwam te staan. Ik liep mijn eigen hel: 21 kilometer, 1 uur en 56 minuten lang spartelen om uiteindelijk toch een beetje te verzuipen. De regen maakte de ellende compleet. Het jaar nadien was ik beter voorbereid op wat komen zou. Je weet wel: dat verhaal van de ezel en de steen. Ik verpulverde mijn tijd met 10 minuten. In mijn topjaar 2016 mag het niet verbazen dat ik weer wat sneller liep. Vorig jaar koos ik voor de volle marathon. Een beslissing die ik me na één ronde serieus bekloeg. Afzien was het. Ik vocht moeder- en vaderziel alleen tegen de wind. De finishlijn kwam geen meter te vroeg. Ik eindigde toch nog als vijfde.

Zondag verliep mijn Kastelse race naar wens. Ik hield me de afgelopen weken keurig in op loopgebied. Mijn goede marathonvorm was duidelijk nog niet verdwenen. Ik maakte snelheid in het eerste deel en vergaloppeerde me niet al te erg tijdens de tweede helft. De Hoge Mouw, Muur van Kastel en Col Roger kregen me niet klein, maar kostten me wel krachten. Uiteindelijk finishte ik als zesde en liep ik mijn snelste halve marathon ooit in Kasterlee. Met het oog op de Hel zit het dus wel snor met dat lopen. Mijn papa deed het nog beter en wist mij op een kleine minuut te houden. Daar zal hij ongetwijfeld veel vertrouwen uit putten. Goed gedaan, pappie! Roos maakte zich op voorhand ernstige zorgen over haar duurloopcapaciteiten. 4 maanden verbouwen gaat je immers niet in de koude kleren zitten. Dat zusje van mij bracht het er zoals verwacht goed van af. Ze stopte zelfs twee keer om hulp te bieden aan collega-lopers die tegen de grond gingen. Dat overkwam haar zelf ook al eens in het verleden. Het zijn verraderlijke smeerlappen die boomwortels.

Huisvriend Birger was bij wijze van spreke al fris gedoucht toen ik aankwam en ook coach Stefaan zette een scherpe chrono neer. In Team Odeyn staat de sfeer centraal en niet de prestatie. Helaas werden onze positieve ervaringen overschaduwd door Seppes opgave. Na 14 kilometer aan kop van de wedstrijd moest hij de strijd staken na een verrekking aan de hamstrings. Hij mag dan wel zesvoudig winnaar van de Hel van Kasterlee zijn, die halve marathon is hem duidelijk minder goed gezind. Vorig jaar kwam hij onfortuinlijk ten val, maar kon hij zich nog van een tweede plaats verzekeren. In 2015 schreef hij in Kasterlee wel de volledige marathonafstand op zijn naam. Op de halve afstand lijkt hij echter een abonnement te hebben op de zilveren medaille. Dat gebeurde gisteren dus niet. Gelukkig kon hij na afloop meteen terecht bij Marike die kinesitherapeutische eerste hulp bij blessures kon bieden. Nu ik er zo over nadenk: het is hoogtijd voor een Team Odeyn met drie zussen aan de start.

IMG_3423
Hier staan dus zes marathonlopers en twee IJzeren Mannen.

Het gerief – Schoenen voor modder en regen

Het is herfst. Laat daar geen twijfel over bestaan. Wind, regen en een grijze lucht maken dat duidelijk. Ik ben het type sporter dat niet snel onder de indruk is van het weer en dus door regen en wind naar buiten gaat. Ook sneeuw weerhoudt mij niet van een looptraining. 30 graden volle zon even min. Toen ik vroeger langs de Vaart naar school fietste, heb ik de vriendjes wind en regen nochtans vaak vervloekt. Ja, ik had regenkleding, maar waterdicht stond meestal gelijk aan heel hard zweten. Ik had dan ook nooit gedacht dat ik op een dag zou verkondigen dat er geen slecht weer bestaat, alleen slechte kleding.

Ik vertelde al over mijn beginnersfouten op kledinggebied. Aan den lijve ondervond ik dat katoenen kleding een no go is tijdens het sporten. Katoen en water zijn net zoals wind en regen intieme vriendjes. Het klinkt paradoxaal, maar het is perfect mogelijk om met een droog gevoel natte kleding te dragen. Dri fit materiaal is wonderbaarlijk. Mijn huidige loopkleding werd al uitvoerig getest en goedgekeurd in pittige regenbuien. In geval van waterverzadiging kan je een dri fit shirt simpelweg uitwringen als een natte dweil et voila: het voelt weer droog aan. Je zal me dus nooit zien lopen met een regenjasje.

Lange tijd was ik ervan overtuigd dat loopschoenen bij voorbaat niet bestand zijn tegen nattigheid. Er zijn grenzen aan wat je van synthetische schoenen mag verwachten. Vier jaar geleden liep ik in Kasterlee mijn eerste halve marathon op onverhard terrein in gure weersomstandigheden. Ik slipte door elke bocht en begon stilaan het nut van aangepast schoeisel in te zien. Ook wel van reservekleding, want die had ik amper mee. Met trailschoenen heb je meer grip op een glibberige ondergrond en ervaar je niet na één plas een SpongeBob gevoel aan de voeten.

IMG_3351

Dat eerste paar trailschoenen kocht ik uiteindelijk drie jaar geleden. Het zijn de blauw-groene Scott Kinabalu’s met gele accenten. Ter info: de Kinabalu is een berg in Maleisië, over avontuurlijk schoeisel gesproken. Mijn Kinabalu’s ogen op het eerste zicht misschien wat lomp, maar zo voelen ze helemaal niet aan rond de voeten. Ik liep er al verschillende langere trails mee en testte ze ook al in de sneeuw. Steeds met succes. Het zijn comfortabele schoenen die veel grip geven op een gladde en natte ondergrond. Vorig jaar liep ik er de marathon mee in Kasterlee. Op naar nog meer modderige avonturen met de blauwneuzen!

Vorige zomer liep ik een ultra trail van 50 km in Houffalize. Ik was daarvoor op zoek naar een wat lichtere off road schoen en kwam terecht bij de Nike Terra Kiger 3. Ik viel voor de mooie vormgeving en de aangename fit. Er bekroop me wel een angstig gevoel toen ik al die hyper professioneel uitgeruste traillopers zag met hun Salomon schoeisel. De Terra Kiger voldeed echter aan mijn bescheiden verwachtingen. Het parcours in Houffalize is niet extreem technisch en al helemaal niet modderig. Mijn papa liep die trail zelfs met gewone loopschoenen. Hoewel dat misschien vooral iets zegt over zijn capaciteiten.

Tot slot ben ik ook fan van de Nike Zoom Pegasus in Shield uitvoering. Dit degelijke basismodel is een fijne schoen waar je alle kanten mee op kan, ondertussen al toe aan de 35e versie. Ik liep hiermee recent nog de marathon van Brussel. In mijn collectie heb ik ook de Zoom Pegasus Shield 33 en 34. Die onderscheiden zich van de gewone variant doordat ze beter bestand zijn tegen nattigheid. Het bovenmateriaal van de schoen bestaat namelijk uit waterafstotend materiaal. Dat betekent niet dat ze volledig waterdicht zijn, maar ze bieden wel een betere bescherming bij regen. Bijkomend voordeel is dat je opgedroogde modder er nadien makkelijk van af kan borstelen. Ik loop ook vaak ’s ochtends met deze schoenen omdat ze extra reflecterende details bevatten. Uiteraard is een goede schoen pas compleet met een paar Stance kousen. Het is ongelooflijk hoe die zelfs doorweekt droog blijven aanvoelen. Kortom: met aangepaste kleding kan je volop genieten van extra zuurstof in de lucht bij regenweer. Feestje!

IMG_3334